OPLEIDING tot Verzorgende-IG. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak B Beginner

Transcriptie

1 OPLEIDING tot Verzorgende-IG Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak B Beginner Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: Fase: beginner Naam student:. 1

2 01H01 B1.K.beg. Methodisch werken (taaltaak) competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. methodisch werken Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 1 H1 Methodisch werken Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 2

3 01H02 B1.K.beg. Observaties competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. observeren Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 1 H2 Observaties Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 3

4 02H01 B1.K.beg. Basiszorg plannen competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het plannen van de basiszorg Boek: De zorgverlening afstemmen en evalueren Thema 2 H1 Basiszorg plannen Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 4

5 05H01 B1.K.beg. Mondeling rapporteren (taaltaak) competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. mondeling rapporteren Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 5 H1 Mondeling rapporteren Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 5

6 05H02 B1.K.beg. Schriftelijk rapporteren (taaltaak) competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. schriftelijk rapporteren Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 5 H2 Schriftelijk rapporteren Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 6

7 05H03 B1.K.beg. Het zorgdossier competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het zorgdossier Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 5 H3 Het zorgdossier Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 7

8 05H04 B1.K.beg. Rapporteren aan naasten van een zorgvrager competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. rapporteren aan naasten van een zorgvrager Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 5 H4 Rapporteren aan naasten van een zorgvrager Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 8

9 05H05 B1.K.beg. Rapporteren aan andere disciplines competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. rapporteren aan andere disciplines Boek: Het zorgplan vaststellen Thema 5 H5 Rapporteren aan andere disciplines Leslokaal, thuis Antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 9

10 B1.K.beg. Begrippen plannen van zorg 1 competenties: De student kent de begrippen die met plannen van zorg te maken hebben. Boek Het zorgplan vaststellen Leslokaal, thuis, OLC Met behulp van de literatuur en medestudenten Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. J. Formuleren en rapporteren K. vakdeskundigheid toepassen Geef een omschrijving van onderstaande begrippen met betrekking tot plannen van zorg. Voordat je begint met plannen van zorg is het handig wanneer je alvast wat nieuwe begrippen leert kennen. Schrijf bij de hieronder beschreven begrippen in eigen woorden zo duidelijk en concreet mogelijk wat het betekent. Kijk daarna in je boek om te kijken in hoeverre jouw omschrijving overeenkomt met de begripsbeschrijving in het boek. 1. Zelfredzaamheid 2. Zelfzorg 3. Gezondheid 4. Zelfzorgvermogen of zelfzorgmogelijkheden 5. Zelfzorgbehoefte of zorgvraag 6. Zelfzorgtekort 7. Zorgvrager 8. Zorg op maat 9. Zorgplan 10. Zorgprobleem 11. Zorgdoel 12. Mantelzorg 13. Professionele zorg 14. Continuïteit van zorg 10

11 B1.K.beg. Begrippen plannen van zorg 2 competenties De student kan zichtbaar maken dat zij/hij begrippen die te maken hebben met plannen van zorg begrijpt en kan toepassen in een juiste context. Boek Begeleiden, de eerste hoofdstukken. Leslokaal Door middel van onderstaande vragen. J. Formuleren en rapporteren Maak zichtbaar dat je de onderstaande begrippen toe kan passen. Basiszorg Basisbehoeften Basisvaardigheden Zorgvraag Zelfredzaamheid Zelfzorggebieden Lichamelijk gebied Psychisch gebied Sociaal gebied Zelfzorg Zelfzorgtekort Mantelzorg Professionele zorg Autonomie Methodisch werken Eigenwaarde Principe van wederkerigheid Beroepsmatig verzorgen Werkwijze Vorm een groepje van 3 a 4 personen. Laat zien dat jullie bovenstaande begrippen begrijpen door deze toe te passen in: een rollenspel, een presentatie, discussie of iets anders. Hoe jullie dat gaan doen mag je zelf bepalen. Wees lekker creatief. Als jullie iets nodig hebben zoals knutselspullen, verkleedkleren of iets dergelijks, vraag het dan aan de docent. Als je iets voordraagt voor de groep hebben jullie daar maximaal 15 minuten voor. Hebben de groepsleden laten zien dat ze de begrippen begrijpen? Hebben de groepsleden laten zien dat ze de begrippen toe kunnen passen in een juiste context? Is er sprake van creativiteit bij het uitvoeren van de activiteit? De tijdslimiet van 15 minuten is niet overschreden indien gekozen voor een rollenspel of presentatie. 11

12 B1.K.beg. Gordon competenties: De student kan met behulp van de 11 gezondheidspatronen van Gordon het functioneren van de zorgvrager in beeld brengen Boek Het zorgplan vaststellen Thema 1 H1 Methodisch werken: Gordon gezondheidspatronen. Te vinden bij extra materialen van I-care. OLC, thuis, leslokaal Vergelijk je antwoorden met een of meerdere medestudenten. Vraag eventueel de docent om verduidelijking J. Formuleren en rapporteren; M. Analyseren. Zet achter onderstaande informatie het juiste gezondheidspatroon. Maak gebruik van de lijst met de 11 gezondheidspatronen van Gordon. Het is mogelijk dat de informatie bij meerdere gezondheidspatronen past. Leg in dat geval je keuze kort uit. 1. Ontlasting krijgen gaat moeilijk 2. Kan zich niet zelf aankleden 3. Lopen gaat niet meer 4. Morsen bij het drinken 5. Slecht slapen 6. Kan zich niet uitkleden 7. Slecht horen 8. Veel transpireren 9. Kan niet zelfstandig haar tanden poetsen 10. Voelt zich eenzaam 11. Kan niet begrijpelijk praten 12. Is erg vergeetachtig 13. Ruikt niets meer 14. Weigert de medicijnen in te nemen 15. Voelt zich onzeker 16. Rookt veel 17. Wil dagelijks mediteren 18. Heeft veel overgewicht 19. Is overdag erg moe 20. Heeft veel last van hoofdpijn 21. Is angstig 22. Is impotent 23. Ziet slecht 24. Drinkt dagelijks flink wat alcohol 25. Is incontinent 12

