Amsterdam, januari Sebastian Fuchs M.A. Drs. Alice van Kalsbeek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Amsterdam, januari 1999. Sebastian Fuchs M.A. Drs. Alice van Kalsbeek"

Transcriptie

1 DEEL 2 en 3 van het ADVIES AAN DE NEDERLANDSE TAALUNIE: NASCHOLINGSINSTRUMENTEN BLAUWDRUK VAN EEN BIJSCHOLINGSCURSUS VOOR NVT-DOCENTEN Amsterdam, januari 1999 Sebastian Fuchs M.A. Drs. Alice van Kalsbeek Steunpunt Nederlands als vreemde taal Faculteit der Geesteswetenschappen, UvA Spuistraat VT Amsterdam Tel Fax Steunpunt. NVT@hum.uva.nl 1

2 2 NASCHOLINGSINSTRUMENTEN 2.1 Inleiding In het kader van een verdergaande professionalisering van de docent Nederlands als vreemde taal heeft de Nederlandse Taalunie in juni een verzoek om advies betreffende de opleiding voor docenten Nederlands in het buitenland neergelegd bij het Steunpunt Nederlands als vreemde taal. Het verzoek bevat drie vragen: 1 Wat zou het inhoudelijk profiel van de docent Nederlands in het buitenland moeten zijn? 2 Welke (scholings-)instrumenten zijn er om dat profiel op te bouwen en bij te houden? 3 Hoe ziet de blauwdruk eruit van een cursus voor docenten Nederlands als vreemde taal? De beantwoording van de vragen heeft gefaseerd plaatsgevonden. In oktober is een advies met betrekking tot de eerste vraag neergelegd ( Profiel van een docent Nederlands als vreemde taal in het buitenland ). Het onderhavige advies geeft een uitwerking van de vragen twee en drie. Bij het beantwoorden van die vragen is uitgegaan van het profiel zoals dat in deel 1 is weergegeven en waarvan de uitgangspunten hier worden herhaald. Recente veranderingen in het vreemdetalenonderwijs laten een verschuiving zien van taken en verantwoordelijkheden in het leerproces. De min of meer gesloten leersituatie van de docenten die frontaal een groep studenten uitleg geven over van tevoren door hen geselecteerde onderwerpen, maakt plaats voor een opener geheel van activiteiten binnen en buiten de groep. Daarbij wordt de verantwoordelijkheid voor het leerproces meer en meer bij de leerder zelf gelegd en bepalen functionele doelen de inhoud van het onderwijs. De rol van de docent verandert op die manier ingrijpend: van die van kennisoverdrager naar die van begeleider van een proces (o.a. Rivers 1987, Brown 1994, Nunan & Lamb 1996, Delhoofen 1998). Afhankelijk van de omgeving (binnen of buiten het taalgebied bijvoorbeeld), van het vakonderdeel (taalvaardigheid, literatuur, taalkunde, etc.) en van de randvoorwaarden (Zijn er voldoende boeken en computers? Is er voldoende mogelijkheid voor nascholing? Sluit de verandering aan bij de onderwijstradities ter plaatse?) kan deze vernieuwde vorm van taalonderwijs worden gerealiseerd. Praktijkonderzoeken (o.a. Kroon en Vallen (red.) 1994, Huizinga & Van Kalsbeek 1996, Hiligsmann 1997, Les 94) en ervaringen tonen aan dat de extreme vorm van open en zelfstandig leren tot nu toe nog nauwelijks gerealiseerd is. De meeste onderwijsinstellingen bevinden zich wat betreft het vreemdetalenonderwijs ergens op het continuüm van gesloten, docentafhankelijk onderwijs naar open, cursistgericht. Voor het Nederlands als vreemde taal, waar zich zoals eerder vermeld (zie deel 1 van het advies) veel verschillen voordoen tussen de diverse instellingen qua organisatie en didactische traditie, zal een dergelijk continuüm nog veel genuanceerder zijn dan voor het Nederlands als tweede taal bijvoorbeeld. Toch 2

3 hebben we gemeend algemene kenmerken van onderwijsvernieuwing op het gebied van het vreemdetalenonderwijs als basis te kunnen nemen voor het profiel van de docent Nederlands als vreemde taal en in aansluiting daaraan voor de blauwdruk van een nascholingscursus. Vier kernpunten moeten onzes inziens de hoofdlijnen van het nascholingsbeleid voor docenten Nederlands als vreemde taal vormen. Het stelsel van bijscholingen moet: 1) rechtdoen aan de diversiteit van het NVT-veld; 2) bijdragen aan kennisvergroting van docenten NVT; 3) mogelijkheden bieden voor ontwikkeling van docentvaardigheden aan docenten NVT; 4) een evenwichtige verhouding garanderen tussen de verschillende vakinhouden en de vakdidactiek. Andere factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij het samenstellen van een nascholingsaanbod zijn: de behoeften van de docenten zoals die naar voren komen uit de enquête die het Steunpunt NVT heeft gehouden, de verdeling van de neerlandistiek buiten het taalgebied in taalvaardigheid, taalkunde, letterkunde, cultuurkunde en vertalen en de tweedeling binnen het Nederlandse taalgebied: Nederland en Vlaanderen. Om het profiel van de docent op te bouwen en bij te houden zijn er verschillende instrumenten, waarvan sommige reeds bestaan en (deels) door de NTU worden gefinancierd. In dit advies worden die instrumenten beschreven op een manier die overeenkomt met de bovengenoemde hoofdlijnen; er worden enkele instrumenten toegevoegd. Het advies wordt als het ware een profiel van instrumenten: hoe zien de instrumenten er idealiter uit als ze aansluiten bij het profiel van de docent? Het is dus geen beschrijving of evaluatie van de bestaande scholingsinstrumenten. Evenals bij het profiel van de docent geldt ook hier dat sommige instrumenten zich dichter bij het ideaalplaatje bevinden dan andere. 2.2 Congressen en colloquia Een van de middelen die de docent NVT kan benutten om kennis en ervaring uit te wisselen en met vakgenoten te discussiëren over recente ontwikkelingen in het vak is de ontmoeting met andere docenten Nederlands: docenten uit hetzelfde taalgebied, docenten uit andere taalgebieden of docenten uit Nederland. Daarvoor zijn op dit moment verschillende mogelijkheden: a) Regionale congressen van de platforms (Association for Low Countries Studies, American Association for Netherlandic Studies, Aziëplatform, Suider Afrikaanse Vereniging vir Neerlandistiek, Fachvereinigung Niederländusch, Association des Néerlandistes de Belgique Francophone, etc). b) Een mondiaal colloquium van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek. De medewerkers van het Steunpunt NVT hebben alle regionale congressen die in 1998 zijn gehouden bezocht, en het IVN-colloquium van De indruk die daar werd opgedaan was dat de kwaliteit van de congressen nogal uiteenloopt. Om die enigszins te homogeniseren en om ze meer in de stijl van bovengeschetste hoofdlijnen te laten verlopen, is hieronder een aantal aandachtspunten geformuleerd waar organisatoren van congressen rekening mee zouden moeten houden. 3

4 Bij het bepalen van de thema s wordt terdege plaats ingeruimd voor de didactiek van het Nederlands als vreemde taal en voor de taalverwerving. Tot nu toe zijn dit op congressen vaak ondergeschoven kindjes. Op het SAVNcongres van augustus 1998 bijvoorbeeld, waar overigens wel een van de acht plenaire lezingen over taalverwerving ging, hadden van de 48 lezingen in de parallelsessies er slechts vier taalverwerving als onderwerp, terwijl er 27 over letterkunde gingen. Uit de enquête die het Steunpunt heeft gehouden blijkt dat van de 183 docenten er 144 (onder andere) taalverwerving doceren! Voorstellen voor lezingen en presentaties worden kritisch bekeken door de congrescommissie. Bij sommige congressen vindt geen selectie plaats voor de bijdragen aan de parallelsessies; iedereen die een aardig abstract inlevert, wordt als spreker toegelaten. Het zou de kwaliteit van een congres kunnen verhogen als er wel werd geselecteerd. Sprekers van plenaire lezingen worden er van tevoren op gewezen dat een groot gedeelte van het publiek een andere moedertaal heeft dan de voertaal die de spreker gebruikt. Op sommige congressen worden meerdere voertalen gehanteerd. Dat betekent dat toehoorders soms naar lezingen in een voor hen minder bekende taal luisteren (bijvoorbeeld naar regionaal getint Zuid Afrikaans). Het is aan te bevelen om op alle bijeenkomsten van docenten Nederlands als vreemde taal en op congressen van verenigingen voor neerlandistiek het Nederlands als voertaal te gebruiken. Zaalvoorzitters krijgen duidelijke instructies over het bewaken van de tijd, zodat er voldoende gelegenheid is voor discussie. Juist gedachtewisselingen over actuele onderwerpen vormen een essentieel onderdeel van de wetenschappelijke ontwikkeling van een vak en brengen deelnemers met elkaar in contact. Helaas is dat onderdeel vaak sluitpost van een presentatie. De congrescommissie hanteert andere criteria bij het beoordelen van eventuele artikelen voor een congresbundel dan voor lezingen. Voordrachten die bestaan uit het voorlezen van een artikel zijn als voordracht slecht, artikelen die bestaan uit de opgeschreven voordracht idem. Het zijn immers twee verschillende vormen van presentatie. Als er duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen die twee vormen, zal dat mogelijk kwaliteitsverbeteringen teweegbrengen zowel op het gebied van mondelinge presentaties als op het gebied van wetenschappelijke artikelen. Bij het vaststellen van de organisatievormen van een congres vormt participatie van de deelnemers een belangrijk criterium. De volgende vormen kunnen worden afgewisseld: I een lezing (niet-interactief), met daarna discussie, II een interactieve presentatie (interactief college), III een workshop (werkwinkel): inleiding, gevolgd door groepsopdrachten. Overwogen zou kunnen worden een presentatieprijs in te stellen in het jaar In dat jaar vindt onder andere het IVN-colloquium plaats. Naast de congressen die specifiek voor het Nederlands als vreemde taal worden georganiseerd, zijn ook andere congressen interessant voor docenten NVT, zoals het AILA-congres, het EUROSLA-congres, de Anéla-dag, de conferentie het schoolvak Nederlands en ICT-conferenties. Deelname aan dergelijke congressen 4

