Financiële geletterdheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Financiële geletterdheid"

Transcriptie

1 Troonstraat Brussel Tel studiedienst@gezinsbond.be 10 december 2013 Financiële geletterdheid Standpunt van de Gezinsbond Financiële geletterdheid is niet alleen nodig om bank- en verzekeringsproducten te begrijpen, maar ook om het gezinsbudget en de gezinsconsumptie op een gezonde en verstandige manier te beheren. Financiële geletterdheid is enerzijds kennen, maar anderzijds ook beschikken over de nodige vaardigheden én het vertrouwen om de vergaarde kennis op een correcte wijze toe te passen in het dagelijkse leven én bewuste en goede keuzes te maken. De verantwoordelijkheid van financiële geletterdheid ligt niet alleen bij de gezinnen. De Gezinsbond wil vooral zoeken naar de randvoorwaarden die het noodzakelijke financieel inzicht mogelijk maken. Onderzoeksresultaten tonen aan dat het slecht gesteld is met de financiële geletterdheid van de gemiddelde Belg. Op de Geldtest van de financiële krant De Tijd bijvoorbeeld was 4,6 op 10 gebuisd. Uit onderzoeken blijkt dat ook jongeren (leerlingen 3 de graad ASO) onvoldoende voorbereid zijn op het dagelijkse financiële leven en ook de actuele en sociaaleconomische kennis van toekomstige leerkrachten blijkt ondermaats. Vroeg of laat schiet de financiële kennis van elk gezin wel eens te kort, al was het maar op bepaalde sleutelmomenten waarop ze een belangrijke financiële beslissing moeten nemen. Er zijn echter ook heel wat gezinnen die permanent de gevolgen dragen van hun beperkte kennis over financiële zaken. Financiële ongeletterdheid blijft vaak verborgen en wordt alleen zichtbaar bij verkeerde beslissingen. Daar praten mensen echter niet graag over omdat ze zich schamen voor hun financiële fouten. In extreme vorm kan financiële ongeletterdheid zelfs regelrecht leiden tot armoede. Daarom wil de Gezinsbond alle gezinnen een beschermende paraplu aanbieden om hen beter te beschermen tegen foute financiële beslissingen. Door hun financiële geletterdheid te verbeteren worden gezinnen ook op financieel vlak gezinbegrepen. Definitie Financiële geletterdheid Geletterdheid1 in het algemeen is de competentie om informatie te verwerven, te verwerken en gericht te gebruiken. Dit betekent met taal, cijfers en grafische gegevens kunnen omgaan en gebruik kunnen maken van ICT. Geletterd zijn, is belangrijk om zelfstandig te functioneren en participeren in de samenleving en om zich persoonlijk te kunnen ontwikkelen. Financiële geletterdheid is een belangrijk onderdeel van algemene geletterdheid dat onbetwistbaar noodzakelijk is om te participeren in onze huidige samenleving. Onder financiële geletterdheid in het bijzonder wordt verstaan de competentie om met financiële informatie om te gaan, te begrijpen en doelgericht te gebruiken 2. De Gezinsbond ziet financiële geletterdheid echter veel ruimer. Financiële geletterdheid is niet alleen nodig om bank- en verzekeringsproducten te begrijpen, maar ook om het gezinsbudget en de gezinsconsumptie op een gezonde en verstandige manier te beheren. 1 Definitie van "geletterdheid" zoals gebruikt in de Centra voor Basiseducatie. 2 Eigen definitie gebaseerd op de definitie van Geletterdheid gevonden op Wikipedia. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 1

2 Gezinnen kunnen hun financiële geletterdheid verbeteren door financiële vorming. De organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) definieert 3 financiële vorming als: het proces waarbij consumenten/beleggers hun kennis over financiële producten, begrippen en risico s verbeteren en door middel van informatie, scholing of objectieve adviezen de nodige vaardigheden en het vereiste vertrouwen verwerven om financiële risico s en opportuniteiten te onderkennen, doordachte keuzes te maken, te ontdekken waar ze voor bijstand kunnen aankloppen en andere efficiënte initiatieven te nemen om hun financieel welzijn te verbeteren. Financiële geletterdheid is dus enerzijds kennen maar anderzijds ook beschikken over de nodige vaardigheden en het vertrouwen om de vergaarde kennis op een correcte wijze toe te passen in het dagelijkse leven én bewuste en goede keuzes te maken. De verantwoordelijkheid van financiële geletterdheid ligt niet alleen bij de gezinnen. De Gezinsbond wil vooral zoeken naar de randvoorwaarden die het noodzakelijke financieel inzicht mogelijk maken. Omgevingsanalyse Financiële geletterdheid op de Europese agenda Het probleem van onvoldoende financiële geletterdheid wordt op steeds bredere schaal erkend, zowel op Europees als op wereldvlak. Enquêtes van de OESO toonden al in juli 2005 aan dat de financiële kennis van de Europeanen vrij laag is. De Europese Commissie publiceerde in december 2007 een mededeling om de economische en sociale voordelen van financiële vorming te benadrukken en om basisbeginselen voor kwaliteitsvolle programma s ter zake uit te werken. De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), de vroegere Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) organiseerde verschillende enquêtes en gespreksrondes met organisaties - waaronder ook de Gezinsbond - die in contact staan met consumenten van financiële producten en diensten. Daaruit concludeerde de FSMA dat er talrijke informatiebronnen over financiële vorming bestaan, maar dat de informatie de gezinnen onvoldoende bereikt en vaak onbegrepen blijft. Als belangrijke oorzaken werden in het eindverslag 4 aangegeven: de gebrekkige zichtbaarheid van de informatie én het feit dat de aangeboden financiële info moeilijk te begrijpen lijkt voor mensen met onvoldoende financiële bagage. Een betere financiële kennis heeft volgens de FSMA voordelen voor: het individu omdat mensen meer doordachte keuzes kunnen maken die hun vermogen optimaliseren ongeacht hun leeftijd, de maatschappij omdat mensen hun budget beter beheren, de economie omdat doordachtere keuzes van de consument de concurrentie kunnen aanscherpen, vernieuwing stimuleren en de financiële sector aanzetten producten en diensten aan te bieden die aansluiten bij hun behoeften, de financiële sector zelf via een grotere tevredenheid van de klanten en een daling van het aantal klachten, omdat vele klachten voortvloeien uit de gebrekkige kennis van de consument over producten en diensten. Het is voor de FSMA belangrijk dat financiële vorming inspeelt op diverse betrokken doelgroepen én op cruciale momenten in het leven waarop gezinnen belangrijke financiële beslissingen moeten nemen. Daarom moet financiële info en financiële vorming beter bekend en vooral toegankelijker worden voor de gezinnen die er nood aan hebben. Voor de FSMA moet een betere financiële kennis kaderen binnen een betere bescherming van de consument van financiële producten en diensten. 3 Officieuse vertaling van punt I.1 van de bijlage bij de OESO-aanbeveling Recommandation sur les principes et les bonnes pratiques relatifs à la sensibilisation et l éducation financières van juli Verslag over het bevorderen van de financiële kennis in België, Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, oktober 2008, Brussel. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 2

3 Volgens de Europese Commissie 5 hebben consumenten te weinig verstand van financiële zaken en beschikken ze over te weinig basiskennis. Naarmate de financiële producten en diensten complexer worden, neemt de nood aan financiële kennis toe. Consumenten staan volgens de Europese Commissie niet altijd open voor financiële opvoeding tenzij ze beseffen dat dit voor hen belangrijk is. De Europese Commissie ziet financiële educatie als de primaire verantwoordelijkheid van de lidstaten, non-profitorganisaties en consumentenorganisaties én van de aanbieders van financiële producten en diensten. Ecofin 6 (Raad Economische en Financiële Zaken) erkent het belang van financiële educatie van consumenten omwille van de complexiteit van de financiële producten en diensten, het belang van financiële beslissingen van gezinnen en de snelheid waartegen de financiële sector evolueert. Ecofin nodigt de lidstaten uit om meer inspanning te leveren om: financiële educatie te geven aan burgers, burgers meer bewust te maken van het belang van financiële educatie in het kader van toekomstige uitdagingen inzake financiën zoals pensioenen, financiering van gezondheidszorg en huisvesting, het nut in overweging nemen om financiële geletterdheid op te nemen in onderwijscurricula. de principes van de Mededeling van de Europese Commissie in gedachten houden, met name financiële vorming invoeren in alle levensfasen en programma s opstellen op maat van de specifieke noden van alle doelgroepen zodat financiële educatie consequent de criteria van transparantie en objectiviteit vervult. Financiële geletterdheid in België Belg grandioos gebuisd op financiële kennis In september 2012 deed de financiële krant De Tijd via het onderzoeksbureau InSites Consulting een onderzoek naar de financiële geletterdheid van de gemiddelde Belg. Een representatief 7 panel van Belgen tussen 18 en 65 jaar nam deel aan deze geldtest 8 die bestond uit 10 meerkeuzevragen (zie bijlage 1) over eenvoudige basisitems waar elke Belg vroeg of laat tijdens zijn leven mee te maken krijgt: van beleggen tot vastgoed en van erfenissen tot verzekeringen. De Belg scoorde ondermaats op deze geldtest. Zijn gemiddelde score was 4,6 op 10. In 2008, net voor de financiële en economische crisis, deed De Tijd een gelijkaardig onderzoek. Ook toen was de gemiddelde Belg gezakt. Onze financiële kennis is er dus niet op vooruit gegaan ondanks de tsunami die de financiële wereld grondig door elkaar schudde. De actualiteit werd de afgelopen 4 jaar nooit zoveel gedomineerd door financieel-economisch nieuws. En toch heeft die overvloed aan financieel-economisch nieuws de gemiddelde Belg niet geldwijzer gemaakt. Leerlingen derde graad ASO onvoldoende financieel voorbereid Een onderzoek in het kader van een Bachelorproef van 4 studenten aan de lerarenopleiding Economie tijdens het academiejaar aan de Arteveldehogeschool van Gent 9 toont aan dat leerlingen van het Algemeen Secundair Onderwijs als zij afstuderen over onvoldoende financiële, maatschappelijke en economische basiskennis beschikken om te kunnen participeren aan de hedendaagse maatschappij. De onderzoekers bevroegen leerlingen van de derde graad ASO van 19 scholen in de provincies Vlaams Brabant, Oost- en West-Vlaanderen. Het is verontrustend dat de ondervraagde leerlingen 5 Op 18 december 2007 goedgekeurde mededeling van de Europese Commissie over Financiële educatie. 6 Council conclusions on Financial education, Council of the European Union, 2866th Economic and Financial affairs Council meeting, Brussels, 14 may Het onderzoek is representatief voor de Belgische bevolking op het vlak van taal, leeftijd, geslacht, beroep, gezinssituatie, opleidingsniveau en inkomen. 8 Geïnteresseerden kunnen deze test nog altijd online invullen: 9 Wetenschappelijk onderzoek naar de praktische financiële, maatschappelijke en economische basiskennis van leerlingen uit de derde graad ASO ter promotie voor de Bachelorproef van Yannick De Blander, Stijn De Schepper, Siglin Reychler en Fiona Uyttersprot aan de Arteveldehogeschool van Gent (academiejaat ). Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 3

