Masterplan Bodemenergie Stationskwartier
|
|
- Tessa Verbeek
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Masterplan Bodemenergie Stationskwartier Gemeente Breda Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling, Wonen en Milieu Postbus RH BREDA Contactpersoon: mevr. S.B. Schripsema Adviseur bodemenergie IF Technology Velperweg 37 Postbus AP ARNHEM T Contactpersonen: dhr. W Noome MSc dhr. ir. R.A.F. Wierikx /60466/RuW 3 november 2011
2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Kader Doelstelling project Leeswijzer Inventarisatie bodem en belangen Geohydrologie Aanwezige en toekomstige belangen Juridisch kader Bodempotentiekaart Duurzame energielevering Inrichting plangebied Energetische uitgangspunten Uitwerking Masterplan Masterplankaart Thermische randvoorwaarden Beleid Besluit Bodemenergie Juridische verankering Ordeningsregels Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2 Bodempotentiekaart Masterplankaarten /60466/RuW 3 november
3 1 Inleiding 1.1 Kader Het voornemen bestaat om het gebied rondom het Stationskwartier te Breda te herontwikkelen tot een gemengd stedelijk gebied voor wonen en werken. De gemeente Breda wil in het plangebied duurzame energievoorzieningen promoten. Door extra gebruik van duurzame energievoorzieningen neemt de druk op de ondergrond toe. Derhalve is er behoefte aan een goed plan om structuur aan te brengen bij het ontwikkelen van nieuwe energieopslag binnen het gebied. Om die reden wil de gemeente Breda in het gebied een masterplan energieopslag opstellen. Het masterplan dient uit te gaan van maximale benutting van de bodem voor energieopslag. De herontwikkeling van het plangebied Stationskwartier betreft nieuwbouw en renovatie van gebouwen in alle deelgebieden van het plangebied. Enkel voor gebied Stationskwartier is reeds begonnen met de herontwikkeling van het gebied. Voor de overige gebieden zal de herontwikkeling in een later stadium plaatsvinden. De locatie ligt in het noorden van Breda en grenst direct aan het centrum. De begrenzing van het masterplangebied is aangegeven in figuur 1.1. Het gebied wordt in het noorden begrensd door de Crogtdijk, in het oosten door de Doornboslaan en in het westen door de Lunestraat. Gezien het potentieel dat de ondergrond in Breda biedt, kan toepassing van bodemenergie een bijdrage leveren aan de duurzaamheiddoelstellingen van de gemeente Breda. Figuur 1.1 Begrenzing van het plangebied Principe energieopslag Het principe van energieopslag in de bodem, is dat in de zomer wordt gekoeld met winterkoude en in de winter wordt verwarmd met zomerwarmte. De koude en warmte wordt door middel van open bronnen in een ondergrondse watervoerende laag opgeslagen en /60466/RuW 3 november
4 onttrokken. Dit kan middels een doubletsysteem (figuur 1.2) en een monobronsysteem (figuur 1.3). Tevens kan energie aan de bodem worden onttrokken op basis van geleiding met behulp van bodemwarmtewisselaars (figuur 1.4). Figuur 1.2 Principeschema van een doubletsysteem Figuur 1.3 Principeschema van een monobronsysteem Figuur 1.4 Principe van bodemwarmtewisselaarsysteem /60466/RuW 3 november
5 1.1.2 Probleemstelling Gezien de ontwikkelingen die in en rondom het stationskwartier zijn gepland, zal de drukte in de ondergrond bij toepassing van grootschalige energieopslag sterk toenemen. Het gevaar bestaat dat verschillende initiatieven voor bodemenergie elkaar en/of andere gebruikers van de ondergrond gaan beconcurreren, bijvoorbeeld door negatieve interactie met het vergunde bodemenergiesysteem van OV Terminal en/of de aanleg van ondergrondse bouwwerken zoals een parkeerkelder of tunnel (figuur 1.5). Regie is gewenst om een optimaal en duurzaam gebruik van de ondergrond te borgen, zodat ongewenste interferentie (negatieve interactie) tussen bodemenergiesystemen onderling of met andere ondergrondse gebruikers wordt voorkomen. Voortijdige ordening van de ondergrond kan voorkomen dat individuele systemen die nu worden aangelegd, de aanleg van toekomstige systemen belemmeren. Figuur Doelstelling project Overzicht van gebruikers van de ondergrond Het doel van dit project is om voor het Stationskwartier een inrichtingsplan voor de toepassing van bodemenergie vorm te geven waarbij optimaal en duurzaam gebruik van de ondergrond is geborgd: een masterplan bodemenergie. Tevens zal voor de gebieden rondom het Stationskwartier (Zoete Inval, Havenkwartier en Drie Hoefijzers Noord) de bodemgeschiktheid worden bepaald. De uitwerking van het masterplan bodemenergie vindt plaats aan de hand van een inventarisatie van de belangrijkste inrichtingbepalende randvoorwaarden: 1. Bovengrondse inrichting van het plangebied (beschikbare ruimte bronpositionering); 2. Energievraag van de bouwontwikkelingen; 3. Beschikbaar bodempotentieel; 4. Overige bestaande en toekomstige ondergrondse functies en belangen; 5. Thermische randvoorwaarden /60466/RuW 3 november
6 De afweging van deze randvoorwaarden leidt tot een ordeningsplan van de ondergrond waarbij kansen voor combinatie van functies worden benut en negatieve interactie tussen verschillende gebruikers wordt geminimaliseerd. 1.3 Leeswijzer Voorliggende rapportage is als volgt opgebouwd: Inventarisatie (hoofdstuk 2) In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de geohydrologische eigenschappen van de ondergrond ter plaatse. Daarnaast brengt dit hoofdstuk de huidige gebruikers van de ondergrond in de omgeving van het Stationskwartier in kaart. Tevens worden in dit hoofdstuk de kansen voor energieopslag rondom het Stationskwartier (Zoete Inval, Havenkwartier en Drie Hoefijzers Noord) in beeld gebracht. Duurzame energielevering (hoofdstuk 3) Hoofdstuk 3 beschrijft het masterplangebied Stationskwartier. Op basis van de bouwvolumes is in dit hoofdstuk de gewenste toekomstige koude- en warmtelevering gekwantificeerd. Uitwerking masterplan (hoofdstuk 4) Dit hoofdstuk beschrijft hoe de ordening van de ondergrond kan worden vormgegeven in het masterplan bodemenergie. Tevens worden de randvoorwaarden voor het opstellen van de masterplankaart toegelicht. De bij de kaart behorende ordeningsregels worden toegelicht in hoofdstuk 5. Beleid (hoofdstuk 5) Hoofdstuk 5 behandelt de ordeningsregels waaraan de initiatiefnemers van energieopslag in het plangebied zich moeten houden. Tevens wordt ingegaan relevante beleidsaspecten zoals het Besluit Bodemenergie en de juridische verankering van het masterplan /60466/RuW 3 november
7 2 Inventarisatie bodem en belangen Voor het toepassen van energieopslag is een aantal aspecten van belang. De aspecten zijn zowel technisch als juridisch van aard. In dit hoofdstuk worden alle relevante aspecten behandeld. 2.1 Geohydrologie Het technisch goed functioneren van een bodemenergiesysteem is afhankelijk van een aantal bodemeigenschappen. Belangrijkste voorwaarde is dat in de bodem een geschikte watervoerende zandlaag aanwezig is, die voldoende capaciteit biedt voor de opslag van koude en warmte. Daarnaast zijn de grootte en de richting van de grondwaterstroming van belang bij het positioneren van de bronnen. Thermische interactie tussen de warme en koude bellen dient te worden voorkomen in verband met rendementsverlies. Tenslotte dient de grondwaterkwaliteit (o.a. zoet-/zoutgrensvlak) te worden beschouwd in verband met de juridische eisen aan de vergunningverlening Bodemgeschiktheid Uit figuur 2.1 volgt dat op de locatie twee watervoerende lagen aanwezig zijn: het eerste en tweede watervoerende pakket. Tussen het eerste en tweede watervoerende pakket bevindt zich een scheidende laag, op een diepte van circa 20 tot 50 m-mv. De tweede scheidende laag bevindt zich op circa 95 m-mv. In het projectgebied is gedeeltelijk een deklaag aanwezig. Eerste watervoerende pakket Het eerste watervoerende pakket bestaat voornamelijk uit matig fijn tot matig grof zand met ingeschakelde kleilaagjes. Vanwege de ondiepe ligging en het geringe doorlaatvermogen is het eerste watervoerende pakket niet geschikt voor de toepassing van grootschalige energieopslag. Eerste scheidende laag De eerste scheidende laag bestaat uit klei en kleiig fijn zand. De dikte van de eerste scheidende laag varieert tussen de 20 en 30 m. Tweede watervoerende pakket Het tweede watervoerende pakket bestaat uit matig fijn tot grof zand. Het tweede watervoerende pakket kan tot circa 65 m-mv lokale kleilenzen bevatten. Het tweede watervoerende pakket biedt bodemtechnisch gezien de beste mogelijkheden voor de toepassing van ondergrondse energieopslag. Derhalve wordt in het vervolg van deze studie uitgegaan van energieopslag in dit pakket. Vanuit het provinciale beleid is het niet toegestaan om filters dieper dan 80 m-mv te plaatsen. In paragraaf 2.3 wordt hier verder op ingegaan /60466/RuW 3 november
