Urine-incontinentie. Ph.E.V. Van Kerrebroeck en G. van Koeveringe. 5.2 Oorzaken en vormen van incontinentie 82
|
|
- Ferdinand Adam
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 81 Urine-incontinentie Ph.E.V. Van Kerrebroeck en G. van Koeveringe.1 Inleiding 82.2 Oorzaken en vormen van incontinentie Stressincontinentie Urgency-incontinentie De neurogeen gestoorde blaas 86.3 Diagnostiek Anamnese Lichamelijk onderzoek Aanvullend onderzoek 89.4 Behandeling van urine-incontinentie Behandeling van stressincontinentie Behandeling van urgency-incontinentie Behandeling van de neurogeen gestoorde blaas Behandeling van overloopincontinentie 94
2 82 Hoofdstuk Urine-incontinentie Casus Een 2-jarige vrouw bezoekt het spreekuur omdat zij ongewild steeds een beetje urine verliest. De klachten zijn begonnen na de geboorte van haar eerste kind, inmiddels 20 jaar geleden. De zwangerschap en de partus verliepen zonder noemenswaardige problemen. Na de geboorte van haar tweede kind leken de klachten wat toegenomen. Ook deze zwangerschap en partus verliepen goed..1 Inleiding Incontinentie wordt door de International Continence Society (ICS) gedefinieerd als ongewild urineverlies. Incontinentie is geen op zichzelf staande ziekte, maar het resultaat van een anatomische of functionele afwijking van de lage urinewegen. Deze afwijking kan het gevolg zijn van een ziekte (bijv. een neurologische aandoening) of het gevolg van een trauma (geboorte van een kind, operatie in het kleine bekken), een aangeboren afwijking of een degeneratieve aandoening. Ongewild urineverlies komt voor bij ongeveer 1 op de 3 Nederlanders. Vooral postmenopauzale vrouwen verliezen ongewild urine. Het blijkt echter dat slechts een derde van deze vrouwen voldoende problemen ondervindt om hiervoor een arts te raadplegen. Het kan zijn dat de overige vrouwen geen last hebben van het urineverlies, maar het is ook mogelijk dat een groot aantal vrouwen het probleem verbergt..2 Oorzaken en vormen van incontinentie Vervolg casus Het kleine beetje urine dat de patiënte verloor bij bepaalde handelingen, zoals tillen, hoesten en springen, was in eerste instantie onvoldoende aanleiding om naar haar arts te gaan. Sinds een paar jaar is zij in de overgang. Het urineverlies lijkt nu erger te worden. Niet alleen verliest zij sneller en meer urine bij de genoemde handelingen, maar hoewel zij nog uitstekend ter been is, verliest zij bij aandrang al wat urine vlak voordat zij het toilet bereikt. Zij gebruikt nu drie grote incontinentieluiers per dag. s Nachts heeft zij genoeg aan één luier. Een kort bezoekje in de stad gaat nog wel, maar een lange treinreis naar het buitenland durft zij niet meer aan. In grote lijnen kunnen drie vormen van incontinentie worden onderscheiden, namelijk stressincontinentie (inspanningsgebonden incontinentie), urgency-incontinentie (aandrangincontinentie) en overloopincontinentie. Bij stressincontinentie schiet de werking van het sfinctermechanisme tekort om onder bepaalde omstandigheden (zoals hoesten, niezen en persen) de opgebouwde druk van de urine in de blaas te weerstaan, zodat urine wordt verloren. Men mag pas van stressincontinentie spreken bij urineverlies zonder blaascontractie. Bij de diagnostiek onderscheidt men het symptoom /de klacht (de patiënt vertelt dat zij urine verliest bij drukverhogende momenten), het verschijnsel (het urineverlies wordt direct waargenomen bij verhoging van de intra-abdominale druk) en de urodynamische diagnose (er wordt ongewild urineverlies waargenomen als de intravesicale druk de maximale urethrale druk overschrijdt zonder detrusorcontractie). Men spreekt van urgency-incontinentie bij ongewild urineverlies in de aanwezigheid van hevige mictiedrang. Dit is dan vaak (maar niet altijd) geassocieerd met een aantoonbare blaascontractie. Deze blaasoveractiviteit treedt onwillekeurig op en dwingt de patiënt het afsluitmechanisme aan te spannen om urineverlies te voorkomen. Ook hier onderscheidt men het symptoom (hevige aandrang met ongewild urineverlies). Het verschijnsel is voor de arts in de praktijk moeilijk waar te nemen. Ouders kunnen wel degelijk verschijnselen waarnemen bij kinderen met urgency-incontinentie (plotseling hurken, hand in het kruis en afknijpen). De urodynamische diagnose wordt gesteld als een onwillekeurige blaascontractie wordt waargenomen, die leidt tot ongewild urineverlies. Overloopincontinentie treedt op indien de blaasontlediging dermate gestoord is dat de blaas
3 83.2 Oorzaken en vormen van incontinentie overvuld raakt, waarbij de blaashals als het ware wordt opengetrokken en er urineverlies optreedt. Een dergelijke situatie kan ontstaan bij een hypo- of acontractiele blaas, bij een infravesicale obstructie of bij een combinatie van beide. Men spreekt van gemengde stress- en urgencyincontinentie als deze beide vormen van incontinentie bij een patiënt voorkomen. Intermezzo.1 Overige oorzaken van incontinentie Naast de genoemde vormen van incontinentie is er een aantal minder frequent voorkomende oorzaken van ongewild urineverlies. Ectoop uitmondende ureter. Deze afwijking komt vooral voor bij jonge meisjes. Er is dan sprake van constant, druppelsgewijs urineverlies. De ureter mondt uit in de urethra of vagina, hetgeen bevestigd kan worden met behulp van CT-urografie. Fistel tussen blaas en vagina. De fistel ontstaat bij volwassen vrouwen na een chirurgische ingreep of na bestraling. Fistelvorming kan ook bij een maligniteit of infectie optreden. De diagnose kan doorgaans worden bevestigd door middel van cystografie of cystoscopie. Enuresis nocturna. Komt bij ongeveer 1% van de kinderen voor. De diagnose wordt gesteld als een kind van 6 à 7 jaar s nachts eenmaal of enkele malen per week in bed plast, terwijl er overdag sprake is van normale zindelijkheid en mictie, het kind nog nooit s nachts gedurende langere tijd droog is geweest, er geen bijkomende klachten of afwijkingen zijn, er s nachts één of meer volledige plassen in bed worden gedaan. Zonder therapie geneest 1% per jaar spontaan. Giggle incontinence. Een onschuldige vorm van urineverlies bij voornamelijk jonge meisjes die, zoals de naam aangeeft, bij giechelen optreedt. Er is geen behandeling, maar het verschijnsel verdwijnt in de loop der jaren..2.1 Stressincontinentie Voor een goed begrip van de oorzaken van stressincontinentie is kennis van de anatomie van het afsluitmechanisme van belang. Bij de man kunnen twee sfincters worden onderscheiden. De interne sfincter is een circulaire manchet van glad spierweefsel ter hoogte van de blaashals en vormt een geheel met de m. detrusor vesicae. Hoewel de interne sfincter de blaashals voor urine kan afsluiten, is zijn belangrijkste functie het voorkomen van retrograde ejaculatie. De interne sfincter staat niet onder willekeurige controle. De externe sfincter bestaat uit twee delen. 1. De intrinsieke m. sphincter externus (rabdosfincter) die wordt gevormd uit een circulaire laag dwarsgestreept spierweefsel in de urethrawand. Proximaal verlopen de spiervezels over de apex van de prostaat, waarna distaal de vezels over de buitenwand van de membraneuze urethra verlopen. De intrinsieke externe sfincter spant reflectoir aan bij drukverhogende momenten. 2. De extrinsieke m. sphincter externus ligt buiten de urethra en is geen eenduidige sluitspier, maar bestaat uit de bekkenbodemmusculatuur (diaphragma urogenitale en m. levator ani). De extrinsieke externe sfincter staat onder willekeurige controle en is eveneens verantwoordelijk voor continentie op momenten van abdominale drukverhoging. Het gladde spierweefsel in de prostaat kan invloed hebben op stroomweerstand van de urine. Deze spiervezels staan onder invloed van alfa-adrenerge stimulatie. Men kan de spiertonus verminderen door gebruik van alfablokkers. Mannen met obstructieve mictieklachten als gevolg van benigne prostaathyperplasie hebben hier doorgaans baat bij. Bij de vrouw ontbreekt een aantoonbare interne sfincter. De vezels van de m. detrusor vesicae lopen schuin spiraliserend of longitudinaal over in de binnenwand van de urethra (. Figuur.1 ). In de buitenwand van de urethra bevindt zich de intrinsieke externe sfincter, bestaande uit circulair dwarsgestreept spierweefsel. De intrinsieke externe sfincter is hoefijzervormig met de open zijde naar dorsaal (vaginaal) gericht. Ook bij de vrouw wordt
4 84 Hoofdstuk Urine-incontinentie blaaswand glad spierweefsel bekkenbodemspieren (extrinsieke externe sfincter) intrinsieke externe sfincter (dwarsgestreept) prostaat a vrouw b man. Figuur.1 Schematische weergave van het urineafsluitsysteem bij de vrouw (a) en bij de man (b). * vagina paracolpium m. obturatorius internus arcus tendineus m. levator ani blaashals m. levator ani arcus tendineus faciae pelvis *spina ischiadica. Figuur.2 Weergave van de bekkenbodem van de vrouw met aandacht voor de ophangstructuren van de vagina, die de blaashals en urethra ondersteunen. de extrinsieke externe sfincter gevormd door de bekkenbodemmusculatuur. De ophanging van de urethra is van groot belang voor een adequaat afsluitmechanisme. De proximale urethra is via de pubo-urethrale ligamenten aan het os pubis verankerd. De urethra ligt in een soort hangmat, gevormd door de vaginavoorwand, die op zijn beurt via sterk fascieweefsel (van de fascia endopelvica) is opgehangen aan de arcus tendineus en aan spiervezels van de m. levator ani (. Figuur.2 ). Bij een gezonde bekkenbodem zal de urethra op drukverhogende momenten tegen de hangmat worden dichtgedrukt. Vaak vergeten, maar niet onbelangrijk is de rol van de urethramucosa. In de vruchtbare leeftijd is de mucosa celrijk. Onder de mucosa bevindt zich
