Hoog Catherijne, Stationsplein RE Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoog Catherijne, Stationsplein 97 3503 RE Utrecht"

Transcriptie

1

2

3

4

5 Colofon Document: De toekomst van het wijkwinkelcentrum. Survival of the fittest! Een onderzoek naar de gevolgen van de invloed van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten voor de toekomst van het wijkwinkelcentrum. Versie: Definitief Datum: 21 september 2012 Naam Auteur: P. (Patricia) Bos adres: Telefoonnummer: Adres: Oudzoom HG Bergschenhoek Onderwijsinstelling: Amsterdam School of Real Estate (ASRE) Opleiding: Master of Real Estate (MRE) Begeleider: Bezoekadres: Drs. J.W. (Jan-Willem) Speetjens MRE Corio Nederland Hoog Catherijne, Stationsplein RE Utrecht

6

7

8

9 Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeeronderzoek De Toekomst van het wijkwinkelcentrum, Survival of the Fittest! Het is een onderzoek naar de gevolgen van de invloed van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten voor de toekomst van het wijkwinkelcentrum en is geschreven in het kader van de afronding van mijn Master in Real Estate (MRE) opleiding aan de Amsterdam School of Real Estate (ASRE). Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat beide vraagstukken, zowel e-commerce op het gebied van de dagelijkse boodschappen als de opkomst van XL-supermarkten, momenteel actueel zijn. Zo staat supermarktketen Albert Heijn aan de vooravond van de lancering van de eerste click&collect afhaalpunten in Nederland. Consumenten kunnen via internet hun boodschappen online bestellen en vervolgens afhalen bij een afhaalpunt, op het moment dat het hen uitkomt. Daarnaast sluit het onderzoek aan bij mijn dagelijkse werkzaamheden als assetmanager bij het vastgoedbedrijf GREEN Real Estate. Ik heb het schrijven van dit onderzoek als zeer plezierig en leerzaam ervaren. Graag wil ik in de eerste plaats mijn werkgever, en in het bijzonder Aart Jan Verdoold, bedanken voor de mogelijkheid, tijd en flexibiliteit die ik binnen GREEN heb gekregen om dit onderzoek binnen de gestelde tijd af te kunnen ronden. Daarnaast wil ik GREEN bedanken voor het uitgeven van dit onderzoek in boekvorm. Ook wil ik graag mijn begeleider Jan-Willem Speetjens bedanken voor zijn tijd, geduld, advies en kritische inbreng tijdens de diverse gesprekken die we hebben gevoerd. Deze gesprekken hebben me geholpen om het onderzoek tot een goed resultaat te brengen. Ook wil ik mijn tweede begeleider, Ed Nozeman, danken voor de tijd die hij heeft genomen om mijn onderzoek te lezen. Graag wil ik een speciaal woord van dank richten aan mijn interne begeleider, Wim Timmermans, lid van de Raad van Commissarissen van GREEN Real Estate. Wim, ik heb onze urenlange klankbordgesprekken als zeer leerzaam en prettig ervaren. Dank hiervoor! Verder wil ik alle andere betrokkenen, collega s en respondenten die hebben meegewerkt aan dit onderzoek danken voor hun medewerking, kostbare tijd en waardevolle input. Tot slot wil ik graag mijn vriend Marc bedanken. Marc dank je wel voor je geduld, je inhoudelijke bijdragen en het steuntje in de rug dat ik soms nodig had. Patricia Bos Bergschenhoek, 21 september

10 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 8 1 Inleiding Aanleiding Probleemstelling Vraagstelling Doel/eindproduct Onderzoeksmethodiek en opbouw van het onderzoek Afbakening 14 2 Het huidige wijkwinkelcentrum Inleiding De definitie wijkwinkelcentrum De kenmerken van het huidige wijkwinkelcentrum De ruimtelijke economie als onderlegger van de huidige winkelstructuur De invloed van de huidige conjunctuur op het functioneren van het wijkwinkelcentrum De invloed van de overheid op het functioneren van het wijkwinkelcentrum Conclusies 23 3 De ontwikkelingen die mogelijk van invloed zijn op de toekomst van het wijkwinkelcentrum Inleiding De consument van het wijkwinkelcentrum Demografische ontwikkelingen Veranderend consumentengedrag De ontwikkelingen bij het wijkwinkelcentrum E-commerce op het gebied van dagelijkse boodschappen De invloed van e-commerce op het winkelgedrag van consumenten, het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de gebruikers van het wijkwinkelcentrum De opkomst van XL-supermarkten in de periferie en de stadsdeelcentra De invloed van XL-supermarkten op het winkelgedrag van consumenten, het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de gebruikers van het wijkwinkelcentrum Conclusies 38 4 Vertaling naar de vastgoedpraktijk Expertinterviews Inleiding Beschrijving expertinterviews Methodologische onderbouwing Deelnemende vastgoedpartijen Samenvatting uitkomsten expertinterviews Conclusies 47 6

11 5 Vertaling naar de vastgoedpraktijk Casestudy Inleiding Beschrijving meervoudige kwalitatieve casestudy Methodologische onderbouwing Stappenplan casestudy Stap 1: Selectie van de vier XL-supermarkten Stap 2: Bepalen van het verzorgingsgebied rondom de vier XL-supermarkten Stap 3: Selectie van de vier wijkwinkelcentra Casestudyopzet Resultaten cases St. Trudoplein Eindhoven, Meeuwerderweg Groningen, Makado Purmerend en Maasniel Roermond Toets van de hypothesen aan de hand van de resultaten uit de consumenten enquêtes Conclusies 58 6 Analyse van de onderzoeksresultaten Inleiding Interpretatie van de onderzoeksresultaten van de vier wijkwinkelcentra Korte analyse onderzoeksresultaten De invloed van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten op het winkelgedrag van consumenten, het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de gebruikers van het wijkwinkelcentrum op basis van de onderzoeksresultaten Vergelijking van de onderzoeksresultaten met theorie en eerdere onderzoeken Een blik naar de toekomst van het wijkwinkelcentrum Navolgbaarheid en generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten Conclusies 67 7 Conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies Reflectie en aanbevelingen voor nader onderzoek Aanbevelingen voor de toekomstige houdbaarheid van het wijkwinkelcentrum 73 Bibliografie 76 Bijlagen 81 7

12 Managementsamenvatting 8

13 In dit onderzoek wordt de toekomst van het wijkwinkelcentrum onderzocht in relatie tot de ontwikkeling van e-commerce op het gebied van de dagelijkse boodschappen en de opkomst van nieuwe concurrenten voor het wijkwinkelcentrum, de XL-supermarkten. In dit onderzoek is getracht een antwoord te geven op de centrale vraag: In hoeverre zullen e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten in de komende tien jaar invloed gaan hebben op het winkelgedrag van consumenten, het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de gebruikers van het wijkwinkelcentrum in Nederland en wat zijn hiervan de gevolgen voor de toekomst van het wijkwinkelcentrum? Al vanaf de jaren zestig is het wijkwinkelcentrum gebouwd als boodschappencentrum voor de wijk met de supermarkt als trekker, waarbij de factoren bereikbaarheid en afstand een belangrijke rol speelden. Door e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten in de periferie en de stadsdeelcentra is het de vraag in hoeverre bereikbaarheid en afstand nog doorslaggevend zijn voor de consument die zijn boodschappen gaat doen of dat er andere factoren meespelen die de keuze voor een wijkwinkelcentrum bepalen, bijvoorbeeld sociale factoren of sfeer en aantrekkelijkheid van het winkelcentrum. Uit het literatuuronderzoek komt naar voren dat het aannemelijk lijkt dat zowel e-commerce op het gebied van dagelijkse boodschappen als de opkomst van XL-supermarkten in de toekomst zullen toenemen. Deze ontwikkelingen kunnen in theorie gevolgen gaan hebben voor het winkelgedrag van consumenten, het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de gebruikers van het wijkwinkelcentrum. Door het gemak van e-commerce zouden meer consumenten via internet de boodschappen kunnen aanschaffen en als er meer via internet wordt gekocht zijn er minder fysieke winkelmeters nodig. Vanuit de onderzoeksresultaten uit de meervoudige kwalitatieve casestudy kan worden geconcludeerd dat consumenten het wijkwinkelcentrum waarderen als functioneel boodschappencentrum waarbij nabijheid, een supermarkt met voldoende assortiment voor de behoefte uit de wijk, divers winkelaanbod en parkeren belangrijke factoren zijn. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat supermarkten en de winkels nabij de supermarkten geen hinder ondervinden van de XL-supermarkt, mits de supermarkt een voldoende winkeloppervlakte heeft afgestemd op de behoefte uit de wijk en de supermarkt een voldoende assortiment biedt of beide supermarkten een complementair aanbod bieden. Er lijkt op dit moment dan ook een balans te zijn tussen de XL-supermarkten en de onderzochte wijkwinkelcentra. Ten slotte blijkt uit het onderzoek dat de invloed van e-commerce op het winkelgedrag van consumenten nog niet groot is; de meerderheid van de consumenten verwacht dat ze in de toekomst op de traditionele manier boodschappen blijft doen. Dit terwijl de gebruikers van de wijkwinkelcentra juist verwachten dat e-commerce op het gebied van dagelijkse boodschappen zal gaan toenemen. Het onderzoek sluit af met een conclusie en aanbevelingen voor de toekomstige houdbaarheid van het wijkwinkelcentrum. Er liggen voor het wijkwinkelcentrum met name kansen op het gebied van de indeling van het wijkwinkelcentrum en de winkelbranchering, waaronder het toevoegen van afhaalpunten (click&collect), het toevoegen van medische en maatschappelijke voorzieningen en de winkelbranchering te laten aansluiten op demografische ontwikkelingen en nieuwe doelgroepen. Daarnaast kan de samenwerking tussen het wijkwinkelcentrum en verenigingen, scholen, de zorg en de stakeholders van het wijkwinkelcentrum worden bevorderd. Ten slotte is er flexibiliteit nodig om het wijkwinkelcentrum in de toekomst aan te kunnen passen aan nieuwe ontwikkelingen. De flexibiliteit heeft onder andere betrekking op de fysieke indeling en de mogelijkheden om winkelunits te kunnen vergroten of te verplaatsen, de (flexibele) voorwaarden van de huurcontracten en de medewerking van de betrokken partijen. 9