5 moet worden gestimuleerd om de uitwisseling tussen neerlandici extra muros en andere deskundigen te bevorderen. Ook deelname aan regionale congressen in andere dan de eigen regio van de docent NVT zou moeten worden aangemoedigd. Het Steunpunt NVT kan hierbij van dienst zijn door een overzicht aan te bieden van relevante colloquia, congressen en studiedagen. 2.3 Regionale bijeenkomsten In verschillende regio s worden om de twee jaar regionale bijeenkomsten van universitaire docenten gehouden die door de Nederlandse Taalunie worden gesubsidieerd. Daarnaast vinden ook regionale bijeenkomsten plaats in het kader van een vergadering van de vakvereniging of van een specifieke groep. In Duitsland bijvoorbeeld is een platform opgericht van promovendi en habilitandi in de neerlandistiek om over bepaalde onderwerpen te discussiëren. Het Steunpunt hoopt van harte dat het organiseren van dergelijke bijeenkomsten gestimuleerd wordt. Bij het organiseren van regionale vergaderingen die niet samenvallen met de regionale congressen die door de platforms worden georganiseerd, moet getracht worden altijd een inhoudelijk gedeelte in te bouwen. Ideeën voor bijscholing zouden vanuit de regionale platforms en bijeenkomsten kunnen worden doorgespeeld naar de Taalunie of naar het Steunpunt NVT. Het Steunpunt gaat de verenigingen van grote regio s benaderen om te peilen of er behoefte is aan ondersteuning van regionale bijeenkomsten. Een voorbeeld van ondersteuning van een regionale bijeenkomst is het volgende. Het Institut Néerlandais heeft het initiatief genomen om een docentenbijeenkomst te houden van docenten Nederlands in franstalige gebieden met als doel de wenselijke inhoud van leermiddelen Nederlands voor franstaligen vast te stellen. Daarnaast zal er ook uitwisseling plaatsvinden van gebruikte lesmaterialen en de ervaringen daarmee. Het Steunpunt gaat bij de voorbereiding hiervan inhoudelijk assisteren. Vanuit Zuid Afrika bereikte ons ook de vraag naar dergelijke cursussen en in Indonesië vinden ze al plaats ( Jodoned en Sedoned ). Expertise van ondersteuners uit Nederland en van docenten ter plaatse moet zo mogelijk worden gebundeld. Om de expertise van de NVT-docenten in kaart te brengen met het oog een eventuele bijdrage aan bijscholing, heeft het Steunpunt in de enquête de docenten gevraagd naar hun specialisatie. Enkele docenten gaven expliciet aan vanuit hun specialisatie een bijdrage te kunnen leveren aan bijscholing. De onderwerpen die door deze docenten werden opgegeven, zijn de volgende: Fraseologie, Kennis van land en volk, Taalverwerving, Bronnentaal, Kinder- en jeugdliteratuur. Ook de uitwisseling van gastdocenten binnen het NVT-veld moet worden gestimuleerd. Met andere woorden: deskundigheidsbevordering van docenten NVT door middel van regionale bijeenkomsten wordt niet vanzelfsprekend uitgevoerd door mensen uit Nederland of Vlaanderen, in tegendeel: eerst moet worden gekeken in hoeverre de gevraagde expertise aanwezig is in het NVT-veld zelf. 2.4 Beurzen 5

6 De afgelopen periode hebben verschillende vragen over bijscholing en stages het Steunpunt NVT bereikt (onder ander uit Semarang, Boekarest, Brno, Praag, Sydney, Pretoria). De vragen behelzen mogelijkheden voor stage en mogelijkheden voor een langere studie (ongeveer een jaar). Daarnaast was er de vraag om toegang te krijgen tot Nederlandse universiteitsbibliotheken gedurende de cursusperiode van het Seminarie Nederlandse taal en cultuur; een regelmatig terugkerende vraag is ook die naar een overzicht van cursussen. Om tegemoet te komen aan dit soort individuele behoeften en wensen van docenten op het gebied van deskundigheidsbevordering, blijven naar de mening van het Steunpunt studiebeurzen onontbeerlijk. Beurzen moeten beschikbaar zijn voor docenten: Om kennis op een specifiek terrein van het Nederlands als vreemde taal te vergroten, bijvoorbeeld door een aantal maanden literatuurstudie aan een Nederlandse of Vlaamse universiteit of door het volgen van een module toegepaste taalwetenschap. Om didactische vaardigheden verder te ontwikkelen. Hiervoor kunnen colleges didactiek van het Nederlands als vreemde of tweede taal worden gevolgd, maar ook stages kunnen bijdragen aan dit doel. Om onderzoek te verrichten. Om de eigen taalvaardigheid te perfectioneren. Veel individuele wensen en behoeften vragen om een individuele aanpak. Te denken valt bijvoorbeeld aan een combinatie van modules van verschillende universiteiten, bijvoorbeeld een combinatie van een cursus voor docenten NVT en stages, een combinatie van een literatuurstudie en een cursus taalvaardigheid. Docenten moeten de mogelijkheid hebben als het ware te shoppen om zo het totale aanbod te vergaren aan cursussen of colleges dat ze nodig hebben. Het Steunpunt NVT zou intermediair kunnen zijn bij dit soort vragen en zou in samenwerking met de docent een programma kunnen samenstellen dat aangepast is aan de wensen en behoeften van de docent. Hierop vooruitlopend is het Steunpunt bezig een inventarisatie te maken van alle cursussen taalvaardigheid en didactiek van het Nederlands als vreemde en tweede taal, alsmede van alle relevante modules en colleges die gegeven worden in Nederland en Vlaanderen (binnen en buiten universiteiten). Het Instituut voor Nederlands als tweede taal van de Universiteit van Amsterdam zal worden benaderd om de mogelijkheden te bespreken van stages aan die afdeling. Intervisie (of supervisie) zou in samenwerking met een medewerker van het Steunpunt kunnen gebeuren. Op die manier snijdt het mes aan twee kanten: niet alleen de NVT-docent, maar ook de NT2-docent wordt in de gelegenheid gesteld te reflecteren op eigen onderwijskundig handelen. Aangezien binnen het Steunpunt expertise aanwezig is zowel op het gebied van NT2 als op dat van NVT, kan het Steunpunt deze rol goed vervullen. 2.5 Cursussen Cursussen moeten een belangrijk onderdeel van het nascholingsaanbod blijven vormen (zo niet het belangrijkste). Er wordt hier onderscheid gemaakt tussen cursussen in Nederland en Vlaanderen, die enkele weken duren, en cursussen op locatie of in de regio, die van kortere duur kunnen zijn (minimaal een dagdeel). 6

7 Voorafgaand aan de opstelling van dit advies hebben de medewerkers van het Steunpunt zich georiënteerd op de huidige cursussen en bijeenkomsten voor docenten die door de Nederlandse Taalunie worden gefinancierd. Er zijn bezoeken afgelegd aan de zomercursus Nederlandse taal en cultuur in Hasselt-Diepenbeek (augustus 1998) en het Seminarie voor Nederlandse taal en cultuur in Amsterdam (september 1998). Tijdens deze bezoeken vonden gesprekken plaats met cursusleiders, docenten en deelnemers. Daarnaast werd van de mogelijkheid gebruik gemaakt om lessen bij te wonen. Het Steunpunt heeft daarbij alle medewerking gekregen van de cursusorganisatoren. Over de Harting Cursus heeft een van de medewerkers een gesprek gehad met de cursusleider (september 1998) Cursussen op locatie Op die plaatsen waar een team van minstens acht NVT-docenten werkt, kunnen bijscholingen op locatie worden gegeven, zoals dit momenteel gebeurt in Indonesië, aan de Universitas Indonesia en het Erasmus Taalcentrum. Bij de cursussen op locatie zou moeten worden samengewerkt door docenten van ondersteunende instellingen in Nederland en docenten ter plaatse die de juiste expertise hebben. Afhankelijk van het onderwerp van bijscholing kan de duur van een cursus op locatie variëren van enkele dagen tot enkele maanden. Voor verbetering van de eigen taalvaardigheid van docenten lijken twee weken minimaal. Als het gaat om trainingen over een specifiek onderwerp (bijvoorbeeld vertalen) kunnen twee of drie dagen voldoende zijn. Als bijscholing van docenten is gekoppeld aan het geven van lessen aan studenten kan de gastdocent wellicht beter enige maanden blijven of regelmatig (bijvoorbeeld eens per jaar) terugkomen. Een goede formule hiervoor is: training geven aan docenten -> gastlessen geven waar de docent observeert -> training om de ervaringen uit te wisselen -> docent geeft les en gastdocent observeert. Belangrijk is ook de continuïteit: een regelmatige terugkomdag of opfriscursus kan het effect van een eerder gevolgde cursus vergroten; zo kunnen vernieuwingsprocessen die in gang zijn gezet, worden gecoacht. Naast specifieke cursussen moet de mogelijkheid bekeken worden in hoeverre er op de NVT-instellingen behoefte is aan taalbeleid. In de literatuur over NT2-onderwijs wordt het belang van geïntegreerd taalbeleid van de scholen door verschillende deskundigen benadrukt (o.a. Teunissen 1992, Hajer 1996, publicatie O, C en W 1997): niet alleen taaldocenten maar ook vakdocenten moeten zich bewust zijn van het feit dat studenten leren in een vreemde taal, hetgeen betekent dat er op alle gebieden in de organisatie aandacht moet zijn voor de taalproblematiek. Ook bij het Nederlands als vreemde taal speelt deze problematiek een rol, al is de situatie daar gecompliceerder omdat het leren in de vreemde taal zelf, dat wil zeggen het hanteren van het Nederlands als voertaal in de lessen Nederlands, nog niet overal wordt toegepast. Bij de lessen literatuur of taalkunde moet het ook gaan om taalverwerving. Het moge duidelijk zijn dat ook in het NVT-veld randvoorwaarden als faciliteiten, organisatie en hulpmiddelen een belangrijke rol spelen bij de implementatie van nieuwe leermiddelen en van nieuwe didactische inzichten. Om docententrainingen 7

