Gelderland Maakt t. Een verkennende studie naar dynamiek en verankering van de maakindustrie in Gelderland. Ben Dankbaar. Raphaël Smals.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gelderland Maakt t. Een verkennende studie naar dynamiek en verankering van de maakindustrie in Gelderland. Ben Dankbaar. Raphaël Smals."

Transcriptie

1 Gelderland Maakt t Een verkennende studie naar dynamiek en verankering van de maakindustrie in Gelderland Ben Dankbaar Raphaël Smals Geert Vissers

2 InnoTeP Nijmegen, maart

3 Inhoudsopgave Voorwoord... 4 Managementsamenvatting Aanleiding en vraagstelling Werkwijze Economisch beleid van de provincie Gelderland Plaats en betekenis van de industrie voor de Gelderse economie Kenschets van bedrijven in het onderzoek Typologie Samenwerking in innovatie Verankering en vestigingsplaats Beleidsthema s uit de interviews Aanbevelingen Conclusies Bijlage 1: Vooraf toegestuurde vragenlijst Bijlage 2: Vragenlijst voor de interviews Bijlage 3: Selectiecriteria met toelichting Bijlage 4: Bezochte bedrijventerreinen Bijlage 5: Overzicht interviews Bijlage 6: overzicht van grootste bedrijven per regio

4 Voorwoord Dit rapport kwam mede tot stand door de inzet van de stuurgroep economische verkenning van de provincie Gelderland. Wij bedanken Dominique Binkhorst, Freerk Viersen, Menno Walsweer (provincie Gelderland), Joost Bouman (RNCT), Martin Stor (ACT) en Inez Kohlmann (Imaginez) voor de begeleiding van het onderzoek en voor hun commentaar op eerdere versies van dit rapport. In het bijzonder danken wij Freerk Viersen en Menno Walsweer voor hun essay Plaats en betekenis van de industrie voor de Gelderse economie dat als Hoofdstuk 4 integraal in dit rapport is opgenomen. Dominique Binkhorst heeft bijgedragen aan het hoofdstuk Economisch beleid van de provincie Gelderland. Wij blijven uiteraard zelf verantwoordelijk voor eventuele onvolkomenheden van dit hoofdstuk. We danken de RCT-makelaars, Martin Stor, Jan van de Weerd, Joost Bouman, Eleonora Swart, Steven Lobregt, Louis Roxs, Jan Willem Vos, Wicha Benus en Rijk Verheul voor hun hulp bij het plannen van de interviews en ook verder voor hun inhoudelijke bijdragen aan het onderzoek. Tenslotte gaat onze dank uit naar de 68 ondernemers en managers die wij mochten interviewen. Zij toonden zich bereid om ruimschoots de tijd voor ons te nemen en met veel openheid antwoord te geven op onze vragen. Ben Dankbaar Raphael Smals Geert Vissers Nijmegen, maart

5 Managementsamenvatting Ten behoeve van het industrie- en innovatiebeleid van de Provincie Gelderland is een verkennende studie uitgevoerd naar de mate waarin en de wijze waarop Gelderse maakbedrijven verankerd zijn in de regionale economie. In totaal zijn 68 bedrijven ondervraagd over hun regionale verankering in termen van toelevering (herkomst van onderdelen, materialen), innovatie (relaties met partners in product- en procesontwikkeling) en menselijk kapitaal (onderwijs en arbeidsmarkt). Motief voor de studie was dat er wel statistische gegevens beschikbaar zijn over bedrijven (omzet, aantallen werknemers), maar weinig over de relaties die die bedrijven hebben met hun omgeving. De onderzochte bedrijven zijn verspreid over de provincie gevestigd. De bedrijven zijn geselecteerd met behulp van de zeven Gelderse innovatiemakelaars en geven tezamen een goed beeld van vooral de kleine en middelgrote maakbedrijven in de provincie. De Gelderse maakindustrie wordt gekenmerkt door een zeer grote variëteit. Zowel in termen van toelevering als in termen van afzetmarkten zijn de zakelijke relaties van verreweg de meeste bedrijven (soms ver) buiten de provinciegrenzen gelegen. Het is eerder zo dat de provincie door tal van productieketens doorsneden wordt dan dat zich min of meer complete ketens binnen de provincie bevinden. In die grensoverschrijdende ketens nemen Gelderse maakbedrijven verschillende posities in, en die positie bepaalt voor een belangrijk deel de mate waarin een bedrijf zelf in de provincie verankerd is, het belang van het bedrijf voor andere bedrijven in de provincie, en de mogelijke bijdrage van provinciaal economisch beleid aan de verdere ontwikkeling van het bedrijf. Op grond van de aard van de kennis die in het bedrijf centraal staat (ambachtelijke, door ervaring opgebouwde kennis versus meer geformaliseerde, wetenschappelijke kennis) en de aard van de productieprocessen (feitelijke bewerking van materialen versus assemblage) worden vier typen bedrijven onderscheiden: materiaalbewerkers/verwerkers; processpecialisten; assembleurs; en integratoren. Elk type bedrijf heeft zijn eigen kenmerken, behoeften en problemen. Hoewel integratoren, die zelf producten ontwikkelen en ontwerpen en veel (soms alle) componenten inkopen, meestal als de meest geavanceerde bedrijven gelden, moet benadrukt worden, dat elk van deze typen bedrijven bewezen heeft te kunnen overleven in een hogelonenland op basis van zijn specifieke competenties. Een integrator heeft veel profijt van competente materiaalbewerkers in zijn directe omgeving. Dat neemt niet weg dat zich juist onder de integratoren verschillende bedrijven bevinden, die tot de categorie hidden champions gerekend kunnen worden: bedrijven met een flink groeipotentieel en een internationale rol van betekenis, waardoor ze ook hun omgeving kunnen meetrekken, maar met een doorgaans beperkte zichtbaarheid voor het publiek,. De bedrijven zijn primair in de regio verankerd door hun personeel, dat ze niet kwijt willen en ook niet kunnen missen, omdat het personeel over veel bedrijfsspecifieke kennis beschikt, die niet zo gemakkelijk elders ingekocht kan worden. Om de maakindustrie hier verankerd te houden is dus aandacht voor de mensen, het aanbod van technische opleidingen, maar ook het werk-, woon- en leefklimaat dat mensen aan de regio bindt, van doorslaggevend belang. De interactie tussen onderwijsinstellingen, gemeenten en bedrijven kan in dat opzicht niet intensief genoeg zijn. Voor bedrijven is het verder van groot belang dat handhaving van regelgeving plaatsvindt op basis van verstand van zaken. Bedrijven ervaren vaak dat bij de overheden kennis ontbreekt over hun activiteiten en dat mede daardoor bij de handhaving de intentie van regelgeving buiten beeld geraakt. Hoewel bedrijven soms zelfs weinig van hun directe buren weten, lijkt het onwaarschijnlijk dat bedrijven op grote schaal potentiële toeleveranciers in hun nabijheid over het hoofd hebben gezien. De innovatiemakelaars van de regionale centra voor technologie hebben mogelijke regionale 5

6 netwerken ook goed in beeld. Grote uitdagingen liggen er voor veel bedrijven nog op het gebied van internationalisering. De beleidsaanbevelingen worden uitgewerkt in zeven punten. 1. Bouw kennis op over de industrie. Het is belangrijk dat binnen de overheid voldoende affiniteit met en kennis over de industrie, de individuele bedrijven en hun wensen en problemen aanwezig is. 2. Kweek vertrouwen. Organiseer sectorale of regionale rondetafelgesprekken tussen bestuurders en ondernemers. 3. Blijf aandacht geven aan internationalisering en grensoverschrijdende belangen van bedrijven. Kredietgaranties, een goede ontvangst voor delegaties uit het buitenland, beursbezoeken, euregionale programma s, enzovoort. 4. Richt een (experimenteel?) arbitragecollege op voor de handhaving van regelgeving. Het strikt toepassen van regels leidt tot situaties die niemand wil, maar waarin individuele handhavers weinig speelruimte hebben. 5. Bevorder sectoroverschrijdende netwerken. Juist op het grensvlak van sectoren, waar de contacten vaak niet vanzelf tot stand komen, is veel innovatie mogelijk. 6. Probeer de curator voor te zijn. Er is ruimte voor onafhankelijk advies voor en over bedrijven die over waardevolle competenties beschikken, maar soms toch in problemen geraken. 7. Besteed meer aandacht aan de rol van launching customer. Het aanschafbeleid van overheden is een thema waar al jaren over gesproken wordt in het kader van innovatie- en industriebeleid, maar dat heeft tot dusver niet geleid tot inkooppraktijken die bevorderlijk zijn voor innovatieve bedrijven in de regio. 8. Bevorder de communicatie tussen maakbedrijven en het technisch MBO. Voortbouwend op bestaande initiatieven kan er nog veel verbeterd worden in de reguliere communicatie tussen bedrijven en docenten en is er ruimte voor de ontwikkeling van specialistische MBO+ opleidingen voor specifieke combinaties van bedrijven. 6