14 1 INLEIDING 10

15 1.1 Aanleiding Een wijkwinkelcentrum was voor de vastgoedbelegger lange tijd een zeker beleggingsproduct. De supermarkten fungeerden als anchor tenants van het wijkwinkelcentrum, waarna de verdere invulling met enkele filiaalbedrijven en zelfstandige ondernemers verzekerd was. Er was nagenoeg geen leegstand in het wijkwinkelcentrum waar te nemen, de winkels in het wijkwinkelcentrum genereerden stabiele omzetten en een stabiele stroom aan huurinkomsten was het gevolg. Momenteel zijn er echter een aantal ontwikkelingen waar te nemen bij de wijkwinkelcentra. De leegstand in wijkwinkelcentra is de laatste jaren toegenomen van gemiddeld 6,1% naar 6,9% (Locatus, 2010, 2011, 2012) en met name de zelfstandige ondernemers hebben het moeilijk; steeds meer lokale ondernemers en versondernemers verdwijnen uit de wijkwinkelcentra. Vervolgens staan de leeggekomen winkelruimtes voor lange tijd te huur, de huurprijzen komen onder druk te staan en daarmee de taxatiewaarden van de wijkwinkelcentra. Ook geven de gebruikers van de wijkwinkelcentra aan dat het aantal consumenten in het algemeen afneemt in het wijkwinkelcentrum. Ten slotte zijn er in de markt een aantal ontwikkelingen waarneembaar, die mogelijk in de toekomst gevolgen kunnen gaan hebben voor de wijkwinkelcentra. Deze ontwikkelingen staan in dit onderzoek centraal. Nederland kenmerkt zich door een fijnmazige winkelstructuur met ruim 600 wijkwinkelcentra (Locatus, 2012). Van oorsprong richtte deze centra zich op de functie boodschappen doen ; consumenten kunnen in een nabij gelegen wijkwinkelcentrum, dat eenvoudig met de auto, fiets of te voet bereikbaar is, terecht voor deze primaire behoefte. Er zijn echter een aantal ontwikkelingen waar te nemen die mogelijk hun weerslag kunnen gaan hebben op het functioneren van het wijkwinkelcentrum. Daarbij is de vraag of deze 600 wijkwinkelcentra in de toekomst nog nodig zijn. Allereerst is er de opkomst van internet/e-commerce. Deze technologische ontwikkeling gaat razendsnel. Thuiswinkel. org geeft aan dat de online winkelomzet in de periode meer dan verdrievoudigd is, van ruim 2,8 miljard euro op jaarbasis in 2005 naar bijna 9 miljard euro op jaarbasis in 2011 (Thuiswinkel, 2012). En hoewel internetwinkelen voor de dagelijkse boodschappen tot dusver een niet noemenswaardige plek innam in Nederland, lijkt daar verandering in te komen. Onlangs heeft Albert Heijn het internetbedrijf Bol.com overgenomen (Bol.com, 2012) en verwacht Albert Heijn de online omzet in de komende vier jaar te verdrievoudigen (Ahold, 2012). Nog dit jaar opent Albert Heijn, hiermee voorloper op de Nederlandse markt, de eerste afhaalpunten voor online bestelde boodschappen; de zogenoemde click&collect afhaalpunten (Twinkle, 2012). Consumenten gebruiken bij click&collect het internet om hun boodschappen online te doen en kunnen vervolgens kiezen of zij de boodschappen afhalen op een door hen bepaalde locatie of de boodschappen thuis laten bezorgen. Waarom zouden consumenten dan nog naar het wijkwinkelcentrum gaan waar de supermarkt de belangrijkste trekker is? Een andere ontwikkeling die samenhangt met internet is dat steeds meer ondernemers en filiaalbedrijven ervoor kiezen om naast de fysieke winkel een webwinkel aan te houden (Thuiswinkel, 2012). Dit zou gevolgen kunnen gaan hebben voor de vraag naar winkelmeters in het wijkwinkelcentrum en voor de branchering in het wijkwinkelcentrum. Als er meer via internet wordt gekocht zijn er mogelijk minder fysieke winkelmeters nodig. Daarnaast zullen er mogelijk winkelbranches verdwijnen uit het wijkwinkelcentrum als er in deze branches concurrerende internetwinkels opkomen. En ondanks dat de gemiddelde vloeroppervlakte van supermarkten in wijkwinkelcentra nog steeds stijgt (Deloitte Branchegroep Retail, 2011), kunnen deze ontwikkelingen uiteindelijk leiden tot nog meer leegstand in het wijkwinkelcentrum. Naast de opkomst van internet is er een andere ontwikkeling waarneembaar: de 11

16 opkomst van een nieuwe concurrent voor het wijkwinkelcentrum, de XL-supermarkt. Deze grote supermarkt biedt een uitgebreid assortiment, is goed bereikbaar en biedt voldoende parkeergelegenheid. Deze supermarkt bevindt zich aan de rand van stedelijke gebieden, in de periferie of in het stadsdeelcentrum. Omdat de overheid restrictief is in haar beleid om grote supermarkten toe te staan in de periferie, is er een ontwikkeling waarneembaar waarbij supermarkten in de stadsdeelcentra worden uitgebreid en getransformeerd naar XL-supermarkten. De XL-supermarkt biedt consumenten, naast het wijkwinkelcentrum en internet, nog een alternatief om de boodschappen te kunnen doen. Ook deze ontwikkeling kan mogelijk gevolgen gaan hebben voor de vraag naar winkelmeters in het wijkwinkelcentrum en voor de branchering in het wijkwinkelcentrum. 1.2 Probleemstelling Is er nog toekomst voor het wijkwinkelcentrum als de vraag naar winkelmeters in het wijkwinkelcentrum afneemt en de winkelbranchering in het wijkwinkelcentrum onder druk komt te staan als gevolg van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten? Met dit onderzoek wordt de toekomst van het wijkwinkelcentrum onderzocht in relatie tot e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten. Beide ontwikkelingen kunnen invloed gaan hebben op het winkelgedrag van de consument, het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de gebruikers van het wijkwinkelcentrum. Mogelijk zijn er nog andere ontwikkelingen die invloed hebben op de terugloop van de wijkwinkelcentra, maar daar wordt in dit onderzoek niet op ingegaan. 1.3 Vraagstelling Op basis van de probleemstelling is onderstaande centrale vraag met bijbehorende deelvragen geformuleerd. Centrale hoofdvraag In hoeverre zullen e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten in de komende tien jaar invloed gaan hebben op het winkelgedrag van consumenten, het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de gebruikers van het wijkwinkelcentrum in Nederland en wat zijn hiervan de gevolgen voor de toekomst van het wijkwinkelcentrum? Begripsbepalingen E-commerce: Onder electronic commerce, ofwel e-commerce, wordt verstaan alle mogelijkheden en communicatiemiddelen die een consument tot zijn beschikking heeft om producten via internet te kunnen kopen (Encyclo,2012). In dit onderzoek wordt ook de term internetwinkelen gebruikt voor e-commerce. XL-supermarkten: Onder XLsupermarkten worden in dit onderzoek verstaan solitaire supermarkten in de periferie of binnen stadsdeelcentra met een oppervlakte groter dan m² winkelvloeroppervlakte. Deze minimale maat wordt aangehouden door Locatus. De term XL-supermarkt is onafhankelijk van de supermarktformule. De periferie heeft betrekking op de randen van stedelijke gebieden. Het stadsdeelcentrum is een winkelgebied met een hogere rangorde dan het wijkwinkelcentrum (Evers, Kooijman, van der Krabben, 2011, p.53-85). Het stadsdeelcentrum is vaak beter met de auto bereikbaar dan het wijkwinkelcentrum en heeft meer draagvlak dan een wijkwinkelcentrum. Het stadsdeelcentrum bestaat volgens Locatus uit meer dan 50 winkels en is een aanvulling op de binnenstad of hoofdwinkelgebied (Locatus, 2008). Tien jaar: In dit onderzoek wordt aan de onderzoekseenheden gevraagd om tien jaar vooruit te kijken. De periode van tien jaar is gekozen om een voorspelling te kunnen doen over hoe de ontwikkeling van e-commerce en de opkomst van XLsupermarkten zich op middellange termijn gaat ontwikkelen. 12

17 Consumenten: De consumenten zijn de bezoekers van het wijkwinkelcentrum. Het winkelgedrag van consumenten heeft betrekking op de vraag hoe de consument in de toekomst de boodschappen gaat doen. Het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters: Het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters hebben betrekking op de gebruikers in het wijkwinkelcentrum en de vraag hoe deze gebruikers in de toekomst gaan ondernemen. Wijkwinkelcentrum: Voor de afbakening van het wijkwinkelcentrum wordt de winkelgebiedentypering van Locatus gebruikt. Het wijkwinkelcentrum is volgens Locatus onderverdeeld in een wijkwinkelcentrum klein en een wijkwinkelcentrum groot. In dit onderzoek wordt zowel het wijkwinkelcentrum groot als het wijkwinkelcentrum klein betrokken, om de invloed van e-commerce en de opkomst van XLsupermarkten te kunnen onderzoeken bij wijkwinkelcentra van verschillende grootte. De winkelvloeroppervlakte (wvo) van een wijkwinkelcentrum groot per winkelgebied is gemiddeld m² wvo (Locatus, 2011). De winkelvloeroppervlakte van een wijkwinkelcentrum klein per winkelgebied is gemiddeld m² wvo (Locatus, 2011). Om te komen tot de beantwoording van de centrale hoofdvraag worden in dit onderzoek onderstaande deelvragen beantwoord. Deelvragen 1. Wat zijn de kenmerken van het huidige wijkwinkelcentrum? 2. In hoeverre wordt het winkelgedrag van consumenten beïnvloed door e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten? 3. In hoeverre wordt het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de verschillende gebruikers van het wijkwinkelcentrum beïnvloed door e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten? 4. Welk aandeel van de consumenten van het wijkwinkelcentrum doet zijn bulkboodschappen bij een XL-supermarkt? 5. Welk aandeel van de consumenten van het wijkwinkelcentrum verwacht in de toekomst gebruik te gaan maken van e-commerce voor de dagelijkse boodschappen? 6. Blijft het wijkwinkelcentrum in de komende tien jaar een functioneel boodschappencentrum, waarbij afstand en goed parkeren de belangrijkste overwegingen voor een consument zijn om het wijkwinkelcentrum te bezoeken of gaan sociale factoren en aantrekkelijkheid van het wijkwinkelcentrum een grotere rol spelen? 1.4 Doel/eindproduct Het doel van dit onderzoek is om op basis van een analyse van theorie en op basis van de resultaten van empirisch onderzoek inzicht te krijgen in de gevolgen van de invloed van e-commerce en de opkomst van XLsupermarkten op het functioneren van het wijkwinkelcentrum. Met dit onderzoek wordt beoogd een beeld te krijgen hoe de consument in de toekomst zijn boodschappen gaat doen en hoe de gebruiker van het wijkwinkelcentrum in de toekomst gaat ondernemen. Het eindproduct is een strategisch advies voor de professionele vastgoedpraktijk met aanbevelingen voor de toekomstige houdbaarheid van het wijkwinkelcentrum. Perspectief: Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit het perspectief van een vastgoedbelegger. 1.5 Onderzoeksmethodiek en opbouw van het onderzoek Het onderzoek is deels beschrijvend, deels verkennend en deels toetsend.»» Het literatuuronderzoek, het theoretisch kader, is uitgewerkt in hoofdstuk 2 en 3. - In hoofdstuk 2 worden de definiëring en de kenmerken van het huidige wijkwinkelcentrum beschreven en wordt ingegaan op klassieke locatietheorieën, met name de centrale plaatsentheorie van Christaller waaruit het 13

