ICD-9-CM INTERNATIONALE CLASSIFICATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ICD-9-CM INTERNATIONALE CLASSIFICATIE"

Transcriptie

1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen Bestuursdirectie Gezondheidszorgbeleid ICD-9-CM INTERNATIONALE CLASSIFICATIE VAN ZIEKTEN EN INGREPEN Codeerhandboek November 2003

2 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen Bestuursdirectie Gezondheidszorgbeleid ICD-9-CM INTERNATIONALE CLASSIFICATIE VAN ZIEKTEN EN INGREPEN Codeerhandboek L. Hunninck Universitaire Ziekenhuizen - K.U.Leuven In samenwerking met : E. Baert Universitair Ziekenhuis Gent L. Luyten Universitair Ziekenhuis Antwerpen R. Saenen Universitair Ziekenhuis Antwerpen B. Van Bruwaene Akademisch Ziekenhuis VUB C. Beguin Cliniques Universitaires Saint-Luc UCL P. Gillet CHUL Sart Tilman A. Le Maire Hôpital Erasme ULB C. Hauzeur FOD Volksgezondheid E. Vandermeersch FOD Volksgezondheid

3 Inhoud Inhoud...i Voorwoord...iii Inleiding... v Het begrip hoofddiagnose...vii Het begrip nevendiagnose...xv ICD-9-CM Formaat, Conventies en Basisregels 1. ICD-9-CM Formaat Conventies Basisstappen bij het coderen Basisregels bij het coderen Gebruik van de classificatie van Ingrepen Gebruik van aanvullende classificaties 6. V-codes E-codes Codeerregels voor Symptomen en Slecht omschreven ziektebeelden 8. Symptomen en Slecht omschreven ziektebeelden Codeerregels voor Infectie- en Parasitaire ziekten, Endocriene, Voedings- en Stofwisselingsziekten 9. Infectie- en Parasitaire ziekten Endocriene, Voedings- en Stofwisselingsziekten Codeerregels voor Complicaties van Zwangerschap, Bevalling en Kraambed, Congenitale anomalieën en Perinatale aandoeningen 11. Complicaties van Zwangerschap, Bevalling en Kraambed Congenitale aandoeningen Pasgeborenen en Perinatale aandoeningen Codeerregels voor Cardiovasculaire aandoeningen en Nieuwvormingen 14. Cardiovasculaire aandoeningen Nieuwvormingen i

4 Codeerregels voor Ongevalsletsels, Brandwonden, Vergiftigingen en Complicaties van chirurgische en medische behandeling 16. Ongevalsletsels Brandwonden Vergiftigingen en Nevenwerkingen van geneesmiddelen Complicaties van chirurgische en medische behandeling Referenties ii

5 Voorwoord iii

6

7 Inleiding Het medisch dossier, dat in eerste instantie wordt aangewend in het kader van de individuele zorgenverstrekking, het direct diagnostisch therapeutisch handelen, bevat vele gegevens in verband met de patiënt, zijn pathologie, de uitgevoerde diagnostische onderzoeken en de ingestelde therapie. Deze informatie is zeer heterogeen en meestal niet gestandaardiseerd, zodat in de meeste gevallen een geïnformatiseerde verwerking van grote aantallen dossiers onmogelijk is. Medische Registratie is een geheel van gestandaardiseerde maatregelen, codering en registratie die beogen het totaal van ziektegeschiedenissen toegankelijk te maken voor bewerking en analyse. Om de medische werkelijkheid systematisch en gecoördineerd vast te leggen dient de medische terminologie omgezet te worden in numerische informatie, of met andere woorden, aan elke omschrijving van diagnose, operatie en technische ingreep moet een code worden toegekend van een bepaald classificatiesysteem. Het daarvoor gebruikte classificatiesysteem is de ICD-9-CM, International Classification of Diseases, 9th revision, Clinical Modification, een afgeleide classificatie van de ICD-9, vooral bedoeld voor de registratie van ziekenhuismorbiditeit ( Clinical Modification ). ICD-9-CM is een statistisch classificatiesysteem. Een classificatiesysteem ordent elementen van een bepaalde groep in categorieën en dit in functie van vooraf bepaalde criteria. In de ICD-9-CM zijn die elementen diagnosen en ingrepen die gegroepeerd worden in hoofdstukken, secties, categorieën en subcategorieën. Vele subcategorieën zijn verder onderverdeeld in vijf-digit subclassificaties. Aangezien ICD-9-CM een statistisch classificatiesysteem is, mag het niet te uitgebreid zijn. Het moet de mogelijkheid bieden om te werken met kleine specifieke groepen of met grotere minder specifieke groepen. Vandaar de hiërarchische opbouw. Een statistisch classificatiesysteem mag wel niet te uitgebreid zijn om bruikbaar te zijn, maar toch moet elke diagnose en ingreep kunnen geclassificeerd worden in dit systeem, ook al heeft niet iedere diagnose of ingreep een eigen specifieke code. Enkel indien specifieke aandoeningen voldoende belangrijk zijn of frequent genoeg voorkomen, krijgen ze een aparte categorie of subcategorie. Minder belangrijke en minder frequente aandoeningen van éénzelfde aard worden vaak samen gegroepeerd in restgroepen, met de omschrijving overige of niet elders classificeerbaar. Daarnaast mag elke diagnose of ingreep slechts één enkele plaats in het classificatiesysteem hebben. Een bepaalde aandoening kan dus niet met meer dan één code gecodeerd worden. Met andere woorden, de categorieën en subcategorieën moeten mekaar wederzijds uitsluiten. De codeerder moet de basisprincipes achter dit classificatiesysteem begrijpen om de drie volumes van de ICD-9-CM efficiënt en correct te kunnen gebruiken. Inzicht in deze basisprincipes vormt ook de basis om de codeerregels, uiteengezet in dit handboek, te begrijpen, aan te leren en op de juiste manier toe te passen. v

8

9 Het begrip hoofddiagnose De hoofddiagnose wordt gedefinieerd als die diagnose die NA ONDERZOEK, in hoofdzaak aanleiding heeft gegeven tot opname van de patiënt in een ziekenhuis(dienst). De woorden NA ONDERZOEK in de definitie van hoofddiagnose, zijn belangrijk maar soms verwarrend. De hoofddiagnose is niet de opnamediagnose, maar eerder die diagnose gesteld na onderzoek of zelfs na chirurgische ingreep. Voorbeelden: Bij een patiënt die opgenomen wordt met urineretentie wordt een prostaathypertrofie gediagnosticeerd, als oorzaak van de urineretentie. In dit geval is de prostaathypertrofie de hoofddiagnose, tenzij de behandeling enkel gericht is op de urineretentie. Een patiënt wordt opgenomen met instabiele angina. Er wordt een percutane transluminale angioplastie uitgevoerd om arteriosclerotische verstopping van de coronaire arterie op te heffen en aldus evolutie tot infarct te voorkomen. In dit geval is de coronaire atherosclerose de hoofddiagnose aangezien deze, na onderzoek, de oorzaak van de instabiele angina bleek te zijn en het verblijf heeft gewettigd. Het is evenwel belangrijk op te merken dat niet altijd de onderliggende oorzaak van een probleem de hoofddiagnose is. De volgende voorbeelden illustreren de betekenis van NA ONDERZOEK : Een patiënt werd opgenomen met zware abdominale pijn. De witte bloedcellen waren verhoogd tot Patiënt werd overgebracht naar de afdeling heelkunde waar een acute geruptureerde appendicitis werd verwijderd. Na onderzoek is de hoofddiagnose acute geruptureerde appendicitis. Een patiënt werd opgenomen met ernstige abdominale pijn in het rechter onderste kwadrant met vermoedelijke opnamediagnose acute appendicitis. De witte bloedcellen waren licht gestegen. Patiënt werd naar Heelkunde overgebracht, waar de appendix normaal bleek te zijn en een ontstoken divertikel van Meckel verwijderd werd. Na onderzoek is de hoofddiagnose ontstoken divertikel van Meckel. Bij het bepalen van de hoofddiagnose hebben de ICD-9-CM-codeerrichtlijnen de bovenhand boven alle andere richtlijnen. Het belang van betrouwbare en volledige informatie in het medisch dossier kan niet voldoende benadrukt worden. Zonder deze medische informatie is het toepassen van de codeerrichtlijnen een moeilijke, of zelfs onmogelijke opdracht. vii

10 1. Symptomen, of onvolledig omschreven ziektebeelden mogen niet gecodeerd worden als hoofddiagnose indien er een onderliggende diagnose gesteld werd. De onderliggende aandoening wordt als hoofddiagnose gecodeerd. Voorbeelden: Abdominale pijn en appendicitis: Hoofddiagnose: Acute appendicitis without mention of peritonitis Nevendiagnose: Geen Coma ten gevolge van heroïnevergiftiging: Hoofddiagnose: Poisoning by heroin Nevendiagnose: Coma Syncope te wijten aan derde graads atrioventriculair block: Hoofddiagnose: Derde graads atrioventriculair block Nevendiagnose: Syncope and collapse 2. Als er daarentegen bij het eind van de observatie geen zekerheid, maar wel een vermoeden bestaat i.v.m. de diagnose, dan codeert men die mogelijke of vermoedelijke diagnose als hoofddiagnose en niet het symptoom (de zekerheidsgraad van die diagnose is in dat geval 1: mogelijk). Acute thoracale pijn waarschijnlijk t.g.v. pleuritis door influenza: Hoofddiagnose: Pleuritis met influenza 3. Als bij opname i.v.m. een bepaald symptoom, geen diagnose gevonden wordt en er zelfs geen vermoeden bestaat, dan mag men dit symptoom wel als hoofddiagnose coderen. Intermittente pyurie van onbekende oorsprong: Het symptoom (pyurie) moet als hoofddiagnose gecodeerd worden met de code Urineweginfectie, lokalisatie niet gespecificeerd 4. Indien bij opname voor een symptoom twee of meer diagnostische hypothesen gesteld worden, dan wordt het symptoom als hoofddiagnose gecodeerd, gevolgd door de codes van de verschillende hypothesen als nevendiagnosen, tenzij het symptoom integraal deel uitmaakt van de aandoening. Voorbeelden: Een patiënt wordt opgenomen voor observatie i.v.m zware vermoeidheid. De ontslagdiagnose werd geregistreerd als vermoeidheid, te wijten aan ofwel een depressieve reactie of hypothyroïdie. In dit geval wordt de symptoomcode voor vermoeidheid als hoofddiagnose gecodeerd, met als nevendiagnose een aanvullende code voor zowel de depressieve reactie als de hypothyroïdie. viii

