DE INVLOED VAN DE POSITIONERING VAN DE SUPERMARKT OP DE WAARDE VAN HET WIJKWINKELCENTRUM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE INVLOED VAN DE POSITIONERING VAN DE SUPERMARKT OP DE WAARDE VAN HET WIJKWINKELCENTRUM"

Transcriptie

1 DE INVLOED VAN DE POSITIONERING VAN DE SUPERMARKT OP DE WAARDE VAN HET WIJKWINKELCENTRUM Malou Doornbos Alkmaar, Maart 2016 Amsterdam School Of Real Estate MSRE, Begeleider ASRE: Arthur Marquard

2 VOORWOORD Deze Masterthesis is geschreven in het kader van mijn MSRE-studie aan de Amsterdam School of Real Estate. Gedurende het onderzoek heb ik me verdiept in het effect dat de supermarkt heeft op de huurprijs van naastgelegen vastgoed, vanuit het oogpunt van de belegger. Door de wijzigingen in het koopgedrag van de consument zijn eerdere uitgangspunten niet meer zo zeker. Er is al sinds jaren een ontwikkeling gaande waarin supermarkten almaar groter worden en steeds meer beleving (versmarkten) aan hun assortiment toevoegen. Tegelijkertijd is er de toename in de convenience winkels in de steden, winkels zoals bijvoorbeeld de Spar of Marqt die juist veel kleiner zijn. Daarnaast is overal sprake van een toename van discountformules. De supermarkt is binnen het wijkwinkelcentrum van groot belang. Ik wil onderzoeken in hoeverre de supermarktwereld met al haar veranderingen en met al haar assortimentsvarianten invloed heeft op de overige winkels in een wijkwinkelcentrum. De supermarkt wereld is een gesloten wereld, het was dan ook geen sinecure de informatie boven tafel te krijgen die nodig was dit onderzoek te kunnen uitvoeren. Mijn vader zegt dat je door te studeren steeds bewuster wordt van het feit, dat achter elke horizon weer een nieuwe horizon opduikt. Ik heb dit ondervonden. Ik wil Arthur Marquard bedanken die mij overtuigd heeft dit onderzoek, ook al bleek dit in een gesloten gebied, door te zetten en me gemotiveerd heeft wanneer nodig. Charlotte Ronteltap voor de hulp met het rekenwerk. Zonder jou was ik nog bezig. Mijn gezin en vrienden die alle begrip toonden voor het constante gebrek aan vrije tijd. Ik ga dit goedmaken!

3 SAMENVATTING In deze thesis is getracht een inzicht te geven in het effect dat de positionering (de plek van de supermarkt in de markt, bijv. discount of fullservice) van supermarkten heeft op de waarde van wijk en buurtwinkelcentra in Nederland. Supermarkten zijn er in diverse soorten en kwaliteiten. Van discounter tot full service supermarkt. De klant waardeert de diverse supermarkten in termen van kwaliteit, prijs, aanbod maar ook op basis van ruimtelijke factoren zoals bijvoorbeeld parkeergemak en bereikbaarheid. De doelgroep is niet voor elke supermarkt gelijk, wat de ene groep consumenten belangrijk vindt is voor de andere bijzaak. De aantrekkingskracht van supermarkten op de consument is dus ook niet gelijk. De aantrekkingskracht van de supermarkt is voor een wijkwinkelcentrum van enorm belang. De winkelstructuur zoals we die in Nederland kennen, is ontstaan in de jaren 50/60 van de vorige eeuw. De winkelstructuur in Nederland is fijnmazig. Sinds de jaren 50/60 is de wereld enorm veranderd. De economische opbouw na de oorlog heeft een explosieve toename veroorzaakt in aantal m² winkelvloeroppervlakte. Deze toename veroorzaakte decennia lang geen problemen, de omzetten namen gestaag toe, de nog steeds bestaande crisis echter, die in 2007 begon, heeft een afname in de bestedingen tot gevolg. De mogelijkheden van onlineshopping hebben eveneens een afname in de bestedingen in fysieke winkels als gevolg gehad en bovendien heeft internet naast andere media, zoals de talloze consumentenprogramma s op de televisie - gezorgd voor een grotere bewustwording van de consument. Zij is daardoor kritischer geworden. De consument is alleen dan bereid verder te rijden dan absoluut noodzakelijk is, wanneer de attractiewaarde van het verder gelegen winkelgebied groter is dan die van het nabij gelegen gebied (Reilly, 1931). Deze waarde wordt bepaald door de winkels in het gebied. De ene winkel heeft meer attractiewaarde dan de andere. De consument is bereid verder te rijden voor een winkelcentrum waar alles wat hij nodig heeft, voorhanden is. Dat levert immers tijdwinst op. Assortiment is derhalve een belangrijke factor in het winkelcentrum. De winkels die consumenten weten te trekken zijn de publiekstrekkers in een centrum. De overige winkels profiteren van de trekkracht van deze publiekstrekkers. In een wijkwinkelcentrum is dat een supermarkt, in een stadscentrum is dat bijvoorbeeld Primark. De consument komt voor de trekker en loopt daarna ook binnen bij de omliggende winkels. Deze zogenaamde trekkers hebben een positieve invloed op de omzet in het gebied doordat zij consumenten uit een groter verzorgingsgebied aantrekken dan andere ondernemingen zouden doen. Daardoor hebben zij een positief effect op de consumentenaantallen in een centrum. De huur die een ondernemer bereid is te betalen wordt ingegeven door de omzetpotentie. Hoe hoger de consumentenaantallen zijn hoe hoger de omzetpotentie hoe hoger de huur die de ondernemer bereid is te betalen. De belangrijkste reden voor een consument om naar een wijk of buurtwinkelcentrum te gaan is de supermarkt. De trekker bepaalt voor een belangrijk deel de aantrekkingskracht van het centrum. Het is daarom van belang de supermarkten in het centrum dusdanig te kiezen dat de attractiewaarde van het centrum groter wordt, waardoor een grotere consumentenstroom kan worden gerealiseerd. Voor een belegger in onroerend goed bestaat een stijgend belang bij een juiste invulling van een winkelcentrum en dus bij de keuze van de juiste combinatie van supermarkten, nu de winkelmarkt onder druk staat. De discounter heeft de laatste

4 jaren aan terrein gewonnen. Daaruit blijkt dat de consument, of een flink deel van de consumenten, steeds prijsbewuster is geworden. De consument geeft aan de discounter steeds vaker als primaire supermarkt te gebruiken en de full service supermarkt als secundaire supermarkt (Retaildetail, 2012). Enerzijds is sprake van een toename van het aantal prijsvechters, anderzijds zien we juist een uitbreiding in het hoge prijzensegment. Zo vertelde Tjerk van Leusden van Supervastgoed op de NRW New Gen bijeenkomst in december van dit jaar: De XL supermarkten worden steeds groter, zoals bijvoorbeeld de foodmarkt van Jumbo, daarnaast ontstaan steeds vaker kleinere supers die convenience bieden, de supermarkten die qua grootte en assortiment daartussen zitten krijgen het zwaarder, het winkelcentrum met een zwakkere supermarkt zal het moeilijker hebben om te overleven. In dit onderzoek is met name gekeken naar de invloed van (combinaties van) supermarkten van supermarkten op de overige winkels in het wijkwinkelcentrum. Vanuit een kwalitatief oogpunt zijn, in theorie, argumenten te vinden om twee supermarkten toe te voegen aan een centrum beiden in een heel ander segment. Een discounter en een full service supermarkt zullen een grotere groep consumenten aantrekken dan bijvoorbeeld alleen twee eenzame discounters. De klant heeft daardoor immers meer keuze binnen het winkelcentrum en daardoor zal een groter aantal klanten genegen zijn het centrum te bezoeken. In Nederland is een winkelstructuur ontstaan die op verschillende schaalniveaus aantrekkingskracht behoeft. In de binnenstad is dat anders dan in een boodschappen- of wijkwinkelcentrum. De supermarkt is de drager van het buurt- en of wijkwinkelcentrum, een combinatie van supermarkten kan dus een waarde vergrotend effect hebben indien zij qua positie niet gelijk zijn. Doordat een dergelijk centrum een grotere doelgroep weet te bereiken en een grotere bindingskracht weet te generen binnen het gebied, is een hogere huuropbrengst te verwachten bij alle winkels in dat winkelcentrum. Uit het onderzoek blijkt de juistheid van die laatste hypothese echter niet. De huur van het totale centrum wordt niet positief beïnvloed door de twee supermarkten in het winkelcentrum in verschillende segmenten te positioneren. Het blijkt niet juist dat de huren van de winkels positief beïnvloed worden door de supermarkten qua positie (full service discount) uit elkaar te halen. Wijkwinkelcentra met twee middensegment supers geven geen significant lagere huurwaarde aan dan winkelcentra met een full service en een discount supermarkt. Opvallend is dat de waardering van de klant voor de supermarkt wel van invloed blijkt op de huren per m² per jaar van de overige winkels. Hoe hoger de waardering van de supermarkten in het winkelcentrum hoe hoger de huurprijzen zijn.