13 B1.K.beg. Methodisch werken competenties: De student kan het zorgproces, van anamnese tot eindevaluatie, benoemen aan de hand van een voorbeeld. Boek Het zorgplan vaststellen OLC, thuis, leslokaal, BPV Kijk en bespreek de activiteit na met een medestudent. Vraag evt. verduidelijking aan de docent. J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren Beschrijf het zorgproces van een bestaande zorgvrager. Werkwijze Vorm een tweetal met een medestudent Neem van Thema 1 Hoofdstuk: Methodisch werken, het schema zorgproces als uitgangspunt voor deze activiteit. Neem een zorgvrager uit de praktijk in je hoofd en beschrijf aan de hand van deze zorgvrager de 6 fasen uit het zorgproces. Beschrijf dit op 1 A4 puntsgewijs. 13

14 B1.K.beg. Rapporteren gedrag competenties: De student kan de begrippen concreet waarneembaar gedrag herkennen. Boek Het zorgplan vaststellen en Begeleiden Leslokaal, thuis, OLC Vergelijk je antwoorden met een of meerdere medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking bij de docent. J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren Schrijf bij de hieronder beschreven gegevens uit een rapportage of het wel of niet om concreet waarneembaar gedrag gaat en of het respectvol is beschreven. 1. Hr. zat in een rolstoel tijdens het gesprek 2. Mieke huilde tijdens het anamnese gesprek 3. Mevr. wil graag een t.v. op haar kamer 4. Els heeft vaak pijn in haar hoofd 5. Mevr. dronk haar koffie niet op 6. Mevr. zeurde steeds over het lange wachten 7. Hr. Jansen houdt van lekker eten 8. Mevr. had haar rechter arm in een mitella 9. Mevr. vertelde dat ze slecht slaapt 10. Hr. was aan het hoesten 11. Mevr. stonk behoorlijk naar zweet en ontlasting 12. Mevr. keek met grote ogen om zich heen 13. Fleur hield haar beer stevig vast 14. Mevr. wil niet worden opgenomen 15. Hr. wil graag zijn huisdier meenemen 16. Mevr. denk dat ze het hier gezellig zal hebben 17. Erik keek steeds naar zijn moeder 18. Hr. stelde vragen over zijn dieet 19. Hr. hield zich vast bij het opstaan uit de stoel 20. Mevr. stelde zich nogal aan 14

15 B1.K.beg. Soorten zorgplannen Praktische voorbereiding competenties De student maakt kennis met de zorgplannen van diverse instellingen. Neem een leeg zorgplan mee uit de praktijk. Boek Het zorgplan vaststellen OLC, thuis, leslokaal Bespreek de uitkomst met medestudenten Vraag zo nodig de docent om verduidelijking. E. Samenwerken en overleggen M. Analyseren Maak kennis met verschillende soorten zorgplannen Werkwijze Vorm een subgroepje van max. 4 personen, het liefst van verschillende instellingen. Neem vanuit de praktijk een leeg zorgplan mee. Vergelijk de zorgplannen onderling. Leg in een verslag vast wat de overeenkomsten en de verschillen zijn, en probeer er achter te komen waarom voor deze samenstelling van zorgplan is gekozen. Het verslag bestaat uit een A4 met daarop puntsgewijs de verschillen en overeenkomsten. 15

16 B1.K.beg. Zelfredzaamheid Ondersteuning voor de competenties De student krijgt begrip van en inzicht in het belang van zelfredzaamheid. Boek Het zorgplan opstellen Leslokaal, thuis Met behulp van beschreven vragen. Vraag evt. verduidelijking aan de docent. D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren Beschrijf wat jij nodig hebt in het dagelijks leven om de dingen te kunnen doen die je wilt doen. Beschrijf dit voor de volgende 3 gebieden: Lichamelijk gebied Psychisch gebied Sociaal gebied Vergelijk je beschrijving van de drie gebieden met een of meerdere medestudenten. 1. Wat zijn de overeenkomsten? 2. Waar liggen de verschillen? 3. Wat zou dit betekenen als jullie gezamenlijk in een instelling wonen/ verblijven? 16

17 B1.K.beg. Zelftest rapporteren competenties: De student kan de eigen leerdoelen t.a.v. rapporteren benoemen Te vinden op internet Leslokaal, thuis, OLC Bespreek je leerdoelen met de docent J. Formuleren en rapporteren Toets en verdiep je kennis bij de verschillende kennis- en zelftoetsen t.a.v. rapporteren Zoek de site: klik op -> interactief leren Klik op -> luisteren Doe de test, hoe is je score? Ga terug naar -> overzicht Klik op -> rapporteren Doe de test, hoe is je score? Ga terug naar interactief leren Klik op ->objectief rapporteren Doe de test, hoe is je score? Klik in de blauwe balk op bibliotheek Scroll naar -> rapporteren Zoek kort artikel over de eisen die aan rapporteren gesteld worden. Lees deze eisen en formuleer voor jezelf 2 persoonlijke leerdoelen wat betreft rapporteren. Persoonlijke leerdoelen: 1. Ik.. 2. ik. 17

18 B1.VH.beg. Ethisch dilemma competenties De student is in staat om zijn standpunt in een ethisch dilemma duidelijk weer te geven. Boek het zorgplan vaststellen Leslokaal Aan de hand van de punten zoals omschreven in de activiteit. D. Aandacht en begrip tonen H. Overtuigen en beïnvloeden; Voer een discussie over onderstaand ethisch dilemma Er komt een nieuwe cliënt op de woongroep. Hij woonde eerst op een andere afdeling in de organisatie waar jij werkt. Hij staat bekend als een charmeur en dat hij bij verzorgenden over de grens gaat met seksueel getinte opmerkingen en toevallige aanrakingen. Deze man heeft natuurlijk behoefte aan genegenheid, maar in hoeverre laat je dit toe? Moet je een algemene grens trekken of moet je je aan je eigen maatstaven houden? Je moet natuurlijk ook rekening houden met de algemene groepsnormen en waarden. De discussie wordt gevoerd n.a.v. de volgende punten: Mag de informatie zoals genoemd in de casus wel overgedragen worden naar een andere afdeling. Je wilt de cliënten allemaal gelijk behandelen maar houdt toch rekening met wat je weet van de cliënt, maar is dit wel eerlijk? Waar trek je de grens en hoe beargumenteer je die. : Wat was je standpunt in dit dilemma Hoe ben je tot dit standpunt gekomen Ben je tijdens de discussie van standpunt veranderd, zo ja waardoor kwam dat. Hoe vind je het om je standpunt duidelijk te maken? Als je het moeilijk vindt, wat zou je dan kunnen helpen? Als je het niet moeilijk vindt wat voor tips heb je dan voor je medestudenten? Als de discussie klassikaal plaats vindt dan zal de docent de evaluatie begeleiden. Als de discussie in de subgroep plaats vindt dan zal de student de schriftelijke evaluatie inleveren bij de docent. 18

