PAARS C50/M100 CYAAN C70. branche rapportage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PAARS C50/M100 CYAAN C70. branche rapportage"

Transcriptie

1 PAARS C50/M100 CYAAN C70 branche rapportage jeugdzorg 2010

2

3 branche rapportage jeugdzorg 2010 Jeugdzorg in 2010: de belangrijkste bevindingen 2 1 Inleiding 4 2 Cliëntgegevens Bureaus Jeugdzorg en Landelijk Werkende Instellingen 6 3 Cliëntgegevens Jeugd & Opvoedhulp 13 4 Financiële gegevens Bureaus Jeugdzorg en Landelijk Werkende Instellingen 23 5 Financiële gegevens Jeugd & Opvoedhulp 29 6 Personeel Bureaus Jeugdzorg en Landelijk Werkende Instellingen 35 7 Personeel Jeugd & Opvoedhulp 38 Bijlage 40 1 branche rapportage jeugdzorg 2010

4 Jeugdzorg in 2010: wat zijn de belangrijkste conclusies? OPNIEUW MEER GEBRUIK VAN JEUGDZORG In de Brancherapportage 2009 is voor het eerst de trend in beeld gebracht van het gebruik van provinciaal geïndiceerde jeugdzorg. Dat gebruik is sinds de invoering van de Wet op de jeugdzorg in 2005 gestaag gestegen. Ook in 2010 hebben organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp weer meer kinderen en ouders kunnen begeleiden bij problemen rond opvoeding en ontwikkeling of gedrag. In 2010 zien we bovendien een sterke stijging in het gebruik van Jeugdzorg Plus, een logisch gevolg van het gewijzigde beleid van het Rijk en van Jeugdzorg Plus. Jongeren met zeer ernstige gedragsproblemen die een gevaar vormen voor zichzelf of anderen en daarom tijdelijk binnen een instelling leven, krijgen sinds 2010 gespecialiseerde zorg aangeboden: Jeugdzorg Plus. ZOVEEL MOGELIJK ZORG IN HET GEZIN Kijken we naar de verdeling in soorten jeugdzorg, dan is de sterkste stijging zichtbaar in de jeugdhulp (ambulante hulp). Deze ontwikkeling is in lijn met de visie van jeugdzorgorganisaties dat kinderen en hun opvoeders waar mogelijk ambulante jeugdhulp ontvangen in en naast het eigen gezin. Andere vormen van zorg worden in die visie pas ingezet als de ambulante hulp niet toereikend is. Als kinderen niet langer thuis kunnen wonen, gaat de voorkeur van Jeugd & Opvoedhulp meestal uit naar een verblijf in een pleeggezin. Ook dit vertaalt zich in de cijfers van de laatste jaren: kinderen zijn vaker opgenomen in een pleeggezin en minder vaak in de accommodaties van Jeugd & Opvoedhulp. MEER ONDERZOEK NAAR KINDERMISHANDELING In 2010 hebben opnieuw meer mensen contact opgenomen met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Vooral het aantal telefoontjes ('eerste contacten') dat tot een onderzoek naar kindermishandeling leidde, is in 2010 sterk gestegen, met 9 procent. Dat heeft onder meer te maken met de discussie over de verplichte meldcode voor beroepsbeoefenaren in sectoren als gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, justitie en politie. Ook werpt de uitrol van de Regionale Aanpak Kindermishandeling (een vervolg op RAAK 1 ) haar vruchten af. Professionals die met kinderen te maken hebben, krijgen extra scholing en training om signalen van kindermishandeling te herkennen. Hierdoor wordt de ernst van de problematiek sneller duidelijk en komen meldingen adequater en in een eerder stadium terecht bij het AMK. Verder voert de overheid sinds 2009 publiekscampagnes 2 om burgers gevoeliger te maken voor signalen van kindermishandeling. Ook deze campagnes hebben bijgedragen aan de stijging van het aantal contacten met het AMK. 1 RAAK (Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling) ontwikkelde sinds 2005 een sluitende aanpak van kindermishandeling. Vanaf 2008 kreeg dit een vervolg: de Regionale Aanpak Kindermishandeling, waarmee de RAAK-aanpak werd ingevoerd in 35 regio s. 2 Zie ook 2 branche rapportage jeugdzorg 2010

5 VAKER HULP IN EIGEN GEZIN NA AMK-ONDERZOEK Een terugblik op de afgelopen jaren maakt ook duidelijk dat het AMK minder vaak een onderzoeksverzoek indient bij de Raad voor de Kinderbescherming. In plaats daarvan brengt het AMK vaker vrijwillige hulp op gang, met instemming van de ouders. Dit komt overeen met de belangrijkste taak van het AMK: een vangnet zijn voor alle gevallen van kindermishandeling en die stoppen met de minst ingrijpende middelen (maar als de bescherming van het kind dit eist, treedt het AMK doortastend op). Uit de cijfers blijkt dat het AMK zijn vangnettaak steeds beter vervult. De gang naar de kinderrechter kan de laatste paar jaar steeds vaker worden voorkomen, omdat dankzij het vrijwillige hulptraject ingrijpende maatregelen als ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing niet nodig zijn. Voor kinderen is dat in veel gevallen de beste oplossing: hulp in de eigen thuissituatie, met steun van professionals, ouders, familie en vrienden. HULP IN HET GEDWONGEN KADER In de eerste paar jaar na de invoering van de Wet op de Jeugdzorg is de hulp binnen het gedwongen kader sterk gestegen. Maar sinds 2009 is het aantal jeugdigen in de jeugdreclassering gestabiliseerd en sinds 2010 geldt hetzelfde voor jeugdigen met een jeugdbeschermingsmaatregel. STEEDS MEER EFFICIËNTIE IN DE JEUGDZORG In de Brancherapportage 2009 is al geconstateerd dat de sector sinds 2005 efficiënter is gaan werken. In 2010 is opnieuw een efficiëntieslag geslagen. Terwijl het budget ongeveer gelijk bleef, hebben de jeugdzorgorganisaties meer zorg verleend aan een groter aantal cliënten. De sector kon dit jaar 4 procent meer cliënten helpen. AFBOUW MIDDELEN IS RISICO VOOR WACHTLIJSTEN Na een jarenlange stijging van de capaciteit voor geïndiceerde zorg is die capaciteit eind 2010 gedaald. De structurele middelen zijn in 2010 nagenoeg gelijk gebleven. Vooral de incidentele, provinciale middelen 3, die in 2009 tijdelijk zijn toegekend om de wachtlijsten weg te werken, zijn in 2010 afgebouwd. Het is de vraag of het de sector in 2011 opnieuw gaat lukken om aan de vraag naar jeugdzorg te voldoen en wachtlijsten te voorkomen. Als de (preventieve) zorg niet verbetert, zoals is afgesproken in het Afsprakenkader , zal Jeugd & Opvoedhulp opnieuw te maken krijgen met een toenemende vraag naar jeugdzorg. 3 In 2010 daalden de incidentele, provinciale middelen ten opzichte van 2009 met 33 procent. 3 branche rapportage jeugdzorg 2010

6 1 Inleiding Dit rapport is verzorgd door Jeugdzorg Nederland (voorheen MOgroep Jeugdzorg) en bevat gegevens over haar leden. De leden van Jeugdzorg Nederland zijn vijftien Bureaus Jeugdzorg, drie Landelijk Werkende Instellingen (LWI s) en 56 organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. Welke zorg bieden deze 56 organisaties? 42 organisaties bieden Jeugd & Opvoedhulp. 8 organisaties leveren Jeugd & Opvoedhulp én Jeugdzorg Plus ; 3 daarvan hebben bovendien een justitieel aanbod. 3 organisaties bieden alleen Jeugdzorg Plus. 2 organisaties verlenen Jeugdzorg Plus én hebben een justitieel aanbod. 1 organisatie is een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) en heeft dus uitsluitend een justitieel aanbod. Binnen het 'gedwongen kader' voeren Bureaus Jeugdzorg en Landelijke Werkende Instellingen (LWI's) de maatregelen jeugdbescherming en jeugdreclassering uit. Deze maatregelen zijn uitgesproken door de kinderrechter. Verder maken het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de Kindertelefoon onderdeel uit van Bureau Jeugdzorg. Daarnaast geven Bureaus Jeugdzorg indicaties af voor provinciaal gefinancierde jeugdzorg en voor de geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd (jeugd-ggz) die door de AWBZ wordt gefinancierd. Bureaus Jeugdzorg beslissen samen met de jeugdigen en hun opvoeders welke vorm van zorg nodig is. Dat heet een indicatie. Zo'n indicatie kan binnen het vrijwillige of het gedwongen kader vallen. Jeugd & Opvoedhulp biedt onder andere gespecialiseerde zorg op basis van hulpverleningsplannen. Basis voor die plannen zijn onder meer de (eigen) diagnostiek en de indicatiestellingen van Bureaus Jeugdzorg. Ook de LWI's bieden gespecialiseerde (pleeg)zorg, naast de bovengenoemde maatregelen jeugdbescherming en jeugdreclassering. Organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp werken meestal binnen een bepaalde regio. Hun werkwijze verschilt per zorgsoort. Ook de zorgtrajecten die ze aanbieden, variëren in duur en intensiteit, afhankelijk van de zorgvraag. Kenmerkend voor organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp is: ze hebben een acceptatieplicht, werken vraaggericht, benaderen zorgvragen multidisciplinair, zorgen voor continuïteit en ze organiseren de nazorg. Daarbij houden ze de specifieke behoeften van jongeren in het oog denk bijvoorbeeld aan hun culturele of religieuze achtergrond. De Bureaus Jeugdzorg en de meeste organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp hebben een subsidierelatie met de provincie of grootstedelijke regio waarin ze gevestigd zijn. De LWI's hebben een subsidierelatie met alle provincies, waarbij één van de provincies als penvoerder optreedt. Evenals in 2009 analyseren we in deze brancherapportage waar mogelijk de gegevens vanaf 2005, het jaar waarin de Wet op de jeugdzorg werd ingevoerd. In dit rapport staat hoeveel jeugdigen en opvoeders zijn geholpen door de organisaties en hoe deze dienstverlening werd gewaardeerd. Daarnaast zijn financiële en personele gegevens over de sector opgenomen. 1.1 DOEL Het doel van deze brancherapportage is tweeledig. Eén: het zichtbaar maken van de trends en ontwikkelingen in de sector. Twee: inzicht geven in de prestaties van de Bureaus Jeugdzorg en de organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. Individueel leggen de organisaties ook verantwoording af over hun prestaties, maar dat doen ze direct aan hun subsidiegevers. 1.2 VERANTWOORDING Voor deze rapportage zijn twee enquêtes opgesteld in samenwerking met informatiedeskundigen van Bureaus Jeugdzorg en organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. Eén enquête was bestemd voor de organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp en één voor de Bureaus Jeugdzorg en LWI s. De gegevens van de LWI's die betrekking hebben op jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn 4 branche rapportage jeugdzorg 2010