5 INHOUD 1 Inleiding Algemeen Aanleiding Probleemstelling Doelstelling Onderwerp en centrale onderzoeksvraag Wetenschappelijke relevantie Onderzoeksmethode Leeswijzer Theoretische achtergrond Inleiding De winkelvastgoedmarkt Wheaton en Dipasquale Locatie-theorieën Conclusie De winkelstructuur in Nederland Inleiding Segmentatie van winkelcentra Branchering van winkelcentra Ontwikkelingen en trends in het retaillandschap Conclusie De supermarkt in het winkellandschap Inleiding De supermarkt als retailer De bestedingen in food... 26

6 4.4 Trends en ontwikkelingen in de supermarktwereld Ontwikkelingen Positionering van Supermarkten Waardering van de Supermarkt Conclusie Hypothesen Data-analyse inleiding Huurprijsbepalende factoren Toetsend onderzoek Dataset Methodiek Conclusie Resultaten discussie reflectie Bibliografie... 55

7 1 INLEIDING 1.1 ALGEMEEN Retail is een belangrijke economische sector in Nederland. 10% van de ondernemingen in Nederland is actief in de detailhandel en die is daarmee goed voor 7 % van de werkgelegenheid. Er vinden grote veranderingen plaats in de detailhandel. De omzetten staan onder druk, dit is onder meer goed te zien aan de leegstand van winkelpanden en het ligt voor de hand dat door die achteruitgang de werkgelegenheid in de sector afneemt. Op dit moment staan meer dan winkelpanden leeg in Nederland. Dat is 7,5 % van de totale winkelruimte in Nederland (Rabobank.nl). De manier van aankopen doen is gewijzigd door de jaren heen. Er is een wijziging in het paradigma. (Het totaal aan gewoonten en mogelijkheden, bepaalde handelswijze van de consument). Die paradigmawijziging blijkt onder meer uit de afgenomen loyaliteit van de klant. Dat laatste is een direct gevolg van toegenomen mobiliteit, en uiteraard door een toenemende vertrouwdheid met internet. Door de opmars van internet is de klant beter geïnformeerd dan ooit en heeft daardoor andere eisen. De retailmarkt is veranderd en verandert nog steeds in een razend hoog tempo. De laatste 10 jaar veel harder dan de jaren daarvoor. Aan deze verandering is nog lang geen einde gekomen. De klant gedraagt zich anders door diverse ontwikkelingen, technologische, economische, demografische maar ook sociaal culturele veranderingen. Het maakt de consument niet uit waar hij koopt, fysiek of online noch op welk moment, en zeker niet bij wie. De consument koopt vooral op basis van de beleving en service. Ook internet als aankooporiëntatiekanaal is tot volledige wasdom gekomen. (Decentraleretail, 2015). Voor de belegger is het van belang dat een maximale bezoekersstroom naar het winkelcentrum komt, aangezien dat een maximalisatie van de waarde van de belegging tot gevolg heeft. Het is daarom van belang te weten welke factoren van invloed zijn op het gedrag van de consument. Wat beweegt de klant om naar een bepaald winkelcentrum te komen? Vele factoren zijn van invloed op het al dan niet succesvol zijn van een winkelcentrum. Die factoren zijn onder te verdelen in ruimtelijke en niet ruimtelijke factoren. De aandacht ging voorheen uit naar de ruimtelijke factoren. Pas later is meer aandacht aan niet ruimtelijke factoren besteedt en werd ook de invloed van deze factoren erkend als belangrijk voor het succes van een winkelcentrum. Factoren zoals branchering en imago van een centrum zijn van invloed op het succes van een winkelgebied naast de ruimtelijke factoren. 6

8 1.2 AANLEIDING De supermarktwereld is een gesloten wereld, een aparte niche in de retailmarkt. Het is een branche die enerzijds de laatste jaren de enige was, die een plus wist te realiseren in de omzetten waar de andere branches te maken hadden met krimp (ABNAMRO,2014), anderzijds is het voor het eerst dat ook supermarktlocaties opgegeven worden en er dus supermarktlocaties zijn die niet worden ingevuld. Over 15 jaar zijn er mogelijk 1000 supermarkten te veel in Nederland waarschuwt Rabo (Vastgoedjournaal, 2015). In een analyse waarschuwen zij ervoor dat, doordat steeds meer digitaal verkocht wordt en steeds meer nieuwe winkelconcepten op de markt komen, het marktaandeel van de huidige supermarkten almaar kleiner wordt. De positionering van de supermarkten wordt belangrijker om zich te onderscheiden van al de concurrentie. De wijkwinkelcentra waarin de supermarkten veelal gevestigd zijn, zijn in hoge mate afhankelijk van het functioneren van deze supermarkten. De omzetten in supermarkten hebben in 2011, 2012 en in 2013 voor het eerst sinds jaren een daling in volume laten zien. Dat betekent overigens geen daling in de omzet! Over heel 2013 groeide de omzet van supermarkten met 2,2%. Dit was echter volledig toe te schrijven aan een hoger prijsniveau (+3,3%). Het volume daalde met 1,1%. De grootste daling sinds het CBS deze cijfers bijhoudt (Delta LLoyd, 2014). De totale omzet van Nederlandse supermarkten bedroeg in ,28 miljard euro. Dit is een daling van 1,1% ten opzichte van 2013 (GFK,2015). De Duitse supermarkten Aldi en Lidl hebben na een jarenlange groei, het afgelopen jaar in Nederland marktaandeel verloren. Lidl daalde met 0,3 procentpunt tot 3,8 procent. Aldi raakte 0,2 procentpunt kwijt en kwam uit op 9,5 procent ( 2015). De dalende volumes lijken erop te duiden dat de crisis nu ook de supermarkten heeft bereikt. De supermarkt is een belangrijke trekker in een boodschappen,- en of wijkwinkelcentrum. Een winkelcentrum is afhankelijk van bezoekers. Elk winkelcentrum bestaat uit trekkers (huurders die een grote trekkracht hebben op de consument) en niet- trekkers. De niet- trekkers profiteren van de consumenten die afkomen op de trekkers in het winkelcentrum (Gerbich, 1998). De supermarkt is de trekker in het boodschappencentrum. Voor het succes van een winkelcentrum is het van belang te weten of de keuze van de supermarkt invloed heeft op het aantal consumenten in je winkelcentrum en daardoor op de te behalen omzet van het totale centrum. De supermarkt bepaalt - in het geval zij invloed heeft op de consumentenstroom- mede de waarde van het naastgelegen onroerend goed. De waarde van onroerend goed wordt immers bepaald door de huurwaarde en het BAR (bruto aanvangsrendement). Hoe meer consumenten het winkelcentrum bezoeken, des te meer voordeel hebben de naastgelegen winkels. Meer passanten betekent immers meer kans op omzet. De winkels in een buurt of wijkwinkelcentrum liggen idealiter tussen de supermarkten in, om zo een optimale consumentenstroom te creëren voor alle winkels. Om voor alle winkels in een buurt of wijkwinkelcentrum een zo groot mogelijke stroom consumenten te krijgen is de combinatie van de supermarkten in het centrum van belang. Wanneer een winkelcentrum ontwikkeld wordt, kiest de belegger veelvuldig voor het zogeheten haltermodel waarbij twee supermarkten geloceerd worden. De supermarkt heeft de grootste 7

9 aantrekkingskracht. Als vervolgens twee supermarkten aan verschillende uiteinden van het centrum zijn gevestigd dan zal de klant alle winkels in het centrum moeten passeren indien hij beide supermarkten wil bezoeken. Daarmee ontstaat de kans dat ook de andere winkels bezocht worden. Het achterliggende doel hiervan is dus de consument ertoe te brengen om bij alle winkels naar binnen te gaan. Of de uiteindelijke keuze van een combinatie van supermarkten invloed heeft op de bezoekersaantallen voor het boodschappencentrum en daarmee op de waarde van het centrum zal in dit onderzoek nader worden bekeken. 1.3 PROBLEEMSTELLING De supermarkten in een winkelcentrum zorgen voor een constante stroom consumenten in dat centrum. Gemiddeld bezoekt een klant 2,8 keer per week de supermarkt en besteedt daar gemiddeld 23,97 per bezoek (Foodpersonality, 2016). Deze consumenten passeren ook de overige winkels, de kans op verkoop is groter naarmate het aantal passanten hoger is. De omzetkans stijgt daarmee. Een winkelier is bereid huur te betalen indien hij een goede omzetpotentie ziet. Er is weinig onderzoek gedaan naar welke combinatie van supermarkten de grootste aantrekkingskracht op de consument heeft en daarmee de grootste omzetpotentie biedt aan de overige winkels. Is het zo dat een combinatie van supermarkten invloed heeft op de totale consumentenstroom in een winkelcentrum? Er is een gebrek aan kennis over de invloed van de combinatie van supermarkten in een buurt en /of wijkwinkelcentrum. 1.4 DOELSTELLING Doel van het onderzoek is meer inzicht te krijgen in de invloed die de (combinatie van) supermarkt(en), in een buurt of wijkwinkelcentrum, heeft op het functioneren van de overige winkels. Dit wordt gemeten aan de hand van gerealiseerde jaarhuren per m² van het centrum. 1.5 ONDERWERP EN CENTRALE ONDERZOEKSVRAAG Om een goede winkelopbouw te behouden of te verkrijgen is kennis nodig over de factoren die het functioneren van deze winkels beïnvloeden. Het functioneren van de winkels beïnvloedt de waarde van de winkel voor de detaillist en daarmee de waarde van het winkelcentrum voor belegger en ontwikkelaar (Bolt, 2003). De waarde van een onroerend goed belegging is afhankelijk van twee factoren: Het BAR en de huurwaarde. Supermarkten onderscheiden zich van elkaar in prijs, kwaliteit en aanbod. De doelgroepen van de diverse supermarkten zijn verschillend. De fullservice-supermarkt klant verwacht een uitgebreid assortiment en een hoog serviceniveau. Hij verwacht er terecht te kunnen voor alle dagelijkse boodschappen en is bereid daarvoor te betalen. De klant zal die supermarkt frequent bezoeken, terwijl de discountklant vooral een lage prijs verwacht en de supermarkt minder frequent bezoekt omdat niet alle dagelijkse benodigdheden daar aangeboden worden. De doelgroep voor de fullservicesupermarkt is een andere dan die van de discountsupermarkt. Tussen deze twee uitersten zit in Nederland een groot middensegment.. 8

10 Voor de eigenaar/belegger is de trekkracht van de supermarkt van belang. Zij is immers, zoals eerder aangegeven, de trekker in het centrum. Bij het invullen van een planmatig winkelcentrum heeft de belegger of ontwikkelaar de keuze uit diverse supermarkten, de vraag naar locatie overschrijdt immers het aanbod aan locaties. Het is de vraag of de keuze voor een supermarkt van invloed is op de bezoekersaantallen, en daarmee indirect op de totale uitgaven van het totaal aantal consumenten in het centrum. Alleen als dat laatste inderdaad het geval is, is de keuze voor een bepaalde supermarkt immers van invloed op de waarde van het onroerend goed. Of de positie van de beide supermarkten ten opzichte van elkaar invloed heeft op de bezoekersaantallen voor het boodschappencentrum en daarmee op de waarde van het centrum zal in dit onderzoek nader worden bekeken. Centrale vraag: Heeft de positie van de (combinatie van) supermarkt(en) in een boodschappencentrum of in een klein wijkwinkelcentrum invloed op de beleggingswaarde van dat centrum? Meer specifiek: De combinatie van de supermarkten in een winkelcentrum is een interessant onderwerp om nader te onderzoeken. Dit onderzoek is gericht op het belang van de belegger. Uiteraard zijn er belangen voor andere partijen zoals de overheid, ontwikkelaar en voor de huurders, die belangen ofschoon ze bestaan- zijn nu geen onderwerp van onderzoek. De centrale vraag geeft aanleiding tot een aantal daarmee gerelateerde vragen zoals: Wat verstaan we onder de winkelvastgoedmarkt? Op welke manier is de huurwaarde van invloed op de waarde van onroerend goed? Hoe relateert consumentenstroom zich tot huur? Wat zijn de ontwikkelingen die van invloed zijn op in de retailmarkt? Hoe verhouden de Nederlandse formules zich ten opzichte van elkaar in termen van prijs en service, prestatie en waardering? 1.6 WETENSCHAPPELIJKE RELEVANTIE Dit onderzoek is gericht op de belegger. Door meer kennis te verkrijgen over de invloed van de positionering van supermarkten op de waarde van het naastgelegen onroerend goed is het mogelijk beter onderbouwde beslissingen te nemen. Meer kennis betekent een beter gefundeerd oordeel. Het beschikken over alle informatie en een strikt rationeel handelen zijn noodzakelijk voor het nemen van deskundige beslissingen. Volledige openheid van zaken is in de supermarktwereld tot op heden een utopie. Daarnaast moet in gedachten gehouden worden dat volledig rationeel handelen van mensen ook een utopie is. Mensen hebben emoties, beleggers zijn net mensen (Simon,1978). 9

