K. van der Veen Oefenstof Trainingen Theorie Theorie > Kenniscentrum > Techniek > Theorie techniek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "K. van der Veen Oefenstof Trainingen Theorie Theorie > Kenniscentrum > Techniek > Theorie techniek"

Transcriptie

1 home.hccnet.nl/kf.vdveen/volleybal K. van der Veen Volleybal Oefenstof Trainingen Theorie Theorie > Kenniscentrum > Techniek > Theorie techniek A inleiding H serve/pass B meest voorkomende fouten I blokkering C warming-up J complexe oefeningen D techniek (algemeen) K conditie E verdediging L sprongkracht/snelheid F spelverdeling M aanvalsvariaties G aanval N gamepla A Inleiding Een foutief aangeleerd automatisme afleren, duurt minstens twee keer zo lang, als de tijd die nodig was om het aan te leren. Heb daarom geduld met de al wat oudere spelers en probeer de jeugd zo snel mogelijk de juiste techniek aan te leren op de juiste manier. B De belangrijkste en meest voorkomende fouten zijn: 1. Bij het bovenhands spelen wordt de bal voor het gezicht geraakt (voor de neus) in plaats van boven het voorhoofd. Het beste is, de handen al ruim voor je de bal gaat raken boven je hoofd te brengen. De armen zijn hierbij slechts heel licht gebogen, de handen liggen achterover. Ook de duimen wijzen naar achteren (de vingers niet naar de bal laten wijzen). 2. De speler is onvoldoende ingedraaid in de richting waarin hij de bal wil spelen. Er moet snel gelopen worden tot onder de dalende bal. De armen omhoog en de handen achterover liggend (zie punt 1). Op het moment van spelen moet het front van het lichaam ingedraaid zijn in de speelrichting. Lukt het ondanks snel verplaatsen en indraaien niet de bal bovenhands te spelen, speel dan onderhands. 3. Bij het onderhands spelen worden alléén de armen opzij bewogen als de bal naast het lichaam komt. De uitgangshouding is altijd één voet vóór de andere, de knieën gebogen, de benen licht gespreid en de armen gestrekt naar voren. De romp een heel klein beetje voorover gebogen. Komt de bal naast het lichaam dan moet de speler eerst het lichaam achter de bal brengen, door één voet opzij te plaatsen. 4. Bij het onderhands spelen wordt een bal naast het lichaam gemakshalve met één hand of arm gespeeld. Dit is fout, er moet onderhands altijd met twee armen worden gespeeld (tenzij bij een uiterste verdedigingsactie de bal nog juist gehaald kan worden. Dit is voor gevorderde spelers). C De Warming-Up Om eentonigheid op de trainingen te voorkomen, kan het van belang zijn, de oefeningen af en toe eens in een ander jasje te steken. Tijdens trainingsavonden is dit niet altijd naar behoren te realiseren. Niet omdat de beschikking over voldoende oefenstof ontbreekt, maar grotendeels doordat de ruimte gedeeld moet worden met trainers van andere teams, wat altijd extra lawaai met zich meebrengt. Om maar niet te spreken van b.v. aerobiclessen waar de muziek zo hard staat, dat je met normaal stemgebruik niet verstaanbaar bent voor je team. Je ziet dan ook erg vaak, dat in het bijzonder de Warming-up een geautomatiseerd stukje training is geworden. Daar is niets op tegen zolang er regelmatig een aantal vormen verdwijnen of aangepast worden. D De techniek (algemeen) Bij de bovenhandse techniek moeten de armen, ruim voordat de bal gespeeld wordt, vrijwel gestrekt boven je hoofd worden gebracht. De handen liggen achterover en de duimen wijzen naar achteren (o.a. om duimblessures te voorkomen). Eén voet staat iets voor de andere. Vlak voor de bal in je handen valt buig je beide benen en heel iets de ellebogen. Op moment van spelen strek je armen en benen en volg je de bal met je vingers. Zorg ervoor dat je altijd ingedraaid staat, in de richting waarin je wilt spelen. Bij de onderhandse techniek leg je de handen in elkaar en je strekt je armen volledig in de ellebogen, de onderarmen liggen indien mogelijk tegen elkaar. Zet één voet voor de andere, zak iets door de knieën. Nog vóór het moment van spelen wijzen de armen horizontaal naar voren. Op het moment van spelen strek je beide benen en fixeer je licht de schouders, volg de bal enigszins bij het verliezen van het contact (sturen of brengen van de bal). Ook bij het onderhands spelen is het van groot belang, van tevoren ingedraaid te zijn in de richting waarin je wilt spelen. Als trainer kun je hier nauwelijks genoeg op hameren. E De verdediging Het principe bij verdedigen is: Hoeveel te lager je de armen hebt, des te langer is de weg die de bal moet afleggen om op je armen te komen, des te meer tijd je hebt om te reageren. Verder moet je zorgen, dat je zowel snel naar voren, als naar achteren of naar links of rechts kunt bewegen. Volleybal - oefenstof 1

2 Het beste kun je hierom één been voor het andere zetten en de knieën licht buigen. Ook is het b.v. beter om, wanneer je de juiste verdedigings-positie kunt anticiperen, op één knie te gaan steunen, dan zoals men vaak kan zien: wijdbeens met gestrekte knieën en de romp een beetje voorover gebogen. Dit kenmerkt vaak de luie speler, of de speler met conditiegebrek. F Spelverdeling Vooral bij beginnende spelverdelers zal extra aandacht geschonken moeten worden aan de wijze van indraaien in de richting van de te geven setup. Het is met name in deze fase af te raden de bal onder een hoek te spelen. Het inschatten t.a.v. de juiste positie t.o.v. het net is op deze wijze beduidend moeilijker. Loop een stap harder en draai helemaal in. Een spelverdeler moet behalve het kunnen geven van een goede setup, evenals de andere spelers, een leerproces doormaken. Bij het geven van de juiste setup komen meer dingen kijken, vooral bij andere types aanvallen dan hoog buiten. Hij/zij zal in samenwerking met de individuele aanvallers moeten trainen en leren, op welke wijze een setup, bij iedere aanvaller afzonderlijk, het beste resultaat oplevert. Een voorbeeld: Stel, de pass komt mooi in het midden voor het net en er zal een snelle aanval met een midspeler uitgevoerd gaan worden: Als de pass laag gegeven is, zal de spelverdeler moeten weten wat de aanvaller gaat doen; komt deze snel, dan de setup laag, wacht de aanvaller even (omdat normalerwijze de pass hoger gegeven wordt), dan zal de setup iets hoger gegeven moeten worden. Behalve dat hij/zij bepaalde manieren van spelen van de aanvaller kent, moet hij ook goed blijven kijken, of de aanvaller in deze situatie, dit ook daadwerkelijk doet. Al dit soort zaken moeten na enige tijd, blindelings kunnen verlopen. Verder zal hij/zij tijdens de wedstrijd, studie moeten maken van het blokkeergedrag van de tegenstander. Bij het "lopen" naar een positie ergens tussen positie 2 en 3, is het erg stimulerend voor de pass-speler, om de plaats te weten waar de spelverdeler zich naar toe beweegt. De spelverdeler doet er daarom goed aan, b.v. "HIER" te roepen. Technisch: Speel de setup met de armen hoog, de handen boven het hoofd, dit geeft de minste kans op techniekfouten. Verder maak je het de tegenstander lastiger, omdat deze niet duidelijk kan waarnemen, wat je met de bal van plan bent. De spelverdeling komt uiteraard ook in andere hoofdstukken ruimschoots aan de orde. G De Aanval Zorg er bij het aanvallen altijd voor, dat je achter de bal blijft. Dit wil zeggen: Op het moment van slaan = de bal raken, bevindt deze zich tussen jouw en het net. Van even groot belang hierbij is, om op dezelfde plaats neer te komen, als waar je hebt afgezet, spring je bijv. naar voren, dan is de kans erg groot, dat je op het moment van de bal raken, toch weer voorbij de bal bent en deze achter je hebt op het moment van slaan. Het gevolg hiervan is meestal dat de bal wordt uitgeslagen, of anders is de kracht dermate gereduceerd, dat de aanval gemakkelijk verdedigd kan worden. Ook het ontstaan van enkelblessures is vaak een gevolg van niet op dezelfde plaats neerkomen als waar je hebt afgezet. Voor het verkrijgen van voldoende topspin in je aanvalsslag, is het belangrijk de bal te raken, wanneer je lichaam nog juist stijgende is. Topspin veroorzaakt een sneller dalend effect. Door tijdens trainingen evenwijdig aan het net, een beetje schuin achter de spelverdeler te gaan staan, kun je exact waarnemen, of een speler de bal raakt net voor of op het hoogste punt, dan wel reeds dalende is. Wanneer je dalende bent krijgt de bal een achterwaarts effect, waardoor hij minder snel daalt en dus sneller uitgeslagen wordt. Het spreekt vanzelf, dat bij training van de aanval, tevens training van het spelverdelen plaats vindt. H Serve/Pass Iets over de sprongserve, de andere vormen zijn genoegzaam bekend. - Ga op ± 2 à 3 meter achter de achterlijn staan. - Leg de bal op de slaghand (uiteraard niet op de rug van de hand). - Werp de bal op, met een voorwaartse rotatie (topspin), hoe meer rotatie, hoe beter. - Maak een kleine pas links, een grote pas rechts, een aansluitpas links bij rechts en een sprong (de timing is als bij de aanval, evenals het naar achteren brengen en opzwaaien van de armen). - Sla tegen de bal (raak de bal een fractie vóór het bereiken van de maximale spronghoogte), dit om het topspineffect in de baan van de bal te behouden. Wordt de bal geraakt als de speler reeds dalende is, zal er een contra effect ontstaan (achterwaartse rotatie) hierdoor zal de bal langer zweven en eerder uitgeslagen worden. (zie ook de pagina over de Aanval) I Blokkering Bij het blokkeren, is het belangrijk, dat je op tijd bent met het plaatsen van het blok. Je moet zorgen er te zijn op het moment dat de aanvaller slaat. Bij een aanval aan het net, kun je door goed observeren van de tegenstander, ongeveer inschatten wanneer je moet springen. Dit inschatten houdt in, dat je een fractie eerder dan de aanvaller de lucht in gaat. Dit is de algemene, meest voorkomende regel. Het spreekt van zelf dat je bij een aanval verder van het net, iets later opspringt. Ook is het soms afhankelijk van de techniek van de aanvaller, waar je in de loop van een wedstrijd wel achter komt - slaat iemand laat, of slaat iemand heel snel -. De richting waarin de aanvaller zal slaan, is vaak af te lezen aan de manier van aanlopen en verder: wat doet hij/zij meestal, of het vaakst. Het wordt dan wel eens een gok, al naar gelang de kwaliteit van de aanvaller (een coach kan in dit soort gevallen zijn/haar onschatbare waarde bewijzen). De houding van de handen bij het blokkeren mag nooit naar buiten (het speelveld) gericht zijn. Maak een zône-blok, waarbij er van wordt uitgegaan, dat een aanval een bepaalde plaats in het veld niet kan raken, omdat daar een blok voor zit. Volleybal - oefenstof 2

