Behandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog

Transcriptie

1 Urologie Behandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog

2 Inhoud Wat is stressincontinentie?... 3 Stellen diagnose... 3 Behandeling... 4 Voorbereiding... 4 De operatie... 4 Opname... 5 Nabehandeling... 5 Complicaties... 6 Vragen... 6 Contactgegevens... 6 Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl URO004 / Behandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog /

3 Behandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog In overleg met uw arts is besloten bij u te opereren vanwege incontinentieklachten. Het doel van deze operatie is om urineverlies bij inspanning te verhelpen. Dit gebeurt door een TVT (Tension free Vaginal Tape = spanningsvrije vaginale band) te plaatsen. Realiseert u zich dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier beschreven. Wat is stressincontinentie? Bij stressincontinentie treedt ongewild urineverlies op bij plotselinge drukverhoging in de buik. Die drukverhoging ontstaat bijvoorbeeld bij opstaan, bukken, tillen, hoesten, lachen of sporten. Bij een verhoogde druk in de buik komt er ook druk op de blaas. De sluitspier van de blaas kan deze druk niet voldoende opvangen. Ongewild urineverlies is het gevolg. Stellen diagnose De uroloog stelt de diagnose stressincontinentie naar aanleiding van uw klachtenpatroon en het lichamelijk onderzoek; De uroloog kan aanvullend onderzoek verrichten. Bij deze onderzoeken worden de functie van de blaas en het sluitingsmechanisme (urodynamisch onderzoek) onderzocht; Ook is het mogelijk de blaas van binnenuit te bekijken met speciaal instrumentarium (cystoscopie); Vaak wordt u verzocht een dagboek (mictielijst) bij te houden. U beschrijft hierin wanneer u plast en onder welke omstandigheden u urine verliest. 3

4 Behandeling Stressincontinentie gaat vaak gepaard met verzwakking van de bekkenbodemspieren. De behandeling is dan gericht op versteviging van de bekkenbodem (fysiotherapie, elektrostimulatie, biofeedback). Een tekort aan vrouwelijke hormonen (oestrogenen) kan een verminderde functie van de sluitspieren van de blaas tot gevolg hebben. Hiervoor kunt u behandeld worden met hormoontherapie (oestrogenen). Bij een verzakking van de baarmoeder is een pessarium(ring) een mogelijkheid. Wanneer bovengenoemde behandelingen voor u niet geschikt zijn of gefaald hebben, is operatieve behandeling een goed alternatief. Voorbereiding Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit vooraf melden aan de uroloog. In overleg met uw behandelend arts moet u het gebruik van deze medicijnen geruime tijd voor de operatie stoppen. De dag voor de operatie, of de dag zelf opgenomen in het ziekenhuis. Dit krijgt u schriftelijk of telefonisch bericht van. Op de dag van de behandeling meldt u zich op afdeling Kort verblijf & dagverpleging. Dit en de verdere voorbereiding krijgt u te horen van de OK-planner. De operatie De operatieve behandeling van stressincontinentie is gebaseerd op herstel van de positie van de blaas en de overgang van de blaas naar de plasbuis (blaashals) binnen de buikholte. De nieuwe positie van de blaas zorgt ervoor dat bij momenten van drukverhoging (bijvoorbeeld persen, hoesten, tillen) de verhoogde druk ook overgebracht wordt op de blaashals, zodat geen urineverlies optreedt. Om de nieuwe positie te bereiken, hangt de uroloog de blaas op aan bindweefselbanden achter het schaambeen. 4

5 De operatie vindt plaats onder narcose of met een plaatselijke verdoving (ruggenprik). De uroloog maakt een klein sneetje in de vaginawand en twee kleine sneetjes in de onderbuik. Hij maakt een doorgang aan weerszijden van de urinebuis. Daarna plaatst de uroloog met een speciaal instrument een bandje onder de urinebuis. Dit bandje ligt spanningsvrij, als een soort hangmat, onder de urinebuis, zodat deze voortdurend en met name tijdens inspanning, wordt ondersteund. Dit voorkomt ongewild urineverlies. Opname Voor de duur van de operatie en het herstel blijft u één tot twee dagen in het ziekenhuis. Direct na de operatie kunt u pijn hebben in het operatiegebied. Hiervoor kunt u medicijnen krijgen. Tot de dag na de operatie houdt u een katheter (slangetje) in de blaas om het wondgebied tot rust te laten komen. De urine gaat rechtstreeks via de katheter naar een urineopvangzak. Op de afgesproken dag wordt de katheter verwijderd en kunt u weer zelf plassen. De verpleegkundige bepaalt na het plassen of er urine in uw blaas achterblijft. Dit kan met behulp van een katheter of met een echoapparaat (geluidsgolven). Als het plassen goed gaat en er niet te veel urine in de blaas achterblijft mag u naar huis. U kunt een blauwe plek krijgen op de plaast van het litteken. Deze verdwijnt vanzelf. Nabehandeling Het is raadzaam gedurende enkele weken na de operatie geen activiteiten te verrichten die een sterke drukverhoging in de buik veroorzaken (bijvoorbeeld tillen, bukken en sporten). Na ongeveer twee weken kunt u beginnen met licht werk. De volgende weken mag u geleidelijk aan meer gaan doen. Rustig zwemmen is toegestaan. Drie tot vier weken na de operatie moet u in staat zijn uw normale werkzaamheden weer te hervatten. Het is verstandig te wachten met geslachtsgemeenschap tot ongeveer vier weken na de operatie. 5

6 Complicaties Soms treedt een blaasontsteking op. Dit kan met antibiotica worden behandeld; Het komt voor dat het spontane plassen na verwijderen van de blaaskatheter niet meteen op gang komt. Dit komt omdat de blaas zich moet aanpassen aan de nieuwe situatie. In bijna alle gevallen komt na enkele dagen tot weken het plassen spontaan op gang. Soms dient tijdelijk gekatheteriseerd te worden om ervoor te zorgen dat de blaas zich kan legen; Het kan zijn dat u last krijgt van een verhoogde aandrang tot plassen. Hierdoor is het soms lastig urine op te houden. Dit kan tijdelijk met medicijnen worden bestreden en verdwijnt in de meeste gevallen. Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie. Contactgegevens Catharina Ziekenhuis Telefoon Spoedeisende Hulp Polikliniek Urologie Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Urologie kunt u terugvinden op 6

7 7

8 Michelangelolaan EJ Eindhoven Postbus ZA Eindhoven