11 De ontslagdiagnose wordt gesteld als gastro-intestinale bloeding, te wijten aan ofwel een acute gastritis ofwel angiodysplasie. In dit geval worden deze diagnosen allebei gecodeerd als mogelijke hypothese, zonder een code voor de bloeding aangezien de codes voor beide aandoeningen een mogelijk geassocieerde bloeding omvatten: Acute gastritis with hemorrhage Angiodysplasia of stomach and duodenum with hemorrhage 5. Indien twee of meer gestelde diagnosen voldoen aan de criteria van hoofddiagnose en de Alfabetische Lijst, de Systematische Lijst of een andere codeerregel de keuze van de hoofddiagnose niet bepalen, dan mag men eender welke diagnose als hoofddiagnose coderen. Is de behandeling hoofdzakelijk gericht op één van deze diagnosen, dan moet deze diagnose als hoofddiagnose geregistreerd worden. Voorbeelden: Een patiënt wordt opgenomen met instabiele angina en acute hartdecompensatie met stuwing. De instabiele angina wordt behandeld met nitraten en voor de hartdecompensatie wordt Lasix intraveneus toegediend. De diagnosen beantwoorden allebei even goed aan de definitie van hoofddiagnose en eender welke diagnose mag eerst gecodeerd worden. Een patiënt werd opgenomen met acute voorkamerfibrillatie met snelle ventriculaire respons en had tevens hartdecompensatie met longoedeem. De patiënt werd gedigitaliseerd om het ventriculair ritme te verminderen en werd intraveneus Lasix toegediend om het cardiogeen pulmonair oedeem te verminderen. Beide diagnosen voldoen aan de definitie van hoofddiagnose en eender welke diagnose mag eerst gecodeerd worden. Een patiënt werd opgenomen met ernstige abdominale pijn, nausea en braken tengevolge van een acute pyelonefritis, , en diverticulitis, Beide onderliggende aandoeningen werden behandeld, en de arts was van mening dat beide diagnosen allebei beantwoorden aan de criteria van hoofddiagnose In dit geval mag eender welke diagnose als hoofddiagnose gecodeerd worden. De behandeling van een andere patiënt met dezelfde symptomen en dezelfde finale diagnosen als in bovenstaand voorbeeld, wordt voornamelijk gericht op de acute pyelonefritis, wat aangeeft dat de arts dit als het meest waarschijnlijke probleem beschouwt en dat, na onderzoek, deze aandoening het verblijf wettigt. In dit geval worden beide aandoeningen gecodeerd, maar de acute pyelonefritis moet als hoofddiagnose gecodeerd worden gezien de omstandigheden van het verblijf. ix

12 6. Cursief gedrukte codes in de systematische lijst en codes tussen schuine haakjes in de alfabetische lijst mogen nooit als hoofddiagnose gecodeerd worden. De codeerrichtlijnen zeggen dat de codes tussen schuine haakjes in de volgorde moeten geregistreerd worden zoals aangegeven door de Alfabetische Index. Diabetische retinopathie: Hoofddiagnose: 250.5x Diabetes with ophtalmic manifestations Nevendiagnose: Background diabetic retinopathy Retinopathy diabetic [362.01] Acute myocarditis door tuberculose: Hoofddiagnose: Tuberculosis of other specified organs Nevendiagnose: Acute myocarditis in diseases classified elsewhere Myocarditis due to or in tuberculosis [422.0] 7. Als een ziekte gespecificeerd staat als acuut en chronisch en als de Alfabetische Lijst voor die twee vormen verschillende codes opgeeft, dan moeten in dat geval altijd twee codes gebruikt worden, nl. de acute pathologie als hoofddiagnose en de chronische pathologie als nevendiagnose. Acute appendicitis bij een patiënt die lijdt aan chronische appendicitis: Hoofddiagnose: Acute appendicitis Nevendiagnose: 542 Chronische appendicitis 8. Voor de codering van restletsels of sequellen geldt de volgende regel: men codeert eerst de aard van het restletsel (d.i. de huidige aandoening) als hoofddiagnose en vervolgens de oorzaak van het restletsel als nevendiagnose. Voorbeelden: Pseudarthrose van de rechter femur t.g.v. een oude fractuur Hoofddiagnose: Pseudarthrose Nevendiagnose: Sequel van fractuur van de onderste extremiteiten In die uitzonderlijke gevallen dat de Alfabetische Index andere richtlijnen aangeeft, wordt de late effect -code die de oorzaak van het restletsel weergeeft, als hoofddiagnose gecodeerd en niet de aard van het restletsel. Verkromming van de wervelkolom, laat gevolg van rachitis: Hoofddiagnose: Laat gevolg van rachitis Nevendiagnose: Verkromming van de wervelkolom Curvature, spine, late effect of rickets [737.40] x

13 9. Codes uit de categorie V71.x (uitgezonderd V71.9) worden altijd gebruikt als hoofddiagnose bij observatie in verband met verdenking op bepaalde aandoeningen of na een ongeval of ander voorval dat gewoonlijk aanleiding geeft tot een gezondheidsprobleem, waar het onderzoek en de observatie negatief bleek en geen verdere behandeling of medische zorg vereist was. Observatie na arbeidsongeval: negatief: Hoofddiagnose: V71.3 Observatie na bedrijfsongeval 10. Wanneer een geplande behandeling niet werd uitgevoerd, wordt die diagnose die na onderzoek aanleiding heeft gegeven tot de opname, als hoofddiagnose geregistreerd, ook al werd de geplande behandeling voor deze diagnose, door onvoorziene omstandigheden, niet uitgevoerd. Een patiënt met benigne prostaathypertrofie wordt opgenomen in het ziekenhuis voor een transurethrale resectie van de prostaat. Op de eerste dag van de opname, nog voor de operatie, valt de patiënt in de badkamer en breekt zijn linker femurschaft. De transurethrale resectie werd geannuleerd en er werd een heuppin geplaatst op de tweede opnamedag. Voor dit verblijf, blijft de benigne prostaathypertrofie (600) de hoofddiagnose aangezien voor deze aandoening de hospitalisatie nodig was. De femurfractuur (821.06) wordt gecodeerd als een complicatie die tijdens het verblijf is ontstaan. 11. Wanneer men meerdere brandwonden moet coderen, codeert men de brandwonden met de zwaarste graad als hoofddiagnose. Tweede graad brandwonde van de voet, derde graad brandwonde van de rug: Hoofddiagnose: Brandwonde van de rug, derde graad Nevendiagnose: Brandwonde van de voet, tweede graad 12. Codering van neoplasmata Primaire lokalisatie Maligne Neoplasmata Benigne Onzeker gedrag Secundaire lokalisatie In situ Niet gespecificeerd Radiotherapie Chemotherapie V58.0 V58.1 xi

14 Wordt er een behandeling uitgevoerd voor een neoplasma, dan wordt het neoplasma als hoofddiagnose gecodeerd, behalve wanneer de reden voor opname in het ziekenhuis radiotherapie (V58.0), of chemotherapie (V58.1) is. In die gevallen wordt het neoplasma als nevendiagnose gecodeerd. Een opname voor radio-actieve implantatie wordt niet beschouwd als een opname voor radiotherapie (V58.0). Dezelfde richtlijn geldt wanneer een patiënt wordt opgenomen voor een behandeling met radioactieve iodium (I-131). De code voor het maligne neoplasma wordt als hoofddiagnose geregistreerd en niet code V58.0. Wanneer een patiënt wordt opgenomen voor chemo- of radiotherapie en hij ontwikkelt tijdens dit verblijf complicaties zoals nausea, braken of deshydratatie dan is de hoofddiagnose nog steeds V58.1, respectievelijk V58.0. Wanneer tijdens een ziekenhuisverblijf een primaire of secundaire tumor chirurgisch verwijderd wordt, gevolgd door een adjuverende chemotherapie of radiotherapie, dan wordt de tumor als hoofddiagnose gecodeerd, met de diagnosecodes uit de categorieën of waar toepasselijk uit de categorieën Wanneer een patiënt wordt opgenomen om de uitgebreidheid van een neoplasma te bepalen (bilan) of om een ingreep zoals paracenthesis of thoracocenthesis uit te voeren, dan wordt de primaire tumor of de betreffende metastase als hoofddiagnose geregistreerd zelfs al wordt er chemo- of radiotherapie toegediend. Wanneer een primaire tumor geopereerd werd of op een of andere manier verwijderd en er is geen aanvullende behandeling voor deze primaire lokalisatie en ook geen aanwijzing van enige resterende maligniteit op deze lokalisatie, dan moet deze vorige lokalisatie van de primaire tumor met een V10.x-code geregistreerd worden. Iedere vermelding van extensie, invasie, of metastase in een nabije structuur of orgaan of metastase op afstand, wordt gecodeerd als een secundaire tumor van die lokalisatie en mag als hoofddiagnose gecodeerd worden bij afwezigheid van de primaire lokalisatie. Wanneer een patiënt wordt opgenomen omwille van een gemetastaseerde primaire tumor maar is de behandeling enkel gericht op de metastase, dan wordt de metastase als hoofddiagnose geregistreerd ook al is de primaire tumor nog aanwezig. Symptomen of slecht omschreven ziektebeelden, karakteristiek of geassocieerd met, een bestaande primaire of secundaire tumor, mogen niet in de plaats van het neoplasma als hoofddiagnose geregistreerd worden, onafgezien van het aantal opnames voor behandeling of zorg voor het neoplasma. xii