7 1. Aanleiding en vraagstelling In navolging van het landelijke topsectorenbeleid heeft ook de Provincie Gelderland een topsectorenbeleid ontwikkeld, dat zich richt op de sectoren die in de provincie een vooraanstaande plaats innemen: - Voedingsmiddelen (agro-food) - Gezondheid (health) - Energie- en Milieutechnologie (EMT) - Maakindustrie (Metaalbewerking, Elektrotechnisch, Machinebouw, Rubber- en Kunststof, Transportmiddelen en Papier). Terwijl de eerste drie sectoren althans op het eerste gezicht redelijk homogeen zijn en bovendien ook geografisch geconcentreerd (agro-food in en rond Wageningen; health in en rond Nijmegen; energie en milieutechnologie in en rond Arnhem), is de maakindustrie verre van homogeen en bovendien verspreid over de hele provincie ook al is er een zekere concentratie in de Achterhoek. Het ontwikkelen van beleid en passende beleidsinstrumenten met betrekking tot de maakindustrie is dientengevolge lastig. De provincie beschikt via de Provinciale Werkgelegenheidsênquete over een schat aan gegevens over de Gelderse industriële ontwikkeling (type bedrijvigheid o.b.v. SBI, werkgelegenheidsontwikkeling en ruimtelijke clustering). Daarnaast heeft het CBS gegevens over de productie- en toegevoegde waarde ontwikkeling (alleen voor de gehele Gelderse bedrijfstak). Maar al deze cijfers geven geen zicht op toeleveringsrelaties en netwerken. Er is met andere woorden weinig zicht op de mate waarin en de wijze waarop bedrijven en sectoren verankerd zijn in de provincie en de veranderingen die daarin plaats vinden. Verder wordt er de laatste tijd veel gesproken over de mogelijke terugkeer van de industrie vanuit de zgn. lagelonenlanden naar de meer ontwikkelde (en dus hogelonen-)landen. Deze reshoring trekt uiteraard de belangstelling van de politiek verantwoordelijken, maar het is onduidelijk hoe sterk deze trend op termijn zal zijn, hoe beïnvloedbaar hij is (door overheidsbeleid) en hoe belangrijk hij is in verhouding tot andere ontwikkelingen (bijvoorbeeld in technologie en arbeidsmarkt). Voor het ontwikkelen van beleid is het belangrijk om te weten - In welke sectoren de kans op reshoring het grootst is - In hoeverre en op welke manier lokale netwerken van belang zijn - Welke verbindingen en eventueel afhankelijkheden er tussen sectoren bestaan - In welke richting toeleveringsrelaties en afzetgebieden zich ontwikkelen - Welke knelpunten door bedrijven ervaren worden, in het bijzonder op de arbeidsmarkt Om beter inzicht te krijgen in de dynamiek van de regionale verankering van bedrijven is daarom een verkennend onderzoek uitgevoerd. Bijna 70 bedrijven uit verschillende sectoren en verspreid over de gehele provincie zijn geïnterviewd. Daarbij ging het o.a. om de volgende vragen: - Waar bevinden zich de toeleveranciers van belangrijke onderdelen, materialen en componenten voor Gelderse maakbedrijven? Nu, 10 jaar geleden en in de toekomst. 7

8 - Waar zitten de meeste en belangrijkste klanten van deze bedrijven? Nu, 10 jaar geleden en in de toekomst. - Welke relaties onderhouden deze bedrijven met onderwijsinstellingen en aanbieders van (technologische) kennis in de regio? - Wat is het in de regio dat deze bedrijven belangrijk vinden voor hun functioneren? - Wat precies halen ze van buiten de regio en waarom? - Maken deze bedrijven gebruik van de ondersteunende voorzieningen die in de provincie aanwezig zijn (Syntens, RTC s, NV Oost)? Uit antwoorden op deze en soortgelijke vragen is een beeld verkregen van de verankering van deze bedrijven in de regio (hun embeddedness ), de ecosystemen waar zij deel van uitmaken en de veranderingen die daarin plaats vinden. De 68 onderzochte bedrijven zijn niet zonder meer representatief voor alle maakbedrijven in de provincie, maar analyse van de interviews geeft voldoende inzicht in de variatie om te komen tot beleidsrelevante onderscheidingen. Dit rapport kent verder de volgende structuur. In het volgende hoofdstuk wordt de onderzoeksaanpak beschreven. Daarna volgt een beknopte omschrijving van de innovatie- en industriebeleid van de provincie aan de hand van een aantal relevante studies. Hoofdstuk 4 verschaft statistische informatie over de maakindustrie in Gelderland. Dit hoofdstuk is opgesteld door Freerk Viersen en Menno Walsweer (Bureau Economisch Onderzoek provincie Gelderland). Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van de kenmerken van de onderzochte bedrijven en de zeven subregio s waarin de innovatiemakelaars actief zijn. In hoofdstuk 6 wordt een eenvoudige typologie van maakbedrijven ontwikkeld. In hoofdstuk 7 staat samenwerking tussen maakbedrijven en ketenpartners en kennisinstellingen centraal met het oog op innovatie. Hoofdstuk 8 bevat een beschouwing van de wijze waarop Gelderse maakbedrijven verankerd zijn in hun provincie. In de hoofdstukken 9 en 10 komen achtereenvolgens beleidsrelevante thema s uit de gesprekken met ondernemers aan de orde (9) en de beleidsaanbevelingen van de auteurs (10). Ten slotte worden in hoofdstuk 11 nog enkele algemene conclusies getrokken. Onderstaande leeswijzer laat nog eens grafisch zien welke soort informatie in welk deel van het rapport aan de orde komt, zodat lezers met verschillende interesses zich kunnen concentreren op de voor hen relevante delen. LEESWIJZER 1. Inleiding 2. Aanpak 3. Huidig beleid 4. Maakindustrie 5. Bedrijven 6. Typologie 7. Samenwerking 8. Verankering 9. Thema s 10. Aanbevelingen Achtergrond Beschrijving Analyse Beleid 8

9 2. Werkwijze Het uitgevoerde onderzoek is bedoeld als verkenning van de maakindustrie, waarbij vooral gekeken is naar de verankering en dynamiek van de onderzochte maakbedrijven in de provincie Gelderland. De rapportage wil een inspiratiebron vormen voor industriebeleid op provinciaal niveau en is complementair aan andere delen van de Economische Verkenning 2014 van de provincie Gelderland. In het onderzoek zijn primair kwalitatieve gegevens verzameld door middel van interviews met de directie van Gelderse maakbedrijven. Om het beeld aan te vullen zijn enkele kwantitatieve gegevens verzameld, maar de nadruk ligt op de kwalitatieve observaties. De interviews waren erop gericht om een beeld te vormen van de recente ontwikkeling van de betrokken ondernemingen en de uitdagingen die zij in de toekomst zien. In het onderzoek is nauw samengewerkt met de innovatiemakelaars van de zeven Regionale Centra voor Technologie in Gelderland. Zij hebben een faciliterende rol gespeeld bij het selecteren van bedrijven en het organiseren van de interviews. Ook hebben zij in veel gevallen tijdens de interviews aanvullende informatie verschaft. Het onderwerp van de studie, de maakindustrie, is lastig te definiëren. Wat er vooral aan opvalt is de grote heterogeniteit: bijvoorbeeld in omvang van bedrijven, activiteiten, gebruikte technologieën en afzetmarkten. Op veel plekken overlapt de maakindustrie met andere industrieën, waaronder de topsectoren Life Sciences & Health, Agri & Food en Energie. In veel gevallen spelen maakbedrijven een rol als leverancier van bijvoorbeeld apparatuur of installaties. Daarbij wordt hun innovatiekracht gebruikt voor het bereiken van doelstellingen die buiten de maakindustrie zelf liggen verduurzaming van de energievoorziening, het transformeren van de zorgsector zodat deze aansluit bij de veranderende bevolkingsopbouw en het mogelijk maken van meer efficiënte en duurzame productiemethoden voor de voedselvoorziening. Hieronder zullen we ingaan op de selectieprocedure en de daarbij gehanteerde criteria. Het doel was om tot een selectie van bedrijven te komen die recht zou doen aan de variatie binnen de maakindustrie en de veelheid van kruisverbanden die de maakindustrie heeft met andere industrieën. Selectie en benadering van bedrijven De bedrijven die deel hebben genomen aan het onderzoek zijn voor een groot deel aangebracht door de innovatiemakelaars van de RCT s in de provincie Gelderland (zie hieronder, Tabel 1). Voor deze werkwijze is gekozen omdat de innovatiemakelaars een goed zicht hebben op de bedrijvigheid binnen hun respectievelijke regio s. De onderzoekers hebben het doel van het onderzoek toegelicht aan de innovatiemakelaars en criteria gepresenteerd voor de selectie van bedrijven. De interviews zijn verdeeld in twee fasen: de eerste lopend van 1 oktober tot en met 30 november 2013, en de tweede van 1 november 2013 tot en met 14 februari De reden voor deze opdeling in fasen was om zo nodig tussentijds de selectiecriteria te kunnen aanpassen om het beeld van de bedrijvigheid evenwichtiger te maken. In de eerste fase zijn de volgende criteria gehanteerd 1 : 1. Het bedrijf moet iets maken 2. Een gelijke verdeling over de regio s: 5 bedrijven per regio (35 totaal) 1 Een toelichting per criterium is opgenomen in Bijlage 3 9