3 De tegenstander wordt gedwongen de bal naast het blok te spelen, waar de verdediging er klaar voor staat, of over het blok tactisch te spelen, wat opgevangen wordt door altijd één speler achter het blok. J Complexe oefeningen Sommige complexe-oefeningen zijn ook terug te vinden op de pagina's die specifiek over dat onderwerp gaan. In een enkel geval wordt naar deze pagina's verwezen. De meeste, zo niet alle volgende oefenvormen, worden volgens een bepaald patroon uitgevoerd. Wijs deelnemers aan trainingen er op, dat het in principe niet belangrijk is dat het patroon op de juiste wijze wordt uitgevoerd, maar dat de beste training plaats vindt op het moment, dat door onbedoelde oorzaken, of door opvoeren van de moeilijkheidsgraad, af en toe, het afgesproken patroon niet gespeeld wordt, of gespeeld kan worden. Op deze ogenblikken moet de trainingsgroep er alles aan doen om in de nieuw ontstane situatie zelf met een oplossing te komen. Deze oplossing mag absoluut niet zijn: Stop, pak bal vast en begin opnieuw. K Conditie Een goeie lichamelijke conditie, kan de basis worden genoemd van alle verdere trainingen en inspanningen. Het is daarom van het grootste belang, om hier ruim aandacht aan te besteden. Het moge duidelijk zijn dat de op deze pagina beschreven oefeningen, ook elders geplaatst hadden kunnen worden, met name bij TECHNIEK, of VERDEDIGING. L Sprongkracht en Snelheid N.B. De horden waarover in 3 van pagina Sprongkracht en Snelheid wordt gesproken, zijn zelfgemaakt. Met een paar stukjes resthout, een zaag, wat spijkers of schroeven, een dosis fantasie en een klein beetje moeite is dit door iedere handige trainer in elkaar te zetten. Je hebt er een stuk of vijf nodig. M Aanvalsvariaties Doelstelling: Snel de opslag terug halen. Eerst worden de diverse variaties vanuit verschillende rotaties besproken, daarna wordt heel sumier de methode van trainen behandeld. De besproken aanvalsvariaties zijn niet DE aanvalsvariaties, maar beogen slechts een aantal mogelijkheden, die wellicht de fantasie van de trainer prikkelen. N Gameplay Sommige van de "gameplay"-oefenvormen zijn ook elders op de site te vinden. Omwille van het gebruiksgemak komen ze hier nog eens aan de orde. Soms wordt verwezen naar de betreffende pagina's. Theorie > Kenniscentrum > Tekens/afkortingen > Tekens en afkortingen T = trainer sv = spelverdeler = speler, punt wijst in de kijk- / looprichting = speler, ingedraaid in aangegeven richting = bal = baan van bal, of richting waarin gespeeld wordt... = looproute; spelerverplaatsing = rouleervolgorde, bij bepaalde stroom -vormen P = pion aws = achterwaarts zws = zijwaarts vws = voorwaarts mid = midden; midvoor / midachter; pos(3) / pos(6) pos(1) = rechtsachter pos(2) = rechtsvoor pos(3) = middenvoor pos(4) = linksvoor pos(5) = linksachter pos(6) = middenachter Wanneer gesproken wordt over speler, aanvaller, spelverdeler enz., wordt hiermee in alle gevallen ook het vrouwelijke equivalent bedoeld en omgekeerd. Evenzo wordt bij hij, zich enz., ook zij, haar enz. Bedoeld. Volleybal - oefenstof 3

4 Theorie > Kenniscentrum > Rekken ja/nee > Rekken of niet Stretching / Rekkingsoefeningen: Ja of Nee? Inzichten veranderen. In de jaren vóór, laten we zeggen 1970, was er in het geheel geen sprake van het doen van rekkingsoefeningen voor training of wedstrijd. Omstreeks die tijd moet iemand op het idee zijn gekomen, dat wanneer je in een extreme situatie b.v. een bal met een uiterste krachtsinspanning nog net wilt bereiken, het zou kunnen gebeuren, dat een spier uitgerekt zou worden over zijn normale lengte heen, met als mogelijk gevolg, een spierblessure. Wanneer je nu in de voorbereiding een bepaalde uitrektoestand voorbewerkt, zou dit het ontstaan van spierblessures moeten (kunnen) voorkomen. Hier wordt m.i. voorbijgegaan aan de uitzonderlijke waarde van een goede warming-up. Immers bij een goede warming-up zijn de spieren zodanig opgewarmd, dat het mogelijk is, zonder problemen, óók die ene bal nog te halen. Met andere woorden stretching kost tijd en voegt weinig (of niets) toe. Een ander feit is, dat de meeste blessures ontstaan in de gewrichten. Gewrichten worden bijeen gehouden door het kapsel en bandenstelsel en de omliggende spieren. Wanneer je door rekkingsoefeningen de spieren uitrekt, komen deze minder strak om het gewricht te zitten en zal de stabiliteit van dit gewricht daardoor afnemen. Het gevolg is, dat blessures makkelijker kunnen ontstaan. Dit was nu juist niet de bedoeling. Het zal daarom niet voor niets zijn, dat men de laatste jaren (de vroege 90er jaren), steeds meer is gaan twijfelen aan het positieve effect van deze oefeningen. Sprekend uit ervaring zeg ik: Vóór ± 1975 wisten we niets van stretching, deden het niet en misten het ook niet. Omdat daarna iedereen het deed en het sterk gepropageerd werd, zijn we er aan begonnen. Achteraf kan de conclusie getrokken worden. Heeft het iets aan onze algehele toestand verbeterd? Deze indruk wordt niet gevestigd. Het heeft inderdaad trainingstijd gekost. De allerbeste methode van blessure-preventie is nog steeds het zorgen voor een goede conditie en dit zal ook altijd wel zo blijven. Categoriën > Warming-up > Oefeningen voor de Warming-up - Index - De oefeningen 1 t/m 5 zijn bekende standaardvormen (trouwens: is er iets nieuws onder de zon?) Oefeningen 6 t/m 8 zijn in de vorm van series, terwijl oefening 9 in combinatie gaat met rekkingsoefeningen. 10 t/m 12 en 22, zijn vormen met veel lopen. 13, 15 en 19 zijn speels en 14 is in combinatie met blokkeren. Oefening 16 is een circuitje. 17 en 18 doen veel met kracht en snelheid. 20 en 21 zijn weer de typische volleybalbewegingen. 23 en 24 zijn in stroomvorm, keus zat dus Standaard 1.1 Loop van midachter naar het net; blokkeer op mid en op links; ga achterwaarts terug naar de achterlijn. Begin weer midachter; ga nu na het midblok naar rechts (+ uiteraard een blok op rechtsvoor). 1.2 Als 1.1 Nu na achterwaarts lopen, een zijwaartse rol naar midachter. 1.3 Als 1.1 en 1.2 Nu met een duik richting het net. N.B. Let op het zws verplaatsen langs het net (aansluiten bij buitenblok als het ware). 2 Standaard 2.1 Sprintje naar het net zws langs het net verplaatsen (voeten overkruisen); om de netpaal heen en aws naar de achterlijn laag zijwaarts verplaatsen in lage verdedigingshouding sprintje naar het net weer zws (overkruisen andere richting) zijwaarts laag naar startpunt. Begin in rustig tempo, 4 x rond. 2.2 Als 2.1 Nu duik naar het net; 3x langs het net blokkeren en een zijwaartse rol op de achterlijn. 3 Standaard 3.1 Loop van midachter naar het net: blokkeer op mid. ga naar links, wacht op degene die na jou komt, maak samen een 2-blok op links, ga aws terug naar de achterlijn. Daarna opnieuw (4x achter elkaar). Idem 4x achter elkaar, mid + rechts blokkeren. 3.2 Als 3.1 Nu met duik richting net. Na laatste blok (= buitenblok), een stap maken achter de andere blokkeerder langs en een zijwaartse rol maken. Weer beginnen vanaf de midachterplaats. - N.B. Let weer op het zws verplaatsen aan het net en de handhouding van de blokkeerder (buitenkant de zijkant langs antenne afsluiten, midblok in de diagonaal, geen slagbeweging maken naar de denkbeeldige bal). Volleybal - oefenstof 4

5 4 Standaard 4.1 Start van oude serveerplaats; duik naar 3 meter-lijn. 4.2 Opstaan, aanvalsbeweging maken = smashen tegen denkbeeldige bal, óf tegen bal door T vastgehouden (op kast). 4.3 Het vormen van een 2-blok (2x, + zijwaarts verplaatsen en aansluiten). 4.4 Maak een blok gevolgd door links uitstappen en maak een rol zijwaarts; dan opstaan, rechts uitstappen en een rol naar de andere kant maken. 4.5 Maak een duik naar de 3 meter-lijn. 4.6 Ga verder naar het net; er onderdoor of er langs; verplaats je achterwaarts (lage verdedigingshouding), voeten licht gespreid). 4.7 Ga om de paal (of pion P) heen; verplaats je laag zijwaarts tot aan de startpositie. (ga 5x rond). 5 Als wedstrijdvoorbereiding, of aan begin van training Een STANDAARD WARMING-UP 5.1 Begin met warm lopen (aan één kant van het speelveld : rondjes, of heen en terug). Doe daarna de noodzakelijke rekkingsoefeningen (tot we er allemaal zijn) en dan gezamenlijk. 5.2 Start looppas (achter elkaar aan) vanachter de achterlijn (midachter), blokkeer 1x in het midden, verplaats je daarna zijwaarts (snel: met de voeten overkruisen), blokkeer 2x aan de buitenkant (1x als midblokkeerder en 1x als buitenblokkeerder), na buitenblok verplaats je je achterwaarts (lage houding, voeten licht gespreid) naar de achterlijn en sluit weer aan bij de rij. (2x links- en 2x rechtsom). ** Nu met 3-, of 4-tallen, om beurten gelijktijdig starten vanaf de achterlijn, bewegen naar het net, daarna terug naar de achterlijn. 5.3 Sprint naar het net, ga achterwaarts terug (ook bij het terug komen snel voetenwerk, voetplaatsing is weer licht gespreid) totaal 4x. 5.4 In lage verdedigingshouding 2 à 3 passen maken, gevolgd door een duik, snel opstaan, naar het net lopen en een blokkeerbeweging maken, vervolgens achterwaarts terug naar de achterlijn (houding zie pnt. 2 en 3). totaal 4x. 5.5 Maak een pas links + een uitvalspas rechts, gevolgd door een rol (afrollen over de linker schouder), opstaan, naar het net lopen, een blokkeerbeweging maken, omdraaien, nu een pas met de rechtervoet maken gevolgd door een uitvalspas naar links, nu rollen over de andere schouder. Opstaan en naar de achterlijn. totaal 4x. 5.6 Weer in een lage verdedigingshouding 2 à 3 passen maken, nu gevolgd door een duik, opstaan, naar het net gaan en een hoge blokkeersprong maken, na het neerkomen heel even wachten, daarna nog een hoge blokkeersprong (beide keren max. inzet). Dan omdraaien en een duik maken richting achterlijn. (4x). 5.7 Hierna kun je eventueel de rekkingsoefeningen nog eens ontspannen herhalen (vooral bij wedstrijden; tijdens trainingen niet direct noodzakelijk). 6 Serie één Van achterlijn naar achterlijn. In 2 series, in ieder geval niet meer dan 4 à 5 spelers naast elkaar. Terug als ook de 2e groep aan de overkant is. 6.1 Een sprintje naar het net, er onderdoor, achterwaarts naar de andere kant. 6.2 Idem sprintje, gevolgd door een blokkeerbeweging, onder het net door, weer blokkeerbeweging, achterwaarts naar overkant. 6.3 Maak 2 passen (links en rechts), dan een rol richting net; blokkeerbeweging; onderdoor; blokkeerbeweging; weer 2 passen (nu rechts - links) en een rol over de andere zijde. 6.4 Maak 2x een duik richting het net; blokkeer; ga onderdoor; blokkeer opnieuw; draai om en maak 2x duik. 7 Serie twee 7.1 Looppas in omgangsbaan 7.2 Nr.1 gaat op de buik liggen (dwars op de looprichting). nr.2 springt er overheen en gaat ± 3 meter verderop liggen. De rest ook eerst springen, dan gaan liggen. Is de laatste geweest, dan staat de eerste op en volgt. Tempo langzamerhand opvoeren. 7.3 Hetzelfde idee, nu niet gaan liggen, maar in handen en knieën steun. 7.4 Verder met volleybal-handelingen. Beginnen bij oude serveerplaats: Duik naar het net; blok rechts-voor; Volleybal - oefenstof 5