8 Figuur 2.1 Doorsnede (W-O) van de ondergrond (bron: REGIS, TNO) /60466/RuW 3 november
9 2.1.2 Grondwaterstroming Figuur 2.2 presenteert het stijghoogteverloop in het tweede watervoerende pakket (bron: REGIS, TNO). Figuur 2.2 Stijghoogteverloop in het tweede watervoerende pakket (Bron: REGIS) Het grondwater in het tweede watervoerende pakket stroomt in noordelijke richting met een snelheid van 15 meter per jaar. Deze stroomsnelheid vormt geen beperking voor de inrichting van het masterplan Grondwaterkwaliteit en -temperatuur Uit gegevens van de grondwaterkwaliteit blijkt dat de overgang van zoet naar brak grondwater zich op circa 200 m-mv bevindt. Uit temperatuurmetingen blijkt dat het grondwater in het tweede watervoerende pakket ter hoogte van het filtertraject een gemiddelde temperatuur heeft van circa 12 C. De temperatuur van het tweede watervoerende pakket is geschikt voor de toepassing vanenergieopslag. 2.2 Aanwezige en toekomstige belangen Bij de toepassing van energieopslag dient rekening te worden gehouden met reeds aanwezige en toekomstige belangen. In de vergunningaanvraag in het kader van de Waterwet maakt de provincie een afweging van de invloed op deze belangen. Belanghebbenden mogen geen negatieve invloed ondervinden van het beoogde energieopslagsysteem /60466/RuW 3 november
10 Het risico op negatieve interactie wordt bepaald door de grootte en configuratie van de beoogde systemen, de bodemopbouw en de afstand (zowel in de verticaal als horizontaal) tot de aanwezige belangen. Figuur 2.3 geeft een overzicht van de aanwezige belanghebbenden in de omgeving van het Stationskwartier. In de onderstaande paragrafen zijn de diverse belanghebbenden apart toegelicht. In deze inventarisatie zijn alle aanwezige en toekomstige belangen meegenomen die op het moment van inventariseren (augustus 2011) bekend zijn. Figuur 2.3 Omgevingsbelangen Grondwatergebruikers Bij de provincie Noord-Brabant is een overzicht opgevraagd van de aanwezige grondwateronttrekkingen in de omgeving van het plangebied Stationskwartier. Uit dit overzicht blijkt dat in en rondom het plangebied vier vergunde en/of bestaande onttrekkingen ten behoeve van energieopslag aanwezig zijn (tabel 2.1). De energieopslagsystemen zijn opgenomen in figuur 2.4. In tabel 2.1 is aanvullende informatie omtrent de energieopslagsystemen opgenomen /60466/RuW 3 november
11 Figuur 2.4 Vergunde energieopslagsystemen (inclusief bronlocaties) Tabel 2.1 Vergunde energieopslagsystemen naam filterdiepte [m-mv] vergunde hoeveelheid [m³/jaar] OV Terminal Heren van Breda Drie Hoefijzers Triple O Natuurgebieden Volgens de website van het Ministerie van Ecomische Zaken, Landbouw en Innovatie ( zijn binnen een straal van 2 km van de locatie geen Vogelrichtlijn-, Habitatrichtlijn- of Natuurbeschermingswetgebieden aanwezig. Door het projectgebied loopt een water welke onder de Beschermd Gebieden Waterhuishouding valt. De effecten van een energieopslagsysteem moeten ter hoogte van een Beschermd Gebied Waterhuishouding tot een minimum beperkt worden. De Beschermd Gebieden Waterhuishouding zijn watergangen, door de dempende werking van watergangen zal het effect van energieopslag hierop nihil zijn Verontreinigingen Bij de gemeente Breda is navraag gedaan naar de verontreinigingssituatie binnen het plangebied Stationskwartier. De bodem op meerdere locaties verontreinigd met onder andere gechloreerde aromaten (VOCl), benzeen en minerale oliën. Deze deels mobiele verontreinigingen zijn doorgedrongen tot in het eerste watervoerende pakket, tot maximaal 20 m-mv (top eerste scheidende laag) /60466/RuW 3 november
12 Volgens de informatie van de gemeente zijn deze verontreinigingen niet doorgedrongen tot het tweede watervoerende pakket. Aangezien de verontreinigingen niet worden beïnvloed door de toepassing van energieopslag in het tweede watervoerende pakket, vormen ze geen belemmering. De verontreinigingen vormen wel een aandachtspunt in de realisatiefase, wanneer de bronnen worden geboord Aardkundige waarden Binnen het projectgebied zijn volgens de provinciale gegevens geen aardkundige waarden of aardkundige monumenten aanwezig Archeologie De gemeente Breda heeft de archeologische waarden in het projectgebied in kaart gebracht. Voor gebieden met middelhoge of hoge archeologische verwachtingswaarde geldt dat er sprake is van een onderzoeksverplichting bij een grondbewerking van meer dan 100 m². Bij de aanleg van de benodigde leidingen van een energieopslagsysteem kan deze onderzoeksverplichting spelen Infrastructuur In het plangebied Stationskwartier zullen meerdere parkeerkelders onder woningen worden gerealiseerd. Tevens loopt door het plangebied Stationskwartier de spoorlijn tussen Roosendaal en Den Bosch en bevindt zich het station Breda CS. Alle infrastructurele werken bevinden zich bovenin het eerste watervoerende pakket. Ook hiervoor geldt dat geen negatieve effecten zullen optreden, omdat een onttrekking in het tweede watervoerende pakket minimale effecten heeft op de grondwaterstand in het eerste watervoerende pakket. De parkeerkelders vormen wel aandachtspunten bij het bepalen van de bronlocaties Kabels en leidingen De aanwezige en geplande kabels en leidingen vormen een aandachtspunt tijdens de ontwerp- en realisatiefase van energieopslagsystemen. Het betreft voornamelijk de inpassingsmogelijkheden van bronnen en bijbehorend leidingwerk. Dit vraagt in stedelijk gebied afstemming. Door deze afstemming in een vroeg stadium mee te nemen, kan energieopslag in de planvorming geborgd worden Niet-ontplofte explosieven In het plangebied kunnen niet-ontplofte explosieven aanwezig zijn. De meest recente en complete lijst kan bij de gemeente Breda opgevraagd worden. 2.3 Juridisch kader De provincie Noord-Brabant stelt met betrekking tot energieopslag de voorwaarde dat de bronfilters van een energieopslagsysteem niet dieper dan 80 m-mv gerealiseerd mogen worden. Met deze voorwaarde wordt het beschikbare pakket, waarin de bronfilters gerealiseerd mogen worden, beperkt van circa 45 m-mv tot 80 m-mv. Daarnaast mag volgens het beleid van de provincie Noord-Brabant een energieopslagsysteem geen negatieve invloed hebben op de omgevingsbelangen /60466/RuW 3 november
13 De gemeente Breda heeft als beleid dat de bronnen zo veel mogelijk op eigen terrein geplaatst dienen te worden. 2.4 Bodempotentiekaart Voor de gebieden Zoete Inval, Havenkwartier en Drie Hoefijzers Noord zijn de bouwplannen nog niet vastgesteld. Hierdoor is het niet mogelijk om voor deze gebieden een masterplan op te stellen. Om toch toekomstige gebruikers te wijzen op de mogelijkheden van energieopslag is een bodempotentiekaart voor deze gebieden opgesteld. In deze paragraaf is de bodempotentiekaart beschreven Bodemgeschiktheid De geschiktheid van de ondergrond voor open systemen is in belangrijke mate afhankelijk van de opslagcapaciteit van de aanwezige watervoerende zandpakketten in de ondergrond. Hoe dikker het zandpakket, hoe geschikter het pakket voor open systemen. Over het algemeen geldt voor de toepassing van energieopslag een minimale pakketdikte van circa 10 m. Naast de opslagcapaciteit is de doorlatendheid van de watervoerende zandlaag van belang. De doorlatendheid geeft aan hoe makkelijk het water naar de bronnen toestroomt. De doorlatendheid wordt in belangrijke mate bepaald door de grofkorreligheid van de zandlaag. Hoe grover het zand, hoe hoger de doorlatendheid van het zand. Een energieopslagsysteem kan goed functioneren als de doorlatendheid van de watervoerende laag groter is dan circa 10 m per dag. Bij een lagere doorlatendheid zijn meer of grotere bronnen nodig om het water te onttrekken. Dit maakt een energieopslagsysteem duurder en daardoor financieel minder aantrekkelijk. Het product van de dikte (D in m) en de doorlatendheid van de zandlaag (k in m per dag) levert het doorlaatvermogen. De eenheid van het doorlaatvermogen (kd) is m² per dag. Het doorlaatvermogen bepaalt hoeveel water aan een watervoerende laag kan worden onttrokken. De schematisatie van de bodemopbouw (figuur 2.1) is gebaseerd op REGIS-data van TNO Bouw en Ondergrond. Deze data zijn gecontroleerd aan de hand van boorbeschrijvingen uit DINO-Loket en gerealiseerde energieopslagsystemen. Het is bekend dat op enkele locaties het doorlaatvermogen enigszins wordt overschat. Op andere locaties wordt het doorlaatvermogen juist onderschat Legenda geschiktheidkaart De geohydrologische opbouw zoals in paragraaf is beschreven, vormt de basis voor de indeling van de geschiktheidkaarten. In de geschiktheidkaart wordt weergegeven hoe geschikt de ondergrond is voor energieopslag. Op basis van de benodigde opslagcapaciteit en een minimale doorlatendheid van 10 m per dag zijn verschillende geschiktheidklassen onderscheiden (tabel 2.1) /60466/RuW 3 november