10 3. Zo groot mogelijke diversiteit van bedrijvigheid, afzetmarkten en omvang (d.w.z. werkgelegenheid) 4. Bij voorkeur bedrijven met een autonoom opererende (hoofd)vestiging in de provincie 5. Zo mogelijk bedrijven met een regionale inbedding, d.w.z. met verbanden met andere bedrijven in de provincie 6. Zo mogelijk bedrijven met een binding met één van de drie topsectoren Agri & Food, Life Sciences & Health en Energy. Van de bovenstaande criteria is vooral nadruk gelegd op de eerste drie. De overige criteria zijn alleen als leidraad aan de innovatiemakelaars meegegeven. In enkele gevallen zijn bedrijven meegenomen in het onderzoek, omdat de innovatiemakelaars ze relevant achtten, hoewel ze niet voldeden aan de criteria. Tussentijdse evaluatie van de observaties, in samenspraak met vertegenwoordigers van de provincie, heeft geleid tot een uitbreiding van selectiecriteria voor de tweede fase van gesprekken. De volgende twee criteria zijn daaruit voortgekomen: Actief vóór 1 januari 2002 (> 11 jaar) In de eerste fase zijn enkele startups bezocht. Deze ondernemingen geven weliswaar een beeld van nieuwe bedrijvigheid in de provincie, maar de overlevingskans van jonge ondernemingen is over het algemeen beperkt. 2 Om inzicht te krijgen in factoren die tot relatief stabiele werkgelegenheid en toegevoegde waarde leiden, is besloten om vooral te kijken naar bedrijven die al langere tijd actief zijn. Werkgelegenheid: > 20 FTE Hier speelt een rol dat we vooral inzicht wilden krijgen in ondernemingen die een substantiële bijdrage aan de provinciale economie leveren. In de eerste fase zijn 21 bedrijven onderzocht en in de tweede fase 47, zodat in totaal 68 bedrijven in dit onderzoek zijn meegenomen. Een overzicht van de bedrijven is opgenomen in bijlage 5. Regio Naam RCT en website Innovatiemakelaars Aantal bedrijven Achterhoek Achterhoeks Centrum voor Technologie Martin Stor 10 Midden-Gelderland Platform Creatieve Technologie Midden- Jan van de Weerd 10 Gelderland Nijmegen Regionaal Nijmeegs Centrum voor Joost Bouman 8 Technologie Rivierenland Regionaal Centrum voor Technologie Eleonora Swart 10 Rivierenland 2 Caves, R.E. (1998). Industrial organization and new findings on the turnover and mobility of firms. Journal of Economic Literature, 36 (4), ; 3 Vermeld zijn de innovatiemakelaars die aanwezig zijn geweest bij één of meerdere van de gevoerde gesprekken met ondernemers 10

11 Regio Naam RCT en website Innovatiemakelaars 3 Stedendriehoek Vallei Veluwe Tabel 1: Betrokken RCT's Stedendriehoek Innoveert Regionaal Centrum voor Technologie De Vallei Veluws Centrum voor Technologie Steven Lobregt 10 Louis Roxs Jan Willem Vos Wicha Benus 10 Rijk Verheul 10 Aantal bedrijven De geselecteerde bedrijven zijn door de RCT s benaderd voor deelname aan het onderzoek in de vorm van een interview. Bij toestemming werd in beginsel een initiële vragenlijst vooruitgestuurd zodat vooraf een beeld gevormd kon worden van de onderneming en specifieke thema s voor het interview voorbereid konden worden. Deze vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. In een aantal gevallen is de vragenlijst pas tijdens het interview aan de gesprekspartner voorgelegd. Van 16 bedrijven werd een ingevulde vragenlijst ontvangen voorafgaand aan het interview. In de overige gevallen is de vragenlijst tijdens het interview doorgenomen en ingevuld. Voor de interviews werd een uitgebreidere vragenlijst gehanteerd (zie bijlage 2). In het opstellen daarvan zijn de volgende overwegingen leidend geweest: Om inzicht te krijgen in de verankering van de bedrijven is gevraagd welke leveranciers belangrijk zijn voor het bedrijf en met wie er wordt samengewerkt in product- en procesinnovatie. Ook is gevraagd naar het belang van geografische nabijheid van samenwerkingspartners. Daarnaast is gevraagd welk deel van hun omzet de bedrijven in het buitenland realiseren, waarbij onderscheid is gemaakt tussen Duitsland (vanwege de nabijheid), de rest van Europa en de rest van de wereld. Alle geselecteerde bedrijven hebben zich in de afgelopen jaren van crisis weten te handhaven en zijn in die zin succesvol. Er is gevraagd naar een verklaring van dat (relatieve) succes. Ook is gevraagd naar doelstellingen voor de toekomst, om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de bedrijven in het verleden en de (nabije) toekomst. Daarbij is ook gevraagd welke hindernissen de onderneming verwacht tegen te komen. Aantrekken van kennis, zowel rechtstreeks als in de vorm van personeel, is van tevoren aangemerkt als een belangrijk thema. Daarom zijn vragen gewijd aan de mate waarin wordt samengewerkt met scholen en kennisinstellingen, en aan de manier waarop deze contacten door de bedrijven worden gewaardeerd. Om de kenmerken van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven te kunnen bepalen is een vraag gesteld over de tevredenheid over de vestiging in Gelderland en een vraag over de ideale vestigingslocatie voor het bedrijf. Om relevante beleidsthema s te identificeren is rechtstreeks de vraag gesteld wat lokale en regionale overheden in de ogen van de ondernemer kunnen doen om het ondernemen in de regio gemakkelijker te maken. De onderwerpen van de vragenlijst zijn vooraf besproken met de opdrachtgever en de RCT s. Vragen over de historie van het bedrijf en de karakteristieken van de onderneming zijn niet in de vragenlijst 11

12 opgenomen, maar vormden doorgaans wel het startpunt van het gesprek. Dat leverde aanknopingspunten op om vervolgvragen te stellen over de bovenstaande onderwerpen. Tijdens de interviews zijn aantekeningen gemaakt door de interviewers. Deze aantekeningen zijn, per vraag gegroepeerd, in een database opgenomen. In deze database konden vervolgens per vraag alle antwoorden van de bedrijven worden opgevraagd. Ook was zoeken op steekwoorden mogelijk. Tussentijdse evaluaties van de bevindingen, zowel met de stuurgroep van de provincie als binnen het onderzoeksteam, hebben bijgedragen aan het bepalen van relevante thema s. Deze thema s zijn leidend geweest in het opstellen van dit rapport. 12

