De invloed van echtscheiding op de eigenwoningregeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van echtscheiding op de eigenwoningregeling"

Transcriptie

1 De invloed van echtscheiding op de eigenwoningregeling Bachelor Thesis M e l a n i e T i e l e m a n s T a f e l b e r g s t r a a t H N T i l b u r g T e l Op welke wijze moeten de inkomsten uit de eigen woning worden toegerekend bij in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten in het jaar dat zij gaan scheiden en niet kiezen voor de toepassing van artikel 2.17 Wet IB 2001? F i s c a l e e c o n o m i e P r o f. M r. I J F A v a n V i j f e i j k e n P r o f. M r. N C G G u b b e l s

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk een: Inleiding... 4 Hoofdstuk twee: De eigenwoningregeling en de vrije toerekening van art Wet IB Wanneer kwalificeert een woning als eigen woning? Inkomsten uit de eigen woning Kosten van de eigen woning Hypotheekrenteaftrek Fictie in de eigenwoningregeling voor echtscheiding Vrije toerekening... 9 Hoofdstuk drie: Partnerregeling De partnerregeling tot 1 januari De partnerregeling vanaf 1 januari Algemene wet inzake rijksbelastingen Wet inkomstenbelasting Gevolgen van de nieuwe partnerregeling bij echtscheiding Hoofdstuk vier: Inkomenstoerekening Geniet van inkomsten en het drukken van kosten Het genieten van inkomen Het drukken van kosten De verschillende soorten toerekening Aanmerkelijk belang Persoonsgebonden aftrek De inkomsten uit vermogen Terbeschikkingstelling

3 4.7 Conclusie Hoofdstuk vijf: Toerekening van de eigen woning De literatuur over de inkomenstoerekening van de eigen woning De jurisprudentie over de inkomenstoerekening van de eigen woning Het advies voor de inkomenstoerekening van de eigen woning Hoofdstuk zes: Aanbevelingen Hoofdstuk zeven: Conclusie Literatuurlijst Jurisprudentieregister

4 Hoofdstuk een: Inleiding Een ieder die gaat trouwen hoopt dat het huwelijk voor eeuwig duurt. Helaas gaat dat niet voor iedereen op, een op de drie huwelijken strandt. 1 Bij een echtscheiding komt meer kijken dan alleen het onderteken van de scheidingspapieren. Niet alleen moet er bepaald worden wie er in de woning mag blijven wonen, ook moet er gekeken worden hoe de woning moet worden toegerekend. Ook fiscaal gaan er dus allerlei dingen veranderen. Zoals wie de woning mag kwalificeren als eigen woning en wie mag de hypotheekrente aftrekken in box 1? Deze thesis bekijkt hoe verschillende fiscalisten denken over de toerekening van de eigen woning bij echtscheiding. Ook wordt de jurisprudentie over dit onderwerp besproken. De eigenwoningregeling is geregeld in de Wet Inkomstenbelasting Hierin staat dat diegene die de inkomsten geniet, deze ook in aanmerking moet nemen. De persoon waar de kosten op drukken, mag deze kosten in aftrek brengen. 2 Dit is de hoofdregel, maar zolang er sprake is van een partnerschap mogen de partners deze inkomsten en kosten vrij verdelen. Pas in het jaar waarin de echtgenoten gaan scheiden en niet kunnen kiezen voor een vrije toerekening op basis van art Wet IB 01, worden deze regels belangrijk. Want de echtgenoot die de woning verlaat, kan de eigen woning nu niet meer op basis van art lid 1 Wet IB 01 aanmerken als eigen woning. Het huis staat immers niet meer het hele jaar tot zijn beschikking. Dit geldt alleen voor de maanden die vooraf gaan aan het duurzaam gescheiden gaan leven. Nu zorgt art lid 4 Wet IB 01 ervoor dat de woning als eigen woning aangemerkt kan worden vanaf het moment waarop de ex-partners gescheiden gaan leven. Dit geldt niet voor de maanden waarin de ex-partners nog samenwoonden. Nu moet er bekeken worden wie van beide (ex)partners de woning fiscaal moet toerekenen voor deze maanden. Dat wordt in deze thesis verder uitgewerkt. De probleemstelling is dan ook: Op welke wijze moeten de inkomsten uit de eigen woning worden toegerekend bij in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten in het jaar dat zij gaan scheiden en niet kiezen voor de toepassing van artikel 2.17 Wet IB 2001? In hoofdstuk twee van deze thesis worden de algemene begrippen die te maken hebben met de eigenwoningregeling uitgelegd. In de eerste paragraaf staat wanneer een woning als eigen woning gekwalificeerd kan worden. In paragraaf twee komen de inkomsten uit de eigen woning aan bod. Verder worden in paragraaf drie de kosten van de eigen woning als mede het 30-jaarstermijn uitgelegd. In paragraaf vier komt de fictie uit de eigenwoningregeling die geldt voor partners die duurzaam gescheiden gaan leven aan bod. Ook wordt er in de laatste paragraaf nog iets gezegd over de vrije toerekening van art 2.17 Wet IB 01. Vervolgens geeft hoofdstuk drie de partnerregeling weer. 1 Kavelaars-Niekoop (2007), p Art lid 1 Wet IB 01 4

5 Eerst wordt er gekeken naar de partnerregeling zoals deze was tot aan 2011, hierna wordt ingegaan op de partnerregeling zoals deze nu geldt. Ook worden in dit hoofdstuk de grootste gevolgen van de nieuwe partnerregeling beschreven. Hoofdstuk vier bestaat uit de inkomenstoerekening van allerlei verschillende bestanddelen. In hoofdstuk vijf wordt bekeken hoe het inkomen uit de eigen woning wordt toebedeeld. Verder zal daar ook een advies worden uitgebracht over deze toerekening. Als laatste worden in hoofdstuk zes en zeven nog aanbevelingen gedaan en een conclusie getrokken. 5

6 Hoofdstuk twee: De eigenwoningregeling en de vrije toerekening van art Wet IB 2001 Om te kunnen zien hoe de eigen woning belast gaat worden bij echtscheiding, moet eerst duidelijk zijn hoe de eigen woning in het algemeen belast wordt in de Wet IB 01. De eigenwoningregeling is een regeling om het eigen huizenbezit te stimuleren. 3 Door de extra aftrekpost die er ontstaat, is het fiscaal erg voordelig om een eigen woning te bezitten. Omdat niet iedere woning kan worden aangemerkt voor de eigenwoningregeling wordt er in paragraaf 2.1 gekeken welke woning geldt als eigen woning. Verder wordt er in paragraaf 2.2 en 2.3 ingegaan op de voordelen en kosten die uit de eigen woning voort komen. In paragraaf 2.4 komt de fictie in de eigenwoningregeling bij echtscheiding aan bod. Als laatste wordt de vrije toerekening van inkomensbestanddelen bekeken (paragraaf 2.5). 2.1 Wanneer kwalificeert een woning als eigen woning? Een woning kan voor de inkomstenbelasting in box 1 vallen of in box 3. Als de woning volgens art Wet IB 01 een eigen woning is dan valt deze in box 1, zo niet dan valt deze in box 3. In dit artikel staan een aantal vereisten waaraan een woning moet voldoen. De hoofdregel is dat een eigen woning als hoofdverblijf anders dan tijdelijk ter beschikking moet staan aan de belastingplichtige of personen uit zijn huishouden, ook moeten de voordelen en de lasten de belastingplichtige of zijn partner aangaan. Verder moeten ook de waardeverandering hen grotendeels (dus meer dan 50%) aangaan. Natuurlijk moeten zij ook het eigendom van de woning in bezit hebben. 4 De wetgever heeft in dit artikel uitdrukkelijk het partnerschap vermeld, zodat de woning ook voor de partner als eigen woning geldt. Dit om te voorkomen dat de partner die zelf een eigenwoningschuld heeft, maar geen eigendom van de woning, vervolgens de hypotheekrente niet af kan trekken. Het partnerbegrip wordt verder besproken in paragraaf 3.2. Met als hoofdverblijf anders dan tijdelijk ter beschikking staan wordt bedoeld dat een woning bestemd moet zijn voor duurzaam eigen gebruik en hiervoor ter beschikking staat. Het gaat eigenlijk om een woning waarin de belastingplichtige werkelijk woont, het hoofdverblijf van deze persoon. Verder moet de belastingplichtige of zijn partner behalve juridisch eigendom, ook over het economische eigendom beschikken. Zij moeten de voordelen uit de eigen woning kunnen genieten, dit zijn de inkomsten uit de woning. Ook moeten de kosten en de lasten op hen drukken. Dus zij moeten zelf de kosten betalen die de eigen woning met zich meebrengt. Vervolgens moet ook de 3 C. Bruijsten & M.L.A. van Rij Art lid 1 sub a Wet IB 01 6

7 waardeverandering van de woning de belastingplichtige aangaan. Dit houdt in dat de belastingplichtige voor ten minste 50% aanspraak kan maken op enige verandering in de waarde van de eigen woning. 5 Mocht de woning dus meer waard worden, dan moet hij ten minste 50% van deze waardestijging tot zijn vermogen kunnen rekenen. 2.2 Inkomsten uit de eigen woning De inkomsten uit de eigen woning staan vermeld in art Wet IB 01, het gaat hier om de voordelen uit de eigen woning, de voordelen uit de kapitaalverzekering, de voordelen uit de spaarrekening eigen woning en de voordelen uit het beleggingsrecht van de eigen woning. Al deze voordelen worden samengepakt in het eigenwoningforfait. Dit eigenwoningforfait bestaat uit fictieve inkomsten. In de Wet IB 1964 werden nog de werkelijke voordelen uit de eigen woning meegenomen, maar dit is veranderd sinds de invoering van de Wet IB 01. Dit komt doordat het moeilijk is om de werkelijke opbrengsten te schatten. Er is bijvoorbeeld geen vaste huurwaarde te noemen voor een woning. 6 Het eigenwoningforfait is vastgelegd in art Wet IB 01. Hierin staat de fictieve waarde voor de inkomsten die uit de eigen woning worden genoten. Dit bedrag wordt berekend door te kijken naar de WOZ-waarde. Dit is de eigenwoningwaarde die iedere jaar door de gemeente wordt vastgesteld. 7 Van deze waarde wordt een percentage genomen zoals in de tabel van art lid 1 Wet IB 01 staat en dit wordt gezien als de opbrengsten uit de eigen woning. Tot 2009 was aan dit eigenwoningforfait een maximum verbonden van Maar sindsdien is deze maximum komen te vervallen en wordt het volledige eigenwoningforfait meegenomen. Zo worden de duurdere huizen in zijn geheel meegenomen Kosten van de eigen woning De kosten voor de eigen woning worden vermeld in art Wet IB 01. Het gaat hierbij om de schulden die gemaakt zijn voor de eigen woning. Zoals de renten van schulden die behoren tot de eigenwoningschuld. Ook de kosten voor de taxatie van de woning, de afsluitprovisie, de notariële kosten betreffende de hypotheek, de kosten die de inschrijving in het hypotheekregister met zich mee 5 T.C. Hoogwout R.E.C.M. Niessen & L.J.A. Pieterse 2010, paragraaf Art. 22 Wet WOZ 8 R.E.C.M. Niessen & L.J.A. Pieterse 2010, paragraaf