14 Tabel 2.2 Bodemgeschiktheidsklassen legenda kd [m²/d]¹ toelichting² matig geschikt < 150 Maximale capaciteit van één brondoublet bedraagt circa 15 m³ per uur. De bodem is geschikt voor de bouw van minimaal 15 huizen, 7 appartementen of m² bruto vloer oppervlak (bvo), zonder meerinvestering in een extra koude en warme bron (doublet). geschikt Maximale capaciteit van één brondoublet bedraagt circa 15 tot 50 m³ per uur. De bodem is geschikt voor de bouw van 40 huizen, 20 appartementen of m² bvo, zonder meerinvestering in een extra koude en warme bron (doublet). zeer geschikt > 600 Maximale capaciteit van één brondoublet is groter dan 50 m³ per uur. De bodem is geschikt voor de bouw van minimaal 50 huizen, 30 appartementen of m² bvo, zonder meerinvestering in een extra koude en warme bron (doublet). ¹ Bij het bepalen van de kd-klassen is rekening gehouden met de praktijksituatie dat gemiddeld slechts 80% van de dikte van het watervoerend pakket gebruikt kan worden voor het plaatsen van filters. ² Het debiet per woning is sterk afhankelijk van het type woning en het energieconcept en kan hierdoor aanzienlijk variëren. Uitgangspunt voor tabel 2.2 vormt een grondgebonden woning en een monovalent energieconcept [Lit. 1] Bodempotentiekaart Stationskwartier In figuur 2.5 is de bodempotentiekaart weergegeven, in bijlage 1 is de kaart op A3- formaat te vinden. Figuur 2.5 bodempotentiekaart De ondergrond is in het plangebied Stationskwartier geschikt tot zeer geschikt. Aan de oostkant lijkt de ondergrond meer geschikt voor energieopslag dan in de gebieden Havenkwartier en Zoete Inval. Echter kan in het gehele projectgebied circa 50 m³/uur onttrokken en geïnfiltreerd worden met één doublet /60466/RuW 3 november
15 3 Duurzame energielevering Dit hoofdstuk beschrijft de indeling van het masterplangebied Stationskwartier, de gebieden Havenkwartier, Zoete Inval en Drie Hoefijzers Noord worden buiten beschouwing gelaten. Tevens worden de te doorlopen stappen besproken om tot de energetische uitgangspunten van het masterplan te komen: hoeveel bronnen zijn er in welk deelgebied nodig? 3.1 Inrichting plangebied Het plangebied Stationskwartier beslaat circa 0,2 km². Voor de uitwerking van het duurzaam energieconcept is het Stationskwartier onderverdeeld in een aantal deelgebieden. Figuur 3.1 presenteert de indeling van de plangebieden in deelgebieden. De indeling van is gebaseerd op de bovengrondse inrichting van de deelgebieden. Figuur 3.1 Plangebied Stationskwartier De bovengrondse indeling van het plangebied bepaalt in belangrijke mate waar warme en koude bronnen worden gepositioneerd. Op dit moment is nog niet bekend welke kavels in de toekomst gebruik zullen maken van energieopslag. Rekening houdend met de overige randvoorwaarden wordt gestreefd het masterplan dusdanig in te richten dat in de directe nabijheid elk gebouw van een zoekgebied voor warme en koude bronnen ligt /60466/RuW 3 november
16 3.2 Energetische uitgangspunten Om de energetische uitgangspunten te bepalen zijn de volgende stappen doorlopen (figuur 3.2). De energetische uitgangspunten zijn in overleg met gemeente Breda vastgesteld. Figuur 3.2 Stappenplan van gasverbruik naar debiet en waterhoeveelheid Gebouwzijdige energievraag Op basis van de verwachte bouwvolumes (gegevens gemeente Breda) is de energievraag van de zes verschillende deelgebieden bepaald. In tabel 3.1 zijn de warmte- en koudevraag en vermogen opgenomen. Tabel 3.1 Gebouwzijdige energievraag per deelgebied verwarming koeling deelgebied vermogen warmtevraag vermogen koudevraag [kw t ] [MWh t /jaar] [kw t ] [MWh t /jaar] * * Dit deelgebied is reeds van energieopslag voorzien. Bodemzijdige energievraag De gebouwzijdige energievraag is vertaald in de bodemzijdige energievraag. Dit is de hoeveelheid warmte en koude die aan de bodem moet worden onttrokken om de gevraagde hoeveelheid energie te kunnen leveren. De bodemzijdige energievraag wordt berekend aan de hand van een energieconcept. De meest voorkomende energieconcepten zijn het monovalente concept en het bivalente concept. Omdat momenteel nog onduidelijk is hoe het duurzame energieconcept voor het masterplangebied Stationskwartier concreet ingevuld gaat worden, moet het masterplan zo flexibel mogelijk worden ingericht. Bij monovalente koude- en warmtelevering is de waterverplaatsing door het grondwatersysteem het grootst. Echter zal naar verwachting in praktijk monovalente koudelevering en bivalente warmtelevering (figuur 3.3) bij de meeste nieuwbouwlocaties toegepast worden. Derhalve wordt dit concept toegepast bij de invulling van het masterplan /60466/RuW 3 november
17 Figuur 3.3 Monovalente koudelevering en bivalente warmtelevering Energetisch concept Monovalente koudelevering en bivalente warmtelevering Bij dit concept vindt de warmtelevering plaats middels een bivalent systeem. De basislast (circa 30%) van het totale verwarmingsvermogen zal worden geleverd door de warmtepompen in combinatie met het energieopslagsysteem. De warmtepompen zullen veel uren draaien (basislast) en daarmee circa 80% van de totale warmtevraag leveren. Naast de warmtepompen wordt stadsverwarming of relatief goedkope ketels opgesteld ten behoeve van de pieklastdekking en voor het leveren van warmtapwater. De koudelevering vindt monovalent plaats door middel van directe koeling. In de tabel 3.2 is aangegeven wat de benodigde vermogens en energiehoeveelheden van de beoogde grondwatersystemen zijn. Tabel 3.2 Bodemzijdige energievraag per deelgebied verwarming koeling deelgebied vermogen warmtevraag vermogen koudevraag [kw t ] [MWh t /jaar] [kw t ] [MWh t /jaar] Debiet en waterhoeveelheid De bodemzijdige energievraag is omgerekend naar een benodigd debiet en een waterverplaatsing per seizoen. De getallen zijn weergegeven in tabel 3.3. Hierbij wordt gekeken naar de warmtevraag, die als leidend wordt gezien. Op basis hiervan is het benodigde debiet en de benodigde waterhoeveelheid per seizoen bepaald /60466/RuW 3 november
18 Tabel 3.3 Debiet en waterverplaatsing per deelgebied deelgebied debiet [m 3 /uur] waterverplaatsing [m 3 /seizoen] totaal /60466/RuW 3 november
19 4 Uitwerking Masterplan Dit hoofdstuk beschrijft hoe ondergrondse ordening kan worden vormgegeven in een masterplan. Hierbij wordt op conceptueel niveau beschreven aan welke randvoorwaarden de positionering van koude en warme bronnen binnen het plangebied moet voldoen. Gezien de wensen van de gemeente Breda om de ondergrond optimaal te benutten voor energieopslag zullen er keuzes gemaakt worden ten aanzien van de toepassing van systemen. Het masterplan is in gericht op open energieopslagsystemen. Via de ordeningsregels wordt het gebruik van gesloten systemen en recirculatie-energieopslagsystemen in het masterplangebied uitgesloten 4.1 Masterplankaart Momenteel is het nog niet bekend of gebruik gemaakt zal worden van een individuele energievoorziening (per gebouw) of een collectieve systeem. Derhalve zijn voor beide opzetten een masterplankaart gemaakt. Figuur 4.1 toont de kaart waarbij uitgegaan wordt van een collectief systeem. De masterplankaart in figuur 4.2 kan gebruikt worden als uitgegaan wordt van individuele systemen. Voor een versie op A3-formaat van beide kaarten wordt verwezen naar bijlage /60466/RuW 3 november