8 op locatie ( incompany trainingen ) zo effectief mogelijk te maken, zou voorafgaand aan die trainingen een kort onderzoek bestaande uit interviews met de docenten en observaties van lessen, uitgevoerd moeten worden. We verwijzen hier naar het voorbeeld van Indonesië, waar een van de medewerkers van het Steunpunt een pilotstudie deed: gedurende een week werden lessen geobserveerd, docenten geïnterviewd en documenten bestudeerd. Een studie van een week geeft voldoende informatie over de onderwijssituatie en de behoeften van docenten om aanbevelingen voor bijscholing te kunnen formuleren. Op die manier krijgt de bijscholing meer het karakter van een advies, een coaching. Aan de uitvoering van dat advies kan samen met het team van de instelling worden gewerkt, door scholingsbijeenkomsten waarin de docenten worden gemotiveerd recent verworven kennis en vaardigheden toe te passen in hun lessen en door de introductie van lesobservatie- en intervisietechnieken (zie ook paragraaf 2.6 van dit advies). Het Steunpunt kan gastdocenten trainen ( training trainees ) dergelijke observaties zo effectief mogelijk uit te voeren, en kan de studies ook zelf uitvoeren Cursussen in Nederland en Vlaanderen Hier volgen algemene aanbevelingen voor bijscholingscursussen, conform het algemene gedeelte van het Profiel van de docent Nederlands als vreemde taal. De aanbevelingen kwamen tot stand op basis van veldwerk en op grond van actuele literatuur. Een gedetailleerder beschrijving van een bijscholingscursus wordt in deel drie van dit advies gegeven. 1 Om de bijscholing voor docenten optimaal te laten aansluiten bij hun behoeften, moet er een gevarieerd aanbod aan cursussen zijn. Het aanbod moet een afspiegeling zijn van de diversiteit in het veld die zich uit in verschillende mate van beheersing van het Nederlands en in verschillende niveaus van kennis en vaardigheden. In het gebruikersonderzoek dat het Steunpunt NVT in 1998 heeft gehouden onder docenten was een vraag opgenomen over behoeften aan bijscholing. Het antwoord daarop illustreert de verscheidenheid in het veld. Van de 183 teruggestuurde vragenlijsten wordt in 137 behoefte aan bijscholing gesignaleerd, en wel op de volgende gebieden: - kennis van land en volk 55 - eigen taalverwerving 54 - didactiek 52 - literatuur 46 - vertalen 38 - taalkunde 27 - vaktaal 26 Een gevarieerd aanbod aan bijscholing geeft docenten ook de mogelijkheid meer dan eens deel te nemen aan een cursus. Tijdens gesprekken met docenten kwam deze wens regelmatig naar voren: klachten uit het veld zijn dat zowel het Seminarie als de cursus Hasselt-Diepenbeek al heel lang dezelfde inhoud hebben, die in het geval van het Seminarie ook nog eens door dezelfde docenten wordt gebracht. (Dat doet niets af aan de waardering die deelnemers aan het Seminarie daarvoor hebben, zoals blijkt uit de verslagen van 1997 en 1998). In de brochure 25 jaar zomercursus 8

9 Nederlandse taal en cultuur van de cursus in Hasselt-Diepenbeek schrijft een excursist: Hoewel de cursus inhoudelijk nauwelijks is veranderd over de jaren, merk ik toch dat er ieder jaar weer iets nieuws te ervaren valt. Het is dus niet geheel zinloos meerdere keren naar dezelfde cursus te gaan, maar een echte stimulans om nog eens deel te nemen aan een cursus is er niet. Voor sommige docenten, met name uit de landen waar docenten geen moedertaalsprekers van het Nederlands zijn, is dat juist heel belangrijk. We constateren dus een duidelijke behoefte aan een groter en gevarieerder aanbod aan bijscholing. 2 Een cursus voor docenten die moet aansluiten bij de behoeften van de docenten kan niet gecombineerd worden met een cursus voor studenten, zo menen wij, omdat de behoeften te ver uiteenlopen. Studenten zijn voornamelijk geïnteresseerd in het verbeteren van hun taalvaardigheid en in kennis van land en volk, terwijl docenten naast kennisvergroting van specifieke onderwerpen ook veel belang hechten aan didactiek. Een tweede argument waarom we niet zo gelukkig zijn met de combinatie van studenten en docenten in één cursus, zoals dat in Hasselt-Diepenbeek gebeurt, is dat docenten over het algemeen overheersen in de groepsdiscussies; studenten durven vaak minder te zeggen in het bijzijn van docenten, ze participeren minder. Tijdens een excursie van de cursus in Hasselt-Diepenbeek aan Uitgeverij Clavis kwam dit onder andere naar voren. De eigenaar van CLAVIS gaf een uiteenzetting over de geschiedenis van de uitgeverij en liet enkele schitterende boeken zien. Hij sprak duidelijk en niet al te snel. Toch vroeg de medewerker van het Steunpunt die er als toeschouwer bijzat zich af hoeveel de gemiddelde student ervan had begrepen: aan de discussie namen voornamelijk de docenten deel. 3 Er moet worden gekeken naar mogelijkheden om meer integratie te bewerkstelligen van Vlaamse en Nederlandse elementen in de bijscholingscursussen. Dit kan op een aantal manieren: te denken valt bijvoorbeeld aan de constructie dat op de cursus in Nederland ook Vlaamse docenten lesgeven en Nederlandse docenten in Vlaanderen. Daarnaast kunnen excursies naar beide taalgebieden, zoals dat in Hasselt en Gent (studentencursus) al gebeurt, een bijdrage leveren. Verder zouden bij het vak literatuur schrijvers uit beide delen van het taalgebied kunnen worden ingeschakeld en niet alleen Vlamingen in de Vlaamse cursussen en Nederlanders in Nederland. W.J. van den Acker uit Utrecht signaleerde dit probleem op de Interdisciplinary Conference on Netherlandic studies aan de University of Wisconson, Madison, USA. De titel van zijn lezing luidde: A Literary History or Literary History? Vanuit het buitenland wordt de Nederlandstalige literatuur vaak als een geheel gezien, terwijl dat vanuit het taalgebied zelf niet altijd het geval is. Daar manifesteert zich enige discrepantie die zijn weerslag niet zou mogen hebben op de inhoud van een cursus voor docenten Nederlands extra muros. 4 Het onderdeel didactiek moet een belangrijker plaats in het geheel van bijscholingen krijgen. Het fundament van de taal is onderwijs zo lezen we in de brochure van de Taalunie (p. 3). En waar het om onderwijs gaat, gaat het om didactiek. Uit de verslagen van het seminarie voor Nederlandse taal en cultuur van 1997 en 1998 komt ook naar voren dat, hoewel de cursisten zoals gezegd - zeer 9

10 tevreden zijn over de cursus, er veel waarde wordt gehecht aan de toepassingsmogelijkheden van wat de gastsprekers te berde brengen, met andere woorden lezingen moeten aansluiten bij de praktijk van hun eigen onderwijs. Sprekers die de brug naar de praktijk niet konden leggen, terwijl ze een onderwerp hadden dat zich daarvoor leende, werden slecht geëvalueerd; sprekers die dat wel konden, heel goed. Ook de cursus in Hasselt zoekt naar mogelijkheden om meer aandacht voor didactiek in de cursus te brengen, zoals de cursusleider zei geen receptuur, maar stevige theoretische kost. Daar zou men graag zien dat de cursus een week langer duurde, die dan aan didactiek kon worden besteed. Van deze cursus bestaan overigens geen evaluaties; de informatie daarover is gebaseerd op gesprekken met de cursusleider, met docenten en cursisten en op publicaties over de cursus. De aandacht voor didactiek moet niet alleen betrekking hebben op de didactiek van taalverwerving, maar ook op de didactiek van letterkunde en taalkunde. Als men bedenkt dat het in die lessen eveneens om taalonderwijs gaat, is een didactische invalshoek ook bij literatuur en bij taalkunde van groot belang. 5 De locatie waar een cursus moet worden gehouden, moet de deelnemers in de gelegenheid stellen om kennis te maken met de cultuur van het taalgebied. Daarnaast zouden docenten toegang moeten hebben tot een bibliotheek en voor de cursus taalvaardigheid tot multimedia. Ten slotte zijn contacten met Nederlandse en Vlaamse collega s wenselijk. De aangewezen locatie voor een dergelijke cursus lijkt dan ook een Universiteit te zijn, waar tijdens de cursus de bibliotheek open is, maar hierover zouden de meningen van de NVT-docenten moeten worden gepeild. Geluiden uit die hoek wijzen erop dat men een geïsoleerde cursusplaats, zoals bijvoorbeeld Woudschoten of de Casa 400, ook in hoge mate waardeert vanwege het groepsgevoel dat daar ontstaat en vanwege de contacten met cursisten uit andere landen, met wie ook Nederlands wordt gesproken. De conclusie die uit bovenstaande aanbevelingen kan worden getrokken is dat er in plaats van de huidige cursusvoorzieningen in Hasselt-Diepenbeek en Amsterdam (Seminarie voor Nederlandse taal en cultuur) een stelsel van cursussen geprogrammeerd moet worden. Zo n stelsel van cursussen zou uit de volgende onderdelen kunnen bestaan: 1 een cursus taalvaardigheid + didactiek taalverwerving + land en volk 2 een cursus literatuur + didactiek literatuur + land en volk 3 een cursus taalkunde + didactiek taalkunde + land en volk 4 een cursus vertalen + didactiek vertalen + land en volk Naast een regulier cursusaanbod kunnen, zo daar behoefte aan is, experimenten plaatsvinden. Er zou bijvoorbeeld op experimentele basis een cursus vaktaal kunnen worden georganiseerd. Het Steunpunt heeft een projectvoorstel geformuleerd voor een cursus bronnentaal. In de enquête wordt ook de behoefte aan economisch Nederlands geuit De Harting Cursus De cursus voor studenten Engels die een jaar in het Verenigd Koninkrijk gaan 10