5 8.2 Oorzaken en vormen van incontinentie een uitgebreid vaatnetwerk, hetgeen van belang wordt geacht bij het waterdicht maken van het urineafsluitmechanisme. Deze structuren zijn sterk oestrogeenafhankelijk. In de menopauze zal de vaatplexus gedeeltelijk involueren en zal de kwaliteit van de mucosa afnemen. Overigens neemt met het klimmen der jaren ook de kwaliteit van de bekkenbodem af, zodat op latere leeftijd latente of lichte stressincontinentie vaker tot klachten kan leiden. Bij de man is stressincontinentie relatief zeldzaam. Deze vorm van incontinentie kan vooral ontstaan na bepaalde operaties of bij processen in het kleine bekken waarbij de innervatie van het sfinctercomplex of het sfinctercomplex zelf wordt beschadigd (radicale prostatectomie). Bij vrouwen komt stressincontinentie vaak voor. De incidentie is niet precies bekend omdat een groot aantal vrouwen met klachten niet naar een arts gaat, maar stijgt met de leeftijd. In het bijzonder (traumatisch verlopen) transvaginale geboorten en kleine bekkenchirurgie (hysterectomie ) predisponeren voor stressincontinentie. Bij veel vrouwen leidt de verzwakte bekkenbodem ertoe dat de hangmat onder de urethra verslapt doordat de fascia endopelvica is uitgerekt en de functie van de m. levator ani is afgenomen. Omdat de pubo-urethrale ligamenten doorgaans intact blijven, wordt de urethra door het uitzakken van de bekkenbodem bij abdominale drukverhoging opengetrokken in plaats van tegen de bekkenbodem dichtgedrukt (hypermobiliteit van de overgang tussen blaashals en urethra). Na kleine bekkenchirurgie kan een beschadiging ontstaan van de innervatie van het sfinctercomplex (intrinsieke sfincterdeficiëntie ). Als de proximale urethra zich onverhoopt vult met urine door een insufficiënt afsluitmechanisme, kan er een gevoel van sterke aandrang ontstaan, met soms ook een reflexmatige detrusorcontractie (stress-induced urgency incontinence)..2.2 Urgency-incontinentie Men spreekt van urgency-incontinentie wanneer urine wordt verloren gepaard gaande met of direct voorafgegaan door een gevoel van aandrang. Dit kan komen door een onwillekeurige blaascontractie, maar ook door een sensomotorische stoornis van blaas of urethra. De oorzaken hiervoor zijn velerlei. Meestal is voor de onwillekeurige blaascontracties geen duidelijke oorzaak aanwijsbaar. Men spreekt dan van idiopathische blaasoveractiviteit. Blaasoveractiviteit komt ook voor bij een aantal neurologische aandoeningen. In dat geval spreekt men van een neurogene blaasoveractiviteit. Intermezzo.2 Neurofysiologie De blaas heeft twee verschillende functies: een reservoirfunctie en een ontledigingsfunctie (de mictie). In de hersenstam bevindt zich de hoofdschakelaar die de blaasfunctie reguleert (pontien mictiecentrum). Dit centrum bestaat uit twee kleine gebieden, genaamd de M- en L-regio. De M-regio (nucleus van Barrington) is verantwoordelijk voor de gecoördineerde activiteiten die tot de mictie leiden (contractie van de m. detrusor en relaxatie van het sluitmechanisme). De L-regio is verantwoordelijk voor de reservoirfunctie (actieve relaxatie van de m. detrusor en hogere tonus van het sluitmechanisme) (. Figuur.3 ). Als de blaas vol is, sturen afferente vezels, verlopend via de plexus pelvicus, signalen naar een klein gebied in de middenhersenen: het periaqueductale grijs. Vanuit het periaqueductale grijs lopen vezels naar de M-regio in de pons. De mictie is geen onwillekeurige reflex, maar staat onder invloed van de wil, ofwel is afhankelijk van signalen vanuit de cortex. Bij een mictiewens wordt de M-regio actief door stimulatie vanuit de gyrus cinguli anterior, de laterale prefrontale cortex en de hypothalamus. Vanuit de M-regio verlopen vezels enerzijds naar de cellichamen in de zijhoorn van de grijze stof ter hoogte van S2- S4 (sacraal mictiecentrum), waarvandaan de preganglionaire parasympathische axonen via de nn. splanchnici pelvini naar de plexus pelvicus en verder naar de blaas lopen. In de blaaswand maken ze contact met ganglioncellen die via de postganglionaire vezels de gladde spiercellen van de m. detrusor vesicae (cholinerg) innerveren. Anderzijds lopen vanuit de
6 86 Hoofdstuk Urine-incontinentie secundaire afferenten area preoptica medialis pontien mictiecentrum L-regio motoneuronen van de blaas nucleus van Onuf primaire afferenten periaquaductaal grijs m. sphincter externus blaas (+) GABA-erge neuronen (+). Figuur.3 Schematische weergave van de afferente en efferente banen die betrokken zijn bij de mictie en continentie. (+) = excitatoire banen; ( ) = inhibitoire banen. S2 M-regio vezels naar de dorsale grijze commissuur. Op die plaats worden inhiberende GABAerge neuronen geactiveerd die een remmende invloed hebben op de activiteit van neuronen in de nucleus van Onuf (eveneens gelegen in het sacrale mictiecentrum). De neuronen in de nucleus van Onuf innerveren de intrinsieke externe sfincter via de n. pudendus. Activatie van de M-regio zorgt derhalve voor contractie van de blaasspier en relaxatie van het sfinctermechanisme, hetgeen resulteert in mictie. De blaas is een actief reservoir. Tijdens vulling tot enkele honderden milliliters ontstaat geen intravesicale drukverhoging door adaptatie van de blaaswand. Tegelijkertijd zorgt (+) ( ) (+) (+) een progressieve aanspanning van de externe sfincter voor continentie. Zeer waarschijnlijk speelt de L-regio hierbij een belangrijke rol. Vanuit de L-regio lopen vezels naar de nucleus van Onuf. Activatie van de cellen die in deze nucleus liggen, resulteert in contractie van de bekkenbodem en een verhoogde urethrale weerstand. Tevens reguleert de L-regio, waarschijnlijk via het sympathische zenuwstelsel, de actieve relaxatie van de blaaswand. De efferent sympathische vezels ontspringen ter hoogte van Th10-L2 en bereiken van hieruit de prevertebrale ganglia. De postganglionaire sympathische vezels lopen via de n. hypogastricus naar de plexus pelvicus, waarna ze uiteindelijk de blaaskoepel, de blaashals en de urethra bereiken. Bij katten waarbij men beiderzijds een laesie in de L-regio heeft gemaakt, ontstaat een chronische en extreme vorm van urgency-incontinentie. Vulling van de blaas met slechts enkele milliliters zorgt voor een sterke blaascontractie bij een constant ontspannen externe sfincter. Deze waarneming impliceert overigens een korte reflexboog (op sacraal niveau) die sterk onder remmende invloed van de hogere gebieden staat. Onderdeel van de korte reflexboog zijn synaptische verbindingen van afferente vezels vanuit de blaaskoepel met vezels van de n. pudendus. Aldus resulteert een prikkel vanuit de blaas in een reflexmatige contractie van de bekkenbodem ( guarding reflex). Bij patiënten met een dwarslaesie tussen het pontiene en het sacrale mictiecentrum worden de gevolgen van een gedesinhibeerde korte reflexboog duidelijk..2.3 De neurogeen gestoorde blaas De functie van de blaas kan door neurologische schade sterk worden beïnvloed. Het niveau van de laesie bepaalt hoe de stoornis zich zal uiten (. Figuur.4 ). Bij een suprapontiene laesie is de coördinatie tussen reservoir- en mictiefunctie intact, maar ontbreekt gedeeltelijk de corticale invloed (de wil). Hierdoor kan spontaan (onwillekeurig) een blaas-