8 brengt en de kosten die gemaakt zijn voor het aangaan van de lening zijn aftrekbaar. 9 Verder wordt in deze thesis alleen ingegaan op de kosten die de hypotheek met zich meebrengt Hypotheekrenteaftrek De rente die wordt betaald voor de lening ter verwerving van het huis is aftrekbaar. Het gaat hierbij om de eigenwoningrente, hierna verder ook wel hypotheekrente genoemd. Om in aanmerking te komen voor de aftrek van de hypotheekrente, moet de hypotheek aan twee vereisten voldoen. Het gaat hier om het oogmerkvereiste en de uitgavenvereiste. Bij het oogmerkvereiste moet het aannemelijk zijn dat de hypotheek is afgesloten om het huis te kopen of te verbouwen. Het uitgavenvereiste houdt in dat men de kosten voor de aankoop of verbouwing van het huis moet kunnen aantonen met bewijzen Negatief saldo door de hypotheekrenteaftrek Doordat het eigenwoningforfait verminderd wordt met de hypotheekrente vormt dit vaak een negatief bedrag. Dit bedrag wordt dan opgenomen in de inkomstenbelasting en komt in box 1 in mindering. In het geval dat een hypotheek volledig is afgelost of bijna nihil is, wordt voor het deel dat het eigenwoningforfait boven de hypotheekrente uitkomt een tegemoetkoming verleend. 11 Zo komt men nooit op een positief bedrag uit in box 1. Dus de eigenwoningregeling pakt altijd nihil of negatief uit en nooit positief Jaarstermijn Met ingang van de Wet IB 01 is de hypotheekrenteaftrek beperkt aftrekbaar. Dit houdt in dat het nog maar aftrekbaar is voor een termijn van maximaal 30 jaar. 12 Voorheen was er geen beperking, waardoor de aflossing van een hypotheek fiscaal niet interessant was. Om dit te veranderen is er een maximum ingesteld. Als deze hypotheek bijvoorbeeld door verbouwing verhoogd wordt, dan gaat er voor dit bedrag een nieuw 30-jaarstermijn van start. Bij de aankoop van een nieuw huis verhuist de oude hypotheek ook mee en de looptijd telt dan door. Als de aankoop van het nieuwe huis betekent dat ook de hypotheek omhoog gaat, dan start voor dit deel wel een nieuw 30-jaarstermijn. Echtscheiding kan bij dit 30-jaarstermijn echter nog zorgen voor een probleem. Op het moment van scheiden wordt ook de hypotheek verdeeld. Nu moet er bekeken worden wie van de ex-echtgenoten, welk bedrag van de eigenwoningschuld krijgt en het daarbij behorende 30-jaarstermijn. Voor beide ex- 9 R.E.C.M. Niessen & L.J.A. Pieterse 2010, paragraaf Hoge Raad 22 oktober 2004, BNB 2005/ Art a lid 1 en lid 2 Wet IB Art lid 2 Wet IB 01 8

9 echtgenoten is het 30-jaarstermijn gaan lopen op het moment dat de hypotheek werd afgesloten. 13 Dit 30-jaarstermijn gaat mee naar de ex-echtgenoot die de hypotheek op de woning toebedeeld krijgt. Stel de man krijgt de gehele hypotheek op zijn naam, dan is voor dit bedrag de looptijd al begonnen. Stel de man krijgt de halve hypotheek toebedeeld dan loopt voor dit gedeelte het 30-jaarstermijn. Mocht de man hierna nog een nieuwe lening afsluiten dan geldt daarvoor een nieuw 30-jaarstermijn. 2.4 Fictie in de eigenwoningregeling voor echtscheiding Op het moment dat echtgenoten uit elkaar gaan wonen, stopt ook de eigenwoningregeling van art lid 1 Wet IB 01 voor de echtgenoot die de woning verlaat. Om dit tegen te gaan is er de fictie uit art lid 4 Wet IB 01. Hierin staat dat de woning die voorheen de echtelijke woning was nog steeds een eigen woning kan zijn vanaf het moment van vertrek. Wel moet de gewezen partner de woning bewonen en moet de woning haar als hoofdverblijf ter beschikking staan. Dit houdt in dat deze woning nog twee jaar gezien kan worden als een eigen woning, mits de woning een eigen woning vormt voor de ex-partner. 14 Er moet dus spraken zijn van een gewezen partner. Volgens de Staatssecretaris van Financiën is er sprake van een gewezen partner als: belastingplichtigen in een voorgaand jaar of een gedeelte daarvan elkaars fiscale partner waren in de zin van art 1.2 Wet IB Als men voorheen getrouwd is geweest, is men automatisch elkaars partner dus ook elkaars gewezen partner. Omdat de eigen woning dus nog een eigen woning is voor diegene die uit huis is gegaan, kan deze echtgenoot nog steeds de hypotheekrente in aftrek nemen. In het jaar dat men duurzaam gescheiden gaan leven kunnen de ex-partners er nog voor kiezen om het huis toch vrij toe te rekenen. 16 Dan kunnen zij zelf kiezen wie de eigen woning in box 1 in aanmerking neemt. Na dit jaar kan er geen vrije toerekening meer plaats vinden. Hoe de woning voor deze periode moet worden toegerekend komt aan bod in hoofdstuk Vrije toerekening Art Wet IB 01 geeft als hoofdregel aan dat inkomensbestanddelen in aanmerking genomen moeten worden bij diegene die de inkomsten hieruit geniet of op wie de kosten drukken. Als het gaat om inkomensbestanddelen die beide partners genieten, is er sprake van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen. Deze moeten naar de verhouding die de partners zelf mogen kiezen worden 13 Besluit inkomstenbelasting eigenwoningrente I.J.F.A van Vijfeijken e.a. 2007, paragraaf Besluit Staatsecretaris van Financiën van 22 september Art lid 7 Wet IB 01 9

10 aangegeven. Dit kan naar een 50/50 verhouding, maar kan ook in zijn geheel bij één van beide partners of een andere verhouding toegerekend worden. Wel moet natuurlijk het gehele inkomensbestanddeel toegerekend worden, anders wordt dit op grond van lid 3 naar een 50/50 verhouding gedaan. Nu geeft lid 5 van dit artikel aan dat als men het hele jaar dezelfde partner heeft op betrekking van art. 1.2 Wet IB 01 de volgende inkomensbestanddelen gelden als gemeenschappelijke inkomensbestanddelen: De belastbare inkomsten uit de eigen woning, het inkomen uit aanmerkelijk belang en de persoonsgebonden aftrekposten. Ook het box 3 vermogen kan naar eigen rato verdeeld worden. 17 In principe moet men het gehele jaar partner zijn, maar als je slechts een deel van het jaar elkaars partner bent kun je toch kiezen voor de vrije toerekening uit art Wet IB Deze keuze kan gemaakt worden bij de aangifte, of bij een verzoek voor voorlopige teruggaaf. Men kan dan naar eigen verhouding de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen toerekenen. Dit kan alleen in het jaar dat men gaat scheiden. 19 Meestal kun je door de inkomensbestanddelen vrij toe te delen een voordeel verkrijgen. Dit kan bijvoorbeeld door de box 1 inkomsten met een negatief saldo toe te rekenen aan de meest verdienende partner. Zo geniet je de aftrek in de hoogste schijf. Ook kan de toedeling voorkomen dat er verliesverdamping optreedt, of dat een verlies in box 1 in aanmerking genomen kan worden en niet over gaat naar een andere box. Dit zelfde geldt ook voor de persoonsgebonden aftrekken, deze neem je ook het liefst in box 1 in aanmerking. Als je in box 1 niet genoeg middelen hebt om het te verrekenen deel je de rest toe aan je partner. Zo wordt het toch in box 1 verrekend I.J.F.A. van Vijfeijken e.a. 2007, paragraaf Art lid 7 Wet IB I.J.F.A. van Vijfeijken e.a. 2007, paragraaf N.C.G. Gubbels

11 Hoofdstuk drie: Partnerregeling Het partnerbegrip is erg belangrijk in de inkomstenbelasting. Zo ook voor de eigenwoningregeling en de vrije toerekening van inkomensbestanddelen. In paragraaf 2.5 is al aan bod gekomen dat partners bepaalde inkomens- en vermogensbestanddelen vrije kunnen toerekenen. Het is dus belangrijk om te weten wie als partners worden aangemerkt. Dat wordt uitgelegd in dit hoofdstuk. In paragraaf 3.1 wordt bekeken hoe de partnerregeling voorheen werd uitgelegd. Omdat in dit begrip veel veranderd is, komt ook de nieuwe partnerregeling aan bod. Dit gebeurt in paragraaf 3.2. Als laatste komen de belangrijkste veranderingen aan bod die tot stand zijn gekomen door de invoering van het nieuwe partnerbegrip. 3.1 De partnerregeling tot 1 januari 2011 Voor de uitleg van de partnerregeling tot 1 januari 2011 (vanaf nu ook wel oude partnerbegrip) wordt er in art. 1.2 Wet IB 01 gekeken die geldig was tot 1 januari Hierin staat in het eerste lid dat de niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot altijd als partner wordt aangemerkt. Volgens art. 2 lid 6 AWR wordt een geregistreerde partner gelijkgesteld aan de gehuwde echtgenoten. 21 Verder kunnen ook ongehuwd meerderjarigen aangemerkt worden als partners, indien zij aan de volgende voorwaarde voldoen: als zij samen in een kalenderjaar meer dan 6 maanden aaneengesloten samen wonen. Dit houdt in dat zij een gezamenlijke huishouding moeten voeren en ook beide op hetzelfde woonadres moeten staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Verder moeten zij ook samen kiezen om als partner aangemerkt te worden. Dit moet voor ieder kalenderjaar opnieuw gekozen worden. Dit kiezen kan door een verzoek in te dienen in verband met de voorlopige teruggaaf of bij de aangifte. 22 Vanaf dit moment geldt voor de samenwoners eenzelfde regime als voor gehuwden. 23 Ex-partners dus gehuwden die duurzaam gescheiden leven worden aangemerkt als ongehuwde. Zij kunnen dus ook alleen aangifte doen alsof zij niet meer getrouwd zijn. Als zij duurzaam gescheiden gaan leven na 1 juli voldoen zij wel aan het meer dan zes maanden samenwonen en kunnen zij kiezen om alsnog als partner aangemerkt te worden. Dit geldt dan alleen voor het kalenderjaar waarin zij uit elkaar gaan en niet voor de daaropvolgende kalenderjaren. 24 Indien zij dus voor 1 juli duurzaam gescheiden gaan leven kunnen zij in dat kalender jaar niet meer opteren voor partnerschap volgens art 1.2 Wet IB A. Roelvink-Verhoeff Art. 1.3 lid 1 Wet IB N.C.G. Gubbels A Roelvink-verhoeff