11 1.7 ONDERZOEKSMETHODE Het onderzoek van deze thesis bestaat uit een theoretisch en een analytisch deel. Het is een toetsend onderzoek. In de komende 2 hoofdstukken wordt aan de hand van literatuurstudie een theoretisch kader geschapen. Passende theorieën worden geanalyseerd met als doel tot een aantal bruikbare hypothesen te komen. Via een statistische toets op de huurprijzen van alle winkels op unitniveau in 40 verschillende buurt en wijkwinkelcentra zal worden gekeken of de resultaten op toeval berusten of niet. 1.8 LEESWIJZER In het volgende hoofdstuk wordt op basis van een literatuurstudie een theoretisch kader geschapen. Binnen dat theoretische kader wordt een onderzoeksmodel ontwikkeld. In paragraaf 2.1 wordt een uitleg gegeven over De vastgoedmarkt. Vooral de inhoud van dat begrip wordt daar aan de orde gesteld. In paragraaf 2.2 komt de waardebepaling van vastgoed aan de orde. In paragraaf 2.3 zal met behulp van het model van Wheaton en dipasquale de relatie tussen commerciële waarde van vastgoed en een huurstroom die voortkomt uit het vastgoed nader bekeken worden. In Hoofdstuk 2.4 wordt vervolgens door middel van de locatietheorieën inzicht gegeven over het ontstaan en functioneren van winkelgebieden. Het gaat om de volgende theorieën: - de centrale plaatsentheorie van Christaller, 1933, - de ruimtelijke interactietheorie van Reilly, 1931, - de theorie van cumulatieve causatie van Nelson, - de Spatial Competition theorie van Hotelling uit en de theorie van Myrdal uit Aan de hand van deze theorieën wordt de grondslag voor de hypothesen in hoofdstuk 4.8 gelegd. In hoofdstuk 3 wordt in de eerste paragraaf de huidige winkelstructuur in Nederland besproken. Hoe is de opbouw van winkelgebieden en hoe functioneren deze winkelgebieden binnen die segmentatie? Vervolgens wordt de branchering van winkelgebieden beschreven in 3.3. In paragraaf 3.4 worden de trends die van invloed zijn op het functioneren van deze verschillende winkelgebieden kort besproken. In hoofdstuk 4 wordt dieper ingegaan op de positie van de supermarkt in Nederland. Waarin verschilt de supermarkt ten opzichte van overige retail, hoe ontwikkelen de bestedingen zich in de supermarkt en wat zijn de ontwikkelingen in die supermarkt wereld. De supermarkt is een belangrijk onderdeel van een winkelcentrum. Hoe verhoudt zij zich tot andere winkels en hoe onderscheiden supermarkten zich ten opzichte van elkaar. De positionering van de supermarkten onderling wordt in hoofdstuk 4.6 beschreven. Aan het eind van hoofdstuk 4 worden de hypothesen gesteld. In hoofdstuk 5 wordt de onderzoeksopzet besproken en worden de opvallendste uitkomsten kort besproken. Tot slot wordt de data geanalyseerd in hoofdstuk 6 en wordt een conclusie getrokken. Daarna volgt een discussie en een reflectie. 10

12 2 THEORETISCHE ACHTERGROND 2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk zal aan de hand van literatuuronderzoek een theoretisch kader worden ontwikkeld. Wat houdt het begrip winkelvastgoedmarkt nu eigenlijk in. Hoe ziet de winkelmarkt in Nederland eruit en hoe is die ontstaan? Welke factoren bepalen de vestigingskeuze van een winkelier? Welke factoren zijn van invloed op de huur die betaald wordt en bepaalt die huur -in het verlengde daarvande waarde van winkelvastgoed? Aan de hand van het model van Wheaton en dipasquale wordt duidelijk gemaakt op welke wijze de huur van invloed is op de waarde van vastgoed. Dit onderzoek wordt gedaan vanuit het oogpunt van de belegger. 2.2 DE WINKELVASTGOEDMARKT Van Gool et al.,2007, definieert de winkelvastgoedmarkt als volgt: Het gedeelte van de markt voor commercieel onroerend goed waarop verhandeling plaatsvindt van panden met een detailhandelsfunctie en van de detailhandel daarin. Tot de detailhandel behoren alle consumentverzorgende bedrijven die rechtstreeks al dan niet in eigen bedrijf vervaardigde goederen verkopen aan particulieren (Bergsma, 2009). Op welke manier is de huurwaarde van invloed op de waarde van winkelvastgoed? De waarde van het vastgoed van de belegger is afhankelijk van een aantal factoren, waarvan de te verwachten huurinkomsten in feite de belangrijkste is. Overzicht van de overige factoren: - Exploitatiekosten en financieringskosten van het betreffende vastgoed. - Verder de hoogte van de huur en de zekerheid van die huurstroom. Dat laatste hangt af van de inhoud van de huurovereenkomst en van de kwaliteit van de huurder - Het bruto aanvangsrendement (het BAR); dat is het rendement dat hij wenst te behalen op het vastgoed. Het BAR geeft de verhouding aan tussen de bruto markthuur bij volledige verhuur van het object ten opzichte van de verwervingskosten. Voor het Bar geldt dat hoe risicovoller de belegging hoe hoger het BAR. De waarde van het onroerend goed wordt bepaald door de hoogte van de huur: het BAR. Een belegger wil een zo hoog mogelijk rendement behalen. De winkelier op zijn beurt is bereid meer huur te betalen naarmate zijn omzetverwachting hoger is. Het te behalen BAR is o.a. afhankelijk van de rendementseis van de belegger en van de rentestand. Hoe hoger de rente die een belegger ontvangt voor zijn geld op de bank, hoe meer rendement hij zal willen behalen op zijn investering in vastgoed. Door geld op te bank te zetten behaalt hij immers risicoloos een bepaald tegenwoordig extreem laag- rendement. Een belegger is alleen dan bereid een risico te nemen indien dat risico hem de kans geeft op een hoger rendement. Het te behalen rendement bestaat uit risicoloos deel en een risicodragend deel. Hoe hoger het risico is dat de belegger neemt hoe hoger de rendementseis van de belegger zal zijn. Daarnaast zijn de te verwachten inflatie en het te verwachten indirect rendement bij verkoop van invloed op het BAR. 11

13 Voor het onderzoek is het BAR verder buiten beschouwing gelaten. Het onderzoek richt zich op de huurstroom. De winkelvastgoedmarkt bestaat uit deelmarkten. Het gaat immers om zowel de panden die worden verhandeld als ook om de detailhandel die in deze panden plaatsvindt. Hoe deze markten zich tot elkaar verhouden wordt duidelijk in de volgende paragraaf. 2.3 WHEATON EN DIPASQUALE De vastgoedmarkt bestaat uit deelmarkten zoals onderstaand analytisch model van Wheaton en dipasquale (1996) laat zien. In hun vier kwadrantenmodel wordt weergegeven hoe de vastgoedmarkt functioneert. In de ideale situatie zijn de beschikbare voorraad, huurprijs per vierkante meter, de markt (ver)koopprijs van ruimte, de kosten voor ontwikkeling en het nieuwbouw-productieniveau allen met elkaar in evenwicht. Het model is vraaggericht en neoklassiek van aard. De Neoklassieken legden nadruk op de stabiliteit in de geaggregeerde vraag (van consumenten) en op de snelle aanpassing van prijzen aan verandering en vraag en aanbod. Ze gingen daarbij uit van het rationeel handelen van individuen. De hoogte van de huurprijs en de omvang van het aanbod worden gevormd door de actoren die dit speelveld beïnvloeden en beheren. Dit zijn de beleggers/investeerders, de ontwikkelaars en bouwers, en de gebruikers op de markt. Zij zijn allen van elkaar afhankelijk. Figuur 1 - Vierkwadrantenmodel van dipasquale en Wheaton 12

14 Het model geeft de vier markten weer. De bouwmarkt De beleggingsmarkt De gebruikersmarkt De voorraadmarkt Het model start vanaf het eerste kwadrant. De vraag naar ruimte. De vraag naar ruimte wordt gezien als de centrale vraag. Pas als een detaillist verwacht een rendabele onderneming te kunnen exploiteren, zal de wens naar winkelvloeroppervlakte ontstaan. Naarmate de omzetverwachting hoger is, is de ondernemer bereid meer huur, te betalen. Verder zal ook een hogere winstverwachting leiden tot de bereidheid een hogere huur te betalen. Omzetverwachting en winstverwachting zijn uit de aard der zaak nauw aan elkaar gerelateerd. De vraag naar ruimte door detaillisten zal toenemen naar mate de winstverwachting toeneemt. De huur van het onroerend goed op haar beurt bepaalt voor een belangrijk deel het rendement van de belegger op de beleggersmarkt die in kwadrant 2 is omschreven. De belegger is bereid meer te betalen voor vastgoed dat een hogere huurprijs opbrengt. Wanneer de belegger bereid is meer te betalen voor het onroerend goed zal de ontwikkel- en bouwmarkt reageren door te bouwen zoals blijkt in het 3 e kwadrant. Het vierde kwadrant is het kwadrant waar evenwicht ontstaat. Meer aanbod betekent immers dat de prijs zal stabiliseren. Het model kent een aantal beperkingen: Het houdt geen rekening met de vertraging tussen vraag naar en aanbod van onroerend goed. Bouwen van vastgoed neemt nu eenmaal tijd in beslag waardoor de evenwichtssituatie niet aan de orde is, dan wel met grote vertraging ontstaat. Een snelle aanpassing van prijzen in reactie op een verandering in vraag en aanbod is niet ook niet aan de orde. Het gaat ervan uit dat informatie over de markt volledig en voor iedereen beschikbaar is, en dat actoren volledig rationeel handelen naar aanleiding van deze informatie. Dit model gaat uit van een klassieke of neoklassieke denkwijze. Beide veronderstellen immers een rationeel handelende mens. Het model niet generaliseerbaar voor de volledige commerciële vastgoedmarkt. Elk stuk vastgoed heeft unieke kenmerken Het systeem is beperkt in de mogelijkheid te reageren op een snel veranderende situatie zoals de huidige kredietcrisis, door een dergelijke calamiteit raakt de markt heel snel verder uit evenwicht. Al met al kan het model niet dienen als marktconform rekenmodel, maar het illustreert erg inzichtelijk de onderlinge afhankelijkheid van spelers in de verschillende markten, en de invloed die een verandering in één factor heeft op de totale (deel)marktsituatie. Begrijpelijk hierbij is dat een verandering in meer dan één factor tegelijkertijd, het systeem nog sneller uit evenwicht zal halen, met als gevolg dat de uitkomsten niet meer bruikbaar zijn. De waarde van onroerend goed is afhankelijk van de vraag naar ruimte. De hoogte van de huur wordt bepaald door het vertrouwen dat de retailer heeft in de betreffende locatie. Deze thesis doet een onderzoek naar de invloed van supermarkten in een buurtwinkel of wijk winkelcentrum en zal zich beperken tot de gebruikersmarkt en de beleggersmarkt. Kwadrant 1 en 2 van het model van Wheaton en di Pasquale. 13