7 87.2 Oorzaken en vormen van incontinentie cortex pontien mictiecentrum sacraal mictiecentrum volledige doorsnijding cauda equlna neuronen lange spinale banen corticale degeneratie dwarslaesie blaas sfincter. Figuur.4 Schematische voorstelling van de banen van mictiereflex. Aangegeven zijn de plaatsen waar bij een neurologische afwijking de laesies gelokaliseerd zijn. ontlediging optreden (intacte spinobulbospinale reflex zonder invloed van de cortex). Bij een dwarslaesie in het ruggenmerg onder het niveau van de pons maar boven het sacrale mictiecentrum, ontstaat in eerste instantie een acontractiele blaas als gevolg van een spinale shock. De spino-bulbospinale reflex is dan namelijk onderbroken. Later worden de reflexbanen onder het niveau van de laesie weer actief zonder inhibitie of coördinatie vanuit het pontiene mictiecentrum. Door het ontbreken van de centrale inhibitie komt de mictiereflex bij een relatief geringe vulling op gang. Dit kan onwillekeurig urineverlies veroorzaken. Het verlies van de coördinatie vanuit het pontiene mictiecentrum zorgt ook voor disinhibitie van de guarding reflex, waardoor tijdens de blaasspiercontractie ook het afsluitmechanisme contraheert (detrusorsfincterdyssynergie ), met als gevolg een onvolledige blaasontlediging. Bij een laesie distaal van de cauda equina is de blaasinnervatie onderbroken zodat een acontractiele blaas ontstaat. Spina bifida Een spina bifida ontstaat doordat de neurale plaat zich in de mediaanlijn niet sluit. Ook het benige kanaal blijft dan open. Bij de geboorte is er op de rug een kèlevormige afwijking te zien. Bij de wat zeldzamere meningokèle puilt de breukzak, bestaande uit hersenvliezen en liquor, door de open wervelbogen uit, maar blijft deze door de huid bedekt. Doorgaans zijn er geen motorische of sensorische afwijkingen van de onderste ledematen, maar er komen nogal eens neurogene blaasstoornissen voor. Een veel frequentere afwijking is de meningomyelokèle, waarbij de huid en dura zijn opengebleven en de wortels van het ruggenmerg aan de oppervlakte liggen. Dit sluitingsdefect ontstaat meestal in het lumbosacrale gebied. Er is vaak een paralyse van de onderste ledematen en een hydrocefalus. Vrijwel alle patiënten met een meningomyelokèle ontwikkelen neurogene blaasstoornissen die kunnen variëren van urgency-frequencyklachten tot een ernstige blaasoveractiviteit met detrusorsfincterdyssynergie, vesico-ureterale reflux en recidiverende urineweginfecties. De behandeling van de blaasfunctiestoornissen is zeer moeizaam. Chirurgische behandeling van het sluitingsdefect zal de bestaande stoornissen niet opheffen, maar kan wel verergering voorkomen. Medicamenteuze behandeling van de blaasoveractiviteit met anticholinergica, in combinatie met intermitterende (zelf) katheterisatie, is vaak noodzakelijk om schade aan de hoge urinewegen te voorkomen. Op latere leeftijd kan chirurgische behandeling van een ernstig gestoorde blaas plaatsvinden door vergroting van het blaasvolume waarbij men gebruikmaakt van de dunne darm (blaasaugmentatie ). Daardoor worden de hoge blaasdrukken opgevangen en wordt het reservoir groter, zodat de hoge urinewegen worden ontzien en incontinentie wordt bestreden. Vaak is het nodig een katheteriseerbaar kanaal tussen blaas en navel aan te leggen om adequate lediging van de blaas te waarborgen. Bij het aanleggen van een dergelijk kanaal maakt men gebruik van de appendix (mitrofanoffprocedure ). Het is van belang de blaasfunctie van elk patientje met spina bifida goed te blijven controleren. Vooral tijdens de snelle groeifasen van het spinale kanaal (vlak na de geboorte en in de puberteit)
8 88 Hoofdstuk Urine-incontinentie kunnen de neurologische symptomen plotseling verergeren doordat er tractie op het ruggenmerg ontstaat als de conus door adhesies naar caudaal wordt getrokken (tethered cord ). Chirurgische interventie kan de schade niet herstellen, maar kan wel erger voorkomen. Multipele sclerose Multipele sclerose (MS) is een focaal demyeliniserende ziekte van met name de achter- en middenhoorn van het ruggenmerg. De afwijkingen, bestaande uit plaques van enkele millimeters tot enkele centimeters in doorsnede, worden meestal in het cervicale ruggenmerg, maar ook op lumbaal en sacraal niveau gevonden. De daardoor ontstane vertraging van doorgifte van zenuwimpulsen zorgt voor een scala aan neurologische symptomen die in de tijd sterk in ernst kunnen wisselen. Van alle patiënten met MS zal 0 tot 90% ooit mictieklachten ontwikkelen. Bij 10% van de patiënten zijn mictieklachten in de vorm van acute urineretentie of een acuut ontstane urgency-frequency het eerste symptoom van MS. Bij urodynamisch onderzoek vindt men meestal detrusoroveractiviteit. Ongeveer de helft van deze patiënten heeft ook een detrusorsfincterdyssynergie. Complicaties zoals urine-incontinentie ontstaan door hoge blaasdrukken. Om deze te voorkomen, wordt de detrusoroveractiviteit medicamenteus (anticholinergica ) behandeld. Indien er een chronisch residu ontstaat als gevolg van dyssynergie of detrusorhypocontractiliteit, moet intermitterende (zelf)katheterisatie worden uitgevoerd, zeker in geval van (recidiverende) urineweginfecties. Behandeling van een neurogene blaasdisfunctie met een verblijfskatheter of een suprapubische katheter resulteert in een verhoogde kans op complicaties en dient, waar mogelijk, te worden vermeden. Slechts bij 10% van de MS-patiënten met neurogene blaasfunctiestoornissen zal chirurgische interventie nodig zijn..3 Diagnostiek Anamnese, lichamelijk onderzoek en waar nodig aanvullend functieonderzoek moeten worden verricht om de juiste oorzaak van het urineverlies vast te stellen en de meest adequate behandeling in te stellen..3.1 Anamnese Oorzaak Wanneer begonnen de klachten? Is er een luxerend moment aan te wijzen, bijvoorbeeld: bevalling (kunstgrepen/ruptuur); operatie in het kleine bekken; trauma (kleine bekken/wervelkolom/schedel); CVA? Verloop Zijn de klachten sinds het begin verergerd? Is verergering van de klachten gerelateerd aan aanwijsbare situaties (cara, urineweginfecties, medicijngebruik, drinkpatroon, psychische gesteldheid)? Zijn de klachten gerelateerd aan lichamelijke inspanning of seksuele activiteit? Ernst Welke maatregelen moet de patiënt nemen om te kunnen functioneren? Luiers/inlegkruisjes? Welke maat? Hoeveel per dag/nacht? Wanneer verschonen (beetje nat/kletsnat)? Hoe vaak treedt lekkage op? Verliest de patiënt bij lekkage kleine beetjes (scheutjes) of in één keer een grote hoeveelheid (soms de hele blaasinhoud)? Is er zowel s nachts als overdag urineverlies, of alleen s nachts? Omstandigheden Treedt het urineverlies vooral op bij drukverhogende momenten (hoesten, niezen, lachen, tillen, sporten)? Treedt het urineverlies op bij plotselinge aandranggevoelens, bijvoorbeeld bij: water uit de kraan horen lopen/handen wassen;
9 89.3 Diagnostiek op het moment van thuiskomen (als de sleutel in het slot wordt gestoken); net voordat het toilet wordt bereikt? Bijkomende factoren Is er sprake van een urineweginfectie? Zijn er neurologische afwijkingen (CVA/TIA, ziekte van Parkinson, multipele sclerose, HNP, dwarslaesie, spina bifida )? Heeft de patiënt verzakkingsklachten? Is de patiënt slecht ter been zodat het toilet niet op tijd wordt bereikt? Gebruikt de patiënt medicijnen (o.a. diuretica, die ervoor zorgen dat de functionele capaciteit van de blaas op bepaalde momenten van de dag snel wordt bereikt)? Is er sprake van cara/luchtweginfecties waardoor stressincontinentie wordt verergerd? Heeft de patiënt een operatie ondergaan die de anatomische of functionele integriteit van de organen in het kleine bekken verstoort (hysterectomie, rectosigmoïdchirurgie, prostatectomie)?.3.2 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat: de rug: spina bifida occulta; (HNP-)operatielitteken; het abdomen: palpabele blaas of suprapubische demping; operatielitteken; genitaal onderzoek: penis: anatomische afwijkingen preputium/ glans; vulva: atrofische vaginitis; cystokèle/rectokèle; uterusprolaps; hypermobiliteit van de blaashals bij persen/ hoesten; uitgezakt perineum in staande houding; rectaal onderzoek: sfincterspanning; perineale sensibiliteit; anale reflex/bulbocavernosusreflex; harde scybala in ampulla recti; prostaatgrootte; oriënterend neurologisch onderzoek..3.3 Aanvullend onderzoek Urineonderzoek De urine wordt onderzocht op urineweginfecties, hematurie en maligniteit (cytologie). Urineweginfecties veroorzaken irritatie van de blaasmucosa, hetgeen ernstige urgency-klachten en urgency-incontinentie kan veroorzaken. Chronische urineweginfecties met urgencyen urgency-incontinentie kunnen het gevolg zijn van een blaassteen. Ook een blaasmaligniteit kan urgency-klachten veroorzaken. Mictiedagboek Een mictiedagboek is een eenvoudig, maar uiterst informatief hulpmiddel om de functie van de lage urinewegen in kaart te brengen. Men noteert het tijdstip en volume van elke mictie. Tevens wordt aangegeven of in de tussenliggende periode urine wordt verloren. Het totaal geproduceerde volume geeft informatie over de vochtintake (polydipsie?). Als de patiënt s nachts meer dan een derde van de totale urineproductie uitplast, wijst dit in de richting van decompensatio cordis. De grootste portie urine geeft informatie over de maximale functionele capaciteit van de blaas. De mictiefrequentie overdag en s nachts geeft belangrijke informatie: als een patiënt alleen overdag pollakisurie vertoont, kan dit op een psychogeen probleem wijzen. Een indruk van het urineverlies kan worden verkregen op basis van het soort en aantal gebruikte incontinentieluiers, het tijdstip van urineverlies (bij stressincontinentie treedt vooral overdag urineverlies op) en de grootte van de verloren urineporties. Luiertest Met de luiertest wordt informatie verkregen over de hoeveelheid verloren urine gedurende een bepaalde tijd tijdens de uitoefening van een aantal gestandaardiseerde activiteiten. Zo kan een redelijk objectief beeld worden verkregen van de mate van incontinentie. De subjectieve perceptie van de patiënt aangaande het urineverlies komt vaak niet overeen met de bevindingen van de luiertest.