19 B1.VH.beg. Mondeling rapporteren (taaltaak) competenties De student kan de voor- en nadelen van mondeling rapporteren bespreken Boek Het zorgplan vaststellen Klaslokaal De evaluatie vindt plaats zoals in de samenwerkingsopdracht is omschreven E. Samenwerken en overleggen H. Overtuigen en beïnvloeden Maak uit het boek Het zorgplan vaststellen: Samenwerkingsopdracht Thema 5 H1: Mondeling rapporteren Mondeling rapporteren heeft voor- en nadelen. Met het uitvoeren van deze opdracht oefen je om de voordelen uit te buiten, en de nadelen zoveel mogelijk te beperken 19

20 B1.VH.beg. Rapportage subjectief en objectief competenties De student kan beschrijven wat subjectieve en objectieve gegevens zijn in een schriftelijke rapportage Boek Het zorgplan vaststellen Klaslokaal, OLC De evaluatie vindt plaats zoals in de activiteit is omschreven J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren Maak onderscheid tussen subjectieve en objectieve gegevens naar aanleiding van een dvdfragment. Vorm een groepje met een medestudent. Uit het OLC kies je een DVD of een filmpje op internet (bijv. uit de serie: Je zal het maar hebben ) dat je gaat bekijken. Je kiest hier een fragment uit van 5 minuten. Je rapporteert schriftelijk over wat je ziet in het fragment van 5 minuten. Je leest van elkaar de schriftelijke rapportage en onderstreept met verschillende kleuren wat subjectieve en objectieve gegevens zijn. Je legt de ander uit waarom jij denkt dat de gegevens subjectief of objectief zijn. Je bekijkt wat de verschillen en overeenkomsten in de onderlinge rapportages : je beschrijft in een kort verslagje wat je van deze oefening hebt geleerd en wat je leerpunten zijn waar je nog op moet letten bij het rapporteren. 20

21 B1.VH.beg. Rapporteren hoofd- en bijzaken competenties: De student kan onderscheid benoemen tussen hoofd- en bijzaken Boek Het zorgplan vaststellen Klaslokaal, OLC De evaluatie vindt plaats zoals in de samenwerkingsopdracht is omschreven J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren. Maak uit het boek Het zorgplan vaststellen Thema 5 H2: Schriftelijk rapporteren de samenwerkingsopdracht 21

22 B1.VH.beg. Rapporteren soap (taaltaak) competenties De student kan de theorie over rapporteren volgens de SOAP toepassen in een casus Boek Het zorgplan vaststellen Leslokaal, thuis, OLC Kijk samen met een (aantal) medestudent(en) de uitwerking van de rapportage na. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren Rapporteer volgens de SOAP methode met behulp van onderstaande casus. Casus Mw. Bliek is 92 jaar en al 20 jaar woont ze in verpleeghuis Zonnebloem. Ze is daar ooit opgenomen i.v.m. problemen bij het lopen. Een goede diagnose is er nooit gesteld. Mw. heeft veel contracturen; haar benen moeten s nachts op een speciaal kussen tegen contracturen, en ook haar handen gaan s nachts in een spalkje. Mw. is altijd vrolijk en nog heel goed in staat om te zeggen hoe ze de zorg wil hebben. Overdag zit ze altijd in de rolstoel, waarbij ze meestal wel erg naar rechts zakt. Ze heeft een bureaublad voor haar stoel en daar rusten haar ellebogen op. Vanmorgen zie je bij het wassen dat op de rechterelleboog en op de rechterbil van mw. een rood plekje zit. Mw. zegt dat ze er geen pijn aan heeft. Schrijf vervolgens een rapportage S O A P 22

23 B1.VH.beg. Rapporteren subjectief en objectief TV-programma competenties De student kan omschrijven wat subjectieve en objectieve gegevens zijn (in een mondelinge rapportage) Studieboek Het zorgplan vaststellen Thuis De evaluatie vindt plaats zoals in de activiteit is omschreven J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren. Beschrijf wat subjectieve en objectieve gegevens zijn naar aanleiding van een televisieprogramma wat je bekeken hebt. Werkwijze Vorm een duo met een medestudent. Jullie kiezen twee programma s uit die je thuis bekijkt. Je spreekt af welke van de twee je mondeling rapporteert. Dus student A rapporteert mondeling over programma A maar kijkt ook programma B. Student B rapporteert mondeling over programma B maar kijkt ook programma A. De volgende bijeenkomst rapporteert student A mondeling over programma A aan student B. Student B rapporteert over programma B. Je luistert naar elkaar zonder elkaar te onderbreken, let bij het luisteren vooral op het geven van subjectieve en objectieve rapportage. Na afloop benoem je wat subjectieve en objectieve gegevens zijn in de mondelinge rapportage van de ander. Je beschrijft in een kort verslagje wat je van deze oefening hebt geleerd en wat je leerpunten zijn waar je nog op moet letten bij het rapporteren. 23

24 B1.VH.beg. Wetgeving. beroepsgeheim competenties De student kan benoemen, in het kader van het beroepsgeheim, wat hij/zij moet en mag rapporteren. Boek Het zorgplan vaststellen Leslokaal De evaluatie vindt plaats op de punten zoals beschreven is in de samenwerkingsopdracht. D. Aandacht en begrip tonen F. Ethisch en integer handelen H. Overtuigen en beïnvloeden Boek Het zorgplan vaststellen Thema 5 H4: Voer de samenwerkingsopdracht uit Evalueer in je subgroep m.b.v. de evaluatie vragen zoals in de samenwerkingsopdracht beschreven staat. Maak individueel een evaluatieverslag n.a.v. de evaluatiepunten van de samenwerkingsopdracht. 24

25 01H01 B2.T1.K.beg. Anatomie Ziekteleer, anatomie en fysiologie De student verdiept zich in de anatomie en ziekteleer omdat zij/hij dit nodig heeft als achtergrondkennis om basiszorg te verlenen Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema Algemene inleiding Leslokaal, thuis competenties: Met medestudenten en de docent Bestudeer Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema Algemene inleiding 25

26 01H01 B2.T1.K.beg. Hulp bieden bij aan- en uitkleden competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het aan- en uitkleden van een zorgvrager Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 1 H1 Hulp bieden bij aan- en uitkleden Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 26

