Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B"

Transcriptie

1 Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B Hoofdstuk 2: Opgave 2 1 Gegeven zijn de vlakken U : x + y + z = 0 en V : x y + az = 0 waarbij a een parameter is. a) Bereken de cosinus van de hoek tussen de twee vlakken (je uitwerking levert een uitdrukking op die afhangt van a). b) Bepaal a zó dat de hoek tussen de twee vlakken gelijk is aan 60. c) Roteer het vlak U om de z as in positieve richting over 90. Hoofdstuk 2: Opgave 2 1 (uitwerking) a) We berekenen de cosinus van de hoek tussen de normaalvectoren (1, 1, 1) en (1, 1, a): cos α = (1, 1, 1) (1, 1, a) (1, 1, 1) (1, 1, a) = a a 2 b) We lossen op a a 2 = 1 2. Kwadrateren en noemers verdrijven levert 4a2 = 6 + 3a 2. Dus a 2 = 6 zodat a = 6 of a = 6. c) Bij de genoemde rotatie gaat (x, y, z) over in ( y, x, z). Ligt (u, v, w) op het geroteerde vlak, en roteren we deze vector terug, dan voldoet de teruggeroteerde vector aan de vergelijking van U. Bij terugroteren gaat (u, v, w) over in (v, u, w). Dus (u, v, w) moet voldoen aan v u + w = 0. Kortom, de vergelijking van het geroteerde vlak is x + y + z = 0. 1

2 Hoofdstuk 2/5: Opgave 2 2 De rechte l is gegeven door middel van de parametervoorstelling (1, 2, 3) + λ(2, 6, 7). Verder is het punt P = (5, 14, 11) gegeven. a) Laat zien dat P op l ligt. b) Bepaal een vectorvoorstelling van de rechte m door P en (10, 16, 12). c) Bepaal het snijpunt van m met het x 2, x 3 vlak. d) We projecteren de rechte l vanuit C = (2, 2, 0) op het x 2, x 3 vlak. Het resultaat is een rechte. Stel een vectorvoorstelling op van het vlak door C dat de rechte l bevat. Bepaal vervolgens de snijlijn met het vlak x 1 = 0. Hoofdstuk 2/5: Opgave 2 2 (uitwerking) a) We gaan op zoek naar een λ zodat (1, 2, 3) + λ(2, 6, 7) = (5, 14, 11). Dit leidt tot λ = 2. Omdat (1, 2, 3) + 2(2, 6, 7) = (5, 14, 11) ligt P op l. b) We gebruiken p = (5, 14, 11) als steunvector en (10, 16, 12) (5, 14, 11) = (5, 2, 1) als richtingsvector. Een vectorvoorstelling is dus (5, 14, 11) + µ(5, 2, 1). c) Het x 2, x 3 vlak heeft vergelijking x 1 = 0. Dus lossen we op (kijk naar de 1e coördinaat van een vector op m): 5 + 5µ = 0. Dit voert tot µ = 1 en dus tot (5, 14, 11) (5, 2, 1) = (0, 12, 10). d) We gebruiken (1, 2, 3) als steunvector, (2, 6, 7) als ene richtingsvector (beide van l overgenomen), (1, 2, 3) (2, 2, 0) = ( 1, 0, 3) als andere richtingsvector. Samen: (1, 2, 3) + λ(2, 6, 7) + µ( 1, 0, 3). Snijden met x 1 = 0 betekent dat we verder moeten met de conditie 1 + 2λ µ = 0. Hieruit volgt bijvoorbeeld µ = 1 + 2λ. Invullen in de vectorvoorstelling: (1, 2, 3) + λ(2, 6, 7) + (1 + 2λ)( 1, 0, 3) = (0, 2, 6) + λ(0, 6, 1). Kortom, de gevraagde rechte heeft vectorvoorstelling (0, 2, 6) + λ(0, 6, 1). 2

3 Hoofdstuk 3/4: opgave 3/4 1 Gegeven is de rechte l : x = 0, y = z. In parametervoorstelling l : λ(0, 1, 1). a) Bepaal een vergelijking van het vlak dat loodrecht staat op l en de vector (0, 3, 5) bevat. Bepaal ook de vergelijking van de bol met middelpunt (0, 0, 0) dat (0, 3, 5) bevat. b) We wentelen de rechte m : x = 0, y = 3 om l. Elk punt (0, 3, t) van m levert dus een cirkel op. Laat zien dat als (x, y, z) op deze cirkel ligt, (x, y, z) voldoet aan x 2 + y 2 + z 2 = 9 + t 2 y + z = 3 + t c) Gebruik de tweede vergelijking om t uit te drukken in y en z. Substitueer dit resultaat in de eerste vergelijking en bepaal de vergelijking van het omwentelingsoppervlak. d) We snijden dit oppervlak met het vlak y = 0. Bepaal de vergelijking van de snijfiguur. Betreft het een rechte, een parabool, een ellips of een hyperbool? Hoofdstuk 3/4: opgave 3/4 1 (uitwerking) a) We gebruiken de vector (0, 1, 1) als normaalvector van het vlak. De vergelijking is dus van de vorm y + z = c met c een nader te bepalen constante. Vul in (0, 3, 5) om c te bepalen: = c. De vergelijking is dus y + z = 8. (Uiteraard zijn 2y + 2z = 16, y z = 8 enz. ook correct.) Voor de bol: De vergelijking is van de vorm x 2 + y 2 + z 2 =constant. De constante bepalen we door (0, 3, 5) in te vullen: x 2 + y 2 + z 2 = , dus x 2 + y 2 + z 2 = 34. b) De cirkel is de doorsnijding van de bol met middelpunt (0, 0, 0) die de cirkel bevat en het vlak loodrecht op l dat de cirkel bevat. De bol heeft vergelijking x 2 +y 2 +z 2 =constante. We bepalen de constante door (0, 3, t) in te vullen, een vector van de cirkel, dus op de bol: x 2 + y 2 + z 2 = 9 + t 2. Het vlak heeft vergelijking y + z =constante. Omdat (0, 3, t) op de cirkel en dus in het vlak ligt vinden we: y + z = 3 + t. c) Uit de 2e vergelijking: t = y + z 3. Substitueer dit in de 1e vergelijking en je vindt x 2 +y 2 +z 2 = 9+t 2 = 9+(y+z 3) 2. Herleiden: x 2 +y 2 +z 2 = 18+y 2 +z 2 +2yz 6y 6z. Vereenvoudigen: x 2 2yz + 6y + 6z = 18. d) Snijden met het vlak y = 0: x z z = 18, dus x 2 + 6z = 18 (en y = 0). Een parabool. 3