7 meegenomen in de hoofdstukken over de Bureaus Jeugdzorg. De LWI-gegevens over gespecialiseerde (pleeg)zorg zijn meegenomen in de hoofdstukken over Jeugd & Opvoedhulp. Vijftien Bureaus Jeugdzorg en drie LWI s zijn dit jaar aangeschreven en zij hebben allemaal de enquête teruggestuurd. Niet alle vragen zijn volledig beantwoord: als de rapportage betrekking heeft op een deel van de geënquêteerden, dan vermelden we dit erbij. Evenals in 2009 hebben Bureau Jeugdzorg Haaglanden en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland de gegevens apart aangeleverd. In 2008 deden zij dit nog gezamenlijk. Als de gegevens in deze rapportage betrekking hebben op alle Bureaus Jeugdzorg en LWI s dan gaat het in 2009 om achttien respondenten. Met betrekking tot gegevens over 2008 gaat het, door het gezamenlijk invullen van de enquête door Zuid-Holland en Haaglanden, om zeventien respondenten. Voor deze brancherapportage zijn 56 organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp aangeschreven. Van de 50 organisaties die provinciaal gefinancierde jeugdzorg aanbieden hebben 44 de enquête ingevuld en geretourneerd. Samen vertegenwoordigen zij 94 procent 4 van de totale loonsom van alle organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. Van de 13 organisaties die Jeugdzorg Plus aanbieden hebben 12 de ingevulde enquête teruggestuurd. Zij vertegenwoordigen samen 97 procent van de loonsom van alle organisaties die Jeugdzorg Plus aanbieden. Alle 6 organisaties met een justitieel aanbod hebben de enquête ingevuld en geretourneerd. Ontbrekende gegevens in deze rapportage zijn op basis van bovenstaande loonsomgegevens geëxtrapoleerd. Net als bij de Bureaus Jeugdzorg en LWI s zijn niet alle vragen door alle respondenten ingevuld. Als de gegevens in deze rapportage betrekking hebben op een deel van de respondenten, dan is dat aangegeven. Het grootste deel van de gegevens die in deze rapportage zijn opgenomen, zijn gebaseerd op enquêteresultaten. Alleen de gegevens over de aantallen cliënten (paragraaf 2.1) die geholpen zijn door de Bureaus Jeugdzorg komen uit een andere bron: het Rapportageformat Beleidsinformatie. De Bureaus Jeugdzorg leveren zo'n rapportage vier keer per jaar aan de provincies. Jeugdzorg Nederland ontvangt hiervan een afschrift. De daarin opgenomen gegevens van de kwartalen van 2010 zijn omgezet in jaarcijfers en ter controle voorgelegd aan de Bureaus Jeugdzorg en LWI's. Jeugdzorg Nederland heeft alle teruggestuurde enquêtes verwerkt en geanalyseerd. Vervolgens is een expertgroep in het leven geroepen om deze gegevens te bespreken. Taak van de expertgroep was: beoordelen of ze de gegevens herkende en een verklaring zoeken voor de gesignaleerde ontwikkelingen. Als ze bepaalde gegevens niet herkende, probeerde ze de oorzaak te achterhalen. De verklaringen van de expertgroep zijn in deze brancherapportage verwerkt. De gegevens die in deze Brancherapportage 2010 zijn opgenomen, laten de landelijke ontwikkeling zien. Deze landelijke ontwikkeling is niet representatief voor de afzonderlijke Bureaus Jeugdzorg en organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. We hebben de gegevens met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De registratiesystemen van de lidorganisaties zijn echter niet zo ingericht dat ze deze gegevens op uniforme en betrouwbare wijze kunnen registreren. Daarom kan Jeugdzorg Nederland helaas geen 100 procent betrouwbaarheidsgarantie afgeven over alle gegevens in deze brancherapportage. In de toekomst zal de betrouwbaarheid sterk verbeteren: Jeugdzorg Nederland en haar leden, het Rijk en het Interprovinciaal Overleg (IPO) zijn hier actief mee bezig. 1.3 LEESWIJZER In de hoofdstukken 2 en 3 staan achtereenvolgens de cliëntgegevens van de Bureaus Jeugdzorg en die van de organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. Het gaat in beide hoofdstukken om aantallen jeugdigen en opvoeders die geholpen zijn én om kwalitatieve gegevens over deze cliënten, zoals cliënttevredenheid en cliëntenraden. Hoofdstuk 4 beschrijft de financiële situatie van Bureaus Jeugdzorg en LWI's en hoofdstuk 5 doet dit voor de organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. Ten slotte geven we een beeld van het personeel van de Bureaus Jeugdzorg en LWI's (hoofdstuk 6) en van de organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp (hoofdstuk 7). 4 De response was in 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009 respectievelijk 90, 97, 93, 98 en 98 procent. 5 branche rapportage jeugdzorg 2010

8 2 Cliëntgegevens Bureaus Jeugdzorg en Landelijk Werkende Instellingen In dit hoofdstuk zijn alle gegevens opgenomen die betrekking hebben op de cliënten van de Bureaus Jeugdzorg en de Landelijk Werkende Instellingen (LWI s). Het gaat om de aantallen jeugdigen en hun opvoeders die zijn geholpen (paragraaf 2.1), maar ook om de kwaliteit van deze dienstverlening (paragraaf 2.2). Hierbij geven we een toelichting op cliënttevredenheidsonderzoeken, cliëntenraden, klachtenregelingen en vertrouwenspersonen. 2.1 OMVANG CLIËNTEN In deze paragraaf is te zien hoeveel jeugdigen en hun opvoeders in de afgelopen jaren zijn geholpen door de Bureaus Jeugdzorg. Het gaat niet om unieke cliënten. Een cliënt die is geholpen in het kader van een AMK-onderzoek en vervolgens een jeugdbeschermingsmaatregel heeft gekregen, is in beide tabellen (1 en 3) terug te vinden JEUGDBESCHERMING EN JEUGDRECLASSERING Tabel 1 geeft weer hoeveel jeugdigen een jeugdbeschermingsmaatregel kregen en aan hoeveel jeugdigen de kinderrechter een maatregel jeugdreclassering oplegde. Jeugdigen met maatregel in het gedwongen kader Verschil in % Jeugdigen met maatregel ,0% 7,8% jeugdbescherming Jeugdigen met maatregel ,2% -5,7% jeugdreclassering Tabel 1. Toelichting tabel 1 Vanaf 2008 wordt het aantal jeugdigen met een maatregel in het gedwongen kader gerapporteerd. De getallen in tabel 1 zijn een optelsom van het aantal jeugdigen dat aan het begin van het jaar een maatregel had, plus het aantal jeugdigen met een maatregel dat in de loop van dat jaar instroomde. Vóór 2008 werd alleen het aantal uitgevoerde maatregelen geregistreerd en niet het aantal jeugdigen dat zo'n maatregel kreeg. In de Brancherapportage 2009 constateerden we dat het aantal maatregelen dat jaarlijks wordt uitgevoerd flink was gestegen sinds de invoering van de Wet op de jeugdzorg (2005). Dit gold zowel voor de jeugdreclassering als voor de jeugdbescherming. Maar in 2009 zagen we ook al een lichte daling bij de jeugdreclassering. Die daling heeft zich voortgezet in Voor de jeugdbescherming is dit jaar ook een stabilisatie zichtbaar. Het aantal jeugdigen met een maatregel jeugdbescherming is in 2010 ten opzichte van 2009 nagenoeg gelijk gebleven. 6 branche rapportage jeugdzorg 2010

9 Jeugdigen met een beschermingsmaatregel instroom uitstroom in zorg 31/12 Grafiek 1. Toelichting grafiek 1 In de grafiek is zichtbaar dat de instroom van het aantal jeugdigen met een beschermingsmaatregel in 2010 licht is gedaald in vergelijking met De uitstroom is nagenoeg gelijk gebleven. Omdat de instroom nog steeds hoger is dan de uitstroom, is het totale aantal jeugdigen dat eind 2010 een beschermingsmaatregel had opnieuw licht gestegen ten opzichte van Maar van een sterke stijging zoals in de afgelopen jaren is duidelijk geen sprake meer. Jeugdigen met een maatregel jeugdreclassering instroom uitstroom in zorg 31/12 Grafiek 2. Toelichting grafiek 2 In 2009 was de instroom van het aantal jeugdigen met een maatregel jeugdreclassering licht gedaald. In 2010 is dit aantal nagenoeg gelijk gebleven aan De uitstroom was vorig jaar voor het eerst hoger dan de instroom. Dit jaar is het verschil tussen uit- en instroom zo klein dat het totale aantal jeugdigen met een maatregel jeugdreclassering eind 2010 gelijk was aan branche rapportage jeugdzorg 2010

