Beknopt jaarverslag 2013 IN DEZE EDITIE: Verder herstel van uw pensioenfonds BEKNOPT JAARVERSLAG VERDER IN DEZE UITGAVE: OWASE

Transcriptie

1 BEKNOPT JAARVERSLAG 2013 EEN UITGAVE VAN STICHTING PENSIOENFONDS BEKNOPT JAARVERSLAG 2013 OWASE Beknopt jaarverslag 2013 Verder herstel van uw pensioenfonds IN DEZE EDITIE: HOE GAAT HET MET UW PENSIOENFONDS? WAT IS ER GEBEURD MET UW PENSIOENOPBOUW? HOE STAAT HET MET DE BELEGGINGEN? pag. 3 pag. 5 pag. 7 VERDER IN DEZE UITGAVE: Kerncijfers 2013 pag. 2 Welke kosten heeft uw pensioenfonds gemaakt? pag. 6 Hoe is uw pensioenfonds georganiseerd? pag. 5 Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van het bestuur? pag. 8

2 2 PENSIOENKRANT STICHTING PENSIOENFONDS OWASE - BEKNOPT JAARVERSLAG 2013 Voorwoord Het jaarverslag is gecontroleerd door de accountant en de actuaris. Het bestuur heeft ook verantwoording afgelegd aan het verantwoordingsorgaan. In dit orgaan zitten vertegenwoordigers van de deelnemers, de gepensioneerden en de werkgevers. Het verantwoordingsorgaan heeft het beleid van het bestuur beoordeeld en geconcludeerd dat het zich kan vinden in de beleidskeuzes van het bestuur. De afgelopen jaren werd er steeds een beknopte versie van het jaarverslag gemaakt. Dit jaar krijgt u voor het eerst een pensioenkrant over het jaarverslag. Wij nodigen u van harte uit om deze pensioenkrant te gaan lezen. Jaarlijks maakt het bestuur een jaarverslag waarin het verantwoording aflegt over het gevoerde beleid. Ook over het jaar 2013 is een jaarverslag opgesteld. Dit is terug te vinden op Ook kunt u het jaarverslag opvragen bij het pen sioenfonds. Onze contactgegevens vindt u op de achterzijde van deze uitgave. Kerncijfers 2013 Bij de pensioenkrant is een kaartje toegevoegd waarin we uw mening vragen over deze pensioenkrant. Wij zijn benieuwd wat u hiervan vindt. Wij zouden het op prijs stellen als u deze kaart wilt invullen en retourneren, zodat wij u in de toekomst nog beter kunnen informeren. Wij hebben geprobeerd zoveel mogelijk vakjargon te vermijden. Maar af en toe ontkomen we er toch niet aan. Op onze website hebben wij een begrippenlijst opgenomen. Kerncijfers 2013 (aantallen nominaal, bedragen x 1000) Aantal werkgevers Actieve deelnemers Premievrije rechten ( slapers ) Ingegane pensioenen Totaal Indexatie actieven 0% 0% Indexatie inactieven 0,25% 0% Rekenrente ultimo jaar 2,72% 2,43% Totaal pensioenvermogen (a) Pensioenverplichtingen (b) Aanwezige dekkingsgraad (a/b) in % 116,5% 108,0% Vereiste dekkingsgraad 118,5% 117,2% Beleggingsrendement 4,39% 13,37% Beleggingkosten percentage vermogen 0,387% 0,395%

3 3 Hoe gaat het met uw pensioenfonds? 2013 is voor pensioenfonds OWASE een goed jaar geweest. De dekkingsgraad is gestegen ten opzichte van 2012 en daarmee heeft het fonds zich verder kunnen herstellen van de crisis. De indexatie per 1 januari 2014 kon daardoor bijna in zijn geheel worden toegekend. Ontwikkeling van de dekkingsgraad Het beleggingsrendement van pensioenfonds OWASE over 2013 was 4,39%. De rekenrente is in 2013 iets gestegen (van 2,43% naar 2,72%). Dit had allebei een positief effect op de dekkingsgraad. Die is gestegen van 108% eind 2012 naar 116,5% eind Dat is hoger dan de dekkingsgraad van het gemiddelde pensioenfonds in Nederland, deze bedroeg ongeveer 109%. Maar we zijn er nog niet. Het bestuur streeft ten minste naar een dekkingsgraad van 118,5%. Volgens het beleid van het pensioenfonds kan daarboven namelijk volledige indexatie worden gegeven. En als er nog ruimte over is, kan mogelijk ook de opgelopen indexatieachterstand