12 Met duurzaam gescheiden leven wordt niet bedoeld dat zij geen gezamenlijke huishouding meer mogen voeren. Er is pas sprake van duurzaam gescheiden leven als beide of een van de echtgenoten de echtelijke samenleving verbreekt en als zij beide gaan leven alsof zij niet meer met elkaar zijn getrouwd. Ook moet op zijn minst één van beide deze situatie zien als bestendig, dit mag dus niet van korte duur zijn. 25 Als één van beide echtgenoten wordt opgenomen in een verpleegtehuis of psychiatrische inrichting gaan de echtgenoten wel duurzaam gescheiden leven, maar wordt dit niet door hen gewild. Zij blijven dus leven als ware zij getrouwd zijn, alleen dan niet op hetzelfde adres. Dit wordt niet gezien als duurzaam gescheiden leven. 26 Ook is het van belang dat je een partnerschap maar met één iemand aan kunt gaan. Als je meerdere echtgenoten hebt dan wordt voor de inkomstenbelasting de echtgenoot met de oudste verbintenis als partner gezien. 27 Je kunt in één jaar wel meerdere partners na elkaar hebben. 3.2 De partnerregeling vanaf 1 januari 2011 Vanaf 1 januari 2011 is een nieuw partnerbegrip in aanmerking genomen. Het doel van deze nieuwe regeling is om tot een harmonisatie van het partnerbegrip te komen in de verschillende belastingwetten. Dit gebeurt door middel van een algemeen partnerbegrip in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), dat in andere wetten wordt gespecificeerd. In deze thesis wordt alleen ingegaan op het partnerbegrip dat geldt voor de inkomstenbelasting. Het uitgangspunt van het nieuwe partnerbegrip is zorgen voor vereenvoudiging. Dit gebeurt doordat het partnerschap bepaald wordt door een aantal objectieve criteria en dat zorgt voor een eenvoudigere administratie bij de burgers en een gemakkelijkere uitvoering voor de Belastingdienst Algemene wet inzake rijksbelastingen Als gevolg van het nieuwe partnerbegrip is in de AWR een nieuw artikel opgenomen. Dit is art. 5a AWR. In dit artikel is de basis van het partnerbegrip uitgelegd. Het eerste lid van dit artikel geeft aan dat de echtgenoot als partner wordt aangemerkt, maar ook de ongehuwde meerderjarige personen die samen een notarieel samenlevingscontract zijn aangegaan en bij elkaar staan ingeschreven op het zelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie. Als men het gehele jaar bij elkaar op hetzelfde adres staat ingeschreven wordt men ook voor het gehele jaar aangemerkt als partners. Ook al ben je 25 N.C.G. Gubbels Hoge Raad 10 februar 1960, nr. 14 BNB 1960/77 27 Art. 1.2 lid 6 Wet IB Kamerstukken II 2009/2010, , nr. 22 p. 1 12

13 maar voor een deel van het jaar gehuwd of heb je maar een deel van het jaar een samenlevingscontract. De geregistreerde partner wordt gelijk gesteld aan de gehuwde partner. 29 Echtgenoten die zijn gescheiden van tafel en bed worden gelijkgesteld aan ongehuwde. Dus zij worden gezien als ongehuwde. 30 Verder worden ook personen die een verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed hebben ingediend niet meer als partners aangemerkt. Wel onder de voorwaarden dat zij niet meer op hetzelfde adres staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. 31 Op het moment dat een van beide partners wordt opgenomen in verzorgingstehuis of verpleegtehuis en zij waren hiervoor op grond van lid 1 partners dan blijven zij partners. Ook al wonen zij niet meer op hetzelfde adres. Dit blijft zo tot het moment dat er een derde persoon wordt ingeschreven op het adres van een van beide partners. 32 Verder is het ook bij dit partnerbegrip niet mogelijk om meer dan één fiscale partner te hebben. De echtgenoot uit de oudste verbintenis wordt als partner gezien Wet inkomstenbelasting 2001 Als gevolg van de nieuwe partnerregeling is ook art 1.2 Wet IB 01 vernieuwd. Hierin staat nu een aanvulling op art. 5 AWR. Voor de inkomstenbelasting wordt gekeken of ongehuwde samenwoners als partners kwalificeren door een viertal objectieve criteria. 34 Deze criteria worden weergegeven in art. 1.2 lid 1 Wet IB 01. Het gaat om ongehuwde samenwoners die op hetzelfde adres staan ingeschreven (paragraaf 3.2.1) en: samen een relatie hebben waar een kind uit voort is gekomen; of als één van beide samenwoners een kind van de andere partner heeft erkend; of als één van beide samenwoners staat aangemeld voor toepassing van de pensioenregeling van de ander; of als de samenwoners samen een eigen woning hebben gekocht en deze voor hun als hoofdverblijf ter beschikking staat. Vanaf 2012 komt hier nog een voorwaarde bij, belastingplichtigen die in het voorgaande jaar werden aangemerkt als partners worden ook in het daaropvolgende kalenderjaar gezien als partners. 35 Echtgenoten zijn op basis van art. 5a AWR al aangemerkt als partners voor de inkomstenbelasting. Ook geldt weer dat persoon die op grond van het eerste lid zijn aangemerkt als partners voor het gehele kalenderjaar gezien worden als partners, mits zij het hele jaar op hetzelfde adres staan 29 A. Roelvink-Verhoeff Art. 5a lid 3 AWR 31 Art. 5a lid 4 AWR 32 Art. 5a lid 7 AWR 33 Art. 5a lid 5 AWR 34 T.C. Gerverdinck Kamerstukken II 2009/10, , nr. 3, p

14 ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. 36 Ook personen die slechts een gedeelte van het jaar elkaars partner zijn, omdat zij pas halverwege een samenlevingscontract afsluiten en pas vanaf dan gaan samenwonen kunnen ervoor kiezen om het hele jaar als partner aangemerkt te worden. 37 Ook kan het voorkomen dat iemand op basis van lid 1 meerdere partners heeft. Dan gaat de partner voor die het eerst in lid 1 wordt genoemd. Dus bijvoorbeeld de partner met wie je samen een kind hebt, gaat voor de partner met wie je samen een eigen woning hebt Gevolgen van de nieuwe partnerregeling bij echtscheiding Door de invoering van het nieuwe partnerbegrip zijn er verschillende dingen veranderd. Zo zijn de beide materiële criteria veranderd. Het gaat dan om het criterium duurzaam gescheiden leven, dit is aangevuld met de eis dat een echtscheidingsverzoek moet worden ingediend. Verder is het criterium voeren van een gezamenlijk huishouden komen te vervallen. 39 Hiervoor in de plaats zijn objectieve criteria gekomen die gemakkelijker beoordeeld kunnen worden. Ook zorgt het ervoor dat de verschillen tussen gehuwde en ongehuwde kleiner worden. 40 Doordat duurzaam gescheiden leven niet meer is opgenomen in de wet, is het voor echtgenoten die gaan scheiden belangrijk dat zij een verzoek tot echtscheiding moeten doen. Verder mogen zij ook niet meer op hetzelfde adres wonen om niet meer als partners te worden aangemerkt. Voldoen zij niet aan beide criteria dan blijven zij partners voor de inkomstenbelasting. Dit zorgt ervoor dat er toch een verschil blijft tussen gehuwden en samenwoners, want samenwoners hoeven geen verzoek in te dienen. 41 Ook kan het nieuwe partnerbegrip grote gevolgen hebben voor personen die niet meer als partners worden aangemerkt. Zij worden behandeld alsof zij uit elkaar zijn gegaan. Zo kunnen zij geen inkomsten meer vrij toedelen, terwijl zij dit voorheen wel konden. Het voordeel hiervan is dat de verschillende drempels binnen de inkomstenbelasting zo lager uit kunnen vallen. Verder kan het ook grote gevolgen hebben voor samenwoners die onder de oude regeling binnen de terbeschikkingstellingregeling vielen. Als zij nu niet meer aangemerkt worden als partner, houden zij ook op een verbonden persoon te zijn. Dat heeft als gevolg dat er moet worden afgerekend over de stille reserves van het ter beschikking gestelde vermogensbestanddeel. Ook bij aanmerkelijk belang 36 Art. 1.2 lid 3 Wet IB T.C. Gerverdinck T.C. Gerverdinck Kamerstukken II 2009/2010, , nr. 22 p Kamerstukken II 2009/2010, , nr. 22 p T.C. Gerverdinck 2011 en A. Roelvink-Verhoeff

15 kan zo iets dergelijks voorkomen. Als twee samenwoners alleen door de partnerregeling een aanmerkelijk belang hebben, dan houdt dit op een aanmerkelijk belang te zijn op het moment dat zij niet meer kwalificeren als partner. Dit zorgt ervoor dat zij over de aandelen moeten afrekenen. Dit kan gelukkig voorkomen worden door de belastingclaim door te schuiven naar de toekomst. 42 Ook is het partnerbegrip van belang bij de eigenwoningregeling. Zo kan het voorkomen dat de ene persoon het eigendom van de eigen woning heeft en de ander de hypothecaire lening op zijn naam heeft staan. Als zij partners zijn is dit geen probleem, maar op het moment dat zij buiten het partnerschap vallen kan er geen hypotheekaftrek meer plaats vinden. Dit komt doordat diegene die de rente betaalt niet het eigendom van de woning heeft. 43 Ook zou het gevolgen hebben voor de fictie uit de eigenwoningregeling, maar dat is aangepast door het kabinet. 44 Voor de oude partnerregeling ging art lid 4 Wet IB 01 in op het moment dat een van beide echtgenoten uit de woning vertrok. De invoering van de nieuwe eis, dat ook een echtscheidingsverzoek moet worden ingediend, zorgde ervoor dat de fictie pas begon op het moment dat men duurzaam gescheiden ging leven en er een echtscheidingsverzoek is ingediend. Dit is aangepast omdat het kabinet dit onwenselijk achten. De fictie begint nu dus weer op het moment dat een van beide partners uit de woning vertrekt. Dus de woning blijft een eigen woning voor de echtgenoot die uit de woning vertrekt, zolang zijn gewezen partner in de woning achterblijft. Dit is ongeacht of er een echtscheidingsverzoek is ingediend, wel moet het natuurlijk een duurzaam karakter hebben. 42 Art Wet IB T.C. Gerverdinck Kamerstukken II 2010/2011, , nr. 17 p.2 15