15 De volgende richtlijnen gelden voor het coderen en de volgorde van registreren van complicaties geassocieerd met het maligne neoplasma of de behandeling ervan: Wanneer een patiënt wordt opgenomen voor de behandeling van anemie, geassocieerd met het neoplasma, en de behandeling gebeurt uitsluitend voor de anemie, dan wordt de anemie als hoofddiagnose geregistreerd met het neoplasma als nevendiagnose. Wanneer een patiënt wordt opgenomen voor de behandeling van anemie, geassocieerd met radio- of chemotherapie, en de behandeling gebeurt uitsluitend voor de anemie, dan wordt de anemie als hoofddiagnose geregistreerd met het neoplasma als nevendiagnose. Wanneer een patiënt wordt opgenomen voor behandeling van deshydratatie te wijten aan het neoplasma of de behandeling ervan, en enkel de deshydratatie wordt behandeld (intraveneuze rehydratatie), dan wordt de deshydratatie als hoofddiagnose geregistreerd met het neoplasma als nevendiagnose. Wanneer een patiënt wordt opgenomen voor een complicatie van een heelkundige behandeling, zoals een colonresectie voor een intestinale tumor, en de behandeling is gericht op de complicatie, dan wordt de complicatie als hoofddiagnose geregistreerd met de bestaande tumor als nevendiagnose. Wanneer een patiënt wordt opgenomen voor de behandeling van persisterende pijn te wijten aan het neoplasma, registreer dan het neoplasma (primair of secundair) als hoofddiagnose. Er is in de ICD-9-CM geen code voor persisterende pijn; daarom wordt persisterende pijn geclassificeerd onder de oorzaak ervan. Wanneer een patiënt wordt opgenomen voor de behandeling van toxische neveneffecten van chemotherapie, dan codeert men deze neveneffecten zoals oncontroleerbaar braken of leukopenie als hoofddiagnose met de betreffende E-code voor het oorzakelijk geneesmiddel. 13. Als er sprake is van een opname voor vergiftiging, dan moet de vergiftigingcode altijd op de eerste plaats gecodeerd worden. Als nevendiagnose kan daarnaast de klinische symptomatologie of manifestatie van de vergiftiging gecodeerd worden, in gevallen waar die gespecificeerd is. Cerebrale anoxie t.g.v. overdosis aan barbituraten: Hoofddiagnose: Vergiftiging met barbituraten Nevendiagnose: Cerebrale anoxie xiii

16 14. Wanneer de diagnose die het ziekenhuisverblijf heeft gewettigd een complicatie van medische of heelkundige behandelingen is, dan wordt deze complicatie gecodeerd als hoofddiagnose. Postoperatieve complicaties, die men niet terugvindt in de categorieën , moet men gaan zoeken onder de categorieën Voorbeelden: Postoperatief longoedeem: Postoperatieve tromboflebitis: Wanneer de complicatie door de complicatiecode ( ) onvoldoende gespecificeerd is, mag men een aanvullende code uit andere categorieën gebruiken om de complicatie te specificeren. 15. Complicaties van zwangerschap, bevalling of kraambed Sommige aandoeningen uit de categorieën en worden herhaald in de categorieën (Hoofdstuk Verloskunde) voor die gevallen waar ze een complicatie vormen van zwangerschap, bevalling of kraambed. In die gevallen wordt de code uit de categorieën als hoofddiagnose gecodeerd. Codes uit andere hoofdstukken kunnen ter aanvulling gebruikt worden om de aandoening beter te specificeren. Diabetisch coma bij zwangere: Hoofddiagnose: Diabetes mellitus tijdens de zwangerschap Nevendiagnose: Diabetisch coma xiv

17 Het begrip nevendiagnose Nevendiagnosen zijn aandoeningen die tijdens een bepaald verblijf naast de hoofddiagnose aanwezig zijn of zich tijdens het verblijf ontwikkelen en die een impact hebben op de patiëntenzorg binnen dat verblijf. Het coderen van nevendiagnosen is van belang omdat deze bepalend zijn voor de zwaarte van het verblijf van de patiënt in een ziekenhuis(dienst). Onder nevendiagnosen verstaat men die aandoeningen, die een impact kunnen hebben op de zorgverstrekking binnen een ziekenhuisverblijf, door een van de volgende factoren: - klinische evaluatie - therapeutische behandeling - diagnostische onderzoeken of ingrepen - verlenging van de verblijfsduur - meer verpleegkundige verzorging en/of bewaking. Voorbeelden: Complicaties van de hoofddiagnose Complicaties van medisch en chirurgisch handelen Geassocieerde pathologieën Zware antecedenten Te volgen problemen Diagnosen van een vroeger verblijf, die geen verband houden met het huidig ziekenhuisverblijf gelden niet als nevendiagnosen. Diagnosen die geen impact hebben op de zorgenverstrekking van de patiënt gedurende het ziekenhuisverblijf, worden NIET geregistreerd, ook al zijn ze nog aanwezig. Een patiënt wordt opgenomen met een acuut myocardinfarct en de behandelende arts vermeldt bij ontslag in de anamnesegegevens een status post cholecystectomie en een vroegere opname voor een pneumonie. Enkel het myocardinfarct wordt geregistreerd aangezien de andere diagnosen irrelevant zijn binnen het huidig verblijf. Diagnosen die niet gedocumenteerd worden in het medisch dossier worden niet geregistreerd tenzij na navraag bij de behandelende arts de nodige informatie wordt toegevoegd, zodat deze diagnosen wel beantwoorden aan de registratiecriteria. xv

18 Een 10-jarig jongetje wordt opgenomen met een open tibia- en fibulafractuur t.g.v. een fietsongeluk. Bij klinisch onderzoek bemerkt de arts tevens een naevus op het been en een kleine asymptomatishe liesbreuk. De fractuur wordt gereduceerd met een interne fixatie, maar noch de naevus, noch de liesbreuk worden tijdens het verblijf behandeld of verder geëvalueerd. De naevus en hernia worden niet geregistreerd aangezien er geen enkele indicatie is dat deze diagnosen enig impact hebben op de zorgverstrekking binnen dit verblijf. Meestal gaat het om actieve pathologieën en niet om inactieve antecedenten. Zo moeten bijvoorbeeld chronische systeemaandoeningen meestal gecodeerd worden ook al gebeurt er geen specifieke interventie of verdere evaluatie voor. Voorbeelden: Diabetes, Parkinson en arteriële hypertensie worden beschouwd als actieve pathologieën. Deze chronische systeemaandoeningen dienen meestal als nevendiagnose geregistreerd te worden, aangezien zij meestal een continue klinische evaluatie of monitoring vereisen gedurende het verblijf en eveneens bijkomende verpleegkundige zorgen kunnen vragen. Een chronische obstructieve longaandoening moet als nevendiagnose geregistreerd worden. Een pneumonie van twee jaar geleden daarentegen is een antecedent dat niet relevant is binnen de betreffende verblijfsregistratie. Andere aandoeningen zoals blindheid, status post amputatie en perifeer vasculair lijden, die aanwezig zijn op het moment van de opname en die een impact hebben op de patiëntenzorg moeten geregistreerd worden aangezien zij bijkomende verpleegkundige of andere zorgen kunnen vragen. Voorbeelden: Een 30-jarige patiënte wordt opgenomen voor een mastectomie omwille van een borstcarcinoom. De verpleging meldt dat door haar blindheid de patiënte meer verpleegkundige zorgen en supervisie vereist. De blindheid wordt als nevendiagnose geregistreerd aangezien deze bijkomende verpleegkundige zorgen vraagt. Een 60-jarige diabetespatiënt wordt vanuit een rusthuis doorverwezen voor de behandeling van een decubitus ulcus. De patiënt heeft in het verleden een amputatie van het onderbeen ondergaan wegens een perifere vasculaire aandoening en heeft daardoor extra verpleegkundige ondersteuning nodig. Deze aandoening vraagt bijkomende verpleegkundige zorgen en wordt als nevendiagnose geregistreerd. Diagnosen zoals myopie of acne kunnen aanwezig zijn op het moment van de opname, maar hebben geen invloed op het huidig verblijf. Zij worden dan ook niet geregistreerd. xvi

19 Nochtans kunnen bepaalde antecedenten vermeld worden als nevendiagnose, enkel indien ze relevant zijn in het kader van de huidige zorgenverstrekking. Dat gebeurt dan niet d.m.v. een gewone ICD-9-CM code maar via bepaalde V-codes (zie verder). Een anamnese met een in het verleden behandeld carcinoma, bijvoorbeeld, is meestal belangrijk voor de verklaring van een aantal onderzoeken die werden verricht of waarom een patiënt werd opgenomen voor follow-up onderzoek, of waarom een patiënt wordt geëvalueerd op basis van een significante familiale anamnese. Aandoeningen die een integraal deel uitmaken van een ziekteproces worden NIET geregistreerd als nevendiagnose. Voorbeelden: Een patiënt wordt opgenomen met nausea en braken ten gevolge van een infectieuze gastro-enteritis. Nausea en braken zijn de algemeen voorkomende symptomen van een infectieuze gastro-enteritis en worden niet geregistreerd als nevendiagnose. Een patiënt wordt opgenomen met zware gewrichtspijnen en reumatoïde arthritis. Gewrichtspijn is een typisch onderdeel van reumatoïde arthritis en wordt niet geregistreerd. Aandoeningen die geen integraal deel uitmaken van een ziekteproces: nevendiagnosen die niet algemeen voorkomen bij een bepaald ziekteproces moeten geregistreerd worden indien aanwezig. Voorbeelden: Een patiënt wordt opgenomen met een CVA. De patiënt verkeerde in coma en kwam slechts langzaam tot bewustzijn. Bij ontslag wordt CVA met coma geregistreerd. In dit geval wordt coma gecodeerd als nevendiagnose omdat coma niet altijd voorkomt bij een CVA. Een jongen wordt opgenomen met 41 koorts tengevolge van een acute pneumonie. Door de hoge koorts doet hij de eerste dag convulsies. Zowel de convulsies als de pneumonie worden geregistreerd aangezien convulsies niet algemeen voorkomen bij een pneumonie. Koorts is evenwel steeds geassocieerd met pneumonie en wordt niet gecodeerd. Codes uit de categorieën , voor niet-specifieke abnormale bevindingen (labo-, RX-, anatomopathologie- en andere diagnostische uitslagen) worden enkel gecodeerd wanneer de behandelende arts geen gerelateerde diagnose heeft gesteld en deze abnormale bevinding als klinisch relevant beschouwt door ze in de diagnosestelling weer te geven. xvii