18 ontstaan van wijkwinkelcentra is af te leiden. Tevens wordt in dit hoofdstuk de invloed van de huidige conjunctuur en de rol van de overheid op het wijkwinkelcentrum beschreven. In hoofdstuk 2 wordt deelvraag 1 beantwoord. - In hoofdstuk 3 is een beschrijving en analyse opgenomen van de ontwikkelingen op het gebied van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten in Nederland en in het buitenland. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de invloed van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten op het winkelgedrag van de consument, het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de gebruikers van het wijkwinkelcentrum. Het hoofdstuk start met een beschrijving en analyse van de consument van het wijkwinkelcentrum. In hoofdstuk 3 worden de deelvragen 2 en 3 beantwoord. Het praktisch toetsingskader is uitgewerkt in hoofdstuk 4 en 5. De onderzoekseenheden zijn de vastgoedexperts, de wijkwinkelcentra, de gebruikers van de wijkwinkelcentra en de consumenten van de wijkwinkelcentra. - In hoofdstuk 4 zijn de expertinterviews uitgewerkt. De expertinterviews zijn gebruikt om de visie van de vastgoedexperts op de ontwikkeling van e-commerce op het gebied van de dagelijkse boodschappen en de ontwikkeling van XL-supermarkten als nieuwe concurrenten van het wijkwinkelcentrum te verkennen. - In hoofdstuk 5 is de meervoudige kwalitatieve casestudy uitgewerkt. De meervoudige kwalitatieve casestudy is gebruikt om vier wijkwinkelcentra onder alledaagse omstandigheden in zijn geheel te onderzoeken en de gebruikers van het wijkwinkelcentrum en consumenten in het wijkwinkelcentrum te ondervragen. In hoofdstuk 5 worden de deelvragen 4 en 5 beantwoord. De analyse van de onderzoeksresultaten is uitgewerkt in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 6 wordt deelvraag 6 beantwoord. Het onderzoek sluit in hoofdstuk 7 af met een conclusie, reflectie van de onderzoeksresultaten en aanbevelingen. In hoofdstuk 7 wordt antwoord gegeven op de centrale hoofdvraag. Vanuit het literatuuronderzoek in hoofdstuk 2 en 3 zijn hypothesen opgesteld. Deze hypothesen zijn in de tekst van hoofdstuk 2 en 3 opgenomen. De hypothesen worden empirisch getoetst in de meervoudige kwalitatieve casestudy in hoofdstuk 5. Met het toetsen van de hypothesen wordt onderzocht of de theoretische uitgangspunten uit hoofdstuk 2 en 3 overeenkomen met de werkelijkheid. 1.6 Afbakening Dit onderzoek beperkt zich tot het wijkwinkelcentrum in Nederland. Er is voor deze afbakening gekozen omdat er in de theorie en literatuur nog weinig is geschreven over de gevolgen van de ontwikkelingen van e-commerce en de opkomst van grootschalige XL-supermarkten voor het bestaansrecht van het wijkwinkelcentrum, terwijl er toch ruim 600 wijkwinkelcentra in Nederland zijn. In de casestudy worden vier wijkwinkelcentra, gelegen in vier verschillende regio s in Nederland, betrokken. De uitkomsten van de casestudy hebben betrekking op deze vier wijkwinkelcentra. Omdat de wijkwinkelcentra in Nederland qua grootte en branchering redelijk met elkaar overeenkomen, zoals ook in hoofdstuk 2 wordt toegelicht, kunnen de aanbevelingen waarmee dit onderzoek wordt afgesloten van toepassing zijn op alle wijkwinkelcentra in Nederland. 14

19 15

20 2 het huidige wijkwinkelcentrum 16

21 2.1 Inleiding Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden zal eerst het huidige wijkwinkelcentrum duidelijk moeten worden gedefinieerd. In dit hoofdstuk wordt het wijkwinkelcentrum in zijn huidige context geplaatst en wordt deelvraag 1 beantwoord: Wat zijn de kenmerken van het huidige wijkwinkelcentrum? In paragraaf 2.2 wordt het wijkwinkelcentrum nader gedefinieerd. In paragraaf 2.3 wordt ingegaan op de kenmerken van het wijkwinkelcentrum. In paragraaf 2.4 wordt vervolgens ingegaan op de invloed van de huidige conjunctuur op het functioneren van het wijkwinkelcentrum. In paragraaf 2.5 wordt ingegaan op het ontstaan van wijkwinkelcentra volgens de ruimtelijk economische locatietheorieën en in het bijzonder de centrale plaatsentheorie van Christaller. Ten slotte wordt in paragraaf 2.6 ingegaan op de rol van de overheid bij het plannen van wijkwinkelcentra. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een conclusie in paragraaf De definitie wijkwinkelcentrum Volgens Locatus valt het wijkwinkelcentrum volgens de winkelgebiedentypering onder de segmentatie ondersteunende winkelgebieden (Locatus, 2008). Het wijkwinkelcentrum kan worden verdeeld in twee typen centra, te weten wijkcentrum groot en wijkcentrum klein : Het wijkcentrum groot bestaat naast een binnenstad of hoofdwinkelstraat, heeft 25 tot 50 winkels met minimaal één supermarkt en heeft een gemiddelde winkelvloeroppervlakte (wvo) van circa m² (Locatus, 2011). Onder het wijkcentrum klein worden winkelconcentraties gerekend met 10 tot 25 winkels met minimaal één supermarkt of winkelconcentraties met minder dan 10 winkels met twee of meer supermarkten. Het wijkcentrum klein heeft een gemiddelde winkelvloeroppervlakte (wvo) van circa m² (Locatus, 2011). In dit onderzoek wordt zowel het wijkwinkelcentrum groot als het wijkwinkelcentrum klein betrokken om de invloed van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten te kunnen onderzoeken bij wijkwinkelcentra van verschillende grootte. 2.3 De kenmerken van het huidige wijkwinkelcentrum De Nederlandse Raad van Winkelcentra (NRW) noemt in De Toekomst van Winkelen als belangrijkste pijlers voor de planning en inrichting van winkelgebieden gemak, bereikbaarheid en gratis parkeren. Onder gemak wordt volgens de NRW verstaan het bieden van een veelzijdig en aantrekkelijk winkelaanbod en het bieden van comfort aan de consument. Aan deze norm zouden volgens de NRW extra s moeten worden toegevoegd die meer ingaan op beleving en sfeer (NRW, 2011). Al vanaf de jaren zestig is het wijkwinkelcentrum gebouwd als boodschappencentrum voor de wijk, bedoeld voor de dagelijkse boodschappen, met de supermarkt als trekker. Het wijkwinkelcentrum ligt midden in een woonwijk en is voor alle consumenten bereikbaar zowel te voet, per fiets als per auto (Evers, Kooiman, van der Krabben, 2011, p.43-49). Rondom het wijkwinkelcentrum zijn parkeermogelijkheden en de branchering van elk winkelcentrum bestaat volgens Locatus uit één of twee supermarkten en een mix van filiaalbedrijven en plaatselijke ondernemers (Locatus, 2012). De positionering van het wijkwinkelcentrum binnen een plaats en het winkelaanbod binnen het wijkwinkelcentrum is schematisch weergegeven in figuur 1. De samenvatting van de winkelbranches is niet uitputtend en kan per wijkwinkelcentrum verschillen of worden aangevuld met andere branches. Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden is het interessant om te onderzoeken wat het huidige bezoekmotief van consumenten aan het wijkwinkelcentrum is. Is het bezoekmotief van consumenten aan het wijkwinkelcentrum 17

22 Figuur 1 Ligging en winkelaanbod van het wijkwinkelcentrum (Bron: Eigen bewerking) 18

23 primair de supermarkt of is het bezoekmotief juist het uitgebreide winkelaanbod met filiaalbedrijven en plaatselijke ondernemers? Om deze vraag te kunnen onderzoeken is er een hypothese opgesteld die wordt getoetst in de meervoudige casestudy die in hoofdstuk 5 staat uitgewerkt. Vanuit de historische opbouw van wijkwinkelcentra waarbij de supermarkt als trekker fungeert zou het bezoekmotief van de consument de supermarkt moeten zijn. In de empirische toetsing wordt uitgegaan van een ruime meerderheid van 75% om deze hypothese te kunnen bevestigen. Hypothese 1. De hoofdaanleiding voor het bezoek aan het wijkwinkelcentrum is voor 75% van de consumenten de supermarkt in plaats van het uitgebreide winkelaanbod. 2.4 De ruimtelijke economie als onderlegger van de huidige winkelstructuur De hiërarchische fijnmazige winkelopbouw in Nederland kent zijn oorsprong in de centrale plaatsentheorie van Christaller. Deze theorie valt onder de neoklassieke locatietheorieën (Atzema, Lambooy, Van Rietbergen, Wever, 2009, p.69-76). Bij de neoklassieke locatietheorieën spelen toegankelijkheid, afstand en bereikbaarheid een rol (Evers, Van Hoorn, Van Oort, 2005, p ). Er zijn naast de centrale plaatsentheorie van Christaller meer (neo) klassieke locatietheorieën die het ontstaan van winkelgebieden kunnen verklaren, waaronder de locatietheorieën van Von Thunen en Alonso die uitgaan van economisch grondgebruik en minimale transportkosten (Atzema, Lambooy, Van Rietbergen, Wever, 2009, p.53-54) en het ruimtelijk duopolieprincipe van Hotelling, die anders dan Christaller uitgaat van het ruimtelijk gedrag van concurrenten (Atzema, Lambooy, Van Rietbergen, Wever, 2009, p.76-80). Omdat de hiërarchische winkelopbouw in Nederland zijn oorsprong met name kent in de centrale plaatsentheorie van Christaller wordt deze klassieke theorie nader toegelicht. Op de andere klassieke locatietheorieën wordt in dit onderzoek niet ingegaan. In de loop van de tijd zijn er nieuwe locatietheorieën bijgekomen die meer zijn gebaseerd op psychologische en sociale inzichten dan op bereikbaarheid en afstand. Een voorbeeld van een nieuwe locatietheorie is de ruimtelijke interactietheorie van Reilly. De historische opbouw van de winkelstructuur in Nederland in hoofdwinkelcentra en ondersteunende winkelcentra is gebaseerd op hiërarchie, bereikbaarheid en afstand (Evers, Van Hoorn, Van Oort, 2005, p.30-32). Door de ontwikkeling van e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten in de periferie, samen met de veranderende consument die steeds mobieler wordt, is de vraag in hoeverre de klassieke theorieën nog aansluiting vinden bij de huidige winkelstructuur en in hoeverre bereikbaarheid en afstand nog een doorslaggevende rol spelen. In het navolgende wordt de centrale plaatsentheorie van Christaller en de ruimtelijke interactie theorie van Reilly op hoofdlijnen toegelicht. Centrale plaatsentheorie van Christaller Christaller probeert het ruimtelijk patroon van nederzettingen te verklaren vanuit de verzorgingsfunctie van een plaats (Atzema, Lambooy, Van Rietbergen, Wever, 2009, p ). Bereikbaarheid staat bij Christaller centraal. Christaller heeft de relatie tussen marktbereik en het ruimtelijk patroon van plaatsen systematisch uitgewerkt. Dit ruimtelijk patroon is weergegeven in figuur 2. Naarmate plaatsen groter zijn, A in figuur 2, hebben de plaatsen meer inwoners en meer verzorgende functies. Het zeshoekig gebied dat ze verzorgen is uitgestrekter dan van de kleinere plaatsen, B in figuur 2. Een grotere plaats is een centrale plaats van een hogere orde. Dat wil zeggen dat er in die centrale plaats naast gewone winkels ook specialistische winkels met een groter bereik zijn te vinden. De consument is bereid hier verder voor te reizen. Zo ontstaat een hiërarchie van 19