16 Hoofdstuk vier: Inkomenstoerekening In paragraaf 2.5 is de vrije toerekening al aan bod gekomen. Voor deze manier van toerekenen kunnen ex-echtgenoten kiezen in het jaar dat zij de echtscheiding indienen. 45 In dit en het volgende hoofdstuk wordt er bekeken hoe bepaalde inkomensbestanddelen moeten worden toegerekend, indien men niet voor de vrije toerekening kiest. In beginsel moet de partner die de inkomsten geniet of op wie de kosten drukken het vermogensbestanddeel in aanmerking nemen. 46 De begrippen genieten en drukken staan dan ook in de eerste paragraaf centraal. In de daaropvolgende paragraaf komen de verschillende vormen van toerekening aan bod. Hierna komt elk gemeenschappelijk inkomensbestanddeel aan de orde. Alleen de inkomsten uit de eigen woning worden besproken in hoofdstuk 5. Paragraaf 4.3 begint met de inkomsten uit aanmerkelijk belang, dit wordt toegerekend aan de hand van de jurisprudentie. Daarna worden de persoonsgebonden aftrek in paragraaf 4.4, de inkomsten uit vermogen in paragraaf 4.5 en de terbeschikkingstelling in paragraaf 4.6 behandeld. 4.1 Geniet van inkomsten en het drukken van kosten Om te beoordelen aan wie de inkomensbestanddelen moeten worden toegerekend, bekijken we welke echtgenoot de inkomsten uit dit bestanddeel geniet. Mocht het een inkomensbestanddeel zijn waar ook kosten aan verbonden zijn, dan zijn deze kosten alleen aftrekbaar bij de echtgenoot op wie deze kosten drukken. Deze begrippen worden pas relevant op het moment dat de echtgenoten een scheiding aanvragen. Tot die tijd zijn zij immers elkaars partners en dan is er sprake van vrije toerekening zoals uitgelegd in paragraaf 2.5. In de wet staat nergens uitgelegd wat de begrippen genieten en drukken inhouden. Dit wordt dan ook bekeken vanuit de literatuur en de jurisprudentie Het genieten van inkomen Over het algemeen wordt de persoon die de inkomsten geniet ook belast voor deze inkomsten. Het is daarom belangrijk om te weten wanneer je inkomsten geniet. In beginsel gaat het dan om de persoon die de inkomsten binnen krijgt. Deze persoon wordt dan ook geacht om deze inkomsten aan te geven. Dit wil niet altijd zeggen dat als je ergens het eigendom van hebt, je hier dan ook automatisch de inkomsten uit geniet. Dit komt bijvoorbeeld voor als je getrouwd bent in gemeenschap van goederen. Dan ben je beide samen eigenaar van bijvoorbeeld aandelen, maar dat wil niet meteen zeggen dat je ook beide de feitelijke inkomsten geniet. Het kan ook zo zijn dat maar één partner hier de inkomsten uit geniet, bijvoorbeeld als hij de inkomsten op een rekening laat storten die buiten de gemeenschap 45 Art lid 7 Wet IB Art lid 1 Wet IB 01 16

17 van goederen valt. 47 Hierbij kan het zelfs zo zijn dat de bestuursbevoegde echtgenoot, van wiens kant de aandelen in de gemeenschap vallen, niet eens de feitelijke inkomsten geniet. Terwijl er toch verwacht wordt dat hij de fiscale inkomsten geniet en deze dus ook aan moet geven. Het toerekenen van de inkomsten kan op twee manier gebeuren. Er kan toegerekend worden aan diegene die de eigendom heeft of aan diegene die de beschikkingsmacht heeft. De Hoge Raad heeft in BNB 1965/112 bepaald dat het gaat om wie de bestuursbevoegdheid heeft. Hierover zijn de meningen nog al verdeeld in de literatuur Het drukken van kosten Kosten kunnen pas afgetrokken worden als de kosten drukken op de persoon die ze wil aftrekken. Diegene moet de kosten dus werkelijk betaald hebben, zonder dat deze bij iemand anders kunnen worden teruggevraagd. 48 Dit is bevestigd door de Hoge Raad door middel van de uitspraak in HR 10 oktober Hierin betaalde de man de hypotheekrente voor de woning waarin zijn vrouw was achtergebleven. Hij betaalde deze rente aan de bank, maar verrekende deze bij de vrouw met de door hem verschuldigde kinderalimentatie. Daardoor was de rente niet bij hem aftrekbaar. Er kan ook wel gezegd worden dat je door de kosten moet verarmen. 49 De man verarmde niet, hij moest dit bedrag wat nu betaald werd als rente anders aan de vrouw uitkeren als alimentatie. Hij moest dit bedrag dus altijd betalen. Echter kan het toch zijn dat kosten die vergoedt worden alsnog aftrekbaar kunnen zijn. Dit komt voor bij bedragen die in de persoonlijke sfeer zijn ontvangen. Dit was aan de orde in HR 6 maart 1991, BNB 1991/146, het ging hier om een renteschuld van het kind aan de ouders, waarbij de renteaftrek werd voldaan uit een schenking van dezelfde ouders. Als de rente vergoed wordt door middel van een schenking, dan gaat het om aftrekbare renten. Als het gaat om een kwijtschelding van de rente door de ouders, dan mag het kind de rente niet in aftrek nemen. 50 De rente is niet altijd aftrekbaar als het gaat om kosten die door een derde vergoed worden. Maar alleen als het gaat om kosten die betaald worden uit een belaste vergoeding. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn bij een vergoeding van rente die door de gewezen echtgenoot is betaald als een periodieke uitkering. 51 Dit komt bijvoorbeeld voor als de vrouw in de woning blijft wonen en de man de rente aan de bank vergoedt. Deze rentebetaling is zo afgesproken en het bedrag wordt verrekend met een andere 47 I.F.J.A van Vijfeijken 1994, paragraaf A. Roelvink-Verhoeff M.L.M van Kempen 2010, paragraaf A. 50 HR 8 juni 1994, BNB 1994/ M.J.J.R. van Mourik

18 vergoeding bijvoorbeeld de alimentatie die de man anders aan de vrouw zou moeten betalen. Omdat de man niet verarmt door de rente betaling, omdat hij dit anders aan de vrouw als alimentatie zou moeten betalen zijn deze rente kosten niet aftrekbaar. Hij betaald ze immers omdat het is afgesproken en niet omdat hij een eigenwonigschuld heeft. De vrouw heeft wel een eigenwoningschuld en zij mag de rentekosten die de man betaald wel in aftrek nemen, omdat deze rentekosten eigenlijk betaald worden als alimentatie. Het maakt daarbij dus niet uit of dat de rente meteen aan de bank vergoed wordt of dat de vrouw het geld van de man krijgt en daarna zelf aan de bank afdraagt. Dit is door de Staatssecretaris van Financiën bevestigd in het besluit op 5 oktober 1999, BNB 1999/ De verschillende soorten toerekening Om de inkomensbestanddelen toe te rekenen, zijn er verschillende manieren mogelijk. Deze methoden geven dan ook aan wie de inkomsten moet toerekenen en op welke manier dit gedaan moet worden. In het artikel van S.M. Roemers en R.D.C. Spek (2000) komen deze verschillende methoden aan bod. Deze worden hier ook besproken. Het gaat om de volgende toerekenmethoden: 1) De ontvangerstoerekening: hierbij wordt diegene die de inkomsten ontvangt ook belast voor deze inkomsten. Dit hoeft niet diegene te zijn die ook het beheer heeft. Maar zeggen Roemers en Spek in dit artikel: Het louter ontvangen van de vrucht leidt niet to belastingheffing bij de ontvanger. Er is dus meer nodig, dan alleen het ontvangen van inkomsten. 2) De vrije toerekening: Deze uitleg is te vinden in paragraaf 2.5. Deze toerekening komt voort uit de wet in art Wet IB 01. 3) De verdelingstoerekening: Diegene die het bestanddeel krijgt toegewezen door bijvoorbeeld een echtscheidingsconvenant moet dit bestanddeel ook aangeven op het moment dat het goed nog binnen de onverdeelde boedel valt. Echter heeft dit volgens de Hoge Raad geen invloed voor de toerekening. Omdat men in een periode van onverdeeldheid zit en beide dus eigenaar zijn. 52 4) De beschikkingsmachttoerekening: Diegene die het bestanddeel in de gemeenschap heeft ingebracht behoudt de beschikking en moet dit bestanddeel aangeven. Dit sluit aan bij art 1:97 BW, hierin staat dat diegene die het bestuur heeft over het bestanddeel, ook de beschikking over dit goed heeft 53. Maar de bestuursbevoegdheid wordt beperkt op het moment dat er een ontbonden gemeenschap is. Dan is er een gemeenschappelijk beheer en kan men dus niet alleen beslissingen nemen. 52 Hoge Raad 28 juni 1972, nr , BNB 1972/ Hoge Raad 17 februari 1965, Nr , BNB 1965/112 18

19 5) De eigendomstoerekening: Beide echtgenoten hebben een 50% eigendom van een bestanddeel, omdat de bestanddelen immers in de ontbonden gemeenschap zitten. Zij moeten dus ook allebei 50% van de inkomsten uit de bestanddelen aangeven. 6) De gerechtigheidtoerekening: Beide echtgenoten moeten het percentage waartoe zij gerechtigd zijn in de aangifte opnemen. Volgens Roemers en Spek is dit de beste manier om toe te rekenen, omdat dit het beste overeenkomt met de fiscale gedachte dat er een rechtsverhouding tussen de genieter en de bron moet zijn. Diegene die gerechtigd is om te beschikken over de inkomsten geeft ze dus ook aan. Het verschil met de eigendomstoerekening is dat ieder de eigendom heeft van de helft van ieder goed apart en bij de gerechtigheidtoerekening heeft ieder de eigendom van de helft van de totale gemeenschap. Niet alle methoden worden gebruikt om bestanddelen toe te rekenen, dit is het geval bij de ontvangerstoerekening en de verdelingstoerekening. De vrije toerekening wordt alleen gebruikt omdat de wet hier een mogelijkheid voor biedt in art 2.17 Wet IB 01. Ook de gerechtigdheidtoerekening wordt in de praktijk niet gebruikt, deze wijkt ook niet heel veel af van de eigendomstoerekening. Voor de toerekening van bestanddelen worden over het algemeen de beschikkingsmachttoerekening en de eigendomstoerekening gebruikt. Verder worden in deze thesis dus ook alleen deze methoden gebruikt. 4.3 Aanmerkelijk belang Als eerste wordt er gekeken hoe het aanmerkelijk belang wordt toegerekend. Dit gebeurt vanaf het moment waarop de echtgenoten duurzaam gescheiden gaan wonen en het verzoek tot echtscheiding hebben ingediend. Hiervoor valt het aanmerkelijk belang nog in de gemeenschap van goederen en na deze handeling vallen de aandelen in de ontbonden gemeenschap, waartoe zij beide gerechtigd zijn. Volgens art lid 1 Wet IB 01 moet er gekeken worden op wie de kosten drukken of wie de inkomsten geniet, om te zien wie welk inkomensbestanddeel moet aangeven in het jaar dat men uit elkaar gaat. De Hoge Raad heeft hierover een uitspraakgedaan in BNB 2007/15 54, in deze uitspraak ging het over een man en een vrouw die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd en een aanmerkelijk belang in bezit hebben. Sinds 1988 leven zij duurzaam gescheiden. Nu was de vraag of de vrouw de winst uit de aandelen en de rente van de vordering die is ontstaan door de verkoop van de aandelen in haar aangifte moet opnemen. De man had de aandelen, die in de huwelijksgemeenschap vielen, op zijn naam staan en hij had ook het bestuur over deze aandelen. De aandelen werden verkocht voor een aantal rentedragende vorderingen. In art. 33 Wet IB 1964 is diegene die de inkomsten geniet meestal diegene 54 Hoge Raad 10 maart 2006, nr , BNB 2007/15 19