4 nauwelijks weten wat een doorlopende opdracht is en wanneer een spaarder recht heeft op een getrouwheidspremie. De vragenlijst (zie bijlage 2) bestond uit 3 luiken en telde 20 vragen: 6 financiële vragen, 9 maatschappelijke vragen en 5 economische vragen. Zowel leerlingen uit de richting Economie als uit andere richtingen vulden de vragenlijsten in. Op het financieel luik antwoorden 38 % 'juist', minder dan 4 op 10; 37 % fout en 25 % twijfelde of wist het niet. De leerlingen uit de economische richting gaven meer juiste antwoorden (45 %) dan die uit de niet-economische richtingen (32 %). De leerlingen uit de niet-economische richtingen gaven iets meer juiste antwoorden (37 %) als ze in hun voortraject Economie of Socio-economische Initiatie (SEI) gekregen hadden, dan zij die deze vakken niet kregen (35 %). Op het maatschappelijk luik antwoorden 40 % van de respondenten net 4 op 10 - juist, 36 % fout en 24 % twijfelde of wist het niet. De leerlingen uit de economische richting gaven meer juiste antwoorden (40 % in 5 de jaar en 43 % in 6 de jaar) dan die uit de nieteconomische richtingen (39 % in 5 de jaar en 42 % in 6 de jaar). De leerlingen uit de nieteconomische richtingen gaven iets meer juiste antwoorden (42 %) als ze in hun voortraject Economie of Socio-economische Initiatie (SEI) gekregen hadden, dan zij die deze vakken niet kregen (39 %). Op het economische luik antwoorden 53 % van de respondenten, iets meer dan de helft, juist, 31 % fout en 16% twijfelde of wist het niet. De leerlingen uit de economische richting gaven meer juiste antwoorden (63 %) dan die uit de niet-economische richtingen (49 %). De leerlingen uit de niet-economische richtingen gaven iets meer juiste antwoorden (51 %) als ze in hun voortraject Economie of Socio-economische Initiatie (SEI) gekregen hadden, dan zij die deze vakken niet kregen (47 %). Niettegenstaande er een toch merkelijk verschil is in de resultaten van beide groepen, hebben ook de economische richtingen nood aan bepaalde kennis. Omdat de onderzoekers er van uit gaan dat het onderwijs een belangrijke rol kan spelen in de aanpak van de hedendaagse noden en behoeften, stellen zij voor om een vak algemene vorming op te nemen in alle (economische en niet-economische) richtingen van de derde graad ASO waarin financiële, maatschappelijke en economische thema s aan bod komen. Actuele en sociaaleconomische kennis toekomstige leerkrachten ondermaats Een onderzoek van de Katholieke Hogeschool Limburg peilde naar de politieke, sociaaleconomische, geografische en historische kennis van studenten in de lerarenopleiding. Onderzoekers Jan Swerts en Kurt Monten lieten 991 studenten uit acht lerarenopleidingen secundair onderwijs, voornamelijk het eerste en derde jaar een vragenlijst 10 met 92 vragen invullen om te peilen naar hun algemene kennis over de vier thema s. Bijna de helft van de respondenten kwam uit het ASO en ruim 40 % had Technisch Secundair Onderwijs (TSO) gevolgd. De rest (10 %) kwam uit een beroeps- of kunstrichting. De bevraging bevatte zes vragen over economie (zie bijlage 3). Amper de helft (55,3 %) van de leerkrachten in spe wist wat inflatie is. Bijna 7 op 10 (69,3 %) wisten wat een aandeel is. Iets meer dan 6 op 10 (65,2 %) wisten wat een staatslening is. Bijna driekwart wist wat het Bruto Binnenlands Product (BBP) is. Net niet de helft (49,6 %) wist wat een index is. Bijna 7 op 10 wisten wat de BEL-20 is. De verontrustende resultaten bevestigen de eerdere ervaring van de onderzoekers, die zelf docent zijn. Beiden merkten in de voorbije jaren dat studenten almaar minder in staat zijn om zelfstandig het nieuws in de media te lezen en te begrijpen. De talige achteruitgang speelt daarin onmiskenbaar een rol, maar ook het ontbreken van politieke, historische, geografische en internationale basiskennis. Uit het onderzoek blijkt tevens dat minder dan een kwart (22,5 %) van de leraren in opleiding dagelijks de krant leest. Ruim 4 op 10 (41,4 %) leest nooit of maximum één keer per week de krant. Amper 1 op 5 (20,1 %) leest de economische pagina s. Minder dan 1 op 6 kijkt dagelijks naar het 10 Geïnteresseerden kunnen de vragenlijst nog online invullen op Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 4

5 televisienieuws. Bijna 4 op 10 (37,7 %) kijken nooit of maximum één keer per week naar het televisienieuws. Het verschil in de resultaten tussen de eerste- en laatstejaarsstudenten is gering. Die laatsten scoren wel beter maar het verschil bedraagt minder dan 5 %. Het onderzoek toont wel grote verschillen aan naargelang de vooropleiding. Terwijl de gemiddelde score 59 % bedraagt, scoren studenten met een ASO-achtergrond met 65 % beduidend beter. De score van de andere studenten ligt een stuk lager: 53 % (TSO), 52 % (KSO) en 46 % (BSO). De wortel van het probleem van onvoldoende algemene en financiële kennis leggen de onderzoekers in het secundair onderwijs. Een grootschalig internationaal onderzoek 11 van de toonaangevende International Association for the Evaluation of Educational Achievement toont aan dat leerlingen slecht scoren wat betreft democratische en maatschappelijke attitudes. Volgens datzelfde onderzoek draagt de school daar een deel van de verantwoordelijkheid: vergeleken met hun Europese collega s bekommeren Vlaamse leerkrachten zich maar weinig om het bevorderen van kennis over sociale, politieke en burgerlijke instituties of het bevorderen van de kennis over rechten en plichten als burger. Een onderzoek 12 van socioloog Mark Elchardus over de vakoverschrijdende eindtermen (VOETEN) toont aan dat er op dat vlak nog veel werk aan de winkel is. Volgens dat onderzoek moet de lerarenopleiding meer aandacht besteden aan het concreter uitwerken van de VOET en moet er didactisch materiaal beschikbaar worden gesteld. In het secundair onderwijs zijn volgens de onderzoekers van KHLim de ondernomen acties eveneens versnipperd en vrijblijvend. Zo is er aan de VOET Opvoeden tot burgerzin enkel een inspanningsverplichting verbonden, maar geen resultaatsverbinding. Er zijn ook projecten zoals Kranten in de klas en De kracht van je stem, maar die zijn slechts tijdelijk en missen een langetermijnvisie. Door deze oppervlakkigheid wordt het thema burgerzin volgens de onderzoekers vaak als een hete aardappel gretig doorgeschoven van de ene naar de andere leerkracht. Om aan het probleem te verhelpen, vinden de onderzoekers dat de lerarenopleiding moet aangepast worden omdat daar de leerkrachten gevormd worden die aan de burgers van morgen zullen lesgeven. Financiële geletterdheid ontbreekt nagenoeg in vakgebonden eindtermen Als we de vakgebonden eindtermen 13 van het secundair onderwijs onder de loep nemen, moeten we vaststellen dat financiële geletterdheid nagenoeg ontbreekt. In het ASO vinden we uiteraard economische thema s terug in de vakgebonden eindtermen voor het vak Economie. Deze eindtermen hebben echter vooral betrekking op algemene economische begrippen zoals marktenwerking, ondernemingen, economische ontwikkeling en onderzoekscompetentie. Meer praktische financiële thema s, waarmee leerlingen in hun latere dagelijkse leven worden geconfronteerd, komen onvoldoende aan bod in deze eindtermen. Bovendien krijgen alleen leerlingen in de economische richting van het ASO het vak Economie. In de eindtermen van het BSO vinden we onder Project Algemene Vakken (PAV) dan wel weer meer praktische financiële thema s terug. Zo moeten de leerlingen volgens de eindtermen van de tweede graad BSO kunnen rekenen met geld in functionele situaties (onder het punt Functionele rekenvaardigheid ) en hun zakgeld beheren (onder het punt Organisatiebekwaamheid ). In eindtermen van de derde graad van het BSO vinden we onder Project Algemene Vakken de rubriek Maatschappelijk en ethisch bewustzijn, weerbaarheid en verantwoordelijkheid met duidelijk nog meer praktische financiële thema s. Zo moeten de leerlingen kunnen geld beheren en bankieren. Er 11 Civic knowledge, attitudes, and engagement among lower-secondary students in 24 European countries, Kerr, D., Sturman, L., Schulz, W. & Burge, B., 2010, ICCS 2009 European Report, Amsterdam, International Association for the Evaluation of Educational Achievement. 12 Vakoverschrijdende eindtermen in het onderwijs: een onderzoek naar de relevantie en de haalbaarheid van de vakoverschrijdende eindtermen in het onderwijs, Elchardus, M., Op de Beeck, S. Duquet, F. & Roggemans, L., 2008, Brussel, Vrije Universiteit Brussel (VUB). 13 Stapsgewijs ingevoerd vanaf schooljaar door het Besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 2000 tot vaststelling van de eindtermen van de tweede en de derde graad van het gewoon secundair onderwijs. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 5

6 zijn 2 pakketten. Pakket 1 leert de leerlingen gebruik maken van de belangrijkste bankdiensten en documenten. Maar ook kunnen bankverrichtingen uitvoeren, de meest courante bankdiensten vergelijken en omgaan met vreemde valuta. Pakket 2 leert hen Pcbanking gebruiken. Met pakket 2 moeten leerlingen zich ook informeren over de courante vormen van sparen en beleggen en voordelen, nadelen en gevaren van bepaalde vormen van sparen en beleggen kunnen illustreren. Volgens de eindtermen van het BSO moeten leerlingen kunnen een gezinsbudget opmaken er reflecteren over het beheer ervan. Ook voor deze eindterm bestaan 2 pakketten. Pakket 1 houdt in dat de leerlingen een analyse van een gezinsbudget moeten kunnen maken en een overzicht bijhouden van inkomsten en uitgaven. Voorts moeten zij kunnen prioriteiten vastleggen, een bestedingsplan opstellen en keuzes maken en die keuzes bijsturen. De leerlingen moeten op de hoogte zijn van de risico s en kosten van verschillende kredietvormen. Met pakket 2 moeten de leerlingen zich informeren over de kosten, de voor- en nadelen van verschillende kredietvormen: bankkaart, betaalkaart, kaarten van warenhuizen en leningen. Zij moeten zich ook informeren over de risico s en kosten van krediet: te veel lenen, borg staan en gratis lenen. Ook moeten zij weten waar hulp en begeleiding te vinden bij geldproblemen. Tot slot moeten zij met pakket 2 het belang en de relativiteit van het afsluiten van verzekeringen illustreren. De PAV-pakketten bieden een mogelijke organisatievorm voor Project Algemene Vakken in de derde graad van het Beroeps Secundair Onderwijs. Ze zijn bedoeld als service. Dat wil zeggen dat ermee werken, gebeurt op vrijwillige basis. Nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor secundair onderwijs sinds 2010 In 1997 werden in het Vlaamse secundair onderwijs voor het eerst vakoverschrijdende eindtermen (VOET) ingevoerd. Eindtermen beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen en welke houdingen van hen worden verwacht. Daarmee wilde het Vlaams Parlement een soort vangnet creëren voor waardevolle en maatschappelijk relevante inhouden die onvoldoende terug te vinden zijn in de vakken. Van scholen wordt verwacht dat ze inspanningen leveren om de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen na te streven (inspanningsverplichting). De eindtermen voor de vakken moeten daarentegen door scholen bereikt worden (resultaatsverbintenis). Het Masterplan, dat de Vlaamse regering recent goedkeurde voor de hervorming van het Secundair Onderwijs voorziet dat de eindtermen en vakoverschrijdende eindtermen worden ondergebracht in competenties. Per graad zal op basis van de Europese sleutelcompetenties een set sleutelcompetenties vastgelegd worden die door iedereen te behalen zijn. Economische en financiële kennis is één van die sleutelcompetenties. De leerplanmakers zullen beslissen welke competenties in welke vakken of vakkenclusters moeten behaald worden. Vanaf 1 september 2010 gelden al nieuwe geactualiseerde vakoverschrijdende eindtermen. Die werden gelanceerd onder de naam VOET@ Context 6 1 van de 7 contexten van de nieuwe VOETEN Socio-economische samenleving bevat één vakoverschrijdende eindterm die kadert in de financiële opvoeding van leerlingen in het secundair onderwijs: De leerlingen kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren. De eindtermen in context 6 zijn niet bedoeld om de economie als wetenschap te bestuderen. Ze zijn wel bedoeld om jongeren vertrouwd te maken met essentiële socio-economische verschijnselen en mechanismen die een rol spelen bij hun maatschappelijke participatie en zelfontplooiing. Het gaat hierbij om thema s als: de rol van de overheid, ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties; arbeid, economische activiteiten, goederen en diensten; kennis van armoede: kenmerken, oorzaken en gevolgen; aspecten van consumenteneducatie en aandacht voor de rechten en plichten van de consument; budgetbeheer in het kader van consumentengedrag, zelfredzaamheid en weerbaarheid. 14 VOET@2010. Nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs, 2009, Brussel, Vlaamse overheid, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV). Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 6

7 Deze eindtermen handelen over de dynamiek in een socio-economische samenleving die veroorzaakt wordt door een permanente wisselwerking tussen economische en sociale mechanismen, zowel lokaal als internationaal. Opinievorming en persoonlijk engagement zijn hierbij belangrijke leerdoelen voor jongeren. In de gemeenschappelijke stammen van de nieuwe VOETEN vinden we onder de stam Kritisch denken de leerlingen zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken. Dit kritische denken in de vorm van onderscheidingsvermogen is noodzakelijk om in het latere dagelijkse leven ook financiële keuzes te maken. Onder de stam Zelfredzaamheid vinden we de leerlingen maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken. Die vaardigheid kan de leerlingen in hun latere dagelijkse leven helpen om hun weg te vinden als zij vragen hebben over financiële kwesties. In de praktijk wordt de link met financiële vaardigheden echter te weinig gelegd. Torenhoge achterstallige schuldenberg Sommige gezinnen kunnen hun gezinsbudget slecht of niet in evenwicht houden. Dat is niet altijd, maar toch vaak het gevolg van het gebrek aan financiële kennis. Nooit zaten er méér gezinnen in financiële problemen en was de achterstallige schuldenberg zo hoog. Nooit was het aantal wanbetalers in ons land zo groot. Nooit was de achterstallige schuldenberg van de Belgische wanbetalers zo hoog. Almaar meer Belgen geraken in financiële problemen zodat ze hun kredieten niet meer tijdig kunnen afbetalen. Vanaf half 2003 kent ons land een positieve risicocentrale waarin alle lopende contracten zijn opgenomen van consumentenkredieten en hypothecaire kredieten afgesloten door natuurlijke personen, ongeacht of het krediet correct wordt afbetaald of niet. Vroeger bestond een negatieve risicocentrale waarin alleen achterstallige kredieten waren opgenomen. De registratie van al deze kredietgegevens heeft tot doel de preventiemiddelen in de strijd tegen de overmatige schuldenlast van particulieren te versterken. Naast alle gegevens over de leningen op afbetaling 15, de verkopen op afbetaling 16 en de hypothecaire kredieten worden ook de kredietopeningen in de centrale opgenomen, aanvankelijk uitsluitend die waarvan de kredietlijn hoger was dan euro en met terugbetalingstermijn van méér dan drie maanden maar sinds 2011 ook die met een kredietlijn lager dan euro en met een terugbetalingstermijn van drie maanden. Uitgavenlijnen van kredietkaarten (bijvoorbeeld Visa) zijn niet opgenomen in deze statistieken omdat dit volgens de wet geen kredietopeningen zijn. Wanbetalingen worden opgenomen in de Centrale voor kredieten aan particulieren als voldaan is aan onderstaande criteria die gelden voor de verschillende kredietvormen: Leningen en verkopen op afbetaling o drie termijnbedragen zijn op hun vervaldag niet of onvolledig betaald, o een vervallen termijnbedrag is gedurende drie maanden niet of onvolledig betaald, o de nog te vervallen termijnbedragen zijn onmiddellijk opeisbaar geworden. Kredietopeningen o een vervallen bedrag aan kapitaal en/of kosten is niet of onvolledig terugbetaald binnen een termijn van drie maanden, o het kapitaal is volledig opeisbaar geworden en het verschuldigde bedrag werd niet of onvolledig terugbetaald, 15 Een lening op afbetaling (vroegere persoonlijke lening) is volgens de Wet op het Consumentenkrediet een kredietovereenkomst die betrekking heeft op een som geld of een ander betaalmiddel (en niet op een goed of dienst) waarvan het kredietbedrag wordt terugbetaald door middel van periodieke stortingen die meestal vastliggen. De kredietnemer moet bij een lening op afbetaling in principe geen verantwoording afleggen van de manier waarop hij of zij het kredietbedrag besteedt. 16 Een verkoop op afbetaling (vroegere financiering) is volgens de Wet op het Consumentenkrediet een kredietovereenkomst waarbij, ongeacht de hoedanigheid of vorm, de aankoop van roerende lichamelijke goederen (bijvoorbeeld een auto) of een dienstverlening wordt beoogd, verkocht door de kredietgever of kredietbemiddelaar, en waarvan het bedrag door periodieke stortingen wordt afbetaald. De kredietnemer moet het kredietbedrag verantwoorden aan de hand van een aankoopfactuur. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 7