4 (In deze opgave mag je de formule voor de kromming van een oppervlak als gegeven beschouwen evenals de eerste termen van de Taylor reeks van 1 + t rond t = 0.) Hoofdstuk 3/4: Opgave 3/4 2 Gegeven is het kwadratische oppervlak Q (hyperboloïde) met vergelijking 2x 2 +2y 2 +z 2 = 1. a) Laat zien dat de snijrechte van de vlakken x + y = 0 en z = 1 op Q ligt. b) Er is nog een rechte op Q die door (0, 0, 1) gaat. Gebruik bijvoorbeeld 2(y + x)(y x) = (1 + z)(1 z) om deze te bepalen. Welke hoek maken de twee rechten door (0, 0, 1) met elkaar? c) Het punt (0, 0, 1) ligt op Q. Beschrijf het oppervlak in de buurt van (0, 0, 1) als grafiek van een functie z = f(x, y). Laat met behulp hiervan of anderszins zien dat het raakvlak aan Q te (0, 0, 1) horizontaal is. d) Bepaal de kromming van Q in het punt (0, 0, 1). Hoofdstuk 3/4: Opgave 3/4 2 (uitwerking) a) Manier 1: als (x, y, z) voldoet aan x + y = 0 en z = 1, dan voldoet (x, y, z) ook aan x 2 = y 2 en z = 1. Maar dan volgt: 2x 2 + 2y 2 + z 2 = = 1. Manier 2: Parametervoorstelling van de rechte is: (0, 0, 1) + λ(1, 1, 0). Substitutie in de vergelijking levert 2λ 2 + 2λ = = 1. b) Uit de schrijfwijze 2(y + x)(y x) = (1 + z)(1 z) haal je het systeem van rechten 2(y x) = µ(1 + z), µ(y + x) = 1 z (voor elke µ een doorsnijding van twee vlakken). Als de rechte door (0, 0, 1) gaat, dan volgt dat µ = 0. Dus vinden we: x = y, z = 1. c) z = 1 + 2x 2 2y 2, dus functie f(x, y) = 1 + 2x 2 2y 2. Een vectorvoorstelling van het deel van Q is dus (x, y, f(x, y)). Raakvlak wordt opgespannen door de twee vectoren (1, 0, f x ), en (0, 1, f y ) beide uitgerekend voor x = 0 en y = 0. Nu is f x = 2x 1 + 2x 2 2y 2, f y = 2y 1 + 2x 2 2y 2, Te x = 0, y = 0 zijn beide dus gelijk aan 0. Dus raakvlak: u(1, 0, 0) + v(0, 1, 0)en dat is een horizontaal vlak. Een andere manier is om uit 1 + 2x 2 2y 2 z = 0 een normaalvector van het raakvlak te bepalen. Hiervoor hebben we de drie partiële afgeleiden te (0, 0, 1) nodig van het linkerlid dat we even F (x, y, z) noemen: (F x, F y, F z ). Differentiëren en invullen levert (0, 0, 1). Kortom z = 0 is het gevraagde raakvlak en is dus horizontaal. d) Om de kromming te bepalen hebben we de 2e orde ontwikkeling van de uitdrukking uit c) nodig rond x = 0, y = 0. Hiertoe substitueren we 2x 2 2y 2 in de Taylor reeks t t2 van 1 + t rond t = 0: (2x2 2y 2 ) + hogere orde De kromming is dus gelijk aan 2 ( 2) = 4. Een alternatieve oplossingsroute maakt gebruik van de 2e orde partiële afgeleiden van de functie uit c). 4

5 Hoofdstuk 5/2: Opgave 5 1 Het vierkant K met hoekpunten (0, 0, 0), (6, 0, 0), (0, 6, 0) en (6, 6, 0) wordt scheef geprojecteerd op het vlak V : x + y + z = 0. De vector (1, 2, 3) geeft de projectierichting. a) Bepaal de scheve projecties van de vier hoekpunten. b) Het vlak V wordt getransleerd over de vector (2, 3, 1) (dus elke vector x gaat naar x + (2, 3, 1)). Bepaal de vergelijking van het getransleerde vlak V. c) Bepaal de scheve projectie van de vier hoekpunten van K op het vlak V. Hoofdstuk 5/2: Opgave 5 1 (uitwerking) a) (0, 0, 0) ligt al in V, dus projecteert op (0, 0, 0). Voor (6, 0, 0): snijd (6, 0, 0) + λ(1, 2, 3) met V, dus los eerst op 6 + λ + 2λ + 3λ = 0, dwz 6 + 6λ = 0. Voor λ = 1 krijgen we dus (5, 2, 3). Op soortgelijke wijze voor (0, 6, 0): projectie is (0, 6, 0) (1, 2, 3) = ( 1, 4, 3). Ten slotte voor (6, 6, 0): neem de som van (5, 2, 3) en ( 1, 4, 3), dus (4, 2, 6). b) Als (u, v, w) in het getransleerde vlak ligt, dan ligt (u, v, w) (2, 3, 1) in V, dus (u 2, v 3, w + 1) voldoet aan de vergelijking van V : (u 2) + (v 3) + (w + 1) = 0. Het getransleerde vlak heeft dus de vergelijking x + y + z = 4. c) We transleren elk van de in a) berekende projecties over (2, 3, 1). Dit levert: (2, 3, 1), (7, 1, 4), (1, 7, 4), (6, 5, 7). 5