15 2.4 LOCATIE-THEORIEËN In deze paragraaf wordt een kort overzicht gegeven van de diverse locatietheorieën die een verklaring proberen te geven voor het ontstaan van winkelgebieden op diverse niveaus. Wat is een locatietheorie? Locatietheorieën houden zich bezig met locaties waar economische activiteiten plaatsvinden. Deze theorieën zijn niet enkel economisch van aard, ze hebben ook een geografische kant. De belangrijkste vraag waar de locatietheorie zich mee bezig houdt, is de vraag naar de beste vestigingslocatie voor een onderneming (Dijk, 2009). Een locatietheorie is het geheel van uitspraken die een verklaring geven voor de locatiekeuze van bedrijven en voorzieningen (Atzema et al., 2012). Locatietheorieën zijn gericht op de primaire, secundaire en tertiaire sector. De locatietheorieën zijn in te delen in de (neo) klassieke theorieën en de Behaviorale theorie In de (neo) klassieke theorieën zijn drie concepten te onderscheiden. 1. Land use theorie (Van Thunen, 1826), heeft betrekking op de beste indeling van een landschap en locatie voor een landbouwbedrijf op basis van een minimalisatie van transportkosten 2. De centrale plaatsen theorie (Christaller, 1933). Het landschap wordt ingedeeld aan de hand van minimale afzetgebieden voor bepaalde producten 3. Spatial competition theorie van Hotelling uit 1929 richt zich op de kracht die bedrijven hebben bij een monopolie positie in een bepaald gebied. De klassieke theorie bekijkt de keuze voor een locatie van een organisatie vanuit een minimalisering van kosten. De beschikbaarheid van productiefactoren zijn daardoor bepalend voor een bedrijf om tot een optimale locatiekeuze te komen. Er wordt geen rekening gehouden met factoren als vraag en nut in de klassieke theorieën. De neoklassieke theorieën lijken op de klassieke theorieën maar voegen zaken als vraag en nut toe. De consument wil zijn nut maximeren, is een toegevoegde stelling. De neoklassieke theorie gaat uit van de zelfregulerende werking van de markt zoals ook in het model van Wheaton en dipasquale duidelijk is te zien. Niet alleen kosten maar ook opbrengsten worden in de beschouwing betrokken. Het bestaan van schaalvoordelen wordt meegenomen in de analyse. Gezien het onderwerp van het onderzoek worden hier verder enkel die theorieën besproken die zich richten op de winkelmarkt. De tertiaire sector. Er zijn diverse locatietheorieën in de economische geografie over de dynamiek van winkelcentra en het functioneren daarvan. Evenals in het model van Wheaton en dipasquale gaan zowel de klassieken als de Neoklassieken uit van de economic man, de homo economicus, de volstrekt rationeel handelende mens. In de praktijk is de mens echter niet 100% rationeel en beschikt hij niet over alle relevante informatie met betrekking tot marktomstandigheden en productiefactoren om volledig rationeel te kunnen handelen. Geen van de theorieën is zo duidelijk terug te vinden in de Nederlandse detailhandelsstructuur als die van Christaller uit De theorie van Christaller behoort tot de Neoklassieken waarin rekening 14

16 gehouden wordt met de marktfunctie en niet alleen met de afstand tot de markt. Christaller baseert zijn theorie op consumptie en niet op kosten. In de centrale plaatsentheorie van Christaller heeft ieder goed een marktgebied. De grootte van dit marktgebied wordt bepaald door de reikwijdte. De reikwijdte is de maximale afstand die een consument wil afleggen om een bepaald goed te kunnen kopen. Het gaat hierbij niet om de absolute afstand in kilometers maar om de afstand in tijd of geld, ook wel de economische afstand genoemd. Christaller ging ervan uit dat de kosten van verplaatsing lineair toenemen met de afstand. Een twee keer zo grote afstand levert zodoende twee keer zo hoge kosten op. Vanwege deze kostentoename kopen consumenten hun goederen zo dicht mogelijk bij de plaats waar ze wonen. De opbouw van de winkelstructuur door de overheid in de jaren 50, is gebaseerd op de centrale plaatsentheorie van Christaller. Volgens de theorie is de rangorde van de diverse winkelcentra te verklaren aan de hand van de vraagbehoefte van een detaillist. Volgens deze theorie kiezen consumenten voor een bepaald winkelcentrum op basis van de af te leggen afstand. Voor dagelijkse behoeften (verbruiksgoederen) als een brood is men minder bereid afstanden af te leggen dan voor gebruiksgoederen als een surfplank of een fiets, zaken die minder vaak gekocht worden. Voor die goederen is men eerder bereid een grotere afstand af te leggen. Doordat winkels met eenzelfde vraagniveau zich bij elkaar vestigen ontstaat een rangorde in winkelgebieden. Winkels die in dezelfde soort behoeften voorzien zullen elkaar opzoeken in eenzelfde winkelgebied. Zij hebben eenzelfde vraagniveau. Het draagvlak kan klein zijn bij de dagelijkse goederen. Bij luxegoederen zijn veel grotere draagvlakken nodig. Dit is de functionele hiërarchie. Een stad bestaat uit stadsdelen, deze bestaat uit wijken, de wijken bestaan uit buurten. Elk met voorzieningen op dat niveau. Zo is een fijnmazige infrastructuur ontstaan met boven in de rangorde de centrale plaats van de eerste orde: de plaats met het grootste aantal winkels. Dit centrum heeft binnen het gewest het grootste aanbod en daardoor de grootste aantrekkingskracht. Helemaal onderin de orde worden de buurtwinkelcentra aangetroffen. Figuur 2 - De winkelstructuur van Christaller,1933 Elk centrum bevat een compleet dagelijks aanbod en naarmate het centrum groter wordt, wordt daar niet-dagelijks aanbod aan toegevoegd. In het grotere gebied zullen zich derhalve winkels 15

17 bevinden die in het kleinere centrum niet kunnen worden aangetroffen. De koopkrachtafvloeiing van het grotere (A) naar het kleinere centrum (B) of van (B) naar (C) bestaat voor deze winkels daarom niet. Andersom vloeit er wel degelijk koopkracht van de kleinere centra (C) naar (B) en van (B) naar (A) dus van de kleinere naar de grotere centra. Centra die hoger in de hiërarchie staan. Volgens de theorie van Christaller kiest de consument die winkels die zich het dichtst bij zijn woonomgeving bevinden. De consument wil volgens die theorie de afstand minimaliseren. Die theorie van geeft schetsmatig aan hoe de winkelstructuur in Nederland in elkaar zit. Hij gaat daarbij uit van een aantal aannames: De markt is transparant en efficiënt, iedereen heeft volledige marktkennis. Er heerst volledige mededinging. Verplaatsingskosten nemen recht evenredig toe met afstand. Er is geen sprake van schaalvoordelen en of agglomeratievoordelen. Consumenten en producenten acteren rationeel. In de praktijk zijn deze aannames niet houdbaar. De Centraleplaatsen theorie van Christaller is een statische theorie. Het verklaart het bestaan van een regionale ruimtelijke structuur, maar kan niet uitleggen hoe die structuur zich heeft ontwikkeld en hoe die zou kunnen veranderen in de toekomst. Het gaat uit van een gelijkmatige verdeling van de natuurlijke hulpbronnen houdt met constante factoren rekening en veronderstelt een gelijkmatige verdeling van de bevolking. Dit gebeurt zelden in de praktijk. Voor het onderzoek is het hier van belang in te gaan op de theorieën die betrekking hebben op retail. Bolt beschrijft deze theorieën in zijn boek Winkelvoorzieningen op waarde geschat. Naast de klassieke theorie van Christaller, en neoklassieke theorie van Hotelling (1929) waar het gaat over ruimtelijke factoren komen daar ook niet- ruimtelijke theorieën aan de orde: Nelson (1958) bekijkt het winkellandschap vanuit een niet- ruimtelijk perspectief, namelijk vanuit de wens van de klant (Bolt, 2003).Volgens de theorie van Nelson, die behoort tot de Neoklassieken, wensen consumenten een bepaalde concentratie van winkels in een branche. De mogelijkheid tot kiezen wordt daarmee vergroot en een consument wil zijn keuze voor een aankoop verantwoorden. De aankoop is een persoonlijke keuze en heeft een hoge gevoelswaarde voor de consument. Het bij elkaar plaatsen van winkels in dezelfde branche vergroot de aantrekkingskracht van het centrum doordat de klant meer keuze heeft en daardoor zijn aankoop weloverwogen kan doen. Dit maakt de aankoop ook beter te verantwoorden voor de consument. Beleving is hier een belangrijke factor. Hier gaat het over winkelen De consument denkt na over zijn aankoop, wil een weloverwogen beslissing maken en zoekt het gebied op waar hij de meeste kans van slagen heeft en waar hij de meeste kans heeft om tot een weloverwogen beslissing te komen. Nelson noemt dit verschijnsel de cumulatie van attractie. Voor dagelijkse goederen is het belang van het kiezen veel minder of niet aanwezig. De afweging waar iemand zijn pak suiker haalt heeft nauwelijks verantwoording nodig. Deze theorie stamt uit De keuze in supermarkten was toen veel kleiner en de factor afstand van veel groten belang dan nu. Consumenten zijn immers veel mobieler geworden. De Theorie van Hotelling (1929), is gebaseerd op een analyse van het marktgebied waarin een bedrijf ruimtelijke monopolistische kracht heeft (Dijk,2009). Bedrijven zullen zich daar vestigen waar de 16