11 studeren met een Harting-beurs en daar een bijdrage leveren aan het onderwijs Nederlands, wordt al enige jaren verzorgd door de Afdeling Nederlands tweede taal van de Vrije Universiteit. De cursus heeft een vast programma, dat ieder jaar geëvalueerd wordt. In 1998 waren er weer twee parallelgroepen. De evaluaties waren dermate positief dat we geen reden zien deze cursus grondig te veranderen. Wel willen we op basis van het gesprek met de cursusleider en de evaluaties enkele aanbevelingen doen. De lengte van de cursus is minimaal gezien de hoeveelheid stof die erin aan de orde komt, maximaal gezien de tijd die de studenten beschikbaar hebben. Toch zou overwogen moeten worden om de cursus uit te breiden met enkele dagen, verspreid over een langere periode. Daarin zou vooral de kennis van het Nederlands (grammatica) en van de Nederlandse cultuur aan de orde moeten komen. NVT-docenten (of aspirant docenten) die geïnteresseerd zijn in een cursus als die voor de Harting studenten, zouden de mogelijkheid moeten hebben aan te schuiven bij deze cursus. Op dit moment zijn er twee docenten die zich voorbereiden op het geven van Nederlands in Archangelsk. Voor hen zou de Harting cursus zeer geschikt zijn. Voor het Steunpunt NVT zou aan het begin van de cursus wat tijd moeten worden ingeruimd om informatie geven over het Steunpunt en over de Taalunie. Ook aan de begeleiding van de studenten als ze ter plekke zijn, zou samen met NT2-VUA vorm gegeven kunnen worden. Met name voor studenten die op een éénmanspost terechtkomen is continue coaching, hoewel op afstand, heel belangrijk. 2.6 Intervisie In 2.1 is al vermeld dat de vertaalslag van nieuwe theoretische en didactische inzichten naar toepassingen in de praktijk van het onderwijs niet automatisch door docenten wordt gemaakt. Een voorwaarde daarvoor is dat docenten toegang hebben tot de relevante kennis en dat ze vervolgens getraind worden hoe ze die kennis het beste in praktijk kunnen brengen. Maar zelfs dan, zo blijkt uit praktijkonderzoeken, is de transfer van cursussen naar de lespraktijk gering. Een van de manieren om de professionalisering van docenten zo dicht mogelijk bij die praktijk ter hand te nemen en de kans op transfer zo groot mogelijk te maken is een systeem van intervisie opzetten binnen het team van een school. Door intervisie blijft een docent in ontwikkeling, blijft een docent leren. Simons (1997) onderscheidt vier niveaus in het leerproces van de docent door middel van intervisie: 1) reflectie, 2) feedback, 3) visieontwikkeling en 4) uitproberen. Alleen reflectie op het eigen handelen is volgens hem niet voldoende. Hoeveel docenten lezen vaktijdschriften? Hoeveel gaan er uit zichzelf nieuwe dingen uitproberen? Er moet een wisselwerking zijn tussen reflectie en input van buiten. Daarvoor is overleg in teamverband nodig en input en feedback van deskundigen. Intervisie en lesobservatie zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het Steunpunt NVT ondersteunt graag het opzetten van intervisienetwerken (binnen of buiten een onderwijsinstelling). 2.7 Samenvatting 11

12 Concluderend kunnen we stellen dat de componenten die samen het nascholingsbeleid moeten vormen voor het merendeel al bestaan, maar dat deze verder moeten worden uitgebouwd en hier en daar opnieuw ingevuld om beter in te kunnen spelen op de diversiteit van het NVT-veld. Helemaal nieuw in dit voorstel zijn de trainingen op locatie door middel van supervisie en intervisie en de eventueel daaraan voorafgaande praktijkonderzoeken. Het Steunpunt NVT hecht zeer veel waarde aan dit type trainingen omdat die (zo blijkt ook uit literatuur) het grootste effect sorteren. Daarnaast zou het Steunpunt graag zien dat het totale aanbod aan scholingsinstrumenten verruimd wordt, met andere woorden dat meer docenten kunnen profiteren van de mogelijkheden voor bijscholing. Formules die met succes worden toegepast in bepaalde regio s (bijvoorbeeld gastdocentschappen in Indonesië, regionale intervisiebijeenkomsten in Duitsland) kunnen gerepliceerd worden in andere regio s. Tenslotte is van belang dat er in het geheel van bijscholingsinstrumenten een grotere plaats ingeruimd wordt voor de didactiek van het Nederlands als vreemde taal. Gegevens uit de enquête tonen aan dat het gros van de docenten (144 van de 183) lessen taalvaardigheid geeft, waarmee het belang van de didactiek van taalverwerving is bewezen. Echter ook bij de andere vakken (literatuur, taalkunde, vertalen, kennis van land en volk) blijft een feit dat het om taalonderwijs gaat, dat wil zeggen: er is een inhoud (WAT) en een vorm (HOE). Bij de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs is juist die vorm van belang. 12

13 3 BLAUWDRUK VAN EEN BIJSCHOLINGSCURSUS VOOR NVT-DOCENTEN Een blauwdruk is volgens het woordenboek een ontwerp, een kopie van een bouwkundige tekening, een plan van uitvoering. Maar wat moet een blauwdruk van een bijscholingscursus voor NVT-docenten zijn: een cursusopzet of een uitgewerkt cursusprogramma? Gedacht kan worden aan een document waarin aangegeven wordt uit welke onderdelen een cursus voor NVT-docenten moet bestaan en op welke manier die onderdelen onderwezen moeten worden. Iets dergelijks hebben wij voor ogen gehad bij het opstellen van deze blauwdruk. Aangezien het in onze visie gaat om een stelsel van cursussen en niet om één cursus, leek het gerechtvaardigd niet al te zeer in details te treden, maar de grote lijnen in het oog te houden en meer een schets van een bouwplan dan een bouwtekening te maken. Een uitgewerkte tekening en gedetailleerde beschrijvingen van onderdelen van het stelsel zijn met het oog op de te volgen (tender) procedure ook niet wenselijk. 3.1 Procedure Uitgaande van een stelsel van bijscholingscursussen dat bestaat uit vier verschillende componenten, zoals dat in is geformuleerd, stellen we het volgende voor. In 1999 worden twee cursussen georganiseerd, type 1 (taalvaardigheid + didactiek taalverwerving + land en volk) en type 2 (literatuur + didactiek literatuur + land en volk). De cursussen worden aan twee verschillende universiteiten gegeven, een in Nederland en een in Vlaanderen. Eventueel kan, voor specifieke expertise, een beroep gedaan worden op lerarenopleidingen. In het jaar daarna (2000) worden twee andere cursussen georganiseerd (type 3 en 4), aan andere of dezelfde universiteiten. Alle vier de cursussen worden daarna grondig geëvalueerd. Op basis van die evaluaties worden beslissingen genomen over het verdere beleid met betrekking tot bijscholingen. Het Steunpunt NVT kan het ontwerpen en uitvoeren van de evaluatieprocedure op zich nemen. Richtlijnen voor de samenstelling van de vier cursussen worden door het Steunpunt ontwikkeld. Paragraaf 3. 4 bevat een voorbeeld hiervan voor de cursus taalvaardigheid en didactiek van taalverwerving (type 1). Deze richtlijnen worden samen met een tenderbrief naar een aantal universiteiten gestuurd. Universiteiten kunnen een offerte indienen voor het ontwikkelen en uitvoeren van een cursus. Bij de selectie van de universiteiten wordt rekening gehouden met de aanwezige expertise op het gebied van nascholing van docenten voor het betreffende cursusonderwerp en met affiniteit met het NVT-veld. Universiteiten die de prijs hebben gewonnen krijgen de toezegging om twee keer dezelfde cursus uit te voeren (met een jaar ertussen). Als ze willen, kunnen ze buiten deze twee keer de cursus (in eigen beheer) commercieel aanbieden. Dat geeft de NTU de mogelijkheid om ook op andere momenten cursisten aan te leveren en maakt het voor de universiteiten aantrekkelijk hierin te investeren. 13

14 3.2 Didactische uitgangspunten De visie op onderwijs die ten grondslag ligt aan de hier voorgestelde didactiek wordt het best weergegeven met de (helaas Engelse) term lifelong learning. Ontwikkelingen in onderwijsonderzoek en -beleid volgen elkaar steeds sneller op. Om de lijn naar de praktijk vast te houden is het nodig dat docenten zich voortdurend op de hoogte stellen van die ontwikkelingen (kennis vergaren) en zichzelf trainen in het toepassen van nieuwe inzichten. In een cursus voor docenten moeten praktijk en theorie elkaar dan ook afwisselen, en op een zodanige manier gedoceerd worden dat het verband zichtbaar blijft. In de tweede plaats moet in de cursus niet alleen kennis worden overgedragen maar moeten ook strategieën worden aangeleerd waarmee de docent zichzelf verder kan ontwikkelen. Een manier van leren die zinvol is voor deze groep NVT-docenten is het ervaringsleren. Door docenten zelf te laten ervaren hoe bepaalde onderwijsvormen, oefeningen en hulpmiddelen werken en daarbij de nascholende docent te observeren, is een eerste stap gezet op weg naar het toepassen in de eigen praktijk. Vooral in een cursus taalvaardigheid gecombineerd met de didactiek van taalverwerving kan deze werkwijze makkelijk worden toegepast voor het aanleren van docentvaardigheden (zie 3.3.). Het derde punt heeft te maken met de organisatie van het onderwijs. De doelgroep van bijscholingscursussen is heterogeen qua achtergrond en leerstijl, en representeert verschillende didactische tradities. Het is dan ook aan te bevelen niet te kiezen voor steeds dezelfde vorm in de lessen, maar variatie aan te brengen in werkvormen: theoretische inleidingen, discussies, groepsopdrachten, individuele studies, presentaties, buitenschoolse opdrachten etc. Om enige mogelijkheid voor differentiatie te bieden, kan een vrije ruimte worden ingebouwd waarin docenten zelf kunnen werken aan de vaardigheden en kennis die ze ontberen. Dit gebeurt ook in tijdens het Seminarie. Tenslotte moeten enkele recente ontwikkelingen in het taalonderwijs in ieder geval terug te vinden zijn in een cursus voor docenten, met name taalbeleid (geïntegreerd taalonderwijs) en taakgericht onderwijs. Voor een uitwerking van deze begrippen in relatie tot het NVT-onderwijs verwijzen we naar Van Kalsbeek 1998 (zie bijlage). De daar uiteengezette visie op de rol die cultuur speelt in het taalonderwijs willen we ook hier uitdragen. 3.3 Taal en cultuur Het is al op verschillende punten in dit advies naar voren gekomen: taal en cultuur zijn zo verweven dat je ze moeilijk kunt scheiden. Toch hebben alle instellingen waar Nederlands wordt gedoceerd een apart vak kennis van land en volk. Afhankelijk van de definitie die aan het begrip cultuur wordt gegeven wordt dit vak ingevuld. Er zijn talloze definities van het begrip cultuur, variërend van Cultuur met de grote C (kunst, literatuur, architectuur, etc) tot cultuur als conceptueel systeem dat zich in de hoofden van mensen bevindt en waardoor ze de wereld om zich heen waarnemen en classificeren. Cultuur in de eerste betekenis kan misschien nog in een taxonomie van begrippen en onderwerpen worden geperst en als apart vak worden onderwezen, maar bij cultuur als conceptueel systeem is dat veel moeilijker, zo niet onmogelijk. Juist dat aspect van cultuur speelt een grote rol bij het leren van een taal, vooral bij het aanleren van de betekenis van 14