6 blok mid-voor; blok links-voor; onder net door; achterwaarts verplaatsen (lage verdedigingshouding met voeten licht gespreid); maak een rol zijwaarts langs de achterlijn; duik naar het net; weer blokkeren enz. 7.5 Rekkingsoefeningen: Op je rug gaan liggen, met de armen zijwaarts op de grond. Reik met je linkerhand naar je rechtervoet en omgekeerd. Nu op je buik gaan liggen, weer de armen zijwaarts op de grond. Weer met de linkerhand naar de rechter voet en omgekeerd. 8 Serie drie 8.1 Looppas in omgangsbaan (± 3 minuten) 8.2 Op fluitsignaal: zitten, opstaan en verder lopen. Idem op je buik gaan liggen, opstaan en verder lopen. 8.3 Gewone pas: armen bewegen in de schouders, voor en achteruit draaien. 8.4 Staande op de plaats: kleine spreidstand; armen hoog 2x achterwaarts veren, dan 1x veren zover mogelijk over de vloer naar voren (van je af) en 1x veren zover mogelijk tussen je benen door naar achteren. Vervolgens opnieuw met 2x hoog enz. steeds in 4 tellen ritme. 8.5 Rekkingsoefeningen (individueel). 9 Inlopen / rekkingsoefeningen / warming-up 9.1 Begin met ± 1 minuut rustig tempo rondjes looppas. 9.2 Daarna ± 1 minuut rondjes looppas in verhoogd tempo. 9.3 Rekkingsoefeningen. Met o.a. Liggend op de buik of op de rug: met de armen zijwaarts, plat op de vloer: Met de linkervoet naar de rechterhand en de rechtervoet naar de linkerhand. 9.4 In 2 groepen (vanaf de beide achterlijnen): Sprintje naar de 3 meter-lijn; met twee handen aantikken (door de knieën gaan); daarna achterwaarts terug naar de achterlijn, in lage verdedigingshouding met de voeten licht gespreid. (totaal 4x) 9.5 Hinken op het rechterbeen naar de 3 meter-lijn, links hinken terug. (totaal 4x) 9.6 Kikkersprongen maken naar de 3 meter-lijn, achterwaarts terug (als punt 4). (4x) à 3 passen voorwaarts maken (laag blijven), gevolgd door een duik; omdraaien en hetzelfde terug. (4x) passen (links - rechts) dan rollen; omdraaien; 2 passen (rechts - links) en weer rollen. (ook 4x) 10 Van achterlijn tot 3 meter-lijn en weer terug (1) 10.1 Uitvals-passen maken; achterwaarts terug (lage verdedigingshouding, voeten licht gespreid). (5x) 10.2 Sprintjes maken; achterwaarts terug. (5x) 10.3 Opdrukken in ligsteun. (10x) 10.4 Kikkersprongen maken; achterwaarts terug. (5x) 10.5 Rechts - links uitstappen + rol; aws terug. (5x) 10.6 Sit-ups maken, 1 minuut achter elkaar Links - rechts uitstappen + rol; aws terug. (5x) 10.8 Duik richting 3 meter-lijn; opstaan; omdraaien en duik terug. 11 Van achterlijn tot 3 meter-lijn en weer terug (2) 11.1 Op (fluit)signaal vanuit de normale starthouding; zo snel mogelijk sprinten naar de 3 meter-lijn, deze met 2 handen aantikken (niet voorover buigen, maar door de knieën gaan), daarna snel achterwaarts terug naar de achterlijn (in lage verdedigingshouding met de voeten licht gespreid). (totaal 5 herhalingen) 11.2 Idem, maar de uitgangshouding is nu langzit (op de achterlijn). (ook 5x) 11.3 Nu staande op de achterlijn met de rug naar het net: op fluitsignaal starten: een sprint maken naar de 3 meter-lijn + aantikken, daarna een blokkeerbeweging maken bij het net; aws terug naar achterlijn. (5x) 11.4 Liggen op je buik op de achterlijn, voeten wijzen naar het net. Op fluitsignaal: opstaan; omdraaien; duik; gevolgd door direct nog een duik; dan naar het net: maak blokkeersprong; na landing omdraaien: duik; en meteen nog een duik. (5x) 12 Tijdens en meteen na het inlopen 12.1 Rondes looppas in rustig tempo. Op fluitsignaal: A Sprong maken als bij de aanval, + armbeweging. B Kwartdraai naar het midden en een duik maken. Volleybal - oefenstof 6

7 12.2 Staande in een kring: A Voeten plat op de vloer afwisselen met hoog op de tenen staan. B Huppen op de plaats. C Idem maar de 4e hup is hoog op (maximaal) D Als C maar na de landing rol je achterover en terug, kom je tot stand en vervolg je de oefening Maak 3-tallen: Vrij door de ruimte: de eerste gaat bok-staan de tweede maakt een spreidsprong daaroverheen en gaat daarna in een grote spreidstand staan, de derde maakt een spreidsprong over de 1 e, duikt onder de brug van de 2 e door en gaat dan zelf weer bok-staan, de 1 e vervolgt met een duik en een spreidsprong en gaat daarna in een grote spreidstand staan, enz. 13 Verdeel de groep in 2-en Geef de ene helft een lint. Speel om de bal, op de korfbalmanier. 14 Blokkeervormen 14.1 A begint: Sprint naar het net, + een blokkeersprong op midvoor, gaat dan naar rechts (om de netpaal heen), naar de rechtsvoor positie. * Inmiddels doet B een sprint naar het net, maakt ook een blok op midvoor, tegelijk doet A, (samen met B dus) een blok op rechtsvoor. B gaat daarna naar linksvoor (om de paal heen). ** Vervolgens is ook C gestart, doet eerst een blok op mid, loopt dan naar rechts, om de paal heen en maakt nu samen met A een blok rechtsvoor. *** Tegelijk maakt ook B die naar links is gegaan (ook om de paal heen), een blok linksvoor. Ook D is nu begonnen (volgt B); A loopt terug naar rij in het midden, zo gaan we even een poosje door. (bv. 5 hele rondes) 14.2 Als punt 1, maar nu steeds beginnen met een duik naar het midden Als 2, nu echter na het laatste blok een rol zijwaarts (rechts naar links; links naar rechts). 15 Korfbal-schaduwen en elk een bal 15.1 Gedurende ± 5 min. 2 ploegjes maken (één ploeg desnoods een lint om geven) en laten samenspelen om de bal (korfbal manier, dus niet lopen met de bal, niet dribbelen, wel schaduwen en constant vrij lopen). Als het goed gedaan wordt is dit zeer intensief Hierna elk een bal laten nemen: A de bal bovenhands hoog spelen. B idem: met verplaatsen. C hetzelfde onderhands. D speel de bal van de achterlijn naar het net en vang daar de bal af. E als D, maar bij het net onderhands terug spelen naar de achterlijn en pas dan opvangen. F bal over het net werpen: zelf onder het net door (laag blijven dus) en aan andere kant de bal duiken. G serveren en de bal nalopen; van andere kant hetzelfde. H zelf de bal opwerpen; en smashen (van linksvoor positie); eigen bal pakken en van de andere kant opnieuw. 16 Circuitje + 3 techniekopdrachten 16.1 S speelt bovenhands naar A, A speelt bovenhands terug. Daarna gaat A over de kast en maakt een rol zijwaarts. Inmiddels speelt S gewoon door naar B, zij/hij doet hetzelfde. A staat dan alweer klaar aan de andere kant en S speelt gewoon door naar A, die dan weer over de kast gaat, vervolg naar B enz S fungeert als spelverdeler en geeft om beurten A en B een set-up hij/zij gaat daarvoor steeds onder het net door. A en B moeten steeds goed ver achterin spelen A en B hebben elk een bal. Ze spelen om beurten S aan. S verdedigt alles en speelt de bal steeds terug naar degene, die hem/haar aanspeelde (uitdagend, grensverleggend werken). - Opdr. 1, 2 en 3 steeds gelijktijdig wisselen (bv. na 2 min.). - Van 1 naar 2, van 2 naar 3, van 3 naar 1, enz. Volleybal - oefenstof 7

8 17 Met accent op krachttraining 2-tallen vormen: Eerst oefent de een daarna de ander (bv. 1 min / onderdeel) 17.1 Steppen (op en afstappen) op dubbele zweedse bank, steeds helemaal uitstrekken. Om de 5 steps met het andere been beginnen Sit-ups maken voeten onder een bank, knieën opgetrokken Smashen tegen opgehouden bal boven het net, na neerkomen omdraaien en een duik maken, daarna opnieuw Sprintjes maken van achterlijn naar 3 meter-lijn, deze met 2 handen aantikken, achterwaarts terug in lage verdedigingshouding met de voeten licht gespreid. 18 Kracht en snelheid In de vorm van een klein circuitje. Er kunnen steeds 2 tegelijk werken. Na één minuut schuiven we één plaats op Touwtje springen op een dubbeldikke turnmat (2x klaarleggen) Losse rekstok: armen buigen en strekken (biceps). (2x klaarleggen) Step-ups op dubbele zweedse bank Sit-ups maken; voeten onder bank, knieën opgetrokken Blokkeersprongen maken bij het net; steeds over het net, een bal overgeven Losse rekstokken liggend op de rug: armen buigen - strekken (triceps). (ook 2x klaarleggen). Ziehier de schematische opstelling. 19 Speelse vormen met bal 19.1 Eén tegen één: een soort tennis over een bank; de bal mag hierbij steeds slechts 1x stuiten Drie tegen drie: binnen de 3 meter-lijn. Probeer met een volleybalhandeling de bal bij de anderen aan de grond te krijgen. Dit kan met één bal, maar ook met twee, voor de zeer gevorderden gaat het zelfs met drie. 2 ballen is het leukst. 20 Inleidende volleybalbeweging (1) 20.1 Met 2-tal starten van midachter, een 2-blok maken in het midden, waarna de ene naar links en de andere naar rechts zijwaarts verplaatst (met overkruisen) en een blokkeersprong maakt respect. links- en rechtsvoor. Wachten op de volgende 2 (die inmiddels al gestart zijn) en deze twee nogmaals op de buitenkant blokkeren (ook nu een 2-blok). Dus steeds eerst een 2-blok op mid. gevolgd door een 2-blok aan de buitenkant. De buitensten lopen achterwaarts terug naar de hoek, gaan om de pion heen en beginnen opnieuw vanaf de midachterplaats. Regelmatig wisselen met links dan wel rechts beginnen Hetzelfde loopje, maar na de start maak je eerst een rol zijwaarts, als je links start naar links, de ander naar rechts Als 2, maar bij teruggaan van het net, maak je een duik. 21 Inleidende volleybalbeweging (2) 21.1 (met 4 à 5 tegelijk); Starten op (fluit)signaal van de achterlijn. Sprint naar de middellijn, daarna uitlopen tot de achterlijn aan overzijde. (5x herhalen) 21.2 Loop meter; steeds een sprint voorwaarts en laag zittend achterwaarts. (ook 5x) 21.3 Als 2 maar bij 6 een duik voorwaarts (is onder het net door). Volleybal - oefenstof 8

9 21.4 Blokkeerbewegingen maken: Starten vanuit een rij; op midachterplaats: nr.1 blokkeert op mid nr.2 komt erbij = 2-blok op mid, nr.3 komt erbij, nu gaat nr.1 naar rechts (nu 2-blok op mid en 1-blok rechts), nr.4 erbij, nu nr.2 naar links (2-blok op mid, 1-blok op rechts, 1-blok links), nr.5 erbij, nr.3 naar rechts, dus nu ook een 2-blok rechts, nr.6 erbij, nr.4 naar links. Nu is er overal een 2-blok. zodra nr.7 erbij komt gaat nr.1 terug naar midachterplaats enz... * Om het direct niet al te moeilijk te maken, kan het ook met eerst overal alléén een 1-blok. 22 Het net hangt nog niet, of we halen het er even tussenuit Sprintjes aantrekken over de hele lengte van het volleybalveld (zeker 12 à 15 meter), daarna uitlopen. Starten op (fluit)signaal. Steeds de van de groep tegelijk. (totaal 10x) 23 Oefeningen in stroomvorm (1) 23.1 Starten van de midachterplaats: Sprintje naar het net. Maak een blok op mid, ga de ene keer naar rechts en maak een blok op rechtsvoor; de andere keer naar links (blok linksvoor). Loop aws, in lage verdedigingshouding, terug naar de achterlijn. Maak tot slot een rol zijwaarts richting startplaats Als 1, maar nu werpen T en een der spelers een bal aan, nadat de blokactie is geweest. (moeilijker maken - duiken). 24 Oefeningen in stroomvorm (2) 24.1 = sprongen over een bank, afzet met 2 voeten, voeten blijven gesloten = een blokkering maken 24.3 = nog een blokkering 24.4 = blok; aws lopen (lage verd. houding) 24.5 = een zijwaartse rol maken naar rechts 24.6 = duik maken (eventueel werpt T een bal aan, die uiteraard gespeeld moet worden) 24.7 = blokkeer, draai om; maak een duik; ga naar de achterlijn = maak opnieuw een zijwaartse rol naar rechts. Volleybal - oefenstof 9