10 2.1.2 ADVIES- EN MELDPUNT KINDERMISHANDELING In tabel 3 vindt u het aantal telefoontjes ('eerste contacten') naar het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) dat leidde tot een advies of een onderzoek. Als het AMK wordt gebeld, dan kan het AMK de beller adviseren over de (vermoedelijke) kindermishandeling of in overleg met de beller een onderzoek naar kindermishandeling starten. Na het geven van een advies kan een belafspraak gemaakt worden om het resultaat en een eventueel vervolg op het advies door te nemen. Adviezen en onderzoeken Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Verschil in % Adviezen ,5% 64,4% Onderzoeken ,0% 59,4% Totaal ,3% 62,9% Tabel 3. Toelichting tabel 3 In deze tabel valt op dat het totaal aantal adviezen en onderzoeken in 2010 is gestegen met 4,3 procent ten opzichte van Het aantal telefoontjes ( eerste contacten ) waarbij het AMK adviseerde, steeg met 2,5 procent licht ten opzichte van De eerste contacten die tot een onderzoek leidden namen forser toe: met 9 procent. Dat is voor het eerst sinds 2007, tot die tijd steeg juist het aantal adviezen jaarlijks sterker. Vooral het aantal eerste contacten met een verzoek tot onderzoek naar kindermishandeling neemt toe. Dat is niet in alle provincies en grootstedelijke regio s het geval. In enkele provincies is het aantal onderzoeken in dezelfde periode gedaald en in andere provincies was de stijging veel groter dan de landelijke stijging. De stijging van het aantal onderzoeken heeft te maken met een aantal zaken. Allereerst met de discussie over de verplichte meldcode voor beroepsbeoefenaren in sectoren als gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, justitie en politie. Ook werpt de uitrol van de Regionale Aanpak Kindermishandeling (een vervolg op RAAK 6 ) haar vruchten af. Professionals die met kinderen te maken hebben krijgen extra scholing en training om signalen van kindermishandeling te herkennen. Hierdoor wordt de ernst van de problematiek sneller duidelijk en komen meldingen adequater en in een eerder stadium terecht bij het AMK. In 2010 hebben de politie, ziekenhuispersoneel én personen die een kind en/of zijn ouders uit de privéomgeving kennen relatief vaker verzocht om een onderzoek naar kindermishandeling door het AMK. Vooral door deze toename is het totale aantal AMK-onderzoeken gestegen. Hetzelfde geldt deels voor de adviezen die aan het AMK zijn gevraagd. Ook dat aantal is met name gestegen door een toename van adviezen aan ziekenhuispersoneel en personen die het kind en/of zijn ouders uit de privéomgeving kennen. Een van de redenen is dat de overheid sinds 2009 publiekscampagnes 7 voert om burgers gevoeliger te maken voor signalen van kindermishandeling. Daarnaast zijn ziekenhuizen en AMK s intensiever gaan samenwerken. Zo zitten vertrouwensartsen van het AMK met specialisten rond de tafel om te bespreken hoe kindermishandeling herkend kan worden, en wanneer en hoe ze contact kunnen opnemen met het AMK. Met de afdeling spoedeisende hulp is in 2008 een protocol vastgesteld: als een ouder opgenomen wordt in verband met huiselijk geweld, een zelfmoord-poging of een alcoholof drugsvergiftiging, meldt de spoedeisende hulp een vermoeden van kindermishandeling. Opvallend is dat het aantal adviesvragen door de politie de afgelopen jaren juist is gedaald. Dit heeft alles te maken met de intensieve samenwerking en de goede landelijke afspraken tussen 5 Een uitgebreid verslag van de ontwikkelingen binnen het AMK van 2005 t/m 2010 vindt u in het Jaarverslag AMK 2010: 6 RAAK (Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling) ontwikkelde sinds 2005 een sluitende aanpak van kindermishandeling. Vanaf 2008 kreeg dit een vervolg: de Regionale Aanpak Kindermishandeling, waarmee de RAAK-aanpak werd ingevoerd in 35 regio s. 7 Zie ook 8 branche rapportage jeugdzorg 2010

11 AMK en politie. Politiemensen kennen de werkwijze voor onderzoeken van kindermishandeling goed en vragen dus minder vaak advies, maar doen sneller een verzoek tot onderzoek. Sinds 2005 gaat het bij de jeugdigen waarvoor contact wordt opgenomen met het AMK vaker om slachtoffers van pedagogische verwaarlozing en kinderen die getuige zijn van geweld in het gezin. De meldingen voor onderzoek naar kindermishandeling die bij het AMK binnenkomen, gaan meestal over deze twee vormen van mishandeling èn over affectieve verwaarlozing. Een verklaring daarvoor is dat een groeiend aantal mensen beseft dat ook dit kindermishandeling is. Een terugblik op de voorgaande jaren maakt ook duidelijk dat het AMK minder vaak een onderzoeksverzoek indient bij de Raad voor de Kinderbescherming. In plaats daarvan brengt het AMK juist veel vaker vrijwillige hulp op gang, met instemming van de ouders. Dit komt overeen met de belangrijkste taak van het AMK om een vangnet te zijn voor alle gevallen van kindermishandeling en die met de minst ingrijpende middelen te stoppen (maar als de bescherming van het kind dit eist, dan treedt het AMK doortastend op). Uit de cijfers blijkt dat het AMK zijn vangnettaak de laatste paar jaar steeds beter vervult. De gang naar de kinderrechter kan steeds vaker voorkomen worden, omdat dankzij het vrijwillige hulptraject- ingrijpende maatregelen als ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing niet nodig zijn. Voor kinderen is dat in veel gevallen de beste oplossing: hulp in de eigen thuissituatie, met steun van professionals, ouders, familie en vrienden. Gemiddelde doorlooptijd in weken tussen melding en aanvang onderzoek AMK 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 o, Grafiek 3. Gemiddelde doorlooptijd in weken tussen melding en einde onderzoek AMK Grafiek 4. Toelichting grafieken 3 en 4 Het streven is om de doorlooptijd tussen een melding en de aanvang van het onderzoek te beperken tot maximaal vijf werkdagen (één week dus). De gemiddelde doorlooptijd in 2010 voldoet 9 branche rapportage jeugdzorg 2010

12 Toegang Bureau Jeugdzorg 8 Verschil in % grotendeels aan deze norm. Alleen in het derde kwartaal van 2010 duurde het gemiddeld een halve dag langer voor het onderzoek begon. Voor de doorlooptijd tussen de melding en de beëindiging van het onderzoek geldt een wettelijke norm van dertien weken, maar de Bureaus Jeugdzorg streven samen naar maximaal tien weken. Sinds 2007 is de gemiddelde doorlooptijd van de onderzoeken lager dan de wettelijke termijn van dertien weken en sinds vorig jaar hebben de AMK s ook de eigen norm van tien weken gerealiseerd. Deze daling van de doorlooptijden is een direct gevolg van de sturing hierop door Bureaus Jeugdzorg. De bureaus beseffen steeds sterker dat er grote risico s zijn als doorlooptijden te lang zijn. Dit geldt overigens ook voor de jeugdbescherming en de jeugdreclassering. Snelheid is een onderdeel van de kwaliteit van deze zorg. In diverse provincies is afgesproken dat voor het AMK geen wachtlijsten mogen ontstaan. Zodra dat dreigt te gebeuren, worden medewerkers die zich bij Bureau Jeugdzorg bezighouden met intake en indicatie van jeugdigen, ingezet bij het AMK. Zo lukt het de bureaus weliswaar om wachtlijsten bij het AMK te voorkomen, maar verschuift in feite het capaciteitsprobleem naar de toegangsfunctie van Bureaus Jeugdzorg AANMELDINGEN In tabel 4 staan het aantal aanmeldingen dat de afgelopen jaren bij Bureaus Jeugdzorg binnenkwam én het aantal geaccepteerde aanmeldingen Aanmeldingen ,2% 32,8% (65,9) 9 Geaccepteerde ,1% 20,1% 12 aanmelding Tabel 4. Toelichting tabel 4 Tussen 2005 en 2009 zien we een stijging in het totale aantal aanmeldingen en het aantal geaccepteerde aanmeldingen. In 2010 daalden beide categorieën voor het eerst sinds jaren. Het percentage geaccepteerde aanmeldingen schommelt al jaren tussen de 60 en 65 procent. De ontwikkelingen verschillen wel per regio. Zo steeg het aantal (geaccepteerde) aanmeldingen bij sommige Bureaus Jeugdzorg in het afgelopen jaar en daalde dit bij andere bureaus juist veel sterker dan het landelijk gemiddelde. In het algemeen geldt dat het aantal aanmeldingen bij Bureaus Jeugdzorg daalt als de eerstelijnszorg beter functioneert. Een aantal bureaus geeft aan dat dit het geval is. Daar functioneert de eerstelijnszorg goed door een combinatie van zaken: het gebruik van de verwijsindex, de invulling van de zorgcoördinatie en het verbeterde casusoverleg met de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG s). Deze ontwikkelingen worden niet door alle bureaus herkend. 8 Niet alle Bureaus Jeugdzorg hanteren dezelfde werkwijze voor deze (geaccepteerde) aanmeldingen. Zo sluit het ene bureau het dossier van een cliënt met een AWBZ-indicatie als geen sprake is van een mogelijk onveilige situatie voor de jeugdige. Krijgt deze jeugdige een herindicatie, dan heet dit een nieuwe aanmelding. Een ander bureau laat eenzelfde dossier openstaan, zodat bij een herindicatie geen sprake is van een nieuwe aanmelding. Hierdoor zijn de gegevens van de bureaus soms slecht vergelijkbaar. Maar de cijfers geven wel een ontwikkeling weer, voor zover de werkwijze van de bureaus niet veranderen. 9 Tussen haakjes is de stijging sinds 2005 opgenomen. 10 In 2005 waren de geaccepteerde meldingen nog niet opgenomen in het Landelijk Rapportageformat Beleidsinformatie. 11 In 2009 hebben alle 15 Bureaus Jeugdzorg de geaccepteerde aanmeldingen voor het eerst gerapporteerd. Daarvoor deden 14 bureaus dit. Om een meerjarige vergelijking mogelijk te maken: deze 14 bureaus rapporteerden in 2010 samen geaccepteerde aanmeldingen. 12 Dit stijgingspercentage is berekend op basis van de gegevens van 14 Bureaus Jeugdzorg. 10 branche rapportage jeugdzorg 2010