worden ingelopen. In de grafiek tonen wij u de ontwikkeling van de dekkingsgraad vanaf december 2008 (vlak na de kredietcrisis). In deze grafiek is ook de dekkingstekortgrens en de reserve tekortgrens weergegeven, dit zijn grenzen bepaald in de Pensioenwet. Als de dekkingsgraad lager is dan de dekkingstekortgrens kan er niet worden geïndexeerd. Als de dekkingsgraad langere tijd niet meer boven deze grens uitkomt, moet er mogelijk zelfs worden gekort. Als de dekkingsgraad hoger is dan de reserve tekortgrens kunnen de pensioe nen volledig worden geïndexeerd. De ontwikkeling van de dekkingsgraad kunt u ook maandelijks volgen op onze website Herstelplan In de grafiek van de dekkingsgraad ziet u dat de dekkingsgraad begin 2009 onder de dekkingstekortgrens was gezakt. Op dat moment moest het bestuur een Dekkingsgraadontwikkeling pensioenfonds OWASE 125% 120% 115% 110% 105% 100% 95% dec-08 mrt-09 jun-09 sept-09 dec-09 mrt-10 jun-10 sep-10 dec-10 mrt-11 jun-11 sep-11 dec-11 mrt-12 jun-12 sep-12 dec-12 mrt-13 jun-13 sep-13 dec-13 dekkingsgraad dekkingstekort reservetekortgrens

4 4 PENSIOENKRANT STICHTING PENSIOENFONDS OWASE - BEKNOPT JAARVERSLAG 2013 herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank waarin werd aangegeven hoe het pen sioenfonds weer op het vereiste niveau kon komen. Eind 2013 moest de dekkingsgraad volgens het herstelplan boven de dekkingstekortgrens zitten van 104,25%. Daar is dus aan voldaan. Maar de dekkingsgraad zit nog wel onder de reservetekortgrens van 118,5%. Hier moet het pensioenfonds volgens het herstelplan uiterlijk eind 2023 boven zitten. Dit herstel zal naar verwachting tijdig gerealiseerd worden. Indexatiebeleid Het bestuur streeft er naar om de pensioenen jaarlijks te indexeren. Voor de deel nemers wordt hierbij gekeken naar de loonindex binnen de OWASE-bedrijven en voor de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden naar de prijsindex (CBSconsumentenprijs index alle huishoudens afgeleid). De indexatie is voorwaardelijk en moet gefinancierd worden uit de beleggingsopbrengsten. Het bestuur beoordeelt twee keer per jaar of de pensioenen geïndexeerd kunnen worden (per 1 januari en per 1 juli). Leidraad hiervoor is de dekkingsgraad volgens de indexatietabel (zie kader). Toegekende indexatie Per 1 januari 2013, 1 juli 2013 en 1 januari 2014 zijn er aan de actieve deelnemers door het bestuur op basis van de indexatieleidraad geen indexaties toegekend. In 2013 heeft er geen CAO-verhoging plaatsgevonden. De totale indexatieachterstand voor de deelnemers per 1 januari 2014 Toegekende indexatie actieve deelnemers bedraagt 2,67%. Per 1 januari, 1 juli 2013 en 1 januari 2014 zijn er door het bestuur voor de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden op basis van de indexatieleidraad de onderstaande indexaties toegekend. De totale indexatieachterstand voor de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden per 1 januari 2014 bedraagt 3,43%. Datum Toegekende indexatie Bij volledige indexatie zou de volgende CAO-loonindexatie zijn toegekend 1 januari % 0% 1 juli % 0% 1 januari % 0% Toegekende indexatie gepensioneerden Datum Toegekende indexatie Bij volledige indexatie zou de volgende prijsindexatie zijn toegekend 1 januari % 0,92% 1 juli ,25% 0,58% 1 januari ,44% 0,49% Wat is er gebeurd met uw pensioenopbouw? De pensioenopbouw is in 2013 verlaagd van 2,15% naar 1,65%. De premie voor 2013 was niet kostendekkend voor een pensioenopbouw van 2,15%. Dit kwam door de lage rekenrente. De OWASE CAO-partijen zijn overeengekomen