10 90 Hoofdstuk Urine-incontinentie Cystoscopisch onderzoek en stresstest Met behulp van cystoscopisch onderzoek kunnen eventuele intravesicale afwijkingen worden aangetoond (blaassteen, maligniteit). Vervolgens kan de blaas worden gevuld met circa 300 ml en kan men de patiënt vragen te hoesten. Urineverlies met descensus van de bekkenbodem wijst op hypermobiliteit van de blaashals. Urineverlies zonder descensus kan wijzen op een intrinsieke sfincterdeficiëntie. De waarde van dit onderzoek wordt beperkt doordat men niet geïnformeerd is over de blaasdrukken tijdens eventuele urinelekkage. Daardoor is het soms onduidelijk of het urineverlies willekeurig of onwillekeurig is. Urodynamisch onderzoek Hoewel het zeker niet altijd nodig is urodynamisch onderzoek te verrichten, is het wel de hoeksteen van de incontinentiediagnostiek. Bij dit onderzoek is het de bedoeling informatie te verkrijgen over een aantal functieparameters van de lage urinewegen op het moment dat de klacht van de patiënt wordt opgewekt. Het is van belang alle gevonden waarden bij het stellen van de diagnose te laten meewegen. De volgende onderzoeken zijn van belang: flow- en residumeting : hierbij worden de kracht en het verloop van de urinestraal gemeten en kan men een onvolledige blaasontlediging op het spoor komen; vullingscystometrie : dit onderzoek geeft informatie over eventuele overactiviteit van de blaas (al of niet gepaard gaande met urineverlies). De compliantie (rekbaarheid) alsmede het functionele volume van de blaas kunnen worden bepaald. Door de patiënt op gezette tijden te laten hoesten, kan men aantonen of er eventueel sprake is van stressincontinentie als het urineverlies zonder blaascontractie optreedt; druk-flowcurven geven een indruk van de weerstand die de blaas moet overwinnen tijdens mictie (obstructie?). Gelijktijdig EMGonderzoek geeft informatie over de activiteit van de bekkenbodemspieren tijdens de mictie (dyssynergie?); video-urodynamisch onderzoek: als bij urodynamisch onderzoek de blaas met contrasthoudende vloeistof wordt gevuld, kan hij tijdens de vullings- en mictiefase met röntgenstraling worden doorgelicht. Hiermee wordt informatie verkregen over de vorm van de blaas, het eventueel bestaan van vesico-ureterale reflux, de mate van descensus van de bekkenbodem (tijdens hoesten), detrusorsfincterdyssynergie (open blaashals met afgeknepen sfincter geeft het beeld van een priktol ). Tevens kan urineverlies worden aangetoond door de passage van kleine hoeveelheden contrastvloeistof door de urethra (tijdens hoesten of bij overactieve detrusorcontracties)..4 Behandeling van urine-incontinentie Er is een breed scala aan behandelingsmogelijkheden voor patiënten met incontinentie. Welke methode het geschiktst is, hangt af van een aantal factoren. Niet alleen het type en de objectieve ernst van de aandoening, maar vooral de mate waarin het dagelijks leven van de patiënt door het urineverlies wordt beïnvloed, zijn aanleiding een bepaalde behandelingsstrategie te volgen. Gezien het invasieve karakter van een aantal behandelingsvormen is een belangrijke vraag of de patiënt de incontinentie vervelend genoeg vindt om die te ondergaan. Behalve dat men een goede indruk moet hebben van het type incontinentie (zie. Tabel.1 ) en van de subjectieve en objectieve ernst, en dat een gedegen onderzoek naar de eventuele oorzaak van de incontinentie moet worden uitgevoerd, is het derhalve van groot belang te weten wat de patiënt wil bereiken en tot welke prijs. Een jonge actieve vrouw is doorgaans eerder tot een operatie bereid om urineverlies het hoofd te bieden dan een 80-jarige vrouw. Evenzeer is het van belang duidelijk te maken dat er geen behandeling voorhanden is die de incontinentie met 100% zekerheid zal opheffen (ook geen operatieve ingreep!). De patiënt moet derhalve goed worden geïnformeerd over de kans van slagen bij een bepaalde behandeling, waarbij ook op mogelijke complicaties en eventuele neveneffecten moet worden gewezen. Zo kan het gebruik van anticholinergica tegen een overactieve blaas leiden tot een droge mond, terwijl door een operatieve ingreep bij stressincontinentie bij een patiënt die ook wat urgency-klachten heeft, bij een klein percentage de
11 91.4 Behandeling van urine-incontinentie. Tabel.1 Type incontinentie in relatie tot de symptomen urgency gemengd stress overloop aandrang voor urineverlies meestal gering geen soms urineverlies bij plotselinge inspanning soms soms typisch ja volume van urineverlies meestal groot gemiddeld meestal klein meestal klein kan onwillekeurig urineverlies onderbreken meestal niet meestal niet meestal wel meestal wel aantal micties per 24 uur meestal > 7 variabel afhankelijk van inspanning wisselend, vaak > 7 nycturie meestal wel soms niet typisch wisselend, vaak wel urgency-klachten kunnen toenemen. Zeker bij patiënten met een wat zwakke blaas is de scheidslijn tussen incontinentie en retentie zeer smal en kan een operatieve ingreep in verband met stressincontinentie retentie veroorzaken, zodat de patiënt zal moeten overgaan tot zelfkatheterisatie. Vanzelfsprekend moet in eerste instantie voor de minst invasieve effectieve behandeling worden gekozen..4.1 Behandeling van stressincontinentie De behandeling van stressincontinentie is afhankelijk van de oorzaak. Hypermobiliteit van de urethra Een hypermobiele urethra is verreweg de meest voorkomende oorzaak van stressincontinentie. Vooral bij geringe incontinentie is het de moeite waard te beginnen met bekkenbodemversterkende fysiotherapie. Het succes hiervan is sterk afhankelijk van de ernst van de incontinentie, maar vooral ook van de motivatie en discipline van de patiënt. Volgens de huidige gegevens heeft ongeveer twee derde van de patiënten op korte termijn baat bij deze aanpak. Een aantal therapieën is nog in een min of meer experimentele fase. Elektrische stimulatie van de bekkenbodem via de n. pudendus ter ondersteuning van de extrinsieke externe sfincter heeft bij 0% van de vrouwen met geringe stressincontinentie succes. De acceptatie door de patiënten is echter gering. Farmacotherapie met alfa-1-agonisten lijkt soms effectief, maar de bijwerkingen zijn vaak niet acceptabel. De chirurgische behandeling van stressincontinentie als gevolg van hypermobiliteit van de blaashals heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld. Men heeft de keuze uit een aantal suspensieoperaties waarbij de endopelviene fascie en de m. levator ani aan weerszijden van de blaashals en urethra op verschillende manieren worden gefixeerd om de mobiliteit van de blaashals te minimaliseren en de hangmatfunctie van de bekkenbodemstructuren te herstellen. De retropubische suspensie volgens Burch heeft goede resultaten op korte en lange termijn. Bij deze ingreep wordt de vaginawand via een pfannenstielincisie lateraal van de urethra en blaashals aan het ligament van Cooper gefixeerd. De laatste jaren vormen verschillende synthetische bandjes (tapes) een minder invasief alternatief voor deze klassieke open ingrepen. Naast verschillende materialen zijn ook enkele technieken beschreven. Een eerste is de TVT (tension-free vaginal tape ). Hierbij wordt transvaginaal, eventueel onder lokale anesthesie, een kunststof matje als een lus onder de urethra gelegd en retropubisch naar abdominaal toe afgeleid. Een recenter alternatief is de TOT (transobturator tape). Bij deze techniek wordt het bandje door het foramen obturatorium naar de beide liezen afgeleid, ofwel van vaginaal uit naar buiten, dan wel van buiten naar binnen. Litteken-
12 92 Hoofdstuk Urine-incontinentie vorming zorgt ervoor dat het bandje op zijn plaats blijft. De korte- en langetermijnresultaten zijn goed. Complicaties, beschreven met deze chirurgische technieken, kunnen variëren van obstructie of de novo urgency-incontinentie tot ernstiger maar ook zeldzamer als gevolg van het gebruik van alloplastisch materiaal: vaginale en urethrale erosies. Bij ernstige stressincontinentie als gevolg van een hypermobiele blaashals of urethra kan een fascie-slingoperatie worden uitgevoerd, zeker als er ook een vorm van sfincterdeficiëntie in het spel is (zie hieronder). Sfincterletsel of sfincterdenervatie Denervatie of een letsel van de sfincter komt vooral voor na voorgaande operaties of een trauma van het kleine bekken. Een niet-invasieve behandeling heeft doorgaans een teleurstellend resultaat. Bij geringe incontinentie kan het echter toch de moeite waard zijn met bekkenfysiotherapie te beginnen. Soms kan de (gedeeltelijke) uitval van de intrinsieke externe sfincter door de extrinsieke externe sfincter worden gecompenseerd. De patiënt zal merken dat het vooral aan het einde van de dag moeilijker zal zijn urineverlies te voorkomen. Bulking, ofwel een periurethrale injectie van collageen, teflon, autoloog vet en silicone partikels, wordt met wisselend succes toegepast ter verhoging van de urethrale weerstand. Een chirurgische behandeling met een goed resultaat bij de vrouw is de fascie-slingoperatie. Hierbij wordt een strip van autoloog (fascie van de m. rectus abdominis of van de