15 begrippen. Classificatieschema s blijken niet altijd overdraagbaar van de ene taal naar de andere en kunnen zorgen voor misverstanden. Misverstanden over formeel of informeel taalgebruik bijvoorbeeld, of over de interpretatie van het begrip vriendschap, of over de waardering voor een kamer op het zuiden. Door als taaldocent voortdurend in gesprek te blijven hierover met de cursisten, kunnen die misverstanden een positieve bijdrage leveren aan het leerproces en werkelijk interculturele communicatie tot stand brengen. Kramsch (1993) noemt dit dialogische pedagogiek. Dit lijkt ons een belangrijk onderdeel in een bijscholingscursus voor NVT-docenten en sluit aan bij de kritiek die door de Raad voor Nederlandse Taal en Letteren is geuit (zie bericht in Taalschrift 1999/2): De Raad vindt dat taal en cultuur in de beleidsplannen van de Taalunie nog te veel gescheiden werelden vormen. Uitgaande van de integratie tussen taal en cultuur moeten docenten vaardigheden aanleren om de culturele component bij ieder onderdeel van het onderwijs Nederlands tot zijn recht te laten komen. 3.4 Inhoud Globale richtlijnen a) De exacte inhoud van een cursus moet samengesteld worden door het team van docenten, in samenwerking met (of na inventarisatie van behoeften van) docenten die de doelgroep vormen. Het is van belang dat er een programma gemaakt wordt voor de cursus als geheel, zodat een evenwichtige samenstelling van onderwerpen en sprekers is gegarandeerd. Om variatie in de cursus te brengen moet er niet automatisch vanuit worden gegaan dat positief geëvalueerde sprekers en docenten het volgend jaar weer worden uitgenodigd. Er moet echter een gezond evenwicht zijn tussen flexibiliteit en continuïteit. De continuïteit moet vooral gezocht worden in de inhoud, in het programma. Dat moet niet ieder jaar opnieuw worden samengesteld, maar op onderdelen worden bijgesteld op grond van ervaringen en evaluaties, zoals dat nu ook bij het Seminarie en bij de Harting cursus gebeurt. De flexibiliteit wordt gegarandeerd door het gevarieerde aanbod aan cursussen en door variatie in sprekers. b) Er moet een koppeling zijn tussen de buitenschoolse activiteiten van een cursus en de lessen. Excursies en lezingen moeten worden voorbereid in de les en later weer worden teruggekoppeld, zeker waar het cursussen taalvaardigheid betreft. Dit komt niet alleen de taalverwering ten goede, maar maakt het ook interessanter voor de cursisten: door een goede voorbereiding zullen ze meer oppikken van lezingen en excursies. Tijdens het bezoek aan de studentencursus in Gent waren we getuige van een mooi voorbeeld hiervan: bij het begin van de les werd gevraagd hoe het gisteren was en wat de studenten geleerd hadden van de excursie. Het laatste deel van de les werd besteed aan voorbereiding op het middagprogramma (in dit geval een lezing). In het kader daarvan kwamen onder andere specifieke uitdrukkingen aan de orde. Een dergelijke inkadering van woordenschat en idioom is veel zinvoller dan losse aanbieding van spreekwoorden-met-bijbehorende-plaatjes. Docenten die lesgeven in een bijscholingscursus zouden misschien getraind moeten worden in het geven van buitenschoolse opdrachten en in het zoeken naar mogelijkheden om ook in de situatie van het vreemde-taalleren studenten 15

16 zelfstandig te laten werken. c) De duur van de cursus moet minimaal twee weken zijn voor cursussen van type 2, 3 en 4. Een cursus taalvaardigheid in combinatie met didactiek van taalverwerving zou drie weken moeten duren, twee weken lessen en excursies en een week stage. Uitgaande van een cursus van twee weken, met daaraan gekoppeld een week stage (idealiter) is het volgende programma mogelijk Programma van cursus 1 Week 1 en 2 dagelijks: : lessen Bijvoorbeeld didactiek en taalvaardigheid volgens het principe van de dubbelslag: eerst krijgen de docenten een onderwerp gepresenteerd zoals studenten dat krijgen of voeren ze een opdracht uit als waren ze studenten, vervolgens bekijken ze het onderwerp vanuit de optiek van docent. Als voorbeeld nemen we het onderdeel leesvaardigheid van de Harting cursus. Allerlei soorten leesteksten uit verschillende materialen worden behandeld, een tekst over Nederland na 1945, een busregeling, een bladzijde uit een omroepgids, de tekst Wees wijs met water en het gedicht Herinnering aan Holland. Van deze teksten wordt de culturele informatie gegeven die vereist is om de minimale context te creëren die nodig is voor tekstbegrip. Op die manier komen land en volk aan de orde. De teksten worden daarna als leestekst behandeld, zoals dat met studenten ook gebeurt, zodat de docenten kunnen ervaren hoe het gaat en ter vergroting van hun eigen taalvaardigheid. Vervolgens wordt de stap gemaakt naar de didactiek: wat deed de docent precies? Waarom deed ze dat? Dat leert de docenten kritisch te kijken naar de docentvaardigheden. De docent (bijscholer) geeft de theoretische achtergronden en de motivatie voor de gevolgde didactiek. Zo komen achtereenvolgens land en volk eigen taalvaardigheid didactiek theorie aan de orde. Tijdens de vrije ruimte in de middag werken de docenten verder aan een van deze vier onderdelen, al naar gelang hun behoeften en wensen. Indien er met teksten of ander materiaal gewerkt wordt, worden deze zo veel mogelijk gezocht bij het onderwerp van de lezing van s middags lunch : vrije ruimte Hierin kan de eigen taalvaardigheid worden geoefend over de onderwerpen die s ochtends aan de orde zijn geweest. Ook kunnen opdrachten worden uitgevoerd om de didactische principes van de ochtendsessie uit te werken of lesmaterialen te bekijken over het betreffende onderwerp. In naslagwerken kan informatie over land en volk worden gezocht. 16

17 Bestudering van een theoretisch onderwerp kan ook plaatsvinden lezing/excursie/buitenschoolse opdracht Voorbeeld van een lezing. Een lezing over neologismen en verschillende varianten van modern taalgebruik (turbotaal, poldernederlands, etc) door een taalkundige die zich daar mee bezighoudt. Voorbeeld van excursie Een excursie naar het Gemeentemuseum in Den Haag, waar onder andere de spraakmakende Mondriaan wordt bekeken. Voorbeeld van een buitenschoolse opdracht. Het is aannemelijk dat NVT-docenten contact willen met bepaalde collega s in Nederland, of met deskundigen op een specifiek terrein. In de ochtendsessie zou een gesprek met zo iemand kunnen worden voorbereid, door bijvoorbeeld samen met een interviewer (gastdocent, journalist) gesprekstechnieken door te nemen en vragen op te stellen en vervolgens die werkvorm in te vullen voor de eigen studenten (dubbelslag). s Middags worden de gesprekken gehouden. De cursusleiding zoekt (eventueel in samenwerking met het Steunpunt) geschikte personen. Week 3: stages Zo mogelijk worden aan de universiteit waar de cursus plaatsvindt, lesbezoeken afgelegd bij collega s. Praktijkbegeleiding wordt gegeven door de docenten van het team dat de cursus geeft (eventueel in samenwerking met het Steunpunt) Onderwerpen We doen nog enkele suggesties voor onderwerpen. Het getal tussen haakjes geeft het aantal docenten aan dat dit onderwerp noemde in de enquête. Taalvaardigheid Spreekvaardigheid (inclusief uitspraak) (14) Woordenschat/idioom (10) Grammatica (8) Luistervaardigheid (4) Didactiek Spreekvaardigheid (6) Woordenschat (2) Grammatica (1) Luistervaardigheid (1) Nieuwe materialen (7) Gebruik van multimedia (3) Literatuur als onderdeel van taalverwerving 17

18 Doeltaal voertaal Integratie van vaardigheden Time management Contrastief taalonderwijs Land en volk België/Vlaanderen (12) Actualiteiten (8) Cultuur (8) Nederland (6) Overzeese rijksdelen (+ gesch) (6) Media (5) Geschiedenis (3) Moderne poëzie Modern proza (René Appel, Arnon Grunberg, Manon Uphoff) (Jonge) cabaretiers (zoals Hans Teeuwe, Adelheid Roosen, Brigitte Kaandorp, Jiskefet, Hans Lieberg, Youp van t Hek) Daklozen (krant) Migrantenliteratuur (Kader Abdolah, Hafid Bouazza, Mustafa Stitou en vele anderen) Nederlandse/Vlaamse muziek (onder andere popgroepen, liedjeszangers, koren) Nederlandstalige films (De poolse bruid, Karakter, Antonia, Kleine Teun, Abeltje) Actiegroepen (tegen varkens, milieuvervuiling of kernenergie; voor..) 4 Besluit Dit advies kan een uitgangspunt vormen voor verdere professionalisering van docenten Nederlands als vreemde taal. Het mag echter geen eindrapport zijn, maar moet eerder als een tussenrapport worden beschouwd. Professionalisering is immers een zaak die voortdurend de aandacht moet hebben, zowel van de faciliterende en ondersteunende instanties als van de docenten. Lesgeven is niet alleen anderen leren leren, maar ook zelf een proces van lifelong learning aangaan. Een ander punt waar we tot slot de aandacht op willen vestigen is dat professionalisering van docenten niet los gezien kan worden van de randvoorwaarden. In de brochure van de Taalunie wordt in het kader van het uitdragen van de Nederlandse cultuur vermeld: De belangrijkste docentschappen moeten dan natuurlijk wel beschikken over voldoende boeken, films, video s en ander materiaal (p. 5). Dit ondersteunen wij van harte. En materiaal is slechts een van de randvoorwaarden: mogelijkheden voor bijscholing en de steun vanuit de instelling waar men werkzaam is, zijn twee andere niet te onderschatten voorwaarden voor goed NVT-onderwijs. Als aan die voorwaarden is voldaan, wordt levenslang geen straf, maar dan stimuleert het. En waar enthousiasme en kwaliteit het onderwijs Nederlands sieren, worden dat onderwijs en de cultuur die het vertegenwoordigt gepropageerd. Kwaliteitsverbetering en controle zijn op die manier een vorm van promotie van het Nederlands. Een mooiere vorm van promotie kan het Steunpunt zich niet voorstellen. 18