20 De codeerder mag zelf nooit een diagnosecode toekennen louter op basis van een abnormale bevinding. Een waarde die hoger of lager is dan de normale waarde wijst niet noodzakelijk op een aandoening of stoornis. Er zijn vele factoren die de waarde van een resultaat kunnen beïnvloeden, zoals de wijze waarop een staal wordt genomen, de recipiënt waarin het staal wordt opgevangen, de manier waarop het staal naar het labo wordt gebracht, de ijking van de meettoestellen,... Wanneer de bevindingen duidelijk buiten de normale marge liggen en de arts andere diagnostische onderzoeken heeft aangevraagd of een behandeling heeft ingesteld zonder vermelding van een geassocieerde diagnose, dan moet aan de behandelende arts gevraagd worden of er een diagnose moet worden aan toegevoegd of dat de abnormale bevinding mag geregistreerd worden. Toevallige bevindingen op een RX, zoals bijvoorbeeld een asymptomatische hernia diafragmatica of een divertikel worden niet geregistreerd, tenzij er een verdere evaluatie of behandeling plaatsvond. Voorbeelden: Een hypokaliëmie behandeld met intraveneus of oraal kalium is klinisch significant en moet bevraagd worden bij de behandelende geneesheer indien er geen gerelateerde diagnose werd weergegeven. Een hematocriet van 28 %, zelfs indien asymptomatisch en niet behandeld, wordt verder geëvalueerd met seriële hematocrietbepalingen. Aangezien de waarde sterk afwijkt van de normale waarde en er een verdere opvolging gebeurt, moet men bij de behandelende arts navragen of er een geassocieerde diagnose moet vermeld worden. Een routine preoperatieve RX-thorax bij een oudere patiënt toont een wervelindeuking. De patiënt is asymptomatisch en er wordt geen verdere evaluatie of behandeling uitgevoerd. Dit is een frequent voorkomende bevinding bij oudere patiënten en is klinisch irrelevant binnen het huidig verblijf. In afwezigheid van een cardiaal probleem, is een geïsoleerde elektrocardiografisch vastgestelde bundeltakblok veelal niet klinisch significant, terwijl een Mobitz II blok belangrijke implicaties kan hebben op de patiëntenzorg en dan ook moet nagevraagd worden bij de behandelende arts. De arts vermeldt een verhoogde sedimentatie in het medisch dossier. Ondanks verdere evaluatie heeft hij geen definitieve diagnose kunnen stellen in de loop van het verblijf en beschouwt de abnormale bevinding als een klinisch significant probleem. Code Elevated sedimentation rate moet geregistreerd worden. xviii

21 SAMENVATTING Symptoom Diagnose gesteld Symptoom Vermoedelijke diagnose Symptoom Geen diagnose Geen vermoeden Symptoom Twee of meer diagnostische hypothesen 2 of meer diagnosen Acuut + Chronisch Sequellen Observatie negatief Meerdere brandwonden Neoplasmata - Chemo- en Radiotherapie Vergiftiging Complicatie van medische of heelkundige behandeling Complicatie van zwangerschap Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Hoofddiagnose Diagnose Vermoedelijke diagnose Symptoom Symptoom Diagnose 1 of Diagnose 2 of Diagnose 3 Acuut Aard van het restletsel V71.x Brandwonde met de zwaarste graad Cfr. tabel Vergiftiging Codes of Complicatiecodes Complicatiecodes Nevendiagnose Nevendiagnose Nevendiagnose Nevendiagnose Nevendiagnose Twee of meer diagnostische hypothesen Chronisch Oorzaak van het restletsel Klinische symptomen of Manifestatie Eventuele codes xix

22

23 ICD-9-CM Formaat, Conventies en Basisregels

24

25 1. ICD-9-CM Formaat De International Classification of Diseases, 9th Revision, Clinical Modification (ICD-9-CM) is gebaseerd op de negende herziening van de Manual of the International Classification of Diseases (ICD-9) van de Wereld Gezondheids- Organisatie (WHO). De letters CM staan voor Clinical Modification, wat aangeeft dat deze afgeleide classificatie vooral bedoeld is voor gebruik in ziekenhuizen (ziekenhuismorbiditeit). ICD-9-CM wordt uitgegeven in drie volumes. Volume 1 is een Systematische Lijst van Diagnosen, Volume 2 is een Alfabetische Lijst van Diagnosen, en Volume 3 is een Systematische Lijst en een Alfabetische Lijst van Ingrepen. 1.1 Systematische Lijst van Diagnosen (Volume 1) Het systematisch classificatiesysteem van diagnosen bestaat uit 17 hoofdstukken (cfr. Figuur 1.1: Table of Contents, Diseases: Tabular List Volume 1 ). Ongeveer de helft van de hoofdstukken classificeert de aandoeningen in functie van het aangetaste orgaansysteem. De overige hoofdstukken classificeren de aandoeningen in functie van de etiologie. Hoofdstuk 8 Diseases of the Respiratory System betreft enkel de aandoeningen van het ademhalingsstelsel. Hoofdstuk 2 Neoplasms omvat de neoplasmata van alle orgaansystemen. Elk hoofdstuk is als volgt gestructureerd: Secties (groepen van driecijferige categorieën); Categorieën (driecijferige codes); Subcategorieën (viercijferige codes) en Vijfcijferige onderverdelingen (vijfcijferige codes). Diagnosen die betrekking hebben op eenzelfde lokalisatie staan gewoonlijk onder eenzelfde sectie gerangschikt. Secties zijn verder onderverdeeld in categorieën. bestaat uit drie cijfers, en wordt categorie genoemd. De basiscode voor diagnosen De meeste categorieën zijn op hun beurt onderverdeeld in subcategorieën en eventueel verder in vijfcijferige onderverdelingen. Een decimaal punt scheidt de basiscode van zijn onderverdelingen (bijvoorbeeld ). 1-1

26 1. INFECTIOUS AND PARASITIC DISEASES ( ) (hoofdstuk) INTESTINAL INFECTIOUS DISEASES ( ) (sectie) 001 Cholera (categorie) Due to Vibrio cholerae (subcategorie) Due to Vibrio cholerae el tor Cholera, unspecified Other salmonella infections (categorie) Localized salmonella infections (subcategorie) Salmonella meningitis (vijfcijferige onderverdeling) Figuur 1.1: Table of Contents, Diseases: Tabular List Volume 1 1. Infectious and Parasitic Diseases Neoplasms Endocrine, Nutritional, and Metabolic Diseases Diseases of the Blood and Blood-Forming Organs Mental Disorders Diseases of the Nervous System and Sense Organs Diseases of the Circulatory System Diseases of the Respiratory System Diseases of the Digestive System Diseases of the Genitourinary System Complications of Pregnancy, Childbirth, and the Puerperium Diseases of the Skin and Subcutaneous Tissue Diseases of the Musculoskeletal System and Connective Tissue Congenital Anomalies Certain Conditions Originating in the Perinatal Period Symptoms, Signs, and Ill-Defined Conditions Injury and Poisoning

27 Aanvullende classificaties Naast de hoofdclassificatie zijn er twee aanvullende classificaties in de ICD-9-CM: Factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden en contacten met gezondheidsdiensten (V-codes) en Uitwendige oorzaken van letsel en vergiftiging (E-codes). Elke aanvullende classificatie bestaat uit alfanumerieke codes, die respectievelijk beginnen met de letter V en E. De letters V en E moeten de numerieke code altijd voorafgaan om deze te onderscheiden van het gewone classificatiesysteem. Appendixen Volume 1 heeft een aantal appendixen die bijkomende informatie leveren, waaronder: Appendix A: Morphology of Neoplasms (M-codes) (zie verder Hoofdstuk 15 Nieuwvormingen ) Appendix B: Glossary of Mental Disorders Deze appendix geeft een verdere definiëring van de diagnostische omschrijvingen van Hoofdstuk 5 Mental Disorders. 1.2 Alfabetische Lijst van Diagnosen (Volume 2) Een duidelijk inzicht in het formaat van de Alfabetische Lijst (Volume 2) is een absolute vereiste voor een accurate codering. Hoofdtermen De Alfabetische Lijst is georganiseerd in functie van hoofdtermen (main term). Deze staan alfabetisch gerangschikt, beginnen met een hoofdletter en zijn vet gedrukt. Anorexia hysterical nervosa Modificatoren De hoofdterm kan gevolgd worden door een aantal termen tussen ronde haakjes (cfr. Conventies: 2.3 Leestekens). Het al dan niet aanwezig zijn van deze termen in de omschrijving van de diagnose, heeft geen invloed op de keuze van de code. Zij worden niet-essentiële modificatoren genoemd. 1-3