fascia lata) materiaal onder de overgang tussen blaashals en urethra doorgehaald en retropubisch of aan de abdominale fascie gefixeerd. Een sling van synthetisch materiaal, de retropubische, TVT, bij de vrouw en de retro-urethale of suburethrale sling bij mannen hebben inmiddels bij lichtere vormen van incontinentie ook hun effect bewezen. Een andere chirurgische behandeling die vooral bij mannen, maar ook bij vrouwen, kan worden gebruikt, bestaat uit het plaatsen van een sfincterprothese. Een sfincterprothese bestaat uit een manchet die om de blaashals of (bij de man) om de bulbaire urethra wordt geplaatst. De manchet is verbonden met een pompje in het scrotum of in het labium majus, en met een vloeistofreservoir in de buikholte. De manchet is gevuld met vloeistof, waardoor de urethra en de blaashals worden dichtgedrukt. Bij compressie van het pompje wordt de vloeistof uit de manchet gepompt en kan de blaas geledigd worden. Door de druk in het reservoir loopt de manchet vervolgens weer vol..4.2 Behandeling van urgencyincontinentie Ook bij urgency-incontinentie is het van belang de oorzaak van de klachten te achterhalen. Een veel voorkomende oorzaak van een kort bestaande urgency-incontinentie is een urineweginfectie. Het spreekt vanzelf dat een dergelijke infectie behandeld moet worden. Vaak is echter geen duidelijke oorzaak voor de overactiviteit van de blaas te vinden (idiopathische overactiviteit). Bij idiopathische overactiviteit zijn de drukken die in de blaas worden opgewekt door de detrusorcontracties niet zo hoog dat de hoge urinewegen hiervan schade kunnen ondervinden, hetgeen bij neurogene blaasoveractiviteit wel degelijk het geval kan zijn. De behandeling beoogt derhalve een verbetering van de kwaliteit van leven. Het verdient aanbeveling in eerste instantie terughoudend te zijn met invasieve behandelingen. Blaastraining met of zonder een vorm van psychotherapie heeft op korte termijn wel enig effect, maar slechts weinig patiënten hebben hier blijvend baat bij. Anticholinergica en meer specifiek antimuscarinica zijn doorgaans het middel van eerste keuze. De middelen die tegenwoordig veelvuldig worden voorgeschreven, verminderen de abnormale sensibiliteit van de blaas en hebben zo een remmend effect op het gladde spierweefsel. De nieuwere anticholinergica (tolterodine Detrusitol, solifenacine Vesicare, darifenacine Emselex) veroorzaken minder nevenwerkingen dan de oudere preparaten (oxybutynine Dridase). Hoewel met deze middelen geen duidelijke urodynamische verbetering van de overactiviteit van de blaas wordt verkregen, nemen de klachten vaak wel merkbaar af. Indien medicamenteuze therapie onvoldoende effect heeft, is neuromodulatie een doeltreffend
13 93.4 Behandeling van urine-incontinentie middel om blaascontracties af te remmen. De mictiereflex kan worden geremd door elektrische stimulatie van de afferent somatische zenuwvezels die via de n. pudendus en de spinale zenuwen teruglopen naar het sacrale ruggenmerg. De stimulatie kan worden bewerkstelligd door middel van vaginale of anale plugs, met transcutane patches (TENS: transcutaneous electric nerve stimulation ) of door stimulatie van de n. tibialis posterior met acupunctuurnaalden (PTNS posterior tibial nerve stimulation ). De met name langetermijnwaarde van al deze technieken is nog niet overtuigend aangetoond. Hoewel een aantal patiënten hierbij op korte termijn baat lijkt te hebben, neemt het effect op termijn af. Mogelijk is dat het gevolg van het intermitterende karakter van de elektrische stimulatie bij deze technieken. Continue stimulatie resulteert in recruitment van synapsen en verhoogde synaptische efficiëntie. Mogelijk verklaart dit het succes van de S3-elektroden. Hierbij wordt percutaan een elektrode in het foramen sacrale III geplaatst, die in verbinding staat met een subcutaan geïmplanteerde pulsgenerator, zodat een continue stimulatie van de betreffende afferente vezels kan worden bewerkstelligd. Op deze wijze kan 80% van de patiënten goed worden behandeld, van wie 60% volledig droog wordt. Voor deze uiterst moeizaam te behandelen groep patiënten is dat een uitstekend resultaat, ook op de lange termijn. Een bijkomend voordeel van deze techniek is dat eventueel aanwezige fecale incontinentie ook verholpen wordt. Een andere mogelijke therapie is de injectie van botulinetoxine in de blaaswand. Deze behandeling is inmiddels geregistreerd voor neurogene detrusoroveractiviteit en lijkt wel werkzaam maar is nog niet geregistreerd voor idiopathische detrusoroveractiviteit. Dit toxine verlamt bepaalde zenuwvezels in de blaaswand en leidt tot het verdwijnen van de detrusoroveractiviteit. Hiernaast zijn er inmiddels ook aanwijzingen dat botulinetoxine ook effect heeft op de sensibiliteit van de blaas. Het effect is echter meestal slechts tijdelijk (maximaal 6 tot 9 maanden). Herhaling van de behandeling is echter mogelijk. Wel bestaat er een risico op retentie met de noodzaak tot intermitterende katheterisatie. Wanneer de bovenstaande behandelingen niet tot het gewenste resultaat leiden, kan men een veel ingrijpender therapie toepassen: de blaasaugmentatie of de urineafleiding. Bij de blaasaugmentatie wordt de blaas sagittaal of coronair gekliefd, waarna de ontstane opening wordt overbrugd met een darmpatch. Contractie van de blaaswand leidt niet tot drukverhoging in de blaas omdat de contractie door de darmpatch wordt opgevangen (windketeleffect). Aangezien de mictiecontractie ook minder efficiënt is, ontstaat vaak een zich slecht ledigende blaas. In dat geval wordt de incontinentie ingeruild voor een chronisch residu, waardoor de patiënt zichzelf verschillende malen per dag moet katheteriseren. Bij een urineafleiding wordt de blaas volledig uitgeschakeld. Beide ureters worden van de blaas losgekoppeld en in een stuk vrijgelegd ileum ingehecht. Het distale uiteinde van de lis wordt vervolgens als stoma in de huid gehecht. Hierdoor ontstaat een niet-continent urostoma. Vanwege de relatieve eenvoud van de operatie wordt deze techniek vooral toegepast bij ouderen en bij mensen met een slechte algemene conditie..4.3 Behandeling van de neurogeen gestoorde blaas Bij een laesie boven het niveau van het pontiene mictiecentrum ontstaat een onwillekeurige gecoördineerde mictie. Omdat de onwillekeurige mictie niet kan worden beïnvloed, bestaat de behandeling uit het adequaat opvangen van de urine, bijvoorbeeld met een (condoom)katheter. Na de spinale shockfase bij een laesie tussen het pontiene en sacrale mictiecentrum, ontstaat doorgaans detrusoroveractiviteit met detrusorsfincterdyssynergie. Als gevolg hiervan kunnen de blaasdrukken zodanig hoog oplopen dat vesicoureterale reflux ontstaat en de hoge urinewegen worden bedreigd. Bij deze groep patiënten is het dan ook van belang dat de nierfunctie en het echografisch beeld van de urinewegen regelmatig worden gecontroleerd. Uiteraard moet de blaasfunctie met behulp van (video-)urodynamisch onderzoek in kaart worden gebracht. Aanvankelijk zal men de blaascontracties met anticholinergica behandelen. Bij onvoldoende effect kan de injectie van botulinetoxine in de blaaswand overwogen worden.
14 94 Hoofdstuk Urine-incontinentie Een geselecteerde groep patiënten heeft baat bij een zogenoemde blaasstimulator. Hierbij wordt eerst een dorsale rizotomie van de sacrale wortels S1-S uitgevoerd, zodat de mictiereflex wordt onderbroken. Vervolgens worden elektroden op de anterieure wortels geplaatst. Deze elektroden worden aangesloten op een subcutane ontvanger. Via de antenne van de externe stimulator wordt de ontvanger gestimuleerd, zodat het aan de zenuwen doorgegeven signaal tot een blaascontractie kan leiden. Bij het falen van de voorgaande behandelingen zal een blaasaugmentatie overwogen moeten worden om de nierfunctie te sparen. Bij een laesie distaal van het sacrale mictiecentrum ontstaat een acontractiele (slappe) blaas met urineretentie en overloopincontinentie. De behandelingsmogelijkheden zijn dezelfde als bij overlo opincontinentie op basis van andere oorzaken..4.4 Behandeling van overloopincontinentie Indien de overloopincontinentie wordt veroorzaakt door een obstructie, moet die worden opgeheven (prostaatoperatie). Indien de oorzaak een zwakke detrusorspier is, is intermitterende zelfkatheterisatie of een permanente verblijfskatheter vaak de enige oplossing om tot een blaaslediging te komen. Bij zeer geselecteerde patiënten kan de grote rugspier om de blaas heen gewikkeld worden (wikkelblaas) om zo de lediging te bevorderen. Het komt nogal eens voor dat urineretentie op basis van een obstructie een zodanige overrekking van de blaas tot gevolg heeft, dat de detrusor blijvend beschadigd is en dat de patiënt na desobstructie toch zelfkatheterisatie moet uitvoeren.
Urineincontinentie bij vrouwen Dr. Peter De Wil, uroloog Kliniek Sint Jan. Ontmoetingsavond 4/4/2019 MCH Wezembeek
Urineincontinentie bij vrouwen Dr. Peter De Wil, uroloog Kliniek Sint Jan Ontmoetingsavond 4/4/2019 MCH Wezembeek Wanneer urine incontinentie? Als de druk in de blaas hoger is dan de druk in de urethra!