10 Categoriën > Techniek > Oefeningen voor de Techniek Er zijn in totaal 29 oefeningen. Bij de bovenhandse techniek moeten de armen, ruim voordat de bal gespeeld wordt, vrijwel gestrekt boven je hoofd worden gebracht. De handen liggen achterover en de duimen wijzen naar achteren (o.a. om duimblessures te voorkomen). Eén voet staat iets voor de andere. Vlak voor de bal in je handen valt buig je beide benen en heel iets de ellebogen. Op moment van spelen strek je armen en benen en volg je de bal met je vingers. Zorg ervoor dat je altijd "ingedraaid" staat, in de richting waarin je wilt spelen. Bij de onderhandse techniek leg je de handen in elkaar en je strekt je armen volledig in de ellebogen, de onderarmen liggen indien mogelijk tegen elkaar. Zet één voet voor de andere, zak iets door de knieën. Nog vóór het moment van spelen wijzen de armen horizontaal naar voren. Op het moment van spelen strek je beide benen en fixeer je licht de schouders, volg de bal enigszins bij het verliezen van het contact (sturen of brengen van de bal). Ook bij het onderhands spelen is het van groot belang, van tevoren "ingedraaid" te zijn in de richting waarin je wilt spelen. Als trainer kun je hier nauwelijks genoeg op hameren. 1 Baloefeningen met 2-tallen (basistechniek) 1.1 Vingers bovenhands warm spelen. 1.2 Speler bij het net speelt bovenhands, speler in achterveld onderhands; onderhands technisch: armen vooruit (bal + armen zien), door de knieën gaan, één voet voorzetten. 1.3 Speel de bal links en rechts van je partner = steeds komen tot een goede uitgangshouding = achter de bal. 1.4 Oef.3 moeilijker maken door lager aan te spelen, ook prikbal en smash. 2 Baloefeningen met 2-tallen (pass - setup - smash) 2.1 Om beurten speel je een: pass - setup - smash. 2.2 De een smasht, de ander speelt onderhands (verdedigt) de bal recht omhoog. Daarna hoog bovenhands terug spelen naar de eerste, die smasht dan weer. Na verloop van tijd wisselen van functie. Doel van de oefening: Zorgen dat ballen in de verdediging en de passing, niet te dicht bij het net vallen, of zelfs er over gaan (dit gebeurt nl. tamelijk vaak). 3 Baloefeningen met 3-tallen (pass) * denk bij onderhands spelen aan de techniek (= steeds achter de bal komen) 3.1 A springt op en werpt met 2 handen bovenhands de bal over t net naar B; B passt (technisch correct) de bal naar positie A 1 ; A (onder net door) vangt af (en gaat terug onder net door); nu de beurt aan C. 3.2 Idem, aanwerpen moeilijker maken: - naast de speler - strakker - met smash. 3.3 Speler in t midden geeft nu een set-up (recht omhoog); de achterspelers komen naar voren en smashen (= moeilijk). Na de aanval gaat de aanvaller onder het net door, om de verdedigde bal tot setup te verwerken, daarna weer in het achterveld. 4 Baloefeningen met 3-tallen (de derde onder handen nemen) Twee spelers hebben een bal. Eén van hen, neemt de speler zonder bal onder handen. Zodra de bal wegspringt, neemt de andere speler (met bal) de taak over (de eerste haalt de weggesprongen bal weer op) enz. Na verloop van tijd wisselen de functies. 5 Baloefeningen met 2-, of 3-tallen (bal vlak over het net) 5.1 Tweetallen bij het net (elk aan een kant); één werpt de bal vrijwel loodrecht omhoog, zodat deze precies op de netband daalt; beide spelers blok en duw. 5.2 Hetzelfde 2-tal; nu staat er één bij het net, de ander in het achterveld aan de overkant. De laatste werpt, of speelt de bal met een hoge boog juist over het net. De ander maakt direct een aanval en scoort! Volleybal - oefenstof 10

11 6 Baloefeningen met 2-, of 3-tallen (ook met verplaatsen) 6.1 bv. 3-tal, 2 met bal; de 3e speler moet om beurten de bal van speler A dan weer de bal van B spelen. (na verloop van tijd wisselen van functie). 6.2 Met verplaatsen: In twee groepen (aan beide zijden van het net) a. Speler A speelt bovenhands naar B, B speelt terug naar A. B verplaatst nu naar B 1. A speelt opnieuw bovenhands naar B 1. Deze speelt weer terug naar A. B 1 loopt terug naar positie B. A Speelt opnieuw naar B. B terug naar A. Daarna speler C ipv B. Na X minuten één plaats verder. b. In de diagonaalpositie onderhands terug spelen. c. Nu in de diagonaal met smash aanspelen. 7 Techniek rollen Aan beide kanten van het net (midachter) 2 turnmatjes in de lengte tegen elkaar. Werken in 2 groepen: Eén werpt aan, de anderen moeten om beurten de bal terug spelen naar de aanwerper. Steeds met 2 handen passen, hierna afrollen op de mat. Laat de spelers om beurten aanwerpen, zodat T aan beide kanten kan controleren. Eerst alle spelers naar de ene kant, daarna terug. Als het rollen redelijk wordt beheerst, kunnen de matten achterwege blijven. 8 Elk een bal 8.1 Serveren - bal nalopen - aan de overkant weer serveren (na een foute serve moet je verplicht 5x opdrukken in ligsteun; dames op de knieën / heren op de tenen) 8.2 Op de linksvoor plaats (pos.4), de bal voor jezelf opwerpen en dan smashen. 8.3 Serveren en passen in stroomvorm: A serveert; B wacht; C of D passt; E vangt B af en sluit aan die kant aan achter A. B neemt opengevallen plaats in. Er kan van 2 zijden gewerkt worden, in ieder geval als er meer dan 8 zijn. Zijn er minder, dan bv. maar één speler laten passen. Nog minder: dan van één kant laten serveren. Serve fout = 5x opdrukken in ligsteun. Pass fout = rol links, gevolgd door rol rechts. 9 Oefeningen met 2-tallen (ook sprong - setups) 9.1 Bovenhands over en weer spelen en ondertussen een tweede bal naar elkaar over en weer rollen. 9.2 Idem, maar onderhands spelen. 9.3 Over en weer spelen: ver - kort - ver; van beide kanten (zeer snel lopen; helemaal tot de achterlijn. 9.4 Op 1 meter van elkaar: sprong set-ups geven (speciaal voor de lichaamscontrole) hou de handen hoog boven het hoofd. - Hetzelfde doen we nu op 3 meter van elkaar. - Ook nog eens op 6 meter en voor de beteren ook nog op 8 meter. 9.5 Afsluiten met het ontspannen lopen (joggen) van ± 4 rondjes. 10 Met 2-tallen (hard & prikbal) 10.1 Bovenhands en onderhands over en weer spelen Idem met smashes en verdedigen (ook opzij van de partner spelen) Degene bij het net speelt hard achterin, deze wordt terug gepasst, waarna een prikbal op, of zelfs nog vóór de 3 meter-lijn volgt. Deze wordt ook gespeeld, waarna degene bij het net 1x voor zichzelf recht omhoog speelt. Daarna de hele cyclus opnieuw. Na verloop van tijd wisselen van functie. Volleybal - oefenstof 11

12 11 Techniekoefeningen in carrousel -vorm (zie ook "conditie") nr.9 begint als alles draait, nr.1 af te lossen. Als dit is gebeurt, neemt nr.1 het over van nr.2; 2 van 3, enz. (niet te vroeg weglopen, de zaak moet in beweging blijven). - Zijn er meer deelnemers dan 9, dan extra inlassen: bv. smashen tegen de muur (bij één extra speler extra); sprong set-ups geven, over 1 à 2 meter (als er 2 extra zijn). nr.1 = staan op de kast en een bal vasthouden, juist over het net nr.2 = smashen tegen de door 1 vastgehouden bal, omdraaien en een duik maken van het net af nr.3 = smashen naar verdediger 6 nr.4 = samenspelen met 8, over het net. Je mag voor jezelf 3x spelen. nr.5 = blokkeersprong maken en daarbij een bal boven het net doorgeven aan 7 nr.6 = de ballen die nr.3 smasht, verdedigen (terug passen op nr.3) nr.7 = samen met nr.5; de bal weer terug geven, enz. nr.8 = zie nr.4 12 Beginnen met 2-tallen, daarna gezamenlijk 12.1 Inspelen met 2-tallen: bovenhands / onderhands / smash-verdediging / idem met verplaatsen / hard - zacht enz A, B en C hebben een bal. (rij bij D), A speelt D aan, D verdedigt, speelt terug naar A. B speelt D aan, D verdedigt, speelt terug naar B. Zo ook C. Inmiddels is A begonnen E aan te spelen en later F, G, enz. D sluit weer aan achter het rijtje bij G. - Na een paar minuten wordt A afgelost, na weer 1 à 2 minuten B, daarna C enz. Als ieder 2 x heeft aangespeeld, beginnen we opnieuw, maar nu start C met aanspelen (we werken dus de andere kant op), D E F G stelt zich nu op tegen over C. 13 Oefeningen met 3-tallen (Mocht er een viertal bij zijn dan met bal nalopen, zie 13A) = A speelt de bal naar B 2 = B speelt terug naar A 3 = A speelt naar C 4 = C speelt naar B 5 = B speelt terug naar C 6 = C speelt weer naar A 7 = A speelt weer naar B enz Als punt 1, maar B geeft alleen sprong set-ups Idem, + C speelt onderhands als de bal van A komt en A speelt onderhands als de bal van C komt B geeft een korte sprongset-up (in het midden dus), A en C moeten steeds in komen lopen, opspringen en de bal tippen naar de ander, daarna weer achteruit, of doorlopen (zie 14) Komt de bal van B (set-up), dan A en C smashen. 14 Het eventuele 4-tal speelt als volgt: (vervolg van oef. 13) Bij A beginnen met twee spelers, bij B en bij C met één. De voorste A speelt naar B en krijgt hem daarna terug. Nu speelt A naar C en loopt de bal na. C speelt nu de bal naar B en krijgt hem ook terug. Dan speelt C naar de 2 e A en loopt de bal na, enz. B is dus het vaste punt, rouleert niet mee en wordt na verloop van tijd gewisseld. 15 Oefeningen met 3-tallen (setup geven aan buitenste 2) 15.1 Bovenhands spelen met bal nalopen (begin dus waar 2 staan, enz..) 15.2 Idem onderhands 15.3 Eentje blijft staan in het midden en geeft steeds een set-up aan degene die haar juist toespeelde. Nadat je dan een set-up hebt gekregen, speel je de bal niet naar degene in het midden, maar naar haar aan de overzijde. Maak hier een spelletje aanvallen en verdedigen van. Volleybal - oefenstof 12

13 16 Oefeningen voor de techniek, die ook de conditie sterk aanspreken - 3 stations, voor 3x een 3-tal spelers hebben een bal, de derde niet. De 2 met bal spelen om beurten de nr.3 aan en voeren daarbij de moeilijkheidsgraad langzaam grensoverschrijdend op Het tweede 3-tal oefent aan weerszijden van het net binnen het 3 meter-gebied. Eén is spelverdeler voor beide kanten. De beide anderen verdedigen op de vrije netspelers-positie en vallen dus om beurten aan op de set-up van de spelverdeler Van het derde 3-tal hebben er ook 2 een bal. Eén van hen begint nr.3 aan te spelen, deze speelt uiteraard terug. Ga net zolang hiermee door (wel/ook steeds moeilijker maken), tot de bal wegspringt. Op dit moment neemt de tweede speler met bal de taak van de eerste over, ook tot de bal wegspringt, de ander heeft inmiddels haar bal weer opgehaald en neemt het weer over enz. - We gaan 2 minuten door met de opdracht en wisselen dan intern (binnen het 3-tal). - Na 6 minuten wisselt de opdracht als geheel; (wisselen op teken van de trainer). 17 Oefeningen met 3-tallen (lopen om stilstaande speler) 17.1 Na spelen de bal nalopen. Eerst bovenhands, daarna onderhands A speelt de bal naar B en loopt om B heen, gaat dan vóór B staan. B speelt naar C. C speelt naar A (die immers vóór B staat). A speelt terug naar C en loopt nu om C heen, enz. Het is dus alléén A die loopt. (regelmatig wisselen van functie). Eerst weer alles bovenhands. 2 a De "lopende" speler (A) speelt alles onderhands terug Als punt 2, maar steeds als er op A gespeeld wordt, dan wordt er gesmasht (rustig opbouwen). A blijft dus lopen om B en C heen. 18 Met de hele groep 18.1 Bal bovenhands over het net spelen, daarna de bal nalopen. Begin bij A. Bij B staan in het begin slechts 2 spelers Als je van B komt en naar A gaat, moet je om pion P heen lopen Als 2 maar van het net af achterwaarts lopen tot voorbij de pion, daarna zijwaarts verplaatsen tot de rij bij A Idem, maar in plaats van achterwaarts lopen maak je een duik richting pion. (T kan hier gaan staan en een bal ter verdediging aanwerpen). 19 Een vervolg op oefeningen 18 We stellen nu bij B evenveel spelers op als bij A: Aan de kant van A, komt nog een speler in het midden voor het net (bv. C) aan de kant van B speler D. Om te beginnen speelt A naar C, C geeft een set-up aan A, A speelt dan de bal over het net naar B. B passt onderhands naar D; D geeft een set-up aan B; B speelt de bal over het net naar A; A passt weer naar C enz. Rouleren gaat van A > D > B > C > A 19.1 We spelen eerst alles bovenhands Wanneer we de bal over het net ontvangen, passen we onderhands naar de spelverdeler Als 2, maar de bal wordt met een sprong over het net gespeeld Over het net spelen met één hand: A tactisch ; B hard Vóór we een set-up geven moeten we blokkeren. Volleybal - oefenstof 13