27 01H02 B2.T1.K.beg. Hulp bieden bij het wassen en de uiterlijke verzorging competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het wassen en de uiterlijke verzorging Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 1 H2 Hulp bieden bij het wassen en de uiterlijke verzorging Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 27

28 01H03 B2.T1.K.beg. Observaties bij de uiterlijke verzorging competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. observaties bij de uiterlijke verzorging Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 1 H3 Observaties bij de uiterlijke verzorging Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 28

29 01H04 B2.T1.K.beg. Het gebruik van hulpmiddelen competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. het gebruik van hulpmiddelen Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 1 H4 Het gebruik van hulpmiddelen Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 29

30 01H05 B2.T1.K.beg. Complicaties van langdurige inactiviteit voorkomen Praktische voorbereiding competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. complicaties van langdurige inactiviteit voorkomen Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 1 H5 Complicaties van langdurige inactiviteit voor komen Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 30

31 08H01-05 B2.T1.K.beg. Anatomie Hulp bij de persoonlijke verzorging De student verdiept zich in de anatomie en ziekteleer omdat zij/hij dit nodig heeft als achtergrondkennis om basiszorg te verlenen Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema Hulp bij de persoonlijke verzorging competenties: Leslokaal, thuis Aan de hand van het maken van zelftesten kan je zelf beoordelen wat je weet over anatomie en ziekteleer en over welke onderdelen je nog meer kennis op moet doen. Kijk de kennisopdrachten na met behulp van de antwoordmodellen. Bestudeer Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema Hulp bij de persoonlijke verzorging en maak de kennisopdrachten Werkwijze 1. Maak gebruik van de mogelijkheid zelftesten te maken. Aan de hand van het maken van diagnostische toetsen kan je zelf beoordelen wat je weet over anatomie en ziekteleer en over welke onderdelen je nog meer kennis op moet doen. 2. De zelftesten kan je later nog een keer maken om te toetsen of je de stof beter bent gaan begrijpen. 31

32 B2.T1.beg.K. Bedcomplicaties Ondersteuning voor de competenties De student kan mogelijke bedcomplicaties beschrijven, evenals andere complicaties van immobiliteit. Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 1 H 5: Complicaties van langdurige inactiviteit voorkomen Leslokaal, OLC of thuis Vergelijk je antwoorden met een medestudent. Vul je eigen antwoorden aan als dat nodig is. Beschrijf de complicaties die mevrouw Rozing kan oplopen door langdurige bedverpleging na aanleiding van onderstaande casus. Casus: Je werkt (of loopt stage) op een afdeling met zorgvragers met niet aangeboren hersenletsel. Er wordt een 44 jarige comateuze vrouw opgenomen die is ontslagen uit het ziekenhuis. De vrouw, mevrouw Rozing, heeft vijf weken ervoor een frontale aanrijding gekregen met de auto waarna zij is opgenomen op de intensive care van een ziekenhuis. Daar heeft zij enige dagen in kritieke toestand gelegen. Daarna is ze overgeplaatst naar de neurologische afdeling van het ziekenhuis. De artsen daar zien te weinig vooruitgang in haar toestand en plaatsen haar over naar jouw afdeling in het verpleeghuis. Samen met je werkbegeleider ga je mevrouw Rozing verzorgen. Je werkbegeleider vraagt jou eens goed naar mevrouw Rozing te kijken en je in haar situatie te verdiepen om te benoemen welke complicaties er kunnen optreden door onvoldoende bewegen en bedverpleging. Werkwijze Beschrijf per mogelijke complicatie: Een korte omschrijving De oorzaken Verschijnselen Preventieve maatregelen (dat wat je als verzorgende doet om het tegen te gaan) 32

33 B2.T1.K.beg. Beroepsmatige hygiëne Ondersteuning voor de competentie De student kan beschrijven wat beroepsmatige hygiëne inhoudt Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Internet: I-care plein Leslokaal, OLC Kijk de opdracht na met behulp van het antwoordmodel, vraag zo nodig verduidelijking aan begeleidende docent T. Instructies en procedures opvolgen Beschrijf wat beroepsmatige hygiëne inhoudt met behulp van onderstaande vragen. Vragen 1. Wat is een kruisbesmetting 2. Wat is een kruisinfectie? 3. Wat zijn pathogene micro- organismen? 4. Hoe verloopt een directe overdracht van micro-organismen? 5. Hoe verloopt een indirecte overdracht van micro-organismen? 6. Beschrijf minimaal 10 maatregelen die je kunt toepassen om kruisinfecties te voorkomen? Motiveer bij iedere maatregel waarom je dat doet. 33

34 B2.T1.K.beg. Gebitsprothese verzorgen competenties De student kan de aandachtspunten beschrijven ten aanzien van het verzorgen van een gebitsprothese Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Leslokaal, OLC Evalueer met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent Maak een samenvatting van de aandachtspunten ten aanzien van het verzorgen van een gebitsprothese met behulp van onderstaande vragen Werkwijze 1. Deze activiteit heet gebitsprothese verzorgen. Wat zou daar de reden van zijn? Waarom heet het niet gewoon gebitsprothese poetsen? 2. Welke soorten gebitsprotheses kan je tegenkomen? 3. Behalve de gebitsprothese valt er nog meer te verzorgen in de mond van een zorgvrager die dat zelf niet meer kan uitvoeren. Beschrijf waar deze verzorging uit bestaat. 4. Waarom wordt het afgeraden te reinigen met bruistabletten? 5. Waarom wordt het afgeraden te reinigen met gewone tandpasta? 6. Wat zijn de aandachtspunten tijdens de verzorging van een gebitsprothese? 34

35 B2.T1.K.beg. Hoortoestel De student kan de aandachtspunten ten aanzien van het gebruik van een hoortoestel beschrijven Boek Ondersteunen bij de basiszorg Internet Leslokaal, thuis, OLC Kijk de opdracht na met medestudenten Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. competenties: Maak een samenvatting van de aandachtspunten ten aanzien van het gebruik van een hoortoestel met behulp van onderstaande vragen. Vragen 1. Hoe werkt een hoortoestel? 2. Voor welke zorgvragers is een achter het oor toestel geschikt? 3. Voor welke zorgvragers is een in het oor toestel geschikt? 4. Voor welke zorgvragers is een kasttoestel geschikt? 5. Wat zijn de aandachtspunten ten aanzien van de dagelijkse verzorging van een hoortoestel? 6. Hoe kan het fluiten van een hoortoestel voorkomen worden? 35

