Document. Communicatie ouders - school. omdat ieder kind anders is. Februari 2016

Transcriptie

1 Document Communicatie ouders - school Februari 2016 omdat ieder kind anders is

2 Communicatie school en ouders Een goede communicatie is van groot belang. Dat is de reden waarom we als RVS dit protocol hebben opgesteld. Dit protocol kan op verzoek van ouders en/of teamleden worden gewijzigd of bijgesteld nadat wijzigingen aan de MR zijn voorgelegd ter advisering Communicatie gaat over zowel zenders als ontvangers. Als zenders en ontvangers niet goed zijn afgestemd kan je eindeloos berichten sturen, maar bereik je nooit je doel. Afstemming is cruciaal als het gaat over communicatie. De bereidheid goed naar elkaar te luisteren en elkaar, als school en ouders, te zien als gelijkwaardige partners in de opvoeding, is het doel van dit communicatieprotocol van de RVS. Persoonlijk contact is heel goed mogelijk is en dat kan, mits goed gebruikt, een groot voordeel zijn. We stellen het in hoge mate op prijs als een ouder de leerkracht s ochtends direct en kort informeert (persoonlijk of per mail) over zaken die spelen rondom het welzijn van uw kind (een onrustige nacht, een probleem thuis, een blessure e.d.). Maar voor schooltijd is de tijd te kort voor een uitgebreide uitleg of een doordachte reactie van een leerkracht. Bovendien vragen de binnenkomende kinderen om aandacht van de leerkracht en hebben ze daar ook recht op. Mochten er zaken zijn die een langer gesprek nodig hebben, dan vragen we ouders dat niet per mail te doen maar om (per mail) een afspraak met de leerkracht te maken na schooltijd. Dan kan de leerkracht tijd voor ouders vrijmaken om even goed te luisteren en samen met ouders een oplossing te vinden. In dit kader vinden we het ook belangrijk dat de aanvangstijd van de lessen wordt gerespecteerd, zodat de groep op tijd kan beginnen. Het is onze wens dat ouders ervaren dat wij een school zijn die open staat voor vragen of wensen en dat wij een team zijn dat bereid is om goed te luisteren en de zorgen van ouders serieus te nemen. We hopen op deze wijze in goed overleg met ouders samen te kunnen werken om het beste onderwijs te kunnen realiseren voor de kinderen. Klachtenprocedure We hopen natuurlijk als school vooral dat we problemen voor kunnen zijn en dat ouders niets te klagen hebben. Maar mocht dat toch niet lukken dan verzoeken we ouders zich vooral rechtstreeks en persoonlijk tot degene te wenden die het aangaat. Dat voorkomt veel beeldvorming en ruis en meestal is in een goed gesprek op basis van wederzijds begrip veel uit te leggen en te herstellen. Mochten ouders er echter met de betreffende persoon niet uit komen, dan kunnen zij zich altijd richten tot de directie. De directieleden maken dan een afspraak met de ouders en betrekken direct of in tweede instantie de desbetreffende persoon bij het gesprek om de zaak op te kunnen helderen en op te lossen. Komen ouders er echter ook niet uit met de directie dan bestaat er een klachtenprocedure. De school heeft twee contactpersonen (CPOG) die ouders in dat geval kunnen doorverwijzen: Floor ten Hoonte en Pauline Versluis.