20 die over de inkomsten kan beschikkingen, dus diegene die het bestuur heeft. Aangezien de vrouw geen bestuur heeft over de vordering en dus ook niet over de rente kan beschikken hoeft zij de rente op de vorderingen niet aan te geven. Voor de aandelen geldt echter iets anders. In BNB 1971/ is besloten dat als het aanmerkelijke belang in de huwelijksgemeenschap valt dit door beide echtgenoten voor de helft wordt genoten. Dit is ook van belang indien een van beide echtgenoten niet kan beschikken over de aandelen. Dus heeft de Hoge Raad besloten dat beide echtgenoten de winst over de aandelen aan moeten geven en wel in de verhouding van 50 staat tot 50. Dus mevrouw moet 50% van de winst op het aanmerkelijk belang in aanmerking nemen. De Hoge Raad sluit voor de vordering aan bij de toerekening via de beschikkingsmachttoerekening, de man heeft de beschikking en moet dus ook de rente in aanmerking nemen. Voor de toerekening van de winst uit aandelen gebruikt de Hoge Raad de eigendomstoerekening. De vrouw heeft immers 50% van het eigendom van de aandelen en moet ook de helft van de winst in aanmerking nemen. Het eigendom van de aandelen komt voor 50% bij de vrouw te liggen doordat de aandelen in de huwelijksgemeenschap vallen. Hierdoor krijgt zij 50% van de aandelen, die haar man heeft ingebracht. 4.4 Persoonsgebonden aftrek Als er niet is gekozen voor de vrije toerekening, worden de persoonsgebonden aftrekposten in aanmerking genomen bij diegene die de inkomsten geniet. Of op wie de kosten drukken. Zo kunnen bijvoorbeeld de uitgave voor onderhoudsverplichtingen alleen worden afgetrokken bij diegene die ze ook daadwerkelijk heeft betaald. Ook de aftrekbare giften kunnen alleen afgetrokken worden bij diegene die ze ook echt heeft betaald. En als laatste voorbeeld de buitengewone uitgave ook deze kunnen alleen in aftrek worden genomen als men de uitgave ook werkelijk heeft gemaakt. Komen deze ten laste van beide partners dan worden deze bij helften gedeeld en geven zij beide de helft aan De inkomsten uit vermogen Als eerste moet er bekeken worden wie de inkomsten uit de vermogensbestanddelen geniet. Het probleem betreft het genieten zorgt al een lange tijd voor moeilijkheden. Dit probleem speelde ook al in de Wet IB 1914, Besluit IB 1941 en de Wet IB Een van de eerste arresten over dit probleem komt dan ook al uit 1965, in dit arrest kwam naar voren dat diegene die de beschikkingsmacht heeft over de bestanddelen, ook de genieter is van de inkomsten uit deze bestanddelen. 57 Hiervoor heeft de Hoge Raad ook in BNB 1954/9 al aangegeven dat: alleen het getrouwd zijn in gemeenschap van goederen er niet voor zorgt dat de helft van het inkomen uit een vordering die op naam staat van de 55 Hoge Raad 21 april 1971, nr , BNB 1971/ I.J.F.A. van Vijfeijken e.a. 2007, paragraaf Hoge Raad 17 februari 1965, Nr , BNB 1965/112 20

21 ene echtgenoot ook door de andere echtgenoot wordt genoten. Zelfs niet als het invloed heeft op het gemeenschapsvermogen. 58 Verder is ook in BNB 2010/100 en BNB 2007/15 aan de orde gekomen dat een gezamenlijke gemeenschap niet automatisch betekent dat ook de echtgenoot de inkomsten uit vermogen moet aangeven. Bij een vordering gaat het erom op wiens naam deze staat en wie de bestuursbevoegdheid heeft. Alleen deze persoon is gerechtigd tot de inkomsten en moet deze dus ook aangeven. Hierbij gaat het dus weer om de beschikkingsmachttoerekening. Voor de Wet IB 01 geldt een heel ander regiem. De feitelijke inkomsten uit vermogensbestanddelen worden niet meer belast. Hiervoor is een fictief stelsel in de plaats gekomen. Het is dus niet meer van belang wie de inkomsten geniet, omdat er een fictief inkomen wordt berekend over de vermogensbestanddelen in box 3. Nu komt het er dus op aan wie het eigendom heeft over deze vermogensbestanddelen, die persoon moet deze bestanddelen ook aangeven. 4.6 Terbeschikkingstelling Verder komt ook de terbeschikkingstelling tussen partners aan bod. De Hoge Raad heeft de beschikkingsmachtmethode toegepast in BNB 2010/ Het gaat hierbij om een man en vrouw die zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. De man heeft alle aandelen in zijn BV in bezit en heeft ook een vordering op zijn naam op deze BV. De vordering staat op de man zijn naam en hij heeft ook de bestuursbevoegdheid over de vordering. Hierdoor wordt het rendabel maken van de vordering aan hem toegerekend. De vrouw hoeft niets aan te geven, omdat de vrouw niet automatisch ook schuldeiser is. Dit komt doordat het resultaat uit de vordering niet rechtstreeks naar de echtgenoot toevloeit dat is in BNB 1954/9 aan de orde gekomen. Dus de vrouw heeft alleen indirect via de gemeenschap een vordering op de BV. Ook heeft de Hoge Raad in dit arrest gezegd dat er hier geen sprake is van indirecte terbeschikkingstelling. Dit komt doordat de vrouw niet dient als tussenpersoon tussen de schuldenaar en de schuldeiser. Mocht zij wel hier tussen staan dan gaat het om indirecte terbeschikkingstelling, omdat men dan via haar een terbeschikkingstelling wil voorkomen. In dit geval hoeft de vrouw dus niets aan te geven over deze vordering. 4.7 Conclusie Kortom voor de toerekening naar art Wet IB 01 moet er gekeken worden op wie de uitgave drukken of wie de inkomsten geniet. Als men in gemeenschap van goederen is getrouwd kan het zo 58 Hoge Raad 9 december 1953, nr BNB 1954/9 59 Hoge Raad 15 januari 2010, nr. 08/03923, BNB 2010/100 21

22 zijn dat de beide echtgenoten het vermogensbestanddeel in aanmerking moeten nemen. Omdat het vermogensbestanddeel immers in de gezamenlijke gemeenschap valt. Als men uit elkaar gaat kan dit een lastige situatie zijn. Je moet dan bestanddelen in aanmerking nemen, omdat je hier een eigendom over hebt, terwijl je hier misschien helemaal geen inkomsten uit ontvangt. In dit hoofdstuk werd dan ook bekeken hoe bestanddelen moeten worden toegerekend in het jaar dat men uit elkaar gaat. Dit is voor verschillende vermogensbestanddelen gedaan en aan de hand van verschillende methoden van toerekenen. Voor de aandelen geldt dat zij aan beide echtgenoten moeten worden toegerekend, aangezien zij beide de eigendom hebben over de aandelen. Voor de andere inkomensbestanddelen uit dit hoofdstuk wordt toegerekend naar de beschikkingsmachtmethode, dit houdt in dat diegene die de beschikking heeft over het goed, deze ook moet aangeven voor de inkomstenbelasting. Het is daarbij niet van toepassing hoe het eigendom verdeeld is. 22

23 Hoofdstuk vijf: Toerekening van de eigen woning In dit hoofdstuk komt de toerekening van de eigen woning aan bod ingeval dat echtgenoten niet kiezen voor de vrije toerekening. Dit komt over het algemeen voor in het jaar dat men gaat scheiden. Men woont een deel van het jaar nog samen, een deel van het jaar apart waarin men alleen nog maar een verzoek tot echtscheiding heeft ingediend en pas vanaf de boedelverdeling op het moment van echtscheiding is er weer één echte eigenaar van de woning. Tot deze tijd zijn beide partners nog eigenaar, maar voor welk deel zijn zij eigenaar en mogen zij de hypotheekrente aftrekken? Dat komt in dit hoofdstuk naar voren. Als eerste wordt er in paragraaf 5.1 bekeken wat hierover in de literatuur is geschreven, daarna gaan we kijken naar het arrest van het hof (paragraaf 5.2) en als laatste zal ik mijn advies uitbrengen in paragraaf De literatuur over de inkomenstoerekening van de eigen woning In de literatuur is het een en ander geschreven over hoe de toerekening van de eigen woning zou moeten gaan in het jaar dat de echtgenoten uit elkaar gaan. Er wordt hier heel verschillend over gedacht. Zo schrijft Hoogeveen dat de beide echtgenoten ieder de helft van de woning moeten aanmerken. Omdat het inkomen wordt genoten naar de mate van de gerechtigdheid in de eigendom van de woning. Dit is voor beide in gemeenschap van goederen gehuwde 50%. Dit kan niet veranderen doordat er een ontbonden gemeenschap is. Ook hiervan zijn de echtgenoten beide 50% eigenaar. Zelfs als een van beide geen inkomsten geniet uit de woning, dit is dus de vertrekkende partner, moet deze nog steeds de helft aangeven. Wel is het onder bepaalde voorwaarde mogelijk deze helft dan aan te merken als alimentatie, zodat hier een persoonsgebonden aftrekpost tegen over staat. Alle baten en lasten uit de eigen woning vallen in deze ontbonden gemeenschap en gaan dus beide echtgenoten aan. Ditzelfde geldt dus ook voor de kosten van de eigen woning. De rente drukt dus voor 50% op beide echtgenoten. Als één van beide echtgenoten meer rente betaald dan nodig kan deze dus niet afgetrokken worden, maar deze kan wel als alimentatie worden opgevoerd. Hoogeveen is dan ook van mening: gaan zowel de inkomsten als de kosten die samenhangen met de vermogensbestanddelen, door aanzuigende werking van de huwelijksgemeenschap, beide echtlieden in gelijke mate aan. 60 Heithuis past BNB 2007/15 61 toe, om te bekijken hoe de toerekening moet verlopen. Voor de uitleg van dit arrest verwijs ik naar paragraaf 4.3. Als dit arrest wordt toegepast op de eigenwoningregeling moet er gekeken worden wie van de echtgenoten het bestuur heeft over de woning om de inkomsten toe te kunnen rekenen. Om de kosten toe te rekenen moeten er gekeken worden wie de hypotheek 60 I.J.F.A van Vijfeijken e.a paragraaf 6.3 en Hoge Raad 10 maart 2006, nr , BNB 2007/15 23