8 o het totaal terug te betalen bedrag wordt niet terugbetaald binnen de maand na het verstrijken van de nulstellingstermijn. Hypothecaire kredieten o een verschuldigd bedrag is niet of onvolledig betaald binnen drie maanden na de vervaldag, o een verschuldigd bedrag is niet of onvolledig betaald binnen één maand na de ingebrekestelling via een aangetekend schrijven. De gegevens van de kredieten zonder wanbetaling worden bijgehouden tot 3 maanden en 8 werkdagen na de einddatum van de kredietovereenkomst. Niet-geregulariseerde achterstallige kredieten worden 10 jaar bijgehouden vanaf de datum van de eerste registratie van wanbetaling. Achterstallige kredieten worden geschrapt in principe 1 jaar na de datum van regularisatie. Deze termijn mag in geen enkel geval leiden tot een overschrijding van de bewaartermijn van 10 jaar die berekend wordt vanaf de datum van de eerste registratie van de wanbetaling. Vanaf 2 maanden achterstand wordt het volledige kredietbedrag opeisbaar en verhoogt het achterstallige bedrag met het resterende kredietsaldo. De studiedienst van de Gezinsbond onderzocht de cijfers 17 van wanbetalers en achterstallige kredieten en stelde vast dat de situatie sterk verslechtert door de financieeleconomische crisis die ontstond in de nasleep van het faillissement van het Amerikaanse Lehman Brothers op 15 september Onderstaande tabellen geven een duidelijk overzicht van de evolutie van de cijfers van de Centrale voor kredieten aan particulieren voor België tussen augustus 2008 en augustus Tabel 1: aantal kredietnemers met minstens 1 niet geregulariseerd achterstallig krediet AUG/2008 AUG/2013 Evolutie Leningen op afbetaling ,97% Verkoop op afbetaling ,66% Kredietopening ,44% Hypothecair krediet ,69% TOTAAL ,86% Tabel 1 leert ons dat het aantal kredietnemers met minstens één niet-geregulariseerde achterstallig krediet sinds het ontstaan van de crisis met bijna een kwart (+ 21,86 %) steeg tot Bijna een half miljoen Belgen heeft momenteel minstens één achterstallig krediet. We merken dat vooral kredietnemers met kredietopeningen meer in de problemen geraken. Hun aantal nam toe met meer dan een derde (+ 36,44 %). Verontrustend is ook dat kredietnemers almaar meer in de problemen geraken met hun woonkredieten. Zij vertegenwoordigen minder dan 10 % van alle wanbetalers, maar hun aantal neemt wel toe met bijna een vijfde (+ 17,69 %). Het aantal wanbetalers dat in de problemen geraakt met leningen op afbetaling neemt toe met 15,97 %. Het aantal kredietnemers dat een verkoop op afbetaling niet meer kan afbetalen neemt lichtjes af met 2,66 %. De cijfers van het aantal kredietnemers met minstens één nietgeregulariseerd achterstallig krediet bevatten uiteraard kredietnemers die achterstallen hebben in meerdere kredietvormen. Het aantal unieke kredietnemers met nietgeregulariseerde achterstallige kredieten steeg sinds de start van de crisis met bijna een vijfde (+ 19,19 %) van in 2008 tot in We merken tevens op dat het aandeel van de kredietnemers met achterstallige kredietopeningen de afgelopen vijf jaar spectaculair is toegenomen van 38,00 % tot 42,54 %. Dat verontrust ons omdat deze kredieten duur zijn en permanent opneembaar blijven, zodat de schuld nooit echt wordt afgelost. 17 Cijfers van de Centrale voor kredieten aan particulieren op de website van de Nationale Bank van België: Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 8

9 Tabel 2: aantal niet geregulariseerde achterstallige kredieten AUG/2008 AUG/2013 Evolutie (in %) Leningen op afbetaling ,07 Verkoop op afbetaling ,43 Kredietopening ,72 Hypothecair krediet ,06 TOTAAL ,74 Tabel 2l leert ons dat het aantal achterstallige kredieten die nog niet werden geregulariseerd tussen 2008 en 2013 met een vijfde (20,74 %) steeg tot We stellen vooral een belangrijke stijging vast van achterstallige kredietopeningen, die met meer dan een derde (+ 35,72 %) toenemen en van achterstallige woonkredieten, die met meer dan een kwart (+ 28,06 %) toenemen. Het aantal achterstallige leningen en verkopen op afbetaling neemt aanzienlijk minder toe (+ 6,07 % en + 3,43 %). We merken tevens op dat het aandeel van de achterstallige kredietopeningen in het totaal de afgelopen 5 jaar is toegenomen van 46,04 % tot 51,75 %. Tabel 3: totaal bedrag aan niet geregulariseerde achterstallige kredieten (in euro) AUG/2008 AUG/2013 Evolutie Leningen op afbetaling ,09% Verkoop op afbetaling ,18% Kredietopening ,53% Hypothecair krediet ,07% TOTAAL ,55% Tabel 3 leert ons dat het totaal uitstaande bedrag van de achterstallige kredieten, dat nog niet geregulariseerd is sinds de start van de crisis fors toenam met 62,55 % tot 2,89 miljard euro. Verontrustend is dat het bedrag aan achterstallige woonkredieten spectaculair toenam en meer dan verdubbelde (+ 117,07 %) tijdens de afgelopen 5 jaar. Deze forse stijging is deels te verklaren door de toename van het aantal woonkredieten met bijna 22 % (zie hieronder) en door het almaar hogere gemiddelde kredietbedrag waardoor ook het uitstaande bedrag aan hypothecaire kredieten toeneemt. Een andere veronderstelling is dat wanbetalers van woonkredieten steeds vroeger in de problemen geraken, m.a.w. tijdens de beginjaren van het woonkrediet wanneer het openstaande saldo nog vrij hoog ligt. In de periode 2000 en 2010 steeg het bedrag van de uitstaande hypothecaire kredieten maar liefst met 130,6 % 18 tot 161,7 miljard euro. Het is vooral vanaf 2005 dat de uitstaande bedragen aan woonkredieten aanzienlijk toenemen. In dezelfde tienjarige periode steeg het uitstaande bedrag aan consumentenkredieten slechts met 59,0 % tot 20,3 miljard euro. Ondanks de spectaculaire stijging van het bedrag aan achterstallige woonkredieten, vertegenwoordigen deze achterstallen toch maar slechts 0,67 % van het totaal uitstaande bedrag aan woonkredieten. Bij de consumentenkredieten vertegenwoordigde het achterstallige bedrag in 2010 echter al 6,42 % van het totaal uitstaande bedrag aan consumptiekredieten. Het bedrag van de achterstallige kredietopeningen nam de afgelopen vijf jaar eveneens fors toe met meer dan de helft (+ 53,53 %). Het bedrag van de achterstallige leningen op afbetaling steeg ook met meer dan een derde (+ 38,09 %). We merken tevens op dat het aandeel van het achterstallige bedrag van woonkredieten in het totaal de afgelopen 5 jaar is toegenomen van 29,21 % tot 39,01 %. Het aandeel van het achterstallige bedrag van kredietopeningen stabiliseerde in dezelfde periode rond de 16 à 17 %. Het toenemende aantal wanbetalers en achterstallige kredieten is deels te verklaren door een belangrijke toename van het aantal kredietnemers en door de stijging van het aantal kredieten, zoals blijkt uit onderstaande tabellen. 18 Bron: Powerpointpresentatie Marktevolutie inzake hypothecair krediet en consumentenkrediet van Frans Meel van de Beroepsvereniging van het krediet (BVK) op 18 oktober Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 9

10 Tabel 4: aantal kredietnemers AUG/2008 AUG/2013 Evolutie (in %) Leningen op afbetaling ,28 Verkoop op afbetaling ,40 Kredietopening ,36 Hypothecair krediet ,97 TOTAAL ,46 Tabel 4 leert ons dat het aantal kredietnemers sinds de start van de crisis steeg met een derde (+ 33,46%) tot Het aantal kredietnemers met een kredietopening steeg spectaculair met 88,36%. Deze toename is uiteraard grotendeels het gevolg van de bijkomende opname vanaf 2011 in de Centrale voor kredieten aan particulieren van alle kredietopeningen van minder dan euro en die terugbetaalbaar zijn binnen een termijn van 3 maanden. Het valt op dat het aantal kredietnemers met een woonlening amper met 6,97 % is toegenomen. Tabel 5: aantal kredieten AUG/2008 AUG/2013 Evolutie Leningen op afbetaling ,39% Verkoop op afbetaling ,21% Kredietopening ,47% Hypothecair krediet ,87% TOTAAL ,76% Tabel 5 leert ons dat het aantal uitstaande kredieten de afgelopen 5 jaar met 46,76 % is toegenomen tot Vooral de spectaculaire toename van het aantal kredietopeningen met 84,47 % valt op. Dat is zoals we al eerder toelichtten grotendeels het gevolg van de registratie in de centrale voor kredieten aan particulieren vanaf 2011 van alle kredietopeningen van minder dan euro en die terugbetaalbaar zijn binnen een termijn van 3 maanden. Het aantal woonkredieten is de afgelopen vijf jaar bijna met een kwart (+ 22,87 %) toegenomen. Werknemers met loonbeslag met helft gestegen sinds 2008 Uit het antwoord van federaal minister van Financiën, Koen Geens op een schriftelijke parlementaire vraag van Kamerlid Luk Van Biesen (Open VLD) blijkt dat in ons land in 2012 maar liefst werknemers werden geconfronteerd met loonbeslag in één of andere vorm. Ruim 80 % van deze beslagleggingen gaan uit van de fiscus. Andere oorzaken zijn achterstallige onderhoudsbijdragen en kredietachterstallen. Uit cijfers van het HR-dienstenkantoor SD Worx, op basis van een steekproef bij werknemers is het aantal loonbeslagen sinds het uitbreken van de crisis in 2008 met ruim de helft toegenomen. Loonbeslag treft vooral arbeiders en in mindere mate bedienden. Ook mannen hebben meer loonbeslag dan vrouwen. Record aantal Belgen in collectieve schuldbemiddeling Uit cijfers van de Centrale voor kredieten aan particulieren blijkt dat het aantal kredietnemers in collectieve schuldregeling sinds de start van de crisis half 2008 met méér dan 40 % (+ 40,31 %) gestegen is van tot , een nooit eerder gezien hoogtepunt. In 2008 kwamen er maandelijks gemiddeld dossiers per maand bij. Vandaag komen er al maandelijks gemiddeld dossier bij, een nieuw record. Het aantal nieuwe dossiers schuldbemiddeling piekte met in de maart Dit cijfer telt uiteraard een belangrijk aantal dubbeltellingen omdat één kredietnemer meerdere kredieten kan afsluiten. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 10