6 Tien losse oefenonderdelen met uitwerkingen Opgaven 1. Bereken de lengte van de vector (2, 5, 4). 2. Bereken de cosinus van de hoek tussen de vectoren (1, 0, 1) en (1, 1, 3). 3. Bereken een parametervoorstelling van de rechte door (2, 1, 3) en (5, 1, 1). 4. Bepaal een vergelijking van het vlak door (1, 0, 1), (0, 2, 3) en (1, 1, 1). 5. Bepaal een parametervoorstelling van de snijlijn van de vlakken x + 2y 3z = 5 en 2x + 5y z = Bereken het snijpunt van de rechte (2, 3, 1) + λ(1, 0, 1) met het vlak x + 2y + 2z = Bepaal een parametervoorstelling van het vlak met vergelijking 2x + y 3z = We transleren het vlak V : x + 2y + 3z = 5 over (1, 0, 1). Geef een vergelijking van het getransleerde vlak. 9. Bepaal de afstand van (0, 0, 0) tot het vlak met vergelijking ax + 2y + 3z = 4 als functie van a. 10. Bepaal een rechte lijn op de hyperboloïde 4x 2 + y 2 z 2 = 4 die door het punt (1, 0, 0) gaat. Beknopte uitwerkingen Er zijn vaak meerdere oplossingsmanieren mogelijk; meestal is er slechts een aangegeven. 1. De lengte (2, 5, 4) is ( 4) 2 = 45. (Antwoord zo laten staan, geen numerieke benadering vereist.) 2. cos α = (1, 0, 1) (1, 1, 3) (1, 0, 1) (1, 1, 3) = 2 = Neem (2, 1, 3) als steunvector en (5, 1, 1) (2, 1, 3) als richtingsvector. Je krijgt dan (2, 1, 3) + λ(3, 0, 4). 4. Twee richtingsvectoren zijn (0, 2, 3) (1, 0, 1) = ( 1, 2, 2) en (1, 1, 1) (0, 2, 3) = (1, 1, 2). Een vector loodrecht op het vlak vinden we met behulp van het uitproduct (cross product): ( 1, 2, 2) (1, 1, 2) = ( 2, 0, 1). Dus ook (2, 0, 1) staat loodrecht op het gezochte vlak. Vergelijking van het vlak is dus van de vorm 2x + 0 y + 1 z = d. Vul nu bijvoorbeeld (1, 0, 1) in om d te bepalen: d = 3. Vergelijking is dus 2x + z = 3. (Controle: vul elk van de drie gegeven vectoren in.) 5. Trek de eerste vergelijking twee maal af van de tweede.je krijgt dan x + 2y 3z = 5 en y+5z = 8. Vervolgens de nieuwe tweede vergelijking twee maal van de eerste aftrekken: x 13z = 21 en y + 5z = 8. Herschrijf dit als x = 13z + 21 en y = 8 5z. Noem nu z = λ, dan vind je (x, y, z) = 13λ + 21, 5λ 8 en z = λ. Parametervoorstelling is dus (21, 8, 0)+λ(13, 5, 1). (Controle achteraf door substitutie in de beide vergelijkingen.) 6

7 6. Eerst bepalen we λ: substitueer (2, 3, 1) + λ(1, 0, 1) in de vergelijking. Dat levert: (2 + λ) + 2(3 + 0λ) + 2( 1 + λ) = 12 ofwel 3λ = 6 zodat λ = 2. Het snijpunt is dus (2, 3, 1) + 2 (1, 0, 1) = (4, 3, 1). (Controle achteraf door invullen in de vergelijking.) 7. We lossen de vergelijking op: herschrijf als x = y/2 + 3z/2 + 5/2. Met y = λ en z = µ vinden we voor x: λ/2 + 3µ/2 + 5/2. Dus (x, y, z) = ( λ/2 + 3µ/2 + 5/2, λ, µ) = (5/2, 0, 0) + λ( 1/2, 1, 0) + µ(3/2, 0, 1). De richtingsvectoren mogen we ook door veelvouden vervangen, bijvoorbeeld ( 1, 2, 0) en (3, 0, 2) (dan zijn we van de breuken af). Samen (5/2, 0, 0) + λ( 1, 2, 0) + µ(3, 0, 2). Je kunt ook zo te werk gaan: bekijk de vergelijking en construeer één oplossing, bijvoorbeeld 0, 5, 0). Deze gebruiken we als steunvector. Zoek vervolgens twee vectoren loodrecht op (2, 1, 3): bijvoorbeeld (1, 2, 0) en (0, 3, 1) (deze mogen geen veelvoud van elkaar zijn, ze moeten in echt andere richtingen wijzen). Samen krijgen we (0, 5, 0) + λ(1, 2, 0) + µ(0, 3, 1). 8. Met deze vragen is het altijd oppassen: begin met een punt (u, v, w) uit het getransleerde vlak. Transleer dit punt terug: (u, v, w) (1, 0, 1) = (u 1, v, w + 1). Dan voldoet (u 1, v, w + 1) aan de vergelijking van V, dus (u 1) + 2v + 3(w + 1) = 5, d.w.z. u + 2v + 3w = 3. Vergelijking (weer in x, y, z coördinaten): x + 2y + 3z = De kortste verbinding krijgen we door de rechte lijn door (0, 0, 0) en loodrecht op het vlak te snijden het vlak en de afstand tussen het snijpunt en (0, 0, 0) te bepalen. De rechte is λ(a, 2, 3). Invullen in de vergelijking: a(λa) + 2 2λ + 3 3λ = 4.Dus λ(a ) = 4, zodat λ = 4 a a. Het snijpunt is dus ( a , 8 a , 12 a 2 ). De afstand is dus a a a 2 = a = 4 a Herschrijf de vergelijking als 4(x + 1)(x 1) = (z + y)(z y). Voor elke waarde van u krijgen we een rechte als doorsnijding van twee vlakken. Er zijn vier mogelijkheden: 4u(x + 1) = z + y en x 1 = u(z y), 4(x + 1) = u(z + y) en u(x 1) = z y, 4u(x + 1) = z y en x 1 = u(z + y), 4(x + 1) = u(z y) en u(x 1) = z + y. We gaan verder met de eerste: 4u(x + 1) = z + y en x 1 = u(z y). Vullen we (1, 0, 0) in dan volgt 4u 2 = 0 en 0 = u 0. We moeten dus u = 0 nemen. We vinden dan y + z = 0 en x = 1. Een parametervoorstelling is dus (1, 0, 0) + λ(0, 1, 1). Enkele kanttekeningen: Had je de factor u als volgt gebruikt: 4(x + 1) = u(z + y) en u(x 1) = z y, dan had je geen waarde van u kunnen vinden. Dat is een teken dat er geen u is waarvoor je met deze vlakken een rechte zult vinden. Je had ook kunnen werken met 4u(x + 1) = z y en x 1 = u(z + y) of 4(x + 1) = u(z y) en u(x 1) = z + y. In dit geval levert de eerste mogelijkheid weer een rechte op: (1, 0, 0) + µ(0, 1, 1). Het tweede geval levert geen rechte op. In totaal zijn er dus twee goede antwoorden bij deze vraag. 7