24 heeft afgesloten. Het wordt dus belangrijk voor de toerekening op wiens naam de woning staat, maar ook wie de hypotheek heeft afgesloten. Dit kan er dus voor zorgen dat maar één echtgenoot de inkomsten uit de woning hoeft aan te merken en kan er ook voor zorgen dat dezelfde echtgenoot de gehele hypotheekrente af kan trekken. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Als men de bestuursbevoegdheid anders heeft geregeld. Hieruit blijkt dat Heithuis zich aan sluit bij de bestuursbevoegdheid over de woning en dus toe wil rekenen naar de beschikkingsmachtmethode. 62 Gubbels schrijft dat de echtgenoten naar de eigendomsverhouding moeten kijken, om te zien welk deel van het eigenwoningforfait zij aan moeten geven. Verder kan ook de hypotheekrenteaftrek naar dezelfde verdeling worden toegerekend. Er wordt dus gebruik gemaakt van de eigendomstoerekening. Verder verwacht Gubbels niet dat de Hoge Raad aan zal sluiten bij de bestuursbevoegdheid, omdat beide echtgenoten voor hetzelfde deel gerechtigd zijn tot het gebruik van de eigen woning. En omdat de eigen woning bijzondere bepalingen met zich mee brengt waardoor de bestuursbevoegde echtgenoot maar een beperkte bevoegdheid overhoudt De jurisprudentie over de inkomenstoerekening van de eigen woning Over de toerekening van de eigen woning is nog niet heel veel geprocedeerd. Naar mijn mening is er maar één uitspraak van het hof. 64 Hierbij ging het om een man en vrouw die in gemeenschap van goederen waren getrouwd. Zij zijn gaan scheiden in In 2004 hebben zij eerst een aantal maanden samen in het echtelijke huis gewoond. Hierna zijn zij duurzaam gescheiden gaan wonen en is de vrouw in de woning achtergebleven. Voor de laatste 3 maanden in 2004 is de woning toegewezen aan de man. De man heeft voor heel 2004 de woonlasten betaald. Nu was het de vraag of de man alle woonlasten kon aftrekken. Rechtbank s-gravenhage heeft geoordeeld dat de man voor de eerste maanden van 2004 waarin de man en de vrouw gezamenlijk in de woning woonde de hele lasten mag aftrekken. Dit heeft de rechtbank gebaseerd op art lid 1 Wet IB. Aangezien de hypotheek is gebaseerd op de inkomsten van de man, omdat hij alleen verdiener is. Dit laatste punt werd door de rechtbank als belangrijkste punt opgevoerd. Vanaf het duurzaam gescheiden leven mag de man echter nog maar de helft van de lasten aftrekken. Het Hof heeft hier uiteindelijk toch anders over geoordeeld. Deze heeft gezegd dat de man voor heel 2004 maar de helft van de lasten mag aftrekken. Dit komt omdat de man maar voor 50% belang heeft in de gemeenschap en dus ook een eigendom heeft van 50% van de eigen woning en de hypothecaire lening. Het Hof zegt dus dat je alleen de rente af mag trekken voor zover je hier het eigendom of de beschikking toe hebt. Welke van de toerekening hier 62 E.J.W. Heithuis N.C.G. Gubbels 2011, paragraaf Hof s-gravenhage, nr. BK-09/00769, LJN BM

Bachelor Thesis. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling. Lennart van der Heijde Administratienummer:

Bachelor Thesis. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling. Lennart van der Heijde Administratienummer: Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Naam: Lennart van der Heijde Administratienummer: 344625 Studierichting: Fiscale Economie Datum: 19 november 2012 Examencommissie :

Nadere informatie

BACHELOR THESIS. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling

BACHELOR THESIS. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling BACHELOR THESIS Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Auteur: Oktay Ozay ANR: 837230 Opleiding: Examencommissie: Fiscale economie Prof. Dr. J.A.G. van der Geld Mw. Mr. N.C.G. Gubbels 1

Nadere informatie

De invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling

De invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling De invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Naam: Lennart Nieuwenhuis Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 148273 Datum: 26-11-2012 Examencommissie: Prof. mr. I.J.F.A. van

Nadere informatie

Bachelor Thesis Fiscale Economie INVLOED VAN (ECHT)SCHEIDING OP DE EIGENWONINGREGELING

Bachelor Thesis Fiscale Economie INVLOED VAN (ECHT)SCHEIDING OP DE EIGENWONINGREGELING Bachelor Thesis Fiscale Economie INVLOED VAN (ECHT)SCHEIDING OP DE EIGENWONINGREGELING Naam: Maaike Baltussen ARN: 622404 Studierichting: Fiscale Economie Datum: 29 september 2014 Examencommissie: Prof.

Nadere informatie

Echtscheiding en eigen woning

Echtscheiding en eigen woning Echtscheiding en eigen woning 25 april 2013 Echtscheiding is aan de orde van de dag. Ruim 36 % van alle huwelijken eindigt door echtscheiding. Onder ondernemers ligt dat percentage nog wat hoger. Bij een

Nadere informatie

De fiscale gevolgen van echtscheiding en de eigen woning

De fiscale gevolgen van echtscheiding en de eigen woning De fiscale gevolgen van echtscheiding en de eigen woning. Naam: J.C.M. (Esther) Rooijakkers Studie: Fiscaal Recht Plaats: Tilburg Faculteit: Rechtsgeleerdheid Studentnummer: 265601 Begeleidster: Mevr.

Nadere informatie

Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling

Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Naam: J.A.T. Gijzen Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 125443 Datum: 7 juni 2011 Examencommissie: Prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

De invloed van art Wet IB 2001 op de eigenwoningregeling

De invloed van art Wet IB 2001 op de eigenwoningregeling Bachelor thesis De invloed van art. 2.17 Wet IB 2001 op de eigenwoningregeling Naam: ANR: Studierichting: Michel Knapen s488686 Fiscale Economie Datum: januari 2011 Examencommissie: Prof. mr. I.J.F.A.

Nadere informatie

Bachelor Thesis De eigenwoningregeling bij (echt)scheiding

Bachelor Thesis De eigenwoningregeling bij (echt)scheiding Bachelor Thesis De eigenwoningregeling bij (echt)scheiding Naam: Melinda Kastelijns Studierichting: Fiscale economie Administratienummer: 947281 Datum: 23 november 2010 Examencommissie: Prof. mr. I.J.F.A.

Nadere informatie

Bachelor Thesis Toerekening van de inkomsten uit eigen woning bij gehuwden in gemeenschap van goederen

Bachelor Thesis Toerekening van de inkomsten uit eigen woning bij gehuwden in gemeenschap van goederen Bachelor Thesis Toerekening van de inkomsten uit eigen woning bij gehuwden in gemeenschap van goederen Naam: Melinda Kastelijns Studierichting: Fiscale economie Administratienummer: s947281 Datum: 7 juni

Nadere informatie

De invloed van (echt)scheidingen op de eigenwoningregeling

De invloed van (echt)scheidingen op de eigenwoningregeling Bachelorthesis De invloed van (echt)scheidingen op de eigenwoningregeling Naam: Franka van den Aardweg ANR: 856553 Opleiding: Fiscale Economie Datum: 18-11-2013 Examencommissie: Mr.dr. N.C.G. Gubbels Prof.mr.

Nadere informatie

Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling

Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Auteur: Jiske Bruggeman Anr: 492608 Opleiding: Fiscale Economie Datum: December 2010 Examencommissie: prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken

Nadere informatie

Eigen woning en scheiding. Stappenplan. Eigen woning

Eigen woning en scheiding. Stappenplan. Eigen woning Eigen woning en scheiding 1 Stappenplan Wie heeft een eigen woning? Wie heeft er een eigenwoningschuld? Drukt de rente? Is er betaald? Eigen woning 1 Hoofdregel: art. 3.111 lid 1 Gebouw of duurzaam aan

Nadere informatie

Belastingdienst. Het echtscheidingsconvenant en de eigen woning Fiscale aandachtspunten

Belastingdienst. Het echtscheidingsconvenant en de eigen woning Fiscale aandachtspunten Belastingdienst Het echtscheidingsconvenant en de eigen woning Fiscale aandachtspunten Introductie Bij het opstellen van een echtscheidingsconvenant (vanaf hier convenant ) is het belangrijk om de fiscale

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Dit document bevat vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en de heffingskortingen. ib 801-1z*1fd INKOMSTENBELASTING

Nadere informatie

Dossier. Eigen woning en echtscheiding

Dossier. Eigen woning en echtscheiding Editie 1 September 2006 Dossier Eigen woning en echtscheiding Verdeling inkomsten uit eigen woning 4 De scheidingsregeling in de praktijk 5 Renteaftrek eigen woning bij echtscheiding 8 Een uitgebreid voorbeeld

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag 2511 DP Uw kenmerk

Nadere informatie

2.5 Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? John van Vliet Fred Thielemans Robbert Maassen

2.5 Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? John van Vliet Fred Thielemans Robbert Maassen 2.5 Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? John van Vliet Fred Thielemans Robbert Maassen Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? J. (John) van Vliet mr. A.F.J.P. (Fred) Thielemans

Nadere informatie

U of uw fiscale partner verkoopt een eigen woning of heeft een eigenwoningreserve

U of uw fiscale partner verkoopt een eigen woning of heeft een eigenwoningreserve UW WONING EN DE FISCUS U koopt een woning 2e woning Rente en kosten voor de eigenwoningschuld Niet aftrekbaar zijn: Eenmalig aftrekbare kosten Inkomsten Eigen Woning U sluit een spaar-, leven- of beleggingshypotheek

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De gevolgen van (echt)scheiding voor de eigenwoningregeling

Bachelor Thesis. De gevolgen van (echt)scheiding voor de eigenwoningregeling Bachelor Thesis De gevolgen van (echt)scheiding voor de eigenwoningregeling Naam: Joyce Vermeulen Adres: Varkensmarkt 27-2 5038 VT Tilburg Telefoonnummer: 0613768311 Studierichting: Fiscale economie Administratienummer:

Nadere informatie

INA onverdeelde eigen woning module

INA onverdeelde eigen woning module INA onverdeelde eigen woning module Met deze module wordt u geholpen om de posten met betrekking tot een onverdeelde eigen woning correct in te vullen. Door de vragen in de Onverdeelde eigen woning module

Nadere informatie

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012 Je hypotheek en de belasting in 2012 Hier vind je een toelichting op het jaaroverzicht van je SNS Hypotheek. Ook lees je hier de belangrijkste fiscale regels die in 2012 gelden voor de eigen woning, hypotheek,

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling

Nadere informatie

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 Alumni-Mfp Actualiteiten estate planning Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 1 Programma Fiscaal partnerschap Huwelijks vermogensrecht Erven & AWBZ Erven of schenken woning & WOZ Schenken Uniform partnerbegrip

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research EB Tijdschrift voor scheidingsrecht, EB 2012/52 Fiscaal partnerschap, de eigen woning en alimentatie in 2012 Auteur: Mr. A. Roelvink-Verhoeff[1] De eigen woning en de aftrekbaarheid van de verschuldigde

Nadere informatie

Tilburg University. Eigen woning en echtscheiding Gubbels, Nicole. Published in: Fiscaal Praktijkblad