13 Uitkomsten C-toets Verder is bij een aantal bureaus het aantal (geaccepteerde) aanmeldingen voor de AWBZ gedaald, waarschijnlijk door het stopzetten van het persoonsgebonden budget (PGB) medio Een van de bureaus zag het aantal indicaties voor daghulp (Medisch Kinderdagverblijven en Boddaertcentra) halveren. Vermoed wordt dat veel kinderen dit zorgaanbod nog steeds ontvangen, maar nu via een rechtstreekse verwijzing door een arts die een psychiatrisch probleem vermoedt. Voorheen werden deze cliënten aangemeld bij Bureau Jeugdzorg. 2.2 GEGEVENS OVER KWALITEIT In deze paragraaf zijn gegevens opgenomen over de kwaliteit van de dienstverlening door Bureaus Jeugdzorg en LWI s. Het gaat om onderzoeken naar cliënttevredenheid, cliëntenraden, klachtenregelingen en vertrouwenspersonen. Cliënttevredenheid % organisaties met meting cliënttevredenheid 59% 44% 61% Waarvan: C-toets 80% 50% 73% Exitvragenlijst 10% 13% 27% C-toets en exitvragenlijst 0% 13% 0% andere vragenlijst 10% 25% 0% Tabel 5. Toelichting tabel 5 In de tabel is zichtbaar dat in 2010 het gebruik van instrumenten om de cliënttevredenheid te meten is gestegen ten opzichte van De Exitvragenlijst wordt duidelijk nog niet door alle Bureaus Jeugdzorg ingezet, maar het gebruik in de afgelopen jaren is wel langzaam gestegen. Deze vragenlijst is een van de instrumenten die wordt gebruikt als prestatie-indicator binnen de provinciaal geïndiceerde jeugdzorg en de uitvoering van maatregelen die door justitie zijn gefinancierd. De Exitvragenlijst wordt eenmalig afgenomen aan het einde van een hulptraject. De C-toets is een breder onderzoek dan de Exitvragenlijst. Naast cliënttevredenheid wordt bijvoorbeeld ook de tevredenheid over bereikbaarheid en de informatievoorziening gemeten. Een ander belangrijk verschil tussen de Exitvragenlijst en de C-toets is dat de C-toets anoniem wordt afgenomen, terwijl de Exitvragenlijst gepersonifieerd is. De C-toets wordt periodiek uitgevoerd, meestal in een cyclus van drie jaar. Daarom zijn het in 2010 (deels) andere Bureaus Jeugdzorg die cliënttevredenheidsonderzoeken hebben uitgevoerd dan in 2009 en 2008: dit verklaart deels de sterke verschillen in percentages in de tabel als het gaat om de C-toets. Ook wordt niet elk jaar de cliënttevredenheid van dezelfde groep jeugdigen onderzocht: de ene keer zijn dit jeugdigen in de jeugdbescherming, de andere keer cliënten die een indicatie krijgen. In tabel 6 zijn enkele onderzoeksresultaten van de C-toets sinds 2007 opgenomen. Gemiddelde score jongeren 7,0 6,7 7,0 6,7 Gemiddelde score ouders 7,0 6,5 6,3 6,2 Totaal aantal vragenlijsten uitgedeeld Totaal aantal vragenlijsten retour Gemiddeld responspercentage 25% 28% 25% 16% Tabel Cijfers in 2010 zijn gebaseerd op gegevens van 8 Bureaus Jeugdzorg. Voor 2009 leverden 5 Bureaus Jeugdzorg gegevens aan en 9 deden dat in branche rapportage jeugdzorg 2010

14 De onderzoeksresultaten van het gebruik van de Exitvragenlijst zijn niet opgenomen in een tabel omdat slechts drie Bureaus Jeugdzorg deze lijst hebben gebruikt in Bovendien heeft één daarvan alle benodigde gegevens aangeleverd en is van de andere twee slechts een deel van de gegevens ontvangen. Cliëntenraden, klachtenregeling en vertrouwenspersoon Cliëntenraad aanwezig 53% 78% 89% Gem. aantal adviezen per cliëntenraad Klachtenregeling aanwezig 100% 100% 100% Gem. aantal ingediende klachten Percentage gegrond verklaarde klachten 35% 43% 15 46% Vertrouwenspersoon aanwezig 88% 94% 100% Gemiddeld aantal contacten Tabel 7. Toelichting tabel 7 In de tabel valt op dat het aantal Bureaus Jeugdzorg met een cliëntenraad en het aantal bureaus met een vertrouwenspersoon sinds 2008 is toegenomen. Het gemiddelde aantal contacten met een vertrouwenspersoon is aanzienlijk gestegen. Deze stijging heeft zich niet bij alle Bureaus Jeugdzorg voorgedaan. Bij de bureaus waar dit wel gebeurde, bleef het aantal cliënten min of meer gelijk, maar hadden deze jeugdigen vaker contact met de vertrouwenspersoon dan in de voorgaande jaren. De stijging is dus vooral een toename van het aantal contactmomenten. In 2010 hadden alle Bureaus Jeugdzorg een klachtenregeling, net als in 2008 en Het percentage (deels) gegrond verklaarde klachten is sinds 2008 met 3 procentpunt toegenomen tot 46 procent van het totale aantal ingediende klachten. 14 Cijfers in 2010, 2009 en 2008 voor klachten en percentage gegrond verklaarde klachten zijn gebaseerd op gegevens van 16 Bureaus Jeugdzorg. 15 Het percentage gegrond verklaarde klachten is gewijzigd ten opzichte van de Brancherapportage 2009, omdat daarbij een verkeerde berekening was uitgevoerd. Een Bureau Jeugdzorg had wel het aantal klachten doorgegeven, maar niet het aantal gegrond verklaarde klachten. Bij de berekening van het landelijk percentage gegrond verklaarde klachten waren deze klachten ten onrechte meegeteld. 16 Cijfers in 2010 voor het gemiddeld aantal contacten zijn gebaseerd op gegevens van 17 Bureaus Jeugdzorg. In 2009 waren dat er 14 en in branche rapportage jeugdzorg 2010

15 3 Cliëntgegevens Jeugd & Opvoedhulp In dit hoofdstuk rapporteert Jeugdzorg Nederland hoeveel jeugdigen en hun opvoeders zijn geholpen door organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp in 2010 en daarvoor. Voor Jeugdzorg Plus en Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI's) zijn deze gegevens beschikbaar vanaf We geven in dit hoofdstuk ook gegevens over de beschikbare capaciteit, de doorlooptijden en de kwaliteit van de zorg. Omdat niet alle organisaties (alle) gegevens hebben aangeleverd, hebben we de beschikbare gegevens telkens geëxtrapoleerd naar 100 procent deelname, op basis van de totale loonsom van alle organisaties. In 2010 heeft 94 procent 17 van deze loonsom gegevens aangeleverd. Voor Jeugdzorg Plus en JJI's ligt dit responspercentage respectievelijk op 97 procent 18 en 100 procent OMVANG ZORG Deze paragraaf biedt de cijfers over jeugdigen in de verschillende provinciaal gefinancierde zorgvormen bij Jeugd & Opvoedhulp en over de jeugdigen bij Jeugdzorg Plus en in JJI s JEUGDIGEN IN PROVINCIAAL GEFINANCIERDE JEUGDZORG In tabel 8 vindt u het aantal jeugdigen dat van 2005 t/m 2010 gebruik heeft gemaakt van de verschillende provinciaal gefinancierde zorgvormen. Gebruik (aantal jeugdigen in zorg per zorgvorm) Gebruik o.b.v. 100% Verschil in % Jeugdhulp % 80%(12) Verblijf acc. deeltijd % -7%(-2) Verblijf pleegzorg % 14%(3) Verblijf acc. 24-uurs % 8%(2) (excl. Jeugdzorg Plus ) Spoedeisende zorg %(8) Totaal % 39%(7) Jeugdhulp zonder indicatie Totaal, % 45%(8) incl. jeugdhulp zonder indicatie Tabel 8. Toelichting tabel 8 In deze tabel zijn de volgende gegevens opgeteld: het aantal jeugdigen dat aan het begin van het jaar gebruik maakte van een zorgvorm. het aantal jeugdigen dat gedurende het jaar is ingestroomd bij diezelfde zorgvorm. 17 De response was in 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009 respectievelijk 90, 97, 93, 98 en 98 procent. 18 In 2009 was de response 82 procent. 19 In 2009 was de response 72 procent. 20 Het percentages tussen haakjes is de gemiddelde stijging per jaar. 21 In 2008 en 2009 is de organisaties apart gevraagd om cijfers over het gebruik voor spoedeisende jeugdhulp, spoedeisende pleegzorg en spoedeisend verblijf. In 2010, 2007 en daarvoor is gevraagd om cijfers over het gebruik voor spoedeisende zorg (dus alle spoedeisende vormen van zorg samen). Een cliënt die in 2007 en in 2010 gebruik maakte van spoedeisende jeugdhulp én spoedeisende pleegzorg is in die jaren één keer meegeteld. In 2008 is deze cliënt twee keer meegeteld. Met ander woorden: bij de gebruikers van 2008 en 2009 kunnen dubbeltellingen voorkomen. De stijging in 2010 ten opzichte van 2009 is dus vertekend en daarom niet opgenomen. 13 branche rapportage jeugdzorg 2010