18 productiekosten en transportkosten samen zo laag mogelijk zijn en het marktgebied zo groot mogelijk is. Indien in een marktgebied twee bedrijven, gevestigd zijn die een identiek product verkopen en gelijke productiekosten hebben, dan zal het bedrijf met de meer optimale vestigingsplaats de laagste transportkosten hebben en dus met de laagste kostprijs op de markt kunnen komen. Dat bedrijf heeft de grootste marge tussen verkoopprijs en kostprijs en is in principe de sterkere concurrent. Hotelling gaat ervan uit dat ondernemers rekening houden met de ruimtelijke strategie van hun concurrenten. Elk bedrijf probeert voor zichzelf de beste vestigingsplaats te verkrijgen; het wil zich zo dichtst mogelijk bij de potentiële klant vestigen. Het wil daarmee voorkomen dat de concurrent meer verkoopkansen zal hebben. Hierdoor staat een tendens tot agglomeratie, met andere woorden, het samenkomen van verschillende economische activiteiten (Cuppen,2007). Reilly (1931), gaat ervan uit dat consumenten zich niet alleen laten leiden door de afstand tot een verkooppunt bij de keuze bij wie ze hun producten kopen, maar ook door andere factoren. Naast de factor afstand spelen namelijk ook de grootte en de aantrekkelijkheid van de verkopende onderneming een rol. Christaller (1933), baseert zijn theorie op het principe van afstandminimalisatie bij de consument, terwijl Reilly er bij zijn theorie vanuit gaat dat consumenten juist niet per se het dichtstbijzijnde winkelcentrum zullen kiezen, maar zullen kiezen voor het meest aantrekkelijke winkelcentrum, en een eventueel grotere afstand dan maar voor lief nemen. Hij ontwikkelde een formule op basis waarvan per winkelcentrum de aantrekkingskracht kan worden bepaald. Volgens zijn theorie verhoudt de aantrekkingskracht van twee verzorgingskernen op een tussenliggende kern zich evenredig tot de inwoners van deze verzorgingskernen en omgekeerd evenredig tot het kwadraat van de afstanden van deze verzorgingskernen tot de tussenliggende kern (Bolt,1995). De afstand tot de grote centra heeft een aanzienlijke invloed op de koopkrachtafvloeiing en toevloeiing van een centrum. Een plaats die verder weg ligt van het grotere centrum kan de koopkracht op grond van de afstand aan de eigen plaats binden. Consumenten accepteren daarbij het minder uitgebreide aanbod van artikelen. Dit zorgt ook voor een koopkrachttoevloeiing uit omliggend gebied. Ligt de plaats dichtbij het grote centrum dan geldt uiteraard het omgekeerde, de koopkrachtbinding aan het plaatselijke detailhandelsapparaat is veel geringer (Bolt, 2003). De consumenten verkiezen eerder het grote centrum, waarmee koopkracht dus afvloeit uit de eigen plaats (Cuppen,2009). De theorie van Myrdal (1956) die een uitleg geeft op basis van strategische factoren gaat uit van de wens van bedrijven zich bij elkaar te vestigen, terwijl Nelson, (1958) uitgaat van de wens van de consument. Myrdal gaat ervan uit dat het ene bedrijf op grotere schaal mensen aantrekt dan het andere. Deze publiekstrekkers hebben een positieve invloed op de omzet in het gebied. Zij trekken immers consumenten uit een groter verzorgingsgebied aan dan andere bedrijven doen en hebben daardoor een stuwende economische functie (Bolt, 2003). Volgens de theorie van Myrdal zouden winkels binnen een centrum profiteren van de aanwezigheid van een publiekstrekker. Beide theorieën, zowel de klassieke als neoklassieke locatietheorie gaan uit van een economic man. In de praktijk zal dit echter niet het geval kunnen zijn. De theorieën vooronderstellen volledige kennis van markten en bovendien gaan zij impliciet- uit van de economic man, de volstrekt rationeel denkende mens. De economic man beschikt dus over alle relevante informatie ten aanzien van alle relevante productiefactoren en marktomstandigheden en is in staat is om deze 17

19 informatie op een rationele manier te benutten (Atzema et al.,2012). Volledige informatie is echter een illusie en daardoor zal noch de ondernemer noch de consument zich ooit kunnen gedragen als een economic man. Daarnaast gaan de beide theorieën niet uit van de realiteit. Het begrip bereikbaarheid wordt buiten beschouwing gelaten. De theorieën hebben een sterk normatieve inslag. Er wordt namelijk behandeld hoe ondernemers zich zouden moeten gedragen, niet hoe de ondernemers zich daadwerkelijk gedragen. (Cuppen,2009). Na de klassieke - en de neoklassieke theorie ontstond de behaviorale theorie. De behaviorale theorie gaat niet uit van de economic man zoals de (Neo)klassieken dat wel doen. Deze theorie neemt ook mee dat mensen zich laten leiden door sociale relaties; terwijl in neoklassieke theorie de factoren voor bedrijf verplaatsing traditioneel kostengerelateerd zijn (transportkosten, arbeidskosten, marktgrootte, zijn deze factoren in de behaviorale theorie vooral psychologisch van aard en intern gericht, zaken als vaardigheden en perceptie zijn hier van belang. 2.5 CONCLUSIE De vastgoedmarkt bestaat uit deelmarkten. De vraag naar ruimte bepaalt uiteindelijk de waarde van onroerend goed zoals het model van Wheaton en dipasquale laat zien. Volgens de theorie van Christaller (1933) is de hiërarchie in winkelcentra ontstaan op basis van een minimale afzetbehoefte van de retailer en de wens van de consument de afstand van woning naar een winkel te minimaliseren. De winkels die een gelijke afzetbehoefte hebben, zitten daardoor bij elkaar. Volgens de theorie van Nelson vindt de consument het prettig wanneer een bepaalde concentratie van winkels in een branche bij elkaar gevestigd is. De mogelijkheid tot kiezen wordt daarmee vergroot en een consument wil zijn keuze voor een aankoop verantwoorden. Nelson doelt hierop het shoppen en niet zozeer op het boodschappen doen. Nu de keuze in supermarkten zo is toegenomen ten opzichte van de tijd waarin Nelson zijn theorie schreef, is het logisch aan te nemen dat de klant bij het boodschappen doen hier een afweging maakt. Reilly (1931), geeft aan dat de aantrekkelijkheid van een winkelcentrum kan prevaleren boven het dichtstbijzijnde centrum. De klant is bereid verder te rijden indien het verder gelegen centrum aantrekkelijker is dan het dichtstbijzijnde. Naast de factor afstand spelen, zo zegt hij, ook de grootte en de aantrekkelijkheid van de verkopende onderneming een rol. Vervolgens gaat Myrdal ervan uit dat het ene bedrijf op grotere schaal mensen aantrekt dan het andere. Deze publiekstrekkers zouden een positieve invloed hebben op de omzet in het gebied. Zij trekken immers consumenten uit een groter verzorgingsgebied aan dan andere bedrijven doen en hebben daardoor een stuwende economische functie (Bolt, 2003). Volgens de theorie van Myrdal zouden winkels binnen een centrum profiteren van de aanwezigheid van een publiekstrekker. Vanuit de besproken theorieën is het aannemelijk dat met twee supermarkten in een winkelcentrum, het centrum als geheel beter zal presteren dan met één supermarkt omdat daarmee de keuze vergroot wordt. Aannemelijk is, daaruit voortvloeiend ook, dat wanneer het aanbod vanuit deze supermarkten groter is, dus wanneer twee supermarkten met een verschillende positie in de markt gevestigd zijn, dit de aantrekkelijkheid van het centrum vergroot. Daarbij komt dat de klant een betere mogelijkheid heeft haar aankoop voor zichzelf te verantwoorden, omdat er meer winkels zijn. Doordat de aantrekkelijkheid van het centrum groter wordt door deze twee supermarkten, is het aannemelijk dat de klant dit centrum laat prevaleren boven het dichtstbijzijnde centrum. 18

20 3 DE WINKELSTRUCTUUR IN NEDERLAND 3.1 INLEIDING In dit hoofdstuk zal inzicht gegeven worden in het ontstaan van de winkelstructuur zoals we die nu kennen in Nederland. Hoe is deze ontstaan, hoe maken we een verdeling in deze centra en hoe functioneren ze. Het belang van een branchering in een centrum wordt beschreven en de trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op de wijziging in het koopgedrag van de consument wordt besproken. 3.2 SEGMENTATIE VAN WINKELCENTRA In Nederland bestaat een zeer fijnmazige detailhandelsstructuur die zeer uniek is in de wereld. In Nederland hebben we 6 miljoen m² bruto vloeroppervlak aan planmatige winkelcentra (Nederlandse Raad voor Winkelcentra, 2008). De NRW hanteert als definitie voor winkelcentra: centra die planmatig ontwikkeld zijn en over meer dan 3 verkooppunten beschikken. Deze centra in Nederland zijn gemiddeld gezien relatief klein in vergelijking tot de rest van Europa. Dat laatste wordt veroorzaakt door de vele buurt en wijkwinkelcentra die we in Nederland hebben. Hoe is deze structuur in Nederland tot stand gekomen? In de vijfde nota ruimtelijke ordening werd door het Rijk meer vrijheid gegeven aan de provincie en aan de gemeente om randvoorwaarden te scheppen ten behoeve van de winkelstructuur. Niet alleen de overheid bepaalt echter de wijze waarop winkelgebieden ontstaan en zich ontwikkelen. De consument en de reactie van de detaillist op het gedrag van die consument hebben daar ook invloed op. Na de jaren vijftig breekt een periode aan van enorme groei, economische maar ook demografische groei. Het gevolg daarvan is dat woningen gebouwd moeten worden om al deze mensen te huisvesten. De nieuwbouwwijken die toen ontstonden moesten worden voorzien van voorzieningen, winkels en in grotere wijken winkelcentra. De bestaande voorzieningen waren niet voldoende om de toename van consumenten aan te kunnen. De bestaande structuur was eenvoudig niet toereikend voor die mate van toename. In deze periode stond functiescheiding centraal. Met functiescheiding is hier bedoeld: dat wonen, werken en winkelen strikt van elkaar gescheiden zijn, althans in ruimtelijke zin. De uitbreidingen van de wijken werden volgens dit principe gebouwd. De opbouw van de wijken werd door de rijksoverheid gestructureerd volgens de principes die toen heersten (Nozeman E. F., 2012). Detailhandel kan gesegmenteerd worden in verschillende typen. Nozeman et al., (2012) geven aan dat gedurende de jaren vijftig en zestig uitbreidingswijken zijn gerealiseerd met planmatig gerealiseerde (winkel)voorzieningen als aanvulling op het bestaande hoofdcentrum van een stad. Deze centra zijn hiërarchisch te ordenen op basis van grootte waarbij, conform bestaande theorie, elk groter centrum tevens het aanbod van de kleinere centra omvat. De basis hiervan is de Centrale plaatsen theorie van Christaller (1933).. 19