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Urine-incontinentie
PATIËNTEN INFORMATIE Urine-incontinentie Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over urine-incontinentie. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig te lezen. Urine-incontinentie
Nadere informatieUrine-incontinentie bij vrouwen
Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie is het ongewild verlies van urine. Het is een veel voorkomend probleem. Een op de vier vrouwen jonger dan 65 lijdt aan
Nadere informatieBehandelopties voor incontinentie na een prostaatkankeroperatie. K.C. van Dalen, uroloog 6 oktober 2015
Behandelopties voor incontinentie na een prostaatkankeroperatie K.C. van Dalen, uroloog 6 oktober 2015 Incontinentie = ongewenst urineverlies Soorten incontinentie Stressincontinentie (SUI) Urineverlies
Nadere informatieurineverlies bij vrouwen incontinentie
patiënteninformatie urineverlies bij vrouwen incontinentie Met incontinentie wordt bedoeld: ongewild urineverlies. Veel vrouwen verliezen ongewild urine bij inspanning of hebben te vaak en te snel aandrang
Nadere informatieVormen en oorzaken van urine-incontinentie Er zijn verschillende vormen van urine-incontinentie:
INCONTINENTIE Inleiding Incontinentie (urine-incontinentie en/of ontlastingsincontinentie) is vooral bij ouderen een veelvoorkomend probleem. Toch zoekt maar een klein deel van de mensen hulp. Hierbij
Nadere informatieRode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Behandeling van stressincontinentie. rkz.nl
Patiënteninformatie Behandeling van stressincontinentie (TVT) rkz.nl In overleg met uw arts is besloten bij u een operatie te verrichten ter behandeling van uw incontinentieklachten. Doel van deze operatie
Nadere informatieUrineverlies. Incontinentie. Poli Gynaecologie
00 Urineverlies Incontinentie Poli Gynaecologie De inhoud van deze voorlichtingsfolder is mede samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Uw gynaecoloog zal samen
Nadere informatieOAB, urodynamica en behandelingsmogelijkheden. De blaas de baas. Pieter M. Groenendijk Uroloog MC Haaglanden, Den Haag/Leidschendam
OAB, urodynamica en behandelingsmogelijkheden De blaas de baas Pieter M. Groenendijk Uroloog MC Haaglanden, Den Haag/Leidschendam Iets over mijzelf Uroloog in het MCH sinds 2011, hiervoor 8 jaar in RdGG
Nadere informatieUrine-incontinentie bij vrouwen
Urine-incontinentie bij vrouwen Gynaecologie alle aandacht Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie is het ongewild verlies van urine. Het is een veel voorkomend probleem. Een op de vier vrouwen
Nadere informatieINCONTINENTIE. Inhoudstafel
INCONTINENTIE Informatie voor patiënten versie: 24 mei 2016 Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Hoe werkt een normale blaas? 3. Soorten urineverlies 4. Oorzaken en risicofactoren voor urineverlies 5. Welke onderzoeken
Nadere informatieMICTIESTOORNISSEN. Algemeen. Risicofactoren. Fysiologie
MICTIESTOORNISSEN Inhoudsopgave Algemeen... 1 Risicofactoren... 1 Fysiologie... 1 Pathofysiologie... 2 Werkingsmechanisme van geneesmiddelen die de mictie beïnvloeden... 3 Geneesmiddelen waarbij mictiestoornissen
Nadere informatieMultiple Sclerose en urologie
Multiple Sclerose en urologie Bertil Blok, uroloog Blaasfunctiestoornissen vaak bij MS Meer dan 80% van de MS patienten heeft urologische symptomen 96% van de MS patienten met meer dan 10 jaar MS krijgen
Nadere informatiePatiënteninformatie. Incontinentie
Incontinentie Patiënteninformatie Incontinentie Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Inspanningsincontinentie 1.2 Aandrangincontinentie 1.3 Gemengde incontinentie 2 Eerste consult 3 Onderzoek 4 Behandelingen
Nadere informatieNieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2013) Samenvatting voor patiënten
Nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2013) Samenvatting voor patiënten In deze folder staat informatie over onderzoeken en behandelingen bij mensen met urine-incontinentie (urineverlies).
Nadere informatieUrine incontinentie bij vrouwen
Urine incontinentie bij vrouwen Ellen van der Linden, uroloog Mesos Annemiek ter Horst, bekkenfysiotherapeut stelling Uitgaand van een standaardpraktijk van 2350 patiënten, verwacht je ongeveer 30 vrouwen
Nadere informatieUrologie. Prostaatklachten
Urologie Prostaatklachten Urologie Inleiding In deze folder vindt u informatie over prostaatklachten. Deze informatie is bedoeld om u inzicht te geven in de oorzaak van de klachten en de mogelijkheden
Nadere informatieNieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2014) Samenvatting voor patiënten
Nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2014) Samenvatting voor patiënten In deze folder staat informatie over onderzoeken en behandelingen bij mensen met urine-incontinentie (urineverlies).
Nadere informatieIncontinentie bij kinderen
Incontinentie bij kinderen Deel 1 N.J. Langendoen, Kinderarts Sept 2016 urethra 1 2 2 3 3 4 4 5 5 6 6 1 Lower urinary tract function International children s continence society (ICCS) Dagfrequentie (betrouwbaar
Nadere informatieChapter 10. Nederlandse samenvatting
Chapter 10 Nederlandse samenvatting Incontinentie urinae, het ongewild verlies van urine, is een frequent voorkomend probleem bij vrouwen. De prevalentie (het vóórkomen) hiervan wordt geschat tussen de
Nadere informatieINCONTINENTIE. Informatie voor patiënten. Inhoudstafel
INCONTINENTIE Informatie voor patiënten Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Hoe werkt een normale blaas? 3. Soorten urineverlies 4. Oorzaken en risicofactoren voor urineverlies 5. Welke onderzoeken kunnen nodig
Nadere informatieIncontinentie bij mannen
Incontinentie bij mannen INLEIDING Urineverlies (incontinentie) veroorzaakt door een prostaataandoening en/of als gevolg van behandeling en/of verwijdering van de prostaat is voor veel mannen een schrikbeeld.
Nadere informatieTOT-operatie: voor urineverlies bij inspanning
TOT-operatie: voor urineverlies bij inspanning Deze brochure geeft u informatie over de TOT- operatie. TOT is een afkorting van Trans Obturator Tape. Bij de TOT operatie wordt een niet-oplosbaar, kunstof
Nadere informatieMultiple sclerose en blaasklachten
Multiple sclerose en blaasklachten Zaterdag 8 februari 2014 Dr. Evert Koldewijn uroloog Catharina Ziekenhuis Eindhoven Vanuit dit gebied wordt de blaas en de plasbuis bestuurd f-mri beelden 4 Urine opslag
Nadere informatie5 Concept Patiëntenversie Urine-incontinentie bij vrouwen
Concept Patiëntenversie Urine-incontinentie bij vrouwen Concept Patiëntenversie Urine-incontinentie bij vrouwen, 1 Informatie voor de patiënt 5 Deze informatiefolder bevat informatie over de zorg en behandeling
Nadere informatieOverloopincontinentie Overloopincontinentie. Ongewild druppelsgewijs urineverlies dat veroorzaakt wordt door een overvolle blaas.
Urologie Algemeen: In grote lijnen onderscheiden we drie soorten incontinentie: Stressincontinentie Bij stressincontinentie of inspanningsincontinentie treedt er ongewenst urineverlies op bij bepaalde
Nadere informatieFYSIOTHERAPIE. Urine-incontinentie
FYSIOTHERAPIE Urine-incontinentie Urine-incontinentie Urine-incontinentie is het ongewild verlies van urine. De hoeveelheid urineverlies kan verschillen: een druppeltje, een scheut, een straal of zelfs
Nadere informatieUrodynamisch onderzoek
Urodynamisch onderzoek Afdeling urologie gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Uw afspraak 3 Wat is een urodynamisch onderzoek? 3 Voorbereiding op het onderzoek 4 Het onderzoek 4 Na het onderzoek 5 De uitslag
Nadere informatieGEÏNFORMEERDE TOESTEMMING suburethrale sling
1/5 GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING suburethrale sling Geachte patiënt, Deze informatiebrochure werd geschreven door de Belgische Associatie van Urologie (BAU) en dankzij het Verbond der Belgische Beroepsvereniging
Nadere informatie2.2 Afwijkende mictie
2.2 Afwijkende mictie Ten gevolge van een aandoening en/of beperking kunnen mictieproblemen ontstaan. Een functiestoornis van de nieren kan leiden tot inadequate urineproductie en daardoor tot vergiftiging
Nadere informatieAnatomie van de bekkenbodem. Dr. Carine Petré, medische beeldvorming
Anatomie van de bekkenbodem Dr. Carine Petré, medische beeldvorming BEKKENBODEM complexe multifunctionele eenheid : - actieve en passieve steun van viscerale organen - regelt continentie - coördineert
Nadere informatieBehandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog
Urologie Behandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is stressincontinentie?... 3 Stellen diagnose... 3 Behandeling... 4 Voorbereiding... 4 De operatie...
Nadere informatieBBD: Bowel Bladder Dysfunction
BBD: Bowel Bladder Dysfunction Bladder Dysfunction Dr. Leen Geyskens Kinderarts, interesse in bedplassen en continentieproblematiek Symposium 5 jaar kindergeneeskunde 20/9/2014 Blaasdysfunctie: moeilijkheden
Nadere informatieTVT-O en TVT Operatieve ingreep bij stressincontinentie. Gynaecologie
TVT-O en TVT Operatieve ingreep bij stressincontinentie Gynaecologie Inleiding In overleg met uw arts is besloten bij u een operatie te verrichten voor de behandeling van uw stressincontinentie. Bij stressincontinentie
Nadere informatieInformatie voor patiënten. TOT TVT bij stressincontinentie
Incontinentiekliniek Informatie voor patiënten TOT TVT bij stressincontinentie UROLOGIE Operatieve ingreep bij stressincontinentie Inleiding In overleg met uw arts is besloten bij u een operatie te verrichten
Nadere informatieSling) Urologie. Deze folder gaat vooral over stressincontinentie.
Urologie TOS (Trans Obturator Sling) of TOT (Trans Obturator Tape) Wat is incontinentie? Incontinentie is het ongewild verliezen van urine, waarbij dit voor hygiënische en sociale problemen zorgt. Hoeveel
Nadere informatiePatiënteninformatie. Incontinentie
Patiënteninformatie Incontinentie 2 Inhoud Inleiding... 4 Hoe werkt een normale blaas?... 4 Soorten incontinentie... 5 Inspanningsincontinentie... 5 Aandrangincontinentie... 6 Wat zijn de oorzaken en mogelijke
Nadere informatieStressincontinentie Behandeling met TVT, TVT/O of TVT/Abbrevo
Stressincontinentie Behandeling met TVT, TVT/O of TVT/Abbrevo Inleiding Deze folder geeft u informatie over stressincontinentie, de behandeling ervan en wat u van de operatie (TVT, TVT/O of TVT/abbrevo)
Nadere informatieIncontinentiepoli voor Vrouwen. Algemene informatie
Incontinentiepoli voor Vrouwen Algemene informatie 1 Incontinentie In deze folder geven wij u in het kort informatie over verschillende vormen van incontinentie. Incontinentie is ongewild urineverlies.