3 MR en OR De MR en de OR zijn niet de geschikte organen om klachten mee te bespreken. Wel kunnen ouders zich tot hen wenden met vragen aangaande de OR (activiteiten) of de MR (het schoolbeleid). Vragen kunnen gestuurd worden naar het adres van de MR of de OR De Nieuwsbrief De nieuwsbrief verschijnt aan het begin van elke maand en zo nodig vaker. Ouders krijgen hem in hun mailbox als zij hun correcte mailadres aan de school bekend hebben gemaakt. Daarnaast plaatst de school de nieuwsbrief op de website. Er worden geen papieren brieven meer meegegeven; dat scheelt tijd en geld wat we beter kunnen besteden voor het onderwijs aan de kinderen. Ouders kunnen vragen om een stuk in de nieuwsbrief te plaatsen als dat het schoolbelang dient. De directie bepaalt of het wordt geplaatst. Wij baseren dat op overwegingen rondom het belang van de ontwikkeling van kinderen, urgentie en het reguleren van de informatiestroom. Alle info van ouders die niet is gebaseerd op non profit beginselen, wordt niet via de school verspreid. De school werkt in het kader van het Brede School Concept samen met partners die een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van kinderen in de breedste zin. We vertalen dit in de ontwikkeling van de boeiende kinderdag: It takes a village to raise a child. Berichten van deze partners verspreiden we via nieuwsflitsen. Formele contacten met ouders De school heeft in de groepen 2 t/m 7 vijf formele contactmomenten met ouders per jaar. De informatieavond Deze avond vindt plaats in de tweede week van het schooljaar. Ouders kunnen op die avond kennismaken met de nieuwe leerkracht(en), maar ook met degenen die achter de schermen bijdragen om de kwaliteit van ons onderwijs te garanderen, zoals de intern begeleiders, de teamleiders en de directie. We hopen van harte dat ouders daar aanwezig zijn en dat we elkaar daar persoonlijk kunnen ontmoeten, want dan kunnen we afstemmen zodat we vanuit een goed begrip van elkaar het schooljaar kunnen starten, in het belang van de kinderen. In de groepen vertellen de leerkrachten aan de ouders welke leerdoelen dit schooljaar behaald moeten worden en hoe we daar met de kinderen aan werken. Daarnaast worden veel organisatorische afspreken gemaakt en is het een heel goed moment om ouderhulp in te schakelen en te organiseren. Het kennismakingsgesprek

4 Aan het begin van het schooljaar nodigt de leerkracht sommige ouders uit voor een apart kennismakingsgesprek. In deze gesprekken kan de leerkracht de gegevens uit de overdracht en het volgsysteem toetsen aan de waarneming en de perceptie van de ouders. Het gaat om de vraag : heeft de nieuwe leerkracht een juist beeld van wat het kind nodig heeft en hoe kan er goed aangesloten worden bij de ontwikkeling die het vorig jaar is geboekt? Dit gesprek kan daardoor dienen als een doelstellingengesprek. Tot op heden voeren we dit gesprek alleen met de ouders van leerlingen die aanpassingen in het onderwijs nodig hebben, of met de ouders die er zelf om vragen. Soms kiezen we ervoor dit gesprek samen met het kind erbij te voeren. De tafeltjesavond De tafeltjesavond wordt gehouden rond begin november als er ongeveer drie maanden van het schooljaar voorbij zijn. We hebben dan zicht op de eerste uitslagen van methode gebonden toetsen en we kennen de werkhouding van leerlingen. Het werk ligt voor de ouders ter inzage, zodat ze zich een beeld kunnen vormen van wat hun kind op school leert en hoe hij zijn werk maakt. Daarnaast is het welbevinden van het kind, de wijze waarop hij zich staande houdt in de groepsdynamische processen en de samenwerking met de leerkracht(en) een punt van aandacht. (zie verderop in dit document voor een uitgewerkte lijst van gespreksonderwerpen die de leerkracht kan aansnijden) Het eerste rapportgesprek Dit gesprek vindt plaats als het schooljaar ruim een half jaar is gevorderd. Naast de gegevens van het CITO leerlingvolgsysteem waarvan de midden toetsen zijn afgenomen, bespreek de leerkracht de beoordeling die hij of zij in het schoolrapport heeft gegeven. (NB over het informeren over CITO is een apart hoofdstuk toegevoegd). Het is belangrijk dat de ouders een beeld krijgen hoe hun kind functioneert t.o.v. het landelijk gemiddelde op het gebied van de basisvaardigheden. Maar ook hoe hij zich ontwikkelt in het leren van zaakvakken of hoe hij omgaat met creatieve vakken of het bewegingsonderwijs. Het is belangrijk dat we vaststellen of en in welke mate een kind leergierig en taak bekwaam is en op welk gebied hij graag uitdaging zoekt. Dus naast de basisvaardigheden moeten ouders ook weten wat de school ziet rondom de ontwikkeling van talent en cognitie, werkhouding en welbevinden. Het tweede rapportgesprek Het tweede rapportgesprek vindt plaats in de laatste week van juni n.a.v. het overgangsrapport. In dit gesprek stellen we de leeropbrengsten vast aan de hand van de voor dit schooljaar bepaalde leerdoelen en geven we, zo nodig, aanbevelingen mee voor de voortgang voor het volgende schooljaar of tips om gedurende de vakantieperiode bepaalde prille vaardigheden te blijven oefenen. Gebruik Mits op de juiste wijze gebruikt, is de mail een fijn middel om contact te kunnen organiseren of mededelingen te doen.