om de premie niet te verhogen, want die zat al op het maximale niveau van 30% van de pen sioengrondslag. Daarom is besloten om het opbouwpercentage te verlagen. De pensioenopbouw in 2014 is vastgesteld op 1,84%. CAO-partijen hebben besloten om 2014 als een overgangsjaar te beschouwen. De pensioenleeftijd blijft in 2014 (nog) 65 jaar. Dat mag op zich wel maar daar hoort voor 2014 wel een lager opbouwpercentage bij van maximaal 1,84%. Dit maximale opbouwpercentage kan echter niet uit de huidige premie worden gefinancierd. Het opbouwpercentage van 1,84% in 2014 is daarom verlaagd naar 1,75%. Het pensioen fonds heeft in overleg met CAOpartijen wel besloten om, mocht er in de toekomst weer meer ruimte zijn in de pensioenpremie, de pensioenopbouw over 2014 alsnog aan te vullen tot 1,84%. Die afspraak was ook al gemaakt over de gemiste pensioenopbouw van 0,5% in Door de wetswijziging per 1 januari 2015 zal de pensioenregeling verder moeten worden aangepast. Een CAO-werkgroep, die wordt voorgezeten door het pensioenfonds, is op dit moment bezig om hier invulling aan te geven. Zie de tabel Pensioenopbouw voor een overzicht. Pensioenopbouw Jaar Opbouwpercentage Pensioenleeftijd ,15% ,65% ,75% Nog te bepalen Nog te bepalen (door CAO-partijen) (door CAO-partijen)

5 5 Hoe is uw pensioenfonds georganiseerd? Het pensioenfonds OWASE voert de pensioenregelingen uit die de CAO-partijen zijn overeengekomen. De werknemers van de OWASE-ondernemingen nemen op grond van hun pensioenovereenkomst deel aan deze pensioenregelingen. Bestuur Het bestuur bestaat uit zes personen, te weten: drie namens de werkgevers, die worden voorgedragen door de Werkgevers Vereniging OWASE (WVO); twee namens de werknemers, die worden voorgedragen door de SOR (Samenwerkende Ondernemingsraden van de OWASE bedrijven); één namens de pensioengerechtigden, die wordt gekozen uit en door de pensioengerechtigden door verkiezingen. Om zo efficiënt mogelijk te werken, heeft het pensioenfondsbestuur zijn werkzaamheden onderverdeeld in drie commissies. Dit zijn: de Beleggingscommissie; de Financiële en Technische commissie; de Communicatiecommissie. De commissies houden zich bezig met hun specifieke taken en adviseren het bestuur. Verantwoordingsorgaan Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan (VO). Het VO maakt hier een verslag van, dat wordt opgenomen in het jaarverslag van het pensioenfonds. Dit is te vinden op pagina 45 van het jaarverslag. Het VO heeft ook nog op een aantal punten adviesrecht. Het VO bestaat uit zes personen: twee namens de werkgevers, die worden voorgedragen door WVO; twee namens de werknemers, die worden gekozen uit en door de deelnemers; twee namens de pensioengerechtigden, die worden voorgedragen door Wavin Old. Toezicht Het is belangrijk dat er goed toezicht plaats vindt op het bestuur. Het toezicht wordt op verschillende manieren uitgevoerd: Door de Visitatiecommissie (VC). De VC beoordeelt het beleid en de procedures van het pensioenfonds en de risico s op langere termijn. De visitatie vond eens in de drie jaar plaats. Vanaf 2015 zal dit jaarlijks zijn. De VC bestaat uit onafhankelijke deskundigen die geen enkele binding met pensioen fonds OWASE mogen hebben. Het bestuur benoemt de leden van de VC en vraagt daarbij advies aan het VO. Door de accountant en de actuaris. De actuaris beoordeelt jaarlijks de pensioenverplichtingen en de vermogenspositie. De accountant controleert jaarlijks de jaarrekening. De verklaringen van de actuaris en de accountant zijn onderdeel van het jaarverslag van het