Nadere informatieUrologie. De TOT-operatie
Urologie De TOT-operatie De uroloog heeft in overleg met u besloten een TOT-operatie uit te voeren, oftewel een Trans Obturatorius Tape te plaatsen. Bij deze operatie wordt een bandje geplaatst ter ondersteuning
Nadere informatieUrine incontinentie bij de hond. Urine incontinentie bij de hond
Urine incontinentie bij de hond Marjanne D. Zaal Specialist Chirurgie VSC De Wagenrenk Urine incontinentie bij de hond Presentatie van patiënt Sfinctermechanisme incompetentie (SMI( SMI) Castratie gerelateerde
Nadere informatieUrge-incontinentie Marina Hovius, uroloog
Urge-incontinentie Marina Hovius, uroloog Anatomie Terminologie Prevalentie Onderzoek Co-morbiditeit Conservatieve maatregelen Medicamenteuze therapie Operatieve therapie Anatomie Terminologie: richtlijn
Nadere informatieUrodynamisch onderzoek Afdeling urologie.
Urodynamisch onderzoek Afdeling urologie www.nwz.nl Inhoud Uw afspraak 3 Wat is een urodynamisch onderzoek? 4 Voorbereiding op het onderzoek 5 Het onderzoek 5 Na het onderzoek 6 De uitslag 7 Bijwerkingen
Nadere informatiewww.azstlucas.be > TOT TVT bij stressincontinentie Dienst urologie, andrologie en steenkliniek
www.azstlucas.be > Dienst urologie, andrologie en steenkliniek Inleiding 2 blaas urethra schaambeen In overleg met uw arts is besloten bij u een operatie te verrichten voor de behandeling van uw stressincontinentie.
Nadere informatieTVT operatie bij Stressincontinentie. Urologie
TVT operatie bij Stressincontinentie Urologie 1. Wat is stress-incontinentie Stress incontinentie is een vorm van urineverlies welke optreedt bij lichamelijke inspanning. Met stress wordt hier bedoeld
Nadere informatieTVT en TVT-O operatie voor urineverlies bij inspanning
Urologie TVT en TVT-O operatie voor urineverlies bij inspanning Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Inspanningsincontinentie: wat is het, hoe wordt het onderzocht en welke behandelingsmogelijkheden zijn er 2.1
Nadere informatieBekkenbodemproblematiek CASUSSCHETSEN
INTERLINE Bekkenbodemproblematiek Concept dd 27 maart 2007 CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Mw Adams, 46 jaar, komt op het spreekuur voor een uitstrijkje. Voor het inbrengen van het speculum vraagt u haar wat
Nadere informatieTOT TVT bij stressincontinentie
RZ Heilig Hart Leuven Naamsestraat 105 3000 Leuven Dienst Urologie Informatie voor patiënten TOT TVT bij stressincontinentie Inleiding UROLOGIE Operatieve ingreep bij stressincontinentie In overleg met
Nadere informatiePowerPoint presentatie
PowerPoint presentatie Urine-incontinentie bij ouderen Doreth Teunissen huisarts/onderzoeker 2 december 2010, RAI Amsterdam Opzet - (patho)fysiologie continentie - prevalentie - wie zoekt hulp - behandelingsmogelijkheden
Nadere informatieBekkenfysiotherapie bij bekkenbodemklachten
Bekkenfysiotherapie bij bekkenbodemklachten Albert Schweitzer ziekenhuis Regionaal Bekkenbodem Centrum maart 2010 pavo 0682 Inleiding Problemen met de bekkenbodem beginnen vaak met kleine klachten. Licht
Nadere informatieTVT operatie bij stressincontinentie. Urologie
TVT operatie bij stressincontinentie Urologie 1. Wat is stress-incontinentie Stress incontinentie is een vorm van urineverlies welke optreedt bij lichamelijke inspanning. Met stress wordt hier bedoeld
Nadere informatieDr. E. Verlinden Marjan Claes
Dr. E. Verlinden Marjan Claes Urineverlies gedurende de dag bij een kind oud genoeg om blaascontrole te hebben Primair : blijvende natte broeken na potjestraining (3-4 jaar) Secundair : herval van natte
Nadere informatieWat u eraan kunt doen...
Stress-incontinentie bij vrouwen endog-05-0010-fb Voor meer informatie Surf naar: www.stressincontinentie.nl Praat erover met uw arts: Deze brochure werd gepubliceerd dankzij de medewerking van Wat u eraan
Nadere informatieVERZAKKING EN INCONTINENTIE
VERZAKKING EN INCONTINENTIE WAT IS EEN VERZAKKING (PROLAPS) Normale situatie, geen verzakking Verzakking indien de bekkenbodemspieren onvoldoende ondersteunen HOE VAAK KOMT HET VOOR Bij 40% van de vrouwen
Nadere informatieDe TVT-O of TVToperatie
De TVT-O of TVToperatie Deze folder geeft informatie over de TVT-O en TVT operatie. TVT staat voor Tensionfree Vaginal Tape. De O staat voor foramen Obturatorius (=anatomische structuur waardoor de tape
Nadere informatieTVT-O operatie voor vrouwen met stress-incontinentie
TVT-O operatie voor vrouwen met stress-incontinentie Urologie Stress-incontinentie is ongewenst urineverlies bij lichamelijke inspanning, zoals tillen, niezen, hoesten, lachen, sporten, springen of plotselinge
Nadere informatieInformatie. Botoxinjecties bij overactieve blaas
Informatie Botoxinjecties bij overactieve blaas Inleiding Tijdens uw bezoek aan de polikliniek urologie heeft uw uroloog met u besproken dat er een overactiviteit van uw blaas is vastgesteld. U heeft de
Nadere informatieGEÏNFORMEERDE TOESTEMMING. urethra-suspensiebandje ( Transobturator Male Sling )
1/5 GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING urethra-suspensiebandje ( Transobturator Male Sling ) Geachte patiënt, Deze informatiebrochure werd geschreven door de Belgische Associatie van Urologie (BAU) en dankzij het
Nadere informatieDe TVT-O-operatie voor urineverlies bij inspanning
De TVT-O-operatie voor urineverlies bij inspanning Inleiding Deze folder geeft informatie over de TVT-O-operatie. TVT-O is een afkorting van tension-free vaginal tape obturator. Bij de TVT-O-operatie wordt
Nadere informatiePatiëntenversie behorend bij de conceptrichtlijn Urine-incontinentie bij vrouwen
Patiëntenversie behorend bij de conceptrichtlijn Urine-incontinentie bij vrouwen INITIATIEF: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) ORGANISATIE: Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg
Nadere informatieOnderzoek Behandeling Fysiotherapie Operatie
Stressincontinentie U bent patiënt bij de afdeling urologie van VU medisch centrum (VUmc). VU medisch centrum is een universitair medisch centrum waar medisch specialisten worden opgeleid. Zij doen zelfstandig
Nadere informatieDeze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M42 van november 2004.
1. Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M42 van november 2004. Met deze kennistoets kunnen de deelnemers hun kennis toetsen aan de richtlijnen uit de NHG-Standaard Bemoeilijkte
Nadere informatieTVTO-operatie voor urineverlies bij inspanning
TVTO-operatie voor urineverlies bij inspanning Inleiding Deze folder geeft informatie over de TVTO-operatie. TVTO is een afkorting van Tension-free Vaginal Tape via het foramen obturatum. Bij de TVTO-operatie
Nadere informatieURODYNAMISCH ONDERZOEK FRANCISCUS GASTHUIS
URODYNAMISCH ONDERZOEK FRANCISCUS GASTHUIS Inleiding In overleg met uw uroloog is besloten om een functie onderzoek van de blaas (een urodynamisch onderzoek) te doen. Uw arts heeft u al verteld wat u kunt
Nadere informatieKLACHTEN Klachten die goed behandeld kunnen worden door de bekkenfysiotherapeut:
1 KLACHTEN Mannen, vrouwen, kinderen en ouderen, iedereen kan problemen krijgen wanneer de bekkenbodem niet goed functioneert. Het niet goed functioneren kan ontstaan als men op een verkeerde manier plast
Nadere informatieUrodynamisch onderzoek
Urodynamisch onderzoek Binnenkort wordt bij u een urodynamisch onderzoek verricht. Het doel van dit onderzoek is na te gaan wat de oorzaak is van uw plasklachten. Urodynamisch onderzoek wordt vaak verricht
Nadere informatieUrodynamicadag Workshop tracés ontleden en beknopte verslaggeving. Dr Anne-Françoise Spinoit & Mevr Inge Ragolle
Urodynamicadag 2016 Workshop tracés ontleden en beknopte verslaggeving Dr Anne-Françoise Spinoit & Mevr Inge Ragolle st art stop First sensation Pves k urge Full bladder Pv es Normal filling Pabd = Pa
Nadere informatieTVT-operatie of TOT-operatie voor urineverlies bij inspanning
Infobrochure TVT-operatie of TOT-operatie voor urineverlies bij inspanning mensen zorgen voor mensen Inleiding Binnenkort wordt u in het Mariaziekenhuis opgenomen voor een TVT- of TOT-operatie omdat u
Nadere informatieTOT - TVT. bij stressincontinentie
TOT - TVT bij stressincontinentie TOT - TVT bij stressincontinentie Inleiding In overleg met uw arts is besloten bij u een operatie te verrichten voor de behandeling van uw stressincontinentie. Bij stressincontinentie
Nadere informatieURODYNAMISCH ONDERZOEK
URODYNAMISCH ONDERZOEK 25735 Inleiding In overleg met uw uroloog is besloten om een functie onderzoek van de blaas (een urodynamisch onderzoek) te doen. Uw arts heeft u al verteld wat u kunt verwachten.