14 20 Begin met een 2-tal, daarna een circuitvorm (= ook verdedigen) 20.1 Bovenhands en onderhands spelen 20.2 Elkaar bovenhands sprong set-ups geven (onderlinge afstand 2 à 3 meter) Speel de bal 1x loodrecht omhoog, maak een draai en speel de bal achterwaarts naar je partner Smashen en verdedigen; speel in de volgorde aanval - pass - set-up aanval enz.. (met z'n 2en dus) Verdedigen in circuit-vorm: Spelers A, B, C en D hebben een bal. Speler S begint, linksachter - A geeft een harde smash - B geeft een zachte "tactische" bal - C werpt een bal recht omhoog, deze moet geblokkeerd / weggeduwd worden D speelt eveneens een zachte/korte bal, zodat er gedoken moet worden. 21 Oefeningen met 2-tallen: verschillende opdrachten Inspelen met 2-tallen als volgt: - tweetallen A: in het achterveld - tweetallen B: over het net 21.1 A en B beginnen met boven- en onderhands over en weer spelen A doet smash - verdedig - set-up enz. B speelt over het net: 3x spelen. Na ± 3 minuten A en B wisselen Serveren; ontvanger passt naar het net, loopt snel naar voren en vangt eigen pass af. Daarna omgekeerd 21.4 A werpt de bal hoog, juist over het net. B smasht "uit stand" meteen terug. 22 Oefeningen in een vorm met 2 tegen Bovenhands over het net spelen, ruim achterin plaatsen. De "rally-pass" onderhands spelen, de set-up weer bovenhands. A en B wisselen doorlopend van positie, dus na de pass naar het net komen en de bal er over spelen Idem, nu de bal met een "aanvals-sprong" over het net spelen De over het net gespeelde bal wordt geblokkeerd We spelen de bal over het net met één hand De bal wordt met een smash over het net gespeeld. 23 Ieder een bal: (techniek + conditie) 23.1 Van achterlijn naar net met de bal dribbelen (basketbaldribble). Bij het net de bal vastpakken in beide handen, hoog opspringen en met kracht de bal over het net werpen, zo strak mogelijk naar beneden. Dan pak je je bal en doe je vanaf de andere kant van het net hetzelfde. - ook uit te voeren met 2-tallen; waarbij de nr.1 eerst heen en terug gaat, daarna de nr Vanaf de achterlijn de bal hoog opwerpen richting net, maak een korte sprint, vang de door jezelf geworpen bal op. Opnieuw opspringen en de bal hard en strak over het net werpen (als bij 1). Volleybal - oefenstof 14

15 23.3 Nu per tweetal even 1 bal: nr.2 (met bal), werpt deze hoog en ver over nr.1 nr.1 sprint en vagt af, nr.2 loopt rustig mee 23.4 We gaan nu met 4-, of 3-tallen werken: B werpt de bal over A (roept de naam) A sprint en vangt af bij A1, hierna gaat hij onder het net door, draait zich om, springt op en werpt de bal weer met beide handen over het net (strak) in de richting van B. B verdedigt, passt de bal op A, die weer onder het net door terug is gekomen vangt de bal af en sluit aan achter C of eventueel D. Hierna is de beurt aan B, daarna C, D, A enz Oefeningen met 2-tallen (rally-pass & aanval) 24.1 Elk aan een kant van het net: onderhands, of makkelijk serveren naar je partner. Partner passt naar het net en vangt zelf de bal af. Degene die juist de bal afving serveert nu (enz.) Met de bal, bij het net hoog op springen en de bal werpen in het achterveld, naar je partner. Onder het net doorgaan en de pass van je partner afvangen. Terug onder het net door en opnieuw. 10x dan wisselen Als 2: bal over het net werpen, er onderdoor gaan, daarna echter niet afvangen, maar van de pass een set-up maken. Je partner moet naar het net komen en smashen. - Steeds één kant op laten smashen. - Bv. na 3 minuten wisselen van taak Partner werpt van ± 5 meter van het net, de bal juist over het net (bijna nog op de netrand). Partner, staande aan de andere kant, smasht, vrijwel uit stand dus, de bal direct terug. (10x en dan wisselen). 25 Collectieve oefening 25.1 Bovenhands spelen en de bal nalopen Idem, maar als je vanuit het achterveld richting het net speelt, doe je dit onderhands Nadat je de bal onderhands hebt teruggespeeld, maak je een duik richting rechter achterveld, daarna sluit je weer aan Hetzelfde als pnt.3, maar nu werpt T een bal aan, waar de duik plaats vindt (bal moet uiteraard gespeeld worden) A smasht; B verdedigt; SV geeft set-up, bal nalopen A > B > SV > A enz. rustig, goed gericht beginnen; pas als het goed loopt, ga je het moeilijker maken: (harder, smash, tactisch) * NU OVER HET NET * 25.6 T speelt de bal naar B. B verdedigt / passt de bal naar C. C speelt de bal meteen over het net naar A. A passt op SV, deze geeft een set-up en A valt aan. Na de aanval sluit A achteraan bij B. We lopen weer steeds de bal na Idem (als pnt.6) + extra: na de aanval blokkeren. Volleybal - oefenstof 15

16 26 Bovenhands spelen combineren met een aanval A en B spelen bovenhands over en weer en verplaatsen zich al spelende in de richting van het net. Uiteindelijk geeft de speler, die in het midden over de as van het veld bij het net uitkomt een set-up aan de "buitenspeler". De ene keer is A set-upper, de andere keer B. Na de aanval: bal pakken en aan de andere kant verder gaan. A en B wisselen met midden en buiten. 27 Diverse techniek oefeningen in circuit-vorm (A) (B) (C) (D) nr.1 geeft setup aan nr.2, 2 smasht in achterveld naar nr.3, 3 passt naar 1, 1 geeft 3 nog een bal, 3 passt weer naar 1. Nu geeft 1 de setup weer aan 2 enz. nr.1 speelt steeds de bal aan. nr.2 speelt onderhands met 2 armen terug naar 1 en rolt af op de matten. nr.1 werpt de bal op tussen 2 en 3. zij blokkeren = duwen tegen de bal. komt de bal aan jouw kant, probeer hem dan te spelen; actie over bal weer naar 1. De bal gaat steeds over en weer (boven- en onderhands). Nr.2 begint, door de bal naar nr.1 te spelen; daarna loopt nr.2 snel om nr.1 heen en gaat er voor staan. nr.1 speelt inmiddels de bal naar nr.3; Nr.3 speelt terug naar 2 (die immers vóór 1 is gaan staan). Nr.2 speelt terug naar 3, loopt nu om 3 heen en gaat dus weer vóór nr.3 staan enz. (dus alléén nr.2 loopt steeds om de andere twee heen; wel eens wisselen van functie). 28 Oefeningen met 2-tallen (sprongsetups / smashen / verdedigen) 28.1 Bovenhands over en weer spelen, na het spelen doorhurken en met beide handen de vloer aantikken Elkaar sprong set-ups geven (afstand 3 meter) gedurende 1 minuut Onderhands over en weer spelen Bal opwerpen en naar de partner smashen via de vloer (hoog pakken en strak naar de vloer slaan) Rustig slaan, de ander speelt onderhands terug Idem (als 5), nu steeds opzij van de partner spelen (goed achter de bal komen) Harder slaan; aanvallen - verdedigen (met duiken / rollen enz.) 29 Oefeningen voor het spelen van de bal met één hand Doel: Verkrijgen van meer gevoel voor de bal Elk een bal: Stilstaande de bal hoog houden door deze met één hand (arm) op te spelen (zowel links als rechts). De armen blijven gestrekt in de elleboog Idem met verplaatsen (b.v. van achterlijn naar het net). Oók achterwaarts (b.v. van net terug naar achterlijn) 29.3 Met een tweetal de bal over en weer spelen, waarbij de bal steeds (onderhands) met één hand (zowel links als rechts) wordt gespeeld Met een tweetal, waarbij de ene speler de bal aanwerpt (opzij van het lichaam), de ander speelt terug, daarbij strevend naar een hoge, zo zuiver mogelijk teruggespeelde bal Als punt 4, maar nu meer als smash. Volleybal - oefenstof 16

17 Categoriën > Verdediging > Oefeningen voor de verdediging Het principe bij verdedigen is: Hoeveel te lager je de armen hebt, des te langer is de weg die de bal moet afleggen om op je armen te komen, des te meer tijd je hebt om te reageren. Verder moet je zorgen, dat je zowel snel naar voren, als naar achteren of naar links of rechts kunt bewegen. Het beste kun je hierom één been voor het andere zetten en de knieën licht buigen. Ook is het b.v. beter om, wanneer je in verdedigings-positie moet anticiperen, op één knie te gaan steunen, i.p.v. zoals men vaak kan zien: wijdbeens met gestrekte knieën en de romp een beetje voorover gebogen. Dit kenmerkt vaak de luie speler, of de speler met conditiegebrek. Verdediging - index 1 In de diagonaal met 3-, 4, of 5 tallen 18 Met 4-tallen (2) intensiever als oef.14) 2 Verdedigen/pass in de rally (1) 19 Met gebruik van het net (1); met 5- of 6-tal 3 In een circuitje (1) 20 Met gebruik van het net (2); met 5- of 6-tal 4 In stroomvorm 21 Met gebruik van het net (3); met 3-tallen 5 In combinatie met rally-pass (2) 22 Met gebruik van het net (4); met 4-tallen 6 Met 4-tallen 23 Met gebruik van het net (5); met een 7-tal 7 Als er precies 8 deelnemers zijn (meer kan ook) 24 Met gebruik van het net (6); met een 7-tal 8 Nog eentje met rally-pass (3) 25 Met gebruik van het net (7); met een 10-tal 9 Met vaste spelverdelers 26 Met gebruik van het net (8); in rally 5 <--> 5 10 Techniek met verplaatsen en verdedigen 27 Met gebruik van het net (9); + sancties 11 In een circuitje (2) 28 Met gebruik van het net (10); speelse vorm 12 In circuitje (3); aan beide kanten hetzelfde 29 Met gebruik van het net (11); aanval + blok 13 In 2 groepen, in de diagonaal met bal volgen 30 Pepperen met 3-tallen (1) 14 Met 2 vaste aanspeelpunten (zie 18; = intensiever) 31 Pepperen met 3-tallen (2); verplaatsen vd sp.verd. 15 Met 3-tallen 32 Pepperen met viertallen (32A) 16 Met 6-tallen (5 of 4 kan ook nog) 33 Verdedigen + verplaatsen van de spelverdeler 17 Met 6-tallen (soms 5; is wel harder werken) 1 In de diagonaal met 3-, 4, of 5 tallen Met 3-, 4-, of 5 tallen aan één kant van het net (de bal wordt niet over het net gespeeld). Eén speler staat op de midvoorplaats (pos.3) deze geeft steeds een set-up aan een speler op de buiten positie (pos.2, of pos.4), deze speler smasht naar de derde speler op de diagonaal (pos.5, of pos.1). De verdediger passt naar de set-upper; de set-upper geeft een set-up aan de buitenspeler; de buitenspeler speelt een aanvallende bal naar de diagonaalspeler enz. Na verloop van tijd een plaats doorschuiven. 2 Verdedigen / Pass in de rally (1) Aan beide kanten van het net (helft van de groep) 2.1 Spelers bij A vallen aan. Spelers V verdedigen en spelen een rally-pass naar spelverdeler S. Deze geeft een set-up aan A enz. 2.2 Idem, harde ballen aanslaan. Er wordt continue gerouleerd. Van A --> V --> S --> A enz. 3 In een circuitje (1) 5 spelers met bal; de rest "werkt" Speler A: hard langs de lijn B: "tactische" bal in het centrum C: hard of zacht langs de lijn D: werpt de bal in het net E: werpt de bal hoog en ver in het achterveld. Starten bij S; eerst de bal van A spelen. Dan bal van B-C-D-E, na E weer S(tart) De opdracht is: Ga van makkelijk via moeilijk naar het bijna onmogelijke! Volleybal - oefenstof 17