19 Amsterdam, 12 januari 1999, Fuchs en Van Kalsbeek Bibliografie/leeswijzer H. Biemond, M. Verhallen & R.Walst Leerkrachtvaardigheden Nederlands als tweede taal. s-hertogenbosch: Katholiek Pedagogisch Centrum. D.R.H.Byrd & E. Papatzikou Cochran Silver goals for the edacation of language teachers. Lezing gehouden op het tiende AILA-congres in Amsterdam. H.Douglas Brown Teaching by Principles. An Interactive Approach to Language Pedagogy. New Jersey: Prentice Hall Regents. C. Dietvorst, C. van de Guchte, K. Sietaram & A. Vermeer (red.) Handboek Intercultureel Onderwijs. Alphen a/d Rijn: Samson. Claire J. Kramsch Interactive discourse in small and large groups. In: Rivers, Claire J.Kramsch Context and Culture in Language Teaching. Oxford: Oxford University Press. P.Delhoofen De gekantelde school. Organisatie van zelfgestuurd onderwijs. Groningen: Wolters-Noordhoff. M. Hajer Leren in een tweede taal. Interactie in vakonderwijs aan een meertalige mavo-klas. Groningen: Wolters-Noordhoff. Philippe Hiligsmann Linguïstische aspecten en pedagogische implicaties van de tussentaal van Franstalige M.O.-leerders van het Nederlands. Genève: Librairie DROZ S.A. Marijke Huizinga & Alice van Kalsbeek Kijk op de klas. Een beschrijvend onderzoek van het onderwijs Nederlands als tweede taal in zes klassen volwassen anderstaligen. Amsterdam: VU Uitgeverij. J.Hulstijn, B.Bossers, R.Stumpel, C. van Veen (red.) Nederlands als tweede taal in de volwasseneneducatie. Een handboek voor docenten. Amsterdam: Meulenhoff Educatief. H. De Jonghe, E. van Weezel & S. Veenman Het coachen van leerkrachten; een boek voor het begeleiden van leerkrachten. Hoevelaken: Christelijk Pedagogisch Studiecentrum. Alice van Kalsbeek Klaar om te wenden? Nederlands als tweede taal op de grens van twee millennia. In: Tijdschrift voor Nederlands en Afrikaans (te verschijnen). Alice van Kalsbeek & Ruud Stumpel NT2-lessen in de Basiseducatie en 19

20 Onderwijstechnieken in de NT2-les. (Twee videobanden) Amsterdam: Audiovisueel Centrum Vrije Universiteit en VU Ziekenhuis. Anne Kerkhoff & Sjaak Kroon Beroepsprofiel leraar NT2. Tilburg: Katholieke Universiteit Brabant. Claire J. Kramsch Context and Culture in Language Teaching. Oxford: Oxford University Press. S. Kroon Over de pretenties en de zinvolheid van interculturele taalbeschouwing. In: W. van Galen, J.Jongerius & R. Kabdan (red.), Meertaligheid op school. Bijdragen aan de ontwikkeling van een taalbeleid. Groningen: Wo;lters-Noordhoff. Sjaak Kroon en Ton Vallen (red.) Nederlands als tweede taal in het onderwijs. Praktijkbeschrijvingen uit Nederland en Vlaanderen. Voorzetten 46. s-gravenhage: Sdu Uitgeverij. Les (tijdschrift voor docenten van volwassen anderstaligen), nr. 94, september 1998: Sporen van onderwijsvernieuwing. E. Liemberg & J. Hulstijn Referentiekader NT2. Den Bosch: PROVE. M.H. Long A role for instruction in second language acquisition: task-based language teaching. In: K. Hyltenstam & M. Pienemann (ed.), Modelling and assessing second language acquisition. Clevedon: Multilingual Matters. N. Markee Second Language Acquisition research: A Resource for Changing Teachers Professional Cultures? In: The Modern Language Journal, nr. 81, 1997: Moer (tijdschrift voor het onderwijs in het Nederlands), nr. 6, 1997: Taakgericht onderwijs. P.M. Nieuwenhuijsen (red.) Het schoolvak Nederlands. Verslag van de negende conferentie. Utrecht: Algemeen Pedagogisch Studiecentrum. D. Nunan & C. Lamb The self directed teacher. Managing the learning process. Cambridge: Cambridge University Press. Jack C. Richards (?). Beyond training: perspectives on language teacher education. Cambridge: Cambridge University Press. Wilga M. Rivers Interactive Language Teaching. Cambridge: Cambridge University Press. Dick Schram en Cor Geljon (red.) Grensverleggend literatuuronderwijs. Zutphen: Thieme. P.R.J.Simons. 20

JAARVERSLAG 1999 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL

JAARVERSLAG 1999 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL JAARVERSLAG 1999 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL Steunpunt Nederlands als vreemde taal Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Spuistraat 210 1012 VT Amsterdam Tel +31 20 525

Nadere informatie

Ronde 3. Nvt Nt2: één pot nat? 1. Inleiding. 2. Context

Ronde 3. Nvt Nt2: één pot nat? 1. Inleiding. 2. Context . Nederlands als tweede taal Ronde 3 Hellmuth Van Berlo Taaluniecentrum NVT, Brussel Contact: hvanberlo@taaluniecentrum-nvt.org Nvt Nt2: één pot nat? 1. Inleiding Is de hele discussie over de vermeende

Nadere informatie

OPLEIDING DOCENT NT2

OPLEIDING DOCENT NT2 OPLEIDING DOCENT NT2 IN DE VOLWASSENENEDUCATIE VU-NT2 PROFESSIONAL CURSUSJAAR 2016/2017 De opleiding Docent NT2 in de volwasseneneducatie is een gezamenlijke opleiding van de Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

OPLEIDING DOCENT NT2 IN DE VOLWASSENENEDUCATIE CURSUSJAAR 2017/2018

OPLEIDING DOCENT NT2 IN DE VOLWASSENENEDUCATIE CURSUSJAAR 2017/2018 OPLEIDING DOCENT NT2 IN DE VOLWASSENENEDUCATIE CURSUSJAAR 2017/2018 De opleiding Docent NT2 in de volwasseneneducatie is een gezamenlijke opleiding van de Vrije Universiteit Amsterdam en Hogeschool Windesheim

Nadere informatie

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding 1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding De afsluitende bijeenkomst van het Leonardo-project Key to Mobility vond plaats in september 2011. Het resultaat van het project was een trainingscursus

Nadere informatie

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK Iedereen heeft er de mond van vol: Het beste uit de leerling halen Recht doen aan verschillen van leerlingen Naast kennis en vaardigheden, aandacht voor het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven Wilma van der Westen Project Docenten aan zet bij taal in alle vakken Utrecht 7 november 2012 Even voorstellen: Bestuurslid Het Schoolvak Nederlands HSN

Nadere informatie

Interculturele CompetentieWijzer (ICW): mogelijkheden en beperkingen. Joke Simons & Yunsy Krols

Interculturele CompetentieWijzer (ICW): mogelijkheden en beperkingen. Joke Simons & Yunsy Krols Interculturele CompetentieWijzer (ICW): mogelijkheden en beperkingen Joke Simons & Yunsy Krols 1 INTERCULTURELE COMPETENTIE: WAT? 2 Metaforen 3 Competentie = K + V + A + A + (Fantini, 2000) 4 Onderwijs

Nadere informatie

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Angelique van het Kaar Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam 7 november 2012 Overzicht onderwerpen Training Didactische

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderzoek Zuid-Afrika

Onderzoek Zuid-Afrika Onderzoek Zuid-Afrika Tweede taalverwerving en tweede taalonderwijs Engels als tweede taal in het basisonderwijs Naam: Kimberly Vermeulen Studentnummer: S1077859 Klas: PLV3B Minor: Internationalisering

Nadere informatie

Kennisbasis Duits 8 juli 2009. 2. Taalkundige kennis

Kennisbasis Duits 8 juli 2009. 2. Taalkundige kennis Kennisbasis Duits 8 juli 2009 Thema Categorie/kernconcept Omschrijving van de categorie / het kernconcept De student 1. Taalvaardigheden 1.1 De vaardigheden 1.1.1 beheerst de kijkvaardigheid en de luistervaardigheid

Nadere informatie

JAARVERSLAG 1998 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL

JAARVERSLAG 1998 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL JAARVERSLAG 998 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL Sebastian Fuchs Alice van Kalsbeek Steunpunt Nederlands als vreemde taal Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Spuistraat 20

Nadere informatie

BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting

BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven Coachend Leidinggeven Sales Force Consulting inleiding Leidinggeven aan de alledaagse uitvoering van het werk, is één van de belangrijkste kerntaken van elke manager.

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek Prof. dr. Perry den Brok Betrokkenen Connect College (opdrachtgever) Kennisnet (subsidie onderzoek) Technische Universiteit Eindhoven

Nadere informatie

PSYCHOLOGIE IN COACHING compacte introductie van actuele inzichten met focus op praktische toepassing vanuit eigen casuïstiek

PSYCHOLOGIE IN COACHING compacte introductie van actuele inzichten met focus op praktische toepassing vanuit eigen casuïstiek PSYCHOLOGIE IN COACHING compacte introductie van actuele inzichten met focus op praktische toepassing vanuit eigen casuïstiek Psychologie in Coaching Deze training gaat over psychologische inzichten en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Chinastudies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Taalontwikkelend Lesgeven

Taalontwikkelend Lesgeven Taalontwikkelend Lesgeven Een didactische methode voor álle docenten Conferentie Thema Leren van elkaar 15 maart 2018 Ria Chin-Kon-Sung Matti Gortemaker (Hogeschool Rotterdam) Kennismaken Inclusief onderwijs

Nadere informatie

Strategisch lezen voor beroep en studie

Strategisch lezen voor beroep en studie Strategisch lezen voor beroep en studie Roos Scharten (Expertisecentrum Nederlands) Georgia Vasilaras (ROC de Leijgraaf) Edith Vissers (KPC Groep) 9 december 2015 Leijgraaf: het uitgangspunt! Elke professional