Ruimtewiskunde. college 3 Lijnen, vlakken en oppervlakken in de ruimte. Vandaag

Ruimtewiskunde. college 3 Lijnen, vlakken en oppervlakken in de ruimte. Vandaag college 3 Lijnen, vlakken en in de collegejaar : 16-17 college : 3 build : 6 juni 2017 slides : 37 Vandaag 1 Lijnen 2 Vlakken 3 4 Toepassing: perspectivische.16-17[3] 1 vandaag Lijnen in het platte vlak

Nadere informatie

TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA 1 donderdag 23 december 2004,

TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA 1 donderdag 23 december 2004, TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag december 004, 0.00-.00 Bij elke vraag dient een berekening of motivering worden opgeschreven. Het tentamen bestaat uit twee gedeelten: de eerste drie opgaven betreffen

Nadere informatie

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten geeft ; geeft dus in punt A geldt ;, dus en Dit geeft Vraag 1b 4 punten ( ) ( ) ( ) Vraag 1c 4 punten ( ). Dit is de normaalvector van

Nadere informatie

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] 9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0,

Nadere informatie

Korte handleiding Maple bij de cursus Meetkunde voor B

Korte handleiding Maple bij de cursus Meetkunde voor B Korte handleiding Maple bij de cursus Meetkunde voor B Deze handleiding sluit aan op en is gedeeltelijk gelijk aan de handleidingen die gebruikt worden bij de cursussen Wiskunde 2 en 3 voor B. Er zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden Hoofdstuk LIJNEN IN Klas N Wiskunde 6 perioden . DE VECTORVOORSTELLING VAN EEN LIJN VOORBEELD. Gegeven zijn de punten P (, ) en Q (, 8 ). Gevraagd: de vectorvoorstelling van de lijn k door P en Q. Methode:

Nadere informatie

Lijnen en vlakken. Lijnen in het vlak. Aansluitingsproject Wiskunde en Chemisch Rekenen, 6BP00 Wiskunde, 6BP20 Cursus a - b.

Lijnen en vlakken. Lijnen in het vlak. Aansluitingsproject Wiskunde en Chemisch Rekenen, 6BP00 Wiskunde, 6BP20 Cursus a - b. Lijnenvlak.nb Lijnen en vlakken Aansluitingsproject Wiskunde en Chemisch Rekenen, 6BP Wiskunde, 6BP Cursus 7-8 Zowel in vlak als in ruimte is de vector BA is gelijk aan de verschilvector a - b. a A a -

Nadere informatie

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF lijnen en cirkels opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF 0. voorkennis De vergelijking ax+by=c Stelsels lineaire vergelijkingen De algemene vorm van een lineaire vergelijkingen met de variabele

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk

Nadere informatie

Lijnen, vlakken, normaalvector, shading

Lijnen, vlakken, normaalvector, shading Lijnen, vlakken, normaalvector, shading Inproduct (dotproduct Parametervoorstelling en vergelijking Uitproduct (crossproduct Normaalvector Flat shading en Gouraud shading Opgaven /7 Februari, 05 Definitie

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk 11. Daar worden deze begrippen echter

Nadere informatie

a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n.

a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n. . Oefen opgaven Opgave... Gegeven zijn de lijnen l : 2 + λ m : 2 2 + λ 3 n : 3 6 4 + λ 3 6 4 a) Bepaal punten a l en b m zó dat de lijn door a en b parallel is met n. b) Bepaal de afstand tussen die lijn

Nadere informatie

Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen

Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen Hoofdstuk 10 Meetkunde met Vectoren (V5 Wis B) Pagina 1 van 13 Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen Les 1 : Vectoren tekenen Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I Beoordelingsmodel Tornadoschalen maximumscore 80 km/u komt overeen met 77,8 m/s v = 77,8 invullen in de formule geeft F, Dus de intensiteit op de Fujita-schaal is maximumscore 4 De waarde van F is dan

Nadere informatie

2004 Gemeenschappelijke proef Algebra - Analyse - Meetkunde - Driehoeksmeting 14 vragen - 2:30 uur Reeks 1 Notatie: tan x is de tangens van de hoek x, cot x is de cotangens van de hoek x Vraag 1 In een

Nadere informatie

Les 1 : Vectoren. Hoofdstuk 6 Vectormeetkunde (H4 Wiskunde D) Pagina 1 van 14. Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog.