36 B2.T1.K.beg. Lengte en gewicht Ondersteuning voor de competenties De student kan beschrijven wat het nut is van het bepalen van lichaamslengte en gewicht bij een zorgvrager Boek Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Leslokaal Evalueer door je antwoorden te vergelijken met medestudent. Kijk je antwoorden na met behulp van het antwoordmodel. J. Formuleren en rapporteren Maak een verslag, minimaal 1 A4 maximaal 2A4, over het belang van het bepalen van lengte en gewicht Vragen 1. In een zorginstelling heeft het gewicht van iedere zorgvrager de aandacht. Iedere zorgvrager die opgenomen wordt, wordt gewogen en de lengte wordt bepaald. Kun je beschrijven waarom? 2. Veel zorgvragers worden ook tijdens hun verblijf regelmatig gewogen. Beschrijf 5 groepen van zorgvragers waarbij het noodzakelijk is dat zij regelmatig gewogen worden en beschrijf bij iedere groep waarom. 3. Het ideale lichaamsgewicht hangt af van meerdere factoren. Benoem er zoveel mogelijk. 4. Wanneer je zorgvragers gaat wegen moet de uitslag betrouwbaar zijn. Beschrijf minimaal 3 voorwaarden voor een betrouwbare controle van het gewicht. 5. Waar moet je de gegeven metingen noteren? 36

37 B2.T1.K.beg. Persoonlijke verzorging I-care competentie De student kan beschrijven welke kennis nodig is om persoonlijke verzorging te kunnen geven Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 1 Helpen bij de persoonlijke verzorging School of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. Maak van generiek: Persoonlijke verzorging Ik heb het ijskoud Wat moet dat verdorie We zijn een goed team Wat zeg je kind? Zo zal het wel gaan Oriëntatie op de casus en vaardighedenroute 37

38 B2.T1.K.beg. Steunkousen competenties De student kan de aandachtspunten ten aanzien van steunkousen beschrijven Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg, I-care plein Leslokaal, thuis, mediatheek Kijk de opdracht na met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. Maak een samenvatting van de aandachtspunten ten aanzien van steunkousen met behulp van onderstaande vragen Vragen 1. Wat is de werking van steunkousen? 2. Welke zorgvragers krijgen steunkousen aangemeten? Welke ziektes of aandoeningen hebben deze zorgvragers? 3. Welke soorten steunkousen zijn er mogelijk? 4. Welke hulpmiddelen kunnen er gebruikt worden bij het aantrekken van steunkousen? 5. Wat zijn de aandachtspunten tijdens het aantrekken van steunkousen? 6. Waar moet je op letten wat betreft jouw fysieke (lichamelijke) houding als je steunkousen aantrekt bij iemand? 7. Wat zijn de aandachtspunten bij het uittrekken van de steunkousen? 38

39 B2.T1.K.beg. Stomatitis van de opdracht Theoretische voorbereiding Ondersteuning voor de competenties: De student kan beschrijven wat stomatitis is en hoe stomatitis voorkomen kan worden. Zoek informatie op internet, kijk vooral ook eens op: I-care plein Leslokaal, OLC Evalueer met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent Beschrijf wat stomatitis is en hoe stomatitis voorkomen kan worden. Vragen 1. Hoe ziet gezond mondslijmvlies eruit? 2. Hoe ziet het mondslijmvlies eruit van iemand die last heeft van stomatitis? 3. Welke zorgvragers hebben een verhoogde kans op stomatitis? 4. Hoe kan stomatitis voorkomen of behandeld worden? 39

40 B2.T1.K.beg. Tanden poetsen Praktische voorbereiding competenties De student kan beschrijven wat de aandachtspunten zijn ten aanzien van gebitsverzorging (de zogenaamde eigen tanden, geen gebitsprothese). Zoek op internet naar informatie over tandenpoetsen. Bekijk de plaatjes en demonstratiefilmpjes op bijvoorbeeld of Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Leslokaal, thuis Kijk na met behulp van antwoordmodel. Beschrijf de aandachtspunten ten aanzien van gebitsverzorging aan de hand van onderstaande vragen. Vragen 1. Wat is tandplak? 2. Wat is een goede tandenborstel en welke soort tandpasta wordt geadviseerd? 3. Hoe vaak moet je per dag tanden poetsen en hoeveel tijd moet je voor het poetsen nemen? 4. Beschrijf hoe je de tandenborstel op de tanden plaatst en hoe de poetsbewegingen zijn. 5. Noem 2 aspecten waar je op let als je de tanden van een zorgvrager poetst. 40

41 B2.T1.K.beg. Wetgeving competenties De student kan in eigen woorden samenvatten met welke wet en regelgeving zij/hij als verzorgende te maken kan krijgen Boek ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 1 H6 relevante wetgeving bij basiszorg toepassen In de mediatheek zijn er meer boeken over wet en regelgeving bijvoorbeeld Juridische aspecten van het verpleegkundig beroep. Met medestudenten. Tip: we hebben een jurist bij het Albeda College (dhr. P. Simons) die regelmatig hoorcolleges geeft over juridische aspecten. Een onderwerp als dit kan op het programma staan. Zorg dat je dit dan bijwoont. H. Overtuigen en beïnvloeden Voer de samenwerkingsopdracht van hoofdstuk 6 uit (werkwijze in overleg met begeleidend docent) 41

42 B2.T1.VH.beg. Aan- en uitkleden Ondersteuning voor de competenties De student kan een zorgvrager aan- en uitkleden volgens handelingsschema Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Handelingsschema aan- en uitkleden Praktijklokaal Evalueer met je medestudent hoe de uitvoering van de vaardigheid is ervaren. Evalueer de vaardigheid met behulp van het handelingsschema F. Ethisch en integer handelen; ; R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten Kleed een medestudent aan en uit volgens handelingsschema. Nb: het is noodzakelijk dat je deze vaardigheid oefent op echte mensen. Op deze manier kun je ervaren dat het aan- en uitkleden van passieve mensen geen eenvoudige handeling is. Een pop is star, onbeweeglijk en geeft geen realistisch beeld van de handeling. Tip: bereid deze opdracht gezamenlijk voor door vooraf voor voldoende laagjes kleding te zorgen zodat je na het uitkleden nog een voldoende bedekt lichaam hebt (In welke mate mag je zelf beoordelen, minimaal hemd/ t-shirt en onderbroek). 42