20 Figuur 4.1 Masterplankaart energieopslag (collectief systeem) Wanneer collectieve systemen worden toegepast, kan in Stationskwartier West het maximale debiet van 55 m³/uur onttrokken worden. Door de beperkte ruimte is het maximale debiet in Stationskwartier Oost 30 m³/uur. Figuur 4.2 Masterplankaart energieopslag (individuele systemen) /60466/RuW 3 november
21 Figuur 4.2 Masterplankaart energieopslag (individuele systemen) Als voornamelijk individuele systemen aangelegd worden, bedraagt het maximale onttrekkings- en infiltratiedebiet voor het gehele masterplangebied 30 m³/uur bedragen. Door te kiezen voor een beperkter debiet is het mogelijk een koude en een warme strook bij elk gebouw aan te wijzen. De inrichtingskaarten geven de locaties voor het positioneren van de bronnen weer middels de zoekgebieden voor koude bronnen (blauwe stroken) en warme bronnen (rode stroken). In deze stroken zijn de voorkeursposities aangegeven met een donkere rode of blauwe kleur. Uitgangspunt hierbij is dat de bronnen worden gedimensioneerd op maximale broncapaciteit (en hiermee maximale grootte van de thermische koude en warme bel). De thermische scheidslijn legt de maximale reikwijdte van koude en warme bellen vast om negatieve interactie te voorkomen. Afwijkingen van het plan zijn toegestaan indien kan worden aangetoond dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor andere (toekomstige) energieopslagsystemen. De belangrijkste randvoorwaarden voor de inrichting van het masterplan energieopslag zijn: - de bovengrondse inrichting van het plangebied: de beschikbare ruimte voor bronpositionering (hoofdstuk 2 en 3); - de bodemgeschiktheid, ondergrondse functies en belangen en de energievraag (hoofdstuk 2 en 3); - thermische randvoorwaarden. Om maximaal rendement van het energieopslagsysteem te garanderen, gelden een aantal thermische randvoorwaarden. Paragraaf 4.2 gaat nader in op deze voorwaarden. 4.2 Thermische randvoorwaarden Ordeningsprincipe Om te zorgen dat energieopslagsystemen thermisch gezien optimaal functioneren en de hydrologische effecten acceptabel zijn, gelden in de praktijk twee ordeningspatronen voor de bronnen: een dambordpatroon en een strokenpatroon (zie figuur 4.3). Figuur 4.3 Dambordpatroon (links) versus strokenpatroon (rechts) /60466/RuW 3 november
22 Dambordpatroon Een dambordpatroon gaat uit van een repeterend patroon, waarbij koude en warme bronnen elkaar afwisselen met vaste onderlinge afstanden. Voordeel van dit patroon is dat de effecten op de grondwaterstand die optreden als gevolg van het onttrekken en infiltreren van grondwater minimaal zijn. Nadeel is dat de opslagcapaciteit van de ondergrond minder efficiënt wordt gebruikt, omdat tussen iedere koude en warme bron voldoende tussenruimte moet worden gelaten om thermische interactie tussen de koude en warme bel te voorkomen. Strokenpatroon Een strokenpatroon gaat uit van een afwisseling van koude en warme stroken met een vaste onderlinge afstand in het gebied. Koude bronnen mogen in de koude stroken worden geplaatst en warme bronnen in de warme stroken. Het voordeel van het strokenpatroon is dat de opslagcapaciteit van de ondergrond efficiënter wordt benut dan bij het dambordpatroon. Een nadeel van het strokenpatroon is dat de hydrologische effecten groter zijn dan bij een kruislingse variant. Om het masterplan zo flexibel mogelijk in te steken, is gekozen om het strokenpatroon en de bronafstand voor de verschillende deelgebieden verschillend vorm te geven Afstand tussen warme en koude stroken Tussen de koude en de warme stroken is een zekere minimale afstand nodig om te voorkomen dat interactie plaatsvindt tussen de opgeslagen koude en warmte. De benodigde afstand tussen de koude en warme stroken is afhankelijk van de filterlengte van de bronnen en de hoeveelheid water die per seizoen per bron wordt verplaatst. Filterlengte Om de beschikbare ruimte in de ondergrond zo veel mogelijk te benutten, is in de meeste deelgebieden gekozen voor een zo groot mogelijke filterlengte. In de bodem is circa 25 m aan geschikte zandlagen aanwezig om een filter te plaatsen. Voor de bepaling van de breedte van de warme en koude stroken is uitgegaan van een maximale benutting van de filterlengte. Waterverplaatsing Om het masterplan zo flexibel mogelijk in te steken, is gekozen om het strokenpatroon en de bronafstand voor de verschillende deelgebieden verschillend vorm te geven. Als gevolg hiervan verschilt bij het masterplan voor collectieve systemen de maximaal te onttrekken waterhoeveelheid per doublet tussen de deelgebieden onderling. Het strokenpatroon in het westelijke deel van het masterplangebied Stationskwartier is ingericht op een maximaal debiet van 55 m³/uur. Het strokenpatroon in het oostelijke deel is gebaseerd op een maximaal brondebiet van 30 m³/uur. Bij het masterplan voor individuele systemen geldt voor het totale masterplangebied een maximaal brondebiet van 30 m³/uur. In het totale masterplangebied is uitgegaan van vollasturen. De maximale waterverplaatsing op basis van ontwerpnormen bedraagt bij het masterplan voor collectieve systemen m³/seizoen in het westelijke deel en m³/seizoen in het oostelijke deel. Bij het masterplan voor individuele systemen geldt voor het totale masterplangebied een waterverplaatsing van m³/seizoen /60466/RuW 3 november
23 Afstand tussen warme en koude strook Op basis van het bovenstaande bedraagt de afstand tussen de rand van de warme strook en de rand van de koude strook 140 m in het westelijke deel. In het oostelijke deel is de strookafstand 75 m /60466/RuW 3 november
24 5 Beleid 5.1 Besluit Bodemenergie De verwachting is dat per 1 juli 2012 het Besluit Bodemenergie (AMvB Bodemenergie) van kracht wordt. Het besluit is geen zelfstandig besluit maar wijzigt vijf bestaande besluiten, te weten het Activiteitenbesluit, Besluit lozen buiten inrichtingen, Besluit bodemkwaliteit, Waterbesluit en Besluit omgevingsrecht. Het Besluit Bodemenergie heeft vier belangrijke doelen: - de vergunningverlening voor open systemen vereenvoudigen; - de vergunningverlening voor gesloten systemen regelen; - het voorkomen van interferentie tussen open energieopslagsystemen onderling, tussen gesloten systemen onderling, en tussen open en gesloten systemen; - het borgen van de kwaliteit van de aanleg van energieopslagsystemen door middel van onder andere het invoeren van certificering van bedrijven. Door de invoering van het besluit zal de regelgeving voor open en gesloten systemen veranderen. De provincie blijft bevoegd gezag voor open systemen. De gemeente wordt bevoegd gezag voor de gesloten systemen. Dat betekent dat de gemeente vanaf 1 juli 2012 gesloten systemen moet registreren en hierop handhaven. Het voorliggende masterplan vormt samen met de bijbehorende ordeningsregels (zie volgende paragraaf) de basis voor het beleid in het masterplangebied Stationsgebied. 5.2 Juridische verankering Het masterplan is nog niet juridisch verankerd. Hierdoor heeft het plan geen juridische status. Het is van belang om het masterplan energieopslag juridisch te verankeren, om indien noodzakelijk af te kunnen dwingen dat initiatiefnemers binnen een plangebied zich houden aan de in het masterplan opgenomen randvoorwaarden voor ondergrondse ordening. Dit masterplan zal op zowel provinciaal als gemeentelijk niveau moeten worden verankerd. De provinciale verankering is noodzakelijk omdat de provincie bevoegd gezag is voor open energieopslagsystemen. De provinciale verankering heeft als voordeel dat de provincie het masterplan kan gebruiken als onderlegger voor het afgeven van de vergunning Waterwet bij vergunningaanvragen voor nieuwe energieopslagsystemen /60466/RuW 3 november