pensioenfonds. Door de toezichthouders. Dat zijn De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Zij controleren of het bestuur zich wel aan de wet houdt. DNB kijkt voornamelijk naar de financiële en juridische aspecten. AFM kijkt vooral naar de communicatie en transparantie. Uitvoering De pensioenen moeten worden geadmi nistreerd en het geld moet worden belegd. Er moet voldaan worden aan diverse wet telijke regels. Pen sioenfonds OWASE heeft geen mensen in dienst. De uitvoering is uitbesteed aan externe partijen. De belangrijkste zijn: Dion Pensioen Services. Zij voeren de pensioenadministratie uit. Daarnaast zorgen zij voor de bestuursondersteuning en de beleidsvoorbereiding; Vermogensbeheerders. Binnen de strategische beleggingsrichtlijnen geeft de beleggingscommissie invulling aan het beleggingsbeleid. Hiertoe zijn met vermogensbeheerders overeenkomsten gesloten waarbij op basis van richtlijnen wordt belegd; Externe adviseurs. Het bestuur wordt ondersteund door een aantal externe adviseurs, waaronder een adviserend actuaris en een beleggingsadviseur. Voor de huidige samenstelling van het bestuur, de commissies en het VO verwijzen wij graag naar onze website

6 6 PENSIOENKRANT STICHTING PENSIOENFONDS OWASE - BEKNOPT JAARVERSLAG 2013 Welke kosten heeft uw pensioenfonds gemaakt? Pensioenfonds OWASE maakt kosten voor de uitvoering en de beleggingen. In de tabel kosten pensioenfonds vindt u een overzicht van de kosten zoals die ook in het jaarverslag van het pensioenfonds staan. In deze opstelling zijn de kosten van de onderliggende beleggingsfondsen niet meegenomen. Die kunt u wel vinden op pagina 37 en 38 van het jaarverslag. Kosten pensioenfonds Bedragen x Administratiekosten Bestuursondersteuning Communicatiekosten Bestuurskosten Pensioenadministratiekosten Directe kosten beleggingen Indirecte kosten beleggingen Kosten beleggingen Totaal uitvoeringskosten Totaal Pensioenverplichtingen (* 1000) Totaal kosten in % van verplichtingen 0,662% 0,607% Kosten per deelnemer Aantal deelnemers actief en gepensioneerd Kosten pensioenadministratie per deelnemer Kosten beleggingen per deelnemer komt omdat pensioenfonds Owase een relatief klein pensioenfonds is, maar ook omdat het Pensioenfonds goede service aan de deelnemers belangrijk vindt. De beleggingskosten liggen onder het gemiddelde. Hierover hebben wij u in de vorige Pensioenkrant geïnformeerd. De uitvoeringskosten over 2013 zijn hoger dan in De stijging van de posten administratiekosten en bestuursondersteuning houdt verband met een uitbreiding van de overeenkomst met Dion en de toename van de kosten van externe adviseurs. De stijging van de post bestuurskosten houdt verband met de stijging van de kosten van het extern toezicht door de toezichthouders en de inhuur van een visitatiecommissie in De Pensioenfederatie (de belangenbehartiger van de pensioenfondsen) heeft aanbevelingen gedaan om de kosten van het pensioenfonds uit te drukken in een percentage van het aantal deelnemers (actieven en pensioengerechtigden) en de pensioenverplichtingen. Dat geven we weer in bovenstaande tabellen. De uitvoeringskosten van pensioenfonds Owase liggen boven het gemiddelde van de pensioenfondsen in Nederland. Dat Pensioenfondsbestuurders bij OWASE worden overigens niet betaald voor hun werkzaamheden. De OWASE-bedrijven ontvangen wel een vergoeding voor het beschikbaar stellen van personeelsleden voor het bestuur en andere fondsorganen zoals het verantwoordingsorgaan en de commissies. Alleen pensioengerechtigde leden ontvangen een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