De strijd om de harde A1

De strijd om de harde A1 De strijd om de harde A1 Ontwikkelingen in het A1-winkelgebied november 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De strijd om de harde A1 In de populairste winkelstraten in Nederland is een strijd gaande

Nadere informatie

MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN

MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN 13 OKTOBER 2017 Status: Definitief Datum: 13 oktober 2017 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam 1E 1013

Nadere informatie

winkelruimte oost-nederland Overijssel en Gelderland

winkelruimte oost-nederland Overijssel en Gelderland Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente 1 Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente Fact sheet augustus 15 Net als Amsterdammers kopen bewoners in de Amsterdamse regio steeds meer niet-dagelijkse producten (kleding, muziek, interieurartikelen)

Nadere informatie

De zekerheid van supermarkten

De zekerheid van supermarkten De zekerheid van supermarkten Onderzoek naar de kenmerken van supermarktbeleggingen www.dtz.nl www.dtz.com Supermarktbeleggingen: een veilige haven Schaarse locaties Zeker in tijden van economische onzekerheid

Nadere informatie

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Presentatie door: Jeroen Lokerse CUSHMAN & WAKEFIELD KANSEN EN BEDREIGINGEN IN DE NEDERLANDSE WINKELMARKT

Presentatie door: Jeroen Lokerse CUSHMAN & WAKEFIELD KANSEN EN BEDREIGINGEN IN DE NEDERLANDSE WINKELMARKT Presentatie door: Jeroen Lokerse CUSHMAN & WAKEFIELD KANSEN EN BEDREIGINGEN IN DE NEDERLANDSE WINKELMARKT Inhoud Introductie spreker: drs. Jeroen M. Lokerse MSRE MRICS Korte introductie Cushman & Wakefield

Nadere informatie

Marketingbeleid AFDELING

Marketingbeleid AFDELING 2 Marketingbeleid AFDELING meerkeuzevragen juist-onjuistvragen opdrachten MARKETINGBELEID - Afdeling 2 27 21 marktgericht ondernemen meerkeuzevragen 2.1 1 Welke bewering over industriële marketing is juist?

Nadere informatie

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Aanleiding voor het onderzoek

Aanleiding voor het onderzoek Aanleiding voor het onderzoek Gemeente Heerlen, juni 2013, alle zondagen koopzondag; wekelijkse koopzondag Centrum gestart m.i.v. september 2013 Heroverweging wekelijkse koopzondag in 2015 Breed gedragen

Nadere informatie

Bijlage 2: afwegingskader locatiekeuze supermarkt

Bijlage 2: afwegingskader locatiekeuze supermarkt Bijlage 2: afwegingskader locatiekeuze supermarkt In deze bijlage is het afwegingskader opgenomen voor de locatiekeuze van de supermarkt in Geertruidenberg. De locaties Venestraat en Schonckplein zijn

Nadere informatie

Oosterhout, visie boodschappenstructuur. Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein

Oosterhout, visie boodschappenstructuur. Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein Oosterhout, visie boodschappenstructuur Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein Achtergrond Detailhandel sterk in beweging Opkomst e-commerce Dalende bestedingen Omvallende ketens Leegstand

Nadere informatie

De stand van retail in Nederland. woensdag 16 september 2015

De stand van retail in Nederland. woensdag 16 september 2015 De stand van retail in Nederland woensdag 16 september 2015 Founder en Directeur Retaildenkers.nl Wie is Rupert? verbinder Inspiratie storytelling Marketing ondernemersboeken Klant centraal retaildeskundige

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Hoek van Holland. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Hoek van Holland. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Centrum 4 2.2 Verspreide bewinkeling 5 3 Koers detailhandelsstructuur

Nadere informatie

Rabobank Cijfers & Trends

Rabobank Cijfers & Trends Detailhandel in wonen De detailhandel in wonen bestaat uit de volgende branches: woninginrichting (onder te verdelen in meubelspeciaalzaken, woningtextielspeciaalzaken, slaapspeciaalzaken en gemengde zaken),

Nadere informatie

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws.

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws. Peter Nieland (PN) Echtgenoot Blogger Directeur Kadastermens Mountainbiker Westfries Vader van Nick PN = Positief Nieuws Kaartenman Voorzitter Bar-End Shopper (kijker) Winkelman En wie bent u? Naam. Gemeente.

Nadere informatie

winkelruimte zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

winkelruimte zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Winkelleegstand in Nederlandse binnensteden

Winkelleegstand in Nederlandse binnensteden Winkelleegstand in Nederlandse binnensteden Een kwantitatief onderzoek naar de factoren die mogelijk van invloed zijn op winkelleegstand in binnensteden J.G. Groen Masterthesis Economische Geografie Universiteit

Nadere informatie

De strijd om de harde A1

De strijd om de harde A1 De strijd om de harde A1 Ontwikkelingen in het A1-winkelgebied November 2014 Duidelijk. DTZ Zadelhoff www.dtz.nl De strijd om de harde A1 DTZ Zadelhoff 1 De strijd om de harde A1 In de populairste winkelstraten

Nadere informatie

Quick scan haalbaarheid en effecten discountsupermarkt Mook

Quick scan haalbaarheid en effecten discountsupermarkt Mook Quick scan haalbaarheid en effecten discountsupermarkt Mook datum: 2-2-2015 projectnummer: 1515.1114 Aanleiding Eerder dit jaar heeft de ontwikkelcombinatie Progres Real Estate B.V. & JAVO Vastgoed een

Nadere informatie

Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen

Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen Op 24 september werden de koopstromen 2015 van Oost- Nederland gepresenteerd door het onderzoeksbureau

Nadere informatie

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Rapportnummer:

Nadere informatie

Werk aan de winkel! Beneden-Leeuwen, 19 april Veronique Bulthuis, sectormanager retail

Werk aan de winkel! Beneden-Leeuwen, 19 april Veronique Bulthuis, sectormanager retail Werk aan de winkel! Beneden-Leeuwen, 19 april 2016 Veronique Bulthuis, sectormanager retail Rabobank Kennis en Inspiratie Véronique Bulthuis Sectormanager Retail Rabobank Nederland Agenda Stand van Nederland

Nadere informatie

winkelcentra kennen de wijk

winkelcentra kennen de wijk P. 210 Slimme Bas Buvelot winkelcentra kennen de wijk P. 211 Veel naoorlogse wijken in Nederland worden momenteel vernieuwd omdat de woningvoorraad niet meer aansluit bij de woonwensen van de hedendaagse

Nadere informatie

De lessen van winkelcentrum Kerkelanden :00

De lessen van winkelcentrum Kerkelanden :00 De lessen van winkelcentrum Kerkelanden 26-10-2017 11:00 Winkelcentrum Kerkelanden in Hilversum is onlangs bekroond met de NRW jaarprijs 2017. Wat maakt dit project zo succesvol? VJ sprak met eigenaar

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Hoogvliet. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Hoogvliet. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Winkelcentrum - Binnenban 4 2.2 In de Fuik 5 2.3 Lengweg 5 2.4

Nadere informatie

ruimtelijke effecten van PUP s

ruimtelijke effecten van PUP s ruimtelijke effecten van PUP s Contact: Geert Welten (geert.welten@rho.nl) of Remko Bak (remko.bak@rho.nl) of bel: 010 201 8555 1 Agenda 1. Inleiding 2. Waar gaat het over 3. Doelgroep: afhalen vs. winkelen

Nadere informatie

Dynamiek in het supermarkt landschap. Peter ter Hark

Dynamiek in het supermarkt landschap. Peter ter Hark Dynamiek in het supermarkt landschap Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 13 oktober 2016 Onderwerpen vandaag Dynamiek in supermarktland; Hoe gedraagt de supermarktklant

Nadere informatie

Winkelruimtemarkt Nederland 4e kwartaal 2018

Winkelruimtemarkt Nederland 4e kwartaal 2018 De omzet (ongecorrigeerd) van de detailhandel is in het vierde kwartaal met 3,4% gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. De volumes stegen met 2,5%. De omzet van de food winkels steeg met 3,3%.

Nadere informatie

SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Retailscan De Retailscan 2014 is 350 x ingevuld. 24% van de respondenten is werkzaam in de foodsector en 76% in de non food. Van de respondenten

Nadere informatie

Supermarkt Beleggingsfonds Mei 2013

Supermarkt Beleggingsfonds Mei 2013 Dia 1 Supermarkt Beleggingsfonds Mei 2013 Dia 2 Inhoud presentatie 1. Opzet nieuw supermarktfonds 2. De Belegging 3. Supermarkten in Nederland 4. Locaties: Albert Heijn te Maasland Plus in Pernis Lidl

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek

Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek Veelgestelde vragen over het winkelhuurprijzenonderzoek Waarom een winkelhuurprijzenonderzoek? Ondernemers willen een redelijke prijs betalen voor de goederen en diensten die worden aangeschaft. Bedrijfshuisvestiging

Nadere informatie

Vraagstimulerende maatregelen

Vraagstimulerende maatregelen Dynamica in de retail. Deze week is er een spraakmakend rapport uitgekomen dat de situatie in de winkelretail beschrijft. Het rapport van Dynamis komt tot de conclusie dat vraagsturing niet tot het gewenste

Nadere informatie

KoopstromenMonitor Gemeente Hilversum

KoopstromenMonitor Gemeente Hilversum KoopstromenMonitor Gemeente Hilversum Detailhandel in zwaar weer De marktomstandigheden voor de gevestigde detailhandel zijn er de afgelopen jaren niet beter op geworden. Tussen 2008 en 2012 is de totale

Nadere informatie

Bron: Kees Hummel in opdracht van Kroonenberg Groep. Special huurprijzen winkelmarkt 2016

Bron: Kees Hummel in opdracht van Kroonenberg Groep. Special huurprijzen winkelmarkt 2016 Bron: Kees Hummel in opdracht van Kroonenberg Groep Special huurprijzen winkelmarkt 2016 Normalisatie van winkelhuren biedt retailers perspectief De winkelhuurprijzen zijn in tweederde van de door JLL

Nadere informatie

BEHOEFTE AAN BEOOGDE SUPERMARKT

BEHOEFTE AAN BEOOGDE SUPERMARKT BEHOEFTE AAN BEOOGDE SUPERMARKT Aldi is enige discounter in het Bildt De Aldi speelt een specifieke rol vervult binnen het koopgedrag van consumenten. Bij discounters doen consumenten vooral aanvullende

Nadere informatie

Veghel, het voorbeeld voor binnensteden van de toekomst?