25 Het plan kan op gemeentelijk niveau verankerd worden door het masterplan te koppelen aan een gemeentelijk beleidsregel of aan het bestemmingsplan. Omdat de gemeente Breda per 1 juli 2012 bevoegd gezag wordt voor gesloten systemen (bodemwarmtewisselaars) is het van belang ook regelgeving hiervoor op te nemen in het masterplan. Deze regelgeving is uitgewerkt in de ordeningsregels (paragraaf 5.3). 5.3 Ordeningsregels Wanneer het masterplan in de toekomst concreet wordt ingezet, dienen de gebruikers zich bij het inrichten van hun energieopslagsysteem aan een aantal ordeningsregels te conformeren. De ordeningsregels zijn opgesteld in vier delen. Deel 1 beschrijft de algemene regels voor het gebruik van het masterplan, deel 2 beschrijft de aandachtspunten bij de positionering van de bronnen, deel 3 geldt voor doubletsystemen en deel 4 beschrijft de algemene aandachtpunten voor de toepassing van energieopslagsystemen Deel 1: Algemeen 1. De toepassing van nieuwe monobron- en recirculatiesystemen en bodemwarmtewisselaars (gesloten systemen) worden niet toegestaan in het plangebied. 2. Overige grondwateronttrekkingen (bronbemalingen, grondwatersaneringen, etc.) dienen met de aanleg en de exploitatie rekening te houden met dit masterplan. Daarvoor dient toetsing plaats te vinden waarbij wordt aangetoond dat geen negatieve invloed wordt uitgeoefend. 3. Alle grondwateronttrekkingen binnen het grensgebied (200 m vanaf gebiedscontour) dienen te worden gemeld bij de provincie twee weken voor ingebruikname. 4. Afwijkingen van de ordeningsregels in dit masterplan zijn toegestaan mits kan worden aangetoond dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor andere (toekomstige) energieopslagbelangen Deel 2: Aandachtspunten positionering bronnen 1. De aanwezige en geplande kabels en leidingen vormen een aandachtspunt tijdens de ontwerpfase van energieopslagsystemen. Het betreft voornamelijk de inpassingsmogelijkheden van bronnen en bijbehorend leidingwerk. Dit vraagt in stedelijk gebied om afstemming met de gemeente Breda en kabel- en leidingbedrijven. 2. De aanwezige verontreinigingen vormen een aandachtspunt tijdens de realisatie van energieopslagsystemen. Mogelijk dienen aanvullende maatregelen te worden genomen met betrekkingen tot het boren in en afvoeren van de verontreinigde grond en grondwater. Tevens kan het bevoegd gezag (provincie) tijdens de vergunningaanvraag Waterwet voor een nieuw energieopslagsysteem vragen om berekeningen van de mogelijke effecten op de aanwezige verontreinigingen. De gemeente Breda heeft de voorkeur dat bekende verontreinigingen niet doorboord mogen worden. Bij aanwezigheid van verontreinigingen is afstemming met de gemeente noodzakelijk Deel 3: Doubletsystemen Onderstaande regels zijn van toepassing op het gebruik van doubletsystemen, waarin opslag van warmte en koude plaatsvindt. 1. De warme en koude bronnen, gedimensioneerd op maximaal debiet, moeten worden gepositioneerd binnen de zoekgebieden warme en koude bronnen, op de kaart aangegeven als warme en koude stroken. 2. Het thermische invloedsgebied van de warme en de koude bronnen mag maximaal tot aan de thermische scheidslijn reiken /60466/RuW 3 november
26 3. Het tweede watervoerende pakket is aangewezen voor de toepassing van grootschalige open energieopslagsystemen. Voor het plaatsen van de filters van de warme en de koude bronnen wordt gebruik gemaakt van het traject tussen 40 en 80 m-mv. 4. Het maximale debiet van een energieopslagsysteem in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket mag niet meer dan 55 m³/uur bedragen. In deelgebied ten oosten van OV Terminal bedraagt het maximale debiet 30 m³/uur. 5. Tussen bronnen van hetzelfde type in een doubletsysteem (tussen twee koude of twee warme bronnen) bedraagt de minimale afstand 30 m bij een debiet van 55 m³/uur. Indien het debiet kleiner is, vermindert de minimale afstand evenredig. 6. Voor systemen waarvan bronnen van hetzelfde type in elkaars thermische invloedsgebied liggen, dient de infiltratietemperatuur van een nieuw systeem minder dan 3 C af te wijken van het bestaande systeem Deel 4: aandachtspunten toepassing energieopslag 1. De doubletsystemen van OV Terminal en de Heren van Breda passen in het masterplan. Deze systemen vormen geen aandachtspunt voor toekomstige energieopslagsystemen. 2. De aanwezige verontreinigingen vormen een aandachtspunt tijdens de realisatie van energieopslagsystemen. Mogelijk dienen aanvullende maatregelen te worden genomen met betrekkingen tot het boren in en afvoeren van de verontreinigde grond en grondwater. Tevens kan het bevoegd gezag (provincie) tijdens de vergunningaanvraag Waterwet voor een nieuw energieopslagsysteem vragen om berekeningen van de mogelijke effecten op de aanwezige verontreinigingen. De gemeente Breda heeft de voorkeur dat bekende verontreinigingen niet doorboord mogen worden. Bij aanwezigheid van verontreinigingen is afstemming met de gemeente noodzakelijk. 3. Wanneer bij de realisatie van een energieopslagsysteem meer dan 100 m² grond geroerd wordt, is er sprake van een gemeentelijke archeologische onderzoeksverplichting. 4. Bij het bepalen van de bronlocaties dient rekening gehouden te worden met nietontplofte explosieven. De meest recente en complete lijst kan bij de gemeente Breda opgevraagd worden /60466/RuW 3 november
27 Bijlage 1 Bodempotentiekaart /60466/RuW 3 november 2011
28
29 Bijlage 2 Masterplankaarten /60466/RuW 3 november 2011
30
31
Bodemenergieplan Waarderpolder en Oostradiaal
Reageren antwoord@haarlem.nl Meer informatie www.haarlem.nl Vragen 023 _ 511 51 15 Gemeente Haarlem Stadszaken Ruimtelijk Beleid en Milieu Ontwerp Bodemenergieplan Waarderpolder en Oostradiaal Haarlem,
Nadere informatieWKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012
WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012 Inhoud 1. Introductie 2. Inventarisatie a. Bodemgeschiktheid b. Bouwontwikkelingen c. Omgevingsbelangen
Nadere informatieMasterplan energieopslag Kop Zuidas te Amsterdam
Masterplan energieopslag Kop Zuidas te Amsterdam Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Kop Zuidas Postbus 79092 1070 NC AMSTERDAM Contactpersoon: mevrouw A. de Jong Adviseur bodemenergie IF Technology Velperweg
Nadere informatieOpen en gesloten WKO systemen. Open systemen
Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen
Nadere informatieEffectenstudie bodemenergiesysteem
voor open bodemenergiesystemen: tot 50 m³/uur en 250.000 m³/jaar en dieper dan 20 m-mv Project: Projectlocatie: OLO-nummer: Datum: Referentie: Vergunningaanvrager: Adviseur: Klik hier als u een datum wilt
Nadere informatieBeleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Delft Nr. 172372 4 oktober 2017 Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Met het per 1-7-2013 van kracht zijnde Besluit bodemenergiesystemen
Nadere informatieEffectenstudie bodemenergiesysteem
voor open bodemenergiesystemen: tot 50 m³/uur en 250.000 m³/jaar en dieper dan 20 m-mv Project: Kinder- en Jeugdcentrum Heliomare (KJC Zuid) en Multifunctionele sportaccomodatie (MFS) Projectlocatie: De
Nadere informatieBodemenergieplan Bedrijventerrein A12 (Noord en Zuid)
Bodemenergieplan Bedrijventerrein A12 (Noord en Zuid) Gemeente Ede Opdrachtgever Gemeente Ede Postbus 9022 6710 HK EDE Contactpersoon: dhr. Erik van Tol Adviseur bodemenergie IF Technology Velperweg 37
Nadere informatieBodemenergie in de gemeente Arnhem
Bodemenergie in de gemeente Arnhem Congres ILB 14 februari 2012 Marc van der Burght Beleidsadviseur Energie en Bodem Open systeem Gesloten systeem 1 Arnhem wil bodemenergie als bron van duurzame energie
Nadere informatieEffectenstudie. Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: Referentie: 16BB128
Effectenstudie Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: 1-2-2017 Referentie: 16BB128 Inhoudsopgave Effectenstudie...1 Inhoudsopgave...2 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding...3 1.2. Leeswijzer...3
Nadere informatiec) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen
1 juli 2014 zaaknummer 2013-018143 Beleidsregels masterplannen bodemenergie Gelderland 2014 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6.4, eerste
Nadere informatieEffectenstudie. Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: Referentie: 16BB161
Effectenstudie Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: 5-1-2016 Referentie: 16BB161 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Aanleiding... 3 1.2. Bodemenergieplan... 3 1.3. Leeswijzer...