43 B2.T1.VH.beg. Gebitsprothese verzorgen Ondersteuning voor de competenties De student kan volgens handelingsschema een gebitsprothese verzorgen. Boek Handelingsschema gebitsprothese verzorgen. Praktijklokaal Evalueer de vaardigheid met behulp van het handelingsschema F. Ethisch en integer handelen; ; R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten. Verzorg een boven- en onderkant van een gebitsprothese volgens handelingsschema. Let op: Er zijn gebitsprotheses aanwezig om deze vaardigheid te oefenen. Plaats deze echter niet in de mond van de pop(pen). De mondhoeken van de poppen zijn erg kwetsbaar en scheuren snel uit. 43

44 B2.T1.VH.beg. Gebitsverzorging Praktische voorbereiding De student voert de samenwerkingsopdracht gebitverzorging uit samen met een andere student. Spreek af met een medestudent met wie je de vaardigheid gaat oefenen. Neem je eigen tandenborstel en tandpasta mee naar school. Boek Ondersteunen bij persoonlijk basiszorg Thema 1 H 2 Boek Anatomie en ziekteleer oor verzorgenden IG deel 1, Thema 2 H4 Ondersteuning voor de competentie Praktijklokaal Zie samenwerkingsopdracht F. Ethisch en integer handelen; ; R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten. Voer samen de samenwerkingsopdracht gebitsverzorging uit. Deze kan je vinden in. boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema 2 H4 Wat zeg je kind 44

45 B2.T1.VH.beg. Handen wassen Ondersteuning voor de competenties De student kan haar/zijn handen wassen volgens protocol zodat kruisinfecties worden voorkomen Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Dvd handen wassen. Praktijklokaal Met behulp van protocol Was je handen volgens protocol binnen een minuut Uitvoering Draai de kraan open, zodanig dat de temperatuur van het water behaaglijk is voor de handen en het water flink stroomt Maak de handen nat en voorzie ze daarna van een laag vloeibare zeep uit de zeepautomaat Wrijf de handen nu gedurende minstens tien seconden over elkaar. Vingertoppen, duimen, gebieden tussen de vingers en polsen moeten worden ingewreven Spoel af onder flink stromend water waarbij het water van bovenaf naar de vingertoppen toe moet vloeien. Droog de handen goed af met een papieren handdoek, ook tussen de vingers en ook de polsen. Sluit de kraan met de papieren handdoek. Werp de gebruikte papieren handdoek in de daarvoor bestemde container Aandachtspunten Om de handen goed te kunnen wassen dienen geen belemmeringen zoals ringen horloges en armbanden aanwezig te zijn, dit is onhygiënisch en kan de huid van de zorgvrager beschadigen. Bij het dikwijls wassen van de handen is het gebruik van een handcrème aan te raden om uitdroging van de handen te voorkomen. 45

46 B2.T1.VH.beg. Haren wassen op bed Praktische voorbereiding Theoretische voorbereiding Ondersteuning voor de competenties De student is in staat een zorgvrager te helpen bij de persoonlijk verzorging door middel van wassen van het haar op bed. Print handelingsschema: wassen van het haar op bed Reserveer een bed in het praktijklokaal en neem haarverzorgingbenodigdheden van huis mee. Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Praktijklokaal Bespreek met een medestudent of je in staat bent gebleken het haar te wassen volgens handelingsschema. F. Ethisch en integer handelen ; R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten. De student kan in een oefensituatie een zorgvrager helpen bij de persoonlijke verzorging door middel van wassen op bed. Uitvoering 1. Ga naar het praktijklokaal samen met een medestudent. Was om de beurt elkaars haar op bed. 2. Evalueer volgens criteria. 3. Ruim de gebruikte spullen op en laat alles droog achter. 46

47 B2.T1.VH.beg. Lengte en gewicht Praktische voorbereiding Ondersteuning voor de competenties De student kan lengte en gewicht meten Zorg dat je beschikking hebt over weegschaal en meetlat. Spreek af met een medestudent met wie je de vaardigheid gaat oefenen Praktijklokaal Evalueer met je medestudent hoe de uitvoering van de vaardigheid is ervaren. Evalueer de vaardigheid met behulp van onderstaande evaluatievragen. Schrijf de antwoorden op de vragen op. F. Ethisch en integer handelen; ; R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten. Bepaal lengte en gewicht bij een van je medestudenten. Werkwijze Controleer vooraf je meetapparatuur en bepaal lengte en gewicht. Noteer de uitkomsten. vragen: 1. Waar let je op als je bij iemand de lichaamslengte meet? 2. Waar let je op als je bij iemand het gewicht meet? 3. Waar worden deze metingen van een zorgvrager genoteerd? 47

48 B2.T1.VH.beg. Steunkousen Praktische voorbereiding Ondersteuning voor de competenties De student kan de steunkousen volgens protocol aan- en uittrekken Print handelingsschema aantrekken en uittrekken van een steunkous. Spreek af met een medestudent met wie je de vaardigheid gaat oefenen Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Eventueel Internet Praktijklokaal Evalueer met je medestudent hoe de uitvoering van de vaardigheid is ervaren. Evalueer de vaardigheid met behulp van het handelingsschema R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Trek bij een medestudent een steunkous aan en uit volgens het handelingsschema. 48

49 B2.T1.VH.beg. Uiterlijke verzorging Praktische voorbereiding competenties: De student kan uiterlijke verzorging toepassen. Print de volgende handelingsschema s uit: Nagels verzorgen Haarverzorging Gezichtsverzorging Spreek af met een medestudent met wie je de vaardigheden gaat oefenen. Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Praktijklokaal Evalueer met je medestudent hoe de uitvoering van de vaardigheid is ervaren. Evalueer de vaardigheid met behulp van de handelingsschema s. F. Ethisch en integer handelen; ; R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten. Geef uiterlijke verzorging aan een medestudent. Plan deze opdracht zodat je op de dag dat je het wil uitvoeren benodigdheden bij je hebt zoals: Haarverzorgingsproducten (kam, borstel enz.) Nagelverzorgingsartikelen (nagelknippertje, nagelvijl) Huidverzorgingsproducten (crème, make-up, evt. maskertje) Op het moment dat je uiterlijke verzorging gaat geven dan is het de bedoeling dat je dit uitvoert geheel naar de wens van je zorgvrager (medestudent). Deze is op dat moment niet in staat daar zelf zorg voor te dragen, dat doe jij. 49