28 Deaf mutism (acquired) (congenital) NEC endemic 243 hysterical syphilitic, congenital De essentiële modificatoren (subterms) zijn termen die wel invloed hebben op de keuze van de code. Ze staan eveneens alfabetisch gerangschikt (met uitzondering van with of without ) onder de hoofdterm, met één standaardindentering. Meer specifieke modificatoren (sub-subterms) staan nog verder naar rechts geïndenteerd, altijd één standaardindentering verder dan het vorige niveau. Rabies 071 (main term) contact V01.5 (subterm) exposure to V01.5 (subterm) inoculation V04.5 (subterm) reaction - see Complications, vaccination vaccination, prophylactic (against) V04.5 (sub- subterm) (subterm) Lange uitdrukkingen worden voortgezet op de volgende regel (carryover lines), en springen twee standaardindenteringen in t.o.v. de vorige regel, om hen te onderscheiden van de essentiële modificatoren (subterms). Decompensation cardiac (acute) (chronic) (see also Disease, heart) (carryover line)... Opzoeken van hoofdtermen In het deel Diagnosen van de Alfabetische Lijst geven hoofdtermen over het algemeen ziektetoestanden weer. Zo is acute appendicitis gerangschikt onder Appendicitis, acute, en stress fractuur onder Fracture, stress. Er zijn echter een aantal uitzonderingen op deze algemene regel, waaronder: De meeste complicaties van medisch en chirurgisch handelen zijn gerangschikt onder: Complications Congenitale aandoeningen zijn, eerder dan onder de aandoening, vaak gerangschikt onder de hoofdterm: Anomaly 1-4

29 Verloskundige aandoeningen vindt men voornamelijk terug onder de hoofdtermen: Delivery Labor Pregnancy Puerperal Late gevolgen van aandoeningen worden vermeld onder: Late, effect(s) (of) Factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden en contacten met gezondheidsdiensten (V-codes) vindt men onder de hoofdtermen: Admission Aftercare Examination History of Observation Problem (with) Status Vaccination Uitwendige oorzaken van ongevalsletsels en vergiftigingen (E-codes) staan gerangschikt in een apart deel van Volume 2 (Index to external causes), onder hoofdtermen zoals: Accident Assault Burning Collision Falling Fire Jumping Poisoning 1.3 Systematische Lijst en Alfabetische Lijst van Ingrepen Volume 3 bestaat uit de Systematische Lijst en de Alfabetische Lijst van Ingrepen. Het formaat en de gebruiksregels zijn dezelfde als die voor Volume 1 en 2 van Diagnosen, behalve dat ingrepencodes bestaan uit twee cijfers gevolgd door een decimaal punt en één of twee aanvullende cijfers (maximaal viercijferige onderverdelingen bij de Ingrepen, in tegenstelling tot vijfcijferige onderverdelingen bij de Diagnosen). Systematische Lijst van Ingrepen De Systematische Lijst van Ingrepen is, volgens hetzelfde principe als Diagnosen, in hoofdstukken verdeeld: ingrepen die betrekking hebben op hetzelfde orgaansysteem staan over het algemeen gerangschikt in hetzelfde hoofdstuk. 1-5

30 Ingrepen die betrekking hebben op eenzelfde lokalisatie staan gewoonlijk onder eenzelfde sectie gerangschikt. 1. OPERATIONS ON THE NERVOUS SYSTEM (01-05) (hoofdstuk) 01 Incision and excision of skull, brain, and cerebral meninges (sectie) 01.0 Cranial puncture Cisternal puncture Alfabetische Lijst van Ingrepen In de Alfabetische Lijst van Ingrepen geven de hoofdtermen eerder de aard van de operatie aan dan wel het betrokken orgaanstelsel of de anatomische streek waarop wordt ingegrepen. Arthroscopy ankle elbow finger foot

31 2. Conventies ICD-9-CM volgt bepaalde conventies, waaronder: Instructies; Verwijzingen; Leestekens; Afkortingen; Koppelwoorden en Symbolen. Een duidelijk inzicht in deze conventies is van fundamenteel belang voor een accurate codering. 2.1 Instructies Instructies geven aan of bepaalde aandoeningen al dan niet onder een betreffende onderverdeling (hoofdstuk, sectie, categorie, subcategorie, code) horen. Dit gebeurt voornamelijk d.m.v. inclusion en exclusion. Het is uitermate belangrijk de inclusies en de exclusies na te gaan. Instructies in het begin van een hoofdstuk of sectie slaan op alle codes binnen dit hoofdstuk of deze sectie. Instructies onder een hoofdstuktitel, een sectietitel of een vorige categorie, worden niet herhaald. De codeerder moet er dus aan denken dat instructies voor de betreffende code op een vorige pagina kunnen staan. Om de code Senile dementia, uncomplicated juist te gebruiken, moet men de inhoud kennen van de vier instructies onder: Includes de sectie Psychoses ( ); Organic psychotic conditions ( ); de categorie 290 Senile and presenile organic psychotic conditions en de subcategorie Senile dementia, uncomplicated. Inclusies beginnen met het woord Includes enkel indien zij achter een categoriecode, hoofdstuk of sectie staan. Naast de term Includes staan die diagnosen/ingrepen vermeld waarvan men wenst te expliciteren dat ze onder de betreffende onderverdeling horen. Inclusies zijn niet exhaustief. Zij bieden de codeerder enkel richtlijnen of voorbeelden van inclusies, vooral daar waar de omschrijving in de Systematische Lijst niet toepasselijk lijkt. 2-1

32 Categorie 216 Benign neoplasm of skin Includes: blue nevus dermatofibroma hydrocystoma pigmented nevus syringoadenoma syringoma Code Skin of other and unspecified parts of face Cheek, external Nose, external Eyebrow Temple Excludes Exclusies beginnen altijd met het woord Excludes, omkaderd en cursief gedrukt: Excludes: Er zijn drie verschillende types van exclusies met drie verschillende betekenissen. 1. In de meest algemene betekenis, geven exclusies omschrijvingen van ziekten/ingrepen weer, die moeten gecodeerd worden met een andere code dan diegene waaronder ze als exclusie vermeld staan. Links naast elke exclusie staat tussen haakjes de code waaronder de betreffende diagnose/ingreep dient gecodeerd te worden Acute cholecystitis Excludes: that with acute and chronic cholecystitis (575.12) choledocholithiasis (574.3) choledocholithiasis and cholelithiasis (574.6) cholelithiasis (574.0) 2. Sommige exclusies hebben een andere betekenis en moeten dan ook anders geïnterpreteerd worden. Dit andere type van exclusies duidt aan dat twee aandoeningen die hetzelfde lijken, totaal anders gecodeerd worden in functie van de etiologie. Eenzelfde aandoening kan aldus anders gecodeerd worden in functie van de volgende criteria: congenitaal - verworven 734 Flat foot Excludes: congenital (754.61) besmettelijk - niet besmettelijk Acute pancreatitis Excludes: mumps pancreatitis (072.3) 2-2

33 traumatisch - niet traumatisch Other spontaneous pneumothorax Excludes: pneumothorax: congenital (770.2) traumatic ( , ) tuberculous, current disease (011.7) verloskundig - niet verloskundig Opmerking: Old laceration of cervix Excludes: current obstetrical trauma (665.3) Het overgrote deel van de besmettelijke ziekten kan men terugvinden in het hoofdstuk Infectious and parasitic diseases ( ). De meeste aangeboren afwijkingen staan onder het hoofdstuk Congenital anomalies ( ). Traumatische letsels vindt men terug onder het hoofdstuk Injury and poisoning ( ). Het hoofdstuk Complications of pregnancy, childbirth, and the puerperium ( ), is voorbehouden voor verloskundige pathologie. 3. Een derde betekenis van exclusies is dat de code waaronder de exclusies staan, de aandoening niet volledig omschrijft, aangezien een deel van de aandoening niet omvat is in de code. In dit geval moet de voorgestelde code in de exclusie op de eerste plaats gecodeerd worden, indien deze aandoening aanwezig is. Voorbeelden: Arteriosclerotische cardiovasculaire aandoeningen: Generalized and unspecified atherosclerosis Excludes: arteriosclerotic cardiovascular disease [ASCVD] (429.2) Cardiovascular disease, unspecified Arteriosclerotic cardiovascular disease [ASCVD] Cardiovascular arteriosclerosis Cardiovascular: degeneration } disease } (with mention of arteriosclerosis) sclerosis } Use additional code, if desired, to identify presence of arteriosclerosis 2-3

34 Code sluit arteriosclerotische aandoeningen uit. Code geeft aan dat een aanvullende code mag gebruikt worden om de aanwezigheid van arteriosclerosis weer te geven. Op het eerste zicht lijken deze instructies tegenstrijdig, doch in de omschrijving van code zit de arteriosclerosis niet vervat, ook al staat in de inclusies dat de code deze aandoening omvat indien er sprake is van arteriosclerosis. De bedoeling van de exclusie onder is aan te tonen dat deze code geen hartaandoeningen omvat en dat beide codes moeten geregistreerd worden. Code Cardiovascular disease, unspecified wordt eerst gecodeerd. Code Generalized and unspecified atherosclerosis mag als aanvullende code gebruikt worden. Ischemische hartaandoeningen met hypertensie: HYPERTENSIVE DISEASE ( ) Excludes: that involving coronary vessels ( ) ISCHEMIC HEART DISEASE ( ) Includes: that with mention of hypertension Use additional code, if desired, to identify presence of hypertension ( ) De exclusie onder de sectietitel Hypertensive disease is eveneens geen exclusie in de klassieke betekenis, maar geeft weer dat bij Hypertensie bij ischemische hartaandoeningen de codes Ischemic heart disease op de eerste plaats moeten gecodeerd worden en dat de codes Hypertensive disease als aanvullende codes mogen gebruikt worden om de hypertensie weer te geven. Cerebrovasculaire aandoeningen met hypertensie: 401 Essential hypertension Excludes: that involving vessels of: brain ( ) CEREBROVASCULAR DISEASE ( ) Includes: with mention of hypertension (conditions classifiable to ) Use additional code, if desired, to identify presence of hypertension Ook hier is de exclusie onder categorie 401 Essential hypertension geen klassieke exclusie. Men moet deze exclusie als volgt interpreteren: de codes onder categorie 401 mogen gebruikt worden samen met een code uit de categorieën Cerebrovascular disease, maar deze laatste moeten altijd op de eerste plaats komen, d.w.z. vóór de code uit de categorie