24 Figuur 2 centrale plaatsen van christaller (Bron: Klein Obbink, 2012, p. 22) centrale plaatsen. De veronderstellingen van Christaller gaan ervan uit dat de verplaatsingskosten lineair toenemen met de afgelegde afstand, dat de bevolking gelijkmatig verspreid is over de ruimte en dat iedereen hetzelfde inkomen heeft (Atzema, Lambooy, Van Rietbergen, Wever, 2009, p ). De theorie van Christaller kan ook worden toegepast op intra stedelijk niveau, namelijk voor winkelcentra binnen een stad. Wat betreft wijkwinkelcentra kiest de consument op basis van de theorie van Christaller voor het dichtstbijzijnde wijkwinkelcentrum. Er wordt in de literatuur twijfel uitgesproken of de theorie van Christaller nog opgaat. De perifere en grootschalige winkelontwikkelingen passen niet in deze hiërarchische structuur, terwijl deze ontwikkelingen wel onderdeel uitmaken van het huidige winkellandschap. De perifere en grootschalige winkelontwikkelingen hebben een groter draagvlak dan bijvoorbeeld een binnenstad. Echter, in de centrale plaatsentheorie van Christaller heeft de binnenstad een hogere rangorde dan de perifere en grootschalige detailhandel. Ook is de consument in werkelijkheid niet 100% afstandsgevoelig. Er komen winkels bij met een groter bereik en de mobiliteit is toegenomen (Pellenbarg, Sijtsma, 2007). Ten slotte houdt Christaller in zijn theorie ook geen rekening met verschillen in behoeften en inkomens tussen consumenten. Dat gaat in de praktijk niet op. Mensen hebben een grote variatie van leefstijlen en er is een grote diversiteit aan inkomens en behoeften. Ruimtelijke interactie theorie van Reilly Reilly gaat ervan uit dat consumenten zich niet alleen door de afstand laten leiden, zoals gesteld door Christaller, maar ook door de grootte en aantrekkelijkheid van een winkelgebied of een winkelcentrum (Bolt, 2003, p.48-62). Grotere winkelcentra worden volgens Bolt door consumenten gewaardeerd om het ruime winkelaanbod en consumenten zijn bereid hiervoor een grotere afstand af te leggen, de weerstandsfactor (Bolt, 2003, p. 48). Volgens de ruimtelijke interactietheorie van Reilly bewegen koopstromen zich volgens deze theorie afhankelijk van de grootte van een winkelgebied, waarbij ook het assortiment van belang is. Reilly gaat er in de ruimtelijke interactietheorie vanuit dat het diverse winkelaanbod, de ligging en de grootte van het winkelgebied bepalend zijn voor de richting van de koopstromen (Bolt, 2003, p.48-62). Wat betreft de koopkrachtbinding stelt Bolt dat naar mate de afstand tot een winkelcentrum van een hogere orde groter wordt dan 6 kilometer, de koopkrachtbinding van het winkelcentrum met een lagere orde toeneemt (Bolt, 2003, p.49). Wat betreft de keuze voor een wijkwinkelcentrum stelt Bolt dat de weerstandsfactor van Reilly minder een rol speelt omdat de wijkwinkelcentra relatief dicht ten opzichte van elkaar zijn gesitueerd. Bolt stelt dat er bij de wijkwinkelcentra andere factoren belangrijk zijn en dat de consument niet per definitie kiest voor het dichtstbijzijnde wijkwinkelcentrum, maar dat ook de grootte en aantrekkelijkheid van het wijkwinkelcentrum meespelen. Bolt heeft deze factoren vertaald naar werfkracht bepalende factoren, die het succes van het wijkwinkelcentrum bepalen. Deze 20

25 werfkracht bepalende factoren zijn onder te verdelen in macro-, meso- en microfactoren, waarbij macrofactoren betrekking hebben op bevolkingsopbouw, besteedbaar inkomen en bereikbaarheid. Mesofactoren hebben betrekking op onder andere de branchering, de complementariteit en synergie tussen de winkels. Microfactoren hebben betrekking op de kwaliteit van de individuele winkels (Bolt, 2003, p ). 2.5 De invloed van de huidige conjunctuur op het functioneren van het wijkwinkelcentrum Het wijkwinkelcentrum was tot een aantal jaren geleden redelijk conjunctuurongevoelig, er was nagenoeg geen leegstand in het wijkwinkelcentrum en de omzetten van de ondernemers en de huurprijzen waren stabiel. Echter, de gevolgen van de economische crisis werken nu ook door in het wijkwinkelcentrum. Wat betreft de wijkwinkelcentra staan in figuur 3 een aantal kengetallen opgenomen voor de jaren 2010, 2011 en De huidige Nederlandse economie wordt getroffen door de kredietcrisis. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek geven aan dat de Nederlandse economie in het vierde kwartaal van 2011 met 0,6 procent gekrompen is ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder (CBS, 2012). Naast de krimp in de economie nemen ook de bestedingen af. Het consumentenvertrouwen was in mei % (CBS, 2012). Bij de wijkwinkelcentra zijn deze teruglopende consumptieve bestedingen merkbaar. Consumenten sparen meer, de omzetten van de ondernemers lopen terug en volgens opgave van de ondernemers is het over het algemeen rustiger in het wijkwinkelcentrum. Locatus geeft aan dat er in Nederland in 2012 bijna 28 miljoen m² winkelvloeroppervlakte is verdeeld over ruim verkooppunten (Locatus, 2012). Deze kengetallen betreffen uitsluitend winkels, exclusief leegstand, servicepunten en diensten. In 2009/2010 is Figuur 3 Kengetallen wijkwinkelcentra 2010, 2011, 2012 (Bron: Locatus, 2010, 2011, 2012) 21

26 er circa m² winkelvloeroppervlakte opgeleverd. In 2011 is er circa m² winkelvloeroppervlakte opgeleverd. Neprom verwacht dat er in 2012 circa m² winkelvloeroppervlakte wordt opgeleverd (Neprom, 2012). Volgens CBW-Mitex zit het huidig winkelaanbod op het hoogste niveau ooit. De omzet in de detailhandel groeit niet evenredig met deze ontwikkeling mee, met als gevolg dat de vloerproductiviteit is afgenomen zoals uit figuur 4 en 5 is af te lezen (CBW- Mitex, 2012, p15-20). Figuur 4 winkelvloeroppervlakte (Bron: CBW-Mitex, 2012, p. 18) Figuur 5 vloerproductiviteit (Bron: CBW-Mitex, 2012, p. 19) 2.6 De invloed van de overheid op het functioneren van het wijkwinkelcentrum De overheid heeft een belangrijke rol ingenomen bij de planning van wijkwinkelcentra en is voor een groot gedeelte verantwoordelijk voor de huidige fijnmazige winkelstructuur in Nederland. In de MRE scriptie Een Megamall in Nederland van Schuppen is een tijdslijn van de ontwikkeling van het Nederlandse winkellandschap opgenomen (Van Schuppen, 2010, p ). Deze ontwikkeling wordt ook omschreven in Winkelen in Megaland (Evers, Van Hoorn, Van Oort, 2005, p ) en is in deze paragraaf samengevat. Vanaf de Tweede Wereldoorlog worden in een korte periode omvangrijke stedelijke uitbreidingen gerealiseerd. Vanaf de jaren zeventig openden winkelformules, als gevolg van schaalvergroting en toenemende concurrentie, winkels in de periferie. In de periferie was ruimte en de huurprijzen waren laag. Ook supermarkten trokken naar de periferie, de zogenaamde witte schuren. Een voorbeeld hiervan is de Maxis in Muiden (Evers, Van Hoorn, Van Oort, 2005, p ). De vestiging van grootschalige winkels in de periferie was vanuit concurrentieoverwegingen niet wenselijk. Om die reden is in 1973 het restrictieve perifere detailhandelsbeleid (PDV-beleid) ingevoerd dat uitging van een verbod op nieuwe detailhandelsvestigingen buiten bestaande winkelgebieden. Negatief gevolg van het PDVbeleid was dat de schaarste in bestaande winkelgebieden toenam en dat daardoor de huurprijzen stegen. Dit heeft geleid tot de eentonigheid en filialisering die nog steeds zichtbaar is in bestaande winkelgebieden en wijkwinkelcentra. Omdat het restrictieve PDV-beleid ook beperkingen met zich meebracht voor onder andere de branchering werd in 1993 het grootschalige detailhandelsbeleid (GDV beleid) ingevoerd. Bij grootschalige detailhandel is niet de invulling, maar de omvang van de betreffende winkel bepalend. 22