Les 1 : Vectoren. Hoofdstuk 6 Vectormeetkunde (H4 Wiskunde D) Pagina 1 van 14. Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. Hoofdstuk 6 Vectormeetkunde (H4 Wiskunde D) Pagina 1 van 14 Les 1 : Vectoren Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren tekenen en berekenen. We doen dat aan de

Nadere informatie

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 11.0 : Voorkennis Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 : Vectormeetkunde

Hoofdstuk 6 : Vectormeetkunde 1 Hoofdstuk 6 : Vectormeetkunde Les 1 : Vectoren Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren tekenen en berekenen. We doen dat aan de hand van een voorbeeld. Neem

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 10.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0, b) y = -4x + 8 kan

Nadere informatie

Definitie van raaklijn aan cirkel: Stelling van raaklijn aan cirkel:

Definitie van raaklijn aan cirkel: Stelling van raaklijn aan cirkel: 13.0 Voorkennis Op de cirkel liggen alle punten met een Gelijke afstand tot het middelpunt van de cirkel. Voor een punt p op de cirkel geldt d(p, M) = r Definitie van raaklijn aan cirkel: Een raaklijn

Nadere informatie

11.1 De parabool [1]

11.1 De parabool [1] 11.1 De parabool [1] Algemeen: Het punt F heet het brandpunt van de parabool. De lijn l heet de richtlijn van de parabool. De afstand van F tot l heet de parameter van de parabool. Defintie van een parabool:

Nadere informatie

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is. 3 Lijnen en hoeken Verkennen Lijnen en hoeken Inleiding Verkennen Bekijk de applet en zie hoe de plaatsvector v ur van elk punt A op de lijn kan ur r ontstaan als som van twee vectoren: p + t r. Beantwoord

Nadere informatie

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018 Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten Voor geldt: ( )( ) ( ) ( ( ) ) ( ) ( ) ( ) Alternatief: ( )( ) Vraag 1b 4 punten Voor geldt: met geeft, en ook. De perforatie van zowel

Nadere informatie

Lineaire Algebra en Vectorcalculus 2DN60 College 4.b.1 Orthogonaliteit en de meetkunde van lineaire systemen

Lineaire Algebra en Vectorcalculus 2DN60 College 4.b.1 Orthogonaliteit en de meetkunde van lineaire systemen Lineaire Algebra en Vectorcalculus 2DN60 College 4.b.1 Orthogonaliteit en de meetkunde van lineaire systemen Ruud Pellikaan g.r.pellikaan@tue.nl 2015-2016 Lijn in het vlak 2/37 Een lijn in het vlak wordt

Nadere informatie

OEFENTOETS VWO B DEEL 3

OEFENTOETS VWO B DEEL 3 OEFENTOETS VWO B DEEL 3 HOOFDSTUK 0 MEETKUNDE MET VECTOREN OPGAVE Gegeven zijn de vectoren a, b en c die vanuit O de hoekpunten van driehoek ABC aanwijzen. Het punt P is het midden van AB, het punt Q is

Nadere informatie

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2. BURGERLIJK INGENIEUR-ARCHITECT - 5 SEPTEMBER 2002 BLZ 1/10 1. We beschouwen de cirkel met vergelijking x 2 + y 2 2ry = 0 en de parabool met vergelijking y = ax 2. Hierbij zijn r en a parameters waarvoor

Nadere informatie

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1] 4. Vergelijkingen en herleidingen [] Er zijn vier soorten bijzondere vergelijkingen: : AB = 0 => A = 0 of B = 0 ( - 5)( + 7) = 0-5 = 0 of + 7 = 0 = 5 of = -7 : A = B geeft A = B of A = - B ( ) = 5 ( )

Nadere informatie

UITWERKINGEN 1 2 C : 2 =

UITWERKINGEN 1 2 C : 2 = UITWERKINGEN. De punten A, B, C, D in R zijn gegeven door: A : 0, B : Zij V het vlak door de punten A, B, C. C : D : (a) ( pt) Bepaal het oppervlak van de driehoek met hoekpunten A, B, C. Oplossing: De

Nadere informatie

7.1 Ongelijkheden [1]

7.1 Ongelijkheden [1] 7.1 Ongelijkheden [1] In het plaatje hierboven zijn vier intervallen getekend. Een open bolletje betekent dat dit getal niet bij het interval hoort. Een gesloten bolletje betekent dat dit getal wel bij

Nadere informatie

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: 14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64

Nadere informatie

7 Totaalbeeld. Samenvatten. Achtergronden. Testen

7 Totaalbeeld. Samenvatten. Achtergronden. Testen 7 Totaalbeeld Samenvatten Je hebt nu het onderwerp "Vectormeetkunde" doorgewerkt. Er moet een totaalbeeld van deze leerstof ontstaan... Ga na, of je al de bij dit onderwerp horende begrippen kent en weet

Nadere informatie

5.1 Lineaire formules [1]

5.1 Lineaire formules [1] 5.1 Lineaire formules [1] Voorbeeld : Teken de grafiek van y = 1½x - 3 Stap 1: Maak een tabel met twee coördinaten van deze lijn: x 0 2 y -3 0 Stap 2: Teken de twee punten en de grafiek: 1 5.1 Lineaire