13 3. Economisch beleid van de provincie Gelderland Recente ontwikkelingen De Provinciale Economische Verkenning laat zien dat in de periode de economische groei in Gelderland lager was dan in Nederland als geheel, ook al nam het aantal banen meer toe dan in andere provincies, vooral in de zorg en de zakelijke dienstverlening. Verwacht wordt dat in de periode de banengroei in Gelderland beperkt zal blijven tot 0,6 % per jaar. Dat is hoger dan de raming voor Nederland als geheel, maar lager dan het langetermijngemiddelde van 1 à 1,5 %. Naar schatting zal de werkloosheid in die periode steeds omstreeks 8,5 % zijn. In termen van werkgelegenheid ontwikkelt de industrie zich slechter dan andere sectoren van de Gelderse economie. In 2013 was het banenverlies in de industrie het grootst (gevolgd door de bouw en de overheid), en de Provinciale Verkenning voorziet een verdergaande daling die kan oplopen tot een verlies van bijna banen in de periode Deze cijfers zijn reden tot zorg, temeer omdat de industrie niet alleen directe maar ook indirecte werkgelegenheid genereert. Het onderzoeksmemorandum Plaats en betekenis van de industrie voor de Gelderse economie 5 stelt dat door toeleveringsprocessen een arbeidsplaats in de Gelderse industrie gemiddeld 0,9 arbeidsplaats elders oplevert. Daar komt bij dat de industrie de belangrijkste economische sector is in termen van productie, intermediair verbruik, en toegevoegde waarde. Beleid De provincie Gelderland ziet de ontwikkeling van de regionale economie als een van de belangrijkste uitdagingen in de komende jaren. Speerpunten van beleid zijn het bevorderen van innovatie en werkgelegenheid door middel van uitvoering van prioritaire programma s. Deze programma s richtten zich op de topsectoren Food, Health, en EMT (Energie en MilieuTechnologie), in lijn met het topsectorenbeleid van de regering en de economische visie van de provincie 6. Bij de vaststelling, voorjaar 2012, heeft op initiatief van Provinciale Staten ook de Maakindustrie de status van topsector gekregen. Daarmee kiest de provincie voor een beleid dat rekening houdt met de aanwezige industriële diversiteit. Het programma Topsectoren & Innovatie beoogt een toekomstbestendige en internationaal concurrerende Gelderse economie op basis van sterke, innovatieve food-, health- en maaksectoren te verwezenlijken, door middel van stimulering van innovatie in deze topsectoren; bevordering van een excellent vestigingsklimaat; ondersteuning van Health Valley en de care kant van de gezondheidssector. Uitgaande van deze doelstelling zijn vier concrete subdoelen geformuleerd om de regionale economie te versterken: 4 Provinciale Economische Verkenning , Bureau Economisch Onderzoek, provincie Gelderland, oktober Plaats en betekenis van de industrie voor de Gelderse economie, Bureau Economisch Onderzoek, provincie Gelderland, januari 2014, opgenomen in dit rapport als Hoofdstuk 4. 6 Economische visie Provincie Gelderland; Op weg naar een duurzame, innovatieve en internationaal concurrerende regio. Provinciale Staten, 9 november

14 1. Innovatieversnelling, met name door innovatieprocessen te verbeteren en door marktintroductie te versnellen (door innovaties versneld door te ontwikkelen in proeftuinen ); 2. Bevordering van ondernemerschap en internationalisering, met name door steun aan technostarters (waaronder universitaire spin-offs) en aan handelsmissies; 3. Versterking van Human Capital, met name door het verminderen van arbeidsmarktdiscrepanties; 4. Versterking van de onderlinge samenwerking tussen onderwijsinstellingen, overheid en ondernemers ( Governance ). Daarnaast wordt innovatie in de energie- en milieutechnologiesector ondersteund via het Prioritaire Programma Energietransitie en wordt MKB-brede innovatie gestimuleerd via het Basisprogramma Economie, waarin het accent ligt op de creatieve industrie en op transport en logistiek. Deze programma s zijn erop gericht de Gelderse economie in de breedte te versterken. Partners en instrumentarium Bij de uitvoering van de verschillende programma s werkt de provincie samen met een aantal innovatiepartners: Food Valley (Wageningen), Health Valley (Nijmegen), GTA/KiEMT (Arnhem), de zeven Regionale Centra voor Technologie (RCT s) en Oost NV. Dankzij dit intermediaire netwerk kunnen bedrijven fasegewijs worden geholpen bij hun innovatievraagstukken. Hierbij wordt steeds minder gebruik gemaakt van subsidies, en steeds meer van een financieel instrumentarium dat bedrijven van aangepaste vormen van financiering kan voorzien. Dit instrumentarium is toegesneden op de verschillende stadia van het innovatieproces (de funnel ). Het reikt van laagdrempelige vouchers (bijvoorbeeld voor haalbaarheidstudies) tot revolverende fondsen voor de meer kapitaalintensieve stadia. Bij financieringsvraagstukken speelt participatiemaatschappij PPM Oost een belangrijke rol. Topsectoren versus maakindustrie? De sectoren Food, Health, en EMT zijn ruimtelijk geconcentreerd (geclusterd), relatief homogeen, en voor hun innovatie in belangrijke mate afhankelijk van wetenschappelijk onderzoek, terwijl de maakindustrie over de provincie verspreid is, een breed scala van economische activiteiten omvat, en veeleer gekenmerkt wordt door vraaggedreven innovatie. Het ligt voor de hand om te vragen of de Gelderse maakindustrie net als de andere provinciale topsectoren een duidelijke link heeft met een topsector die op nationaal niveau is erkend, bijvoorbeeld de topsector High-Tech Systems en Materialen. We hebben er niet systematisch naar gevraagd in de interviews, maar we hebben de indruk dat dit niet of nauwelijks het geval is. In 2011 brengen Oost NV en de MAIN Regiegroep (netwerk van FME, Innovatieplatform Twente, Koninklijke Metaalunie, STODT, Syntens en VMO) een rapport uit over de maakindustrie in Oost Nederland, gebaseerd op 26 interviews met toonaangevende bedrijven. 7 Vastgesteld wordt dat de maakindustrie in Oost Nederland kampt met een gebrek aan system suppliers/oems, dat er sprake is van een smalle innovatieve top (de meeste bedrijven innoveren te weinig), dat de arbeidskosten hoog zijn, dat er onvoldoende krachtige ecosystemen zijn, dat een betere vertaling van klantvraag naar technologie-toepassing nodig is, dat het imago van de sector te wensen overlaat, en dat er sprake is van te beperkte doorgroei van spin-offs. Deze observaties betreffen de industrie als geheel. Tussen de diverse industriële sectoren (textiel, toeleverende metaal, machine- en apparatenbouw, 7 Industrie Impuls: Behoud van een sterke maakindustrie in Oost-Nederland. Main Regiegroep/Oost NV,

15 automotive, elektrische apparaten & semiconductors, medische technologie, aerospace & defensie, chemie, kunststof & rubber) zijn er grote verschillen. Een rapport uit 2013 van bureau ARCUSplus, opgesteld ten behoeve van het internationaliseringsbeleid van de provincie, concentreert zich op de vier Gelderse topsectoren. 8 Op basis van gesprekken met vertegenwoordigers van provincie, gemeenten, WUR, en een aantal intermediaire organisaties worden per sector de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen in kaart gebracht. Voor elk van de drie clusters (Food, Health, EMT) kan een relatief eenduidig beeld worden geschetst. De groeipotentie is duidelijk en de markt aanwijsbaar, er zijn leidende bedrijven, er is sprake van een gevestigd netwerk (bestaande uit bedrijven, overheden, en kennisinstellingen) dat ruimtelijk min of meer afgebakend is, cross-overs zijn mogelijk, en de concurrentie is bekend. Voor de maakindustrie is het beeld diffuser. Bespreking ervan begint met de constatering dat de maakindustrie lastig is af te bakenen: Het gaat om bedrijven die materialen tot nieuwe producten verwerken. Het gaat derhalve om een divers scala aan industriële activiteiten. De Gelderse maakindustrie telt veel kleinere bedrijven, in tal van industriële sectoren, en ook de weinige grote bedrijven richten zich op verschillende markten. Er is om die reden weinig focus en zichtbaarheid. Andere zwaktes en bedreigingen die in het ARCUSplus-rapport worden genoemd: een dreigend tekort aan gekwalificeerd technisch personeel, druk op marges, interne gerichtheid (en dus weinig open innovatie en samenwerking), onvoldoende bescherming van kennis (bij export en/of vestiging in opkomende markten), afhankelijkheid van beperkt aantal afnemers, en beperkte expansiemogelijkheden door rigide financieringseisen zoals exportgaranties. Ook sterktes en kansen worden besproken, waaronder enkele factoren die zich lenen voor provinciaal beleid: gunstige effecten van clustervorming en versterking op export en nieuwe investeringen (FDI); het potentieel hoge innovatief vermogen, te benutten door meer samenwerking tussen bedrijven, meer samenwerking met kenniscentra, en gebruikmaking van open innovation centers (genoemd worden Fablabs, Novio Tech, Advanced Packaging); nauwere relaties met de drie topsectoren; versterking van concurrentievermogen via INTERREG-programma s met Duitse regio s. Het Prioritair Programma Topsectoren en Innovatie van de provincie deelt die analyse, zij het dat de maakindustrie vooral wordt gezien als een sector die kan profiteren van ontwikkelingen in food en health. In termen van beleidsinstrumenten is er weinig sprake van discriminatie tussen maakindustrie en andere topsectoren. Zo wordt ten aanzien van subsidie geen onderscheid gemaakt tussen maakindustrie en food en health. De economische visie merkt op dat de maakindustrie zeer belangrijk is voor economische groei, en De provincie stimuleert innovatie door bedrijven te verbinden met elkaar en met onderwijs- en kennisinstellingen. Zo kan gemakkelijker kennisvalorisatie ontstaan. De Regionale Centra voor Technologie (RCT s) spelen een belangrijke rol bij het leggen van deze verbindingen. Afgezien hiervan bevat de Economische Visie geen maatregelen of voornemens die specifiek op de maakindustrie zijn gericht. Innovatie wordt genoemd in relatie tot onderwijs- en kennisinstellingen, en kennisvalorisatie wordt benadrukt. Dat weerspiegelt een model van (kennis)aanbod-gedreven innovatie dat goed aansluit bij ontwikkelingen in de topsectoren food en health, maar veel minder bij ontwikkelingen in de maakindustrie. Datzelfde geldt voor startende ondernemingen. Weliswaar zijn er ook in de maakindustrie startende ondernemingen, maar het zijn er minder en ze zijn in elk geval minder prominent dan in topsectoren waarin het commercialiseren van wetenschappelijk onderzoek een grote rol speelt. 8 Internationalisering Provincie Gelderland - Acquisitiestrategie en organisatie. Den Haag: ARCUSplus, 12 juni