27 In 1996 is de winkeltijdenwet verruimd. De verruiming staat, met uitzonderingen, een openstelling van twaalf zondagen per jaar toe en een opening op doordeweekse dagen en op zaterdag tussen uur en uur. In 2005 is ten slotte de Nota Ruimte ingevoerd. De Nota Ruimte ging uit van liberalisatie van het Rijksbeleid door decentralisatie. De lagere overheden werden verantwoordelijk voor het vestigingsbeleid. Vanuit de markt was de verwachting dat hierdoor opnieuw detailhandelsontwikkelingen in de periferie gingen ontstaan. Echter, in tegenstelling tot wat door de markt werd verwacht zijn de lagere overheden juist heel restrictief geweest in hun beleid vanaf Er zijn geen grote megamalls of hypermarkten in de periferie gerealiseerd. Aan deze tijdslijn kan ten slotte de invoering van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte worden toegevoegd. Deze structuurvisie is in 2012 ingevoerd door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Bij de Structuurvisie laat het Rijk meer verantwoordelijkheid over aan de Provincies en de samenwerkende gemeenten (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2012). Deze wijziging van het Rijksbeleid kan gevolgen gaan hebben voor het wijkwinkelcentrum. Als gemeenten meer gaan samenwerken en het huidige restrictieve beleid meer gaan loslaten om vanuit de groei van de regionale economie te denken, is het vanuit theorie denkbaar dat zich meer grootschalige XL-supermarkten of zelfs hypermarkten in de periferie kunnen gaan vestigen. 2.7 Conclusies Het huidige wijkwinkelcentrum wordt gekenmerkt als boodschappencentrum en ligt centraal in de woonwijk met rondom parkeermogelijkheden. Elk wijkwinkelcentrum heeft een nagenoeg gelijke winkelbranchering met één of twee supermarkten en een mix van filiaalbedrijven en plaatselijke ondernemers in de food- en nonfoodbranche, aangevuld met diensten en horeca. De fijnmazige winkelstructuur in Nederland met de vele wijkwinkelcentra kent haar oorsprong in de centrale plaatsentheorie van Christaller, waarbij afstand en bereikbaarheid belangrijke factoren waren. Door de invoering van de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu in 2012 is het vanuit de theorie denkbaar dat zich meer XLsupermarkten of zelfs hypermarkten in de periferie kunnen gaan vestigen. Deze ontwikkeling kan gevolgen gaan hebben voor het wijkwinkelcentrum. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkelingen van e-commerce op het gebied van dagelijkse boodschappen en de opkomst van XL-supermarkten. 23

28 3 De ontwikkelingen die mogelijk van invloed zijn op de toekomst van het wijkwinkelcentrum 24

29 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk is ingegaan op kenmerken van het huidige wijkwinkelcentrum. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkelingen die mogelijk van invloed zijn op de toekomst van het wijkwinkelcentrum en wordt deelvraag 2 en deelvraag 3 beantwoord: In hoeverre wordt het winkelgedrag van consumenten beïnvloed door e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten? En in hoeverre wordt het winkelaanbod en de vraag naar winkelmeters bij de verschillende gebruikers van het wijkwinkelcentrum beïnvloed door e-commerce en de opkomst van XL-supermarkten? Dit hoofdstuk start met een beschrijving en analyse van de consument van het wijkwinkelcentrum in paragraaf 3.2. Vervolgens wordt in paragraaf 3.3 ingegaan op de ontwikkelingen bij het wijkwinkelcentrum, waarbij in paragraaf en wordt ingegaan op e-commerce en in paragraaf en wordt ingegaan op de opkomst van XL-supermarkten. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een conclusie in paragraaf De consument van het wijkwinkelcentrum Bij de ontwikkelingen van het wijkwinkelcentrum staat de consument centraal. De consument bepaalt waar hij zijn boodschappen gaat doen en hoe vaak hij het betreffende wijkwinkelcentrum bezoekt en met welk motief. De ontwikkelingen die in dit hoofdstuk worden omschreven, de opkomst van e-commerce en de komst van XL-supermarkten in de periferie en de stadsdeelcentra, bepalen in hoeverre de consument in de toekomst het wijkwinkelcentrum nog gaat bezoeken. In deze paragraaf wordt ingezoomd op de consument en wordt ingegaan op de demografische ontwikkelingen, die van invloed zijn op de samenstelling van de toekomstige bevolking, en het veranderende consumentengedrag, dat van invloed is op het toekomstige winkelgedrag van de consumenten Demografische ontwikkelingen In het rapport Retail2020, een uitgave van CBW-Mitex, worden drie ontwikkelingen omschreven die van invloed zijn op de samenstelling van de bevolking (CBW-Mitex, 2011, p.64-72): Vergrijzing en ontgroening van de bevolking Smallspace living, toename van het aantal alleenstaanden Toename van het aantal niet-westerse allochtonen Vergrijzing en ontgroening van de bevolking In figuur 6 wordt de prognose van de totale bevolkingsomvang in Nederland tot 2060 weergegeven. Uit figuur 6 is af te lezen dat volgens Figuur 6 Prognose bevolkingsomvang Nederland (Bron: Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2012) 25

30 het Nationaal Kompas de totale bevolkingsomvang nog zal groeien tot Als gevolg van demografische druk komt het bevolkingszwaartepunt anders te liggen, waarbij het aantal ouderen aanzienlijk toeneemt en het aantal jongeren stabiel blijft. In de komende decennia is niet alleen sprake van een vergrijzing, maar ook van een dubbele vergrijzing. Binnen de groep 65-plussers neemt het aandeel van 80-plussers sterk toe (Duin van, Garssen, 2011). Volgens CBW-Mitex hebben oudere doelgroepen behoefte aan bereikbaarheid, betrouwbaarheid, veiligheid, en service (CBW- Mitex, 2011, p.64-72). Hierin ligt mogelijk een kans voor het wijkwinkelcentrum, door het toevoegen van medische en maatschappelijke voorzieningen. Daarnaast kan het wijkwinkelcentrum een sociale functie vervullen. Smallspace living, toename van het aantal alleenstaanden Onder smallspace living wordt volgens CBW- Mitex de ontwikkeling dat huishoudens kleiner worden verstaan (CBW-Mitex, 2011, p.65). Mensen gaan later samenwonen of helemaal niet, met als gevolg dat het aantal alleenstaanden toeneemt. Deze alleenstaanden hebben kleinere huishoudens en andere behoeften dan gezinnen en ouderen. In figuur 7 is de toename van de eenpersoonshuishoudens weergegeven. Volgens CBW-Mitex zal in 2020 vier op de tien huishoudens bestaan uit één persoon. De ontwikkeling van het aantal huishoudens en de samenstelling van de huishoudens zullen gevolgen gaan hebben voor de detailhandel en wellicht voor het wijkwinkelcentrum. Meer kleinere huishoudens betekent meer wooneenheden. Aan de andere kant zullen veel van deze alleenstaanden ook werken en door de schaarste van vrije tijd zal deze consumentengroep wellicht de boodschappen halen tijdens werktijd of op weg van werk naar huis. Toename van het aantal niet-westerse allochtonen Zoals uit figuur 6 is af te lezen, zal de bevolkingsomvang nog tot circa 2040 toenemen. Volgens CBW-Mitex komt deze groei grotendeels voor rekening van allochtonen. Uit de bevolkingsprognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit 2010 blijkt dat in % van de Nederlandse bevolking uit allochtonen bestond De verwachting is dat dit percentage zal toenemen tot ca. 22% in 2020 en 29% in 2050 (CBW-Mitex, 2011, p.64-65) zoals ook in figuur 8 staat opgenomen. De groei wordt voornamelijk veroorzaakt door niet-westerse allochtonen (CBW-Mitex, p.64-65). Omdat deze doelgroep groeit, kan het een interessante doelgroep zijn voor het wijkwinkelcentrum en ligt er een kans om de winkelbranchering van het wijkwinkelcentrum voor een gedeelte af te stemmen op deze nieuwe doelgroep door bijvoorbeeld het toevoegen van een toko of speciaalzaak. Figuur 7 Samenstelling huishoudens Nederland (Bron: CBW-Mitex, 2011, p.14) 26

31 Figuur 8 Toename allochtone bevolking 2010, 2020, 2030 Jaartal: 2010: 2020: 2050: Totale bevolking: Allochtone bevolking: Allochtone bevolking in %: 20% 22% 29% (Bron: CBW-Mitex, 2011, p.65, eigen bewerking) Veranderend consumentengedrag In de vorige paragraaf is ingegaan op de demografische ontwikkelingen, om een beeld te kunnen krijgen van hoe de samenstelling van het toekomstige winkelpubliek eruit gaat zien. In deze paragraaf wordt ingegaan op het veranderende consumentengedrag, om inzicht te krijgen in het toekomstige winkelgedrag van consumenten. Het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD) omschrijft deze verandering in het koop- en winkelgedrag van de consument in de uitgave Het Nieuwe Winkelen (HBD, 2011). De basis blijft dat de consument een winkelbehoefte heeft en er een winkelvoorziening nodig is om deze behoefte te bevredigen. Onder invloed van de mogelijkheden en (communicatie-) middelen die de consument heeft om uiteindelijk te winkelen, is het winkelgedrag en winkelproces wel veranderd (HBD, 2011, p5). Het HBD stelt verder in Het Nieuwe Winkelen dat in deze periode van economische recessie de consument prijsgevoeliger is geworden en bewuster is gaan uitgeven. Internetsites als Marktplaats en ebay zijn in opkomst en de korting blijft een krachtig middel om te zorgen dat consumenten de winkel blijven bezoeken (HBD, 2011, p.20-30). Daarnaast concludeert het HBD dat de consument mobieler is geworden. Als de consument een product wil hebben of naar een bepaald winkelcentrum wil gaan en hiervoor de auto moet gebruiken, dan is dat geen probleem (HBD, 2011, p.9-20). Wel is de vrije tijd van consumenten schaarser geworden, wat betekent dat winkelen moet concurreren met andere vormen van vrijetijdsbesteding (CBW-Mitex, 2011, p.82-95). De consument zal steeds bewuster gaan kiezen waar hij zijn tijd en budget aan wil besteden. Gemak speelt hierbij ook een rol. Dat kan mogelijk gevolgen hebben voor het wijkwinkelcentrum. Door bijvoorbeeld het grotere assortiment van XLsupermarkten kan de consument met one-stopshopping al de boodschappen bij één supermarkt doen. In Retail2020 is een onderzoek onder consumenten uitgevoerd en uit dit onderzoek blijkt dat 69% van de consumenten altijd het dichtstbijzijnde winkelgebied kiest. Ten opzichte van vijf jaar geleden is deze ontwikkeling zelfs toegenomen met circa 27%. Uit het onderzoek blijkt ook dat de belangrijkste motivatie voor consumenten om voor een winkelgebied te kiezen, de afstand is. Daarna komen achtereenvolgens de parkeermogelijkheden en parkeerkosten, bereikbaarheid, sfeer en gezelligheid en uitgebreid winkelaanbod (CBW-Mitex, 2011, p.77-78). Deze resultaten wijken af van de ruimtelijke interactietheorie van Reilly uit hoofdstuk 2, zoals omschreven door Bolt in Winkelvoorzieningen op waarde geschat. Bolt geeft aan dat de consument niet per definitie kiest voor het dichtstbijzijnde wijkwinkelcentrum, maar dat er meerdere factoren meespelen waaronder grootte en aantrekkelijkheid van het wijkwinkelcentrum (paragraaf 2.4). Het rapport Retail2020 heeft betrekking op alle winkelgebieden. In dit onderzoek staat het wijkwinkelcentrum centraal. Om de bezoek- 27

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht Factsheets Profielen gemeentes van Utrecht Leeswijzer Profielen gemeentes van Utrecht Per gemeente van de provincie Utrecht is een profiel gemaakt. Dit profiel is weergegeven op basis van vier pagina s.