16 Als de jeugdige bijvoorbeeld twee vormen van jeugdhulp heeft gekregen, dan is de jeugdige één keer meegeteld. Maar als de jeugdige bijvoorbeeld jeugdhulp kreeg en in een verblijf accommodatie 24-uurs verbleef, wordt de jeugdige twee keer meegeteld. De totalen per jaar bevatten dus geen unieke cliënten. Jeugdhulp is een zorgvorm die wordt verleend los van andere zorgvormen of naast andere zorgvormen, zoals een verblijf in een pleeggezin of in een accommodatie. Jeugdhulp bestaat uit drie vormen: Jeugdhulp Thuis, Jeugdhulp in groepsverband in een accommodatie of Jeugdhulp individueel in een accommodatie. Jeugdhulp Thuis kan een kind helpen of als een kind uit huis is geplaatst - de ouders, zodat de situatie thuis verbetert en het kind weer thuis kan wonen. In tabel 8 is zichtbaar dat het totaal aantal gebruikers van geïndiceerde jeugdzorg in 2010 nagenoeg gelijk is gebleven in vergelijking met Het aantal jeugdigen dat in de accommodaties verbleef (zowel deeltijd als 24-uurs) is licht gedaald, en het gebruik van jeugdhulp en het verblijf in een pleeggezin is gestegen. Deze ontwikkelingen zijn in lijn met de visie van de sector dat het voor jeugdigen beter is om (preventieve) jeugdhulp binnen het eigen gezin te krijgen. Als de jeugdige toch uit huis geplaatst moet worden, heeft een pleeggezin de voorkeur boven een accommodatie van een instelling. In 2010 hebben jeugdzorgorganisaties voor het eerst jeugdhulp verleend aan cliënten zónder indicatie van Bureau Jeugdzorg, conform het Afsprakenkader Als de gebruikers van deze jeugdhulp worden opgeteld bij de (door Bureau Jeugdzorg) geïndiceerde jeugdhulp, dan is de totale jeugdhulp gestegen met bijna 15 procent. Hiermee is het gebruik van alle provinciale zorgvormen in 2010 gestegen met 6 procent. Doordat de gegevens over spoedeisende hulp op verschillende manieren is geregistreerd, weten we niet hoe het gebruik van deze hulp in 2010 is veranderd ten opzichte van Wel kunnen we de vergelijking maken tussen 2010 en 2005, 2006 en 2007 (zie ook voetnoot 21). In de laatste kolom van tabel 8 maken we de ontwikkelingen sinds 2005 zichtbaar. In de afgelopen zes jaar is het gebruik van provinciaal geïndiceerde jeugdzorg jaarlijks met gemiddeld 7 procent gestegen. De grootste stijging heeft zich voorgedaan bij jeugdhulp: hier bedraagt de stijging gemiddeld 12 procent. Tellen we de jeugdhulp zonder indicatie hierbij op, dan is die stijging zelfs bijna 15 procent. Het verblijf in een pleeggezin en in 24-uursaccommodaties nam jaarlijks toe met gemiddeld 2 à 3 procent, terwijl het dagverblijf (deeltijd) in accommodaties met een kleine 2 procent daalde. Verder is het gebruik van spoedeisende zorg gemiddeld gestegen met 8 procent per jaar. Deze ontwikkelingen zijn het directe resultaat van het gewijzigde beleid in de afgelopen jaren. Overal waar jongeren worden geholpen, blijkt de vraag naar zorg te stijgen. Als we bijvoorbeeld kijken naar het Sectorrapport GGZ dan blijkt dat de totale jeugd-ggz op een vergelijkbare wijze is gegroeid in de periode , namelijk met gemiddeld 8,5 procent 22. Vergelijken we de jeugdhulp (ambulante zorg) met de ambulante zorg bij de jeugd-ggz dan wordt duidelijk dat de laatste minder sterk is gestegen: met gemiddeld 9 procent over de periode , tegen 12 procent voor de jeugdhulp. De zorgvormen waarbij sprake is van een (gedeeltelijke) verblijfsfunctie zijn juist sterker gestegen bij de jeugd-ggz. De residentiële ggz-zorg steeg met gemiddeld 4 procent per jaar, terwijl de vergelijkbare 24-uursaccomodaties stegen met 2 procent. En het verblijf in deeltijd steeg bij de jeugd-ggz met gemiddeld 5 procent per jaar, maar daalde in de provinciaal gefinancierde zorg met gemiddeld 2 procent per jaar. 22 Zorg op waarde geschat, update, Sectorrapport GGZ 2010, p. 40. In deze update zijn de gegevens van 2007 tot en met 2009 opgenomen. De genoemde gemiddelde stijging van 8,5 procent heeft daarom alleen betrekking op 2007, 2008 en branche rapportage jeugdzorg 2010

17 Aantal jeugdigen in zorg per zorgvorm Jeugdhulp Verblijf acc. deeltijd Verblijf pleegzorg Verblijf acc. 24-uurs Spoedeisende zorg Grafiek 5. Toelichting grafiek In de grafiek kunt u duidelijk zien hoe het gebruik van het zorgaanbod zich sinds 2005 heeft ontwikkeld. De jeugdhulp zonder indicatie in 2010 is opgeteld bij de geïndiceerde jeugdhulp. Onder spoedeisende zorg vallen spoedeisend verblijf en spoedeisende jeugdhulp. Kanttekening daarbij is dat in 2008 en 2009 de verschillende vormen van spoedeisende zorg apart zijn opgevraagd en geleverd door de organisaties (zie ook voetnoot 18 op pagina 13) JEUGDIGEN IN JEUGDZORGPLUS EN JJI'S In de tabellen 9 en 10 ziet u de capaciteit en het gebruik van Jeugdzorg Plus en JJI's. Capaciteit Verschil in % Plaatsen verblijf Jeugdzorg Plus % Plaatsen verblijf JJI % Tabel 9. Gebruik Verschil in % Jeugdzorg Plus % JJI % Tabel 10. Toelichting tabellen 9 en 10 In de eerste tabel staat de capaciteit het aantal beschikbare plaatsen in instellingen voor Jeugdzorg Plus en JJI's die zijn bekostigd uit structurele én incidentele middelen. We rekenen de capaciteit op de peildatum, 31 december. In de tweede tabel zijn de volgende gegevens opgeteld: het aantal jeugdigen dat aan het begin van het jaar gebruik maakte van een zorgvorm. het aantal jeugdigen dat gedurende het jaar is ingestroomd bij diezelfde zorgvorm. Het gebruik is vanzelfsprekend hoger dan de capaciteit. Immers: in de loop van een jaar maken meerdere jeugdigen gebruik van één plaats. Beide tabellen laten zien dat gebruik en capaciteit zijn gedaald bij de JJI's en gestegen bij Jeugdzorg Plus. Die stijging is een logisch gevolg van het gewijzigde beleid van het Rijk en Jeugdzorg Plus. Jongeren met zeer ernstige gedragsproblemen, die een gevaar vormen voor zichzelf of anderen en daarom tijdelijk binnen een instelling leven, krijgen sinds 2010 gespecialiseerde zorg aangeboden: Jeugdzorg Plus. 15 branche rapportage jeugdzorg 2010

18 3.2 AANTAL CLIËNTEN IN DE ZORG In de volgende tabel noemen we het aantal cliënten 23 dat van 2007 t/m 2010 is geholpen door organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. Het gaat hier alleen om jeugdigen die gebruik maakten van provinciaal gefinancierde, geïndiceerde jeugdzorg. Aantal cliënten Jeugd & Opvoedhulp verschil verschil '09-'10 '07-'10 24 Aantal cliënten ,30% 18,2%(5,7) Tabel 11. Toelichting tabel 11 We hebben hier het aantal cliënten dat aan het begin van het jaar jeugdzorg kreeg, opgeteld bij de cliënten die in dat jaar instroomden. In tegenstelling tot tabel 8 (aantal jeugdigen die gebruikmaken van een zorgvorm) zijn in tabel 11 alle cliënten slechts één keer meegeteld. Een jeugdige die in tabel 8 eerst spoedeisende zorg kreeg en daarna in een instelling terechtkwam, werd twee keer meegeteld. In tabel 11 staan álle jeugdigen die in een jaar gebruikmaakten van de provinciaal gefinancierde, geïndiceerde jeugdzorg. Dit aantal nam in 2010 opnieuw toe, maar steeg minder snel dan in voorgaande jaren. Na analyse van de onderliggende gegevens blijkt dat deze toename volledig voortkomt uit de stijging van het aantal cliënten dat al aan het begin van het jaar zorg kreeg. De instroom is in 2010 namelijk gestabiliseerd ten opzichte van Waarschijnlijk zal de toename in 2011 opnieuw minder groot zijn: in 2010 was de uitstroom namelijk voor het eerst sinds jaren ongeveer gelijk aan de instroom. Hierdoor is het aantal cliënten dat aan het begin van 2011 zorg krijgt, niet veel groter dan aan het begin van Aantal cliënten als percentage van aantal jeugdigen in Nederland tot 18-jarigen in Nederland Aantal cliënten in geïndiceerde jeugdzorg Aantal cliënten in geïndiceerde jeugdzorg 1,86% 2,00% 2,13% 2,23% in % van het totaal aantal jeugdigen in Nederland Tabel 12. Toelichting tabel 12 Hoe groot is het percentage cliënten van Jeugd & Opvoedhulp als je kijkt naar het totale aantal jeugdigen in Nederland? Dat maken we inzichtelijk in bovenstaande tabel. Hierin staan het aantal 0- tot 18-jarigen in Nederland 26 en het aantal cliënten onder elkaar. Percentueel is het aantal cliënten van Jeugd & Opvoedhulp heel licht gestegen in de afgelopen jaren. In 2010 kreeg 2,23 procent van de jeugdigen in Nederland zorg van organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp. 23 De organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp werken met eigen informatiesystemen die niet onderling verbonden zijn. Er is geen landelijke database of informatiesysteem beschikbaar. Elke instelling heeft voor de brancherapportages het aantal unieke cliënten binnen de eigen organisatie aangeleverd. Vanwege de enorme tijdsbesteding die dit zou kosten, zijn de lijsten met daarop cliënten voor 2010 niet handmatig ontdubbeld. Gevolg is dat we niet met absolute zekerheid kunnen garanderen dat alle cliënten uniek zijn. 24 Het percentage tussen haakjes is de gemiddelde stijging per jaar. 25 Het aantal cliënten dat gebruik heeft gemaakt van de provinciaal geïndiceerde jeugdzorg in 2009 is gewijzigd ten opzichte van de gegevens in de Brancherapportage Dat komt doordat diverse organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp in 2009 een vernieuwde berekeningswijze hebben ingevoerd, waarmee ook de cijfers over dat jaar zijn verbeterd. Daarnaast waren in de Brancherapportage 2009 ook de cliënten meegeteld die, binnen de organisaties met een provinciaal gefinancierd zorgaanbod, gebruikmaakten van Jeugdzorg Plus en JJI. Deze zijn nu afgetrokken van het aantal cliënten in 2009, op basis van het aantal gebruikers van Jeugdzorg Plus en JJI. 26 Bron: CBS. De cliënten die gebruikmaken van provinciaal gefinancierde, geïndiceerde jeugdzorg zijn overwegend tussen 0 en 18 jaar oud. Een klein gedeelte is ouder, tot 23 jaar. Dit aantal is voor de berekening verwaarloosbaar. 16 branche rapportage jeugdzorg 2010