5 Voor het ziekmelden van kinderen, maar ook voor het aanvragen van een tussentijds gesprek na schooltijd kan de mail handig zijn. Ouders hoeven dan niet te bellen want ze treffen dan vaak niet de juiste persoon. Via de mail krijgen ouders rechtstreeks contact met de leerkracht; dat voorkomt dat de boodschap van ouders verkeerd wordt doorgegeven door iemand die het kind niet kent of de boodschap verkeerd heeft begrepen. Ouders kunnen de leerkracht van hun kind mailen via De juist gespelde voor en achternaam van de leerkracht is te vinden op de website. We benadrukken dat we de mail geen goed communicatiemiddel vinden om zorgen, ongenoegen of klachten kenbaar te maken. We stellen het op prijs dat er in dergelijke situaties rechtstreeks persoonlijk contact met de leerkracht wordt gezocht. Onze ervaring is dat een persoonlijk gesprek in dat soort gevallen meer oplost dan een mailwisseling. Als een boodschap met een andere lading gelezen wordt dan bedoeld is, kan er veel verwarring ontstaan die we graag willen voorkomen. Wat wel werkt is een kort geformuleerd verzoek om een afspraak met vermelding van het gespreksonderwerp. De telefoon De telefoon is eigenlijk geen goed medium om communicatie met de school te onderhouden. Bedrijven hebben een administratie of secretariaat, maar in basisscholen is de telefoon niet altijd bemand, of treft u niet de juiste persoon. Wanneer u onder schooltijd belt, stoort u eigenlijk bijna altijd iemand tijdens het lesgeven (leerkrachten en afdelingsleiders) of tijdens begeleidings- of (ouder)gesprekken (intern begeleiders en directieleden). De administratrice en huishoudelijk medewerkers nemen de telefoon doorgaans op maar zij zijn op woensdagmiddag en vrijdagmiddag afwezig. Ook zij hebben veel ander werk te doen. We doen daarom een beroep op iedereen de school zo min mogelijk te bellen. Zoals al eerder gezegd is de mail in de meeste gevallen een prima alternatief (naast persoonlijk contact), en is de communicatie dan directer. Maar natuurlijk kunnen ouders de school wel altijd bellen in geval van calamiteiten of grote tijdsdruk; bijvoorbeeld wanneer zij vaststaan in een file en we een kind even vast moeten houden. Overigens kunnen ouders ervan op aan dat we kinderen tot en met groep 4 nooit zonder toestemming van de ouders naar huis laten gaan, tenzij ouders dat zelf uitdrukkelijk met de leerkracht hebben afgesproken. Gebruik website De website is informatief als je als nieuwe ouder een school voor je kind zoekt, maar hij draagt ook bij aan het stroomlijnen van de communicatie. Op de meest gestelde vragen per telefoon geeft de website een helder antwoord. Daarom vragen we u nog eens alle pagina s van de website te bekijken; de informatie is geheel up to date en kan veel onduidelijkheid voorkomen. Zo staat er een overzicht op van vakanties in de jaarkalender en wordt het beleid rondom verlofaanvragen helder uitgelegd. Ouders kunnen er ook een aanvraagformulier downloaden als er toch verlof moet worden aangevraagd. De groepsverdeling staat op de website met de namen van de leerkracht(en) die de kinderen begeleiden. De groepsleerkrachten geven zelf ook veel informatie op de website over de gang van