18 4 Verdedigingsoefening in stroomvorm (de ene keer sta je in de linker-, de volgende keer in de rechter diagonaal) Spelers A (mag ook T zijn), hebben een vaste plaats (rouleren niet mee, worden wel regelmatig gewisseld). Spelers A werpen de bal voor zich zelf op en "smashen" respectievelijk naar B en D. B en D verdedigen, passen de bal naar C en E. Spelers C en E vangen de bal af en doen deze in de bak bij A. C loopt naar D en E naar B, (naar de andere kant dus). B gaat na verdedigd te hebben naar de plaats van C, en D naar plaats E, enz. Smashen afwisselen met tactische ballen, ook ballen naast de verdediger. Werk van gemakkelijk naar moeilijk. 5 In combinatie met Rally-pass (2) De ene helft van de groep werkt aan de ene kant, de andere helft aan de andere kant van het net. S geeft de set-up aan D of aan C. Is het aan C, dan is E de diagonaalverdediger en D de "vrije" netspeler. F kan op dat moment doorgaan voor óf midachter, óf rechtsachter (dus achter het blok verdedigen a.h.w.). Komt de set-up bij D, dan is het precies andersom: F in de diagonaal, C is "vrije" netspeler en E midachter of rechtsachter. Zij verdedigen = spelen een rally-pass, steeds weer naar S. D en C moeten steeds terug naar het net, omdat ze niet weten, wie van hun beiden de set-up aangespeeld krijgt. - Na verloop van tijd één plaats verder. Eventueel ook met 6-en uit te voeren: er is dan altijd een midachter en ook altijd een rechts (links) -achter. 6 Met 4-tallen (Bij een deelnemersveld van precies 8 kan deze oefening mooi aan beide zijden van het net identiek uitgevoerd worden, anders is het mogelijk deze oef. te combineren met een van de andere verdedigingsoefeningen). Eén speler in de diagonaal; een spelverdeler in het midden en voor het net op pos.2 en pos.4, twee aanvallers. Om beurten gaat de set-up naar A of B. De verdediger in de diagonaal, moet dus behalve verdedigen, ook steeds verplaatsen van de ene naar de andere diagonaal. Er wordt uiteraard constant naar het midden gepasst (S). 7 Als er precies 8 deelnemers zijn (meer kan ook) Met 2 tegen 2 : op half veld (over de lengteas); Eventueel 2 tegen 3, of 3 tegen 3. De bal "diep" spelen, pass naar speler bij het net, deze geeft een set-up aan degene die juist de pass speelde. Hij/zij moet dus naar het net komen, de bal weer diep spelen, enz. De speler die de set-up gaf, gaat nu in het achterveld. 7.1 Gemakkelijk beginnen: alle ballen met 2 handen bovenhands spelen. 7.2 Moeilijkheidsgraad opvoeren: - bal over het net met een sprong. - bal over het net, met één hand spelen. - wie aan de beurt is om een set-up te geven zet een blok (een 3-tal zet een 2-blok) - de bal harder spelen --> smash 8 Nog eentje met Rally-pass (3) Aan beide zijden van het net: - A geeft set-up - B "valt aan", langs de lijn naar C, of diagonaal naar D. C dan wel D spelen een pass naar A. Zijn er 5 aan één kant; dan b.v. bij A met 2 spelers beginnen: bal nalopen. Bal nalopen kan ook met 4- tallen, maar dan is er slechts één verdediger (alléén C of alléén D). Volleybal - oefenstof 18

19 9 Verdedigen met vaste spelverdelers - aan beide zijden van het net dezelfde oefening, met de helft van de groep. 9.1 S geeft een set-up aan A. A smasht naar B (en loopt Vervolgens naar de plaats van B). B verdedigt en passt op S. (B loopt vervolgens naar plaats C). S geeft opnieuw een set-up, nu aan C. C smasht dan naar de doorgelopen A en loopt daarna naar de plek van A, enz. S blijft dus staan. Zijn er meer spelers, dan opstellen achter B (of A). 9.2 Idem (als pnt.1), maar spelverdeler S schuift meer naar het midden en de aanval maken we nu van de rechtsvoor positie (pos.2) en verdedigen doen we in het linker achterveld (pos.5), (= zelfde oefening maar tegengesteld). 9.3 Zelfde groepen houden: De aanval óver het net spelen, dit gaat met volledig nalopen van de bal, uitgezonderd de spelverdeler. 10 Techniek met verplaatsen en verdedigen 10.1 A speelt bovenhands naar C. C speelt bovenhands terug naar A en loopt vervolgens naar C1. A speelt opnieuw bovenhands naar C (bij C1). C terug naar A (nog steeds bovenhands spelen). C loopt van C1 terug naar de 1e positie. A speelt nogmaals (= derde x) bovenhands naar C. C bovenhands terug naar A. A speelt dus 3 ballen achter elkaar naar C. C speelt alle keren terug naar A. Na de derde bal neemt B het aanspelen van A over (A gaat achter B) en C sluit aan achter E. - Na b.v. 2 minuten schuiven we één plaats op. - De eerste keer doorschuiven, doen we aan eigen kant. - Bij de tweede keer steek je over naar de andere kant; derde keer weer zelfde kant enz De vorm blijft hetzelfde, maar vanuit de diagonaal-positie pass je onderhands terug Idem, het toespelen naar de diagonaal gebeurt met een smash. Opdracht is: steeds technisch goed verdedigen en een zuivere pass spelen. 11 Verdedigen in circuitvorm (2) 4 spelers bij het net A, B, C en D spelen "variabele" ballen aan. De rest speelt ze allemaal terug en rouleert continue door. Na verloop van tijd, anderen laten aanspelen. Plaats een extra speler in het midden om na A een "tactische" bal aan te spelen. Een andere variant is om speler C bv een bal in het net te laten werpen, welke dan "gevist" moet worden. Verder: Speler D een hoge bal in het achterveld laten werpen, welke dan "gehaald" moet worden. Of speler C een bal loodrecht op de netrand laten werpen, welke dan "gezamenlijk" geblokkeerd moet worden. 12 Verdedigen in circuitvorm (aan beide kanten hetzelfde) (3) Start met een blok op linksvoor, daarna omdraaien en duik (= de door A aangespeelde bal verdedigen), weer omdraaien en de door B (variabel) aangespeelde bal verdedigen. Hierna volgt een blokkerbeweging op de rechtsvoor plaats, waarna de door C aangespeelde bal verdedigd moet worden. Dan om de netpaal heen naar andere kant, om daar hetzelfde te doen. (of iets anders: zie ook oefening 11) Volleybal - oefenstof 19

20 13 Verdedigen in 2 groepen in de diagonaal met bal volgen A smasht naar B en loopt door naar A1. B verdedigt en passt naar A1. A geeft een set-up achterover naar C. C smasht naar D enz... Opvoeren van makkelijk naar moeilijk. 14 Verdedigen met 2 vaste aanspeelpunten (zie ook oef.18; die is meer intensief) A en B hebben elk een bal. A smasht naar C. C verdedigt (terug naar A); B speelt daarna "tactisch" naar C. C verdedigt opnieuw (nu terug naar B). Hierna is de beurt aan D ( of eventueel E, enz.) Na (x) minuten worden A en B gewisseld. 15 Verdedigen met drietallen 15.1 Spelers A en B, hebben elk een bal en staan bij het net. C en D staan in het achterveld (onderlinge tussenruimte ± 3 meter, of in ieder geval "voldoende"). A begint met aanspelen naar C of D, afwisselend hard; hoog; ver; zacht; prikbal enz. A gaat net zolang door tot de bal wegspringt. Nu neemt B het over, (A haalt bal op en neemt weer over van B, als ook deze bal wegspringt enz.) - denk aan voetenwerk: nooit stilstaan (blijven "dribbelen"), altijd één voet vóór de andere zetten Als punt 1, maar meer smashes en van links- en rechtsvoor aanvallen. Als A "aanvalt" staan C en D in rechter achterveld, (pos.6 en pos.1) Valt B aan, dan verdedigen C en D op pos.6 en pos.5. We splitsen de groep in tweeën en doen aan beide kanten van het net hetzelfde. 16 Verdedigen met zestallen (5 of 4 kan ook nog) De achterspelers spelen de pass (= de verdedigde bal) naar de rechtsvoor, (S). Deze geeft een set-up aan midvoor (M), of aan buitenspeler (B); M of B "vallen aan" (gevarieerd). Variant: Komt de pass niet bij de rechtsvoor, dan zal M of B de set-up moeten geven en kan S ook mee "aanvallen". Na b.v. 20 set-ups schuiven we één plaats door (ballen hard; zacht; tactisch enz...) Opmerking: Wanneer soms aanval, of smash tussen aanhalingstekens staat, wordt daarmee bedoeld, dat deze "aanval" niet direct leidt tot een score, maar dat de bal zodanig gespeeld moet worden dat deze met enige moeite te verdedigen is. Maw er moet niet te kinderachtig geoefend worden, maar vooral ook niet zodanig, dat na elke "aanval" de oefening stagneert. 17 Verdedigen met 6-tallen; soms 5 (= harder werken) Drie spelers bij het net: elk een bal. Speler D speelt 12 ballen "gevarieerd", hij/zij start op pos.6; Eerst speelt A, dan B, dan C. Daarna weer A, B en C, tot 4 x toe (=12 ballen). Hierna is de beurt aan E, daarna F enz. D vervangt inmiddels een der spelers bij het net enz... Volleybal - oefenstof 20

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening : Bewegingsvaardigheden : S1-3-1 11.13.26 Uitleg De speler start op de linkervoet in vak 1, en springt op de linkervoet naar vak 3 en weer terug naar vak 1 Dit patroon herhaalt zich voor een van tevoren

Nadere informatie

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL NIVEAU 1 VANGEN, GOOIEN EN BEWEGEN ACCENTEN: VEELZIJDIG ONTWIKKELEN. BASISVAARDIGHEDEN VOOR IEDERE BALSPORT. BALVAARDIGHEID EN COÖRDINATIE. OOG - HAND, BALBAAN HERKENNING

Nadere informatie

Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Weten waar je moet

Nadere informatie

Overzicht Prestatie Niveau 2 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Overzicht Prestatie Niveau 2 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Overzicht Prestatie Niveau 2 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Weten waar je moet

Nadere informatie

Vier hoeken OEFENINGEN: OPWARMING. Verklaring gebruikte tekens

Vier hoeken OEFENINGEN: OPWARMING. Verklaring gebruikte tekens Verklaring gebruikte tekens De (meest) gebruikte tekens in mijn tekening met hun betekenis. UGP: Uitgangspositie UGH: Uitgangshouding SV: Spelverdeler Passing = Receptie Boha: Bovenhands Kast = Ballenmand

Nadere informatie

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening : Bewegingsvaardigheden foot linear zig zag hops 11.11.012 Uitleg De speler start op zijn linkervoet naast het latje van het 1e vak 1 De speler springt in het 1e vak 2 De speler springt aan dezelfde kant

Nadere informatie

week 2014/33, training 2 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Uitleg oefening

week 2014/33, training 2 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Uitleg oefening week 2014/33, training 2 Warming-up - Agility 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Oefening 041.111.03_L-drill 041.111.03_L-drill Uitleg oefening

Nadere informatie

MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE

MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE Deze module bestaat uit vier lessen volleybal, waarbij jullie zelf een gedeelte van de lessen verzorgen. De bedoeling is dat er groepjes van 8 leerlingen worden gemaakt. Elke

Nadere informatie

Overzicht Prestatie Niveau 3 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Overzicht Prestatie Niveau 3 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Overzicht Prestatie Niveau 3 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Weten waar je moet

Nadere informatie

Inspelen met z'n allen

Inspelen met z'n allen Page 1 of 6 D O N D E R D A G 1 6 S E P T E M B E R 2 1 Inspelen met z'n allen Dit is een leuke inspeel oefening voor na de warming up. Aan beide kanten van het net stellen twee groepen zich op zoals hiernaast

Nadere informatie

Methode Mini Volleyball

Methode Mini Volleyball Methode Mini Volleyball Mini 0 Oefenstof Mini 0 A. Algemene bewegingsscholing: Coördinatieoefeningen, huppelen, buik- en rugspieroefeningen, rollen, klimmen en klauteren. Allerlei spelletjes, waarin veel

Nadere informatie

Reiken over het net (verplaatsing:lopen) OEFENINGEN: BLOKKERING. Verklaring gebruikte tekens. Blokkeren en Reiken over het net