35 Note Nota s, al dan niet voorafgegaan door het woord Note, geven vaak instructies voor het gebruik van een vijfde cijfer of bieden richtlijnen bij het coderen door de inhoud van de categorie te definiëren. In de Alfabetische Lijst staan diezelfde Notes, omkaderd en cursief gedrukt. Voorbeelden: Onderverdeling van het vijfde cijfer bij Complications mainly related to pregnancy ( ): COMPLICATIONS MAINLY RELATED TO PREGNANCY ( ) The following fifth-digit subclassification is for use with categories to denote the current episode of care: 0 unspecified as to episode of care or not applicable 1 delivered, with or without mention of antepartum condition 2 delivered, with mention of postpartum complication 3 antepartum condition or complication 4 postpartum condition or complication De nota in het begin van de sectie over fracturen ( ) geeft informatie over de terminologie die gebruikt wordt om weer te geven dat het om een open of gesloten fractuur gaat. In de Alfabetische Lijst staat, onder de hoofdterm 'Fracture, de informatie over open en gesloten fracturen omkaderd en in italic. Code first De instructie Code first underlying condition (Codeer eerst de eraan ten grondslag liggende ziekte) impliceert dat de onderliggende pathologie op de eerste plaats moet gecodeerd worden. In de Systematische Lijst van Diagnosen (Volume 1) staan de code en de omschrijving cursief gedrukt om aan te tonen dat de onderliggende pathologie eerst moet gecodeerd worden. De cursief gedrukte code moet altijd volgen na de code voor de onderliggende aandoening en kan dus nooit gebruikt worden als hoofddiagnose Pneumonia in anthrax Code first underlying disease (022.1) 2-5

36 In de Alfabetische Lijst (Volume 2) wordt de cursief gedrukte code tussen haakjes gezet na de code voor de onderliggende pathologie. Deze conventie geeft weer dat beide aandoeningen moeten gecodeerd worden in de volgorde die is weergegeven. Pneumonia anthrax [484.5] Pneumonia bij anthrax wordt dus als volgt gecodeerd: Hoofddiagnose: Pulmonary anthrax Nevendiagnose: Pneumonia in anthrax Code also In de Systematische Lijst van Ingrepen (Volume 3) is de instructie Code also een hulp om geassocieerde ingrepen niet te vergeten coderen indien ze effectief werden uitgevoerd Colostomy Code also any synchronous resection (45.49, , 45.8) Deze instructie herinnert eraan dat een gelijktijdige resectie van het colon ook moet gecodeerd worden indien deze werd uitgevoerd. Use additional code, if desired De instructie Use additional code, if desired (Gebruik desgewenst aanvullende code of bijkomende codering voor) betekent dat een aanvullende code nodig kan zijn om de aandoening volledig te omschrijven. De term if desired (desgewenst) moet men eigenlijk negeren; er moet een aanvullende code gebruikt worden indien de aandoening aanwezig is. 595 Cystitis Use additional code, if desired, to identify organism, such as Escherichia coli [E. Coli] (041.4) Dit betekent dat een aanvullende code moet gebruikt worden om het oorzakelijk organisme weer te geven wanneer dit organisme geïdentificeerd werd. 2-6

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 2)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 2) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie april 2017 (nr. 2) FOD Volksgezondheid Publicatie april 2017 (nr. 2) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2017 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN

HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN OVERZICHT - Vele symptomen en tekenen worden in hoofdstuk 18 van ICD-10-CM geclassificeerd wanneer zijn veroorzaakt kunnen worden door verschillende

Nadere informatie

FEEDBACK DSM-IV code combinaties

FEEDBACK DSM-IV code combinaties FEEDBACK DSM-IV code combinaties Populatie: Beëindigde verblijven in de Minimale Psychiatrische Gegevens 2004 (N= 88551) Sectoren: Psychiatrische ziekenhuizen (PZ) en psychiatrische afdelingen van algemene

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4 DE MEDISCHE GEGEVENS VAN DE MINIMALE ZIEKENHUIS GEGEVENS

HOOFDSTUK 4 DE MEDISCHE GEGEVENS VAN DE MINIMALE ZIEKENHUIS GEGEVENS HOOFDSTUK 4 DE MEDISCHE GEGEVENS VAN DE MINIMALE ZIEKENHUIS GEGEVENS OVERZICHT De registratie van de Medische Gegevens van de Minimale Ziekenhuisgegevens (MZG-MG) bij ontslag worden gebruikt om de gegevens

Nadere informatie

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie mei 2016 (deel 3)

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie mei 2016 (deel 3) Codeeradviezen Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie mei 2016 (deel 3) FOD Volksgezondheid Publicatie mei 2016 (Deel 3) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015 1

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 3 25

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 3 25 Hoofdstuk 3:... 26 ICD-10-CM conventies... 26 1. Inleiding... 27 2. Instructienota s... 27 2.1. Algemene instructienota s... 27 2.2. Inclusienota s en exclusienota s... 27 2.2.1. Inclusienota s... 28 2.2.2.

Nadere informatie

MINIMALE KLINISCHE GEGEVENS

MINIMALE KLINISCHE GEGEVENS MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEIDEN LEEFMILIEU BESTUUR VAN DE GEZONDHEIDSZORG Bestuursdirectie Gezondheidszorgbeleid MINIMALE KLINISCHE GEGEVENS DEFINITIE VAN DE HOOFDDIAGNOSE JANUARI 1999

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak 1. Veld 31: A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH Veld 31 A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH behoort tot het bestand STAYHOSP in domein 3 van de administratieve gegevens.

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 4 37

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 4 37 Hoofdstuk 4:... 38 Het registreren van de diagnosen en de procedures in de MG-MZG... 38 1. Inleiding... 39 2. medische gegevens in de registratie... 39 3. De hoofddiagnose van het verblijf en de geverifieerde

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie maart 2016 (deel 1)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie maart 2016 (deel 1) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie maart 2016 (deel 1) FOD Volksgezondheid Publicatie maart 2016 (Deel 1) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeerproblemen gesteld in 2001. November 2002 CODEERHANDLEIDING 2001

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeerproblemen gesteld in 2001. November 2002 CODEERHANDLEIDING 2001 Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-9-CM codering. Codeerproblemen gesteld in 2001. November 2002 CODEERHANDLEIDING 2001 UNIVERSITAIRE COORDINATOREN Dr. Eric. Baert Universitair

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 7 64

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 7 64 Hoofdstuk 7:... 65 Basis ICD-10-CM codeerregels... 65 1. Inleiding... 66 2. Gebruik zowel de alfabetische als de systematische lijst... 66 3. Gebruik enkel codes met de hoogste graad aan detail... 66 4.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5:... 50 Het patientendossier als referentiedocument... 50 1. Inleiding... 51 2. Inhoud van het patientendossier... 52

Hoofdstuk 5:... 50 Het patientendossier als referentiedocument... 50 1. Inleiding... 51 2. Inhoud van het patientendossier... 52 Hoofdstuk 5:... 50 Het patientendossier als referentiedocument... 50 1. Inleiding... 51 2. Inhoud van het patientendossier... 52 Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 5 49 Hoofdstuk 5: Het patientendossier

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 1)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 1) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie april 2017 (nr. 1) FOD Volksgezondheid Publicatie april 2017 (nr. 1) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2017 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente 20 maart 2015 Ziekenhuisgroep Twente T.a.v. mw. Eggert en dhr. Gorgels Postbus 7600 7600 SZ Almelo Introductie In deze rapportage

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE

HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE OVERZICHT - ICD-10-CM en ICD-10-PCS werden ontwikkeld om ICD-9-CM te vervangen - De overstap naar ICD-10-CM is noodzakelijk omwille

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 6 55

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 6 55 Hoofdstuk 6... 56 Basisstappen in de ICD-10-CM codering... 56 1. Inleiding... 57 2. Lokaliseer de vermelding van de code in de alfabetische lijst... 57 3. Verifieer de code in de systematische lijst...

Nadere informatie

CODEERHANDBOEK ICD-9-CM

CODEERHANDBOEK ICD-9-CM federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement CODEERHANDBOEK ICD-9-CM

Nadere informatie

HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING

HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING

Nadere informatie

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen De Praktijk Index Rembrandtlaan 31 3723 BG Bilthoven 030-244 0326 www.depraktijkindex.nl maart 2016 Introductie In deze rapportage worden de

Nadere informatie

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juni 2016 (deel 5)

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juni 2016 (deel 5) Codeeradviezen Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juni 2016 (deel 5) FOD Volksgezondheid Publicatie juni 2016 (Deel 5) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015

Nadere informatie

HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING

HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING Federale OverheidsDienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement HANDBOEK ICD-9-CM-CODERING

Nadere informatie

APR-DRG (versie 15.0)

APR-DRG (versie 15.0) APR-DRG (versie 15.0) Met de AP-DRG s (All Patient Diagnosis Related Groups) kan de ernst van de aandoening, zoals gedefinieerd door de artsen (de ernst van de pathologie, de prognose, het risico op overlijden,

Nadere informatie

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juli 2017 (nr. 4)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie juli 2017 (nr. 4) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juli 2017 (nr. 4) FOD Volksgezondheid Publicatie juli 2017 (nr. 4) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2017 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

HOOFDSTUK 12 Z CODES EN UITWENDIGE OORZAAK CODES

HOOFDSTUK 12 Z CODES EN UITWENDIGE OORZAAK CODES HOOFDSTUK 12 Z CODES EN UITWENDIGE OORZAAK CODES OVERZICHT - Z codes en uitwendige oorzaak codes hebben hetzelfde formaat en conventies als alle andere codes. - Bepaalde Z codes worden in specifieke situaties

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens. Het bestand Gegevens over de diagnoses 1. Het bestand Gegevens over de diagnoses 1.1. NAAM XXX-Z-VERS-M-DIAGNOSE-YYYY-PP.TXT Voorbeeld: 001-Z-1.0-M-DIAGNOSE-2007-01.TXT

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 9 103

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 9 103 Hoofdstuk 9:... 104 Basisstappen van de ICD-10-PCS codering... 104 1. Inleiding... 105 2. Lokaliseer de hoofdtermen in de alfabetische lijst... 105 3. Gebruik de toepasselijke tabel... 106 4. Codeervoorbeelden...