Nadere informatie

Lesson Study in de Lerarenopleiding RuG. Carien Bakker vakdidactica Nederlands

Lesson Study in de Lerarenopleiding RuG. Carien Bakker vakdidactica Nederlands 1 Lesson Study in de Lerarenopleiding RuG Carien Bakker vakdidactica Nederlands c.h.w.bakker@rug.nl 2 Eerstegraads Lerarenopleiding RUG 4 jaar vakmaster + 1 jaar lerarenopleiding bevoegdheid schoolvak

Nadere informatie

Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1

Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1 Ronde 2 Martine Braaksma & Gert Rijlaarsdam Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Contact: braaksma@uva.nl Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1

Nadere informatie

Kwaliteitsstandaard tweetalig onderwijs 2.0

Kwaliteitsstandaard tweetalig onderwijs 2.0 Kwaliteitsstandaard tweetalig onderwijs 2.0 Waarom een kwaliteitsstandaard? Wanneer mag je als school of afdeling de benaming tto (tweetalig onderwijs) gebruiken? Dat mag als je onderwijsaanbod voldoet

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

De lerende Overblijf Medewerker

De lerende Overblijf Medewerker Whitepaper tussenschoolse opvang Overblijf Academie Maart 2014 Inleiding Deze whitepaper is bedoeld voor schoolleiders, directies en besturen in het primair onderwijs in Nederland die willen weten hoe

Nadere informatie

1 Leren op de werkplek

1 Leren op de werkplek 1 Leren op de werkplek Wat is leren op de werkplek? Om dit te verduidelijken onderscheiden we in dit hoofdstuk twee vormen van leren: formeel en informeel leren. Ook laten we zien welke vormen van leren

Nadere informatie

Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen

Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen . Taalbeleid hoger onderwijs Ronde 8 Sibo Kanobana Universiteit Gent Contact: sibo.kanobana@ugent.be Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen 1. Inleiding In deze bijdrage

Nadere informatie

Roeien met de riemen die je hebt Beoordeling interculturele competenties

Roeien met de riemen die je hebt Beoordeling interculturele competenties Roeien met de riemen die je hebt Beoordeling interculturele competenties Ir. Saskia Kreutzer Drs. Jannemieke Geessink Arnhem Business School NUFFIC Workshop Best Practises Roeien met de riemen die je hebt

Nadere informatie

Programma NT2 leerkracht

Programma NT2 leerkracht Programma NT2 leerkracht Post-hbo NT2 opleiding Hogeschool Rotterdam HOGESCHOOL ROTTERDAM March 17, 2017 Opgesteld door: Rossum, C.H. van Lobker, H.M. Programma Blok 1 Wk Tijd Opdracht / werkvorm Beg.

Nadere informatie

Scholingsplan 2012-2013. Samen in ontwikkeling

Scholingsplan 2012-2013. Samen in ontwikkeling Scholingsplan 2012-2013 Samen in ontwikkeling Inhoudsopgave Inleiding 3 Pijlers 4 Kader 5 Deskundigheidsbevordering 2012-2013 6 Beschrijvingen van de scholingen 7 Aanmelden voor externe scholingen 9 Inleiding

Nadere informatie

GRIEKSE EPIGRAFIE OP LOCATIE (MA/PhD)

GRIEKSE EPIGRAFIE OP LOCATIE (MA/PhD) N e d e r l a n d s I n s t i t u u t A t h e n e Ολλανδικό Ινστιτούτο Αθηνών Netherlands Institute at Athens NIA INTERUNIVERSITAIRE CURSUS GRIEKSE EPIGRAFIE OP LOCATIE (MA/PhD) Nederlands Instituut in

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2000 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL

JAARVERSLAG 2000 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL JAARVERSLAG 2000 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL Steunpunt Nederlands als vreemde taal Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Spuistraat 210 1012 VT Amsterdam Tel +31 20 525

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Plan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: 151027 EXPEDITIE 2015-2016

Plan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: 151027 EXPEDITIE 2015-2016 Plan van Aanpak en samen op weg Versie: 151027 EXPEDITIE 2015-2016 De Expeditie Er gaan 85 docenten samen op pad. Doel: De docenten en leerlingen ervaren dat de inzet van ICT een meerwaarde

Nadere informatie

Feedback. Soorten feedback Evaluatieve feedback: Goed gewerkt. Descriptieve feedback: Goed gewerkt. Je hebt alle belangrijke elementen opgenomen.

Feedback. Soorten feedback Evaluatieve feedback: Goed gewerkt. Descriptieve feedback: Goed gewerkt. Je hebt alle belangrijke elementen opgenomen. Feedback Wat is feedback? Feedback gaat over het terugkoppelen van informatie. Nicolien van Hamel 1 legt het kort en bondig uit: Feedback betekent letterlijk: terugkoppeling. Bij feedback hoor je van de

Nadere informatie

Verplicht toetsen en bijspijkeren of eigen verantwoordelijkheid? De basisvaardigheden Nederlands van eerstejaars VU-studenten

Verplicht toetsen en bijspijkeren of eigen verantwoordelijkheid? De basisvaardigheden Nederlands van eerstejaars VU-studenten 7.Taalbeleid hoger onderwijs Ronde 8 Marloes van Beersum & Eline van Straalen Taalcentrum-VU, Vrije Universiteit Amsterdam Contact: mvanbeersum@taalcentrum-vu.nl evanstraalen@taalcentrum-vu.nl Verplicht

Nadere informatie

BABZ-opleiding Basisjaar en Specialisatie Burgerzaken

BABZ-opleiding Basisjaar en Specialisatie Burgerzaken www.segment.nl BABZ-opleiding Basisjaar en Specialisatie Burgerzaken Investeren in uw persoonlijk vakmanschap 3 Samen studeren in een vaste groep 3 Persoonlijke benadering 3 Gemotiveerde studenten 3 Enthousiaste

Nadere informatie

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals Meedoen& Meetellen Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals Samenstelling trainingsmodule Eline Roelofsen Roel Schulte www.verwondering.nu Illustratie

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Wat is duaal inburgeren?

Wat is duaal inburgeren? Wat is duaal inburgeren? Duaal is participeren Voldoende van Nederland en de Nederlandse taal leren om actief te kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving Duaal is gelijktijdigheid Les en praktijk

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)

Nadere informatie

Consulent taalvorming opleiding 2014-2016. Taalvorming

Consulent taalvorming opleiding 2014-2016. Taalvorming Consulent taalvorming opleiding 2014-2016 In september 2014 starten we met een nieuwe groep cursisten voor de opleiding Consulent Taalvorming. De opleiding is bedoeld voor docenten Nederlands en Pedagogiek

Nadere informatie

Accelerative Integrated methodiek een doe -methode van elkaar leren

Accelerative Integrated methodiek een doe -methode van elkaar leren AIM staat voor Accelerative Integrated Method. Deze methodiek is in de jaren negentig in Canada ontwikkeld door Wendy Maxwell als antwoord op de neerwaartse spiraal waarin het onderwijs in de Franse taal

Nadere informatie

TeleTrainer: training in de e van het leren

TeleTrainer: training in de e van het leren TeleTrainer: training in de e van het leren TeleTrainer voor elke docent die betrokken is bij ICT in het onderwijs geschikt voor beginner, gevorderde en specialist geschikt voor verschillende rollen rondom

Nadere informatie

Samenwerking over lerarenopleidingen heen:

Samenwerking over lerarenopleidingen heen: Samenwerking over lerarenopleidingen heen: Hoe aspirant-leraren voorbereiden op inclusief lesgeven? Debbie De Neve, Ellen Vandervieren Overzicht Context Doel van het inclusietraject Verloop van het inclusietraject

Nadere informatie

Overzicht curriculum VU

Overzicht curriculum VU Overzicht curriculum VU Opbouw van de opleiding Ter realisatie van de gedefinieerde eindkwalificaties biedt de VU een daarbij passend samenhangend onderwijsprogramma aan. Het onderwijsprogramma bestaat

Nadere informatie

Onderzoek Zuid-Afrika

Onderzoek Zuid-Afrika Onderzoek Zuid-Afrika Tweede taalverwerving en tweede taalonderwijs Engels als tweede taal in het basisonderwijs Naam: Kimberly Vermeulen Studentnummer: S1077859 Klas: PLV3B Datum: 20-04-2015 Inhoudsopgave

Nadere informatie

NT2-docent, man/vrouw met missie

NT2-docent, man/vrouw met missie NT2docent, man/vrouw met missie Resultaten van de bevraging bij NT2docenten Door Lies Houben, CTOmedewerker Brede evaluatie, differentiatie, behoeftegericht werken, De NT2docent wordt geconfronteerd met

Nadere informatie

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. ROWF Les op locatie in de beroepsopdracht van de HvA. De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. Het doel is de

Nadere informatie

HET IENE2 MODEL CURSUS : TRAIN DE TRAINER

HET IENE2 MODEL CURSUS : TRAIN DE TRAINER HET IENE2 MODEL CURSUS : TRAIN DE TRAINER Dit project werd gefinancierd en ondersteund door de Europese Commissie. Deze publicatie geeft de mening weer van de auteur en de Commissie kan niet verantwoordelijk

Nadere informatie

ALGEMEEN. Doel & inhoud. Evaluatie

ALGEMEEN. Doel & inhoud. Evaluatie NI04_02 Komunikace v obchodním styku a v zaměstnání Sofie Royeaerd Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Arna Nováka 1 602 00 Brno CZ sofie.royeaerd@gmail.com ALGEMEEN Doel & inhoud In deze

Nadere informatie

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Weblogs 1 Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Iwan Wopereis Open Universiteit Nederland Peter Sloep

Nadere informatie

Inleiding. Visie Beleid. Omgeving. Resultaat. Personeel. Beleid. Onderwijs. Leerlingen. Begeleiding. Communicatie. Cultuur.

Inleiding. Visie Beleid. Omgeving. Resultaat. Personeel. Beleid. Onderwijs. Leerlingen. Begeleiding. Communicatie. Cultuur. Inleiding Deze quickscan helpt u inzicht te krijgen in de taalsituatie op uw school. Met de scan licht u uw school door op vier categorieën en elf wezenlijke aspecten van het taalbeleid en de taalsituatie

Nadere informatie

Faciliteren & Participerend Leren Beter proces en resultaat

Faciliteren & Participerend Leren Beter proces en resultaat CURSUS Faciliteren & Participerend Leren Beter proces en resultaat 4 & 5 Februari, 2019 Verzorgd door: Facili2transform Simon Koolwijk Professor vd Veldenstraat 12 6524 PP Nijmegen telno. +31 (0) 24 3504437

Nadere informatie

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z Geachte leraar, Nogmaals bedankt voor uw bereidheid deel te nemen aan deze studie. Binnen het kader van het MaSDiV project, heeft u deelgenomen aan een cursus over onderzoekend leren en omgaan met verschillen.