19 3.3 BENUTTINGSGRAAD In de volgende tabel vindt u de benuttingsgraad voor provinciale jeugdzorg, Jeugdzorg Plus en JJI's. De benuttingsgraad is een variant op de 'bezettingsgraad' die niet voor elke zorgvorm opgaat. Jeugdhulp is ambulant en beschikt dus niet over verblijfsaccommodatie die je kunt 'bezetten'. Benuttingsgraad wil zeggen: hoeveel procent van de capaciteit van een zorgvorm is daadwerkelijk benut? Ook hierbij gaat het om landelijke gemiddelden, die dus kunnen afwijken voor individuele organisaties. Benuttingsgraad Jeugdhulp 103% 101% Jeugdhulp, zonder indicatie - 113% Verblijf accommodatie deeltijd 96% 102% Verblijf pleegzorg 98% 98% Verblijf accommodatie 24-uurs 95% 95% Verblijf Jeugdzorg Plus 90% 86% Spoedeisende ambulante zorg 88% - Spoedeisende pleegzorg 72% - Spoedeisend verblijf acc. 24-uurs 81% - Spoedeisende zorg - 87% Verblijf JJI 70% 65% Tabel 13. Toelichting tabel 13 In 2009 en 2010 werd de capaciteit van alle niet-spoedeisende vormen van provinciale jeugdzorg (bijna) volledig benut. Voor de spoedeisende (provinciale) zorg ligt dit anders: hier moet altijd capaciteit overblijven, anders is er geen ruimte voor spoedgevallen. Er zijn echter ook provincies die vragen om een benuttingsgraad voor spoedeisende zorg van 95 procent. In 2010 daalde de gemiddelde, landelijke bezettingsgraad van Jeugdzorg Plus -instellingen en JJI s licht. Hoe kan de benuttingsgraad hoger zijn dan 100 procent? Dat gebeurt als meer jeugdigen van de zorg gebruikmaken dan de organisatie gefinancierd krijgt. Dit was het geval in de jeugdhulp met en zonder indicatie en in de deeltijdaccommodaties. 3.4 DOORLOOPTIJDEN Wat zijn de doorlooptijden voor het provinciaal gefinancierde zorgaanbod, Jeugdzorg Plus en JJI's? In deze paragraaf zetten we de cijfers over een aantal jaren op een rij. Doorlooptijden zorgvormen (gemiddelde duur in maanden) verschil in % Jeugdhulp 8,2 8,2 8,9 8,2-8% Verblijf accommodatie deeltijd 11,3 10,3 10,6 11,5 8% Verblijf pleegzorg 21,0 21,2 23,4 22,2-5% Verblijf accommodatie 24-uurs 11,7 10,9 11,5 11,6 1% Verblijf Jeugdzorg Plus - - 8,8 8,1-8% Spoedeisende jeugdhulp 1,4 1,3 1,1 - - Spoedeisend verblijf pleegzorg 1,8 1,3 - - Spoedeisend verblijf 24-uurs 1,6 1,4 1,6 - - Spoedeisende zorg ,0 - Verblijf JJI - - 6,0 6,4 6% Tabel 14. Toelichting tabel 14 In deze tabel is zichtbaar dat de doorlooptijd bij een aantal zorgvormen is afgenomen en bij andere juist niet. Maar een duidelijke tendens over de afgelopen vier jaar is hierin niet waar te nemen. Doorlooptijden zeggen overigens weinig over de intensiteit van de zorg en dus over de 17 branche rapportage jeugdzorg 2010

20 inzet en de kosten daarvan. Dit geldt met name voor jeugdhulp. Daling van de doorlooptijd is lang niet altijd gewenst als het gaat om pleegzorg. Voor sommige jeugdigen is het goed dat ze zo snel mogelijk weer thuis kunnen wonen en dan moet de doorlooptijd omlaag. Maar voor andere cliënten is naar huis gaan geen haalbare, wenselijke optie daar streven we juist niet naar een lagere doorlooptijd. 3.5 CAPACITEIT EN FINANCIERING Wat is de capaciteit 27 van de provinciaal gefinancierde, geïndiceerde jeugdzorg, Jeugdzorg Plus en de JJI's? Hoe wordt die capaciteit gefinancierd? In onderstaande tabellen laten we zien hoeveel plaatsen de zorginstellingen in de afgelopen jaren konden aanbieden. Deze capaciteit wordt door de provincies gefinancierd met structurele en incidentele middelen. Voor de totale capaciteit zijn cijfers beschikbaar vanaf Jeugdzorg Nederland heeft haar leden vanaf 2008 ook gevraagd om de afzonderlijke cijfers over structurele en incidentele financiering. We nemen telkens de capaciteit aan het eind van het jaar als uitgangspunt. Dat zijn dus momentopnames, in tegenstelling tot de tabellen in 3.1 die het gebruik gedurende een heel jaar laten zien. Die tabellen zijn dan ook niet te vergelijken met deze capaciteitstabellen: gedurende een jaar maken immers meerdere jeugdigen gebruik van één plaats. Beschikbare capaciteit gefinancierd vanuit structurele en incidentele middelen Plaatsen o.b.v. 100% Verschil in % '10 07-'10 28 Jeugdhulp % 9%(3) Jeugdhulp zonder indicatie Verblijf accommodatie deeltijd % -3%(-1) Verblijf pleegzorg % 23%(7) Verblijf accommodatie 24-uurs % -12%(-4) Verblijf Jeugdzorg Plus % - Spoedeisende zorg % 87%(23) Verblijf JJI % - Tabel 15. Beschikbare capaciteit gefinancierd vanuit structurele middelen Plaatsen o.b.v. 100% Verschil in % '10 08-'10 29 Jeugdhulp % 12% (6) Verblijf accommodatie deeltijd % -9% (-5) Verblijf pleegzorg % 15% (7) Verblijf accommodatie 24-uurs % -15% (-8) Verblijf Jeugdzorg Plus % - Spoedeisende zorg % - Verblijf JJI % - Tabel Capaciteit is het aantal plaatsen (een bed, een gezin) of trajecten (een zorgtraject dat een jeugdige/opvoeder doorloopt). 28 Het percentage tussen haakjes is de gemiddelde stijging per jaar. 29 Het percentage tussen haakjes is de gemiddelde stijging per jaar. 18 branche rapportage jeugdzorg 2010

PAARS C50/M100 CYAAN C70. branche rapportage

PAARS C50/M100 CYAAN C70. branche rapportage PAARS C50/M100 CYAAN C70 branche rapportage jeugdzorg 2011 branche rapportage jeugdzorg 2011 Jeugdzorg in 2011, de belangrijkste bevindingen 2 1 Inleiding 4 2 Cliëntgegevens Bureaus Jeugdzorg en Landelijk

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Jeugdzorg in Gelderland april 2009 Jeugdzorg in Gelderland april 2009 Inleiding Voor u ligt de eerste factsheet jeugdzorg 2009. De factsheet is gebaseerd op de actuele beleidsinformatie afkomstig van Bureau Jeugdzorg Gelderland (t/m vierde

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Voor u ligt het derde infoblad 2011. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens

Nadere informatie

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011)

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011) Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011) Niels Zwikker en Daphne Kann Juni 2013 www.nji.nl Hoewel het aantal 0-17 jarigen in Nederland tussen 2008 en 2011 daalde, steeg

Nadere informatie

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15 KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 4e kwartaal versie 13/3/15 1 Inleiding Dit is de laatste Kwartaalinformatie jeugdzorg. De Kwartaalinformatie was de monitor van de provinciale jeugdzorg.