11 Record aantal Vlaamse gezinnen in overmatige schuldenlast Eind 2012 boden de erkende instellingen voor schuldbemiddeling in Vlaanderen aan ongeveer gezinnen budget- en schuldhulpverlening. Dat betekent dat minstens 2 % van de Vlaamse gezinnen zich in een uitzichtloze schuldpositie bevindt. De schulden van deze gezinnen beperken zich al lang niet meer uitsluitend tot kredietschulden bij banken en kredietmaatschappijen. De schuldenberg breidt zich almaar meer uit naar schulden voor noodzakelijke basisbehoeften zoals: energie en andere nutsvoorzieningen (+/- 50 %) gezondheid (36 %) telecom (29 %) huur (ruim 25 %) Daarnaast hebben vele gezinnen in schuldbemiddeling bovendien nog achterstallige kredietschulden bij banken en kredietmaatschappijen. De meest kwetsbare gezinnen zijn: huurders werklozen mensen in de leeftijdscategorieën: jaar en jaar alleenwonenden eenoudergezinnen Er zijn tal van oorzaken om in overmatige schuldenlast te geraken. Het getuigt van bijzondere kortzichtigheid om mensen met zware schuldproblemen met de vinger te wijzen onder de slogan eigen schuld, dikke bult. Volgens het Vlaams Centrum Schuldenlast 21 zijn de voornaamste oorzaken van schuldproblemen: gebrek aan administratieve vaardigheden, en dus ook gebrek aan financiële kennis, een onregelmatig of té laag inkomen én ziekte. Overmatige schuldenlast kan dus werkelijk iedereen overkomen. De schuldenproblematiek in onze complexe samenleving kan verschillende oorzaken hebben: inkomen, bestedingspatroon en vaardigheden. We kunnen de schulden in 5 categorieën 22 indelen: overlevingsschulden gemaakt om letterlijk te overleven en te voldoen aan hun basisbehoeften, vooral bij mensen in situaties van bestaansonzekerheid en armoede, overbestedingsschulden gemaakt door mensen met een behoorlijk leefbaar inkomen, maar die méér consumeren dan hun inkomen, aanpassingsschulden gemaakt n.a.v. een onverwachte situatie (o.a. ziekte, werkloosheid en scheiding) waardoor mensen zich moeten aanpassen met financiële problemen als gevolg, compensatieschulden gemaakt door mensen om zichzelf te troosten met aankopen op momenten dat zij zich emotioneel niet goed voelen, wat soms kan leiden tot verslavingen aan gokken, alcohol of drugs. afgeleide schulden voortkomend uit borgstelling voor derden. Het Vlaams Centrum Schuldenlast wijst er op dat de huidige consumptiemaatschappij uitdagingen met zich meebrengt met neveneffecten waar bepaalde groepen mensen niet zijn tegen opgewassen. Volgens het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de VerbruikersOrganisaties 23 (OIVO) wordt het leven almaar duurder en daalt de koopkracht waardoor gezinnen met een bescheiden inkomen enorm worden benadeeld. Enerzijds door een gebrek aan middelen, anderzijds door een gebrek aan informatie en vorming om het (commercieel) aanbod te begrijpen en te ontcijferen. Een ruime groep gezinnen kent 20 Bron: Vlaams Centrum Schuldenlast 21 Bron: Basisnota schuldpreventie van het Vlaams Centrum Schuldenlast, 2011, Brussel. 22 De Greef, M.H.G., Het oplossen van problematische schulden. Een analyse van de invloed van hulpverlening, interorganisationele samenwerking en huishoudkenmerken op de effectiviteit van de schuldenregeling, 1992, Groningen. 23 De consumptie van gezinnen met een bescheiden inkomen, OIVO, 2008, Brussel. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 11

12 onvoldoende de rechten van een consument, de regels waar verkopers zich aan moeten houden en de verplichtingen die voortvloeien uit een overeenkomst of abonnement. OIVO klaagt al lang aan dat de leesbaarheid van tal van (financiële) documenten vaak te wensen over laat. Ook bepleit dit onderzoeks- en informatiecentrum dat bepaalde misleidende en/of agressieve verkooptechnieken en reclames aan banden moeten gelegd worden. Almaar meer jongeren met schuldproblemen De laatste jaren groeit ook de groep jongeren in schulden. Recente cijfers tonen aan dat minstens Belgische jongeren tussen 20 en 35 jaar problemen hebben om hun schulden die vaak oplopen tot euro terug te betalen. Een onderzoek bij Nederlandse incassobureaus toont aan dat ruim jongeren tussen 18 en 25 jaar hun schulden niet kunnen terugbetalen. Vaak het gevolg van te gemakkelijke en vlotte kredieten voor een laptop, een dure smartphone of een citytrip. Jongeren leven dikwijls in het hier en nu en nemen financiële beslissingen op korte termijn. Nog méér gezinnen in financiële moeilijkheden Bovenstaande cijfers over de schuldenproblematiek tonen slechts het topje van de ijsberg. Niet alle schuldproblemen zijn geregistreerd. Er zijn nog talloze gezinnen met torenhoge schulden, die zich noodzakelijke uitgaven ontzeggen om hun schulden af te betalen. Een betere financiële geletterdheid moet voorkomen dat nog meer gezinnen in financiële nood geraken. Gezinnen nemen te veel onverantwoorde risico s met hun spaargeld Door de historisch lage rente is de verleiding voor spaarders groot om een deel van hun spaargeld te beleggen in risicovolle(re) producten zoals aandelen en fondsen. Spaarders worden gedreven door een zekere vorm van hebzucht. Ze zijn niet meer tevreden met de uiterst lage rente op veilige vastrentende producten. Maar ook banken en verzekeringsmaatschappijen moedigen dat risico extra aan via een verloningssysteem - variabel (commissie)loon, bonussen of incentives zoals exotische reizen. Het probleem is dat de te realiseren objectieven worden opgesteld per product, ook voor die met hogere risico s. Om hun objectieven te realiseren en de daaraan gekoppelde voordelen binnen te rijven, worden bank- en verzekeringsmedewerkers bijna verplicht om ook risicovolle producten te slijten bij hun klanten. Dit verloningssysteem op basis van producten komt minder voor bij verzekeraars dan bij banken. Wel kent de verzekeringssector hogere basiscommissies toe aan risicovollere producten, omdat die meer en langere uitleg vereisen. In ieder geval leiden de bestaande verloningssystemen tot meer risico in de beleggingsportefeuille van de klanten. Gezinnen zijn zich vaak onvoldoende bewust van de extra risico s van die producten en nemen te vaak door hun eigen hebzucht én op aandringen van bankiers en verzekeraars onverantwoorde risico s met hun spaargeld. Verloningssystemen mogen gezinnen nooit aanmoedigen om te veel risico te nemen met hun spaargeld. In ieder geval mogen de eigen belangen van de banken en verzekeraars niet primeren op die van de klanten. Het risicoprofiel en de reële behoeften van de klant moeten op de eerste plaats staan. Bescherming tegoeden van minderjarigen Zolang kinderen minderjarig en niet ontvoogd zijn, vallen ze onder het ouderlijk gezag van hun ouders. Tot de leeftijd van 18 jaar moeten de ouders de goederen van hun kind(eren) beheren. Op de 18 de verjaardag moeten de ouders zich echter volgens artikel 379 BW verantwoorden voor de wijze waarop ze de goederen van hun kind hebben beheerd. Ouders hebben een vergaand beschikkingsrecht over de goederen van hun kind(eren). Sinds 1 augustus 2001 heeft de wetgever met de nieuwe wet op de Voogdij toch een aantal beschermingsmechanismes ingebouwd. Artikel 378 BW breidt de situaties uit waarin de ouders zich moeten laten machtigen door een vrederechter om bepaalde handelingen te verrichten, o.a. de goederen van de minderjarige, met uitzondering van de vruchten en de onbruikbare voorwerpen, te vervreemden. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 12

13 Meerderjarigheid op 18 jaar Jongeren worden meerderjarig op hun 18 de verjaardag en kunnen vanaf die dag rechtsgeldig contracten afsluiten én al hun tegoeden volledig autonoom beheren, ook de tegoeden die tijdens hun minderjarigheid opgebouwd en beheerd werden door hun ouders. De wetgeving ter bescherming van de tegoeden van minderjarigen is vooral geschreven met het oog op conflictsituaties tussen ouders en kinderen. Hoewel de meeste van de in artikel 378 BW opgesomde rechtshandelingen niet echt courant zijn, heeft deze goedbedoelde bescherming van de tegoeden van de minderjarigen perverse gevolgen voor de ouders in het beheer van de spaargelden die zij zelf opzij zetten voor hun kinderen. De wetgeving maakt immers geen onderscheid tussen de persoonlijke tegoeden van de minderjarigen en de spaarcenten die de ouders voor hun kinderen opzij zetten. Op het ogenblik dat ouders een bedrag overschrijven op een spaarrekening op naam van een minderjarige heeft deze schenking onmiddellijk effect. Vanaf die dag behoort het overgeschreven bedrag onherroepelijk tot het vermogen van de minderjarige. Ouders beseffen dat te weinig en zijn vaak verrast als hun kind op zijn of haar 18 de verjaardag het volledig beheer en genot over deze spaartegoeden krijgt. Ouders die met hun eigen vermogen belangrijke spaartegoeden opbouwen voor hun kinderen, vrezen dat hun kinderen op 18 jaar nog te jong zijn en te onervaren om verstandig om te springen met belangrijke spaartegoeden. Vanaf de meerderjarigheid moeten ouders zelfs een volmacht aan hun kind vragen om deze spaargelden eventueel verder te kunnen beheren. In de perceptie van de ouders gebeurt de overdracht van de spaarcenten die zij voor hun kinderen opzij zetten, slechts op het moment dat de gebeurtenis waarvoor zij sparen zich voordoet: bijvoorbeeld het ogenblik waarop de jongere het ouderlijk dak verlaat om zelfstandig te gaan wonen, huwelijk of samenwonen, de aankoop van een eigen woning of een andere grote investering. Ook jongeren voelen zich vaak op 18- jarige leeftijd nog zelf te onzeker en onvoldoende voorbereid om belangrijke spaartegoeden zelfstandig te beheren. Beperkte keuze beleggingsproducten Naast het moment van overdracht zijn er nog wettelijke bepalingen die de sparende ouders beperken in het beheer van de spaartegoeden van hun kinderen. Ouders mogen immers de spaartegoeden van hun kinderen niet risicovol beleggen in individuele aandelen of aandelenfondsen. Het risicoprofiel volgens de MIFID regelgeving van minderjarigen is meestal laag of defensief. Zo n risicoprofiel laat geen risicovolle beleggingen toe, maar beperkt de mogelijkheden tot cash en vastrentende producten. Deze beperking zet een domper op het mogelijke rendement van het spaargeld dat ouders voor hun kinderen opzij zetten. Het is begrijpelijk dat de wetgever de tegoeden van minderjarigen optimaal wil beschermen, maar ouders zijn nu eenmaal niet verplicht om voor hun kinderen te sparen. Zij begrijpen dan ook niet waarom de spaarcenten die zij zelf voor hun kinderen opzij zetten onderhevig zijn aan dergelijke strenge wetgeving. Noodoplossing Om de strenge wetgeving voor de bescherming van de tegoeden van minderjarigen te omzeilen, sparen ouders vaak niet op naam van hun kinderen, maar op eigen naam. Op die manier kunnen ze zelf de overhandigingsdatum van de spaartegoeden uitstellen en kunnen zij het gespaarde geld naar eigen goeddunken beleggen in die producten waarvan zij een hoog rendement verwachten. Het nadeel van deze strategie is wel dat de kinderen niet zeker zijn dat ze de voor hen opzijgezette spaarcenten ooit krijgen. Omdat de tegoeden op naam van de ouder(s) staan, kunnen deze op ieder moment beslissen om het gespaarde geld niet aan hun kinderen te geven, maar zelf te consumeren. Het is en blijft tenslotte hun eigen spaargeld. De intentie om de spaargelden ooit aan de kinderen te overhandigen kan wettelijk niet afgedwongen worden. Bovendien vallen deze spaartegoeden als één van de ouders overlijdt in de nalatenschap zodat de kinderen of hun overlevende ouder daarop successierechten moeten betalen. Er is dus duidelijk nood aan degelijke en sluitende oplossingen. Resultaten bevraging Gezinsbond Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 13

14 De studiedienst van de Gezinsbond organiseerde in de maand mei 2013 een bevraging bij gezinnen over financiële geletterdheid en computervaardigheden. Een beknopte vragenlijst (zie bijlage 4) werd voorgelegd aan 89 respondenten. Dat gebeurde op verschillende manieren. De vragenlijst werd samen met het artikel Gebrek aan financiële kennis slecht voor portemonnee gepubliceerd in de veertiendaagse gezinskrant De Bond van 17 mei 2013 met een oproep aan onze leden-gezinnen om hun ervaringen rond financiële kennis en computervaardigheden per mail of telefonisch te bezorgen. De vragenlijst werd ook verspreid onder het personeel van de Gezinsbond. Tot slot nam de studiedienst van de Gezinsbond straatinterviews af met de vragenlijst als leidraad. Deze straatinterviews vonden plaats op volgende evenementen: wekelijkse markt in Ternat op 9 mei 2013 (15) wekelijkse markt in Borgerhout/Deurne-Zuid op 15 mei 2013 (17) evenement Speelstraat in Neder-Over-Heembeek op 15 mei 2013 (10) evenement Mechelen speelstad in Mechelen op 19 mei 2013 (20) Beschikbare financiële info onvoldoende toegankelijk en begrijpbaar? De consument gaat meestal niet zelf op zoek naar financiële info, vooral niet zij die er het meest nood aan hebben omdat ze zich bijvoorbeeld in een kwetsbare situatie bevinden of een overmatige schuldenlast hebben. Het FSMA besluit dat er voldoende financiële informatie beschikbaar is, maar dat die het brede publiek niet of onvoldoende bereikt en ook vaak onbegrepen blijft. Uitgangspunten Europese Commissie en OESO De Europese Commissie vertrekt in haar mededeling 24 vanuit acht uitgangspunten geformuleerd die nuttig kunnen zijn bij de uitbouw van financiële educatieprogramma s. 1. financiële educatie moet doorlopend beschikbaar zijn en actief worden bevorderd voor alle levensfasen; 2. financiële educatieprogramma's moeten zorgvuldig worden afgestemd op de specifieke behoeften van burgers en er moet tijdig en gemakkelijk beroep op deze programma's kunnen worden gedaan; 3. de consumenten moeten zo vroeg mogelijk economische en financiële educatie krijgen, om te beginnen op school, en deze educatie zou bij voorkeur in de algemene lesprogramma's van scholen opgenomen moeten worden; 4. financiële educatieprogramma's moeten algemene hulpmiddelen bevatten die mensen bewust maken van de noodzaak om beter geïnformeerd te zijn over financiële zaken en risico's; 5. financiële educatieprogramma's van aanbieders van financiële diensten moeten eerlijk, transparant en objectief zijn. De belangen van de consument moeten steeds in het oog worden gehouden; 6. trainers in financiële educatie moeten de middelen en de opleiding krijgen die zij nodig hebben; 7. de nationale coördinatie tussen belanghebbenden moet worden bevorderd en de internationale samenwerking tussen de aanbieders van financiële educatie moet worden geïntensiveerd om de uitwisseling van beste praktijken makkelijker te maken; 8. de financiële educatieprogramma's dienen regelmatig geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd te worden. De Gezinsbond is het volkomen eens met de acht uitgangspunten van de Europese Commissie en is van mening dat dit de fundamenten zijn van een degelijk uitgebouwd plan om de financiële geletterdheid van gezinnen te verbeteren. 24 Mededeling Financiële educatie van de Europese Commissie van 18 december 2007 met referentie COM(2007) 808 definitief. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 14