Reiken over het net (verplaatsing:lopen) OEFENINGEN: BLOKKERING. Verklaring gebruikte tekens. Blokkeren en Reiken over het net Verklaring gebruikte tekens De (meest) gebruikte tekens in mijn tekening met hun betekenis. UGP: Uitgangspositie UGH: Uitgangshouding SV: Spelverdeler Passing = Receptie Boha: Bovenhands Kast = Ballenmand

Nadere informatie

UITWERKING JEUGDTRAININGEN. Laura Wassenberg

UITWERKING JEUGDTRAININGEN. Laura Wassenberg UITWERKING JEUGDTRAININGEN Laura Wassenberg Training 1 - Zelfstandig inlopen: knieheffen, hakkebillen, zijwaarts verplaatsen, kruislings verplaatsen, armen zwaaien - Intermezzo: 3mlijn en terug, 3mlijn,

Nadere informatie

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders Superhandig boekje 1 Inleiding SMASH! SMASH! is het nieuwe volleybalprogramma voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar. Met SMASH! brengen we

Nadere informatie

Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen)

Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen) Woordenboek voor de jeugd. Ace Blessure Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen) Een wond of breuk die veel pijn

Nadere informatie

Overzicht Prestatie Niveau 6 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Overzicht Prestatie Niveau 6 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Overzicht Prestatie Niveau 6 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Inzet Zuiver spelen

Nadere informatie

Kracht- en Coördinatiecircuit

Kracht- en Coördinatiecircuit Kracht- en Coördinatiecircuit Kracht en Coördinatiecircuit Het circuit wordt 2 keer uitgevoerd. Er worden tweetallen gevormd. De duur is ca. 30 minuten, steeds na 50 seconden wisselen van station. Zorg

Nadere informatie

Volleybal binnen het basisonderwijs

Volleybal binnen het basisonderwijs Volleybal binnen het basisonderwijs Voorwoord Voor u ligt HET volleybalboek voor het basisonderwijs. Aan de hand van deze uitgeschreven oefenvormen en lessen kunt u als leerkracht stoere, uitdagende volleyballessen

Nadere informatie

Warmup verplaatsing verdedigen OEFENINGEN: VERDEDIGING. Verklaring gebruikte tekens

Warmup verplaatsing verdedigen OEFENINGEN: VERDEDIGING. Verklaring gebruikte tekens Verklaring gebruikte tekens De (meest) gebruikte tekens in mijn tekening met hun betekenis. UGP: Uitgangspositie UGH: Uitgangshouding SV: Spelverdeler Passing = Receptie Boha: Bovenhands Kast = Ballenmand

Nadere informatie

Clinic André Kuipers 15 oktober 2012 Avanti kunstgras A. Speler bij Warming-up

Clinic André Kuipers 15 oktober 2012 Avanti kunstgras A. Speler bij Warming-up Clinic André Kuipers 15 oktober 2012 Avanti kunstgras A. André Kuipers heeft zich tijdens deze clinic vooral gericht op alle technische aspecten die je moet oefenen om makkelijk een bal te gooien, een

Nadere informatie

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Enkele tips : training en opwarming Trainingen : Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Geef nooit op. Het kan best even duren voor je conditie op peil is. Het belangrijkste

Nadere informatie

OEFENVORMEN TACTIEK. Door Lucas van Krieken. A. Verdedigen

OEFENVORMEN TACTIEK. Door Lucas van Krieken. A. Verdedigen OEFENVORMEN TACTIEK Door Lucas van Krieken A. Verdedigen B. Aanvallen De oefenstof zal echter ook heel veel de techniek aanspreken. Immers, zonder techniek kom je nooit hoog en blijf je dus in een laag

Nadere informatie

Gert. van Lunteren. Assurantiën BV. Volleybal Vereniging Harderwijk

Gert. van Lunteren. Assurantiën BV. Volleybal Vereniging Harderwijk Volleybal Vereniin Harderwijk ssurantiën V. rainen ass Volleybal Vereniin Harderwijk ssurantiën V rainen ass Volleybal Vereniin Harderwijk ssurantiën V rainen ass Volleybal Vereniin Harderwijk ssurantiën

Nadere informatie

Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Prestatie Niveau 7 Overzicht Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Inzet Zuiver spelen

Nadere informatie

Leskaarten muurkaatsen

Leskaarten muurkaatsen Leskaarten muurkaatsen Muurkaatsen Opbouw Spelvormen Muurkaatsen Kaatstennis Flyball Leskaarten muurkaatsen Najaar 2010 Vlot te doen Volop actie!! Maaike Osinga Inhoudsopgave Inleiding...3 Spelregels muurkaatsen

Nadere informatie

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker? Warming up Shuttle tikkertje warming up met shuttle 1 shuttle en evt. lint(en) voor de tikker(s) Alle kinderen lopen in de zaal, een tikker wordt aangewezen. Deze tikker heeft een shuttle in de hand waarmee

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Bal in de hoepel gooien

Bal in de hoepel gooien Bal in de hoepel gooien Ga achter de lijn staan met een bal in je handen. Gooi de bal in de eerste hoepel vervolgens in de tweede dan de derde enz, enz. De bal mag de rand van de hoepel niet raken. Je

Nadere informatie

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. C junioren

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. C junioren PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen DEEL 1. Loopvormen VOORAFGAAND: Algemeen deel: 1 ronde circa 300m inlopen. C junioren UITLEG AANDACHTSPUTNEN ORGANISATIE TIJD HH ACCENTEN: specifiek deel: in tweetallen)

Nadere informatie

Train de trainers programma SDV Barneveld Sessie 2

Train de trainers programma SDV Barneveld Sessie 2 Train de trainers programma SDV arneveld Sessie 2 Technische ommissie Jeugd Oktober 2006 SDV arneveld Vooraf een aantal tips Voor het versnellen van het leerproces zijn een aantal aanwijzingen van belang

Nadere informatie

Warming up. Lessen schooljeugd

Warming up. Lessen schooljeugd Warming up - warm worden door loopvormen en eenvoudige techniekvormen - onderhands en bovenhands werpen en vangen na stuit - onderhands en bovenhands slaan na stuit - per speler 1 bal (ikeaballen, internationale

Nadere informatie

looppas rond het terrein - op signaal van T opdrachten :

looppas rond het terrein - op signaal van T opdrachten : Training 8 : gericht serveren + spelverdeling : spreiding Oef.. Opwarming met ballen + kegels T looppas rond het terrein - op signaal van T opdrachten : ) zo vlug mogelijk op bal gaan zitten laatste speler

Nadere informatie

Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Prestatie Niveau 8 Overzicht Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Inzet Setup na penetratie

Nadere informatie

Snelheid 1. Snelheid 2. Snelheid 3. Snelheid 4. Snelheid 5

Snelheid 1. Snelheid 2. Snelheid 3. Snelheid 4. Snelheid 5 Rudy Duvillier Snelheid Gezicht naar de muur en ballen vangen die door A geworpen worden van achter B zijn rug. Eventueel verder spelen door O kontrole en achterwaartse pas naar A. Snelheid 5x 5x met beide

Nadere informatie

Inspelen met z'n allen

Inspelen met z'n allen Page 1 of 5 Inspelen met z'n allen Dit is een leuke inspeel oefening voor na de warming up. Aan beide kanten van het net stellen twee groepen zich op zoals hiernaast staat afgebeeld. De twee 'teams' blijven

Nadere informatie

Coach assistentie. Flash Veendam

Coach assistentie. Flash Veendam Coach assistentie Flash Veendam Allereerst heel erg bedankt dat u zich wil inzetten voor Flash en het team van uw zoon of dochter. We zijn een grote club en kunnen niet zonder hulp van ouders/verzorgers

Nadere informatie

kaatsen en positiespel

kaatsen en positiespel Partijspel met omschakeling! Twee veldjes gebruiken, veld A van 30-40 met op beide achterlijnen twee kleine goals. veld B 15-20 met op elke achterlijn een kleine goal en bal op de middenlijn. We spelen

Nadere informatie

Keepers Training. De basisvaardigheden 1-9

Keepers Training. De basisvaardigheden 1-9 Keepers Training De basisvaardigheden 1-9 Inhoudsopgave: 1) De basisvaardigheden a) Het vangen b) Het duiken c) De spelhervatting De basisvaardigheden 2-9 1. De basisvaardigheden. De basisvaardigheden

Nadere informatie

Regels voor het schoolvolleybaltoernooi

Regels voor het schoolvolleybaltoernooi Regels voor het schoolvolleybaltoernooi De regels voor groep 4 en 5 zijn (niveau 2): Begin en einde We werken met een centraal begin/eind signaal. Dit houdt in dat het eindsignaal tegelijk het beginsignaal

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

Onder schooltijd: groep 5-6

Onder schooltijd: groep 5-6 Onder schooltijd: groep 5-6 31 32 Overzichtskaart: Onder schooltijd, groep 5-6, groep van 30 leerlingen Zaalindeling Lesplan Na ontvangst worden de kinderen ingedeeld in vijf groepen van zes kinderen.

Nadere informatie

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan

Nadere informatie

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON DOELSTELLINGEN:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON DOELSTELLINGEN: LES 1. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: - De leerlingen weten hoe ze hun racket vast moeten houden; de shake-hand greep. Deze greep passen ze ook de hele les toe. - De leerling kan een ballon

Nadere informatie

kuiten kuiten Quadriceps benen 1 OPDRACHT: maak de knipmes beweging

kuiten kuiten Quadriceps benen 1 OPDRACHT: maak de knipmes beweging Rudy Duvillier benen 1 maak de knipmes beweging benen 2 ter plaatse 15'' knieen hoog afwisselend L en R en met de armen eveneens afwisslend L en R hoog.(snel tempo) benen 3 B Bal moet gerold worden van

Nadere informatie

doelschietspel met keeper

doelschietspel met keeper Voorfase 2.1Warming-up doelschietspel met keeper Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten op een groot doel met keeper (binnenkant of met de wreef) Verdedigen verwerken

Nadere informatie

Teamfunctie: Aanvallen Oefening 1: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamfunctie: Aanvallen Oefening 1: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Oefening 1: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Teamtaak: Het verbeteren van het creëren van kansen 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien

Nadere informatie

Beach Inhoudsopgave

Beach Inhoudsopgave Beach 17-21 Inhoudsopgave Parcours met lijnen 2 Serveer en verdedig (B) 3 Passen langs de lijnen 4 Stand and spike 6 King of the court (G) 9 Hoge ballen vangen 10 Serveer en verdedig (G) 11 4x4 (G) 17

Nadere informatie

poortschietspel vaste afstand

poortschietspel vaste afstand Voorfase 3.1/ warming-up poortschietspel vaste afstand Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten / passen tussen de pionnen aannemen van een rollende bal voor of op de lijn

Nadere informatie

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. B junioren

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. B junioren PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen DEEL 1. Loopvormen VOORAFGAAND: Algemeen deel: 1 ronde circa 300m inlopen. B junioren UITLEG AANDACHTSPUTNEN ORGANISATIE TIJD HH ACCENTEN: specifiek deel: in tweetallen)

Nadere informatie

Specifiek uithoudingsvermogen OEFENINGEN: CONDITIETRAINING. Verklaring gebruikte tekens. Specifiek UHV

Specifiek uithoudingsvermogen OEFENINGEN: CONDITIETRAINING. Verklaring gebruikte tekens. Specifiek UHV Verklaring gebruikte tekens De (meest) gebruikte tekens in mijn tekening met hun betekenis. UGP: Uitgangspositie UGH: Uitgangshouding SV: Spelverdeler Passing = Receptie Boha: Bovenhands Kast = Ballenmand

Nadere informatie

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning. Warming up Losdraaien schouders, handen op de schouders Losdraaien heupen, alleen draaien niet slingeren. Romprotaties Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Nadere informatie

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander 1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander naar balbezit eigen team. 3 e Periode: Completeren van

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 3. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 3. Doelen: Prinsen en prinsessen les 3 Doelen: - De speler kan gemakkelijk springen vanuit stilstand en vanuit beweging - De speler kan inschatten waar de bal terecht komt - De speler kan inschatten waar de bal terecht

Nadere informatie

Statische rekoefeningen

Statische rekoefeningen Statische rekoefeningen Bovenlichaam Lage rugspieren Ga met je zitvlak op je hakken zitten. Duw je handen over de grond naar voren en buig je rug. Rek zover mogelijk uit. Kijk naar de grond. Houd deze