Nadere informatie

Amersfoort. Euterpeplein. ruimtelijk-economisch onderzoek 04-07-2013 081530.17896.00

Amersfoort. Euterpeplein. ruimtelijk-economisch onderzoek 04-07-2013 081530.17896.00 Amersfoort Euterpeplein ruimtelijk-economisch onderzoek identificatie planstatus projectnummer: datum: 081530.17896.00 04-07-2013 projectleider: opdrachtgever: drs. G. Welten Hoorne Vastgoed R.008/04 gecertificeerd

Nadere informatie

Detailhandel in Nederland

Detailhandel in Nederland Planbureau voor de Leefomgeving De wetenschap van het winkelen Randstad Koopstromonderzoek Haarlem, 8 februari 2017 www.pbl.nl Onderzoeksinstituut voor de Rijksoverheid Kennis voor beleid Milieu Natuur

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Hoek van Holland. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Hoek van Holland. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Centrum 4 2.2 Verspreide bewinkeling 5 3 Koers detailhandelsstructuur

Nadere informatie

Detailhandelsvisie A2-gemeenten. Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle

Detailhandelsvisie A2-gemeenten. Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle Detailhandelsvisie A2-gemeenten Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle Vraagstelling visie en uitvoering Regionale visie: Welke kansen zijn aanwezig om de detailhandelsstructuur in

Nadere informatie

Aanleiding voor het onderzoek

Aanleiding voor het onderzoek Aanleiding voor het onderzoek Gemeente Heerlen, juni 2013, alle zondagen koopzondag; wekelijkse koopzondag Centrum gestart m.i.v. september 2013 Heroverweging wekelijkse koopzondag in 2015 Breed gedragen

Nadere informatie

ZWOLLE perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg

ZWOLLE perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg ZWOLLE perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg ruimtelijk-economisch onderzoek Zwolle perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg ruimtelijk-economisch onderzoek identificatie planstatus

Nadere informatie

MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN

MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN 13 OKTOBER 2017 Status: Definitief Datum: 13 oktober 2017 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam 1E 1013

Nadere informatie

Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst

Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst Inleiding De gemeente Veenendaal heeft een sterk kernwinkelgebied, vier buurtwinkelcentra en twee woonboulevards. Veenendaal wil de positie van de

Nadere informatie

Welkom! Gemeente Purmerend Visie op de boodschappenstructuur. Werkatelier 1

Welkom! Gemeente Purmerend Visie op de boodschappenstructuur. Werkatelier 1 Welkom! Gemeente Purmerend Visie op de boodschappenstructuur Werkatelier 1 Stelling 1 Een supermarkt in het centrum van Purmerend voorziet in een consumentenbehoefte en is ook goed voor de positie van

Nadere informatie

winkelcentra kennen de wijk

winkelcentra kennen de wijk P. 210 Slimme Bas Buvelot winkelcentra kennen de wijk P. 211 Veel naoorlogse wijken in Nederland worden momenteel vernieuwd omdat de woningvoorraad niet meer aansluit bij de woonwensen van de hedendaagse

Nadere informatie

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk Memo Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk Green Development 25 januari 2011 BOR035/Hft/0105 1 Inleiding Green Development is in samenwerking met de gemeente Heemskerk

Nadere informatie

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente 1 Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente Fact sheet augustus 15 Net als Amsterdammers kopen bewoners in de Amsterdamse regio steeds meer niet-dagelijkse producten (kleding, muziek, interieurartikelen)

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Hoogvliet. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Hoogvliet. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Winkelcentrum - Binnenban 4 2.2 In de Fuik 5 2.3 Lengweg 5 2.4

Nadere informatie

Hillegersberg - Schiebroek

Hillegersberg - Schiebroek Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Hillegersberg - Schiebroek Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in Hillegersberg-Schiebroek 4 2.1 Bergse Dorpsstraat

Nadere informatie

BEHOEFTE AAN BEOOGDE SUPERMARKT

BEHOEFTE AAN BEOOGDE SUPERMARKT BEHOEFTE AAN BEOOGDE SUPERMARKT Aldi is enige discounter in het Bildt De Aldi speelt een specifieke rol vervult binnen het koopgedrag van consumenten. Bij discounters doen consumenten vooral aanvullende

Nadere informatie

Koopzondagen en winkelaanbod in Diemen

Koopzondagen en winkelaanbod in Diemen Koopzondagen en winkelaanbod in Diemen In opdracht van: Gemeente Diemen Projectnummer: 13225 Anne Huijzer Willem Bosveld Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0330 Postbus 658, 1000 AR

Nadere informatie

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Noord

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Noord 1 Staat van de detailhandel, Stadsdeel Fact sheet juni 215 In zijn 316 winkels met een totale vloeroppervlakte van ruim 1. m 2. Het grootste deel betreft winkels voor niet-dagelijkse boodschappen. De winkels

Nadere informatie

Zijn ouderen de redding van het buurtwinkelcentrum?

Zijn ouderen de redding van het buurtwinkelcentrum? Zijn ouderen de redding van het buurtwinkelcentrum? De invloed van vergrijzing op het winkellandschap in de Randstad. Nadine van Nimwegen Afstudeerscriptie augustus 2014 Master Economische Geografie 1

Nadere informatie

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS LEESWIJZER FACTSHEETS 1 LEESWIJZER FACTSHEETS KSO2016 Algemeen Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2016 zijn naast een hoofdrapport en een internetapplicatie factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58 Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad 10-02-2017 10:58 Door Nick MÃ ller Redactie RetailWatching De afgelopen jaren is er veel veranderd in het winkellandschap, dat is niemand ontgaan.

Nadere informatie

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus Alles blijft Anders Het winkellandschap 2003-2011-2020 Gerard Zandbergen CEO Locatus Enkele begrippen Dagelijks aankopen Winkels / Detailhandel Mode & Luxe Wel oppervlak: Vrije Tijd WVO = In en om het

Nadere informatie

Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector

Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector 7 augustus 2013 definitief Status: definitief Datum: 7 augustus 2013 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam 1E 1013 AL Amsterdam 020-625 42 67 www.stedplan.nl

Nadere informatie

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015 Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015 Onderwerpen: Wat is er gebeurd de afgelopen jaren? Wat gaat er gebeuren

Nadere informatie

Nieuwe dynamiek voor binnensteden

Nieuwe dynamiek voor binnensteden Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland Nieuwe dynamiek voor binnensteden Drs. I.R.M. Ploegmakers MRICS Manager Retail Consultancy bij WPM Groep De binnensteden van de toekomst Ingrid Ploegmakers

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld)

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld) PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld) Effecten op winkelgebieden in omgeving Opdrachtgever: Wyckerveste Adviseurs BV. Rotterdam, 4 november 2010 Over Ecorys Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren

Nadere informatie

De supermarkt als drager van de Nederlandse winkelstructuur

De supermarkt als drager van de Nederlandse winkelstructuur De supermarkt als drager van de Nederlandse winkelstructuur in verleden, heden en toekomst Aart Jan van Duren Annexum Academy, 28 januari 2014 Opbouw Over mijzelf Over mijn bedrijf Stellingen Over supermarkten,

Nadere informatie

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws.

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws. Peter Nieland (PN) Echtgenoot Blogger Directeur Kadastermens Mountainbiker Westfries Vader van Nick PN = Positief Nieuws Kaartenman Voorzitter Bar-End Shopper (kijker) Winkelman En wie bent u? Naam. Gemeente.

Nadere informatie

Winkelen in het Internettijdperk

Winkelen in het Internettijdperk Winkelen in het Internettijdperk De (ruimtelijke) gevolgen van internet winkelen dr. Jesse Weltevreden, Hoofd Onderzoek BOVAG 1 Inhoud Winkelgebieden in Nederland Internet winkelen in Nederland E-shoppers:

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

VOOR WIE? WAAROM? WAT? DOOR WIE?

VOOR WIE? WAAROM? WAT? DOOR WIE? WAAROM? Keuzes op basis van kennis vraagt kennis. Koopstromen kunnen helpen bij inzicht in hoe de gemeente zich tot elkaar verhouden en welke gebieden en sectoren krachtig of juist zwak zijn. Om gebieden

Nadere informatie

Parkeergedrag. Dagmar Bisschops-Severens TOGETHER d_bisschops@yahoo.com

Parkeergedrag. Dagmar Bisschops-Severens TOGETHER d_bisschops@yahoo.com Parkeergedrag Dagmar Bisschops-Severens TOGETHER d_bisschops@yahoo.com Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 20 en 21 november 2014, Eindhoven Samenvatting Parkeergedrag Gemeenten

Nadere informatie

indeling winkellocaties

indeling winkellocaties Detail en marketing waar ligt de winkel indeling winkellocaties A1 A2 B1 B2 C hoofdwinkelgebied aanloopstraten naar A1 drukte-index bezoekersdrukte winkelstraat kenmerken: A1-locatie drukte-index 100-76

Nadere informatie

LEESWIJZER FACTSHEETS

LEESWIJZER FACTSHEETS LEESWIJZER FACTSHEETS 1 LEESWIJZER FACTSHEETS KSO2018 Algemeen Voor het Randstad Koopstromenonderzoek 2018 zijn (naast een hoofdrapport en een internetapplicatie) factsheets ontwikkeld om de onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Detailhandelsvisie centrum Nederweert. Stefan van Aarle 15 juli 2015

Detailhandelsvisie centrum Nederweert. Stefan van Aarle 15 juli 2015 Detailhandelsvisie centrum Nederweert Stefan van Aarle 15 juli 2015 Het verschaffen van inzicht op welke haalbare wijze Nederweerteen sterk en bestendig vitaal centrum gericht op de toekomst kan realiseren,

Nadere informatie

Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014

Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014 Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014 204X00472 Opzet presentatie 1. Aanpak en resultaten regionale detailhandelsfoto 2. Algemene trends en ontwikkelingen

Nadere informatie

Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad

Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad Leegstand van bedrijfsvastgoed in de Dordtse Binnenstad In Nederland staat veel kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte leeg. Leegstand van bedrijfsvastgoed lijkt structureel te worden en de verwachting is

Nadere informatie

Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen

Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen Op 24 september werden de koopstromen 2015 van Oost- Nederland gepresenteerd door het onderzoeksbureau

Nadere informatie

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af Tevredenheid over winkels in buurt neemt af - Factsheet juni 2018 Het aandeel bewoners dat is over winkels voor dagelijkse boodschappen in de eigen buurt is gedaald tussen 2014 en 2016 van 70% naar 63%.