15 Een meersporenbeleid aangepast aan sleutelmomenten in levensloop Inzake financiële geletterdheid wil de Gezinsbond een meersporenbeleid volgen. Enerzijds zijn er gezinnen die geen of weinig geld hebben en die het erg moeilijk hebben om rond te komen. Anderzijds zijn er gezinnen die wel voldoende inkomen hebben en zelfs een deel van hun inkomen kunnen sparen. Beide gezinnen hebben nood aan financiële geletterdheid, maar elk op een andere manier. In eerste instantie moeten gezinnen op een verstandige wijze kunnen omgaan met hun beperkt gezinsbudget. Gezinnen in een precaire situatie hebben vooral hulp nodig in budgetbeheer om hun gezinsbudget beter en doeltreffender te leren beheren. Zij hebben tevens nood aan elementaire financiële kennis om niet in de valkuilen van al te gemakkelijke kredietverlening te trappen. Gezinnen die voldoende inkomen hebben om een deel van hun gezinsbudget te sparen hebben recht op specifieke financiële kennis en hulp om de risico s van spaarvormen en beleggingen te detecteren, evalueren en er mee kunnen omgaan zodat ze geen onverantwoorde risico s nemen met hun spaargeld. De nood aan specifieke financiële kennis is ontegensprekelijk afhankelijk van de levensfase waarin mensen zich bevinden. Belangrijke transitiemomenten zijn: het eerste zakgeld, afstuderen en de eerste job, zelfstandig wonen, kinderen krijgen, de aankoop van de gezinswoning, erven, op pensioenstelling en de eigen vermogensoverdracht naar de volgende generatie. Vrijwel alle gezinnen doorlopen deze traditionele levensloop. Onderweg kunnen gezinnen echter nog geconfronteerd worden met tegenslagen: verlies van werk, ziekte of ongeval, (echt)scheiding, vroegtijdig overlijden van de partner Daarnaast staan gezinnen in de loop van hun leven af en toe voor een grote aankoop of grote uitgaven: gezinswagen, tweede wagen, studies van kind(eren), huwelijk van kind(eren), kinderen die hun ouders aankloppen voor financiële hulp om te bouwen of een gezinwoning te kopen of omdat ze in de financiële problemen geraken. Tot slot leven we in een permanent wijzigende samenleving, waarin de markten en marktvoorwaarden voortdurend veranderen. Zo stijgen en dalen de rentevoeten van woonkredieten regelmatig waardoor het voor gezinnen met een woonkrediet op een bepaald moment zinvol is om de rente van hun lopend krediet aan te laten passen. Op dat moment hebben die gezinnen ook nood aan specifieke financiële geletterdheid. Bij grote aankopen, maar ook bij minder belangrijke aankopen, moeten gezinnen de juiste keuzes kunnen maken. Dat betekent dat ze voldoende financieel geletterd moeten zijn om de financiële gevolgen van hun keuze moeten kunnen inschatten en een goed zicht moeten hebben van de kosten die er onvermijdelijk aan gekoppeld zijn. Ook juridische geletterdheid is vaak noodzakelijk om op voorhand de juridische gevolgen van keuzes in te schatten. Financiële geletterdheid is vaak sterk gelieerd aan computervaardigheden. Onze samenleving evolueert met rassé schreden naar een digitale wereld waarin mensen almaar meer zelf moeten doen en (bijna) alle informatie te vinden is op internet. De financiële wereld is al jaren die digitale weg ingeslagen. Banken bouwen hun loketten af en sturen hun klanten massaal naar de geldautomaat. Almaar meer bankagentschappen worden uitgerust met geldloze loketten. Zelfs grote geldsommen moeten klanten vandaag al uit de muur halen. Banken verplichten hun klanten om al hun verrichtingen online uit te voeren. Criminelen verleggen hun terrein ook naar de digitale wegen. Via phishing mails vissen ze naar gebruiksnamen en paswoorden. Mensen die niet computervaardig zijn, worden doorverwezen naar postkantoren, waar het nog geen probleem is om aan het loket geld te verhandelen. Deze digitalisering vinden we ook sterk terug bij de overheid. Wie zijn belastingaangifte online indient, krijgt drie week langer de tijd. Bovendien verzekert de fiscus dat wie Taxon-web gebruikt, zijn belastingaanslag sneller in de brievenbus krijgt en dus ook zijn belastingteruggave sneller op zijn rekening ziet verschijnen. Bovendien wordt de fiscaliteit en meer bepaald de regelgeving van de personenbelastingen dermate complex dat financieel weinig geletterde mensen er niet meer aan uit kunnen. Datzelfde geldt uiteraard voor onze sociale wetgeving. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 15

16 De overheid promoot ook de online aanvraag van premies omdat op die manier formulieren en bijbehorende attesten minder snel verloren gaan. Papieren brochures worden systematisch vervangen door webpagina s. Mensen die zelf hun rechten niet kennen, zetten zelden de stap om premies en tegemoetkomingen online aan te vragen. We overlopen één voor één de belangrijkste sleutelmomenten in de levensloop van gezinnen. Belangrijke transitiemomenten zijn: zakgeld beheren een eerste studentenjob meerderjarigheid en wettelijk bekwaam om eigen tegoeden zelf te beheren, op kot gaan en zelf een minihuishoudbudget beheren, aankoop eerste auto/moto afstuderen en de eerste job met een eigen inkomen, zelfstandig (samen)wonen en het eigen budget beheren kinderen krijgen aankoop van een gezinswoning en zoektocht naar een woonkrediet hogere studies van kinderen woonkrediet volledig afbetaald en meer ruimte om te beleggen erven pensioen, met een belangrijke inkomensval uitbetaling groepsverzekering erfenis nalaten De nood aan specifieke financiële kennis is afhankelijk van de levensfase waarin mensen zich bevinden. Gezinnen hebben in al hun levensfasen recht op de nodige financiële vorming om de noodzakelijke keuzes te maken die het best passen in hun situatie en budget. Daarom formuleren we voor elk sleutelmoment aanbevelingen om de financiële geletterdheid te verbeteren. Onderweg kunnen gezinnen bijkomend geconfronteerd worden met tegenslagen: verlies of verandering van werk; ziekte, ongeval of handicap; scheiding, vroegtijdig overlijden van de partner Ook gezinnen die geconfronteerd worden met tegenslagen moeten ergens terechtkunnen om de nodige financiële kennis te verzamelen om in hun specifieke situatie de beste keuzes te kunnen maken. Daarnaast staan gezinnen in de loop van hun leven af en toe voor een grote aankoop of uitgaven: gezinswagen, tweede wagen, studies kind(eren), huwelijk kind(eren), kinderen financieel bijspringen bij bouwen of kopen van een woning... Bij aankopen moeten gezinnen de juiste keuzes kunnen maken. Daarvoor hebben ze voldoende financiële kennis nodig om de gevolgen van hun keuze in te schatten. Ze moeten dus ook een goed zicht hebben op de kosten die aan de keuze gekoppeld zijn. Ook juridische kennis is vaak noodzakelijk. Bovendien verandert ook de samenleving en de omgeving waarin gezinnen financiële beslissingen nemen voortdurend. Zo stijgen en dalen de rentevoeten van woonkredieten regelmatig waardoor het voor gezinnen op een bepaald moment zinvol kan zijn om de rente van hun lopend woonkrediet aan te passen. De kennis die gezinnen ooit hebben verworven inzake leningen en marktvoorwaarden, gaat echter niet hun hele leven lang mee. Tot slot is onze wetgeving en administratie zo ingewikkeld dat doorsneegezinnen er vaak hun weg niet in vinden. Bovendien moeten consumenten kunnen rekenen op een nog sterkere consumentenbescherming door de overheid vooral in financiële zaken en méér bepaald in kredietverstrekking. Consumenten moeten goed geïnformeerd worden het verschil tussen nuttige en onnuttige kredieten. Ook moeten gezinnen gesensibiliseerd worden over de noodzaak aan een betere financiële geletterdheid. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 16

17 Nood aan meer financiële geletterdheid Verschillende nationale en internationale organisaties benadrukken het belang van een goede financiële geletterdheid en de voordelen op verschillende niveaus. Zo biedt een betere financiële kennis o.a. de kans om meer doordachte keuzes te kunnen maken, die hun vermogen ten goede komen, ongeacht hun leeftijd. Maar de meeste consumenten beschikken over te weinig basiskennis van financiële zaken. Naarmate de financiële producten en diensten complexer worden, neemt ook de nood aan financiële kennis toe. Maar, consumenten staan niet altijd open voor financiële opvoeding, tenzij ze beseffen dat dit voor hen belangrijk is. Financiële geletterdheid is geen privilege voor mensen die gestudeerd hebben. Een universitair diploma is geen garantie dat deze mensen na hun studies beter kunnen omgaan met financiële zaken. Financiële geletterdheid is bovendien niet alleen noodzakelijk om financiële producten en diensten te begrijpen. Wie bijvoorbeeld een goede kennis heeft van beurszaken en beleggen, kan totaal hulpeloos zijn op het vlak van fiscaliteit of sociale zekerheid. Elke materie bevat immers specifieke financiële aspecten die een bijzondere vorming vereisen. De Gezinsbond ondersteunt de aanbevelingen van de Raad Economische en Financiële zaken (Ecofin): financiële opvoeding geven aan burgers, burgers meer bewust maken van het belang van financiële opvoeding in het kader van toekomstige uitdagingen inzake financiën zoals pensioenen, financiering van gezondheidszorg en huisvesting, het nut in overweging nemen om financiële geletterdheid op te nemen in onderwijscurricula, financiële vorming invoeren in alle levensfasen en programma s opstellen op maat van de specifieke noden van alle doelgroepen zodat financiële opvoeding consequent de criteria van transparantie en objectiviteit vervult. Voorstellen van de Gezinsbond Om de financiële geletterdheid van gezinnen te verbeteren is een rol weggelegd voor verschillende actoren: de consument zelf, de ouders, het onderwijs, gezins- en consumentenorganisaties, de overheid, OCMW s, de financiële sector en de FSMA en de media. Al deze actoren hebben vroeg of laat in één of meerdere van de verschillende levensfases een taak te vervullen. Kinderen en jongeren thuis Kinderen wegwijs maken in geldzaken is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de ouders. Het is belangrijk dat ouders hun kinderen goed opvoeden, dus ook op financieel vlak. Kinderen stellen regelmatig aan hun ouders vragen (ook ingewikkelde) over geld. Ouders moeten geldzaken (meer) bespreken binnen het gezin. Nog al te vaak hebben zij schroom om geldzaken samen met hun kinderen te bespreken. Er rust nog altijd een te groot taboe rond centen. Niettemin moeten ouders het eerste aanspreekpunt zijn voor kinderen en jongeren om hen wegwijs te maken in de financiële jungle. Financiële opvoeding is belangrijk en daarin speelt het thuismilieu een even grote rol als het onderwijs. Ouders beginnen best al op jonge leeftijd met hun kinderen financieel op te voeden. Jong geleerd is immers oud gedaan. Financiële opvoeding is belangrijk, en daar speelt het thuismilieu een even grote rol in dan het onderwijs. Dat moet al kunnen op zeer jonge leeftijd. Kinderen krijgen almaar meer de gelegenheid (o.a. internet, mobiel) autonoom aankopen te doen, waardoor ouders niet altijd veel zicht of controle hebben op hun uitgaven. Het is dan ook van cruciaal belang dat zij hun kinderen leren omgaan met een beperkt budget. Ze moeten hen ook wijzen op de gevaren en valkuilen van onze huidige consumptiemaatschappij. Bovendien leven we almaar meer in een wegwerpmaatschappij waarin Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 17