7 7 Hoe staat het met de beleggingen? Iets over het beleggingsproces Het beleggingsbeleid van het pensioenfonds wordt vastgesteld na een zorgvuldige afweging tussen (zo hoog mogelijke) beleggingsrendementen aan de ene kant en de daarbij behorende risico s aan de andere kant. Om dit in kaart te brengen laat het bestuur periodiek een zogenaamde Asset Liability Management (ALM) studie uitvoeren. In een ALM-studie wordt de afstemming tussen de (toekomstige) verplichtingen en de samenstelling van de beleggingen onderzocht. de strategische mix. Dit om te voorkomen dat de beleggingsmix te star wordt gefixeerd op vaste percentages en om te kunnen inspelen op bepaalde actuele ontwikkelingen. De werkelijke ALM-benchmark met beheerruimte verdeling van het vermogen moet dus altijd binnen de beheerruimte liggen (zie tabel ALM-benchmark met beheerruimte ) (Voor vervolg zie pagina 8). Strategische Minimum Maximum Werkelijk % per mix beheerruimte beheerruimte Vastrentende 50% 45% 60% 50,4% waarden Aandelen 40% 25% 45% 44,2% (zakelijke waarden) Overige 10% 0% 20% 5,4% zakelijke waarden De genoemde beleggingscategorieën zijn weer onderverdeeld in subonderdelen, zie ook pagina 21 en verder van het jaarverslag. Performance overzicht 2013 Beleggingscategorie Rendement Portefeuille Rendement ALM-Bench-mark Bijdrage SAA Bijdrage Mandaat-beheer (in %) (in %) (in %) (in %) Totaal Vastrentende waarden -4,3 0,5-4,4-0,4 Totaal Zakelijke waarden 15,4 13,4 3,3-1,3 Totaal Overige zakelijke waarden -2,9-6,8 4,2-0,3 Totaal excl. valuta-afdekking 3,8 4,9-0,5-0,6 Totaal incl. valuta-afdekking 4,4 4,9-0,5 n.v.t. Het bestuur heeft aan de beleggingscommissie ruimte gegeven om af te wijken van de ALM-benchmark: de SAA beheerruimte (Strategische Asset Allocatie-beheer). De resultaten van het fonds worden maandelijks gemeten. Hierdoor wordt duidelijk op basis van welke beslissingen het resultaat tot stand is gekomen. Het Pensioenfonds laat deze verhouding onderzoeken tegen de achtergrond van allerlei mogelijke economische ontwikkelingen. Op basis van de ALM-studie wordt bepaald hoe het vermogen wordt verdeeld over de verschillende beleggingscategorieën. Dit wordt de ALM-benchmark genoemd. Voorts wordt er per beleggingscategorie een strategische be heerruimte afgesproken die aangeeft binnen welke marge mag worden afgeweken van De negatieve bijdrage aan het totaal rendement door vastrentende waarden was toe te schrijven aan het beleggen in EU landen met een relatief goede rating (beoordeling van de kredietwaardigheid) zoals Nederland en Duitsland. Het pensioenfonds had geen beleggingen in Griekenland en Spanje, de rendementen op deze obligaties waren beduidend hoger dan de obligaties van het pensioenfonds. Dit was een bewuste keuze, zekerheid over het al dan niet terug kunnen krijgen van het geld was voor het pensioenfonds belangrijker dan een hoger rendement. De categorie zakelijke waarden droeg positief bij aan het totaal rendement. Dit was onder andere toe te schrijven aan goed presterende beleggingen in Europa en de omvang van de belegging die groter was dan de ALM benchmark. In de ontwikkelende landen bleef het rendement achter bij de benchmark, echter doordat de omvang van de belegging minder was dan de benchmark werd dit gecompenseerd. De categorie overige zakelijke waarden liet een positieve bijdrage zien aan het totaal rendement. Dit is grotendeels toe te wijzen aan de verkoop van de goudpositie. Na verkoop zakte de goudprijs verder, de verkoop voorkwam een groter verlies.