Nadere informatie

23 april 2015 Dr. Luc Belmans (RZ Tienen)

23 april 2015 Dr. Luc Belmans (RZ Tienen) 23 april 2015 Dr. Luc Belmans (RZ Tienen) Pentalfa sessie ICD-10-BE Wat gaan de codeurs u vragen als ziekenhuisarts? Agenda Waarom gaan de codeurs u vragen stellen? Wanneer gaan de codeurs u vragen stellen?

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van de aanwezigheid bij opname

Bijkomende informatie voor de registratie van de aanwezigheid bij opname Bijkomende informatie voor de registratie van de aanwezigheid bij opname Deze variabele M1_PRESENT_ADM, veld 9 van het bestand DIAGNOSE in domein 5 van de medische gegevens, combineert eigenlijk 2 soorten

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 1 1

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie 2015 - Hoofdstuk 1 1 Hoofdstuk 1:... 2 Achtergrond van de ICD-10-CM en ICD-10-PCS classificatie... 2 1. Inleiding... 3 2. De ontwikkeling van ICD-10-CM... 4 3. De ontwikkeling van ICD-10-PCS... 4 4. Motivering voor de overstap...

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie De volgende regel is steeds van toepassing geweest voor alle verblijven (met uitzondering van

Nadere informatie

Inhoud Voorwoord Algemene Richtlijnen Specifieke voorbeelden Referenties Bijlage

Inhoud Voorwoord Algemene Richtlijnen Specifieke voorbeelden Referenties Bijlage Inhoud Voorwoord ii Algemene Richtlijnen 1 1. Het begrip hoofddiagnose... 1 2. Het begrip nevendiagnose... 2 3. Definitie Laat Gevolg of Restletsel... 3 4. Registratie van ingrepen... 6 5. V-codes... 7

Nadere informatie

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus THEMA IV.3. Diabetes Mellitus Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a) en bovendien als hoofddiagnose

Nadere informatie

Handleiding Morfologiecodering in de LBZ Publicatie februari 2014

Handleiding Morfologiecodering in de LBZ Publicatie februari 2014 Handleiding Morfologiecodering in de LBZ Publicatie februari 2014 Codeerinstructie morfologie in de LBZ Met ingang van het registratiejaar 2014 vindt de morfologiecodering binnen de LBZ plaats aan de hand

Nadere informatie

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Een betrouwbare HSMR berekening is alleen mogelijk als ziekenhuizen volgens dezelfde regels, dus op uniforme wijze hun opnamen in de LMR (en diens opvolger

Nadere informatie

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 2 14

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 2 14 Hoofdstuk 2:... 15 Inleiding tot de ICD-10-CM classificatie... 15 1. Inleiding... 16 2. Het formaat... 16 3. Systematische lijst van aandoeningen en letsels... 16 4. Structuur van de ICD-10-CM codes...

Nadere informatie

Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheid verband houdende problemen

Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheid verband houdende problemen Internationale statistische classificatie van ziekten en met gezondheid verband houdende problemen Tiende Revisie Deel 1 Systematische lijst versie 2014 Deel 2 Handleiding voor het gebruik versie 2014

Nadere informatie

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper Inhoud 1. e hoofddiagnose van een specialisme... 1 1.1. Algemene regel... 1 1.2. Uitzonderingen... 1 2. e geverifieerde opnamediagnose... 2 2.1. Algemene

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE

HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE OVERZICHT - ICD-10-CM en ICD-10-PCS werden ontwikkeld om ICD-9-CM te vervangen - De overstap naar ICD-10-CM is noodzakelijk omwille

Nadere informatie

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C 10 C

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C 10 C C. Wervelkolom nhoudsopgave 1 C 2 C 3 C 4 C 5 C 6 C 7 C 8 C 9 C 1 C Congenitale aandoeningen... 1 Myelopathie (excl. trauma s van de wervelkolom)... 1 Mogelijke atlanto-axiale subluxatie... 1 Nekpijn...

Nadere informatie

Daarnaast moeten vanaf 1 juli 2007 de forfaits chronische pijn als daghospitalisatie geregistreerd worden (artikel 4, 8).

Daarnaast moeten vanaf 1 juli 2007 de forfaits chronische pijn als daghospitalisatie geregistreerd worden (artikel 4, 8). Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorvoorzieningen Dienst Datamanagement UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. DM/RCM-MKG/n.48_07 DATUM 09/11/2007 Ter attentie van de Algemeen Directeur de Hoofdgeneesheer

Nadere informatie

Bijlage 9. Toelichting op tabel indeling DKG s

Bijlage 9. Toelichting op tabel indeling DKG s Toelichting op tabel indeling DKG s Bijlage 9 Indeling in ndxg 173,174 en 176 is gebaseerd op de in de tabel genoemde DBC-behandelcodes. Indeling in ndxg 175 is gebaseerd op in de tabel genoemde DBC-diagnosecodes

Nadere informatie

Tabel indeling DKG s (ten behoeve van risicovereveningsmodel 2009)

Tabel indeling DKG s (ten behoeve van risicovereveningsmodel 2009) Bijlage 9 Tabel indeling DKG s (ten behoeve van risicovereveningsmodel 2009) Toelichting op de tabel indeling DKG s Indeling in ndxgroepen 173,174 en 176 is gebaseerd op de in de tabel genoemde DBC-behandelcodes.

Nadere informatie

Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008

Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008 Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008 Alle oorzaken Minder dan 5 jaar 573 0 324 249 Van 1 tot 4 jaar 86 0 48 38 Minder dan 28 dagen 335 0 193 142 Minder dan 7 dagen 254 0 143 111 Minder dan 1 dag 133 0 79

Nadere informatie

THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long

THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

Overzicht Wijzigingen ICD-10 codering Per januari 2015

Overzicht Wijzigingen ICD-10 codering Per januari 2015 Overzicht Wijzigingen ICD-10 codering Per januari 2015 Belangrijke wijzigingen in de ICD-10 codering met ingang van registratiejaar 2015 Met ingang van het registratiejaar 2015 wordt in de LBZ voor de

Nadere informatie

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Leefmilieu Bestuur Gezondheidszorgbeleid Dinsdag 17 september 2002 Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden Prof. Dr. W. Sermeus Prof. Dr. L.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE

HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND VAN DE ICD-10-CM EN ICD-10-PCS CLASSIFICATIE OVERZICHT - ICD-10-CM en ICD-10-PCS werden ontwikkeld om ICD-9-CM te vervangen - De overstap naar ICD-10-CM is noodzakelijk omwille

Nadere informatie

Tabel indeling DKG s (ten behoeve van risicovereveningsmodel 2011)

Tabel indeling DKG s (ten behoeve van risicovereveningsmodel 2011) Bijlage 8 (herzien, december 2011) Tabel indeling DKG s (ten behoeve van risicovereveningsmodel 2011) Toelichting op de tabel indeling DKG s Indeling in ndxgroepen 173,174 en 176 is gebaseerd op de in

Nadere informatie

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C C. Wervelkolom nhoudsopgave 1 C 2 C 3 C 4 C 5 C 6 C 7 C 8 C 9 C Congenitale aandoeningen... 1 Myelopathie (excl. trauma s van de wervelkolom)... 1 Mogelijke atlanto-axiale subluxatie... 1 Nekpijn... 1

Nadere informatie

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Inhoudsopgave 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 1 B 11 B 12 B 13 B Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma... 1 Lange

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 8 Chapter 8 74 Samenvatting Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren achtereenvolgens: het beschrijven

Nadere informatie

U dient deze bijkomende verduidelijkingen strikt toe te passen, en dit ten laatste vanaf de gegevens van 2009/1.

U dient deze bijkomende verduidelijkingen strikt toe te passen, en dit ten laatste vanaf de gegevens van 2009/1. Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorvoorzieningen Dienst Datamanagement UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. DM/MZG-RHM/n.66-09 DATUM 19 FEBRUARI 2009 BIJLAGE(N) Ter attentie van : - de algemeen directeur

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juni 2016 (deel 4)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juni 2016 (deel 4) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie juni 2016 (deel 4) FOD Volksgezondheid Publicatie juni 2016 (Deel 4) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

THEMA III.1. APR-DRG* 194 Heart Failure

THEMA III.1. APR-DRG* 194 Heart Failure THEMA III.1. APR-DRG* 194 Heart Failure * All Patient Refined Diagnosis Related Groups - versie 15.0 (3M Health Information Systems) Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen > 3 maanden ( > 12 weken oud) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (vanaf 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie.

Nadere informatie

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat.

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat. Koorts bij kinderen van 1 tot 3 maanden (28 dagen tot en met 12 weken) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts,

Nadere informatie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Longgeneeskunde

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Longgeneeskunde Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Longgeneeskunde v20110701 Ingangsdatum 1 januari 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Uitzonderingen op de algemene registratieregels... 4 2.1

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 14. Redactionele verantwoording 16. Redactie 20. Auteurs 22

Inhoud. Woord vooraf 14. Redactionele verantwoording 16. Redactie 20. Auteurs 22 Inhoud Woord vooraf 14 Redactionele verantwoording 16 Redactie 20 Auteurs 22 1 Ademhaling 24 1.1 COPD 24 1.1.1 Inleiding 24 1.1.2 COPD en longemfyseem 25 1.1.3 Behandeling van COPD 29 1.1.4 Multidisciplinaire

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 0-3 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 0-3 maanden postoperatief Aantal maanden? Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 0- postoperatief Is de patient opgenomen geweest in een van de volgende

Nadere informatie

Advies inzake specifieke criteria voor het medisch-chirurgisch dagziekenhuis.