Nadere informatie

More points, lines, and planes

More points, lines, and planes More points, lines, and planes Make your own pictures! 1. Lengtes en hoeken In het vorige college hebben we het inwendig product (inproduct) gedefinieerd. Aan de hand daarvan hebben we ook de norm (lengte)

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 203 tijdvak woensdag 22 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 78 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je

Nadere informatie

Opgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5

Opgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5 2 Vergelijkingen Verkennen Meetkunde Vergelijkingen Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. Uitleg Meetkunde Vergelijkingen Uitleg Opgave Bestudeer de Uitleg, pagina. Laat zien dat ook

Nadere informatie

Oplossing 1de deelexamen Calculus II van 29/2/2012

Oplossing 1de deelexamen Calculus II van 29/2/2012 Oplossing 1de deelexamen Calculus II van 9//1 March 6, 1 1 raag 1 Beschouw de volgende kromme in R 3, geparametriseerd als r(t) = ti + (t 1)j + t k. (a) Als de parameter t een tijd aangeeft, bereken dan

Nadere informatie

Oefeningen analytische meetkunde

Oefeningen analytische meetkunde Oefeningen analytische meetkunde ) orte herhaling. Zij gegeven twee vectoren P en Q. Bewijs dat de loodrechte projectie P' van P op Q gegeven wordt door: PQQ P'. Q. De cirkel c y 4y wordt gespiegeld om

Nadere informatie

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. Dit is in de punten (1,0) en (-1,0) (1,0) heeft draaiingshoek 0 (-1,0) heeft

Nadere informatie

Exacte waarden bij sinus en cosinus

Exacte waarden bij sinus en cosinus acte waarden bij sinus en cosinus n enkele gevallen kun je vergelijkingen met sinus en cosinus eact oplossen. Welke gevallen zijn dat? 0, π 0, π f() = sin π π 8 9 0, g() = cos π π π 8 9 π 0, ierboven zie

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Lineaire Algebra en Lineaire Analyse (Y550/Y530), op donderdag 5 november 00, 9:00 :00 uur. De uitwerkingen van de opgaven dienen

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4

Nadere informatie

Eliminatie van parameters en substitutie met computeralgebra

Eliminatie van parameters en substitutie met computeralgebra Eliminatie van parameters en substitutie met computeralgebra Guido Herweyers, KHBO Campus Oostende Dirk Janssens, K.U.Leuven 1. Inleiding Uitgaande van parametervergelijkingen van rechten en vlakken illustreren

Nadere informatie

2IV10 Instructie 4: Geometrie 1

2IV10 Instructie 4: Geometrie 1 IV10 Instructie 4: Geometrie 1 1. Gegeven twee opvolgende lijnstukken met hoekpunten, en. r a. Neem aan dat een procedure DrawLine(A, B: Tpoint) beschikbaar is om een lijn van A naar B te tekenen. Geef

Nadere informatie

Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken

Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken Hoofdstuk 8 Meetkunde met coördinaten (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier

Nadere informatie

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β. 1 Synthetische RM 1. (a) Geef de definitie van de loodrechte stand van twee vlakken. (b) Geen stellingen die voorwaarden uitdrukken opdat twee vlakken orthogonaal zijn. (c) Steun op 1a of 1b om te bewijzen

Nadere informatie

x cos α y sin α . (1) x sin α + y cos α We kunnen dit iets anders opschrijven, namelijk als x x y sin α

x cos α y sin α . (1) x sin α + y cos α We kunnen dit iets anders opschrijven, namelijk als x x y sin α Lineaire afbeeldingen Rotatie in dimensie 2 Beschouw het platte vlak dat we identificeren met R 2 Kies een punt P in dit vlak met coördinaten (, y) Stel dat we het vlak roteren met de oorsprong (0, 0)

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

UITWERKINGEN d. Eliminatie van a geeft d. Eliminatie van b,

UITWERKINGEN d. Eliminatie van a geeft d. Eliminatie van b, UITWERKINGEN 1. Gegeven in R 3 zijn de punten P = (1, 1, ) t en Q = ( 2,, 1) t en het vlak V gegeven door de vergelijking 2x 1 x 2 + x 3 = 1. Zij l de lijn door P loodrecht op V en m de lijn door Q loodrecht

Nadere informatie

Overzicht meetkunde. Driehoeksmeetkunde. Stelling van Pythagoras.

Overzicht meetkunde. Driehoeksmeetkunde. Stelling van Pythagoras. Stelling van Thales. In een rechthoekige driehoek geldt: het midden van de schuine zijde is het middelpunt van de omgeschreven cirkel. Omgekeerde stelling van Thales. Als het middelpunt van de omgeschreven

Nadere informatie

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 8.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 2x y 3 3 3x 2 y 6 2 Het vermenigvuldigen van de vergelijkingen zorgt ervoor dat in de volgende stap de x-en tegen elkaar

Nadere informatie

8.0 Voorkennis. a De pijlen van O(0, 0) naar A(4, 2) en van A(4, 2) naar B(2, 3) zijn vectoren.

8.0 Voorkennis. a De pijlen van O(0, 0) naar A(4, 2) en van A(4, 2) naar B(2, 3) zijn vectoren. 8.0 Voorkennis De pijlen van O(0, 0) naar A(4, 2) en van A(4, 2) naar B(2, 3) zijn vectoren. 4 OA a 2 en AB 2 1 Het bovenste kengetal geeft aan hoeveel de vector naar links of rechts gaat. Het onderste

Nadere informatie

Toepassingen in de natuurkunde: snelheden, versnellingen, krachten.