Nadere informatie

Factsheet gemeente Westland

Factsheet gemeente Westland In deze factsheet wordt ingegaan op verschillende indicatoren voor het aantal jeugdigen uit uw gemeente dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van ondersteuning en zorg voor jeugd. Dit wordt per

Nadere informatie

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011)

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011) Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011) Niels Zwikker en Daphne Kann Juni 2013 www.nji.nl Hoewel het aantal 0-17 jarigen in Nederland tussen 2008 en 2011 daalde, steeg

Nadere informatie

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK)

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) Overzicht 2010 Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) Hoe vaak belt iemand een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)? Wanneer onderneemt het AMK actie? Om welke kinderen gaat het? In dit

Nadere informatie

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK)

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) Overzicht 2011 Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) Hoe vaak belt iemand een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)? Wanneer onderneemt het AMK actie? Om welke kinderen gaat het? In dit

Nadere informatie

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 In deze rapportage komen respectievelijk het Bureau Jeugdzorg (BJZ), het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de geïndiceerde jeugdzorgaanbieders aan

Nadere informatie

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl Datum 27 oktober 2010 Onderwerp Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Telefoonnummer 070-3738602 Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland september 2012

Jeugdzorg in Gelderland september 2012 Jeugdzorg in Gelderland september 2012 Voor u ligt het derde infoblad 2012. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens

Nadere informatie

Jeugd-lvg AWBZ OBC s betreft het aantal cliënten in Orthopedagogische Behandelcentra (OBC s); Zie verder Kerncijfers LVG (PWC, 2009).

Jeugd-lvg AWBZ OBC s betreft het aantal cliënten in Orthopedagogische Behandelcentra (OBC s); Zie verder Kerncijfers LVG (PWC, 2009). Jeugdzorg regio Nijmegen De jeugdzorgregio Nijmegen bestaat uit negen gemeenten; Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen. Op 1 januari

Nadere informatie

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004 Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004 Deze rapportage geeft informatie over het verloop van de wachtlijsten in het jaar 2004. De laatste peildatum van de rapportage is 1 januari 2005. Nu de rapportage

Nadere informatie

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK)

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) Overzicht 2012 Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) Hoe vaak belt iemand een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)? Wanneer onderneemt het AMK actie? Om welke kinderen gaat het? In dit

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Factsheet Jeugd in cijfers

Factsheet Jeugd in cijfers Factsheet Jeugd in cijfers 2011-2012 Gemeente Gemeente Voorwoord Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel in de provincie Noord- en binnen

Nadere informatie

Cliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004

Cliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004 Aan de leden van de Provinciale Staten Nr.: 2004-27.328/51/A.31, W Groningen, 16 december 2004 Behandeld door : K.C. Sikkema Telefoonnummer : (050) 316 4299 Bijlagen : 3 Onderwerp : Derde Kwartaalrapportage

Nadere informatie

Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland?

Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland?

Nadere informatie

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Jeugdzorg in Brabant Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Introductie 1. Wet op de Jeugdzorg 2. Financiën 3. Bureau Jeugdzorg 4. Het zorgaanbod 5. Actuele ontwikkelingen Wet op de Jeugdzorg

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

Wat is provinciale jeugdzorg?

Wat is provinciale jeugdzorg? Wat is provinciale jeugdzorg? I Rol van de provincie II De veranderingen Hans Esmeijer Gedeputeerde provincie Gelderland Jeugd en Gezin Toetsvraag 1 Hoeveel jeugdigen 0 t/m 17 jaar wonen er in Gelderland?

Nadere informatie

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK)

Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) Overzicht 2013 Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) Hoe vaak belt iemand een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)? Wanneer onderneemt het AMK actie? Om welke kinderen gaat het? In dit

Nadere informatie

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 2e kwartaal versie 1/9/14

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 2e kwartaal versie 1/9/14 KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 2e kwartaal versie 1/9/14 1 Inleiding Op grond van de Wet op de jeugdzorg (2005) is de provincie verantwoordelijk voor de planning en financiering van de

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland Bureau Jeugdzorg Noord-Holland 2 Bureau Jeugdzorg Noord-Holland Ieder kind heeft het recht om op te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Dat gaat niet altijd vanzelf. Soms is hulp nodig

Nadere informatie

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake Lokaal en regionaal beleidskader voor jeugdzorg. Samenvatting Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Inleiding Op 1 januari 2015

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

Percentage voorgelegde vermoedens van misbruik neemt af

Percentage voorgelegde vermoedens van misbruik neemt af foto: Wiesje Peels Adviezen en meldingen over seksueel misbruik 1996 2005 Percentage voorgelegde vermoedens van misbruik neemt af Door Adrie Wolzak Iedereen die zich zorgen maakt over een kind, kan die

Nadere informatie

Versie 16 maart 2009 Vastgesteld door Stuurgroep BAM, d.d. 23 maart Rapportageformat Beleidsinformatie Jeugdzorg Herziene versie (2009)

Versie 16 maart 2009 Vastgesteld door Stuurgroep BAM, d.d. 23 maart Rapportageformat Beleidsinformatie Jeugdzorg Herziene versie (2009) Versie 16 maart 2009 Vastgesteld door Stuurgroep BAM, d.d. 23 maart 2009 Rapportageformat Beleidsinformatie Jeugdzorg Herziene versie (2009) Inhoudsopgave 0 Inleiding... 3 0.1 Algemeen... 3 0.2 Verplichtingen

Nadere informatie

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Informatiebijeenkomst Transitie jeugdzorg, SRA 19 juni 2011 Startfoto en kennisdeling. Het Planetarium Amsterdam Caroline Mobach Presentatie

Nadere informatie

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden zorginstellingen

Nadere informatie

Factsheet Jeugd in cijfers 2011

Factsheet Jeugd in cijfers 2011 Factsheet Jeugd in cijfers 0 Regio West-Brabant West Factsheet Jeugd in cijfers 0 regio West-Brabant West Voorwoord In deze factsheet presenteren we een selectie van cijfers betreffende het aantal uit

Nadere informatie

Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse cliënten

Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse cliënten Oinici zock naar dc ivdcn van wachicii Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse Aanleiding In 2009 is er veel geïnvesteerd om de wachtlijst geïndiceerde jeugdzorg in de provincie

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur Transitie Jeugdzorg Door José Vianen; Adviseur relevante thema s 1. Transitie jeugdzorg 2. Wat beogen we? 3. Kansen van de transitie 4. Concept wettekst 5. Richtlijnen en planning 1 Aanleiding van de transitie:

Nadere informatie

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet! 06 2016

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet! 06 2016 Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet! 06 2016 Aanleiding Eerder bracht het Fries Sociaal Planbureau (FSP) een rapport uit over het gebruik van jeugdhulp in Fryslân. Deze

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Brancherapport Bureaus Jeugdzorg

Brancherapport Bureaus Jeugdzorg Brancherapport Bureaus Jeugdzorg 2007 i ii Brancherapport Bureaus Jeugdzorg 2007 iii iv Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1 Toelichting op de 5 1.2 Leeswijzer 5 2. Verantwoording 7 2.1 Werkwijze en respons

Nadere informatie

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003 Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 23 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving kan contact

Nadere informatie

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv Versie 2019 Doel van deze factsheet Deze factsheet dient als handleiding voor de samenwerking tussen

Nadere informatie

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT 2008009130 HOLLAND IJ is ' AANDACHT ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT bij Problemen rond OPGROEIEN EN OPVOEDING NOORD-HOLLAHO BUREAU JEUGDZORG HEEFT 5 SECTOREN Lokaal Jeugdbeleid Jeugdhulpverlening Advies-

Nadere informatie

rekenkamer Centrale onderzoeksvraag Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland 19 mei /GM/067

rekenkamer Centrale onderzoeksvraag Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland 19 mei /GM/067 rekenkamer Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland Datum Bijlage Uw kenmerk Ons kenmerk 19 mei 2011 201 1/GM/067 Onderwerp Aankondiging onderzoek (On)verantwoord wachten op jeugdzorg Geachte

Nadere informatie

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010 Wachttijden in ggz-instellingen 2009 GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: 2010-365 juli 2010 Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING EN CONCLUSIES...3 2 INVENTARISATIE WACHTLIJSTEN GGZ-INSTELLINGEN...4 2.1

Nadere informatie

A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5

A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5 A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n 2 0 0 5 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Elk Bureau Jeugdzorg heeft een Advies-

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden,

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden, POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-104 2012 HK Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2011 2e kwartaal versie 16/09/11 1 Inleiding De Kwartaal inform atle Is de monitor voor de uitvoering van het provinciale beleid voor de geïndiceerde jeugdzorg

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF

RAADSINFORMATIEBRIEF RAADSINFORMATIEBRIEF Onderwerp: Transitie jeugdzorg inkoop Registratienummer: 00523307 Datum: 25 juni 2014 Portefeuillehouder: M. Schlösser Steller: E. Meulman Nummer: RIB-MS-1407 1. Inleiding Per 1-1-2015

Nadere informatie

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie + Jeugdzorg verandert Decentralisatie + Wet op de jeugdzorg 2009-2012 Evaluatie transitie van de jeugdzorg Doel nieuwe wet Realiseren van inhoudelijke en organisatorische verandering in de jeugdzorg Terugdringen

Nadere informatie

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juni 2009

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juni 2009 Wachttijden in ggz-instellingen 2008 GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: 2009-353 juni 2009 Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING EN CONCLUSIES...3 2 INVENTARISATIE WACHTLIJSTEN GGZ-INSTELLINGEN...4 2.1

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009 > Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340

Nadere informatie

Jeugdzorg naar gemeenten

Jeugdzorg naar gemeenten Jeugdzorg naar gemeenten Wat is jeugdzorg en wat komt naar u toe? Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut Universiteit Utrecht VNG Regioconferenties, mei 2011 t.vanyperen@nji.nl 2 e lijn 1 e lijn 0 e

Nadere informatie

Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande

Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande Onderwerpen Cijfers Beleidsnota Inkoop Budget Vervolgproces Nieuwe taken: 5+5 1.