Veghel, het voorbeeld voor binnensteden van de toekomst? Veghel, het voorbeeld voor binnensteden van de toekomst? Trots maakte wethouder Jan Goijaards van Veghel de resultaten bekend van de renovatie van het winkelgebied van Veghel: 22 nieuwe winkels erbij in

Nadere informatie

Sectorrapport Winkelmarkt VOORJAARS UPDATE 2017

Sectorrapport Winkelmarkt VOORJAARS UPDATE 2017 Sectorrapport Winkelmarkt VOORJAARS UPDATE 2017 32 SPF Nederlandse Sectorrapport Slagersbedrijven Vastgoedmarkt Winkelmarkt 2017 Voorjaarsupdate Stand van zaken GEBRUIKERSMARKT Consumenten besteden meer,

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 12 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Woning in plaats van winkel: een financiele beschouwing

Woning in plaats van winkel: een financiele beschouwing Woning in plaats van winkel: een financiele beschouwing 04 February 2013 De transformatie van winkelstraten financieel beschouwd De snelle groei van online winkelen, de filialisering van winkelcentra,

Nadere informatie

Quickscan beoordeling inpassing discountsupermarkt Mook

Quickscan beoordeling inpassing discountsupermarkt Mook Quickscan beoordeling inpassing discountsupermarkt Mook datum: 1-12-2015 projectnummer: 1639.0915 Aanleiding Vorig jaar heeft de ontwikkelcombinatie Progres Real Estate B.V. en JAVO Vastgoed een plan gepresenteerd

Nadere informatie

Ontwikkelingen en kansen in supermarktvastgoed. Huib Boissevain 28 oktober

Ontwikkelingen en kansen in supermarktvastgoed. Huib Boissevain 28 oktober Ontwikkelingen en kansen in supermarktvastgoed Huib Boissevain 28 oktober Over Annexum Ruim 15 jaar specialist in vastgoedbeleggingen 35 medewerkers die dagelijks met vastgoed bezig zijn Met een fondsvermogen

Nadere informatie

Rabobank Cijfers & Trends

Rabobank Cijfers & Trends Kappers In de kappersbranche kunnen de volgende bedrijfstypen worden onderscheiden: zelfstandigen zonder personeel, zzp ers (ondernemers die minder dan 32 uur per week in het kappersbedrijf werkzaam zijn)

Nadere informatie

Amersfoort. Euterpeplein. ruimtelijk-economisch onderzoek 04-07-2013 081530.17896.00

Amersfoort. Euterpeplein. ruimtelijk-economisch onderzoek 04-07-2013 081530.17896.00 Amersfoort Euterpeplein ruimtelijk-economisch onderzoek identificatie planstatus projectnummer: datum: 081530.17896.00 04-07-2013 projectleider: opdrachtgever: drs. G. Welten Hoorne Vastgoed R.008/04 gecertificeerd

Nadere informatie

Inhoudelijke reactie op rapport Detailhandels- en horecavisie Boxtel (BRO, 26 september 2014)

Inhoudelijke reactie op rapport Detailhandels- en horecavisie Boxtel (BRO, 26 september 2014) Inhoudelijke reactie op rapport Detailhandels- en horecavisie Boxtel (BRO, 26 september 2014) 10 december 2014 Memo Status: Memo Datum: 10 december 2014 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam

Nadere informatie

Winkelen in het Internettijdperk

Winkelen in het Internettijdperk Winkelen in het Internettijdperk De (ruimtelijke) gevolgen van internet winkelen dr. Jesse Weltevreden, Hoofd Onderzoek BOVAG 1 Inhoud Winkelgebieden in Nederland Internet winkelen in Nederland E-shoppers:

Nadere informatie

Koopstromenmonitor. Druten

Koopstromenmonitor. Druten Koopstromenmonitor Druten Detailhandel in beweging De Nederlandse detailhandel is sterk in beweging. Na een periode waarin het winkelbestand, de werkgelegenheid en de omzet veel sterker toenamen dan de

Nadere informatie

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015 Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015 Onderwerpen: Wat is er gebeurd de afgelopen jaren? Wat gaat er gebeuren

Nadere informatie

Nederlandse winkelmarkt

Nederlandse winkelmarkt April 213 Inhoud 1. Opname van 2. Aanbod van Stand van zaken Nederlandse winkelmarkt 3. Prijzen van 4. Beleggingen in Colofon Samenstelling Drs. G.Raven Bron gegevens NVM Data & Research, Nieuwegein Vormgeving

Nadere informatie

De opmars van zorgvastgoed

De opmars van zorgvastgoed De opmars van zorgvastgoed september 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De opmars van zorgvastgoed Met een gemiddeld aandeel van 56% van het totale investeringsvolume, lag de nadruk op de beleggingsmarkt

Nadere informatie

Toekomst van de binnenstad en vraaggericht denken

Toekomst van de binnenstad en vraaggericht denken Toekomst van de binnenstad en vraaggericht denken Waar hebt u voor het laatst iets gekocht? De klantenreis Oriëntatie Keuze Koop winkelcentrum waar wat wil ik? vergelijken folder feedback prijs wanneer

Nadere informatie

Rabobank Cijfers & Trends

Rabobank Cijfers & Trends Kappers In de kappersbranche kunnen de volgende bedrijfstypen worden onderscheiden: zelfstandigen zonder personeel, zzp ers (ondernemers die minder dan 32 uur per week in het kappersbedrijf werkzaam zijn)

Nadere informatie

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio Bevolking Besteding Bereik Bewinkeling Bevolking Index huishoudens (2014-2030) 140 135 130 Ontwikkeling bevolking 2014-2030 Bunnik Vianen Woudenberg

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Rozenburg. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Rozenburg. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Centrum Raadhuisplein 5 2.2 Emmastraat 5 2.3 Verspreide bewinkeling

Nadere informatie

Aanleiding. beeld te brengen

Aanleiding. beeld te brengen Opbouw presentatie Aanleiding Het veranderende winkellandschap Winkelstructuur en beleidskader Neerijnen Marktruimtebepaling 2017 Marktruimtebepaling 2027 Kwantitatieve argumenten voor vestiging supermarkt

Nadere informatie

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus Alles blijft Anders Het winkellandschap 2003-2011-2020 Gerard Zandbergen CEO Locatus Enkele begrippen Dagelijks aankopen Winkels / Detailhandel Mode & Luxe Wel oppervlak: Vrije Tijd WVO = In en om het

Nadere informatie

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten Halfjaarverslag 2017 Woningen Winkels Bedrijfsruimten Institutioneel beleggen in Nederlands vastgoed Altera Vastgoed is een Nederlands niet-beursgenoteerd vastgoedfonds voor institutionele beleggers, dat

Nadere informatie

MARKTRUIMTE EN EFFECTEN UITBREIDING DEKAMARKT ORDENPLEIN Stec Groep aan Dreef Beheer. Stec Groep B.V. Guido Scheerder Januari 2011

MARKTRUIMTE EN EFFECTEN UITBREIDING DEKAMARKT ORDENPLEIN Stec Groep aan Dreef Beheer. Stec Groep B.V. Guido Scheerder Januari 2011 MARKTRUIMTE EN EFFECTEN UITBREIDING DEKAMARKT ORDENPLEIN Stec Groep B.V. Guido Scheerder Januari 2011 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 1.1 Uw situatie en vragen 1 1.2 Onze aanpak 1 1.3 Leeswijzer 1 2. ADVIES

Nadere informatie

Zuidlaren. Toelichting op distributieve berekeningen. Broekhuis Rijs Advisering. Juli Broekhuis Rijs Advisering

Zuidlaren. Toelichting op distributieve berekeningen. Broekhuis Rijs Advisering. Juli Broekhuis Rijs Advisering Zuidlaren Toelichting op distributieve berekeningen Juli 2013 Hieronder geven we in chronologische volgorde een overzicht van hoe de verschillende uitkomsten tot stand komen en zijn gekomen, en welke aannames

Nadere informatie

Parkeergedrag. Dagmar Bisschops-Severens TOGETHER d_bisschops@yahoo.com

Parkeergedrag. Dagmar Bisschops-Severens TOGETHER d_bisschops@yahoo.com Parkeergedrag Dagmar Bisschops-Severens TOGETHER d_bisschops@yahoo.com Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 20 en 21 november 2014, Eindhoven Samenvatting Parkeergedrag Gemeenten

Nadere informatie

Zijdelwaard Uithoorn. Winkelen Wonen Verblijven

Zijdelwaard Uithoorn. Winkelen Wonen Verblijven Zijdelwaard Uithoorn Winkelen Wonen Verblijven Uithoorn is een aantrekkelijke, landelijke woongemeente. Direct gelegen aan de Amstel en onderdeel van het Groene Hart, maar toch ook op een steenworpafstand

Nadere informatie

Lesbrief 6: Trends en ontwikkelingen

Lesbrief 6: Trends en ontwikkelingen Lesbrief 6: Trends en ontwikkelingen Iedere dag worden er nieuwe ontdekkingen gedaan en veranderen de gewoonten van mensen. Trends en ontwikkelingen vind je dan ook in ieder werkgebied terug. Ook in de

Nadere informatie

Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem.

Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. Voorwoord Voor het achtste achtereenvolgende jaar presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem. Het jaar 2016 heeft zowel voor stabilisatie, alsook voor herstel gezorgd in de winkelmarkt

Nadere informatie

Hillegersberg - Schiebroek

Hillegersberg - Schiebroek Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Hillegersberg - Schiebroek Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in Hillegersberg-Schiebroek 4 2.1 Bergse Dorpsstraat

Nadere informatie

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk Memo Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk Green Development 25 januari 2011 BOR035/Hft/0105 1 Inleiding Green Development is in samenwerking met de gemeente Heemskerk

Nadere informatie

Retail en Mobiliteit in de binnenstad

Retail en Mobiliteit in de binnenstad Retail en Mobiliteit in de binnenstad Fietsstad 2016 Symposium Bikenomics - 13 Oktober 2015 Giuliano Mingardo Erasmus Universiteit Rotterdam mingardo@ese.eur.nl 1 Inhoudsopgave De ontwikkeling van mobiliteit;

Nadere informatie

indeling winkellocaties

indeling winkellocaties Detail en marketing waar ligt de winkel indeling winkellocaties A1 A2 B1 B2 C hoofdwinkelgebied aanloopstraten naar A1 drukte-index bezoekersdrukte winkelstraat kenmerken: A1-locatie drukte-index 100-76

Nadere informatie

2017 wordt een goed jaar, maar wie heeft de regie?