16 Ook het prioritair programma Topsectoren & Innovatie biedt betrekkelijk weinig aanknopingspunten voor de maakindustrie, zij het dat crossovers als belangrijk worden gezien. Het gaat om innovatie, samenwerking, het verkleinen van arbeidsmarktdiscrepanties in de logistiek, de creatieve sector en de vrijetijdseconomie, het verbeteren van de positie van startende ondernemingen, en marktintroducties. Wel van belang voor de maakindustrie (zij het niet alleen voor de maakindustrie) zijn provinciale subsidies gericht op herstructurering van bedrijventerreinen en bedrijfsverplaatsingen, digitale bereikbaarheid, en innovatieve activiteiten in de fysieke bedrijfsomgeving. Al met al kunnen we vaststellen: dat de maakindustrie in veel opzichten anders is dan klassieke topsectoren als Food, Health en EMT; dat het huidige beleid vooral toegesneden is op valorisatieprocessen (kennis-kunde-kassa) in de topsectoren Food, Health en EMT, en minder georiënteerd is op de behoeften van de later toegevoegde topsector maakindustrie; dat noties als regionale samenwerking en industrieel ecosysteem (prominent in het rapport van ARCUSplus) nog onvoldoende zijn uitgewerkt om als basis te dienen voor een op de maakindustrie toegespitst beleid. Naar een specifiek beleid voor de maakindustrie? De vraag die nu voorligt is niet zozeer of aanvullend beleid nodig is om de maakindustrie in brede zin beter te faciliteren en sterker in de provincie te verankeren, maar vooral wat zo n aanvullend beleid zou kunnen inhouden. Een mogelijk aanknopingspunt wordt gevormd door de regionale verschillen als gesignaleerd in het ARCUSplus rapport: Daarbij geldt de Achterhoek bij uitstek als industrieel exporteur (machinebouw, voeding- en genotmiddelenindustrie). Rivierenland zorgt met haar fruitteelt- en handel voor een derde deel van de Gelderse export. Arnhem-Nijmegen kent een relatief klein belang van export. Dit heeft te maken met de sterke vertegenwoordiging van zorg, onderwijs en diensten in dit gebied. Het is denkbaar om zulke regionale (sub-provinciale) kenmerken als uitgangspunt te nemen voor een beleid dat is geïnspireerd op de smart specialization discussie die op Europees niveau wordt gevoerd. Aanvankelijk was het idee om per regio te investeren in programma s die een aanvulling vormen op productiefactoren die in de regio al aanwezig zijn, om voor de toekomst productievaardigheden en interregionaal concurrentievoordeel veilig te stellen (Foray et al., ). De overheid zou vooral een belangrijke infrastructurele rol moeten spelen door informatie beschikbaar te stellen over nieuwe technologische en commerciële mogelijkheden en beperkingen, over veiligheidsstandaarden voor de thuismarkt en voor exportmarkten, en over mogelijkheden voor financiering en distributie. Daarnaast kan het nuttig zijn om locale ondernemers te helpen bij het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden en van manieren om generieke kennis te delen die innovatieprocessen kunnen versnellen. Inmiddels lijkt het idee van smart specialization samen te zijn gegaan met de al veel langer bestaande notie van regional innovation systems (RIS). Het recente rapport Regional policy for smart growth of SMEs (Saublens, ) geeft aanbevelingen voor een op innovatie gericht 9 Dominique Foray, Paul A. David, Bronwyn Hall (2009). Smart Specialisation The Concept. Knowledge Economists Policy Brief no 9, June [ 10 Saublens, C. (2013). Regional policy for smart growth of SMEs. Guide for managing authorities and bodies in charge of the development and implementation of research and innovation strategies for smart specialisation. 16

17 bedrijvenbeleid op land- of regioniveau dat aanhaakt bij aan RIS ontleende samenwerking tussen bedrijven, overheid, en kennisinstellingen. De regio krijgt aldus het karakter van een min of meer toevallige administratieve entiteit waarbinnen een beleid gericht op samenwerking en innovatie gevoerd kan worden. De specifieke kenmerken van een regio lijken een ondergeschikte rol te spelen, en dat beperkt de mogelijkheden van (en de ideeënvorming omtrent) een op smart specialization gebaseerd regionaal economisch beleid. Het topsectorenbeleid van de provincie biedt juist wel mogelijkheden om specifieke kenmerken van de provincie te koppelen met een vorm van smart specialization. Hoewel vanuit Europees perspectief Gelderland al als regio wordt gezien (een subnationale eenheid), zou de provincie kunnen overwegen om smart specialization ook eens op het niveau van subregio s te bekijken. De subregio s die de grondslag vormen voor de organisatie van de RCT s bieden daartoe zeker mogelijkheden. Tegelijkertijd kleeft aan al deze regionaal georiënteerde concepten het bezwaar dat specialisten in de praktijk bijna altijd inputs betrekken van andere specialisten, die slechts zelden in dezelfde (sub)regio gevestigd zijn. Luxembourg: Publications Office of the European Union, [ 17

18 4. Plaats en betekenis van de industrie voor de Gelderse economie Dit hoofdstuk is geschreven door Freerk Viersen en Menno Walsweer, Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland. Inleiding Bezien over een langere periode gaan economische ontwikkelingen gepaard met ingrijpende veranderingen in de werkgelegenheidsstructuur. Kenmerkend voor dit proces in de twintigste eeuw was de opkomst van de dienstensector en de voortschrijdende werkgelegenheidsverliezen in de landbouw en de industrie. Vanaf het midden van de vorige eeuw zijn de ontwikkelingen in een stroomversnelling geraakt. In 1950 was nog bijna een derde van de Gelderse banen in de landbouw te vinden, op dit moment is dat geen drie procent meer. De industrie verkeerde zo rond de jaren zestig op het hoogtepunt, maar net als in andere westerse landen is ook het aandeel van de industrie in Nederland en Gelderland sterk teruggelopen. Het aandeel in de Gelderse werkgelegenheid is trendmatig gedaald van 35% in 1960 naar 11% in Tegelijkertijd brak voor de dienstensector een expansieve periode aan. Op dit moment bestaat 80% van de werkgelegenheid uit dienstverlenende activiteiten. Afgezet tegen deze heftige bewegingen is de relatieve omvang van de bouwnijverheid opmerkelijk stabiel (gemiddeld ca. 7%). 100% 90% 80% landbouw 70% 60% 50% diensten 40% 30% 20% 10% industrie bouwnijverheid 0% Figuur 1: Trendmatige ontwikkeling van de werkgelegenheidsstructuur in Gelderland (totaal =100%) (Bron : Volkstellingen CBS; PWE-Gelderland) De Gelderse werkgelegenheidsstructuur lijkt erg op de Nederlandse en de de-industrialisatie heeft zich in een vergelijkbaar tempo voltrokken. Van alle lidstaten van de EU heeft Nederland na Luxemburg de laagste oriëntatie op industrie en de hoogste op diensten. 18