Toepassingen in de natuurkunde: snelheden, versnellingen, krachten. WIS8 8 Vectoren 8. Vectoren Vectoren Een vector met dimensie is een kolom bestaande uit twee reële getallen, bijvoorbeeld [ We kunnen deze meetkundig interpreteren als een pijl in het platte vlak van de

Nadere informatie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen Inhoud college 5 Basiswiskunde 4.10 Taylorpolynomen 2 Basiswiskunde_College_5.nb 4.10 Inleiding Gegeven is een functie f met punt a in domein D f. Gezocht een eenvoudige functie, die rond punt a op f lijkt

Nadere informatie

OEFENPROEFWERK VWO B DEEL 2

OEFENPROEFWERK VWO B DEEL 2 OEFENPROEFWERK VWO B DEEL HOOFDSTUK 8 MEETKUNDE MET COÖRDINATEN OPGAVE Gegeven zijn de punten A( p,0), B(0, p), C(4 p, 0) en D(0, q ). De lijn k gaat door A en B, de lijn l gaat door C en D. a Voor welke

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

3.1 Kwadratische functies[1]

3.1 Kwadratische functies[1] 3.1 Kwadratische functies[1] Voorbeeld 1: y = x 2-6 Invullen van x = 2 geeft y = 2 2-6 = -2 In dit voorbeeld is: 2 het origineel; -2 het beeld (of de functiewaarde) y = x 2-6 de formule. Een functie voegt

Nadere informatie

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B... Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B 0. voorkennis In klas 3 heb je hoofdstuk 10 over algebraische vaardigheden gedaan. Hieronder zie je daarvan een

Nadere informatie

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = = héöéäëåéçéå~äëãééíâìåçáöééä~~íëéåãéí`~äêá hçéåpíìäéåë De algemene vergelijking van een kegelsnede is van de vorm : 2 2 ax by 2cxy 2dx 2ey f 0 met a, b, c, d, e, f + + + + +. Indien je vijf punten van een

Nadere informatie

Opgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC.

Opgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC. Opgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC. Antwoord: de lengteverhouding vertaalt als: (x 3 x 1 ) + (x 4 x ) = (u 5 u 3 ) + (u 6 u 4 )

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 0 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =

Nadere informatie

15 Uitwerkingen Lineaire Algebra

15 Uitwerkingen Lineaire Algebra 5 Uitwerkingen Lineaire lgebra 5 Uitwerkingen hoofdstuk s Figuur 5: De som van twee vectoren b a d c Figuur 5: Het verschil van twee vectoren v d Figuur 5: De vector van naar c a + b b b c b + c a a a

Nadere informatie

wiskunde B pilot havo 2015-II

wiskunde B pilot havo 2015-II wiskunde B pilot havo 05-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven

Nadere informatie

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] 1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] Er zijn vier soorten tweedegraadsvergelijkingen: 1. ax 2 + bx = 0 (Haal de x buiten de haakjes) Voorbeeld 1: 3x 2 + 6x = 0 3x(x + 2) = 0 3x = 0 x + 2 = 0 x = 0 x = -2

Nadere informatie

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4 Wiskunde Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4 Paragraaf 4 Het inproduct om hoeken te berekenen Opgave a e hoek is kleiner dan 4, want het dak zelf staat onder een hoek van 45, en de kilgoot loopt schuin

Nadere informatie

Aantekening VWO 6 Wis D Hfst 9 : Lijnen en Cirkels. Het voordeel van de laatste is dat (a,0) en (0,b) de snijpunten met de assen zijn!!

Aantekening VWO 6 Wis D Hfst 9 : Lijnen en Cirkels. Het voordeel van de laatste is dat (a,0) en (0,b) de snijpunten met de assen zijn!! Aantekening VWO 6 Wis D Hfst 9 : Lijnen en Cirkels Les 1 Lijnen Een lijn kun je op verschillende manieren weergeven = a + b p + q = r 1 (niet zelfde a en b van manier 1) a b Het voordeel van de laatste

Nadere informatie

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules Hoofdstuk 4 Werken met formules H4 Wis B) Pagina 1 van 10 Paragraaf 41 : Kwadratische formules Les 1 : Verschillende vormen Er zijn verschillende vormen van kwadratische vergelijkingen die vaak terugkomen

Nadere informatie

KWADRATISCHE VERGELIJKINGEN, HET GULDEN ZADELVLAK, EN DE REGELMATIGE VIJFHOEK.

KWADRATISCHE VERGELIJKINGEN, HET GULDEN ZADELVLAK, EN DE REGELMATIGE VIJFHOEK. KWADRATISCHE VERGELIJKINGEN, HET, EN DE REGELMATIGE. VIÈTE Johan A.C. Kolk Mathematisch Instituut, Universiteit Utrecht Met medewerking van Rogier Bos Christelijk Gymnasium Utrecht & Freudenthal Instituut,

Nadere informatie

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2. BURGERLIJK INGENIEUR-ARCHITECT - 5 SEPTEMBER 2002 BLZ 1/10 1. We beschouwen de cirkel met vergelijking x 2 + y 2 2ry = 0 en de parabool met vergelijking y = ax 2. Hierbij zijn r en a parameters waarvoor

Nadere informatie

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013 Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 23 Voorlopige versie 29 januari 23 Opgave a Schrijf f ) g) met g) 9 2. g) 9 2 ) /2, dus g ) 2 9 2 ) /2 2 Dit geeft

Nadere informatie

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg 1 Middelpunten Verkennen Middelpunten Inleiding Verkennen Probeer vanuit drie gegeven punten (niet op één lijn) die op een cirkel moeten liggen het middelpunt van die cirkel te construeren. Je kunt hem

Nadere informatie

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur 4 Van D naar 3D Verkennen Van D naar 3D Inleiding Verkennen Bekijk de applet. Met de rechter muisknop kun je het assenstelsel om de oorsprong draaien en de fig van alle kanten bekijken. Beantwoord nu de