18 defecte toestellen (gsm s, pc s, muziekinstallaties) en meubilair niet meer hersteld worden én oude toestellen te snel vervangen worden nog voor ze versleten zijn. Zakgeld is een onmisbaar instrument om kinderen en jongeren kennis te laten maken met aspecten van het goed beheer van een gezinsbudget. Ouders moeten met hun kinderen duidelijke en goede afspraken maken over de hoogte van het zakgeld en waaraan ze dat bedrag moeten of mogen besteden. Zij moeten hun kinderen ook aanmoedigen om te sparen voor grotere aankopen, die ze niet kunnen doen met hun zakgeld. Wie op jonge leeftijd leert sparen, zal later minder geneigd zijn om onnuttige kredieten aan te gaan. Als jongeren als jobstudent gaan werken, moeten ouders op voorhand met hun kinderen overleggen over de besteding van het inkomen uit studentenarbeid: bv. zelf consumeren, een deel sparen of bijdragen in de studiekost of een bijdrage leveren aan het gezinsbudget. Wat stelt de Gezinsbond voor? Ouders maken geldzaken (meer) bespreekbaar binnen het gezin. Ouders wijzen hun kinderen op de valkuilen van onze consumptiemaatschappij. Ouders maken hun kinderen weerbaarder tegen de huidige wegwerpmaatschappij door hen te leren dat defecte toestellen ook kunnen hersteld worden en dat ze niet onmiddellijk een nieuw toestel moeten kopen. Ouders maken hun kinderen weerbaarder tegen de huidige wegwerpmaatschappij door hen te leren dat defecte toestellen en meubilair ook kunnen hersteld worden en dat ze niet onmiddellijk een nieuw toestel moeten kopen en dat oude toestellen niet onmiddellijk moeten vervangen worden door de allernieuwste versie. Ouders maken met hun kinderen duidelijke afspraken over de besteding van hun zakgeld om hen zo te leren omgaan met een beperkt (zakgeld)budget. Ouders moedigen hun kinderen aan om te leren sparen voor grotere aankopen. Ouders maken duidelijke afspraken over de bestemming van inkomen uit studentenarbeid. De overheid moet middelen vrijmaken voor sensibilisering en informatieverstrekking naar ouders over hoe ze hun kinderen kunnen leren omgaan met centen en zakgeld laten beheren. Kinderen en jongeren op school Soms zijn ouders zelf niet voldoende financieel geschoold om hun kinderen financieel op te voeden, zeker als ze zelf eventueel door pech (ziekte, werkloosheid ) in financiële problemen zitten. Er zijn ook ouders die hun kinderen niet willen lastigvallen met geldzaken en paperassen. Daarom is er volgens de Gezinsbond ook een belangrijke taak weggelegd voor het onderwijs om kinderen en jongeren financieel te scholen. Uit het onderzoek van de Arteveldehogeschool van Gent blijkt echter dat de leerlingen van de derde graad ASO onvoldoende financieel voorbereid zijn om op financieel vlak te kunnen participeren aan de hedendaagse maatschappij. Hoewel er geen onderzoek naar gevoerd is, kunnen we de vraag opwerpen naar de financiële kennis in Technisch Secundair Onderwijs en Beroeps Secundair Onderwijs (BSO). De Gezinsbond vraagt zich af of onze kinderen in het onderwijs wel voldoende kennis en vaardigheden mee krijgen die ze in hun later leven op financieel vlak nodig hebben. Scholen bereiden kinderen en jongeren voor op hun volwassen leven. Maar doen ze dat voldoende op financieel vlak? Het antwoord is duidelijk: financiële geletterdheid ontbreekt nagenoeg in de vakgebonden eindtermen en financiële vorming is onvoldoende aanwezig in de nieuwe vak overstijgende eindtermen voor secundair onderwijs. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 18

19 Scholen moeten jongeren beter voorbereiden op het dagelijkse leven. We stellen echter vast dat financiële geletterdheid nagenoeg ontbreekt in de vakgebonden eindtermen. In de eindtermen van het BSO vinden we onder Project Algemene Vakken (PAV) dan wel meer praktische financiële thema s terug. De beschikbare PAV-pakketten bieden in de derde graad van het BSO een goede oplossing, maar zijn bedoeld als service, m.a.w. ermee werken, gebeurt op vrijwillige basis. Er is dus duidelijk nood aan een bijkomend vak om leerlingen beter voor te bereiden op hun toekomstig financieel leven. Hoewel de huidige lessenroosters al overvol zitten, moet het onderwijs toch de prioriteit van financiële opvoeding kiezen en ruimte maken voor een extra vak Financiële vorming. Dat vak mag zich niet beperken tot zuiver financiële aspecten, maar moet ook focussen op de juridische gevolgen van bepaalde keuzes en ondertekende contracten. Het is belangrijk om de leerkrachten die dit nieuwe vak moeten geven bijkomend op te leiden om hen vertrouwd te maken met de nieuwe leerstof. Het nieuwe vak moet uiteraard ook opgenomen worden in de leerlingenopleiding. Wat stelt de Gezinsbond voor? Nieuw verplicht vak Financiële vorming in de derde graad van alle richtingen van de verschillende onderwijsvormen van het secundair onderwijs. In dat vak komen de praktische basiselementen over financiële en juridische zaken aan bod, die leerlingen in hun (latere) dagelijkse leven nodig hebben. Het vak Financiële vorming in het secundair onderwijs als volwaardig en apart vak aanbieden. Dus niet integreren in de diverse bestaande vakken. De lessen geeft men best in de derde graad omdat de laatstejaarsleerlingen aan de vooravond van hun meerderjarigheid staan. In dit nieuwe vak moeten leerlingen verstandig leren omgaan met een beperkt gezinsbudget, risico s van diverse spaaren beleggingsmogelijkheden leren kennen en evalueren, valkuilen van overconsumptie detecteren, voor en nadelen van nuttige en onnuttige kredieten en de gevolgen van overmatige schuldenlast leren, juridische gevolgen van het ondertekenen van contracten en het afsluiten van overeenkomsten kennen. De Gezinsbond wil meedenken over en meewerken aan de inhoud van het nieuwe vak financiële vorming. Nieuw verplicht vak voor alle toekomstige leerkrachten in de lerarenopleiding zodat ze beter opgeleid zijn om leerlingen financieel te vormen. Beroepsverenigingen en overheidsinstanties inschakelen om de huidige en toekomstige leerkrachten financieel te vormen. Bv. Febelfin, Assuralia, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Orde van Vlaamse Balies, FOD Financiën en FOD Sociale Zekerheid. Scholen wijzen hun leerlingen op de valkuilen van onze consumptiemaatschappij. Meerderjarige jongeren Vanaf 18 jaar mogen jongeren hun tegoeden volledig zelf beheren én rechtsgeldig contracten en overeenkomsten afsluiten. Ouders, die met hun eigen vermogen belangrijke spaartegoeden opbouwen voor hun kinderen, vinden hen vaak op die leeftijd nog te jong en te onervaren om verstandig om te springen met grote bedragen. Daarom sparen ouders vaak niet op naam van hun kinderen, maar op hun eigen naam. Op die manier zijn de kinderen zelfs niet zeker dat ze de gespaarde tegoeden ooit zullen krijgen. De jongeren zelf voelen zich vaak nog te onzeker en onvoorbereid om belangrijke spaartegoeden zelfstandig te beheren. Dialoog en samenwerking tussen ouders en kinderen biedt in die gevallen een oplossing. Daarvoor is er nood aan een nieuw juridisch statuut voor spaar- en effectenrekeningen dat rekening houdt met de wensen van de ouders en de belangen van hun kinderen. Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 19

20 Wat stelt de Gezinsbond voor? Nieuw juridisch statuut voor spaartegoeden, die ouders met hun eigen vermogen opzij hebben gezet voor hun kinderen. Dat statuut bepaalt dat ouders en kinderen vanaf de meerderjarigheid tot zolang de kinderen kinderbijslaggerechtigd zijn (maximaal 25 jaar) deze spaargelden gezamenlijk moeten beheren. Deze maatregel verplicht ouders om met hun kinderen te spreken over de opgebouwde spaartegoeden en laat jongeren toe om effectief onder begeleiding van hun ouders te leren omgaan met het spaargeld en de beleggingen, (Groot)ouders die problemen hebben met de bestaande wettelijke beperkingen (beperkte keuze in spaar- en beleggingsproducten door het lage risicoprofiel van minderjarigen en automatisch beheer door jongere vanaf de meerderjarigheid) voor de spaartegoeden, die ze met hun eigen vermogen opbouwen voor hun (klein)kinderen, kunnen beroep doen op de bestaande spaarformule met derdenbeding. Via deze formule worden de spaartegoeden pas op een door de (groot)ouder zelf bepaalde vervaldatum overgedragen op naam van het (klein)kind. Ouders en grootouders kennen echter de spaarformule met derdenbeding niet of onvoldoende. Bovendien bieden niet alle banken deze spaarformule aan hun klanten aan, ofwel omdat ze die niet commercialiseren ofwel omdat er te veel administratie mee gepaard gaat. Wat stelt de Gezinsbond voor? Alle banken moeten spaarformules met derdenbeding aanbieden aan hun klanten. Spaarformules met derdenbeding moeten beter bekend gemaakt worden bij ouders en grootouders. Uiteraard is daar ook een taak weggelegd voor de Gezinsbond zelf via zijn eigen publicaties. Jongvolwassenen Zodra jongeren afstuderen, zoeken ze meestal een job en bouwen een eigen financieel leven uit. Wanneer ze het ouderlijk dak verlaten, staan ze volledig zelf in voor het beheer van hun gezinsbudget. Op dat ogenblik hebben jongvolwassenen (18-27 jaar) zeker nood aan een opfrissing van de financiële vorming die ze eventueel in het secundair onderwijs kregen. Wat stelt de Gezinsbond voor? Als Gezinsbond nemen wij zelf een rol op als informatieverstrekker door om de twee jaar toegankelijke thema-avonden te organiseren rond geldzaken. Die infoavonden zijn bestemd voor ouders én hun kinderen, die binnen afzienbare tijd op eigen benen willen staan. Op deze avonden moeten de noodzakelijke elementen besproken worden om de jongvolwassenen degelijk voor te bereiden op een zelfstandig financieel en administratief leven. Volwassenen Financiële vorming mag zich niet beperken tot kinderen en jongeren, maar moet uitgebreid worden naar de hele bevolking en dat in alle leeftijdsklassen. Daarvoor ziet de Gezinsbond een belangrijke rol weggelegd voor de overheid. Die kan zich laten inspireren door het project Mediawijs.be, het Kenniscentrum Mediawijsheid van iminds vzw, dat momenteel loopt op initiatief van de Vlaamse minister van Media. Dergelijk breed vormingsinitiatief moet de financiële kennis in alle lagen van de bevolking bevorderen, zodat jong en oud kritisch en bewuster leren omgaan met financiële zaken. Onderzoek wijst uit dat er al voldoende informatie over financiële kennis beschikbaar is op internet, maar dat veel gezinnen niet zelf en spontaan op zoek gaan naar de nodige info. Sommigen klagen zelfs de overvloed aan informatie op het web aan en wijzen op de nood aan instanties die de nodige en nuttige informatie voor gezinnen kanaliseren en Standpunt Gezinsbond over Financiële Geletterdheid - 20

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Persbericht Vincent Van Quickenborne www.quickonomie.be Onderwerp Senaat keurt verstrenging regels consumentenkrediet op de valreep goed Datum 6 mei 2010 Copyright and disclaimer De inhoud van

Nadere informatie

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2010 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

Workshop consumentenkredieten

Workshop consumentenkredieten Workshop consumentenkredieten Inspiratiedag financiële vorming Maandag 26 oktober 2015 Inhoud van de workshop I. Korte toelichting II. Concrete voorbeelden III. (Overmatige) schuldenlast IV. Vragen en

Nadere informatie

Centrale voor kredieten aan particulieren

Centrale voor kredieten aan particulieren Brussel, 16 oktober 2013 Peter NEEFS Rol & belang van CKP Is CKP een wondermiddel? NEE Kan CKP ervoor zorgen dat er geen wanbetalingen meer zijn? NEE Kan CKP ervoor zorgen dat de overmatige schuldenlast

Nadere informatie

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren?