6 zaken in de groep of over onderwerpen die aan bod komen, of stof die geoefend of geleerd moet worden. Daarnaast kunnen ouders op de wbsite informatie vinden van de ouderraad en de medezeggenschapsraad. Kortom, op de website staan veel antwoorden op vragen, die onze samenwerking als ouders en school ten goede komen. Bruikbare tips voor communicatie met de school Gespreksonderwerpen tafeltjesavond. Onderstaande vragen kunnen helpen in de voorbereiding van een oudergesprek, maar ook tijdens het gesprek zelf. Je bespreekt hierdoor alle drie de ontwikkelingsgebieden (cognitief, sociaalemotioneel en fysiek) Globale indruk: Hoe zou u uw kind willen omschrijven? (bijv. druk, spontaan, veeleisend, open, teruggetrokken, leergierig, etc.) Welbevinden: Gaat uw kind met plezier naar school? Komt uw kind voor zichzelf op? Speelt uw kind vaak met andere kinderen? Is uw kind fit en gezond? Is uw kind snel angstig? Durft uw kind hulpvragen te stellen? Betrokkenheid: Werkt of speelt uw kind geconcentreerd? Maakt uw kind af waar hij/zij aan begonnen is? Is uw kind gauw ontmoedigd als iets niet lukt? Schoolzaken: Met welke vakken heeft uw kind wel/geen moeite? Hoe ervaart uw kind de gymnastieklessen, het buitenspelen in pauzes enz.? Hoe gaat uw kind om met huiswerk? Begeleidt u uw kind bij zijn/haar huiswerk? Variatie in bezigheden: Met welke zaken houdt uw kind zich (thuis) bezig? (bijv. buitenspelen, sporten, knutselen, fantasie, muziek, puzzelen, gamen, constructie, etc.) (bron en achtergronden: JSW januari 2014) Informatie over Cito toetsen en methode gebonden toetsen Om de ontwikkeling van een kind te kunnen volgen, werkt de school met een leerlingvolgsysteem. Dit werkt als volgt: Een leerkracht krijgt de hele dag informatie over een leerling wat hij kan en wat hij nog moet leren. Dat doet hij door beurten te geven, werk na te kijken en methode gebonden toetsen (dat zijn toetsen die bij de lesmethode horen), af te nemen. Daarnaast nemen wij twee keer per jaar de landelijk genormeerde toetsen van Cito af.

7 Met de methode gebonden toetsen controleren we of het kind de lesstof heeft begrepen en dus verder kan met nieuwe leerdoelen. Als dat niet goed genoeg is, dan gaan we het kind helpen met extra instructie en herhaling. Dat doen wij onder lestijd. De kinderen die extra hulp nodig hebben krijgen dan verlengde instructie of meer oefening. Soms zitten ze daarvoor even in een klein groepje. De leerkracht begeleidt dit proces zelf. Soms helpen collega s daar ook bij (bijvoorbeeld als hun eigen groep gym heeft.) De toetsen van Cito zijn bedoeld om het vaardigheidsniveau van een kind te kunnen vergelijken met het niveau van jaargenoten in heel Nederland. Deze toets richt zich op wat een kind van deze leeftijd in Nederland aan kennis en vaardigheden moet kunnen toepassen. Als een kind de toets maakt, krijgen we een score van het kind ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Maar Cito levert ons gedurende de schoolloopbaan ook een beeld op van de ontwikkeling van kind op de lange termijn. We kunnen als school met deze toets gegevens de ontwikkeling van de kinderen nauwkeurig blijven volgen, doordat we de scores per vakgebied over de jaren heen blijven meten. Hierdoor wordt duidelijk of een kind voldoende vooruit gaat. Hoewel bij de kleuters ook al jaarlijks een Cito wordt afgenomen, start het Cito leerlingvolgsysteem waar we het nu over hebben, pas op in januari van het leerjaar van groep 3. Het Cito leerlingvolgsysteem is ooit bedacht om scholen een soort meetlat te bieden waarmee ze zichzelf de maat konden nemen. Een leerkracht richt zich namelijk op het gemiddelde van de groep. Dat is een heel natuurlijk gegeven. Echter, groepen kinderen verschillen. Ook in niveau. Sommige groepen hebben daardoor een lager gemiddelde dan andere. Dit meetinstrument zorgt er voor dat een leerkracht altijd kritisch blijft kijken naar de prestaties ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Het Cito leerlingvolgsysteem is door de jaren heen een grotere rol gaan spelen bij de verwijzing naar het voortgezet onderwijs. De verwijzing naar voortgezet onderwijs wordt nu gebaseerd op o.a. de Citoscores vanaf groep 6. Logischerwijs denken ouders nu dat er dus direct hoog gepresteerd moet worden om een goed beeld te creëren, zodat een kind zo hoog mogelijk komt. Als we ons echter door Cito laten opjagen, bestaat ook het risico dat we bij veel te jonge kinderen de prestatiedruk te hoog opvoeren. In goed overleg met de ouders moeten leerkrachten hierin zorgvuldig te werk gaan. Kinderen leren vaak op een geheel eigen wijze. Bij jongere kinderen kan het verwerven van vaardigheden en kennis een heel grillig patroon laten zien. Dat is heel normaal. Dat geldt voor leren lezen of rekenen op dezelfde manier als voor leren praten. Om van alle kinderen die in augustus starten met het proces van leren lezen, al in januari een mooie Cito-score te verwachten, is daarom nogal onrealistisch. Ze zijn nog maar net begonnen met een lastig nieuw proces; leren lezen. Sommige kinderen hebben daar een langere aanloop voor nodig. Cito toetst dus niet één op één wat een kind net heeft geleerd. Cito toets wat een kind met reeds verworven kennis kan doen. Leren lezen is een gecompliceerd proces, waarin het ene kind veel creatiever, vaardiger en sneller zich zaken eigen maakt dan het andere. Het ene kind moet oefenen om bijvoorbeeld tweeklanken te kunnen ontcijferen, het andere kind voelt aan dat het wel dit of dat woord moet zijn. Dat laatste kind scoort soms eerder hoog op Cito. Lesmethodes kunnen nog lang niet alle voor Cito nodige kennis hebben behandeld in drie maanden. Handige snelle lezers zullen