50 B2.T1.VH.beg. Verpleegtechniek in beeld Praktische voorbereiding competenties De student bekijkt basisvaardigheden door middel van het programma Verpleegtechniek in beeld. Je hebt hiervoor een inlogcode van Verpleegtechniek in beeld nodig Leslokaal, OLC Bekijk de voor jou relevante basisvaardigheden door middel van het programma verpleegtechniek in beeld. Werkwijze Ga naar: Klik aan basisvaardigheden Bekijk de vaardigheden die voor jou relevant zijn. Vergelijk de desbetreffende handelingsschema s van dit programma met de handelingsschema s van I-care, de Albeda protocollen en evt. de protocollen van de organisatie waar je werkt/ stage loopt. 50

51 B2.T1.VH.beg. Wassen op bed Praktische voorbereiding Theoretische voorbereiding Ondersteuning voor de competenties De student is in staat een zorgvrager te helpen bij de persoonlijk verzorging door middel van wassen op bed. Print handelingsschema: hulp bieden bij wassen bij wassen op bed, Reserveer een bed in praktijklokaal met pop en wasbenodigdheden. Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg DVD: wassen op bed Praktijklokaal Bespreek met een medestudent of je in staat bent gebleken een pop te wassen volgens handelingsschema F. Ethisch en integer handelen; ; R. Op behoefte en verwachtingen van de klant richten De student kan in een oefensituatie een zorgvrager helpen bij de persoonlijke verzorging door middel van wassen op bed. 1. Bekijk eventueel de DVD: wassen op bed 2. Ga naar het praktijklokaal samen met een medestudent. Was om de beurt volgens het handelingsschema de pop op bed. 3. Evalueer volgens criteria. 4. Ruim de gebruikte spullen op en laat de pop in het bed achter zoals je het aangetroffen hebt. 51

52 02H01 B2.T2.K.beg. Hulp bieden bij eten en drinken competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. hulp bieden bij eten en drinken Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 2 H1 Hulp bieden bij eten en drinken Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 52

53 02H01 B2.T2.K.beg. Voedingsproblemen en vochtbalans competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. voedingsproblemen en vochtbalans Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 2 H2 Voedingsproblemen en vochtbalans Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 53

54 02H03 B2.T2.K.beg. Maatregelen ter bevordering van de eetlust competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. maatregelen ter bevorderen van de eetlust Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 2 H3 Maatregelen ter bevordering van de eetlust Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 54

55 02H04 B2.T2.K.beg. Voedings- en dieetvoorschriften hanteren competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. voedings- en dieetvoorschriften hanteren Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 2 H4 Voedings- en dieetvoorschriften hanteren Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 55

56 03H01-04 B2.T2.K.beg. Anatomie Ondersteunen bij de opname van voeding en vocht De student verdiept zich in de anatomie en ziekteleer omdat zij/hij dit nodig heeft als achtergrondkennis om basiszorg te verlenen Boek Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema Ondersteunen bij de opname van voeding en vocht competenties: Leslokaal, thuis Aan de hand van het maken van zelftesten kan je zelf beoordelen wat je weet over anatomie en ziekteleer en over welke onderdelen je nog meer kennis op moet doen. Kijk de kennisopdrachten na met behulp van de antwoordmodellen. Bestudeer Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema Ondersteunen bij de opname van voeding en vocht en maak de kennisopdrachten Werkwijze 1. Maak gebruik van de mogelijkheid zelftesten te maken. Aan de hand van het maken van diagnostische toetsen kan je zelf beoordelen wat je weet over anatomie en ziekteleer en over welke onderdelen je nog meer kennis op moet doen. 2. De zelftesten kan je later nog een keer maken om te toetsen of je de stof beter bent gaan begrijpen. 56

57 B2.T2.K.beg. Hulpmiddelen eten en drinken competenties: De student kan een overzicht maken van hulpmiddelen, het gebruik ervan en de kosten t.a.v. de hulpmiddelen die gebruikt worden bij het eten en drinken. Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg T2 H1 Hulp bieden bij eten en drinken I-care plein, Internet Leslokaal, thuis, OLC Kijk de opdracht na met behulp van een antwoordmodel Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. Maak een overzicht van hulpmiddelen die gebruikt worden bij het eten en drinken. Beschrijf waarom deze worden gebruikt en voeg hieraan toe wat de kosten zijn van die hulpmiddelen en waar ze verkrijgbaar zijn. Neem in ieder geval in je overzicht de volgende hulpmiddelen op: 1. Scharnierend of gebogen bestek 2. Verdikt bestek of foam om bestek te verdikken 3. Drinkbeker voor liggend drinken 4. Drinkbeker met neusuitsparing 5. Servies met verhoogde randen 6. Aangepaste snijplank 7. Warmhoudbord 8. Antislipplacemat 9. Twee of meer hulpmiddelen naar keuze 57

58 B2.T2.K.beg. Voedingsproblemen I-care competentie De student kan beschrijven welke kennis nodig is om voedingsproblemen te kunnen oplossen Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema Hulp bieden bij de opname van voeding en vocht School of thuis, internetaansluiting Kijk de opdracht na met medestudenten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. Maak van generiek: Voedingsproblemen Ik heb geen zin in eten Ik lust geen groente Ik heb dorst Wat een heerlijk toetje Oriëntatie op de casus en vaardighedenroute 58

59 B2.T2.VH.beg. Hulp bij eten en drinken Ondersteuning voor de competenties De student kan een bedlegerig persoon helpen met eten en drinken. Boek Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Thema Ondersteunen bij de opname van voeding en vocht Praktijklokaal Evalueer met je medestudent hoe de uitvoering van de vaardigheid is ervaren. Evalueer de vaardigheid met behulp van onderstaande evaluatievragen. Schrijf de antwoorden op. C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen Help een bedlegerig persoon die niet zelfstandig kan eten en drinken met de maaltijd. Werkwijze Zorg dat je deze opdracht op een moment uitvoert dat de persoon die geholpen wordt bij de maaltijd ook trek heeft om wat te eten. Neem eigen eten mee van huis of koop het een en ander in het restaurant en neem dit mee naar boven. Spreek af welke lichaamshouding in bed aangenomen wordt. Je kunt kiezen uit: Vlakke rugligging Zijligging (iets verhoogd) In ieder geval kan de zorgvrager niet zelfstandig de maaltijd nuttigen en moet daarmee geholpen worden. vragen Toen je zelf in het bed lag en geholpen werd met eten en drinken: 1. Hoe heb je het ervaren om in geholpen te worden met eten en drinken? 2. Was het de eerste keer dat je, als volwassene, geholpen werd met eten en drinken? Zo nee, wat was dan de reden dat je eerder daarmee geholpen werd? 3. Wat vind je van het tempo waarin de happen aangeboden werden? Ging het te snel/ langzaam en had je ook keuzemogelijkheid over wat te eten en in welke volgorde? 4. Smaakte de maaltijd hetzelfde als dat je het zelfstandig zou kunnen nuttigen? Toen je iemand anders moest helpen met eten en drinken: 1. Hoe heb je het ervaren om iemand te helpen met eten en drinken? 2. Wat vond je moeilijk en wat vond je gemakkelijk? 3. Waar heb je op gelet met betrekking tot de communicatie met je medestudent/zorgvrager? 59