19 Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zweden Griekenland Cyprus Denemarken Frankrijk België Malta Finland Ierland Oostenrijk EU 28 Spanje Letland Italië Duitsland Litouwen Portugal Polen Kroatië Hongarije Roemenië Slovenië Bulgarije Estland Slowakije Tsjechië Industrie diensten bouw landbouw 0 40 % 0 75 % 0 12 % 0 25 % Figuur 2: Werkgelegenheidsstructuur van de 28 lidstaten van de EU, totaal per lidstaat = 100%, 2008 (bron:eurstat 2013) Naast de structurele factoren die in het verleden hebben geleid tot een trendmatige afname van de industriële werkgelegenheid, worden de ontwikkelingen op dit moment vooral bepaald door de zwakke conjunctuur van de wereldeconomie en de bescheiden vooruitzichten op middellange termijn. In de jongste Gelderse ramingen 11 wordt rekening gehouden met een verder verlies van bijna industriële banen in de periode Op lange termijn duiden de autonome ontwikkelingen op een gestaag voortgaande afname van het aandeel in de totale Gelderse werkgelegenheid tot 8- à 10% in Lang is dit gezien als een natuurlijk evolutieproces naar de volgende hogere fase: de postindustriële samenleving. Intussen is het besef groeiende dat een zekere industriële basis voor de economie van onschatbare waarde is. De industrie vormt een drijvende kracht in de economie. Belangrijke delen van de dienstensector en het leeuwendeel van de export en de investeringen zijn gekoppeld aan de industrie. De aanwezigheid van industrie is een absolute randvoorwaarde voor productiviteitsgroei, innovatievermogen, technologische ontwikkeling en de opkomst van kennisintensieve bedrijvigheid. De uitstralingseffecten van de industrie zijn groot en 11 Provinciale Economische Verkenning , Bureau Economisch Onderzoek, provincie Gelderland, oktober Hedenmorgen, vier toekomstscenario s van de Gelderse economie, Bureau Economisch Onderzoek, provincie Gelderland, 20 Bureau Economisch Onderzoek, provincie Gelderland, oktober

20 belangwekkend. Een arbeidsplaats in de Gelderse industrie genereert via het proces van toe- en aanleveringen gemiddeld 0,9 arbeidsplaats elders 13. Productie- intermediair verbruik en inkomen De productie van bedrijven en instellingen is gelijk aan de verkoopwaarde van alle geproduceerde goederen en diensten In 2010 bedroeg de totale productie van de Gelderse economie 111 miljard euro. De aankoopwaarde van alle producten die in het productieproces zijn gebruikt (grondstoffen, halffabricaten, diensten e.d.) wordt het intermediair verbruik genoemd. In 2010 bedroeg het totale Gelderse intermediair verbruik 58 miljard euro. Het verschil tussen de productie en het intermediair verbruik is de toegevoegde waarde, dat wil zeggen de waarde die door de bedrijven zelf is toegevoegd (verkoopwaarde van de productie minus de inkoop van goederen en diensten). Afgezien van bepaalde belastingen en subsidies worden uit de toegevoegde waarde de lonen betaald, wat daarna nog overblijft, is het exploitatieoverschot, ofwel de winst. De som van alle gevormde toegevoegde waarde wordt het BBP genoemd (bruto binnenlands product), of populair gezegd, datgene wat we met zijn allen in Nederland verdienen. In 2010 bedroeg het Gelderse BBP 53 miljard euro) 14 Gelderse economie, 2010 X miljard euro Structuur, totaal = 100% Bron: CBS november 2013 Productie Intermediair BBP Productie Intermediair BBP verbruik verbruik Landbouw, bosbouw en visserij 3,7 2,8 0, Delfstoffenwinning 0,2 0,1 0, Industrie 26,7 19,9 6, Energievoorziening 1,8 1,1 0, Waterbedrijven en afvalbeheer 1,2 0,8 0, Bouwnijverheid 9,1 5,6 3, Handel 12,0 5,1 6, Vervoer en opslag 4,0 1,9 2, Horeca 2,0 1,0 1, Informatie en communicatie 3,3 1,6 1, Financiële dienstverlening 5,9 2,5 3, Verhuur en handel van onroerend goed 6,9 3,2 3, Specialistische zakelijke diensten 6,8 3,3 3, Verhuur en overige zakelijke diensten 4,1 1,5 2, Openbaar bestuur en overheidsdiensten 8,1 3,5 4, Onderwijs 4,2 0,9 3, Gezondheids- en welzijnszorg 8,4 2,1 6, Cultuur, sport en recreatie 1,1 0,6 0, Overige dienstverlening 1,5 0,7 0, Huishoudens 0,3 0,0 0, Alle economische activiteiten 111,2 58,1 53, Tabel 2: Gelderse economie, 2010 (bron: CBS November 2013) In termen van productie en intermediair verbruik is de industrie van alle sectoren veruit de belangrijkste. Ongeveer een kwart van de totale Gelderse productie en een derde van het intermediaire verbruik is te danken aan de industrie. Op het gebied van de inkomensvorming staat de industrie 13 Industrie en Logistieke Dienstverlening, Bureau Economisch Onderzoek, provincie Gelderland, samengesteld op basis van cijfers, begrippen en definities uit de Regionale Economische Jaarcijfers, CBS 20

21 met een aandeel van 13% op een gedeelde eerste plaats met de sector Handel, gevolgd door de Gezondheids- en welzijnszorg met een aandeel van 12%. Het belang van de industrie als werkgelegenheidsverschaffer is afgenomen. Dit neemt niet weg dat de industrie nog altijd van cruciale betekenis is. De sector heeft niet alleen met afstand de grootste productiewaarde maar is ook veruit de belangrijkste intermediair verbruiker. Daarmee wordt veel bedrijvigheid genereert in andere bedrijfstakken. Het verbruik van materialen wordt zelfs geheel gedomineerd door de industrie en dit levert een significante bijdrage aan de Nederlandse economische groei. Ook bij de inzet van diensten speelt de industrie een grote rol 15. Ontwikkeling van het in de industrie voortgebrachte BBP en productiviteitsgroei Technologische ontwikkelingen en innovatie leiden tot een efficiëntere productie en een stijgende productiviteit. Dit gaat soms gepaard met een afnemende arbeidsinzet en leidt dan tot de paradoxale situatie dat een sector economisch floreert bij een dalende werkgelegenheid. De decimering van het industriële aandeel in de totale werkgelegenheid hoeft dus niet te betekenen dat ook de economische betekenis naar evenredigheid is afgenomen. Het CBS heeft vanaf 1969 een consistente tijdreeks van de volumeontwikkeling 16 van het totale Nederlandse BBP en van het industriële BBP. Daaruit blijkt dat het totale BBP sinds 1969 met ruim 160 % is toegenomen. Het door de industrie voortgebrachte BBP is in dezelfde periode gestegen met ruim 140 %. Het aandeel van de industrie in de voortbrenging van het totale Nederlandse BBP bedroeg in %, sindsdien is het aandeel weliswaar langzaam gedaald, maar bedroeg in 2012 altijd nog 13%. De relatieve betekenis van de industrie voor de Nederlandse welvaart heeft in de afgelopen 43 jaar dus maar weinig ingeboet BBP industrie, NL BBP totaal, NL Figuur 3: Volume-ontwikkeling totaal BBP en industrieel BBP, index 1969 = 100, Nederland (Bron: CBS, Nationale Rekeningen) Dat de Nederlandse industrie haar bijdrage aan de welvaart en de economische groei vrijwel heeft weten te behouden, is te danken aan een continue proces van productiviteitsverbeteringen. Terwijl het industriële BBP met 140% is gestegen nam de werkgelegenheid met 65% af ( banen) 15 Alinea vrij naar het artikel CBS Helft economische groei in door toename productiviteit, Reële ontwikkeling, voor inflatie gecorrigeerd 21