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Januari 2013 Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Analyse uitgevoerd voor het Observatorium Krediet en Schuldenlast Duvivier

Nadere informatie

Voorblad Filip. Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy /

Voorblad Filip. Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy / Voorblad Filip Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy / 11.03.2015 1 Inhoud 1. Introductie 2. Methodologie 3. Resultaten 4. Componenten van financiële geletterheid 5. Conclusies

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20

Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20 Inhoud Praten over geld 5 2 Betaalkaart 3 3 Smartphone 7 4 5 Verzekeringen 3 6 Immo 35 7 Extra informatie 37 Sparen 20 2 Opzet van het onderzoek maart 206 - Dit onderzoek zoomt in op hoe binnen het gezin

Nadere informatie

Het belang van financiële educatie

Het belang van financiële educatie Het belang van financiële educatie Kristof De Witte Leuven Economics of Education Research, KU Leuven Wikifin Chair Financial Literacy Studiedag Financiële Educatie KU Leuven 9 oktober 2017 Financiële

Nadere informatie

Financiële geletterdheid

Financiële geletterdheid Troonstraat 125-1050 Brussel Tel. 02 507 88 77 - E-mail: studiedienst@gezinsbond.be www.gezinsbond.be/gezinspolitiek december 2013 Financiële geletterdheid Standpunt van de Gezinsbond Definitie 'financiële

Nadere informatie

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren - 2009

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren - 2009 Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2009 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2008 Sommige tabellen van dit verslag werden aangevuld op 30 juni 2009 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige

Nadere informatie

De belangrijkste risico s verbonden aan hypothecaire leningen met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten, zijn de volgende:

De belangrijkste risico s verbonden aan hypothecaire leningen met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten, zijn de volgende: De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de FOD Economie waarschuwen voor formules voor hypothecaire kredieten met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten De FSMA

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Jouw krediet gewikt en gewogen februari

Jouw krediet gewikt en gewogen februari Jouw krediet gewikt en gewogen februari 2018 170505 Overzicht 1 Waarvoor lenen we? 4 2 Hoe staan we tegenover lenen? 13 3 Via welke kanalen lenen we? 19 4 Wat doen we bij problemen? 23 2 Methodologie van

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hoeveel personen in België hebben te kampen met overmatige schuldenlast? In 2007 waren 338.933 personen

Nadere informatie

Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20

Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20 Inhoud Praten over geld 5 Betaalkaart 3 3 Smartphone 7 4 5 Verzekeringen 3 6 Immo 35 7 Extra informatie 37 Sparen 0 Opzet van het onderzoek maart 06 - Dit onderzoek zoomt in op hoe binnen het gezin wordt

Nadere informatie

Minister Wilmès, Minister Borsus, Gouverneur Smets, Mijnheer de Voorzitter van de FSMA, Mijnheer de CEO van Euronext, Dames en heren,

Minister Wilmès, Minister Borsus, Gouverneur Smets, Mijnheer de Voorzitter van de FSMA, Mijnheer de CEO van Euronext, Dames en heren, Vice-Eerste Minister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, Belast met Buitenlandse Handel Vice-Premier Ministre et Ministre de l Emploi, de l Economie et des Consommateurs, Chargé du Commerce

Nadere informatie

Betere bescherming voor de consument Wet consumentenkrediet gevoelig strenger

Betere bescherming voor de consument Wet consumentenkrediet gevoelig strenger Betere bescherming voor de consument Wet consumentenkrediet gevoelig strenger Brussel, 25 september 2009 - vandaag heeft de ministerraad de wet op het consumentenkrediet gevoelig verstrengd. Deze nieuwe

Nadere informatie

VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 21 mei 2008 1000 BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007

VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 21 mei 2008 1000 BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007 VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 21 mei 2008 1000 BRUSSEL KBO 0421 111 543 RPR Brussel BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007 Dankzij het ter beschikking

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel.

Nationale Bank van België, Brussel. Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding.

Nadere informatie

Inhoud. Wie spaart (niet)? 5. Hoe sparen we? 17. Waarom en waarvoor sparen we? 35. Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39

Inhoud. Wie spaart (niet)? 5. Hoe sparen we? 17. Waarom en waarvoor sparen we? 35. Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39 Inhoud Wie spaart (niet)? 5 2 Hoe sparen we? 7 3 Waarom en waarvoor sparen we? 35 4 Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39 2 Opzet van het onderzoek Sparen, of niet - maart 207 - Dit onderzoek zoomt in op

Nadere informatie

Percentage achterstallige kredietnemers 5,7 % 5,2 %

Percentage achterstallige kredietnemers 5,7 % 5,2 % Departement Micro-economische informatie Laatste geregistreerde gegevens oktober 212 1. Kerncijfers TABEL 1. AANTAL KREDIETNEMERS 211-1 212-1 Variatie Met minstens: - één uitstaand contract 5.462.345 6.223.412

Nadere informatie

ADVIES MAATSCHAPPELIJKE EN POLITIEKE VORMING OP SCHOOL

ADVIES MAATSCHAPPELIJKE EN POLITIEKE VORMING OP SCHOOL ADVIES MAATSCHAPPELIJKE EN POLITIEKE VORMING OP SCHOOL Jongeren hebben nood aan maatschappelijke en politieke vorming en zien hierin een rol weggelegd voor het onderwijs. De Vlaamse Jeugdraad geeft in

Nadere informatie

Januari Evolutie van de gegevens 2013 van de Centrale voor Kredieten:

Januari Evolutie van de gegevens 2013 van de Centrale voor Kredieten: Januari 2014 Evolutie van de gegevens 2013 van de Centrale voor Kredieten: Een licht herstel van het consumentenkrediet, maar steeds meer wanbetalingen Analyse uitgevoerd voor het Observatorium Krediet

Nadere informatie

Percentage achterstallige kredietnemers 5,5 % 5,7 %

Percentage achterstallige kredietnemers 5,5 % 5,7 % Departement Micro-economische informatie Laatste geregistreerde gegevens augustus 215 1. Kerncijfers TABEL 1. AANTAL KREDIETNEMERS 214-8 215-8 Variatie Met minstens: - één uitstaand contract 6.243.845

Nadere informatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) RLLL-RLLL-EXT-ADV-007bijl11 Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) Opleiding Rechten AO BE 028 (Ontwerp) Versie {1.0} (Ontwerp) Pagina 1 van 11 Inhoud Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

Nadere informatie

Wegwijs in de wereld van (mijn) geld

Wegwijs in de wereld van (mijn) geld Wegwijs in de wereld van (mijn) geld Handleiding ontwikkeld door het Sint-Pieterscollege in samenwerking met KHLeuven- departement Economisch Hoger Onderwijs September 2013 With the support of the Lifelong

Nadere informatie

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012 Oktober 2012 Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012 Analyse uitgevoerd door het Observatorium Krediet en Schuldenlast Duvivier

Nadere informatie

Percentage achterstallige kredietnemers 5,2 % 5,4 %

Percentage achterstallige kredietnemers 5,2 % 5,4 % Departement Micro-economische informatie Laatste geregistreerde gegevens augustus 213 1. Kerncijfers TABEL 1. AANTAL KREDIETNEMERS 212-8 213-8 Variatie Met minstens: - één uitstaand contract 6.216.65 6.242.148

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Doorlopend Krediet

Algemene Voorwaarden Doorlopend Krediet Algemene Voorwaarden Doorlopend Krediet Doorlopend Krediet 1 1. Begrippen Kredietnemer: Kredietgever: Krediet: Kredietlimiet: De natuurlijke persoon of personen aan wie de kredietgever een lening heeft

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

Consumentenkrediet. Wilfried Van Hirtum. Versie 1.06 6 januari 2010

Consumentenkrediet. Wilfried Van Hirtum. Versie 1.06 6 januari 2010 Consumentenkrediet Wilfried Van Hirtum Versie 1.06 6 januari 2010 Copyright 2010 Wilfried Van Hirtum Dit werk wordt vrij gegeven aan de gemeenschap en mag dus gekopieerd, verspreid en aangepast worden

Nadere informatie

a Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag?

a Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag? Eindtoets hoofdstuk 1 Kopen doe je zo (CONSUMEREN) 1.3 Ik spaar, leen en beleg mijn geld 1 REDENEN OM TE SPAREN Hier staan zes mensen die sparen: Linda zet geld opzij voor haar vakantie Roy belegt in aandelen

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

Je beschrijving was vrij kort en niet echt interessant. Je neemt voor de hand liggende voorbeelden.

Je beschrijving was vrij kort en niet echt interessant. Je neemt voor de hand liggende voorbeelden. Rubric Types of workers / soorten werknemers (vakoverschrijdende opdracht Engels / SEI) Feedback van de lkr 0 2 3 4 TOTAAL Je omschreef je soorten werkenden goed (met de juiste definities, begrippen) en

Nadere informatie

(toestand einde periode) Variatie

(toestand einde periode) Variatie Departement Micro-economische informatie Laatste geregistreerde gegevens juli 218 1. Kerncijfers TABEL 1. AANTAL KREDIETNEMERS 217-7 218-7 Variatie Kredietnemers met minstens één uitstaand krediet 6.265.665

Nadere informatie

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2005... 1 2. STATISTIEKEN

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2005... 1 2. STATISTIEKEN INHOUDSTAFEL. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2005... 2. STATISTIEKEN 2. SYNTHESE 2.. Aantal geregistreerde personen en contracten... 6 2..2 Jaarlijkse evolutie van het aantal geregistreerde personen en

Nadere informatie

Betalen & Betaalmiddelen Een eerste kennismaking met financiële geletterdheid

Betalen & Betaalmiddelen Een eerste kennismaking met financiële geletterdheid Betalen & Betaalmiddelen Een eerste kennismaking met financiële geletterdheid Bachelorproef aan de Arteveldehogeschool te Gent. Auteurs: Jolien Staelens, Ewout Vandersteegen, Dorien De Vos, Elke Van Zele

Nadere informatie

De begroting voor een eigen woning: een kopzorg voor de Belgen!

De begroting voor een eigen woning: een kopzorg voor de Belgen! De begroting voor een eigen woning: een kopzorg voor de Belgen! 13 februari 2014 In aanwezigheid van: 1 Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie en Consumenten 2 Koen Geens, minister

Nadere informatie

inhoudstafel Hoofdstuk 1 Samenwonen 9 Hoofdstuk 2 Huwen 29 Hoofdstuk 3 Het samenlevingscontract 53 Voorwoord 3

inhoudstafel Hoofdstuk 1 Samenwonen 9 Hoofdstuk 2 Huwen 29 Hoofdstuk 3 Het samenlevingscontract 53 Voorwoord 3 voorwoord Samenleven met een partner, een broer, een beste vriend, de ouders... kan verschillende vormen aannemen. Het huwelijk is enkel mogelijk binnen een partnerrelatie, maar men kan ook opteren om

Nadere informatie

Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs - Belg...

Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs - Belg... Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs (http://www.knack.be/auteurs/simon-demeulemeester/author- Simon Demeulemeester demeulemeester/author-4000174167085.htm) woensdag 23 januari 2013 om

Nadere informatie

Limburg Sociaal Enkele cijfers. 17 juni 2014 Steunpunt Sociale Planning

Limburg Sociaal Enkele cijfers. 17 juni 2014 Steunpunt Sociale Planning Limburg Sociaal Enkele cijfers 17 juni 2014 Steunpunt Sociale Planning Inhoud Inleiding Bestaansonzekerheid in Limburg Inkomen ter hoogte van wettelijke armoedegrens Recht op voorkeurtarief in de ziekteverzekering

Nadere informatie

Projectoproep. Gericht aan de schuldbemiddelingssector. Innoverende projecten of nieuwe initiatieven inzake preventie van overmatige schuldenlast

Projectoproep. Gericht aan de schuldbemiddelingssector. Innoverende projecten of nieuwe initiatieven inzake preventie van overmatige schuldenlast Projectoproep Gericht aan de schuldbemiddelingssector Innoverende projecten of nieuwe initiatieven inzake preventie van overmatige schuldenlast Uiterste datum voor het indienen van de projecten : 6 juli

Nadere informatie

Prospectus. Niet-doorlopend geldkrediet. Santander Consumer Finance Benelux B.V.

Prospectus. Niet-doorlopend geldkrediet. Santander Consumer Finance Benelux B.V. Prospectus Niet-doorlopend geldkrediet Santander Consumer Finance Benelux B.V. Santander Consumer Finance Benelux B.V. is gespecialiseerd in het verstrekken van doorlopend en nietdoorlopend geld- en goederenkrediet.

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het verplicht aanbieden van cursussen eerste hulp bij ongevallen (EHBO) in het lager en secundair onderwijs

Voorstel van resolutie. betreffende het verplicht aanbieden van cursussen eerste hulp bij ongevallen (EHBO) in het lager en secundair onderwijs stuk ingediend op 1224 (2010-2011) Nr. 1 6 juli 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van de heer Jean-Jacques De Gucht, de dames Ann Brusseel, Marleen Vanderpoorten en Elisabeth Meuleman, de heren Boudewijn

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Freo Doorlopend Krediet

Algemene Voorwaarden Freo Doorlopend Krediet Algemene Voorwaarden Freo Doorlopend Krediet 1. Begrippen Kredietnemer Kredietgever Krediet Kredietlimiet Jaarlijks kostenpercentage Totaal te betalen bedrag De natuurlijke persoon of personen aan wie

Nadere informatie

Dienstverleningsdocument Kantoor Peters

Dienstverleningsdocument Kantoor Peters WIE ZIJN WIJ Ons kantoor is gespecialiseerd in financiële diensten. Graag willen wij u laten zien wat onze werkwijze is. In onze werkwijze staat u als klant centraal. Uw persoonlijke situatie en uw persoonlijke

Nadere informatie

Productinformatie wehkamp.nl balansrekening

Productinformatie wehkamp.nl balansrekening Productinformatie wehkamp.nl balansrekening Inhoudsopgave WIE ZIJN WIJ? 4 CONTACTGEGEVENS 4 WAAROM DEZE INFORMATIE? 4 KENMERKEN VAN DE WEHKAMP.NL 6 BALANSREKENING Doorlopend krediet Bepaal uw eigen kredietlimiet

Nadere informatie

ECONOMIE: INLEIDING EN SITUERING

ECONOMIE: INLEIDING EN SITUERING ECONOMIE: INLEIDING EN SITUERING 1. BEHOEFTEN EN BEHOEFTEBEVREDIGING...3 2. ECONOMIE...4 3. CONSUMEREN EN PRODUCEREN...5 3.1. CONSUMEREN...5 3.2. PRODUCEREN...5 4. SOORTEN GOEDEREN EN DIENSTEN...7 4.1.