8 8 PENSIOENKRANT STICHTING PENSIOENFONDS OWASE - BEKNOPT JAARVERSLAG 2013 Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van het bestuur? Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling. Zoals in deze pensioenkrant elders omschreven heeft het bestuur een groot aantal zaken uitbesteed. Dat betekent niet dat het be stuur niets te doen heeft. Integendeel, 2013 was een druk jaar voor besturen van pensioenfondsen mede door op handen zijnde aanpassingen van wet- en regelge ving. Over veel van deze onderwerpen heb ben we u in de Pensioenkrant van begin 2014 uitgebreid geïnformeerd. Om u een indruk te geven wat er het afgelopen jaar aan de bestuurstafel is besproken geven wij hieronder een over zicht van de belangrijkste agendapunten: onitoring van de beleggingen, M toetsing aan het beleggingsmandaat; Maandelijkse monitoring van de finan ciële positie van het pensioenfonds; Halfjaarlijkse beslissing over de toekenning van de indexaties (per 1 januari en per 1 juli); Monitoring van de cyclus rond het jaarwerkproces; Aanpassen van het pensioenreglement zoals overeengekomen door CAO-partijen; Aanpassen van de beleggingsporte feuille om het renterisico beter af te dekken; Het laten uitvoeren van een visitatie en het opvolgen van de aanbevelingen van de visitatiecommissie; Het wetsvoorstel wijziging financieel toetsingkader (FTK), daaruit voort vloeiend is er onder andere een pen sioenforum gehouden in vier sessies; Het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen over de organisatie van het pensioenfonds, waarbij gekozen is het huidige paritaire bestuursmodel te handhaven; Het aanpassen van de officiële stukken van het pensioenfonds; Volgen van de actuele ontwikkelingen waaronder een strategiedag in april. Belangrijke bijzondere onderwerpen die in 2014 op de agenda zullen komen zijn: anpassing van de pensioenregeling A als gevolg van de verdere beperking van het fiscaal maximaal op te bouwen pensioen. Een CAO-werkgroep houdt zich hier momenteel mee bezig; Invulling van het financieel toetsings kader, hiervoor wordt medio dit jaar nadere wetgeving verwacht. Dit kan gevolgen hebben voor de pensioen voorziening, het (minimaal) vereist ver mogen, de premie, de dekkingsgraad en de hoogte van de indexaties. COLOFON De Pensioenkrant is een uitgave van Stichting Pensioenfonds OWASE Hoe staat het met de beleggingen? (vervolg) Redactie Communicatiecommissie Pensioenfonds OWASE Vormgeving Grafisch Ontwerpburo Stadskanaal BV Het beleggingsjaar 2013 In het jaar 2013 nam het belang in aan delen zowel in geld als in procenten toe, het belang in vastrentende waarde nam af als gevolg van de lichte stijging van de rente. Door de stijgende rente was het rendement in 2013 op vastrentende waar den negatief. Daar staat tegenover dat door de stijgende rekenrente de waarde van de pensioenverplichtingen is gedaald. Per saldo had de stijging van de rente een positief effect op de dekkingsgraad. Aandelen hebben het in 2013 goed ge daan, de overige zakelijke waarden laten een negatief resultaat zien. Per saldo heeft 2013 een positief rendement opgeleverd van 4,4% inclusief valuta-afdekking (zie tabel performance overzicht 2013 ). Voor meer details verwijzen wij u naar het jaarverslag. Het bestuur is over 2013 nagegaan of de transacties positief hebben bijgedragen aan het resultaat. Daarbij werd gekeken naar een situatie alsof er geen verkopen hadden plaatsgevonden. Als de beleggingen niet zouden zijn ver kocht, had dit geleid tot een verlies van circa 8,9 mln. Vanuit het perspectief van de koersont wikkeling van de aankopen werd in vrij wel alle gevallen een positief resultaat geboekt na aanschaf; de totale positieve bijdrage bedroeg circa 5,5 mln. De totale positieve bijdrage was dus 14,4 mln. Druk Gaasbeek Media Groep Oplage exemplaren Bezoekadres J.C. Kellerlaan 8a, 7772 SG Hardenberg Postadres Postbus 150, 7770 AD Hardenberg info@owase.nl Website De artikelen in deze uitgave mag u kopiëren en verspreiden. Bronvermelding stellen wij vanzelfsprekend op prijs. Disclaimer De informatie in deze Pensioenkrant is met de grootst mogelijke zorgvuldig heid opgesteld. U kunt hieraan echter geen rechten ontlenen. Deze zijn omschreven in het voor u geldende pensioenreglement. Het reglement kunt u vinden op