22 maar in dezelfde periode werd per arbeidsjaar een productiviteitsstijging gerealiseerd van 300%. Voor de totale Nederlandse economie bedroeg de stijging slechts 100% 17. Een van de belangrijkste maatstaven voor de kracht van een economie is de productiviteit. De groei van de productiviteit is een centrale factor achter de groei van het inkomen per hoofd, en op lange termijn zelfs de enige factor 18. Het CBS heeft de determinanten van de Nederlandse productiegroei in kaart gebracht 19. Daaruit is gebleken dat bijna een derde deel van de productiegroei op het conto komt van productiviteitsverbeteringen. Bij de economische groei (BBP) is de rol nog groter: bijna de helft van de groei kan worden toegeschreven aan productiviteitsstijgingen. Productiviteit is een van de kernbegrippen uit de economie. Verhoging van de productiviteit betekent voor een bedrijf verhoging van de winstgevendheid en voor een land of regio vergroting van de welvaart. Er is de laatste jaren vanuit de politiek een verhoogde interesse in productiviteit. Dit wordt enerzijds gevoed door het besef dat de Europese Unie zich qua ontwikkeling van de productiviteit niet kan meten met de Verenigde Staten. Anderzijds komt het door de groeiende aandacht voor de toekomstige arbeidsmarkt: wanneer de vergrijzing toeneemt en de omvang van de potentiële beroepsbevolking stagneert, is verhoging van de productiviteit de enige manier waarop de economie nog kan groeien. Productiviteitsgroei wordt vooral behaald in goed mechaniseerbare of automatiseerbare bedrijfstakken, veelal goederen productie, waarvan de industrie de belangrijkste is. Over het Gelderse industriële BBP zijn geen volumemutaties beschikbaar maar alleen nominale bedragen in lopende prijzen. Gezien de heftige prijsontwikkelingen in het verleden kan op basis daarvan geen beeld worden verkregen van de reële ontwikkelingen. Wat wel in kaart kan worden gebracht is het aandeel van Gelderland in Nederland in het nominale BBP en het arbeidsvolume. Op basis daarvan kan vervolgens worden beoordeeld of het aannemelijk is dat de hiervoor getrokken conclusies voor Nederland ook voor Gelderland opgaan. 17 Nationale Rekeningen, volume ontwikkeling BBP en Arbeidsrekeningen, CBS 18 Is er nog hoop?, CPB-notitie april De rest van deze alinea is gebaseerd op de conclusies uit het CBS artikel Helft economische groei in door toename productiviteit,

ONDERZOEKSMEMORANDUM. De sectorale bijdrage aan de Gelderse economie. 1. Huidige productie- intermediair verbruik en BBP

ONDERZOEKSMEMORANDUM. De sectorale bijdrage aan de Gelderse economie. 1. Huidige productie- intermediair verbruik en BBP ONDERZOEKSMEMORANDUM De sectorale bijdrage aan de Gelderse economie 1. Huidige productie- intermediair verbruik en BBP De productie van bedrijven en instellingen is gelijk aan de verkoopwaarde van alle

Nadere informatie

Waar komen we vandaan:

Waar komen we vandaan: Waar komen we vandaan: Bezien over een langere periode gaan economische ontwikkelingen gepaard met ingrijpende veranderingen in de economische structuur. Kenmerkend voor dit proces in de twintigste eeuw

Nadere informatie

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland en de Provincie Gelderland 22 maart 2016 Overwegende dat: De provincie Gelderland veel waarde hecht aan de aanwezigheid van onderwijs/kennisinstellingen in haar Provincie. Uiteraard in hun functie van

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND

TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND De investeringen (inter)nationaal vergeleken De kapitaalgoederenvoorraad in een land of regio wordt geleidelijk opgebouwd door de jaarlijkse investeringen. De investeringen

Nadere informatie

Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland

Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland Presentatie 8 februari 2017 Provincie Gelderland Provinciale Staten Commissie Economie, Energie en Milieu Linze Rijswijk,

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

Vergelijking tussen sectoren (In (Aandeel procenten) arbeidsplaatsen in procenten)

Vergelijking tussen sectoren (In (Aandeel procenten) arbeidsplaatsen in procenten) Staat van 2014 Sectorstructuur In welke sectoren is sterker vertegenwoordigd dan het s gemiddelde? Zakelijke diensten (16,5%), Informatie en Communicatie (6,5%), Financiële instellingen (4,5%) Vergelijking

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR) Resultaten werkgelegenheidsonderzoek Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR) 2013 Maarten Bergmeijer Provincie Utrecht afdeling MEC, team Economie par@provincie-utrecht.nl www.provincie-utrecht.nl/par

Nadere informatie

ScaleUp Dashboard 2015

ScaleUp Dashboard 2015 Rapportage ScaleUp Dashboard 2015 ScaleUp Dashboard 2015 Prof. dr. Justin Jansen Lotte de Vos Rotterdam School of Management Erasmus Centre for Entrepreneurship Conclusies Nederland staat aan de Europese

Nadere informatie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

Belemmeringen voor de exportontwikkeling van de Gelderse industrie

Belemmeringen voor de exportontwikkeling van de Gelderse industrie Onderzoeksmemorandum Belemmeringen voor de exportontwikkeling van de Gelderse industrie Probleemstelling I Een aantal bedrijven uit de Achterhoek heeft bij provincie Gelderland het probleem aangekaart

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

ICT, kennis en economie 2012 Statistische bijlage

ICT, kennis en economie 2012 Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2012 Statistische bijlage Deze bijlage bevat enkele tabellen met aanvullend cijfermateriaal behorend bij de publicatie ICT, kennis en economie 2012. De tabellen zijn per hoofdstuk

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

M201218. Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland

M201218. Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland M201218 Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, november 2012 Relatief veel snelgroeiende bedrijven in Nederland In deze rapportage

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers AgriFood Capital Monitor 2018 Belangrijkste feiten en cijfers Inleiding AgriFood Capital Monitor In dit boekje presenteren wij de feiten en cijfers van de AgriFood Capital Monitor 2018*. De Monitor geeft

Nadere informatie

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2014. Gelderland

Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2014. Gelderland Eerste uitkomsten werkgelegenheidsonderzoek 2014 Gelderland Provinciale Werkgelegenheids Enquête Gelderland - 1 - De uitvoering van de PWE 2014 vond plaats in opdracht van de onderstaande instanties: Gemeenten

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden

De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden Van der Zee, F., W. Manshanden, F. Bekkers, T. van der Horst ea (2012). De Staat van Nederland Innovatieland 2012. Amsterdam: AUP

Nadere informatie

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven 2008-2012 Ester Hilhorst Economic Board Utrecht April 2014 Samenvatting Vinger aan de pols Innovatie is sterk verbonden met vooruitgang, vernieuwing en

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-196 26 september 2002 9.30 uur Werkgelegenheid commerciële sector daalt Voor het eerst sinds 1994 is het aantal banen van werknemers in commerciële bedrijven

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014 Werkgelegenheid in Twente Jaarbericht 214 Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling werkzame personen en vestigingen (groei / afname) Ontwikkeling naar sectoren 2. Ontwikkeling naar sectoren Ontwikkeling naar branches

Nadere informatie

Samen werken aan Gelderland. Wat kwam er uit de verkenningen economie?

Samen werken aan Gelderland. Wat kwam er uit de verkenningen economie? Samen werken aan Gelderland Wat kwam er uit de verkenningen economie? Leo Blanken, provincie Gelderland 29 oktober 2014 Inhoud 1. Aanleiding 2. De cijfers 3. De ondernemers 4. De wetenschappers 5. De rode

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België

Nadere informatie

Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen

Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen In de commissievergadering Bestuur en Middelen op 9 februari 2016 is aangegeven dat er behoefte is aan meer inzicht in de werkgelegenheidscijfers in de gemeente

Nadere informatie

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e Twente is een innovatieve regio die nationaal en internationaal sterk in opkomst is. Daarom is op initiatief van de provincie Overijssel

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers september 208 Regio Food Valley Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers regio Food Valley In aansluiting op de brochure Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers is deze aanvullende

Nadere informatie

Topgebied Energie: kansen voor Oost-Nederland Workshop - H. Datum 05 april 2011

Topgebied Energie: kansen voor Oost-Nederland Workshop - H. Datum 05 april 2011 Topgebied Energie: kansen voor Oost-Nederland Workshop - H Datum 05 april 2011 kiemt KANSEN CREËREN EN BENUTTEN Thecogas Binnenstadservice.nl Sidcon Ingrepro Bredenoord Nuon Helianthos Ubbink Solar Solesta

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

kennis en economie 2013 statistische bijlage

kennis en economie 2013 statistische bijlage ICT, kennis en economie 2013 statistische bijlage ICT, kennis en economie 2013 statistische bijlage Deze bijlage bevat enkele tabellen met aanvullend cijfermateriaal bij de publicatie ICT, kennis en economie

Nadere informatie

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017 DE INDUSTRIE: Drie acties voor een nieuw Kabinet MOTOR VAN Manifest 2017 VERNIEUWING Nederlandse industriële bedrijven behoren tot de top van de wereld. We zijn wereldmarktleider in chipmachines en medische