Nadere informatie

Dienstverleningsdocument

Dienstverleningsdocument Dienstverleningsdocument Ons kantoor is gespecialiseerd in financiële dienstverlening. Graag willen wij u laten zien wat onze werkwijze is. In onze werkwijze staat u als klant centraal. Uw persoonlijke

Nadere informatie

VERKIEZINGSPROJECT februari 2018 Secundair Onderwijs Groenhove, Campus Atheneum, Westerlaan 69, 8790 Waregem

VERKIEZINGSPROJECT februari 2018 Secundair Onderwijs Groenhove, Campus Atheneum, Westerlaan 69, 8790 Waregem VERKIEZINGSPROJECT 2018 21 28 februari 2018 Secundair Onderwijs Groenhove, Campus Atheneum, Westerlaan 69, 8790 Waregem Persdossier A. Persbericht B. Context C. Praktische info D. Toekomstige ambities

Nadere informatie

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE NATIONAAL SECRETARIAAT Huidevettersstraat 165 1000 Brussel T 02 502 55 75 F

Nadere informatie

Dienstenwijzer Van der Veen Financieel Advies B.V., Hypotheekcompany Rijssen en Vincent Assurantien.

Dienstenwijzer Van der Veen Financieel Advies B.V., Hypotheekcompany Rijssen en Vincent Assurantien. Hotmail.versie 4.0 particulier Dienstenwijzer Van der Veen Financieel Advies B.V., Hypotheekcompany Rijssen en Vincent Assurantien. Ons kantoor is gespecialiseerd in financiële diensten. Graag willen wij

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel.

Nationale Bank van België, Brussel. Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding.

Nadere informatie

In deze paragraaf treft u de belangrijkste gegevens aan van onze onderneming:

In deze paragraaf treft u de belangrijkste gegevens aan van onze onderneming: Caesar adviseurs DIENSTENWIJZER December 2012 Inleiding Op de activiteiten van onze onderneming is de Wet op het Financieel Toezicht van toepassing. Eén van de eisen die uit deze wet volgt is dat wij u

Nadere informatie

Krediet heeft een prijs! Onderteken niet om het even wat! Onderteken niet om het even wat! Krediet heeft een prijs!

Krediet heeft een prijs! Onderteken niet om het even wat! Onderteken niet om het even wat! Krediet heeft een prijs! Onderteken niet om het even wat! Je handtekening onder een contract betekent een verbintenis op lange termijn. Daar denk je toch best eerst eens goed over na. Neem de tijd om alle clausules van het contract

Nadere informatie

Stel dat je toch sterft, welke impact heeft het op jouw leven? Je hebt een gezin

Stel dat je toch sterft, welke impact heeft het op jouw leven? Je hebt een gezin Stel dat je toch sterft, welke impact heeft het op jouw leven? Je hebt een gezin 1 Welke impact heeft een overlijden op jouw gezin? Wie zal je lopende leningen afbetalen? Wie zal de studies van je kinderen

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID C158 OND20 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 19 april 2001 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID Vraag om uitleg van de heer Dirk De Cock tot mevrouw

Nadere informatie

Dienstenwijzer THEO RIETVELD FINANCES vastgoed-verzekeringen-hypothekenpensioenen

Dienstenwijzer THEO RIETVELD FINANCES vastgoed-verzekeringen-hypothekenpensioenen Dienstenwijzer THEO RIETVELD FINANCES vastgoed-verzekeringen-hypothekenpensioenen Ons kantoor is gespecialiseerd in financiële diensten. Graag willen wij u laten zien wat onze werkwijze is. In onze werkwijze

Nadere informatie

Een aflossingsvrije hypotheek? Laat u dan persoonlijk en deskundig informeren

Een aflossingsvrije hypotheek? Laat u dan persoonlijk en deskundig informeren Een aflossingsvrije hypotheek? Laat u dan persoonlijk en deskundig informeren In de media is er op dit moment veel aandacht voor de aflossingsvrije hypotheek. Meer dan 1 miljoen Nederlanders hebben de

Nadere informatie

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken 2012 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

Beleggersprofiel - Vragenlijst voor de klant(en) :

Beleggersprofiel - Vragenlijst voor de klant(en) : Beleggersprofiel - Vragenlijst voor de klant(en) : Naam persoon 1 :.Voornaam :.. Naam persoon 2 :.Voornaam :.. Adres :. Heeft u een partner? : ja / neen Aantal kinderen ten laste + hun leeftijd :. Voor

Nadere informatie

Dienstenwijzer. Wij informeren u over het volgende:

Dienstenwijzer. Wij informeren u over het volgende: Dienstenwijzer Ons kantoor heeft zich gespecialiseerd in financiële diensten. Graag willen wij u laten zien hoe onze werkwijze is. Daarin staat u als klant centraal. In deze dienstenwijzer treft u een

Nadere informatie

1. METHODOLOGISCHE NOTA BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN 3.1 SYNTHESE 3.2 GEREGISTREERDE CONTRACTEN

1. METHODOLOGISCHE NOTA BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN 3.1 SYNTHESE 3.2 GEREGISTREERDE CONTRACTEN INHOUDSTAFEL. METHODOLOGISCHE NOTA...... 2. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2003... 4 3. STATISTIEKEN 3. SYNTHESE 3.. Aantal geregistreerde personen en contracten... 8 3..2 Aantal geregistreerde personen

Nadere informatie

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan? Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan? Hoe heeft de sociale zekerheid de economische crisis van 2009 en 2012 doorstaan? Die twee jaar bedraagt de economische groei respectievelijk -2,8% en

Nadere informatie

Hoe financiële opvoeding integreren in een (overvol) curriculum?

Hoe financiële opvoeding integreren in een (overvol) curriculum? Hoe financiële opvoeding integreren in een (overvol) curriculum? 1 Wie is wie? A l b e r i k V e r a P i e t e r P a t 2 Overzicht workshop 1. Comeniusproject Werkwijze Comeniusproject: doel en fasen Invulling

Nadere informatie

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken 2015 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

Loop geen onnodig risico. Verstandig Lenen

Loop geen onnodig risico. Verstandig Lenen Loop geen onnodig risico Verstandig Lenen Voor wie is deze folder? Je kent vast wel die reclames over geld lenen. Extra geld, dat klinkt aantrekkelijk. Toch kan lenen voor problemen zorgen: 100.000 huishoudens

Nadere informatie

Cetelem Maestro kaart

Cetelem Maestro kaart Wij staan voor u klaar als u meer informatie nodig heeft. Hoe kunt u ons bereiken? op www.cetelem.be op het nummer 078 15 00 90 per fax op 02 508 48 85 per e-mail aan customer@cetelem.be per post naar

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN INHOUDSTAFEL. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2004... 2. STATISTIEKEN 2. SYNTHESE 2.. Aantal geregistreerde personen en contracten... 6 2..2 Jaarlijkse evolutie van het aantal geregistreerde personen en

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel

Nationale Bank van België, Brussel Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken 2017 Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

Dienstenwijzer Smale Assurantiën en Advies bv

Dienstenwijzer Smale Assurantiën en Advies bv Dienstenwijzer Smale Assurantiën en Advies bv Ons kantoor is gespecialiseerd in financiële diensten. Graag willen wij u laten zien wat onze werkwijze is. In onze werkwijze staat u als klant centraal. Uw

Nadere informatie

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken 2016 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie () Opleiding Maatschappijoriëntatie - Rechten en plichten 028 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 18 Inhoud 1 Opleiding... 3 1.1 Relatie opleiding referentiekader...

Nadere informatie

Dienstenwijzer. Financieel dienstverlener met vergunning Nationaal Regime MiFID Wet op het financieel toezicht Juli 2013 Versie 1.

Dienstenwijzer. Financieel dienstverlener met vergunning Nationaal Regime MiFID Wet op het financieel toezicht Juli 2013 Versie 1. Dienstenwijzer Financieel dienstverlener met vergunning Nationaal Regime MiFID Wet op het financieel toezicht Juli 2013 Versie 1.2 Op alle diensten die door Fundament worden geleverd, zijn de Algemene

Nadere informatie

Dienstenwijzer BVA Verzekeringen, De Vries Financieel, studentenpolis.com, verzekeronline.com

Dienstenwijzer BVA Verzekeringen, De Vries Financieel, studentenpolis.com, verzekeronline.com Dienstenwijzer BVA Verzekeringen, De Vries Financieel, studentenpolis.com, verzekeronline.com Ons kantoor is gespecialiseerd in financiële diensten. Graag willen wij u laten zien wat onze werkwijze is.

Nadere informatie

CONSUMER PAYMENT REPORT 2015

CONSUMER PAYMENT REPORT 2015 BELGIË CONSUMER PAYMENT REPORT 1 Intrum Justitia heeft gegevens verzameld van 22 consumenten uit 21 Europese landen, om zo inzicht te krijgen in het dagelijkse leven van de Europese consumenten hoe ze

Nadere informatie

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren - 2006

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren - 2006 Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2006 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

DIENSTENWIJZER. Onze gegevens Domek B.V Burgemeester Godschalxstraat SB s-hertogenbosch Telefoon

DIENSTENWIJZER. Onze gegevens Domek B.V Burgemeester Godschalxstraat SB s-hertogenbosch Telefoon DIENSTENWIJZER Algemeen Op de dienstverlening van ons kantoor is de Wet op het financieel toezicht van toepassing. Eén van de eisen die uit deze wet volgt is dat wij u tijdig informeren over wie wij zijn

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015.

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 557 van ANN BRUSSEEL datum: 9 september 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Toelatingsexamen arts en tandarts -

Nadere informatie

Cijfermateriaal basisregistratie

Cijfermateriaal basisregistratie Cijfermateriaal basisregistratie 2007-2009 Mei 2010 1. Inleiding In dit rapport wordt het cijfermateriaal met betrekking tot budgethulpverlening en schuldhulpverlening gepresenteerd dat door de erkende

Nadere informatie

Dienstenwijzer Van den Beukel Assurantien B.V.

Dienstenwijzer Van den Beukel Assurantien B.V. Dienstenwijzer Van den Beukel Assurantien B.V. Ons kantoor is gespecialiseerd in financiële diensten. Graag willen wij u laten zien wat onze werkwijze is. In onze werkwijze staat u als klant centraal.

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

Dienstenwijzer De Laat Assurantiën

Dienstenwijzer De Laat Assurantiën Dienstenwijzer De Laat Assurantiën Ons kantoor is gespecialiseerd in financiële diensten. Graag willen wij u laten zien wat onze werkwijze is. In onze werkwijze staat u als klant centraal. Uw persoonlijke

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

3 4 5 7 24 88 laag inkomen, +55 helemaal oneens eerder oneens 64 noch eens, noch oneens eerder eens helemaal eens [Voor ik iets koop, overweeg ik zorgvuldig of ik het me kan veroorloven.] 5 25 vrouwen,

Nadere informatie

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD)

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) Dienstenwijzer Geachte cliënt, De financiële dienstverleningsbranche hecht veel waarde aan de goede voorlichting op het gebied van verzekeringen, hypotheken etc. Daarnaast eist de Wet financiële dienstverlening

Nadere informatie

Kedin Consumenten Financieringen B.V. Coolsingel AG Rotterdam

Kedin Consumenten Financieringen B.V. Coolsingel AG Rotterdam [EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET] 1. Identiteit en contactgegevens van de kredietgever Kredietgever Adres E-mailadres Website info@kedin.nl www.kedin.nl Kredietbemiddelaar Adres

Nadere informatie

Van Tol Financial service is een financieel dienstverlener in Barendrecht. Ik adviseer, bemiddel en bied (meestal op verzoek,

Van Tol Financial service is een financieel dienstverlener in Barendrecht. Ik adviseer, bemiddel en bied (meestal op verzoek, Wie zijn wij? Van Tol Financial service is een financieel dienstverlener in Barendrecht. Ik adviseer, bemiddel en bied (meestal op verzoek, maar ook uit eigen beweging) nazorg op het gebied van financiële

Nadere informatie

ONS ENGAGEMENT VOOR UW TOEKOMST ONTCIJFERD

ONS ENGAGEMENT VOOR UW TOEKOMST ONTCIJFERD ONS ENGAGEMENT VOOR UW TOEKOMST ONTCIJFERD UW TOEKOMST ONTCIJFERD we creëren sociale welvaart met vier bouwstenen 1 meer jobs 2 stijgende koopkracht 3 sociale zekerheid voor iedereen 4 een toekomst voor

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

Sparen of niet. Wil je weten hoe je goedkoop kan reizen? Wanneer en hoe moet je je aansluiten bij een mutualiteit? Wat is voor jou het goedkoopste gsmabonnement? Wat is krediet en wanneer kan dit zinvol

Nadere informatie

Hypothecair krediet: duurzame groei

Hypothecair krediet: duurzame groei Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Hypothecair krediet: duurzame groei Brussel, 6 mei 2011 In het eerste trimester van 2011 werden 24% meer hypothecaire kredieten verstrekt dan in het eerste

Nadere informatie

Geschiedenis en VOET

Geschiedenis en VOET Geschiedenis en VOET Per 1 september 2010 traden de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET) in werking en vanaf 1 september 2011 zal de doorlichting de VOET meenemen in de focus van de scholen. De

Nadere informatie

Opleidings- en begeleidingscheques

Opleidings- en begeleidingscheques Opleidings- en begeleidingscheques De Maatregel Om werknemers ertoe aan te zetten een leven lang te leren, draagt de Vlaamse overheid financieel een steentje bij. Sinds september 2003 1 kunnen werknemers

Nadere informatie