Nadere informatieBekkenfysiotherapie voor en na prostaatoperaties
Bekkenfysiotherapie voor en na prostaatoperaties Voordat u geopereerd wordt, krijgt u eenmalig een consult bij de bekkenfysiotherapeut. Deze folder is een korte samenvatting van wat de therapeut met u
Nadere informatieUrine-incontinentie bij vrouwen
Urine-incontinentie bij vrouwen Stressincontinentie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Urine-incontinentie bij vrouwen 1 Plasdagboekje (mictielijst) 1 Flowmetrie 1 Urodynamisch onderzoek
Nadere informatieUrodynamisch onderzoek. Cystometrie-Drukmetingen
Urodynamisch onderzoek Cystometrie-Drukmetingen Inleiding Binnenkort wordt er bij u een urodynamisch onderzoek verricht. Voor dit onderzoek worden ook de termen 'cystometrie' of 'drukmetingen' gebruikt.
Nadere informatieInformatiefolder voor ouders
Informatiefolder voor ouders Plasproblemen van uw kind Gezondheidscentrum de Volgerlanden Afdeling Fysiotherapie: contactpersoon: Elize de Snoo Druivengaarde 15 3344 PK Hendrik Ido Ambacht Website: www.gc-devolgerlanden.nl
Nadere informatiekinesiste gespecialiseerd in de pelvische reëducatie en plasgedrag Els De Deckere AZ Sint-Jan AV campus Brugge Blaastraining
Blaastraining en plasgedrag Els De Deckere kinesiste gespecialiseerd in de pelvische reëducatie AZ Sint-Jan AV campus Brugge De bekkenbodem 5 belangrijke functies van de bekkenbodemspieren Belang van
Nadere informatieOnderwijsmateriaal voor toetsgroepen
1. Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M42 Mictieklachten bij mannen van maart 2013. Met deze kennistoets kunnen de deelnemers hun kennis toetsen aan de richtlijnen uit
Nadere informatieStappenplan urine-incontinentie in de eerste lijn
Stappenplan urine-incontinentie in de eerste lijn Preventie van urine-incontinentie en complicaties bij zelfstandig wonende ouderen Stap 1: Screenen op urine-incontinentie in de eerste lijn Verliest u
Nadere informatiemw. dr. Willemijn Windt
+ Farmacologische beïnvloeding van mictie Gewild of ongewild mw. dr. Willemijn Windt Uroloog io 24 september 2012 + Casus 82 jarige man COPD exacerbatie Al langere tijd gaat plassen moeilijker 1e dag na
Nadere informatieVerzakking en incontinentieproblemen bij vrouwen VIP Poli
Verzakking en incontinentieproblemen bij vrouwen VIP Poli H.313157.0610 Inleiding U bent via uw huisarts aangemeld voor de VIP poli. Om in korte tijd zonder herhaalbezoeken een beeld te kunnen krijgen
Nadere informatieGEÏNFORMEERDE TOESTEMMING artificiële urinaire sfincter
1/6 GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING artificiële urinaire sfincter Geachte patiënt, Deze informatiebrochure werd geschreven door de Belgische Associatie van Urologie (BAU) en dankzij het Verbond der Belgische
Nadere informatieSamenvatting, discussie, conclusies en toekomstperspectieven. (vertaling in het Nederlands)
Samenvatting, discussie, conclusies en toekomstperspectieven (vertaling in het Nederlands) 11 CHAPTER 11 NEDERLANDSE SAMENVATTING 144 Samenvatting Dit proefschrift richt zich op de behandeling van blaassfincter
Nadere informatieIncontinentie bij ouderen
Incontinentie bij ouderen (Informatie voor zorgverleners/mantelzorgers) Incontinentie: gewoon of niet gewoon? Er wordt geschat dat 50% van de mensen van 65 jaar en ouder last heeft van urineverlies. De
Nadere informatieUROLOGIE ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN
1 april 2003 herzien maart 2004 UROLOGIE ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Casusschets 1 Zie Werkafspraak Pijnloze Hematurie onder Microscopische hematurie Antwoord:
Nadere informatieFysiotherapie bij bekkenbodemproblemen
00 Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen aanvullende informatie bij de folder 'Bekkenbodemproblemen bij vrouwen' Poli Gynaecologie De inhoud van deze voorlichtingsfolder is mede samengesteld door de Nederlandse
Nadere informatieSling) Urologie. Deze folder gaat vooral over stressincontinentie.
Urologie TOS (Trans Obturator Sling) of TOT (Trans Obturator Tape) Wat is incontinentie? Incontinentie is het ongewild verliezen van urine, waarbij dit voor hygiënische en sociale problemen zorgt. Hoeveel
Nadere informatieOmgaan met blaasproblemen
Deze brochure kwam tot stand met medewerking van Leven met Multipele Sclerose uitgave 6 mevrouw Farida van Rey. Zij was werkzaam als artsonderzoeker in het Universitair Medisch Centrum St. Radboud en heeft
Nadere informatieInformatie. Sling bij urine incontinentie. Gynaecologie
Informatie Sling bij urine incontinentie Gynaecologie WWW.ELKERLIEK.NL Wat zijn mid-urethrale bandjes? Mid-urethrale bandjes (incontinentiebandjes) worden geplaatst bij vrouwen met stress-incontinentie
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Kiné. op de kraamafdeling
PATIËNTEN INFORMATIE Kiné op de kraamafdeling 2 Beste mama Tijdens je verblijf op de kraamafdeling word je overstelpt met ervaringen, emoties en heel veel informatie. Daarom stelden de kinesisten van het
Nadere informatieTVTO. Gynaecologie. alle aandacht. (Tension free Vaginal Tape- Obturatum)
TVTO (Tension free Vaginal Tape- Obturatum) Gynaecologie alle aandacht TVTO (Tension free Vaginal Tape-Obturatum) Uw gynaecoloog heeft u geadviseerd om een TVT-O te ondergaan, of u wordt binnenkort opgenomen
Nadere informatieinformatiebrochure TVT-O procedure ziekenhuis maas en kempen Dienst Gynaecologie
informatiebrochure TVT-O procedure ziekenhuis maas en kempen Dienst Gynaecologie Inleiding U heeft last van ongewenst urineverlies (incontinentie) en wenst hier iets aan te laten doen. Soorten incontinentie
Nadere informatieMedewerkerinformatie. Bekkenfysiotherapie. Wat is bekkenfysiotherapie? terTER_
Medewerkerinformatie Bekkenfysiotherapie Wat is bekkenfysiotherapie? 1234567890-terTER_ Bekkenfysiotherapie Wat is bekkenfysiotherapie? Bij bekkenfysiotherapie leert u om de spieren van de bekkenbodem
Nadere informatiePatiënteninformatie. Bekkenbodemproblemen. Bekkenbodemproblemen
Patiënteninformatie Bekkenbodemproblemen Bekkenbodemproblemen 1 Bekkenbodemproblemen Polikliniek Gynaecologie/Verloskunde, route 2.2 Telefoon (050) 524 5840 Algemeen Neem bij ieder bezoek aan het ziekenhuis
Nadere informatiePREVALENTIE VAN NYCTURIE EN IMPACT OP LEVENSKWALITEIT
FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar 2012-2013 PREVALENTIE VAN NYCTURIE EN IMPACT OP LEVENSKWALITEIT Bevraging bij voormalige bedplassers en een volwassen (patiënten)populatie
Nadere informatieTVT-O operatie voor vrouwen met stress-incontinentie Gynaecologie-verloskunde. Patiënteninformatie
TVT-O operatie voor vrouwen met stress-incontinentie Gynaecologie-verloskunde Patiënteninformatie Heilig Hart Ziekenhuis Leuven TVT-O operatie voor vrouwen met stress-incontinentie 2 Heilig Hart Ziekenhuis
Nadere informatiebekkenfysiotherapeut Lichen Sclerosus
De rol van de bekkenfysiotherapeut in de behandeling van Lichen Sclerosus Vragen 03-11-2018 Tine van den Bos Bekkenfysiotherapeut MSPT Inhoud Anatomie Symptomen Beantwoorden van vragen Vragen Wat is er
Nadere informatieBekkenfysiotherapie. bij bekkenbodemklachten. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Bekkenfysiotherapie bij bekkenbodemklachten Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Problemen met de bekkenbodem beginnen vaak met kleine klachten. Licht urineverlies
Nadere informatieTVT en TVT-O: alles over de operatie bij inspanningsincontentie
Patiënteninformatie Gynaecologie/ Bekkenbodemcentrum TVT en TVT-O: alles over de operatie bij inspanningsincontentie U ontvangt deze informatie, omdat u een TVT-operatie ondergaat. TVT is een afkorting
Nadere informatieOperatieve ingreep bij urineverlies bij vrouwen. Gynaecologie/Urologie
Operatieve ingreep bij urineverlies bij vrouwen Gynaecologie/Urologie Inleiding In overleg met uw arts is besloten bij u een operatie te verrichten ter behandeling van uw incontinentieklachten. Doel van
Nadere informatieDisclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling. Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante Bedrijfsnamen relaties met bedrijven Sponsoring Sanofi Takeda Nederland BV Teva Nederland
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting en conclusies (Summary and conclusions in Dutch)
CHAPTER 8 Samenvatting en conclusies (Summary and conclusions in Dutch) 100 Samenvatting 8.1 SAMENVATTING EN CONCLUSIES 8.1.1 Inleiding 8.1.1.1 Incontinentie tijdens de zwangerschap en na de baring Bekkenbodem
Nadere informatie