Nadere informatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Topsectoren. Hoe & Waarom Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2014 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2014 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2014 I Deze economische monitor gaat nader in op de ontwikkeling van de economie en arbeidsmarkt in Ede en de regio FoodValley met de focus op het tweede halfjaar van 20. Daarnaast

Nadere informatie

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld Rapport Startersprofiel 2012 van Datum uitgave Januari 2013 onderwerp Startende ondernemers in beeld Pagina 1 van 12 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 3 2 Kerncijfers startende ondernemers... 4 2.1 Meer

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Eindverslag EFRO-programma GO 2007-2013 Portefeuillehouder: M. Scheffer Kerntaak/plandoel: Economie Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2015 tijdvak 2 economie CSE GL en TL GT-0233-a-15-2-b Zelfstandig of niet informatiebron 1 Cijfers Kamer van Koophandel over 2013 Starters 113.823 Bedrijfsbeëindigingen 136.640 informatiebron

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Subsidies in de regio

Subsidies in de regio Subsidies in de regio Noord Nederland Subsidies in de regio -- Noord-Nederland Om bepaalde regio s binnen Nederland direct of indirect te versterken zijn er verschillende regionale, nationale en Europese

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012 Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012 t.b.v. Monitor Arbeidsmarkt en Onderwijs Provincie Noord-Holland IJmuiden, 23 november 2012 Arjan Heyma www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Belangrijkste

Nadere informatie

Beleidscommissie Strategische raadsagenda. Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017

Beleidscommissie Strategische raadsagenda. Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017 Beleidscommissie Strategische raadsagenda Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017 Opdracht strategische raadsagenda Wat willen we bereiken: Visie op de positionering van Harderwijk in de context

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Velden met een zijn verplicht. Naam E-mail Inleiding 1 Als een bedrijf een product

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Enige kengetallen ter bepaling van het effect op het verdienend vermogen van de Achterhoek van regionale beleidsconcepten

Enige kengetallen ter bepaling van het effect op het verdienend vermogen van de Achterhoek van regionale beleidsconcepten Enige kengetallen ter bepaling van het effect op het verdienend vermogen van de Achterhoek van regionale beleidsconcepten Inleiding Het bruto binnenlands product (BBP) van een land of regio is de som van

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Gelderland Werkgelegenheid In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl www.cabgroningen.nl

Nadere informatie

Voor het eerst in zeven jaar stijgt het aantal snelgroeiende bedrijven weer in Nederland

Voor het eerst in zeven jaar stijgt het aantal snelgroeiende bedrijven weer in Nederland Voor het eerst in zeven jaar stijgt het aantal snelgroeiende bedrijven weer in Nederland Voornamelijk binnen de zakelijke dienstverlening neemt het aandeel snelgroeiende bedrijven snel toe. Binnen de topsectoren

Nadere informatie

Jaargang 75 Februari 2019 nr. 2. Statistisch bulletin. CBS Statistisch bulletin, 1

Jaargang 75 Februari 2019 nr. 2. Statistisch bulletin. CBS Statistisch bulletin, 1 Jaargang 75 Februari 2019 nr. 2 Statistisch bulletin CBS Statistisch bulletin, 1 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 2. Bevolking 10 3. Industrie en energie 17 4. Inkomen en bestedingen 19 5. Internationale

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Verdeling en inzet Gelderse Revolverende Middelen 12 maart 2013

Verdeling en inzet Gelderse Revolverende Middelen 12 maart 2013 Verdeling en inzet Gelderse Revolverende Middelen 12 maart 2013 Door: Hans Wouters Programma energietransitie Provincie Gelderland Geactualiseerde verdeling 100 mln Verdeling nog te bestemmen revolverende

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2016) Omzetting van wetgeving Verleden jaar moesten de lidstaten 66 nieuwe richtlijnen omzetten, een sterke toename dus

Nadere informatie

Loonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis

Loonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Factsheet november 2017 Op 3 november 2017 is het in Nederland Equal Pay Day en wordt er aandacht gevraagd voor de loonkloof: het gemiddelde beloningsverschil tussen mannen en vrouwen. In Nederland is

Nadere informatie

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU VIVES BRIEFING 2016/06 Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU Klaas Staal Karlstad Universitet 1 GEVOLGEN VAN BREXIT VOOR DE BESLUITVORMING IN DE EU Klaas Staal INLEIDING Op 23 juni 2016 stemmen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Enige kengetallen ter bepaling van het effect op het verdienend vermogen van de Achterhoek van regionale beleidsconcepten

Enige kengetallen ter bepaling van het effect op het verdienend vermogen van de Achterhoek van regionale beleidsconcepten Enige kengetallen ter bepaling van het effect op het verdienend vermogen van de Achterhoek van regionale beleidsconcepten Inleiding Het bruto binnenlands product (BBP) van een land of regio is de som van

Nadere informatie

BRAINPORT MONITOR SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES

BRAINPORT MONITOR SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES BRAINPORT MONITOR 2016 - SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES BRAINPORT NEXT GENERATION Meedoen MEER MENSEN DIE MEE DOEN Concurreren DIE SAMEN MEER CREËREN Verdienen EN SAMEN MEER VERDIENEN!

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, juni 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, juni 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Gelderland, juni 2017 WW-uitkeringen laagopgeleiden in Gelderland ruim kwart lager dan geleden Het aantal lopende WW-uitkeringen in Gelderland daalt in juni verder. Ook laagopgeleiden

Nadere informatie

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018 R&D-barometer 2018 Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven November 2018 Inhoud 1. Achtergronden onderzoek 2. Kerncijfers R&D-barometer 2018 3. De trends in R&D; samenwerking blijft

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

Bedrijf/organisatie BIJLAGE 1: RESPONDENTENLIJST

Bedrijf/organisatie BIJLAGE 1: RESPONDENTENLIJST BIJLAGE 1: RESPONDENTENLIJST Naam Martin Stor Ben Kupers Eric Evers Michiel de Rooij Ted van Vilsteren Kees Nieuwenhuijse Theo Blom Ron van Stralendorff Jürgen van Aalst Jan Kaak en Renate Knipscheer Dirk-Jan

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Inhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020

Inhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020 OP EFRO OOST-NEDERLAND 2014-2020PRESENTATIE KENNISPARK, 23 APRIL 2014 JOLANDA VROLIJK, PROGRAMMAMANAGER EFRO OP EFRO Oost-Nederland 2014-2020 Inhoud presentatie 1. Inleiding Europese Fondsen: cohesie beleid

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

NL.IN.BUSINESS Mondiale uitdagingen, Nederlandse oplossingen

NL.IN.BUSINESS Mondiale uitdagingen, Nederlandse oplossingen NL.IN.BUSINESS 2020 Mondiale uitdagingen, Nederlandse oplossingen MONDIALE UITDAGINGEN Verstedelijking, economische groei en verduurzaming brengen uitdagingen met zich mee op bijvoorbeeld het gebied van

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari > Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal Kernuitkomsten vergeleken, februari 2018 > www.ioresearch.nl Een barometer is gericht op het volgen en (door middel van cijfers) in beeld brengen

Nadere informatie

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014 Een uitdagende arbeidsmarkt Erik Oosterveld 24 juni 2014 Wat waren de gevolgen van de recessie? Hoeveel banen zijn er verloren gegaan? In welke sectoren heeft de recessie het hardst toegeslagen? Werkgelegenheid

Nadere informatie

Statistische bijlage De digitale economie 2006

Statistische bijlage De digitale economie 2006 Statistische bijlage De digitale economie 2006 Hoofdstuk 2 Tabel 2.1.1 Ontwikkeling BBP en werkgelegenheid nationaal, 1970 2005 Tabel 2.3.1 De ICT-sector vergeleken met de Nederlandse economie, 1995 2004

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar BiZ-Dag 29 juni 2017 Overzicht 1. Een paar cijfers 2. Wat is industrie? 3. Personeel 4. Risico s 3 1. Een paar cijfers 29 juni 2017 3 Balans: omzetontwikkeling

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren als een regio

Nadere informatie

Geplaatst in het Financieele Dagblad van zaterdag 19 februari Denk niet langer in termen van gemeente- en provinciegrenzen

Geplaatst in het Financieele Dagblad van zaterdag 19 februari Denk niet langer in termen van gemeente- en provinciegrenzen Geplaatst in het Financieele Dagblad van zaterdag 19 februari 2011 Denk niet langer in termen van gemeente- en provinciegrenzen Economie vraagt om een beter passende ruimtelijke schaal Willem van der Velden

Nadere informatie