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Vanaf 1 januari 2015 zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Hendrik-Ido- Ambacht.

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

* * Statenfractie GroenLinks Mevrouw P.M. Brunklaus Postbus MC S-HERTOGENBOSCH

* * Statenfractie GroenLinks Mevrouw P.M. Brunklaus Postbus MC S-HERTOGENBOSCH Statenfractie GroenLinks Mevrouw P.M. Brunklaus Postbus 90151 5200 MC S-HERTOGENBOSCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl

Nadere informatie

Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet. hoorn.nl

Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet. hoorn.nl Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet hoorn.nl Wmo Partici patiewet Jeugdwet gemeente Aanleiding Jeugdwet huidige stelsel versnipperd samenwerking rond gezinnen schiet tekort druk op gespecialiseerde

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135 Inhoud 1 Inleiding 11 1.1 Jeugdzorg en jeugdbeleid 11 1.2 Leeftijdsgrenzen 12 1.3 Ordening van jeugdzorg en jeugdbeleid 13 1.3.1 Algemeen jeugdbeleid 14 1.3.2 Specifiek gemeentelijk jeugdbeleid 14 1.3.3

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Taken van het Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding

Nadere informatie

Reactie op advies Platform Samenleving IJsselstein op ceo Jeugd over zaaknummer augustus 2018 blad 1 van D.A.

Reactie op advies Platform Samenleving IJsselstein op ceo Jeugd over zaaknummer augustus 2018 blad 1 van D.A. Gemeente IJsselstein postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein bezoekadres Overtoom 1 3401 BK IJsselstein Platform Samenleving IJsselstein t 14 030 f 030 6884350 e info@ijsselstein.nl betreft uw kenmerk

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

Analyse quick scan productie 2016

Analyse quick scan productie 2016 Analyse quick scan productie 2016 Publicatienummer 2016-405 Vormgeving omslag Case Communicatie, Ede Copyrights GGZ Nederland 2016 Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. Voorwoord In de

Nadere informatie

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling Op 1 maart 2014 gaat in heel Vlaanderen de intersectorale toegangspoort (ITP) van start (na de opstart van voorstartregio Oost-Vlaanderen op 16 september

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Achtergrondinformatie: De transitie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en

Nadere informatie

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen 1 Contactpersoon L.M.E.Menenti l.m.e.menenti@ nationaalrapporteur.nl T 06-4682 7508 S.J. Tjalsma s.j.tjalsma@ nationaalrapporteur.nl Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd Bevindingen

Nadere informatie

Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin

Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Augustus 2015 2 Samenvatting De gemeente wil weten hoe

Nadere informatie

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER BUREAU JEUGDZORG NOORD-HOLLAND Elk kind heeft recht op goede ontwikkelkansen en om op te groeien in een veilige omgeving. Als dit niet vanzelf gaat, wordt door het lokale veld

Nadere informatie

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS. Om het kind Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ 19-11-2012. OCW Aanval op de uitval, RMC, plusvoorziening: 320 mln Onderwijsachterstanden-beleid (incl VVE): 249 mln SO, VSO, rugzakjes, praktijk

Nadere informatie

Voortgangsrapportage PGB eerste kwartaal 2016 Peildatum 31 maart

Voortgangsrapportage PGB eerste kwartaal 2016 Peildatum 31 maart Voortgangsrapportage PGB eerste kwartaal 206 Peildatum 3 maart De SVB biedt periodiek inzicht in de voortgang ten aanzien van de betalingen en de bereikbaarheid van de SVB. De resultaatsafspraken zijn

Nadere informatie

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011 AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011 Den Haag, 11 november 2009 Een trendbreuk in de jeugdzorg De vraag naar jeugdzorg groeit

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht Jeugdzorg Plus Plaatsings- en uitstroomgegevens 2018 In deze factsheet geven we u een beeld van het aantal plaatsingen in Jeugdzorg Plus instellingen in 2018, cliëntgegevens en uitstroomgegevens. De cijfers

Nadere informatie

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut 18 januari 2012 te Den Bosch t.vanyperen@nji.nl / s.vanhaaren@nji.nl Waarom de stelselwijziging? 1.

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam Om het kind Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam . OCW Aanval op de uitval, RMC, plusvoorziening: 320 mln Onderwijsachterstanden-beleid (incl VVE): 249 mln SO, VSO, rugzakjes, praktijk ond en leerwegonder

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015 Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015 In 2015 is de jeugdhulp overgegaan naar de gemeenten. Om deze transitie goed te kunnen monitoren verstrekken gemeenten en jeugdhulp aanbieders gegevens

Nadere informatie

Wij hopen het advies met u te bespreken op onze vergadering van 2 juni 2017 om 10:00 uur in het gemeentehuis van Leiderdorp.

Wij hopen het advies met u te bespreken op onze vergadering van 2 juni 2017 om 10:00 uur in het gemeentehuis van Leiderdorp. Voorzittersoverleg Adviesraden Sociaal Domein Leidse Regio en Katwijk Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Zoeterwoude Holland Rijnland Postbus 558 2300 AN Leiden Tav

Nadere informatie

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus 2016 Vergelijking van de regio s Inleiding In opdracht van de schoolbesturen wordt door het een aantal belangrijke kwantitatieve gegevens

Nadere informatie

Jeugdhulp 1e kwartaal 2015

Jeugdhulp 1e kwartaal 2015 Jeugdhulp 1e kwartaal 2015 Jeugdhulp 1e kwartaal 2015 Verklaring van tekens Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen. Het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim *

Nadere informatie

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Samenwerkende gemeenten Friesland Achtkarspelen Ameland het Bildt Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel De Friese Meren Harlingen Heerenveen

Nadere informatie

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling Versie februari 2012 Je huilde Logisch, je was nog zo klein En wat kon je anders Wanneer er niemand voor je kon zijn? Ik heb het geprobeerd Maar ik was

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Zo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland

Zo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland Opvoedproblemen? Zo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland Informatie voor ouders en verzorgers Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige

Nadere informatie

Medisch specialist ziekenhuis

Medisch specialist ziekenhuis Factsheet Medisch specialist ziekenhuis en de Jeugdhulp Almere 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en

Nadere informatie

Jeugdhulpverlening Informatie voor ouders/verzorgers

Jeugdhulpverlening Informatie voor ouders/verzorgers Jeugdhulpverlening Informatie voor ouders/verzorgers Inhoudsopgave Algemene informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg Jeugdhulpverlening Aanmelding Zorgmelding Welke regelingen kunnen voor u van belang

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DJB/JZ juni 2007

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DJB/JZ juni 2007 Programmaministerie voor Jeugd en Gezin De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 20 juni 2007 Onderwerp

Nadere informatie

Analyse Jeugdhulp Tiel mei 2019, LPBL: Merei Lubbe en Veroni Larsen -

Analyse Jeugdhulp Tiel mei 2019, LPBL: Merei Lubbe en Veroni Larsen - Analyse Jeugdhulp Tiel - 29 mei 2019, LPBL: Merei Lubbe en Veroni Larsen - 1. Agenda 1. Vraagstelling en aanpak 2. Jeugdhulp Tiel in cijfers Context Ontwikkeling aantallen en uitgaven 3. Doelgroepanalyse

Nadere informatie

Overleg sociaal domein

Overleg sociaal domein Overleg sociaal domein Reflectie gemeenten op gebruik jeugdhulp volgens CBS, verdieping naar aanleiding van bijeenkomst van 12 december 20 dec 2017 Aanleiding: gesprek over het sociaal domein De VNG en

Nadere informatie

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 De raad van de gemeente Velsen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2014 met nummer..; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Aan de raad Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel 14 0113 Fax (0113) 377300 No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Onderwerp: Voorstel/alternatieven

Nadere informatie

Voortgangsrapportage PGB vierde kwartaal 2016 Peildatum 19 januari

Voortgangsrapportage PGB vierde kwartaal 2016 Peildatum 19 januari Voortgangsrapportage PGB vierde kwartaal 2016 Peildatum 19 januari De SVB biedt periodiek inzicht in de voortgang ten aanzien van de betalingen en de bereikbaarheid van de SVB. De resultaatsafspraken zijn

Nadere informatie

Voortgangsrapportage PGB derde kwartaal 2016 Peildatum 30 september

Voortgangsrapportage PGB derde kwartaal 2016 Peildatum 30 september Voortgangsrapportage PGB derde kwartaal 016 Peildatum 30 september De SVB biedt periodiek inzicht in de voortgang ten aanzien van de betalingen en de bereikbaarheid van de SVB. De resultaatsafspraken zijn

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn Transitie Jeugdzorg Presentatie PMA Donderdag 24 november 2011 Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn Waarom transitie Jeugdzorg? Het stoppen van voortdurende groei in de jeugdzorg (8% per

Nadere informatie

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen! Er zijn 27 Ouder- en Kindteams. 22 teams zitten in de wijken, vier teams zijn er voor het voortgezet onderwijs en één team is er speciaal voor het MBO. We werken samen vanuit een aantal functies: ouder-

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van

Nadere informatie

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken:

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken: aan: de raad datum: 21 maart 2017 onderwerp: resultaten Monitoring en onderzoek Sociaal Domein van: het college bijlage: 5 registratienr.: OD/2017/194762 in afschrift aan: Burgerplatform Inleiding Hierbij

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Inleiding Vanaf 1 januari 2005 zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) een onderdeel

Nadere informatie

Voortgangsrapportage PGB 16 maart 2016

Voortgangsrapportage PGB 16 maart 2016 Voortgangsrapportage PGB 16 maart 2016 De SVB biedt periodiek inzicht in de voortgang ten aanzien van de betalingen en de bereikbaarheid van de SVB. De resultaatsafspraken zijn geclusterd in de volgende

Nadere informatie