Kinderen in De Leyens Enquête onder basisschoolleerlingen

Transcriptie

1 Kinderen in 2014 Enquête onder basisschoolleerlingen 1

2 4 maart 2014 Annemiek van Soest Projectleider wijkontwikkeling Gemeente Zoetermeer 2

3 INHOUD 1 SAMENVATTING INLEIDING Doelstelling Doelgroep en respons UITKOMSTEN Vrije tijd Overlast Veiligheid in de wijk Verhuisgeneigdheid Actief zijn in de wijk Zwerfafval HET VERVOLG RESPONDENTEN BIJLAGEN Bijlage I Toelichtende tekst bij de enquête Bijlage II Vragenlijst

4 1 SAMENVATTING 386 kinderen/jongeren hebben een vragenlijst ingevuld over het wonen in. Van deze kinderen wonen er 280 in en 106 buiten. Het responspercentage voor komt daarmee op 67% (280 van t/m 12 jarigen in de wijk). In de analyse zijn zowel de resultaten van de kinderen woonachtig in als die van de kinderen woonachtig buiten meegenomen. Vrije tijd In de meeste gevallen noemen kinderen dat zij in hun vrije tijd graag in de buurt spelen of bij elkaar thuis. Minder vaak wordt genoemd dat zij naar het winkelcentrum of Stadshart gaan, of dat zij graag gamen in hun vrije tijd. Driekwart van de kinderen is tevreden over de speelmogelijkheden in de buurt. Het gemiddelde cijfer is een 7,3. Overlast Kinderen die overlast ervaren, noemen vooral groepen jongeren, agressieve/onaardige mensen en hardrijdend verkeer als oorzaak daarvan. Een derde van de kinderen wordt zelf wel eens aangesproken door mensen die last van ze hebben. Veiligheid De meeste kinderen zijn tevreden over de veiligheid in de buurt. Tweederde van de kinderen durft in het donker alleen over straat. Niet veel kinderen kennen de wijkagent. Bijna een kwart van de kinderen heeft niemand om mee te praten als ze problemen hebben in de wijk. Het gemiddelde cijfer voor veiligheid in de buurt is een 7,5. Verhuisgeneigdheid Tweederde van de kinderen denkt nog in te wonen wanneer ze zelf volwassen zijn. Actief zijn in de wijk Tweederde van de kinderen zou zelf iets willen doen om het leuker te maken in de buurt. Zwerfafval Meer dan de helft van de kinderen vindt dat er voldoende prullenbakken zijn, in de buurt. Volgens tweederde van de kinderen worden de prullenbakken op tijd geleegd. 4

5 2 INLEIDING In 2014 wordt een wijkontwikkelingsplan voor opgesteld. Het doel van een wijkontwikkelingsplan is drieledig: - Samen ontwikkelen van een toekomstvisie voor de wijk - Samen goede en minder goede punten inventariseren - Samen bedenken en uitvoeren van verbeterpunten, op korte en lange termijn Een wijkontwikkelingsplan komt tot stand na een intensief traject met bewoners en partners in de wijk, zoals welzijnsorganisaties, corporaties, verenigingen, scholen. 1.1 Doelstelling Om de inbreng van kinderen in het wijkontwikkelingsplan mee te kunnen nemen is met medewerking van de vier basisscholen in de wijk een onderzoek uitgezet onder kinderen in de wijk. Met dit onderzoek kunnen we uitspraken doen over de volgende onderwerpen: Vrije tijdsbesteding Overlast Veiligheid Verhuisgeneigdheid Eigen inzet in de wijk Zwerfafval. 1.2 Doelgroep en respons De vragenlijst is opgesteld voor kinderen in de bovenbouw van de basisscholen. Dat zijn kinderen in de leeftijd van 8 t/m 12 jaar. In januari 2014 is de vragenlijst uitgezet op de vier basisscholen in de wijk. De respons op het onderzoek is 386. Van deze kinderen wonen er 106 niet in. Het responspercentage voor komt daarmee op 67 % (280 van t/m 12 jarigen in de wijk). In de analyse zijn zowel de resultaten van de kinderen woonachtig in als die van de kinderen woonachtig buiten meegenomen. De resultaten zijn opgenomen in voorliggend rapport. 5