8 altijd hoger scoren dan bijvoorbeeld heel perfectionistische of langzamer lerende kinderen. Dat maakt een kind nog niet zwak; het heeft alleen meer tijd nodig. Als echter uit zowel de methode gebonden toetsen, als de Cito-score blijkt dat het kind echt niet meekomt met de lesstof, heeft een kind extra ondersteuning nodig. Dat overleggen we dan ook met ouders omdat die immers hun kind zo goed kennen.we zoeken dan naar een 'weg of manier' die hem of haar wel helpt om dit proces onder de knie te krijgen. De toets opbrengsten vertalen we vervolgens altijd in een groep brede aanpak. Naar aanleiding van de methode gebonden toetsen en de Cito resultaten stellen wij voor de klas een groepsplan op. Een groepsplan is een organisatiemodel om tegemoet te komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van kinderen in een groep. Het werken met een groepsplan stimuleert ons om vooral te kijken naar wat een kind nodig heeft om vooruit te komen. We werken hierbij met drie groepen: er zijn kinderen die de basisstof krijgen aangeboden, een groep kinderen krijgt dezelfde basisstof aangeboden maar wel met een verlengde instructie en er is een groep kinderen die meer aan kan dan de basisstof. In het groepsplan leggen we vast welke leerdoelen er in een periode aan bod komen, hoe we met deze doelen aan de slag gaan en welke leerresultaten we uiteindelijk willen behalen. Met een groepsplan werken we dus met de leerbehoeftes van alle kinderen. Een individueel ondersteuningsplan wordt alleen in bijzondere situaties opgesteld. We gaan er van uit dat kinderen beter presteren als we hoge verwachtingen hebben. Dat wordt ook door onderzoek onderbouwd. Het welbevinden van kinderen moeten we daarbij wel heel goed bewaken. Met de juiste aanpak, hulp én met veel positieve stimulans van ouders en leerkracht samen, zien we de mooiste resultaten. Het leren moet soms echter wel even mogen groeien. Gras groeit ook niet door eraan te trekken. Het is belangrijk om, als ouders en als leerkrachten, aan kinderen de tijd te gunnen om te ontdekken wie ze zijn, hoe ze leren en wat ze daarbij nodig hebben.