Nadere informatieMasterplan open bodemenergiebronnen De Dam I. Stadsdeel Centrum, Amsterdam
Masterplan open bodemenergiebronnen De Dam I Stadsdeel Centrum, Amsterdam Masterplan open bodemenergiebronnen De Dam I Stadsdeel Centrum, Amsterdam Masterplan open bodemenergiebronnen De Dam I Stadsdeel
Nadere informatieBijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied
Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied Toelichting Algemeen Artikel 1 Begripsomschrijving Op 1 juli 2013 treedt het Besluit bodemenergiesystemen in werking. Het besluit bevat regels over het installeren
Nadere informatieKansenkaart bodemenergie gemeente Waalwijk
Kansenkaart bodemenergie gemeente Waalwijk Opdrachtgever Gemeente Waalwijk Postbus 10150 5141 PA Waalwijk Contactpersoon: mevr. E. Raats-Leenders Adviseur bodemenergie IF Technology bv Velperweg 37 Postbus
Nadere informatieBodemenergieplan. Minervahaven en Houthaven Amsterdam
Bodemenergieplan Minervahaven en Houthaven Amsterdam Bodemenergieplan Minervahaven en Houthaven Amsterdam Bodemenergieplan Minervahaven en Houthaven Amsterdam Opdrachtgever Haven Amsterdam De Ruyterkade
Nadere informatieWhite Paper Warmtepompsysteem
White Paper Warmtepompsysteem Inleiding Een warmtepompsysteem is voor veel mensen inmiddels een bekend begrip, toch ontstaat er nog steeds veel onduidelijkheid over de werking van het systeem. Dit blijkt
Nadere informatieNotitie. 1. Inleiding
Installect Rozenstraat 11 7223 KA Baak www.installect.nl W.H. Bruil T 0575 441187 wbruil@installect.nl Notitie Project : Sanquin Amsterdam Onderwerp : aanmeldingsnotitie voor de m.e.r.-beoordelingsplicht
Nadere informatie14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van
Nadere informatieVerordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018
Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 De raad van de gemeente Groningen; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. [datum]; Gelet
Nadere informatiePlan voor stimulering en ordening van bodemenergie
Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan gemeente Dordrecht Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Opdrachtgever Gemeente Dordrecht Spuiboulevard 300 Postbus 8 3300
Nadere informatie1 f. Alto.. Engineering the earth. r-- College van Gedeputeerde Staten van Utrecht t.a.v. mevr. C. Marskamp Postbus TH UTRECHT
GESCAND - 033 0 2. 0 2. 2012 r-- Alto.. 1 f College van Gedeputeerde Staten van Utrecht t.a.v. mevr. C. Marskamp Postbus 80300 3508 TH UTRECHT IF Technology velperweg 37 6824 BE Arnhem Postbus 6o5 6800
Nadere informatieBodemenergieplan Doornsteeg Nijkerk. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie
Bodemenergieplan Doornsteeg Nijkerk Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan Doornsteeg Nijkerk Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie DEFINITIEF Opdrachtgever Adviseur
Nadere informatieBodemenergieplan. Medisch Centrum Slotervaart Amsterdam
Bodemenergieplan Medisch Centrum Slotervaart Amsterdam Bodemenergieplan Medisch Centrum Slotervaart Amsterdam Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Plein 40-45 nr.1 Postbus 2003 1000 CA
Nadere informatieBodemenergieplan gemeente Dordrecht. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie
Bodemenergieplan gemeente Dordrecht Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie 3 juni 2015 Bodemenergieplan gemeente Dordrecht Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Opdrachtgever Gemeente
Nadere informatieMasterplan Bodemenergie
Masterplan Bodemenergie Gemeente Amersfoort Opdrachtgever Gemeente Amersfoort T.a.v. de heer P.P.J. Camps Postbus 4000 3800 EA AMERSFOORT Adviseur IF Technology bodemenergiesysteem Velperweg 37 Postbus
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;
Verordening bodemenergiesystemen gemeente Papendrecht De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; gelet op de artikelen
Nadere informatieBodemenergieplan Science Park Amsterdam
Bodemenergieplan Science Park Amsterdam -DEFINITIEF- Opdrachtgevers Projectbureau NWO Postbus 93138 2509 AC DEN HAAG Contactpersoon: dhr. J. van Echtelt Gemeente Amsterdam Projectbureau Zuidoostlob Postbus
Nadere informatieWarmte Koude Opslag. Wat is WKO? Diep onder Drenthe
Warmte Koude Opslag Wat is WKO? Diep onder Drenthe Klimaatbestendig Drenthe Klimaatveranderingen van vele eeuwen zijn nog steeds zichtbaar in het Drentse landschap. Voorbeelden hiervan zijn de Hondsrug
Nadere informatieBodemenergieplan Nieuw Delft. Ordeningsplan voor de ondergrond
Bodemenergieplan Nieuw Delft Ordeningsplan voor de ondergrond Bodemenergieplan Nieuw Delft Ordeningsplan voor de ondergrond Bodemenergieplan Nieuw Delft Ordeningsplan voor de ondergrond Opdrachtgever Gemeente
Nadere informatieDe Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 vast te stellen.
1301110 Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van 14 mei 2013 gelet op de artikelen 121 en 147 van de Gemeentewet,
Nadere informatieVerordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht
CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR600026_1 11 maart 2016 Verordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht De raad van de gemeente Dordrecht, gelezen het voorstel van het college van burgemeester
Nadere informatieBronverplaatsing. Verplaatsing bestaande bronnen wko Datum: 12 maart Gecontroleerd door: Wilfried Huis in t Veld. Samenvatting van de vergunning
12 maart 2015 Bronverplaatsing Project: Jaarbeurs Utrecht Onderwerp: Verplaatsing bestaande bronnen wko Datum: 12 maart 2015 Referentie: 64319/WH/20150312 Auteur: Hetty Mathijssen Gecontroleerd door: Wilfried
Nadere informatiedatum ondertekening; bron bekendmaking
Behoort bij raadsbesluit zaaknr. 9901 Wetstechnische informatie GEGEVENS VAN DE REGELING Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum
Nadere informatie1 Inleiding en projectinformatie
Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de
Nadere informatieBodemenergieplan Buiksloterham. Plan voor stimuleren en ordening van bodemenergie
Bodemenergieplan Buiksloterham Plan voor stimuleren en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan Buiksloterham Plan voor stimuleren en ordening van bodemenergie DEFINITIEF Opdrachtgever Gemeente Amsterdam
Nadere informatieWKO en sanering gecombineerd in Spoorzone Woerden
WKO en sanering gecombineerd in Spoorzone Woerden Ko Hage (TTE) Delft, 1 december 2010 TTE consultants verbinden van ondergrond en bovengrond - Opgericht in 1999 door drie ingenieurs (The Three Engineers)
Nadere informatiePotentieel thermische energie uit oppervlaktewater (TEO)
Potentieel thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) Beheergebied van Waterschap Rijn en IJssel Eindrapportage 7 juli 2017 1 Voorblad Opdrachtgevers: Waterschap Rijn en IJssel Postbus 148 7000 AC Doetinchem
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
Nadere informatieBijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek
Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt
Nadere informatieStadhuisplein te Eindhoven
Stadhuisplein te Eindhoven Masterplan koude-/warmteopslag in de bodem Opdrachtgever Gemeente Eindoven Waagstraat 1 Postbus 90150 5600 RB EINDHOVEN T 040-238 61 02 E a.verboom@eindhoven.nl Contactpersonen:
Nadere informatiebevoegd gezag gesloten in de praktijk zeer weinig voorkomt.