Advies inzake specifieke criteria voor het medisch-chirurgisch dagziekenhuis. : MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU. BRUSSEL, 09.07.92 der verzorgings- Bestuursafdeling instellingen. Afdeling "Programmatie en Erkenning" O/ref. NRZV/D/61-3 8 Advies inzake specifieke criteria

Nadere informatie

ICPC ICPC omschrijving Specificiteit Indicatie zoals genoemd in de standaard

ICPC ICPC omschrijving Specificiteit Indicatie zoals genoemd in de standaard B72 Ziekte van Hodgkin 2 Verminderde weerstand tegen infecties, overig B72.01 Ziekte van Hodgkin 2 Verminderde weerstand tegen infecties, overig B72.02 Non-Hodgkin lymfoom 2 Verminderde weerstand tegen

Nadere informatie

De overgang van ICD-9-CM naar ICD-10-BE op 1 januari 2015. Stavaza opleiding en link terminologie Multipartite-structuur 20/03/2014

De overgang van ICD-9-CM naar ICD-10-BE op 1 januari 2015. Stavaza opleiding en link terminologie Multipartite-structuur 20/03/2014 De overgang van ICD-9-CM naar ICD-10-BE op 1 januari 2015 Stavaza opleiding en link terminologie Multipartite-structuur 20/03/2014 A. D Havé, Celhoofd Terminologie, Classificatie, Groepering & Audit De

Nadere informatie

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN DAGHOSPITALISATIES INHOUD INHOUD...1 1. Domein MEDISCHE GEGEVENS en FACTURATIEGEGEVENS...3 1.1 Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...3

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14 INFECTIES EN PARASITAIRE AANDOENINGEN

HOOFDSTUK 14 INFECTIES EN PARASITAIRE AANDOENINGEN HOOFDSTUK 14 INFECTIES EN PARASITAIRE AANDOENINGEN OVERZICHT - Hoofdstuk 1 van ICD-10-CM bevat de informatie om infecties en parasitaire aandoeningen te coderen: o De primaire as van hoofdstuk 1 is het

Nadere informatie

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie september 2017 (nr. 5)

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie september 2017 (nr. 5) Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie september 2017 (nr. 5) Inhoudsopgave FAQ s ICD-10-BE Publicatie september 2017 (nr. 5); registratiejaar 2017 Algemene vragen (2

Nadere informatie

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Codeeradviezen Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering Publicatie april 2016 (deel 2) FOD Volksgezondheid Publicatie april 2016 (Deel 2) ICD-10-BE Codeerproblemen registratie 2015

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen van 0 tot 1 maand (0-28 dagen) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (jonger dan 1 maand) met koorts, verdacht van een

Nadere informatie

boven grens boven APR- DRG Ernst Lf Gemid ligd benede

boven grens boven APR- DRG Ernst Lf Gemid ligd benede APR- DRG Ernst Lf Gemid ligd benede ngrens boven grens boven II grens I Beschrijving 001 1 L.... 001 LEVERTRANSPLANTATIE 001 2 L 18,9355 4 43 63 001 LEVERTRANSPLANTATIE 001 3 A 19,4 6 39 55 001 LEVERTRANSPLANTATIE

Nadere informatie

9 e Post-O.N.S. Meeting

9 e Post-O.N.S. Meeting 9 e Post-O.N.S. Meeting Neutropenie & Antibiotica resistentie Heleen Klein Wolterink Research verpleegkundige Medische Oncologie UMC Utrecht Schiphol introductie Neutropenie: Definitie Symptomen MASSC

Nadere informatie

APR-DRG Ernst Lf Gemid ligdbenedengrens bovengrens II bovengrens I Beschrijving 001 1 L 001 LEVERTRANSPLANTATIE 001 2 L 18,1042 5 37 53 001

APR-DRG Ernst Lf Gemid ligdbenedengrens bovengrens II bovengrens I Beschrijving 001 1 L 001 LEVERTRANSPLANTATIE 001 2 L 18,1042 5 37 53 001 APR-DRG Ernst Lf Gemid ligdbenedengrens bovengrens II bovengrens I Beschrijving 001 1 L 001 LEVERTRANSPLANTATIE 001 2 L 18,1042 5 37 53 001 LEVERTRANSPLANTATIE 001 3 A 20,0709 5 44 64 001 LEVERTRANSPLANTATIE

Nadere informatie

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen Situering Sinds 1 januari 2005 moet ieder Vlaams ziekenhuis een periodieke evaluatie maken van de kwaliteit van de zorgen in het eigen ziekenhuis. Dit staat beschreven in het kwaliteitsdecreet van 17 oktober

Nadere informatie

Bijkomende informatie bij het bestand 'geboortegegevens pasgeborene' (PATBIRTH)

Bijkomende informatie bij het bestand 'geboortegegevens pasgeborene' (PATBIRTH) BESTUUR VAN DE GEZONDHEIDSZORGEN DIRECTIE GEZONDHEIDSZORGBELEID M.K.G.-cel Contactpersoon: dr. C Hauzeur Geneesheer-inspecteur - diensthoofd : (02) 210.47.81 : (02) 210.47.91 : christiane.hauzeur@health.fgov.be

Nadere informatie

Bejaarden met buikpijn: beeldvorming op basis van een warrig verhaal. Hendrik Mertens Medische Beeldvorming Zaterdag 21 september 2013

Bejaarden met buikpijn: beeldvorming op basis van een warrig verhaal. Hendrik Mertens Medische Beeldvorming Zaterdag 21 september 2013 Bejaarden met buikpijn: beeldvorming op basis van een warrig verhaal Hendrik Mertens Medische Beeldvorming Zaterdag 21 september 2013 Abdominale pijn Veel voorkomende klacht in de geriatrische populatie

Nadere informatie

THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN

THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

Resultaten op tafel voor longkanker

Resultaten op tafel voor longkanker 17 maart 2017 Resultaten op tafel voor longkanker Franz Schramel Jos Kroon DISCLOSURE: SPREKERS BELANGEN Sprekers hebben voor deze bijeenkomst geen (potentiële) belangenverstrengeling met (commerciële)

Nadere informatie

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-

Nadere informatie

Microdataservices. Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB)

Microdataservices. Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB) Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB) Datum:3 mei 2017 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling

Nadere informatie

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Men valt in het stelsel van invaliditeit na één jaar primaire arbeidsongeschiktheid. De erkenning van invaliditeit geldt voor een bepaalde periode

Nadere informatie

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesie en heupfracturen Inleiding Pre-operatieveaandachtspunten Pre-operatiefmanagement Intra-operatief

Nadere informatie

Rapport Project Team APR-DRG I Vergelijking en betekenis van de groepeerresultaten tussen de versies APR-DRG 15.0 en 28.0 op basis van ICD-9- CM

Rapport Project Team APR-DRG I Vergelijking en betekenis van de groepeerresultaten tussen de versies APR-DRG 15.0 en 28.0 op basis van ICD-9- CM UZ Leuven Rapport Project Team APR-DRG I Vergelijking en betekenis van de groepeerresultaten tussen de versies APR-DRG 15.0 en 28.0 op basis van ICD-9- CM Onderzoeksopdracht 2011-2012 Federale Overheidsdienst,

Nadere informatie

Maxi feedback 2007. Acute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback 2007. Acute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2007 Acute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2007 - acute ziekenhuizen Statistieken betreffende : - klassieke hospitalisatie (ook

Nadere informatie

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset

Nadere informatie

Maxi feedback 2003. Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback 2003. Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2003 Subacute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2003 - subacute ziekenhuizen Statistieken betreffende : - klassieke hospitalisatie

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR HUISARTS Preoperatieve Consultatie AZ Jan Portaels

INFORMATIE VOOR HUISARTS Preoperatieve Consultatie AZ Jan Portaels 1 Geachte Collega, Uw patient wordt op geopereerd en wordt hiervoor op. opgenomen. Aard van de ingreep.. De patiënt vulde zelf reeds een vragenlijst in, welke hij/zij u zal voorleggen. Gelieve deze lijst

Nadere informatie

Prijslijst 1 januari 2016 versie 2016.1

Prijslijst 1 januari 2016 versie 2016.1 Prijslijst 1 januari 2016 versie 2016.1 Onderstaande zorgproducten zijn geprijsd conform de structuur 2015. Voor het gereguleerd segment zijn de maximum tarieven 2015 gehanteerd. De onderhavige prijzen

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS... 1 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES... 4 1.1. NAAM... 4 1.2. INHOUD... 4 1.3. INDELING...

Nadere informatie

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst Toelichting op het registratieformulier oktober 2014 Optionele variabelen zijn in donkergrijs weergegeven op het registratieformulier en in deze toelichting. Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen

Nadere informatie

Anesthesiologie. Anesthesiologie/ Pijnbestrijding. tarief honorarium. zorgproductcode met omschrijving. declaratiecode tarief kosten

Anesthesiologie. Anesthesiologie/ Pijnbestrijding. tarief honorarium. zorgproductcode met omschrijving. declaratiecode tarief kosten Anesthesiologie Anesthesiologie/ Pijnbestrijding kosten 990089002 Pijnbestrijding bij Lage rugklachten 15B410 2.085,00 598,28 2.683,28 990089004 Pijnbestrijding bij Lage rugklachten 15B411 1.015,00 359,53

Nadere informatie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Heelkunde. v20110701

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Heelkunde. v20110701 Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Heelkunde v20110701 Ingangsdatum 1 januari 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Dubbelzijdige behandelingen... 4 2.1 Zorgtrajecten bij dubbelzijdigheid...

Nadere informatie

N Beschrijving. Datum van de registratie (dd/mm/jjjj): Dienst : Bedindex : Specialisme : ETIKET

N Beschrijving. Datum van de registratie (dd/mm/jjjj): Dienst : Bedindex : Specialisme : ETIKET Datum van de registratie (dd/mm/jjjj): Dienst : Bedindex : Specialisme : Nummer van verblijf : Toelatingsdatum (dd/mm/jjjj): Geboortedatum (mm/jjjj) : Geslacht: M / V ETIKET Opname : urgente opname geplande

Nadere informatie