6 3 UITKOMSTEN In het onderzoek zijn vragen gesteld over diverse onderwerpen. In onderstaande paragrafen worden de uitkomsten van de kinderen uit beschreven. De resultaten van de kinderen buiten zijn ter informatie in de grafiek opgenomen. Hierop wordt in de tekst slechts toelichting gegeven wanneer het relevantie heeft voor. 3.1 Vrije tijd In de meeste gevallen noemen kinderen dat zij in hun vrije tijd graag in de buurt spelen of bij elkaar thuis. Minder vaak wordt genoemd dat zij naar het winkelcentrum of Stadshart gaan, of dat zij graag gamen in hun vrije tijd. Lekker hangen en chillen in de buurt Bij elkaar thuis chillen Voetballen op een trapveldje in de buurt Een georganiseerde sport of hobby Rondfietsen in de buurt Naar het Stadshart Naar het winkelcentrum Gamen/computer Driekwart van de kinderen is tevreden over de mogelijkheden om hun vrije tijd door te brengen in de buurt: 78% geeft een goed of een voldoende. Het gemiddelde cijfer is een 7,3. goed (8 of 9 of 10) voldoende (6 of 7) onvoldoende (4 of 5) zwak (1 of 2 of 3) Kinderen die niet in wonen geven gemiddeld een 6,6 voor de mogelijkheden om hun vrije tijd door te brengen in hun buurt. 6

7 3.2 Overlast De helft van de kinderen ervaart zelf overlast als zij buiten in de buurt zijn. Kinderen die overlast ervaren, noemen vooral groepen jongeren, agressieve/onaardige mensen en hardrijdend verkeer als oorzaak daarvan. Groepen jongeren Agressieve/onaardige mensen Hardrijdend verkeer Geparkeerde auto's Honden Een derde van de kinderen wordt zelf wel eens aangesproken door mensen die last van ze hebben. Nee Ja In de helft van de gevallen hebben kinderen er begrip voor, dat zij worden aangesproken. Dan maken zij bijvoorbeeld veel herrie of ze voetballen op straat. Soms vinden kinderen het echter ook gezeur als zij worden aangesproken. 3.3 Veiligheid in de wijk De meeste kinderen kennen de wijkagent niet. Nee Ja

8 Tweederde van de kinderen durft in het donker alleen over straat. Ja Nee Van de kinderen die niet in wonen minder kinderen (de helft) in het donker over straat in hun buurt. Driekwart van de kinderen heeft iemand met wie ze kunnen praten als ze problemen hebben in de wijk. 24% van de kinderen heeft niet zo iemand. In de meeste gevallen zouden deze kinderen wel graag iemand wíllen hebben om mee te kunnen praten. Ja Nee Van de kinderen die niet in wonen heeft 29% niet iemand om mee te praten als ze problemen hebben in de wijk. De meeste kinderen zijn tevreden over de veiligheid in de buurt, 85% geeft een goed of een voldoende. Het gemiddelde cijfer is een 7,5. goed (8 of 9 of 10) voldoende (6 of 7) onvoldoende (4 of 5) zwak (1 of 2 of 3) Kinderen die niet in wonen geven gemiddeld een 6,6 voor de veiligheid in hun buurt. 8

9 3.4 Verhuisgeneigdheid 65% van de kinderen denkt nog in te wonen wanneer ze zelf volwassen zijn. Ja Nee Als kinderen niet in willen wonen wanneer zij volwassen zijn, geeft een aantal hiervoor de volgende redenen: 46 kinderen willen een ander huis, andere buurt, stad of land. Of willen meer natuur. 16 kinderen vinden niet leuk, saai of juist te druk of onveilig. 5 kinderen vinden de mensen/kinderen in niet aardig. 5 kinderen willen graag hun blik verruimen, willen ook ergens wonen. 2 kinderen willen verhuizen vanwege toekomstige werk-, opleidingsmogelijkheden. 3.5 Actief zijn in de wijk Tweederde van de kinderen zou zelf iets willen doen om het leuker te maken voor mensen in de buurt. Iets doen voor kinderen of hulpbehoevende mensen wordt het meest genoemd. Ook het beschilderen van bloembakken is populair. Iets organiseren/meehelpen organiseren voor kleine kinderen Helpen met boodschappen doen voor oude/zieke mensen Helpen om tuintjes op te knappen bij hulpbehoevende mensen Bloembakken schilderen met vrolijke kleuren Helpen bij een opschoondag Inzet voor speeltuin 7 18 Inzet voor zwembad, voetbalveld, schaatsbaan Verder willen kinderen helpen bij het verzorgen van dieren, zich inzetten voor een goed doel, snoep maken of een speurtocht uitzetten en straat van het jaar worden. 9

10 3.6 Zwerfafval Meer dan de helft van de kinderen vindt dat er voldoende prullenbakken zijn, in de buurt. Ja Nee Kinderen die niet in wonen zijn minder tevreden over het aantal prullenbakken. Volgens tweederde van de kinderen worden de prullenbakken op tijd geleegd. Ja Nee HET VERVOLG Naar aanleiding van de resultaten van deze enquête gaan we in gesprek met de leerlingraden van de basisscholen in. Tijdens dit gesprek zullen we de thema s langs laten komen waar opvallend op is gescoord. Met de vraag: herken je je hierin, en hoe zie je dit in de toekomst? Daarnaast zullen vanzelfsprekend ook andere onderwerpen besproken kunnen worden. Een verslag van deze bijeenkomst zal terug te vinden zijn op onder het kopje Wijkontwikkelingsplan De Leyens. 10