Tilburg University. Eigen woning en echtscheiding Gubbels, Nicole. Published in: Fiscaal Praktijkblad Tilburg University Eigen woning en echtscheiding Gubbels, Nicole Published in: Fiscaal Praktijkblad Document version: Author final version (often known as postprint) Publication date: 2013 Link to publication

Nadere informatie

Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt

Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt Partnerschap 2013 Stroomlijning partnerbegrip Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt (artikel 1.2 Wet IB 2001) Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Wie zijn partners? echtgenoot, geregistreerd

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling

Nadere informatie

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126) 2008 Als u gaat scheiden Als u gaat scheiden, heeft dit gevolgen voor de belasting van u en uw echtgenoot. Voor de belastingheffing wordt u als gescheiden beschouwd, als u niet meer bij elkaar woont. Om

Nadere informatie

Workshop Echtscheiding. Erasmus Universiteit Rotterdam 19 juni 2015 jevandenberg@ese.eur.nl

Workshop Echtscheiding. Erasmus Universiteit Rotterdam 19 juni 2015 jevandenberg@ese.eur.nl Workshop Echtscheiding Erasmus Universiteit Rotterdam 19 juni 2015 jevandenberg@ese.eur.nl 1 Algemeen Een op de drie huwelijken strandt Gemiddeld 14,5 jaar (CBS, 2013) Reden genoeg om na te gaan wat de

Nadere informatie

Partnerschap 2014. Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt. (artikel 1.2 Wet IB 2001)

Partnerschap 2014. Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt. (artikel 1.2 Wet IB 2001) Partnerschap 2014 Stroomlijning partnerbegrip Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt (artikel 1.2 Wet IB 2001) 1 Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Wie zijn partners? echtgenoot, geregistreerd

Nadere informatie

DE FISCALE GEVOLGEN VAN DE ECHTSCHEIDING VOOR DE EIGEN WONING MASTERTHESIS

DE FISCALE GEVOLGEN VAN DE ECHTSCHEIDING VOOR DE EIGEN WONING MASTERTHESIS DE FISCALE GEVOLGEN VAN DE ECHTSCHEIDING VOOR DE EIGEN WONING MASTERTHESIS Naam: Halima Zarroy Faculteit: Law School Opleiding: Fiscaal Recht ANR: 490856 Begeleider: mw. prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken

Nadere informatie

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019) Als u gaat scheiden Als u gaat scheiden, heeft dit gevolgen voor de belasting van u en uw echtgenoot. Voor de belastingheffing wordt u als gescheiden beschouwd, als u niet meer bij elkaar woont. Om welke

Nadere informatie

Huwelijkse voorwaarden en eigen woning

Huwelijkse voorwaarden en eigen woning Checklist Hypotheek Onder aan deze pagina s tref je een overzicht aan van de stukken die nodig zijn als er door de scheiding veranderingen zijn met betrekking tot je hypotheek. Naast emotionele waarde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 28 BRIEF VAN

Nadere informatie

Casus 1. EW en verkoop, 3.111, lid 2. Aanstaande EW, 3.111, lid 3

Casus 1. EW en verkoop, 3.111, lid 2. Aanstaande EW, 3.111, lid 3 De eigen woning Algemeen en actualiteit Echtscheiding Bijleenregeling Kapitaalverzekering 1 1 Helga van Bijnen Programma Algemeen inkomsten eigen woning Echtscheiding en eigen woning Bijleenregeling Kapitaalverzekering

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag

Nadere informatie

Partnerschap 2014/2015

Partnerschap 2014/2015 Partnerschap 2014/2015 Stroomlijning partnerbegrip Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt (artikel 1.2 Wet IB 2001) Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Wie zijn partners? echtgenoot, geregistreerd

Nadere informatie

Om de bijleenregeling uit te leggen worden de volgende termen gebruikt:

Om de bijleenregeling uit te leggen worden de volgende termen gebruikt: De bijleenregeling: Deze regeling is in werking getreden per 1 januari 2004. Door deze regeling wordt het voor huiseigenaren ongunstig om de overwaarde te gaan gebruiken voor andere zaken dan de financiering

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2014

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2014 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2014 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling

Nadere informatie

Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop

Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop 1. Aankoop van de eigen woning De inkomstenbelasting heeft een speciale fiscale regeling voor eigenwoningbezitters (de zogenoemde eigenwoningregeling). Men

Nadere informatie

Als u een woning koopt

Als u een woning koopt 2004 Als u een woning koopt Als u een woning koopt, heeft dat gevolgen voor uw belasting. Meestal levert het een belastingvoordeel op, omdat u de rente en een aantal andere kosten kunt aftrekken. Tegenover

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2 Inkomstenbelasting NW 2 programma Belastbare inkomsten uit eigen woning Eigen woning en eigenwoningforfait; Kapitaalverzekering eigen woning; Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve; Aftrekbare kosten;

Nadere informatie

De eigen woning. Programma. Wat is een Eigen Woning, 3.111, lid 1. Algemeen Echtscheiding Bijleenregeling & Kapitaalverzekering

De eigen woning. Programma. Wat is een Eigen Woning, 3.111, lid 1. Algemeen Echtscheiding Bijleenregeling & Kapitaalverzekering De eigen woning Algemeen Echtscheiding Bijleenregeling & Kapitaalverzekering 1 1 Helga van Bijnen Programma Algemeen inkomsten eigen woning Echtscheiding en eigen woning Bijleen-regeling Kapitaalverzekering

Nadere informatie

Echtscheiding en uw bedrijf De bedrijfscontinuïteit staat voorop!

Echtscheiding en uw bedrijf De bedrijfscontinuïteit staat voorop! Een echtscheiding is een ingrijpend en complex proces en vraagt om goede fiscale begeleiding Echtscheiding en uw bedrijf De bedrijfscontinuïteit staat voorop! Wanneer u als ondernemer gaat scheiden, dan

Nadere informatie

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning bij aangifte inkomstenbelasting 2014 voor buitenlands belastingplichtigen IB 291 1T41FD BUI Verkocht u of uw fiscale partner in 2014 een? Had deze woning overwaarde? En kocht u een andere? Dan hebt u te

Nadere informatie

Partnerschap 2011. Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr)

Partnerschap 2011. Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Partnerschap 2011 Stroomlijning partnerbegrip Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt (artikel 1.2 Wet IB 2001) Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Wie zijn partners? echtgenoot, geregistreerd

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2 Inkomstenbelasting NW 2 programma Belastbare inkomsten uit eigen woning Eigen woning en eigenwoningforfait; Kapitaalverzekering eigen woning; Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve; Aftrekbare kosten;

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Eigen woning en inkomstenbelasting

HOOFDSTUK 1 Eigen woning en inkomstenbelasting HOOFDSTUK 1 Eigen woning en inkomstenbelasting 1.1 Wet inkomstenbelasting 2001 De Wet inkomstenbelasting 2001 bestaat uit drie boxen met elk een eigen tarief. Negatieve inkomsten van de ene box mogen niet

Nadere informatie

Instituut Financieel Management

Instituut Financieel Management FFEBLR0111 IB (niet-winst) Instituut Financieel Management Opdracht 1b (inleveren in week 3) De tekst van artikel 1.2 Wet IB is per 1 januari 2011 ingrijpend gewijzigd. Vanaf 2001 t/m 2010 luidde de tekst

Nadere informatie

Het nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit

Het nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.1.2146 Het nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit bronnen Brief staatssecretaris van Financiën aan Tweede Kamer d.d. 5.11.2010 nr. 22, behorende bij kamerstuk 32130

Nadere informatie

Leergang Scheiden 7 juli Leergang Scheiden

Leergang Scheiden 7 juli Leergang Scheiden Leergang Scheiden Onderdeel: Fiscale aspecten algemeen Docent: mr. Johanna Jongekrijg mr. Cees Baard Dag 2: 7 juli 2016 Agenda Onderwerpen: Partnerbegrip / regeling Inkomenstoerekening in jaar van scheiden

Nadere informatie

Tip! Ga regelmatig na of uw huwelijksvermogensregime nog wel past bij uw zakelijke en privébelangen.

Tip! Ga regelmatig na of uw huwelijksvermogensregime nog wel past bij uw zakelijke en privébelangen. Wanneer u als ondernemer gaat scheiden, heeft dit in de meeste gevallen ook gevolgen voor de onderneming. Of dit nu een eenmanszaak is of een bv. Een eigen bedrijf maakt een scheiding vele malen lastiger.

Nadere informatie

Huwelijks- en partneraansprakelijkheid voor belastingschulden Mr. G.H. Ulrich, Professional Support Lawyer bij Hertoghs advocatenbelastingkundigen

Huwelijks- en partneraansprakelijkheid voor belastingschulden Mr. G.H. Ulrich, Professional Support Lawyer bij Hertoghs advocatenbelastingkundigen FTV 2014/6 Huwelijks- en partneraansprakelijkheid voor belastingschulden Publicatie Jaargang 15 Publicatiedatum 01-06-2014 Afleveringnummer 6 Artikelnummer 34 Titel Auteurs Samenvatting Rubriek FTV: Fiscaal

Nadere informatie

Uw hypotheek en de belasting in 2014

Uw hypotheek en de belasting in 2014 Uw hypotheek en de belasting in 2014 Hier vindt u een toelichting op het jaaroverzicht van uw BLG Hypotheek. Ook leest u hier de belangrijkste fiscale regels die in 2014 gelden voor de eigen woning, hypotheek,

Nadere informatie

Beëindiging van het fiscaal partnerschap & de eigen woning

Beëindiging van het fiscaal partnerschap & de eigen woning Beëindiging van het fiscaal partnerschap & de eigen woning Een onderzoek naar de knelpunten in de huidige eigenwoningregeling in de Wet Inkomstenbelasting 2001 bij het beëindigen van het fiscaal partnerschap

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting Als jij of je partner is het huis blijft wonen hoeft er geen overdrachtsbelasting te worden betaald.