Nadere informatie

Leidt webwinkelen tot meer mobiliteit? Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Leidt webwinkelen tot meer mobiliteit? Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Quickscan naar de betekenis van internetwinkelen voor de mobiliteit Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser Jan Francke Juni 2013 Analyses van mobiliteit en mobiliteitsbeleid dat is waar het

Nadere informatie

Retail en Mobiliteit in de binnenstad

Retail en Mobiliteit in de binnenstad Retail en Mobiliteit in de binnenstad Fietsstad 2016 Symposium Bikenomics - 13 Oktober 2015 Giuliano Mingardo Erasmus Universiteit Rotterdam mingardo@ese.eur.nl 1 Inhoudsopgave De ontwikkeling van mobiliteit;

Nadere informatie

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/ 2 Wonen De gemeente telt zo n 36.000 inwoners, waarvan het overgrote deel in de twee kernen Hellendoorn en Nijverdal woont. De woningvoorraad telde in 2013 zo n 14.000 woningen (exclusief recreatiewoningen).

Nadere informatie

Mededeling van het college aan de gemeenteraad (2011-42)

Mededeling van het college aan de gemeenteraad (2011-42) Onderwerp: Uitkomsten koopstromenonderzoek (consumentenonderzoek) binnenstad Portefeuillehouder: Steven Kroon Datum: 18 april 2011 Aanleiding voor de mededeling Doetinchem heeft de ambitie haar bovenregionale

Nadere informatie

Westwijk - Amstelveen. Winkelen, Wonen & Parkeren

Westwijk - Amstelveen. Winkelen, Wonen & Parkeren Westwijk - Amstelveen Winkelen, Wonen & Parkeren Westijk Amstelveen WINKELS 2 Inhoudsopgave 3 Amstelveen... 4 De Wijk... 7 Het Winkelcentrum... 8 Het Plan... 11 Winkelinformatie... 12 Impressies... 14

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8 Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 5 2. Werkgelegenheid Brabantse detailhandel... 6 3. Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8 3.1 Winkels per type winkelgebied... 9 3.2 Winkels in 4 grootste steden,

Nadere informatie

De eerste twee rapporten beschrijven de toekomstige ontwikkeling van detailhandel in met name Den Helder, zij schetsen een verontrustend beeld.

De eerste twee rapporten beschrijven de toekomstige ontwikkeling van detailhandel in met name Den Helder, zij schetsen een verontrustend beeld. College van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder Postbus 36, 1780 AA, Den Helder Den Helder, 16 maart 2015 Geachte heer, mevrouw, Namens een groep verontruste winkeliers, diverse ondernemersverenigingen,

Nadere informatie

Notitie Definitie perifere detailhandel

Notitie Definitie perifere detailhandel Notitie Definitie perifere detailhandel Gemeente Apeldoorn Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving Mei 2013 2 Inleiding In februari 2010 is door de gemeenteraad het nieuwe beleidskader voor perifere en grootschalige

Nadere informatie

Regionale detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland. Ondernemers 22 maart 2017

Regionale detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland. Ondernemers 22 maart 2017 Regionale detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland Ondernemers 22 maart 2017 Opzet werksessie 9.15 Kennismaking 9.30 Introductie en presentatie analyse 9.50 Werksessie Groep 1: hoofdwinkelgebieden Groep

Nadere informatie

Rabobank Cijfers & Trends

Rabobank Cijfers & Trends Detailhandel in wonen De detailhandel in wonen bestaat uit de volgende branches: woninginrichting (onder te verdelen in meubelspeciaalzaken, woningtextielspeciaalzaken, slaapspeciaalzaken en gemengde zaken),

Nadere informatie

Fun of functie: koopstromen. Kennis en Economisch Onderzoek

Fun of functie: koopstromen. Kennis en Economisch Onderzoek Fun of functie: koopstromen Kennis en Economisch Onderzoek Rogier Aalders 3 juni 2014 Fun of functie Dalende detailhandelsomzet 115 index index 115 110 110 105 105 100 100 95 95 90 90 85 2005 2006 2007

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Noord. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Noord. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 erboulevard (Zwartjanstraat en molenstraat) 4 2.2 Zwaanshalsgebied

Nadere informatie

Seminar de toekomst van stadsdeelen wijkcentra

Seminar de toekomst van stadsdeelen wijkcentra Seminar de toekomst van stadsdeelen wijkcentra Pieter van der Heijde, algemeen directeur Bureau Stedelijke Planning 19 mei 2016 Programma 14:00 14:30 Opening en inleiding op het thema door dagvoorzitter

Nadere informatie

Zondagopenstelling Drechterland Peiling onder inwoners. Gemeente Drechterland Augustus 2013

Zondagopenstelling Drechterland Peiling onder inwoners. Gemeente Drechterland Augustus 2013 Zondagopenstelling Drechterland Peiling onder inwoners Gemeente Drechterland Augustus 2013 Colofon Uitgave : I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl Rapportnummer

Nadere informatie

MARKTRUIMTE EN EFFECTEN UITBREIDING DEKAMARKT ORDENPLEIN Stec Groep aan Dreef Beheer. Stec Groep B.V. Guido Scheerder Januari 2011

MARKTRUIMTE EN EFFECTEN UITBREIDING DEKAMARKT ORDENPLEIN Stec Groep aan Dreef Beheer. Stec Groep B.V. Guido Scheerder Januari 2011 MARKTRUIMTE EN EFFECTEN UITBREIDING DEKAMARKT ORDENPLEIN Stec Groep B.V. Guido Scheerder Januari 2011 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 1.1 Uw situatie en vragen 1 1.2 Onze aanpak 1 1.3 Leeswijzer 1 2. ADVIES

Nadere informatie

Herijking Nota Detailhandel Eindhoven. Marco Karssemakers Economie & Cultuur

Herijking Nota Detailhandel Eindhoven. Marco Karssemakers Economie & Cultuur Herijking Nota Detailhandel Eindhoven Marco Karssemakers Economie & Cultuur Tot zover.. Nieuwe foto stand van zaken detailhandel Eindhoven door extern bureau Gesprekken met marktpartijen Bijeenkomst met

Nadere informatie

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Zuidoost

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Zuidoost 1 Staat van de detailhandel, Stadsdeel Fact sheet juni 2015 In stadsdeel zijn 287 winkelvestigingen met een totale vloeroppervlakte van bijna 165.000 m 2. Net als in Noord en Nieuw-West zijn winkels sterk

Nadere informatie

Notitie Onderzoek Verruiming Winkeltijden

Notitie Onderzoek Verruiming Winkeltijden Notitie Onderzoek Verruiming Winkeltijden Gemeente Haarlemmermeer November 2012 Notitie Onderzoek Verruiming Winkeltijden Gemeente Haarlemmermeer November 2012 Colofon Uitgave I&O Research Villawal 19

Nadere informatie

Actualisering PDV/GDVbeleid. FoodValley. Raadsinformatiebijeenkosmt. 23 november Guido Scheerder

Actualisering PDV/GDVbeleid. FoodValley. Raadsinformatiebijeenkosmt. 23 november Guido Scheerder Actualisering PDV/GDVbeleid FoodValley Raadsinformatiebijeenkosmt 23 november 2016 Guido Scheerder 2 Inhoud presentatie Doel actueel PDV / GDV beleid Projectaanpak Definities Actuele aanbodstructuur Vraag

Nadere informatie

Quick scan haalbaarheid en effecten discountsupermarkt Mook

Quick scan haalbaarheid en effecten discountsupermarkt Mook Quick scan haalbaarheid en effecten discountsupermarkt Mook datum: 2-2-2015 projectnummer: 1515.1114 Aanleiding Eerder dit jaar heeft de ontwikkelcombinatie Progres Real Estate B.V. & JAVO Vastgoed een

Nadere informatie

Cross Channel Retail

Cross Channel Retail Cross Channel Retail Onderzoek naar de implicaties voor Nederlandse winkelcentra 20 juni 2014 ir. Suzanne Tol MRE Asset manager bij HB Capital Wat is cross channel retail? Theorie: bij cross channel is

Nadere informatie

De zonnige toekomst van winkels, winkelgebieden en winkelcentra

De zonnige toekomst van winkels, winkelgebieden en winkelcentra 1/20 De zonnige toekomst van winkels, winkelgebieden en winkelcentra Winnaars Verliezers Hoe wordt een winkelcentrum een winnaar? Case-study Zonder parkeren geen winkelomzet drs. Hans P. van Tellingen

Nadere informatie

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Strategie en Onderzoek, september 2013 Inleiding Begin september 2013 is onder Leidse winkeliers een enquête gehouden over de openstelling

Nadere informatie

WELKOM. Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen

WELKOM. Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen WELKOM Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen WELKOM Rob de Jong Directeur Leyten & bestuurslid NEPROM Programma 13.10 Retailvisie 2011 13.30 Het Nieuwe Winkelen 14.15 Pauze 14.45 Vormgeven aan het nieuwe winkelen

Nadere informatie

Retailvisie Leidse regio

Retailvisie Leidse regio Retailvisie Leidse regio Welkom bij het RMC Werkatelier Leidse regio Twitter: @economie071 2-4-2015 Copyright RMC 2012 1 Programma 18:00 Inloop 18:30 Opening door Robert Strijk Voorzitter stuurgroep Economie071

Nadere informatie

Perspectief Kerkelanden. 1 Inleiding. 2 Actuele situatie. 2.1 Actueel winkelaanbod Hilversum. Blauwhoed Vastgoed. Actueel DPO.