2017 wordt een goed jaar, maar wie heeft de regie? 2017 wordt een goed jaar, maar wie heeft de regie? We kijken nog even terug naar 2016 en trekken lering uit de ontwikkelingen. Dit is meteen de basis voor 2017 aangevuld met goede macro-economische verwachtingen.

Nadere informatie

Distributie Planologisch Onderzoek Studenten handleiding

Distributie Planologisch Onderzoek Studenten handleiding Inleiding Distributie Planologisch Onderzoek Deze inleiding vat een aantal concepten samen die uitgebreid worden behandeld in hoofdstuk 2 Waarom staat die winkel daar in Marketing voor Retailers, 2 e editie.

Nadere informatie

De barometer week 26:

De barometer week 26: De barometer week 26: Deze week een uitgebreide nieuwsbrief met halfjaarresultaten, grafieken en een belangwekkend artikel van Dirk Mulder van ING. We hebben de cijfers tot en met week 26 verwerkt en dus

Nadere informatie

Analyse marktruimte supermarkten Nistelrode

Analyse marktruimte supermarkten Nistelrode Analyse marktruimte supermarkten Nistelrode Droogh Trommelen en Partners (DTNP) Adviseurs voor Ruimte en Strategie Graafseweg 109 6512 BS Nijmegen T 024-379 20 83 E info@dtnp.nl W www.dtnp.nl Opdrachtgever:

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8 Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 5 2. Werkgelegenheid Brabantse detailhandel... 6 3. Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8 3.1 Winkels per type winkelgebied... 9 3.2 Winkels in 4 grootste steden,

Nadere informatie

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Zuidwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Zuidwest-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Zuidwest-Nederland (*1. m²) 35.536 13.629 459 Overig Nederland In Zuidwest-Nederland ligt circa 29%

Nadere informatie

De Duitse winkelmarkt

De Duitse winkelmarkt De Duitse winkelmarkt Outlook Duitse winkelmarkt Uitstekende vooruitzichten winkelmarkt in de grootste steden 15 16 17 18 Waardegroei High street retail + + + + Dominante winkelcentra + + + + Boodschappencentra

Nadere informatie

Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014

Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014 Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014 204X00472 Opzet presentatie 1. Aanpak en resultaten regionale detailhandelsfoto 2. Algemene trends en ontwikkelingen

Nadere informatie

Leegstand van winkels,

Leegstand van winkels, Indicator 8 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod

Nadere informatie

Nota van inspraakreacties

Nota van inspraakreacties Nota van inspraakreacties t.a.v. Nota detailhandel en horeca Berlicum/Middelrode. (Met de onderdelen A. Visie en B. Distributie Planologisch Onderzoek (DPO)) Sint-Michielsgestel juni 2015 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58 Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad 10-02-2017 10:58 Door Nick MÃ ller Redactie RetailWatching De afgelopen jaren is er veel veranderd in het winkellandschap, dat is niemand ontgaan.

Nadere informatie

Winkelcentra weer toekomstproof John Patrick Jansen, MVGM Bedrijfshuisvesting B.V.

Winkelcentra weer toekomstproof John Patrick Jansen, MVGM Bedrijfshuisvesting B.V. Winkelcentra weer toekomstproof John Patrick Jansen, MVGM Bedrijfshuisvesting B.V. Datum: 12-05-2015 John Patrick Jansen - 18 jaar werkzaam in het vastgoed - 15 jaar bedrijfsmakelaar - Retailspecialist

Nadere informatie

MEMO. Zaaknr : 16Z03199 Documentnr :

MEMO. Zaaknr : 16Z03199 Documentnr : MEMO Zaaknr : 16Z03199 Documentnr : 17.0010961 Gemeente : Losser Datum: 11 april 2017 Afdeling : Beleid, Strategie en Projecten Afdeling : Beleid Strategie en Projecten Aan : het college van burgemeester

Nadere informatie

Hoog Catherijne, Stationsplein 97 3503 RE Utrecht

Hoog Catherijne, Stationsplein 97 3503 RE Utrecht Colofon Document: De toekomst van het wijkwinkelcentrum. Survival of the fittest! Een onderzoek naar de gevolgen van de invloed van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten voor de toekomst van het

Nadere informatie

Nederland is een geweldig land om te beleggen in supermarkten' :55

Nederland is een geweldig land om te beleggen in supermarkten' :55 Nederland is een geweldig land om te beleggen in supermarkten' 11-02-2019 14:55 Valt met beleggen in supermarkten een goed rendement te behalen? En hoe ziet de toekomst van de fysieke supermarkten eruit,

Nadere informatie

Herijking Nota Detailhandel Eindhoven. Marco Karssemakers Economie & Cultuur

Herijking Nota Detailhandel Eindhoven. Marco Karssemakers Economie & Cultuur Herijking Nota Detailhandel Eindhoven Marco Karssemakers Economie & Cultuur Tot zover.. Nieuwe foto stand van zaken detailhandel Eindhoven door extern bureau Gesprekken met marktpartijen Bijeenkomst met

Nadere informatie

Relatienummer: 243.061204 Zwolle, 12 november 2013

Relatienummer: 243.061204 Zwolle, 12 november 2013 VERTROUWELIJK Coltavast Enschede B.V. De heer R. Wagner Postbus 53186 1007 RD AMSTERDAM Relatienummer: 243.061204 Zwolle, 12 november 2013 Betreft: Enschede-Kalanderstraat Geachte heer Wagner, In de bestaande

Nadere informatie

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Oost-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Oost-Nederland (*1. m²) 43.8 4.136 2.481 Overig Nederland In de oostelijke provincies is ruim 13% van

Nadere informatie

Wat is nu echt de impact van internet op de retail?

Wat is nu echt de impact van internet op de retail? Wat is nu echt de impact van internet op de retail? De dynamica in de retail is dagelijks te merken. De winkelstraat ondervindt een metamorfose, doordat winkels verdwijnen en nieuwe winkels komen, door

Nadere informatie

WINSCHOTER WERELDBAZAR PAPIERBAAN 80

WINSCHOTER WERELDBAZAR PAPIERBAAN 80 Geen bedreiging voor koopcentrum Winschoten Nieuw bloed voor de Winschoter bloedsomloop WINSCHOTER WERELDBAZAR PAPIERBAAN 80 WINSCHOTER WERELDBAZAR Overdekte markt 550 units inpandig van 30, 40 en 50m2

Nadere informatie

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Vastgoedrapport Groningen Assen 2011 Managementsamenvatting 2011 Het Vastgoedrapport Groningen-Assen 2011 stelt zich ten doel om een belangrijke informatiebron te zijn voor de hele regionale vastgoedsector.

Nadere informatie

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Midden-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Midden-Nederland (*1. m²) 42.674 95 6.46 Overig Nederland In de regio Midden-Nederland ligt circa 14%

Nadere informatie

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht Factsheets Profielen gemeentes van Utrecht Leeswijzer Profielen gemeentes van Utrecht Per gemeente van de provincie Utrecht is een profiel gemaakt. Dit profiel is weergegeven op basis van vier pagina s.

Nadere informatie

Detailhandelsvisie A2-gemeenten. Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle

Detailhandelsvisie A2-gemeenten. Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle Detailhandelsvisie A2-gemeenten Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle Vraagstelling visie en uitvoering Regionale visie: Welke kansen zijn aanwezig om de detailhandelsstructuur in

Nadere informatie

Detailhandelsvisie centrum Nederweert. Stefan van Aarle 15 juli 2015

Detailhandelsvisie centrum Nederweert. Stefan van Aarle 15 juli 2015 Detailhandelsvisie centrum Nederweert Stefan van Aarle 15 juli 2015 Het verschaffen van inzicht op welke haalbare wijze Nederweerteen sterk en bestendig vitaal centrum gericht op de toekomst kan realiseren,

Nadere informatie

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af Tevredenheid over winkels in buurt neemt af - Factsheet juni 2018 Het aandeel bewoners dat is over winkels voor dagelijkse boodschappen in de eigen buurt is gedaald tussen 2014 en 2016 van 70% naar 63%.

Nadere informatie

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I Randstad 2016 Koopstromenonderzoek BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl 1. Inleiding Om de feitelijke ontwikkelingen in de detailhandel te kunnen volgen, hebben

Nadere informatie

Detailhandel in Brabant: Werk aan de winkel Sfeerbeeld symposium 16 januari 2013. Provincie Noord-Brabant

Detailhandel in Brabant: Werk aan de winkel Sfeerbeeld symposium 16 januari 2013. Provincie Noord-Brabant Detailhandel in Brabant: Werk aan de winkel Sfeerbeeld symposium 16 januari 2013 Provincie Noord-Brabant Volle bak, dat was het in de Bois le Duczaal van het provinciehuis op 16 januari 2013. Van begin

Nadere informatie

De eerste twee rapporten beschrijven de toekomstige ontwikkeling van detailhandel in met name Den Helder, zij schetsen een verontrustend beeld.

De eerste twee rapporten beschrijven de toekomstige ontwikkeling van detailhandel in met name Den Helder, zij schetsen een verontrustend beeld. College van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder Postbus 36, 1780 AA, Den Helder Den Helder, 16 maart 2015 Geachte heer, mevrouw, Namens een groep verontruste winkeliers, diverse ondernemersverenigingen,

Nadere informatie

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht Stijgende parkeertarieven maken binnensteden minder aantrekkelijk voor consumenten en ondernemers, stelde

Nadere informatie

MARKTUPDATE BELEGGINGSTRANSACTIES

MARKTUPDATE BELEGGINGSTRANSACTIES MARKTUPDATE BELEGGINGSTRANSACTIES 2015 Introductie Met gepaste trots voorzien wij u bij deze van onze nieuwste marktupdate over de Nederlandse vastgoedbeleggingsmarkt. Wij geven u op deze manier graag

Nadere informatie

De invloed van vergrijzing op het winkellandschap. Visie

De invloed van vergrijzing op het winkellandschap. Visie De invloed van vergrijzing op het winkellandschap Visie 2016-2025 Inleiding Retail is complexer dan ooit. Onder invloed van demografische, economische en technologische ontwikkelingen wordt het retaillandschap

Nadere informatie