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur Actuele relatie met O&O (specifieke opleidingen etc.) De collectie Engelse taal en cultuur richt zich met name op de studenten, docenten en onderzoekers

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Ronde 2. Taalsgrift: wei make cheen vaute! 1. Inleiding. 2. Taalbeleid op het Alfrink College 1

Ronde 2. Taalsgrift: wei make cheen vaute! 1. Inleiding. 2. Taalbeleid op het Alfrink College 1 Ronde Ellen Koemans & Anne-Marie van der Meer Alfrink College, Zoetermeer Contact: kom@alfrink.nl mea@alfrink.nl Taalsgrift: wei make cheen vaute! 1. Inleiding Wei make cheen vaute, zeiden de leerlingen.

Nadere informatie

Domein 2 Academisch niveau

Domein 2 Academisch niveau Domein 2 Academisch niveau Domein 2 Academisch Niveau Subdomeinen Thema s Indicatoren 2a. Onderwijsprogramma - Onderwijs aan aios in EBM. 2a.1 Onderwijs aios in EBM in alle opleidingsjaren 2b. Wetenschappelijk

Nadere informatie

Al doende leren Een module voor trainers

Al doende leren Een module voor trainers Al doende leren Een module voor trainers Bijlagen: Powerpoint Een module voor trainers Handouts: Stappenplan internetgebruik (De Strategiekaart) Print van Powerpoint prestaties geld Parktijkopdrachten

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Taak 1. Bewegingsarmoede bij kinderen

Taak 1. Bewegingsarmoede bij kinderen Taak 1 10 Bewegingsarmoede bij kinderen U werkt als bewegingswetenschapper op de Hogeschool PXL en u werkt mee aan een onderzoek over bewegingsarmoede bij kinderen. Over dit onderzoek is een kort bericht

Nadere informatie

Vragenlijst voor minorstudenten

Vragenlijst voor minorstudenten Vragenlijst voor minorstudenten Digitale toetsing en beoordeling in de universitaire lerarenopleiding Intro Het komende studiejaar besteden opleiders van alle universitaire lerarenopleidingen speciale

Nadere informatie

Leerplanschema Minor Psychologie

Leerplanschema Minor Psychologie Minor Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Duits in het MBO: Deutsch für den Beruf. Keuzedeel Duits: het onderwijsmodel Auteur: Marianne Driessen

Duits in het MBO: Deutsch für den Beruf. Keuzedeel Duits: het onderwijsmodel Auteur: Marianne Driessen Duits in het MBO: Deutsch für den Beruf Keuzedeel Duits: het onderwijsmodel Auteur: Marianne Driessen I Inhoud 1 Hoe leer je Duits?... 1 1.1 Visie op het leren van een vreemde taal... 1 1.2 Visie keuzedeel

Nadere informatie

Technologie en taal = WIN WIN. Anique Kamp-Bokdam Anika Embrechts

Technologie en taal = WIN WIN. Anique Kamp-Bokdam Anika Embrechts Technologie en taal = WIN WIN Anique Kamp-Bokdam Anika Embrechts Programma Workshop Even kennis maken.. Introductie workshop Zelf aan de slag en ervaren Ervaringen uitwisselen Wat neem ik mee voor morgen

Nadere informatie

LESSON STUDY IN DE TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING

LESSON STUDY IN DE TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING LESSON STUDY IN DE TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING Evelien van Geffen, MSc. Lerarenopleider HvA e.c.van.geffen@hva.nl Bron: www.loesje.nl 1 TRENDS IN LERAREN OPLEIDEN Lesgeven is sterk situationeel en contextueel

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Zontrainingen Specialist in trainingen voor de kinderopvang. Zontrainingen Het beste bieden aan kinderen, ouders en collega s in de kinderopvang

Zontrainingen Specialist in trainingen voor de kinderopvang. Zontrainingen Het beste bieden aan kinderen, ouders en collega s in de kinderopvang Zontrainingen Specialist in trainingen voor de kinderopvang Zontrainingen Het beste bieden aan kinderen, ouders en collega s in de kinderopvang Inhoud Pagina 1. Inleiding 3 2. Over zontrainingen 3 3. Over

Nadere informatie

Leergang Ambtelijk Secretaris III De invloedrijke OR

Leergang Ambtelijk Secretaris III De invloedrijke OR Leergang Ambtelijk Secretaris III De invloedrijke OR Cursusdag 1 09:30 uur Kennismaking We starten deze module een kennismaking. We inventariseren de verwachtingen van alle deelnemers. U krijgt een toelichting

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod Hulp bij ADHD Dit heeft mijn beeld van ADHD enorm verrijkt. Ik zie nu veel mogelijkheden om kinderen met ADHD goede begeleiding te bieden deelnemer workshop bij Fontys Hogescholen Copyright 2010 Hulp bij

Nadere informatie

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden Afdeling ICT&O, Cleveringa Instituut,

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen.

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen. Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-fiche opleidingsonderdeel: COMMUNICATIEVAARDIGHEID Code: 10368 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 à 90 uur Deliberatie: mogelijk

Nadere informatie

Voortgezet Onderwijs. Maatwerk bij incompany trainingen schoolbrede daltonontwikkeling certificaat leraar dalton VO dalton kort Nunspeet tweedaagse

Voortgezet Onderwijs. Maatwerk bij incompany trainingen schoolbrede daltonontwikkeling certificaat leraar dalton VO dalton kort Nunspeet tweedaagse Voortgezet Onderwijs Maatwerk bij incompany trainingen schoolbrede daltonontwikkeling certificaat leraar dalton VO dalton kort Nunspeet tweedaagse Www.daltondeventer.nl/nascholing Schoolontwikkeling op

Nadere informatie

Opbrengstgericht taalonderwijs

Opbrengstgericht taalonderwijs Opbrengstgericht taalonderwijs De leergang Opbrengstgericht taalonderwijs heeft tot doel leraren en intern begeleiders toe te rusten met kennis, inzichten en vaardigheden op het gebied van lees-/taalonderwijs

Nadere informatie

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Studiehandleiding Taal en diversiteit Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Taal en diversiteit (studiegidsnummer 70720219DY) Jaar 2 Semester

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en Organisatie - 2010-2011 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum

Nadere informatie

3. De CNaVT-profielen

3. De CNaVT-profielen 3. De CNaVT-profielen 3.1. Welke profielen zijn er? In een eerste fase werd bij studenten Nederlands als Vreemde Taal en hun docenten via een schriftelijke vragenlijst gepeild naar de behoeften en motieven

Nadere informatie

Kom voor Taal Aanbod streektaal

Kom voor Taal Aanbod streektaal Kom voor Taal Aanbod streektaal 2017-2018 1 In deze brochure Welkom!... 3 Missie en visie... 4 Streektaal in de klas... 5 Ons onderwijs... 7 Aanbod 2017-2018... 9 Workshop... 10 Studiedag... 12 Cursus...

Nadere informatie

Lesson Study in de Lerarenopleiding RUG

Lesson Study in de Lerarenopleiding RUG 1 Lesson Study in de Lerarenopleiding RUG Carien Bakker vakdidactica Nederlands c.h.w.bakker@rug.nl Charlotte Speekenbrink eerstegraadsdocente Nederlands (in opleiding) Marjolein Gielstra eerstegraadsdocente

Nadere informatie

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni 2016 Inhoudsopgave 1...1 2 Hoofdsectie...2 1 Geef bij de onderstaande stellingen aan of u ermee zeer mee oneens/oneens/eens/zeer mee eens bent, dan wel neutraal

Nadere informatie

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Deskundigheid in Creatief Vermogen Deskundigheid in Creatief Vermogen 2017-2018 Creatief Vermogende trainer in het partnerschap/ netwerk Creatief Vermogen Utrecht wil creativiteit in het hart van het primair onderwijs plaatsen. De professionaliteit

Nadere informatie

Post-hbo cursus Loopbaanbegeleiding

Post-hbo cursus Loopbaanbegeleiding Post-hbo cursus Loopbaanbegeleiding Actuele ontwikkelingen zoals flexibilisering van arbeid, de noodzaak tot het vergroten van de in- en externe mobiliteit van de werknemer, maar ook wetswijzigingen zorgen

Nadere informatie

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak In de afgelopen jaren zijn steeds meer opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs geheel of gedeeltelijk Engelstalig geworden. Deze ontwikkeling is het sterkst

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Amber Van Geit Opleiding:

Nadere informatie

BKO-vragenlijst Individueel traject

BKO-vragenlijst Individueel traject BKO-vragenlijst Individueel traject Naam : Faculteit : E-mailadres : Telefoonnummer : Datum : Deze vragenlijst is bedoeld om inzicht te krijgen in uw onderwijswerkzaamheden. De onderwerpen die aan bod

Nadere informatie

Stages in het buitenland

Stages in het buitenland Stages in het buitenland Ben jij op zoek naar een spetterende buitenlandervaring? Of zoek je gewoon een stage? AIESEC helpt je hierbij. In dit document vind je alle informatie, die je nodig hebt om het

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Nadere informatie

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen?

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen? Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen? 1. Hoe is het taalbeleid van de school? Infodossier van de school I 1.3.1 Nascholing/vakgericht I 1.3.2 Nascholing/algemeen pedagogisch

Nadere informatie

Paragraaf 9.7 Opdracht 15

Paragraaf 9.7 Opdracht 15 Paragraaf 9.7 Opdracht 15 Voorbeelden van verbeterde schrijfopdrachten Het eerste voorbeeld is de uitkomst van een opdracht uitgevoerd door studenten Taalwetenschap (Duale Master NT2-UvA). Concreet zag

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6 Leerwerkplan leerjaar 2 2007 2008 Handtekening instituutbegeleider Naam student : Erik Postema Student nummer : 1006851 Klas : DLO2 metaal Opmerkingen werkplekbegeleider Opmerkingen en eindoordeel instituutbegeleider

Nadere informatie

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 252 SBU, 9 EC

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 252 SBU, 9 EC Taalexpert De post-hbo opleiding Taalexpert heeft tot doel leraren en intern begeleiders toe te rusten met kennis, inzichten en vaardigheden op het gebied van lees-/taalonderwijs op expertniveau. Alle

Nadere informatie