telefoon 085-4862450 www.sikb.nl Pagina 1 van 9 OVERZICHT WIJZIGINGEN BUM S EN HUMS S BODEMENERGIE OKTOBER 2015 Voorgenomen wijzigingen in versie 2.4 ten opzichte van versie 2.3 Tabel 1. Wijzigingen BUM
Nadere informatieGeschiktheidskaarten energieopslag provincie Zeeland
Geschiktheidskaarten energieopslag provincie Zeeland Opdrachtgever Provincie Zeeland Directie Ruimte Milieu en Water Postbus 165 4330 AD MIDDELBURG T 0118 63 1950 Contactpersoon: de heer P. Michielsen
Nadere informatieErvaringen met gesloten bodemenergiesystemen in Goes. Dag van de Zeeuwse Bodem - 21 april 2016 Ronald Wennekes - IF Technology
Ervaringen met gesloten bodemenergiesystemen in Goes Dag van de Zeeuwse Bodem - 21 april 2016 Ronald Wennekes - IF Technology 1 Inhoud 1. Bodemenergie in het kort 2. Melding en vergunning gesloten systemen
Nadere informatieProjectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam
MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons
Nadere informatieBodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam
Bodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam Hoofddocument definitief Opdrachtgever Rotterdam Climate Initiative Gemeente Rotterdam Postbus 70012 3000 KP ROTTERDAM T 010-267 29 28 Contactpersoon: dhr. W. Verhoeven
Nadere informatieDe ondergrond als basis voor een duurzame toekomst.
De ondergrond als basis voor een duurzame toekomst. Bodemenergie in Haarlem Marc van Someren (Bodem en Water Consultancy) 14 februari 2012 ILB Congres Media Plaza - Utrecht De ondergrond als basis voor
Nadere informatieomgevingsdienst HAAGLANDEN
Wolf Dikken adviseurs t.a.v. de heer R.T.M. Wolf Plein 4 2291 CC WATERINGEN omgevingsdienst Bezoelodres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E
Nadere informatieKwaliteitsborging Bodemenergie
Kwaliteitsborging Bodemenergie van het gas af met behoud van comfort 11 oktober 2018 Energiebeurs ir. H.J.(Henk) Broekhuizen Wat is het? Bodemenergie? Kwaliteitsborging met BRL s Randvoorwaarden voor succes.
Nadere informatieKansrijke WKO concepten
Kansrijke WKO concepten Wilfried Huis in t Veld IF Technology Kansen voor bodemenergie? Beperken van: - emissie broeikasgassen: Verdrag Kyoto, Kopenhagen? - afhankelijkheid van fossiele brandstoffen Hoger
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR301360_1
CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR301360_1 3 juli 2018 Verordening bodemenergiesystemen Rotterdam Gemeenteblad 2013 Verordening bodemenergiesystemen Rotterdam De Raad van de gemeente Rotterdam,
Nadere informatieGeohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan
Nadere informatieWatertoets De Cuyp, Enkhuizen
Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer
Nadere informatieDienst Water en Milieu
Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 25 januari 2006 Sector V&H/branchegericht Nummer 2006WEM000206i
Nadere informatieDe rol van Bodemenergie in de energietransitie Guido Bakema, IF Technology
De rol van Bodemenergie in de energietransitie Guido Bakema, IF Technology 22 % van de warmtevoorziening in 2050 met Bodemenergie (CE Delft), van 4 PJ (nu) naar 100 PJ (2050) Maar, bodemenergie is geen
Nadere informatieThermische energie uit oppervlaktewater. Business case stadhuis Harderwijk
Thermische energie uit oppervlaktewater Business case stadhuis Harderwijk Colofon Datum 28 februari 2018 Referentie Betreft Behandeld door Gecontroleerd door Versienummer 67149/LH/20180228 Thermische
Nadere informatieRegistratie van bestaande bodemwarmtewisselaars/ bodemgekoppelde warmtepompen. Meld uw systeem en voorkom onderlinge beïnvloeding
Registratie van bestaande bodemwarmtewisselaars/ bodemgekoppelde warmtepompen Meld uw systeem en voorkom onderlinge beïnvloeding Het gebruiken van de bodem als energiebron is de laatste jaren in populariteit
Nadere informatieBerekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012
Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012 1 Hypothese Een onttrekking van 10 m³/uur met één bron heeft dezelfde hydrologische
Nadere informatieBeschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam
Notitie Projectleider drs. A.J. (Arjan) Varkevisser Adviseur drs I.A. (Inger) de Groot Datum 19 november 2013 Kenmerk N001-1217942AJA-vvv-V01-NL Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt
Nadere informatieBodemenergieplan IBF Heerenveen. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie
Bodemenergieplan IBF Heerenveen Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan IBF Heerenveen Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie 28 oktober 2014 Bodemenergieplan
Nadere informatieVoorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII
Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII Stichting Spaarnesant 04 februari 2014 9X3803 Entrada 301 Postbus 94241 1090 GE Amsterdam +31 20 569 77 00 Telefoon 020-5697701 Fax info@amsterdam.royalhaskoning.com
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant
Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088 369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant op de op 20 juni 2017 bij hen ingekomen aanvraag om vergunning krachtens
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Beleidsregel open bodemenergiesystemen in bodemenergieplannen Zuid-Holland 2016
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 8608 29 december 2015 Beleidsregel open bodemenergiesystemen in bodemenergieplannen Zuid-Holland 2016 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
Nadere informatieRealisatie WKO. WKO-coach Drenthe - Voorlichtingsbijeenkomst WKO
Realisatie WKO WKO-coach Drenthe - Voorlichtingsbijeenkomst WKO 1 Bouwopgave: Case: realisatie 4 woontorens, totaal 200 appartementen 2 gemeente convenant (stap 2) duurzame ambities DE scan besluit gemeenteraad
Nadere informatie1.2 Adres van de initiatiefnemer Naam bedrijf/instelling: Geomec4p realisatie en exploitatie bv Rietgorsweg 6, 3356 LJ Papendrecht
Project: hoge temperatuuropslag GeoMEC te Brielle Onderwerp: aanmeldingsnotitie voor de vormvrije m.e.r.-beoordelingsplicht Datum: 08-05-2011 Referentie: 26.468/58182/BG 0. Inleiding Voor het glastuinbouw
Nadere informatieBodemenergieplan 2 e Daalsedijk en Cartesiusdriehoek te Utrecht. Projectnummer: C17020 Status: definitief 25 oktober 2018
Bodemenergieplan 2 e Daalsedijk en Cartesiusdriehoek te Utrecht Projectnummer: C17020 Status: definitief 25 oktober 2018 Colofon Auteur Niels Schuurman (Buro Bron) Ko Hage (TTE) Coen Dijxhoorn (Buro Bron)
Nadere informatieVERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET
VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET verleend aan Woningcorporatie Lefier Ontwikkelbedrijf De activiteit water in de bodem brengen en eraan ontrekken (Locatie: Berkenstraat 2
Nadere informatieGemeente Gouda. Masterplan Warmte-/Koudeopslag Goudse Poort Gouda. Witteveen+Bos. Louis Armstrongweg 6. Postbus 10095. 1301 AB Almere.