Overdrachtsbelasting Als jij of je partner is het huis blijft wonen hoeft er geen overdrachtsbelasting te worden betaald. Checklist Hypotheek Onder aan deze pagina s tref je een overzicht aan van de stukken die nodig zijn als er door de scheiding veranderingen zijn met betrekking tot je hypotheek. Naast emotionele waarde

Nadere informatie

Vragenlijst voor de aangifte inkomstenbelasting 2014

Vragenlijst voor de aangifte inkomstenbelasting 2014 Beste Lezer, Voor het invullen van uw aangifte hebben wij veel gegevens nodig. D.m.v. deze vragenlijst stellen wij u in staat om deze gegevens overzichtelijk en volledig aan te leveren. Wij verzoeken u

Nadere informatie

CHECKLIST INKOMSTENBELASTING

CHECKLIST INKOMSTENBELASTING e-mail: secretariaat@vandolder.nl Aanlevering van informatie Voor de tijdige en correcte verwerking van uw aangifte inkomstenbelasting vragen wij u de onderstaande gegevens in te vullen en de gevraagde

Nadere informatie

Echtscheiding en uw bedrijf De bedrijfscontinuïteit staat voorop! whitepaper

Echtscheiding en uw bedrijf De bedrijfscontinuïteit staat voorop! whitepaper 13.05.16 Echtscheiding en uw bedrijf 2016 De bedrijfscontinuïteit staat voorop! whitepaper In dit whitepaper: Wanneer u als ondernemer gaat scheiden, heeft dit in de meeste gevallen ook gevolgen voor de

Nadere informatie

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen Inleiding In box 3 wordt het inkomen uit vermogen van een belastingplichtige belast. Het vermogen bestaat uit de bezittingen van een belastingplichtige min

Nadere informatie

Presentatie scholingsdag NBPB. Mr. R. van Rijssen R. Ruinemans RB

Presentatie scholingsdag NBPB. Mr. R. van Rijssen R. Ruinemans RB Presentatie scholingsdag NBPB Mr. R. van Rijssen R. Ruinemans RB Programma Introductie Uitstel invoering kostendelersnorm berekening beslag vrije voet. Het systeem van de inkomstenbelasting Fiscaal partnerbegrip

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld Huwelijksvermogensrecht Goed geregeld 2 De veranderingen van het huwelijksvermogensrecht vanaf 1 januari 2018: de beperkte gemeenschap van goederen als de nieuwe standaard van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht.

Nadere informatie

Wat kunt u wanneer als aftrekposten voor uw huis opvoeren? En wat niet?

Wat kunt u wanneer als aftrekposten voor uw huis opvoeren? En wat niet? CHECKLIST: AFTREKBARE KOSTEN EIGEN WONING Wat kunt u wanneer als aftrekposten voor uw huis opvoeren? En wat niet? Ooit, in een nog niet eens zo ver verleden, waren hypotheekrente en bijbehorende kosten

Nadere informatie

Als u een woning koopt

Als u een woning koopt 2008 Als u een woning koopt Als u een woning koopt, heeft dat gevolgen voor uw belasting. Meestal levert het een belastingvoordeel op, omdat u de rente en een aantal andere kosten kunt aftrekken. Tegenover

Nadere informatie

Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting)

Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting) Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting) 2 Nieuwe Successiewet 2010 Met ingang van 1 januari 2010 is de Successiewet gewijzigd. Om te beginnen verdwijnt al de naam successieen schenkings recht.

Nadere informatie

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13 Inhoudsopgave Voorwoord 1 1 Samenwoners 2 11 Inleiding 2 12 Een samenlevingscontract 2 13 Wat regelt u in een samenlevingscontract? 2 131 Voor de periode waarin u samenwoont 2 132 Voor het geval u besluit

Nadere informatie

Echtscheiding en uw bedrijf

Echtscheiding en uw bedrijf Lentink Accountants/Belastingadviseurs brengt onder uw aandacht Echtscheiding en uw bedrijf De bedrijfscontinuïteit staat voorop! Huizen, april 2014 1 Introductie Wanneer u als ondernemer gaat scheiden,

Nadere informatie

e-mail: secretariaat@vandolder.nl

e-mail: secretariaat@vandolder.nl e-mail: secretariaat@vandolder.nl Aanlevering van informatie Voor de tijdige en correcte verwerking van uw aangifte inkomstenbelasting vragen wij u de onderstaande gegevens in te vullen en de gevraagde

Nadere informatie

Wonen in Duitsland 2016

Wonen in Duitsland 2016 Wonen in Duitsland 2016 Team Grensoverschrijdend Werken en Ondernemen (GWO) Nicole Janssen Inhoud presentatie Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting NL-D: Uitkeringen in belastingverdrag tot en met

Nadere informatie

Van der Helm Consultancy

Van der Helm Consultancy Eindejaarstips 2011 Van der Helm Consultancy Graag presenteert Van der Helm Consultancy u de Eindejaarstips 2011 Wat moet u echt nog deze laatste maand doen, of juist niet, om voordeel te behalen? Mocht

Nadere informatie

Welkom! Duidelijkheid vaststellen eigenwoningschuld! Drs. J.O. (Jasper) Horsthuis

Welkom! Duidelijkheid vaststellen eigenwoningschuld! Drs. J.O. (Jasper) Horsthuis Welkom! Duidelijkheid vaststellen eigenwoningschuld! Drs. J.O. (Jasper) Horsthuis Introductie Relaties en gevolgen Civiele knelpunten Fiscale knelpunten Agenda van de avond Besluit Staatssecretaris 30

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2016

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2016 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling

Nadere informatie

Uw hypotheek en de belasting in 2015

Uw hypotheek en de belasting in 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015 Hieronder vindt u een toelichting op het jaaroverzicht van uw BLG Hypotheek. Ook leest u hier de belangrijkste fiscale regels die in 2015 gelden voor een eigen woning,

Nadere informatie

Eigen woning. 2011 Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2011

Eigen woning. 2011 Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2011 20 Aanvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 Had u of uw fiscale partner in 20 een eigen woning? Dan heeft dit gevolgen voor uw belasting. In de toelichting bij de aangifte inkomstenbelasting

Nadere informatie

Je hypotheek en de belasting in 2015

Je hypotheek en de belasting in 2015 8.4360.0 (24-12-2013) Je hypotheek en de belasting in 2015 Hier vind je een toelichting op het jaaroverzicht van je SNS Hypotheek. Ook lees je hier de belangrijkste fiscale regels die in 2015 gelden voor

Nadere informatie

Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015

Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015 Particulier Hypotheken Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015 U heeft de jaaropgave van uw hypotheek van RegioBank over 2015 ontvangen. In deze informatiewijzer geven we

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? 18 november 2014 Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze "gescheiden" zien? 1 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek

Nadere informatie

Checklist aangifte inkomstenbelasting 2016

Checklist aangifte inkomstenbelasting 2016 Checklist aangifte inkomstenbelasting 2016 Voor het opstellen van uw aangifte inkomstenbelasting hebben wij uw gegevens nodig. Om u in staat te stellen deze gegevens overzichtelijk en zo volledig mogelijk

Nadere informatie

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning bij aangifte inkomstenbelasting 2013 13 Verkocht u of uw fiscale partner in 2013 een? Had deze woning overwaarde? En kocht u een andere? Dan hebt u te maken met de bijleenregeling. Daardoor is uw (hypotheek)renteaftrek

Nadere informatie

Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015

Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015 Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015 Nicole MSH Janssen Team GWO Inhoud presentatie Belastingverdrag tot en met 2015 Werken in Nederland Uitkering uit Nederland Fiscaal partnerschap (fp)

Nadere informatie

GEGEVENS AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2017

GEGEVENS AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2017 Uw gegevens Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Telefoonnummer mobiel E-mail adres Burgerservicenummer (BSN) Echtgeno(o)te/partner Telefoonnummer mobiel E-mail adres Burgerservicenummer (BSN) Burgerlijke

Nadere informatie

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was 10 IB 174-1T01FD Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was Had u of uw fiscale partner in 2010 een eigen woning? Dan mag u bepaalde kosten voor uw woning aftrekken,

Nadere informatie

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was 11 IB 174-1T11FD Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was Had u of uw fiscale partner in 2011 een eigen woning? Dan mag u bepaalde kosten voor uw eigen woning aftrekken,

Nadere informatie

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning 12345 20 Aanvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 u dat deel van de financiering toen niet tot de eigenwoningschuld rekenen? Dan mag u uw eigenwoningschuld op 1 januari 20 met dat bedrag

Nadere informatie

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen Inleiding In box 3 wordt het inkomen uit vermogen van een belastingplichtige belast. Het vermogen bestaat uit de bezittingen van een belastingplichtige min

Nadere informatie

Webinar tips bij belastingaangifte

Webinar tips bij belastingaangifte Webinar tips bij belastingaangifte Leuk dat u het Webinar Tips voor uw belastingaangifte van 22 maart heeft bijgewoond. Hierbij alle tips die zijn gegeven in het webinar. Handig om terug te lezen. Algemeen

Nadere informatie

UITLEG AANPAK AFWIKKELING LIJFRENTE BIJ SCHEIDING EN VASTLEGGING IN CONVENANT

UITLEG AANPAK AFWIKKELING LIJFRENTE BIJ SCHEIDING EN VASTLEGGING IN CONVENANT UITLEG AANPAK AFWIKKELING LIJFRENTE BIJ SCHEIDING EN VASTLEGGING IN CONVENANT Samenwoners Samenwoners hebben gescheiden vermogens. Een lijfrente blijft bij samenwoners onderdeel van het privévermogen van

Nadere informatie

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3

Nadere informatie

Eigen woning. 2012 Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2012

Eigen woning. 2012 Aanvullende toelichting. bij aangifte inkomstenbelasting 2012 20 Aanvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 IB 265-1T22FD (2685) Had u of uw fiscale partner in 20 een eigen woning? Dan heeft dit gevolgen voor uw belasting. In de toelichting bij de

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 1

2014 -- Successiewet -- Deel 1 Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:

Nadere informatie

Vragenlijst voor de aangifte inkomstenbelasting 2015

Vragenlijst voor de aangifte inkomstenbelasting 2015 Beste Lezer, Voor het invullen van uw aangifte hebben wij veel gegevens nodig. D.m.v. deze vragenlijst stellen wij u in staat om deze gegevens overzichtelijk en volledig aan te leveren. Wij verzoeken u

Nadere informatie

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was IB 174-1T23FD 12 Inkomsten Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was Had u of uw fiscale partner in 2012 een eigen woning? Dan mag u bepaalde kosten voor uw eigen

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2018

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2018 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2018 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling

Nadere informatie

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5 EINDEJAARSTIPS 2015 Particulieren...2 Vermogenstoets voor zorgtoeslag en kindgebonden budget... 2 Verlaag uw box 3 grondslag... 2 Hypotheekrente vooruit betalen... 2 Let op lagere hypotheekrente in hoogste

Nadere informatie

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1 Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1 I. Personalia MAN/VROUW Familienaam Voornamen Adres Geboorteplaats en -datum Legitimatiebewijs Nummer Legitimatiebewijs

Nadere informatie

1. Inkomstenbelasting/premie

1. Inkomstenbelasting/premie Tabellen IB/PH 1.1 1. Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingplicht Inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen. Binnenlandse belastingplichtigen

Nadere informatie

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning IB 291 1T11FD BUI (2565) Verkocht u of uw fiscale partner in 2011 een? Had deze woning overwaarde? En kocht u een andere? Dan hebt u te maken met de bijleenregeling. Daardoor is uw (hypotheek)renteaftrek

Nadere informatie

Bachelor thesis. Naam: G. Anthonissen. Studierichting: Fiscale Economie. Administratienummer: 277235

Bachelor thesis. Naam: G. Anthonissen. Studierichting: Fiscale Economie. Administratienummer: 277235 Bachelor thesis Naam: G. Anthonissen Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 277235 In hoeverre heeft het aangaan van het partnerschap of huwelijk, of veranderingen hierin, gevolgen voor

Nadere informatie