60 B2.T2.VH.beg. Hulpmiddelen drinken Praktische voorbereiding Theoretische voorbereiding competenties De student kan hulpmiddelen voor drinken gebruiken en schoonmaken. De student drinkt, plat liggend op bed, de minimale hoeveelheid van een kopje/ beker. Bak met hulpmiddelen, drinken, een collega student Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema Hulp bieden bij de opname van voeding en vocht Lokaal met bed Door middel van onderstaande vragen C. Begeleiden; D. Aandacht en begrip tonen Je speelt zelf een zorgvrager die bedlegerig is, die alleen plat mag liggen. Je wilt graag wat drinken. Een collega student gaat jou dat aanbieden en gebruikt daarbij hulpmiddelen. Wissel daarna van rol. Vragen Vanuit rol student helpt zorgvrager met drinken: 1. Is het je gelukt drinken aan te bieden aan een platliggende zorgvrager? Wat was eventueel moeilijk? 2. Welk(e) hulpmiddel(en) heb je gebruikt om je drinken aan te bieden? 3. Hoe vond je het om dit (deze) hulpmiddel(len) te gebruiken. 4. Hoe heb je de hulpmiddelen schoongemaakt? 5. Beschrijf wat je hebt geleerd van deze activiteit. Vanuit de rol als zorgvrager 1. Is het je gelukt in bed, platliggend, te drinken? Wat was er eventueel moeilijk? 2. Welk(e) hulpmiddel(en) heeft je collega student gebruikt om je drinken aan te bieden? 3. Hoe vond je het om geholpen te worden met iets wat je normaal gesproken altijd zelf doet? 4. Beschrijf wat je hebt geleerd van deze activiteit. 60

61 B2.T2.VH.beg. Hulpmiddelen eten Praktische voorbereiding Theoretische voorbereiding competenties De student kan hulpmiddelen voor eten toepassen Bak met hulpmiddelen, boterham en boter of jam Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema Hulp bij eten en drinken, internet. lokaal Door middel van onderstaande vragen U. Omgaan met veranderingen en aanpassen; V. Met druk en tegenslag omgaan Je speelt zelf een zorgvrager die één arm niet kan gebruiken en de andere arm kan buigen tot 45 graden. Smeer nu een boterham met boter of jam en eet deze op. Vragen 1. Welk(e) hulpmiddel(en) heb je gebruikt om de boterham te smeren? 2. Welke hulpmiddel heb je gebruikt om de boterham op te eten? 3. Hoe vond je het om dit hulpmiddel/ deze hulpmiddelen te gebruiken voor iets wat je normaal zonder moeite en hulpmiddelen kan verrichten? 4. Beschrijf hoe je het hebt aangepakt met één arm die je niet kon gebruiken en één arm die maar tot 45 graden kon buigen. 5. Beschrijf wat je hebt geleerd van deze activiteit. 61

62 B2.T2.VH.beg. Vochtbalans bijhouden (rekentaak) Praktische voorbereiding Theoretische voorbereiding competenties De student kan een vochtbalans bijhouden Observatielijst vochtbalans waarop de balans kan worden bijgehouden (ondersteunend materiaal) Boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 2 H2 Voedingsproblemen en vochtbalans evt. internet, Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG deel 1 Thema3 H3 Ik heb dorst lokaal Door middel van antwoordmodel J. Formuleren en rapporteren; Mevrouw Brok is 79 jaar en heeft sinds 3 dagen buikgriep. Zij heeft koorts, diaree en braakt. Maak aan het eind van de dag de vochtbalans op van Mevr. Brok aan de hand van de gegevens. Gegevens Een kopje is 125 ml Een bekkentje (vol) 200 ml Een glas is 150 ml Een po urine (vol) 250 ml Een beker is 200 ml Diarree (per keer) 200 ml Een soepkom is 200 ml Een schaaltje is 150 ml Transpiratie: 2x zo veel als normaal uur Mevrouw plast op de po. De po is half vol uur Mevr. vraagt om de po en heeft diaree en plast een klein beetje Mevr. drinkt een kopje thee en krijgt een glas water 8.00 uur Bij het ontbijt drinkt mevr. een glas karnemelk en een half kopje thee. Ze eet een half schaaltje yoghurt uur Mevr. is misselijk en braakt een half bekkentje uur Mevr. plast op de po. Deze is half vol uur Mevr. drinkt een kopje thee en eet een beschuitje uur Mevr. heeft een ongelukje, het bed zit onder de diaree. Mevr. wordt gewassen en het bed wordt verschoond uur Mevr. drinkt een glas bouillon en drinkt het glas water half leeg uur Mevr. drinkt een kopje thee en eet een stukje banaan uur Mevr. is misselijk en braakt een vol bekkentje uur Mevr. vraagt om de po en plast een volle po. Ze transpireert veel en vraagt om een schone nachtpon uur Mevr. drinkt het waterglas leeg. En eet een half schaaltje yoghurt uur Mevr. drinkt een halve beker warme melk en plast nog een keer op de po. Deze is half vol. Ze is nog een beetje misselijk maar hoeft niet te braken Vragen: Wat vind je van deze vochtbalans? Wat zou jij mevrouw Brok adviseren? Wat zou jij als verzorgende doen? 62

63 03H01 B2.T3.K.beg. Hulp bieden bij de toiletgang competenties De student kan de theorie beschrijven m.b.t. hulp bieden bij de toiletgang Boek: Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema 3 H1 Hulp bieden bij de toiletgang Leslokaal, thuis Antwoordmodel Lees het hoofdstuk en maak de vragen bij Praktijk en de kennisopdracht 63