Perspectief Kerkelanden. 1 Inleiding. 2 Actuele situatie. 2.1 Actueel winkelaanbod Hilversum. Blauwhoed Vastgoed. Actueel DPO. Blauwhoed Vastgoed Perspectief Kerkelanden Actueel DPO Datum 28 juni 2006 BLH006/Sdg/0004 Kenmerk 1 Inleiding Voor Kerkelanden worden plannen ontwikkeld die voorzien in een renovatie en upgrading van dit

Nadere informatie

Herijking Gebiedsvisie Bussum centrum

Herijking Gebiedsvisie Bussum centrum Herijking Gebiedsvisie Bussum centrum 25 September 2018 Felix Wigman & Tineke Brinkhorst Agenda 19:00 19:10 Welkom & inleiding door wethouder Munneke-Smeets & wethouder Luijten 19:10 19:40 Presentatie

Nadere informatie

Uden. wijkwinkelvoorziening Uden-Zuid. ruimtelijk-economisch onderzoek

Uden. wijkwinkelvoorziening Uden-Zuid. ruimtelijk-economisch onderzoek Uden wijkwinkelvoorziening Uden-Zuid ruimtelijk-economisch onderzoek identificatie planstatus projectnummer: datum: 085600.18534.00 06-06-2014 projectleider: drs. G. Welten opdrachtgever: gemeente Uden

Nadere informatie

Oosterhout, visie boodschappenstructuur. Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein

Oosterhout, visie boodschappenstructuur. Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein Oosterhout, visie boodschappenstructuur Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein Achtergrond Detailhandel sterk in beweging Opkomst e-commerce Dalende bestedingen Omvallende ketens Leegstand

Nadere informatie

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Burgerpanel Capelle aan den IJssel Burgerpanel Capelle aan den IJssel Resultaten peiling 10: winkelen op zondag maart 2014 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 10e peiling met het burgerpanel van Capelle aan den IJssel.

Nadere informatie

De strijd om de harde A1

De strijd om de harde A1 De strijd om de harde A1 Ontwikkelingen in het A1-winkelgebied november 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De strijd om de harde A1 In de populairste winkelstraten in Nederland is een strijd gaande

Nadere informatie

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Rapportnummer:

Nadere informatie

Op zoek naar winkelbeleving. VOGON studiemiddag Rotterdam

Op zoek naar winkelbeleving. VOGON studiemiddag Rotterdam Op zoek naar winkelbeleving VOGON studiemiddag Rotterdam I&O Research 1. Bureau voor marktonderzoek en advies 2. 50, 3, 500, 750.000+ 3. Datacollectie in huis 4. Klantbeleving: Retail (KSO2011) Ambulante

Nadere informatie

Aanleiding. beeld te brengen

Aanleiding. beeld te brengen Opbouw presentatie Aanleiding Het veranderende winkellandschap Winkelstructuur en beleidskader Neerijnen Marktruimtebepaling 2017 Marktruimtebepaling 2027 Kwantitatieve argumenten voor vestiging supermarkt

Nadere informatie

Voorstel nieuwe segmentatie winkelgebieden Door: IVBN werkgroepen Winkels en Strategie & Research en NRW commissie Kennis & Innovatie Mei 2017

Voorstel nieuwe segmentatie winkelgebieden Door: IVBN werkgroepen Winkels en Strategie & Research en NRW commissie Kennis & Innovatie Mei 2017 Voorstel nieuwe segmentatie winkelgebieden Door: IVBN werkgroepen Winkels en trategie & Research en NRW commissie Kennis & Innovatie ei Binnen de Nederlandse winkelmarkt is op dit moment de door Locatus

Nadere informatie

Retail2020 en de effecten op de binnenstad

Retail2020 en de effecten op de binnenstad Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland Retail2020 en de effecten op de binnenstad Drs. M.H.J. Evers Manager Leden & Advies bij CBW Mitex Retail 2020 en de effecten op de binnenstad VOGON

Nadere informatie

Analyses detailhandelsvisie. 10 september 2015 Stefan van Aarle

Analyses detailhandelsvisie. 10 september 2015 Stefan van Aarle Analyses detailhandelsvisie 10 september 2015 Stefan van Aarle BRO Sinds 1962 Programma Ontwerp Ordenen Regionale en lokale Visies: samenwerking tot ontwikkelplan Supermarkten, PDV / GDV, internethandel,

Nadere informatie

Marketingbeleid AFDELING

Marketingbeleid AFDELING 2 Marketingbeleid AFDELING meerkeuzevragen juist-onjuistvragen opdrachten MARKETINGBELEID - Afdeling 2 27 21 marktgericht ondernemen meerkeuzevragen 2.1 1 Welke bewering over industriële marketing is juist?

Nadere informatie

DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP. Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland /

DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP. Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland  / DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland WWW.LOCATUS.COM / INFO@LOCATUS.COM Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland Pelmolenlaan

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Overschie. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Overschie. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Burgemeester Baumannlaan 4 2.2 Abtsweg 4 2.3 Park Zestienhoven

Nadere informatie

De KoopstromenMonitor

De KoopstromenMonitor De KoopstromenMonitor Consumentenbestedingen gemeente Weert en omgeving Samengesteld in opdracht van Rabobank Weerterland en Cranendonck De Rabobank KoopstromenMonitor Met een belang van 11 procent in

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Brand Loyalty

Onderzoeksopzet Brand Loyalty Onderzoeksopzet Brand Loyalty School: Avans Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Advanced Business Creation Klas: E-fase klas A Vak: Science School Docent: Arthur Rijkers Datum: 20-02- 13 Jorrik Branten

Nadere informatie

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND 2013 Winkelopeningstijden op zondag in Purmerend 2013 Onderzoek onder het internetpanel In opdracht van Team Economie Jeroen van der Weerd Uitgevoerd door Team

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Rozenburg. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Rozenburg. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Centrum Raadhuisplein 5 2.2 Emmastraat 5 2.3 Verspreide bewinkeling

Nadere informatie

Vlist. ruimtelijk-economisch onderzoek supermarkt Haastrecht 062300.17589.00 19-03-2013

Vlist. ruimtelijk-economisch onderzoek supermarkt Haastrecht 062300.17589.00 19-03-2013 Vlist ruimtelijk-economisch onderzoek supermarkt Haastrecht identificatie planstatus projectnummer: datum: 062300.17589.00 19-03-2013 projectleider: opdrachtgever: drs. G. Welten gemeente Vlist R.008/04

Nadere informatie

Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011)

Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011) Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011) De detailhandel heeft het moeilijk. Daar waar voor veel sectoren geldt dat vooral de economische

Nadere informatie

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011 Verwachting voor 2010 en 2011 Mei 2010 CONCLUSIES Zakelijke dienstverlening domineert de economie van Waalre. Valkenswaard kent relatief veel industrie en groothandel. Afname van de werkgelegenheid doet

Nadere informatie

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio Bevolking Besteding Bereik Bewinkeling Bevolking Index huishoudens (2014-2030) 140 135 130 Ontwikkeling bevolking 2014-2030 Bunnik Vianen Woudenberg

Nadere informatie

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert 13.321 // DPO Beekstraatkwartier Weert Hub Ploem 22 januari 2014 Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 71764. Beleidsnotitie Detailhandel 2014. 5 augustus 2015. Officiële uitgave van gemeente Wijchen.

GEMEENTEBLAD. Nr. 71764. Beleidsnotitie Detailhandel 2014. 5 augustus 2015. Officiële uitgave van gemeente Wijchen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Wijchen. Nr. 71764 5 augustus 2015 Beleidsnotitie Detailhandel 2014 Detailhandelstructuur en supermarktbeleid Wijchen, vastgesteld 9 juli 2015 1. Aanleiding

Nadere informatie

Retail in de Randstad, de leefstijl gerichte benadering

Retail in de Randstad, de leefstijl gerichte benadering Retail in de Randstad, de leefstijl gerichte benadering De ene consument is de andere niet. Dat zien we elke dag terug in de aankopen die consumenten doen. Zo heeft de ene consument een creatieve en trendy

Nadere informatie

DPO Groenewegterrein Utrecht- Lombok

DPO Groenewegterrein Utrecht- Lombok DPO Groenewegterrein Utrecht- Lombok Definitief rapport Opdrachtgever: Multi Development ECORYS Nederland BV Peter Beerlage Bart Stek Wojtek Mikolajczyk Rotterdam, 17 november 2009 ECORYS Nederland BV

Nadere informatie

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie. notitie Wonen in Molenwaard april 2012 Inleiding De woningmarkt is de laatste jaren sterk aan veranderingen onderhevig. De economische situatie heeft grote gevolgen gehad voor de woningmarkt, evenals nieuwe

Nadere informatie

Wat is nu echt de impact van internet op de retail?

Wat is nu echt de impact van internet op de retail? Wat is nu echt de impact van internet op de retail? De dynamica in de retail is dagelijks te merken. De winkelstraat ondervindt een metamorfose, doordat winkels verdwijnen en nieuwe winkels komen, door

Nadere informatie

2 Trends en ontwikkelingen

2 Trends en ontwikkelingen 2 Trends en ontwikkelingen 2.1 Landelijke ontwikkelingen Bij winkelbezoek hangt het gedrag van de consument vooral samen met het bezoekmotief. Globaal kunnen we een onderscheid maken tussen boodschappen

Nadere informatie

De stand van retail in Nederland. woensdag 16 september 2015

De stand van retail in Nederland. woensdag 16 september 2015 De stand van retail in Nederland woensdag 16 september 2015 Founder en Directeur Retaildenkers.nl Wie is Rupert? verbinder Inspiratie storytelling Marketing ondernemersboeken Klant centraal retaildeskundige

Nadere informatie

Schagen. ruimtelijk-economisch onderzoek Makado Schagen. identificatie drs. G. Welten. auteur(s):

Schagen. ruimtelijk-economisch onderzoek Makado Schagen. identificatie drs. G. Welten. auteur(s): Schagen ruimtelijk-economisch onderzoek Makado Schagen identificatie projectnummer: datum: 060904.16366.00 25-06-2014 projectleider: ir. R.J.M.M. Schram opdrachtgever: Makado Schagen BV auteur(s): drs.

Nadere informatie

DPO Achtergracht/Groeneweg. Gemeente Weesp Definitief

DPO Achtergracht/Groeneweg. Gemeente Weesp Definitief DPO Achtergracht/Groeneweg Gemeente Weesp Definitief DPO Achtergracht/Groeneweg Gemeente Weesp Definitief Rapportnummer: 211X06322.080337_1 Datum: 19 mei 2014 Contactpersoon opdrachtgever: De heer J.

Nadere informatie

Groesbeek DPO Plan Dorpsstraat Groesbeek Opdrachtgever: Gemeente Groesbeek Projectnummer: 896.1109 Datum: 2 december 2009 DPO plan Dorpsstraat DROOGH TROMMELEN EN PARTNERS Voorstadslaan 254 6542 TG Nijmegen

Nadere informatie

FIETSSTRATEN DE DOODSTEEK VOOR DE MIDDENSTAND? Kees van Ommeren Renee van der West Decisio

FIETSSTRATEN DE DOODSTEEK VOOR DE MIDDENSTAND? Kees van Ommeren Renee van der West Decisio FIETSSTRATEN DE DOODSTEEK VOOR DE MIDDENSTAND? Kees van Ommeren Renee van der West Decisio Indeling Introductie Polarisatie in discussie over fietsstraten, parkeren en effect op winkels en omzet Beschouwing

Nadere informatie