11 5 RESPONDENTEN Respondenten Percentage Totaal in Responspercentage Totaal (8-12) % % Jongen % % Meisje % % 8 jaar 40 14% 79 51% 9 jaar 71 25% 81 88% 10 jaar 71 25% 82 87% 11 jaar 70 25% 89 79% 12 jaar 28 10% 88 32% Niet in Respondenten Percentage Totaal (8-12) % Jongen 48 45% Meisje 58 55% 8 jaar 16 15% 9 jaar 28 26% 10 jaar 20 19% 11 jaar 35 33% 12 jaar 7 7% 11

12 6 BIJLAGEN Bijlage I Toelichtende tekst bij de enquête Toelichting vragenlijst wijkontwikkelingsplan Ook krijgt een wijkontwikkelingsplan (WOP). Met het WOP kijkt de gemeente samen met bewoners, bedrijven, wijkwerkers en woningcorporaties naar de wijk. We formuleren een visie, maken een inventarisatie van goede en minder goede punten en we bedenken verbeterpunten die we vervolgens ook samen gaan uitvoeren. Is de eerste wijk met een wijkontwikkelingsplan? Nee. Buytenwegh, Meerzicht, Seghwaert, Dorp, Driemanspolder, Rokkeveen en Oosterheem zijn voorgegaan. De WOPs van Buytenwegh en Meerzicht stammen uit 2010, 2011 en worden momenteel geëvalueerd. In november 2013 hebben alle bewoners in middels een online enquête hun mening kunnen geven over het wonen in. Met bijgaande enquête willen we ook kinderen in de wijk de gelegenheid geven om hun mening te geven. Begin maart geven we een terugkoppeling van de uitkomsten van deze enquête. 12

13 Bijlage II Vragenlijst 1. Ben je een jongen of een meisje? o 1. Jongen o 2. Meisje 2. Hoe oud ben je? Welke straat woon je? Wat doe je graag met je vrienden/vriendinnen in je vrije tijd? (meerdere antwoorden mogelijk) 1. Voetballen of iets dergelijks op een trapveldje in de buurt 2. Een georganiseerde activiteit: een sport of een hobby 3. Lekker hangen en chillen in de buurt 4. Rondfietsen in de buurt 5. Bij elkaar thuis chillen 6. Naar het winkelcentrum 7. Naar het Stadshart 8. Anders, namelijk Heb je zelf wel eens last van andere mensen als je buiten in de buurt bent? o 1. Nee o 2. Ja, nl. van... (meerdere antwoorden mogelijk) 1. Hard rijdend verkeer 2. Geparkeerde auto's 3. Agressieve/onaardige mensen 4. Honden 5. Groepen jongeren 6. Word je wel eens aangesproken door mensen die last hebben van jou en je vrienden? o 1. Nee o 2. Ja 7. Zo ja, begrijp je dat? 8. Eventueel toelichten Ken je de wijkagent? 10. Durf je 's avonds in het donker alleen over straat? 13

14 11. Is er iemand in je omgeving met wie je kunt praten als je problemen hebt in de wijk? 12. Als je hier nee hebt ingevuld: zou je dit wel willen? 13. Zou je zelf iets willen doen om het leuker te maken in de buurt? o 1. Nee o 2. Ja, namelijk... (meerdere antwoorden mogelijk) 1. Helpen bij een opschoondag 2. Helpen om tuintjes op te knappen bij mensen die het zelf niet meer kunnen 3. Helpen met boodschappen doen voor oude/zieke mensen 4. Bloembakken schilderen met vrolijke kleuren 5. Iets organiseren/meehelpen organiseren voor kleine kinderen in de buurt 6. Anders, namelijk 14. Zou je hier nog willen wonen als je zelf volwassen bent? 15. Als je nee hebt ingevuld, waarom niet? Vind je dat er voldoende prullenbakken zijn in de buurt? 17. Vind je dat de prullenbakken op tijd geleegd worden? 18. Welk rapportcijfer geef je de buurt voor veiligheid? (een 1= heel onveilig, een 10= heel veilig) Welk rapportcijfer geef je de buurt om je vrije tijd door te brengen? (een 1= weinig mogelijkheden, een 10= veel mogelijkheden)... Mis je nog iets in de buurt?... Dank je wel voor het invullen! 14