Nadere informatie

1. Floater Service. Bewegingsvoorstelling. Opbouwschema

1. Floater Service. Bewegingsvoorstelling. Opbouwschema 1. Floater Service De negen belangrijkste stappen bij de techniekuitvoering zijn hieronder beschreven 1. uitgangshouding: - linkervoet voor (rechtshandige) - rechtervoet voor (linkshandige) 2. (voor rechtshandige)

Nadere informatie

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen. 1. De Halve Banaan De halve banaan is een van de meest populaire buikspieroefeningen. Het is voor beginners een prima oefening om uit te voeren. Hierbij kun je er zelf voor kiezen hoever je bovenlichaam

Nadere informatie

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen Bouncebal Bouncebal wordt gespeeld met een kunststof stick die voorzien is van een grote schuimkop. Naast het bekende teamspel waarbij een soort hockey gespeeld wordt, bieden de bouncebal sticks veel meer

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Oefenbundel Einde Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG : hol/bol maken van wervelkolom 10x. Stretching 1 knie: neem

Nadere informatie

INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013

INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013 INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013 Agenda Het leiden van een wedstrijd Tekens Spelregels Verschillen Nevobo-Gemert Vervolg. Het leiden van een wedstrijd Duidelijk hoorbaar

Nadere informatie

Technisch plan Vrivo 2013/2014 2014/2015. Versie 1.0

Technisch plan Vrivo 2013/2014 2014/2015. Versie 1.0 Technisch plan Vrivo 2013/2014 2014/2015 Versie 1.0 Inhoudsopgave: Bladzijde 1: Inhoudsopgave Bladzijde 2: Het hoe en wat van een training Bladzijde 3: Techniek: Pass Bladzijde 5: Techniek: Bovenhands

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN: LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerling gooit de bal niet op het moment dat er een verdediger in de afspeellijn staat. De leerling maakt soms de keuze om de bal over te spelen in

Nadere informatie

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het uitspelen van een 4:3 situatie van achteruit Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas

Nadere informatie

Vormen voor Warming up

Vormen voor Warming up Vormen voor Warming up Warming-up; panna-tikkertje 1. Maak een vak waarin alle spelers dribbelen met een bal. 2. Eén speler wordt als tikker aangewezen. 3. De tikker probeert zonder bal zoveel mogelijk

Nadere informatie

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven:

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven: Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven: Bal op het hoofd Bal op de neus Bal om het hoofd heen Bal op de heupen

Nadere informatie

De vernieuwde spelvormen

De vernieuwde spelvormen De vernieuwde spelvormen Clinic 1 onderbouw (U9-U11-U13) Seizoen 2017-2018 Inleiding In deze syllabus wordt er vooral aandacht besteed aan de vernieuwde spelvormen voor de Start2Volley-tornooien. Wat toelichting:

Nadere informatie

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het verwerken van de bal met de binnenkant van de voet, borst en bovenbeen Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug:

Nadere informatie

Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken

Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken Training Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken Gooi- en vangoefeningen (ca. 5 minuten) Kinderen verdelen in 2 groepjes

Nadere informatie

Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven.

Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven. SCHAATSLES GEVEN. Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven. Tips voor de begeleider. Draag handschoenen. (verplicht!) Ga vóór de groep staan en praat luid. Kijk in de schaatsrijrichting.

Nadere informatie

Allemaal naast elkaar op de lange zijde van het veld aan de kant van het korfbalveld. Oefeningen tot aan de helft van het veld

Allemaal naast elkaar op de lange zijde van het veld aan de kant van het korfbalveld. Oefeningen tot aan de helft van het veld Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Aanvallen; het verbeteren van het afwerken op doel en het oefenen van vaste patronen Oefening 1: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Heen en

Nadere informatie

Training voor Senioren. Doelgroep: senioren, 50 + 12 lessen van 30 minuten

Training voor Senioren. Doelgroep: senioren, 50 + 12 lessen van 30 minuten Training voor Senioren Doelgroep: senioren, 50 + 12 lessen van 30 minuten De meeste lesblokken bestaat uit 2 oefeningen van 15 minuten. Iedere oefening bestaat uit 2 x 7 minuten, waarbij 1 speler in aangeeffunctie

Nadere informatie

Clear: Een verdedigende slag. De shuttle wordt hoog gepakt en hoog naar het achterveld van de tegenspeler gespeeld.

Clear: Een verdedigende slag. De shuttle wordt hoog gepakt en hoog naar het achterveld van de tegenspeler gespeeld. Technieken van badminton. Badminton bestaat uit meerdere pijlers. Een van die pijlers is techniek. Ik zal proberen om in 3 delen uit te leggen, welke technieken er gebruikt kunnen worden in het spelletje

Nadere informatie

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal.

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal. Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal. Alle leerlingen staan aan één helft van de gymzaal verspreid met allemaal een bal. De trainer staat

Nadere informatie

10 minuten training 1 Total Body

10 minuten training 1 Total Body 10 minuten training 1 Total Body Met deze 10 Minuten training train je het hele lichaam. Alle spiergroepen komen aan bod. Waarom 10 minuten trainingen? Voor veel mensen is het nog steeds moeilijk om een

Nadere informatie

Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien

Nadere informatie

15 min. Stick Skills - Dominante hand hoog (3/4 de van de stick) - Andere hand helemaal bij het uiteinde van de stick

15 min. Stick Skills - Dominante hand hoog (3/4 de van de stick) - Andere hand helemaal bij het uiteinde van de stick Tijd Bewegingsactiviteiten Organisatie Aandachtspunten Stick Skills De leerlingen lopen kriskras door het veld met allemaal een eigen stick en eigen bal. Op teken van de docent (1 x fluiten) gooien de

Nadere informatie

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden. Schouder stabiliseren Het schoudergewricht is voor de stabiliteit tijdens bewegen gebaat bij een goede controle en een goede spierkracht van de dieper gelegen spieren. Deze spieren centreren de kop van

Nadere informatie

Scheidsrechter volleybal.

Scheidsrechter volleybal. Scheidsrechter volleybal. Deze avond extra informatie voor de arbitrage van de recreantenscheidsrechter. Ik beperk met wel tot de algemene regels en met name die binnen de recreanten competitie gebruikt

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen kunnen onderhands opslaan met een shuttle. - Ze houden het racket vast bij het handvat met de shake-hand greep. Groep 5/6 - Leerlingen spelen

Nadere informatie

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING SPIERVERSTEVIGENDE OEFENINGEN Start voor alle oefeningen met de rug in neutrale positie (lage rug lichtjes hol) + basisspanning corset spieren

Nadere informatie

Warming up. Lessen jongens/meisjes

Warming up. Lessen jongens/meisjes Warming up - warm worden door loopvormen en eenvoudige techniekvormen - onderhands en bovenhands slaan tegen de muur - snelheid voetenwerk - per 2-tal 1 bal (ikeaballen of internationale ballen) 1. 2 tal

Nadere informatie

Teamtaak: Algemeen het verbeteren van de techniek Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamtaak: Algemeen het verbeteren van de techniek Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Algemeen het verbeteren van de techniek Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien vooruit ongelijk, -

Nadere informatie

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen, Event Circus Het event vindt plaats tijdens het lesuur. Ouders zijn uitgenodigd om te komen kijken en mogen ook assisteren op de baan. Van te voren wordt kort aan de kids uitgelegd dat er deze les 5 oefeningen

Nadere informatie

CMV 6-7. Inhoudsopgave

CMV 6-7. Inhoudsopgave CMV 6-7 Inhoudsopgave 10-bal niveau 2 2 Mooie balletjes opzetten (B) 3 Gooien en vangen level 1 4 Estafette 6 Rollen en mikken 7 Stuiteren 8 Balparcours 10 Bovenhands mikken 11 Gooien en vangen level 2

Nadere informatie

inspelen 1 inspelen 2

inspelen 1 inspelen 2 Rudy Duvillier inspelen / toetsen met CT, tijdens CT toon partner een nummer, nummer roepen en bal terugspelen. / toetsen met CT, bal wordt gesprongen naar de partner teruggespeeld. / bal L of R van partner

Nadere informatie

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging De benadering Bij de benadering is het belangrijk dat er met zoveel mogelijk snelheid het keerpunt ingegaan wordt.

Nadere informatie

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 1:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 1:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 1:1 Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien vooruit ongelijk, - 1x terug armen zwaaien tegelijk

Nadere informatie

Werkstuk LO Gym 5,5. Werkstuk door een scholier 1417 woorden 15 februari keer beoordeeld. Gym Werkstuk. Voorwoord

Werkstuk LO Gym 5,5. Werkstuk door een scholier 1417 woorden 15 februari keer beoordeeld. Gym Werkstuk. Voorwoord Werkstuk LO Gym Werkstuk door een scholier 1417 woorden 15 februari 2006 5,5 126 keer beoordeeld Vak LO Gym Werkstuk Voorwoord Elke dinsdag heeft klas 3A een blokuur gym. Dit zijn de twee uurtjes waar

Nadere informatie

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4 groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4 DIGEN VERDE WU 4.1 2 (+k) tegen 1 (+k) breed veld - grote doelen WU 4.2 2 tegen 1 (+k) groot doel - lijn 6 9 9 12 7 8 k beide teams

Nadere informatie

Training 38 : korte dekking - aanval midden uit receptie

Training 38 : korte dekking - aanval midden uit receptie raining 38 : korte dekking - aanval midden uit receptie Oef. 1. oorloopoefening Op 2 helften : bovenhands naar, set-up naar positie 4 loopt in en toetst bal binnen 3meterzone naar Na set-up loopt rond

Nadere informatie

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo Vooraf: - straal uit dat je plezier hebt in fluiten. Zeker in het begin is dat lastig, want je zult zenuwachtig zijn, maar bedenk maar dat de meeste spelers het al moedig

Nadere informatie

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Het verbeteren van het afwerken van vrije trappen en het inslijpen van vaste patronen Oefening 1: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching 1A Heen

Nadere informatie

Nieuwerkerkse Hockey Club De IJssel. Coach tips Tactische uitgangspunten

Nieuwerkerkse Hockey Club De IJssel. Coach tips Tactische uitgangspunten Tactische uitgangspunten te gebruiken bij trainingspartijen en wedstrijden Hieronder vind je de tactische principes die je bij het coachen kunt gebruiken. Door deze principes ook tijdens de training/afsluitende

Nadere informatie

Verkorte doelwachters cursus www.voetbaltrainer.be uitgever Freddy Swimberghe

Verkorte doelwachters cursus www.voetbaltrainer.be uitgever Freddy Swimberghe Herhaalde duikoefening Deze oefening is uitgewerkt om het duiken van de doelman. Serie ballen verwerken die getrapt worden door trainer - doelmannen in de kleine baklijn - trainer speelt afwisselend bal

Nadere informatie

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 2:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 2:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 2:1 Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien vooruit ongelijk, - 1x terug armen zwaaien tegelijk

Nadere informatie

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren.

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren. 1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren. Ga op je rug op de vloer liggen met je handen achter je hoofd.

Nadere informatie

Training 5 : blokorganisatie P voor + receptie. Oef. 1. Cardio-vasculaire activatie techniek onderhands - bovenhands

Training 5 : blokorganisatie P voor + receptie. Oef. 1. Cardio-vasculaire activatie techniek onderhands - bovenhands Training 5 : blokorganisatie P voor + receptie Oef. 1. ardio-vasculaire activatie techniek onderhands - bovenhands D E F D bal terugspelen naar P1 of P2 - achterwaarts vorderen rond kegels lopen en aansluiten

Nadere informatie

CMV Inhoudsopgave

CMV Inhoudsopgave CMV 8-10 Inhoudsopgave 10-bal niveau 2 2 Mooie balletjes opzetten (B) 3 Opslaan tegen de muur 4 CMV niveau 1 5 Estafette 6 Toetsen level 1 7 Uitleg CMV niveau 2 8 CMV niveau 2 9 Balparcours 10 Bovenhands

Nadere informatie

Smashbal richt zich op de belevingswereld van jongens. Het binden en behouden van jongens is hierbij het uitgangspunt. ook meisjes spelen het graag.

Smashbal richt zich op de belevingswereld van jongens. Het binden en behouden van jongens is hierbij het uitgangspunt. ook meisjes spelen het graag. spelregels seizoen 2012-2013 k Smashbal richt zich op de belevingswereld van jongens. Het binden en behouden van jongens is hierbij het uitgangspunt. ook meisjes spelen het graag. Slaan Blok Duik Gaaf

Nadere informatie

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning Lenig worden Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses M.koning Inleiding: Leniger worden, dat willen we allemaal wel. Maar hoe word je nou eigenlijk lening? En wat is de beste manier om

Nadere informatie