Nadere informatie

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)

Nadere informatie

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken Hoofdstuk 7 Lijnen en cirkels (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier y =

Nadere informatie

Lineaire algebra I (wiskundigen)

Lineaire algebra I (wiskundigen) Lineaire algebra I (wiskundigen) Toets, donderdag 22 oktober, 2009 Oplossingen (1) Zij V het vlak in R 3 door de punten P 1 = (1, 2, 1), P 2 = (0, 1, 1) en P 3 = ( 1, 1, 3). (a) Geef een parametrisatie

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

2IV10 Oefentoets uitwerking

2IV10 Oefentoets uitwerking 2IV10 Oefentoets uitwerking Deze oefentoets bestaat uit drie opgaven, waarvoor twee uur beschikbaar is. Bij voldoende resultaat wordt een bonuspunt toegekend voor het tentamen. De opgaven betreffen een

Nadere informatie

HOEKEN, AFSTANDEN en CIRKELS IN Klas 5N Wiskunde 6 perioden

HOEKEN, AFSTANDEN en CIRKELS IN Klas 5N Wiskunde 6 perioden HOEKEN, AFSTANDEN en CIRKELS IN Klas 5N Wiskunde 6 erioden INHOUD. Het inroduct van vectoren... 3. De normaalvector van een lijn... 3. DE AFSTAND VAN TWEE PUNTEN.... 5. De afstand van een unt tot een lijn...

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO 2013

Correctievoorschrift HAVO 2013 Correctievoorschrift HAVO 0 tijdvak wiskunde B (pilot) Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels

Nadere informatie

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,

Nadere informatie

Eerste deeltentamen Lineaire Algebra A

Eerste deeltentamen Lineaire Algebra A Eerste deeltentamen Lineaire Algebra A 8 november 2011, 13u30-16u30 Bij dit tentamen mag het dictaat niet gebruikt worden. Schrijf op elk vel je naam, studnr en naam practicumleider (Victor Blasjo, Esther

Nadere informatie

wiskunde B havo 2015-II

wiskunde B havo 2015-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid

Nadere informatie

Examen VWO 2013. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO 2013. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 203 tijdvak woensdag 22 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Kegelsneden. 1 Kegelsnede. John Val. 26th March 2014

Kegelsneden. 1 Kegelsnede. John Val. 26th March 2014 Kegelsneden John Val 6th March 04 Kegelsnede Een kegelsnede is de doorsnede van een kegel en een vlak. In deze tekst zal worden aangetoond dat de doorsnede een punt, een lijn, een lijnenpaar, een cirkel,

Nadere informatie

wiskunde B pilot vwo 2016-II

wiskunde B pilot vwo 2016-II wiskunde B pilot vwo 06-II De derde macht maximumscore Er moet dan gelden f( gx ( )) x( g( f( x)) f gx ( x ) ( x ) x) ( ( )) + + + f( gx ( )) x+ x(dus g is de inverse functie van f ) Spiegeling van het

Nadere informatie

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 1. a. Teken in één assenstelsel de grafieken bij de formules y = 4x - 3 en y = 7 - x b. Bereken de coördinaten van het snijpunt c. Teken in hetzelfde assenstelsel de

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica TECHNICHE UNIVERITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functies van meer variabelen (DE6) op maandag augustus 5, 4. 7. uur. De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd

Nadere informatie

WPO Differentiaalmeetkunde I

WPO Differentiaalmeetkunde I 1 Vrije Universiteit Brussel Academiejaar 006-007 Prof. Dr. R. Kieboom Dr. G. Sonck WPO Differentiaalmeetkunde I Krommen in R n 1. Neem R met een orthonormale basis en a R + 0. Voor elk punt p o, gelegen

Nadere informatie

Tentamen Lineaire Algebra UITWERKINGEN

Tentamen Lineaire Algebra UITWERKINGEN Tentamen Lineaire Algebra 29 januari 29, 3:3-6:3 uur UITWERKINGEN Gegeven een drietal lijnen in R 3 in parametervoorstelling, l : 2, m : n : ν (a (/2 pt Laat zien dat l en m elkaar kruisen (dat wil zeggen

Nadere informatie

Vectoranalyse voor TG

Vectoranalyse voor TG college 2 Ruimte en oppervlakken collegejaar : 18-19 college : 2 build : 5 september 2018 slides : 25 Vandaag Ruimte 1 Vectoren in R 3 recap 2 Oppervlakken 3 Ruimte 4 1 intro VA Voorkennis uit Ruimtewiskunde

Nadere informatie

9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden

9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden 9.0 Voorkennis [1] Definitie middelloodlijn: De middelloodlijn van een lijnstuk is de lijn door het midden van dat lijnstuk die loodrecht op dat lijnstuk staat. Definitie bissectrice: De bissectrice van

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

5 Lijnen en vlakken. Verkennen. Uitleg

5 Lijnen en vlakken. Verkennen. Uitleg 5 Lijnen en vlakken Verkennen Lijnen en vlakken Inleiding Verkennen Bekijk de applet. Je ziet hoe een vlak kan worden beschreven met behulp van een vergelijking in x, en z. In de applet kun je de drie

Nadere informatie

1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE Uiterste inleverdatum dinsdag oktober, voor het begin van het college N.B. Je moet de hele uitwerking opschrijven en niet alleen het antwoord geven. Je moet het huiswerk

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Vlak en kegel bladzijde a Als P ( x,, ) de projectie van P op het Ox-vlak is, dan is driehoek OP P een gelijkbenige rechthoekige driehoek met OP P = Dan is OP = x + en is PP = z Met de stelling van Pthagoras

Nadere informatie

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Uitwerkingen worden beschikbaar gesteld op de dinsdagavond voorafgaande aan het volgende college

Nadere informatie