Gemeente Gouda Masterplan Warmte-/Koudeopslag Goudse Poort Gouda Louis Armstrongweg 6 Postbus 10095 1301 AB Almere t 036 548 29 00 f 036 533 38 83 INHOUDSOPGAVE blz. Managementsamenvatting 1. INLEIDING
Nadere informatieVerordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Delft. Nr. 55896 23 juni 2015 Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van
Nadere informatieOndergronds ordenen in Arnhem
1 Marion Visser Gemeente Arnhem Afdeling Milieu Structuurvisie Duurzame ontwikkeling, Arnhem in 2040: balans people, planet, profit Onderwerp PEOPLE PLANET 2 PROFIT / PROSPERITY Prettig toeven in een gezond
Nadere informatieMeer met Bodemenergie
Meer met Bodemenergie Modellering systemen Effecten van bodemenergiesystemen op hun omgeving. Modellering individuele projecten Rapport 5 Modellering systemen Effecten van bodemenergiesystemen op hun omgeving.
Nadere informatieGeohydrologische situatie Burg. Slompweg
Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft
Nadere informatieBodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam
Bodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam Achtergronddocument definitief Opdrachtgever Rotterdam Climate Initiative Gemeente Rotterdam Postbus 70012 3000 KP ROTTERDAM T 010-267 29 28 Contactpersoon: dhr.
Nadere informatieEen goed ontwerp voor 50 jaar bedrijfszekerheid
Een goed ontwerp voor 50 jaar bedrijfszekerheid Ronald Wennekes IF Technology bv, Arnhem Inhoud 1. Fasering 2. Ontwerp en kwaliteitseisen 3. Voorbeelden 1 1 Fasering 1. Programma / haalbaarheid 2. Ontwerp
Nadere informatieBodemenergieplan Merwedekanaalzone te Utrecht
Bodemenergieplan Merwedekanaalzone te Utrecht Projectnummer: C17020 Status: definitief 25 oktober 2018 Colofon Auteur Niels Schuurman (Buro Bron) Ko Hage (TTE) Coen Dijxhoorn (Buro Bron) Datum 25 oktober
Nadere informatieBeleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 1884850
Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 1884850 Met het per 1-7-2013 van kracht zijnde Besluit bodemenergiesystemen wil de rijksoverheid toepassing van bodemenergie stimuleren en
Nadere informatie(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET
(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET verleend aan Telecom Service Leek B.V. De activiteit water in de bodem brengen of eraan te onttrekken Locatie: De Hoogte 1 leek
Nadere informatieSchiphol Nederland b.v. De heer B.E. Harder Postbus ZG Schiphol. Betreft: Besluit Waterwet wijziging vergunning Terminal 3 PNH1606
Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Postbus 209 1500 EE Zaandam Schiphol Nederland b.v. De heer B.E. Harder Postbus 7501 1118 ZG Schiphol www.odnzkg.nl Betreft: Besluit Waterwet wijziging vergunning
Nadere informatieInfiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den
Nadere informatieBeleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Artikel 1. De rechtsgronden Artikel 2. Begripsomschrijving
Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Met het per 1-7-2013 van kracht zijnde Besluit bodemenergiesystemen wil de rijksoverheid toepassing van bodemenergie stimuleren en een impuls
Nadere informatieVerordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Goes
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Goes. Nr. 72400 3 juni 2016 Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Goes 2016 De raad van de gemeente Goes; Gezien het voorstel van burgemeester
Nadere informatieProtocol Bodemenergie Praktijkcase Kernhem in Ede Ronald Wennekes sr. adviseur bij IF Technology projectleider energie bij gemeente Ede
Protocol Bodemenergie Praktijkcase Kernhem in Ede Ronald Wennekes sr. adviseur bij IF Technology projectleider energie bij gemeente Ede Vakblad Warmtepompen Juni 2011 1 Kernhem Ede Gegevens: circa 1.950
Nadere informatieVerordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Utrecht
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Utrecht Nr. 207796 1 oktober 2018 Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Utrecht 2018 De raad van de gemeente Utrecht, Gelezen het
Nadere informatieLessons learned KWO praktijkervaringen bodemenergie in NL. Bijeenkomst WCTB Sanne de Boer - IF Technology 21 oktober 2014
Lessons learned KWO praktijkervaringen bodemenergie in NL Bijeenkomst WCTB Sanne de Boer - IF Technology 21 oktober 2014 Praktijkervaringen met Bodemenergie Open of Gesloten systemen?.... Allebei geschikt!
Nadere informatieBodemenergieplan Goese Diep Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II
Bodemenergieplan Goese Diep Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II Groenholland Geo-energiesystemen Rapport GHNL 06/08/2018 Bodemenergieplan Goese Diep Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II
Nadere informatieE Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging
Aan Omgevingsdienst West-Holland Behandeld door Eline Heemskerk T.a.v. De heer H.M. de Boo E eline.heemskerk@mwhglobal.com Van E. Heemskerk T 015-7511880 Betreft Actualiserend bodemonderzoek Van Leeuwenpark
Nadere informatieEnergieopslag De Monnikenberg te Hilversum
Energieopslag De Monnikenberg te Hilversum Effectenstudie grondwatersysteem Opdrachtgever Tergooiziekenhuizen locatie Hilversum Van Rietbeeckweg 212 Postbus 10016 1201 DA Hilversum T 035-68 87 777 E j.krommenhoek@tergooiziekenhuizen.nl
Nadere informatieDuurzame energievoorziening centrumgebied
Duurzame energievoorziening centrumgebied - Masterplan energieopslag Spoorzone - Opdrachtgever Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN Contactpersonen: mevr. G. Nalis dhr. M. Vellema Adviseur bodemenergie
Nadere informatieBodemenergieplan. TU Delft en omgeving
Bodemenergieplan TU Delft en omgeving Bodemenergieplan TU Delft en omgeving Bodemenergieplan TU Delft en omgeving Opdrachtgever TU Delft Directie Facilitiair Management & Vastgoed Kluyverweg 6 Postbus
Nadere informatieomgevingsdienst HAAGLANDEN
Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking Besluit m.e.r. 499409 ODH-2018-00001310 1 8 JAN. 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02
Nadere informatieDNB Cashcentrum Zeist Geohydrologisch vooronderzoek bodemenergie
DNB Cashcentrum Zeist Geohydrologisch vooronderzoek bodemenergie Betreft Geohydrologisch vooronderzoek bodemenergie Behandeld door Femke van Aken Gecontroleerd door Stijn Verplak Versienummer 1 OPDRACHTGEVER
Nadere informatieOnderzoek naar interferentie. tussen open en gesloten bodemenergiesystemen
Onderzoek naar interferentie tussen open en gesloten bodemenergiesystemen Onderzoek naar interferentie tussen open en gesloten bodemenergiesystemen Onderzoek naar interferentie tussen open en gesloten
Nadere informatieomgevingsdienst HAAGLANDEN
Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00496929 ODH-2017-00107215 2 4 OKT. 2017 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I
Nadere informatiePotentieelstudie bodemenergie Gemeente Groningen
Potentieelstudie bodemenergie gemeente Groningen Opdrachtgever Gemeente Groningen Dienst Ruimtelijke Ordening & Economische Zaken Postbus 7081 9701 JB GRONINGEN Contactpersoon: de heer P. Corzaan Adviseur
Nadere informatieomgevingsdienst HAAGLANDEN
Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00511178 ODH-2018-00028002 0 3 MEI 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I
Nadere informatieBodemenergie in Arnhem Stimuleren en regie
Stimuleren en regie 12 juni 2013 Marc van der Burght Gelders netwerk Energie Beleidsmedewerker Bodem en Energie Open systeem 2011 Zes programmalijnen: 1. Energieneutraal Arnhem 2. Toonaangevend cluster
Nadere informatieBodemenergieplan Beurskwartier te Utrecht
BODEMENERGIEPLAN BEURSKWARTIER UTRECHT Bodemenergieplan Beurskwartier te Utrecht Projectnummer: C17020 Status: definitief 3 mei 2018 BODEMENERGIEPLAN BEURSKWARTIER UTRECHT Colofon Auteur Niels Schuurman
Nadere informatieBESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL
BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 7.17 lid 1 VAN DE WET MILIEUBEHEER (BEOORDELINGSPLICHT m.e.r.) Indiener Aanmeldnotitie betreft Locatie : BAM Energy Systems. : Grondwateronttrekking ten behoeve van een bodemenergiesysteem
Nadere informatieAMvB Bodemenergie op hoofdlijnen. 9 april 2013 Simone de Groot
AMvB Bodemenergie op hoofdlijnen 9 april 2013 Simone de Groot Wettelijk kader tot 1 juli 2013 Open systemen o Waterwet: provincie bevoegd gezag Gesloten systemen o Geen melding, vergunning of registratieplicht
Nadere informatie