VACATURE STAFMEDEWERKER SOCIALE DIENST M/V

Transcriptie

1 VACATURE STAFMEDEWERKER SOCIALE DIENST M/V Het Sociaal Huis van Herselt biedt een vacature aan voor een stafmedewerker sociale dienst m/v in voltijds statutair dienstverband met onmiddellijke indiensttreding en met aanleg van werfreserve van twee jaar. Functie : - Coördinatie lokaal sociaal beleid en sociaal huis - Leidinggeven aan team van maatschappelijk assistenten met het oog op een optimale sociale dienstverlening - Beleidsondersteunend en - voorbereidend werken onder leiding van de secretaris Voorwaarden : - Houder zijn van een diploma universitair niveau of gelijkwaardig. - Slagen voor een selectieprocedure: 1 schriftelijk 2 mondeling 3 psychotechnische proeven ( aanvang van de proeven september 2014 ) Aanbod : - Weddeschaal A1a-A2a-A3a - minimum aanvangswedde 2.928,63 - maximum eindwedde 5.153,58 - maaltijdcheques 7 euro/dag fietsvergoeding hospitalisatieverzekering Sollicitatie : De sollicitatiebrief met curriculum vitae en een kopie van het vereiste diploma dienen ten laatste op 24 juni 2014 toe te komen op het Sociaal Huis Kerkstraat 1a 2230 Herselt. Info : > vacatures of info@ocmwherselt.be- 014/

2 FUNCTIEBESCHRIJVING & - PROFIEL EN FORMELE VEREISTEN 1. FUNCTIETITEL Stafmedewerker sociale dienst m/v 2. GLOBAAL DOEL VAN DE FUNCTIE Leiding geven aan een multidisciplinair team van maatschappelijk assistenten om een zo optimaal mogelijke maatschappelijke dienstverlening aan de bevolking te realiseren. Samen met de secretaris verantwoordelijk voor de coördinatie van het sociaal huis, beleidsvoorbereidend werken en de coördinatie van het Lokaal Sociaal Beleid. Kan de secretaris vervangen bij afwezigheid. 3. PLAATS IN DE ORGANISATIE Werkt onder directe leiding van de secretaris. 4. NIVEAU A1a - A2a- A3a. 5. RESULTAATGEBIEDEN EN TAAKOMSCHRIJVING A. Leiding geven aan het team van de sociale dienst: - ondersteunt de medewerkers door advies, informatie, coaching, supervisie, begeleiding bij vormingsplan - verdeelt de taken, begeleidt en controleert de werkzaamheden en de samenwerking tussen de diverse collega s, onder andere: 1. volgt de opdrachten van de medewerkers op 2. is voorzitter van de teamvergaderingen, coördineert het dienstoverleg: 3. agendabepaling, voorbereiding, leiding, verslaggeving en nazorg 4. staat in voor een precieze en doelgerichte informatieverstrekking aan de medewerkers

3 5. stimuleert de collegiale sfeer tussen de teamleden en stimuleert onderlinge samenwerking 6. volgt op en organiseert een goede administratieve verwerking van de beslissingen 7. genomen in het BCSD, individuele beslissingen en algemene beslissingen 8. is medeverantwoordelijk voor de organisatie van de administratie voor de sociale dienst 9. streeft gelijkvormigheid in dossierbehandeling na, zowel wat de inhoudelijke verwerking als wat de uiterlijke presentatie betreft, bewaking van de inhoudelijke en vormcriteria waaraan de sociale verslagen en rapportering door de maatschappelijk assistenten aan het BCSD dienen te voldoen - heeft de rol van vormingsverantwoordelijke t.a.v. de eigen medewerkers : coördineert de individuele vormingsplannen van de teamleden en ondersteunt hen hierin, voert functionerings- en evaluatiegesprekken - verzekert de continuïteit van de dienst (verlofaanvragen, overuren, permanentie, werkroosters, ) en adviseert aan de bevoegde dienst over personeelszaken - stimuleert, ondersteunt en coördineert de professionele samenwerkingsrelaties van de maatschappelijk werk(st)ers met hulpverleners, instanties en organisaties, stimuleert en volgt de participatie op van de medewerkers aan externe werkgroepen - informatica: ondersteunt de medewerkers bij het gebruik van de specifieke software programma s voor de sociale dienst en office toepassingen in het algemeen, - Lokaal sociaal beleid, - B. Beleidsvoorbereidend werken, coördinatie van het lokaal sociaal beleid en coördinatie van het sociaal huis: - organiseert, coördineert, programmeert, plant en begeleidt de werkzaamheden van het sociaal huis, staat in voor de eindcoördinatie - bemiddelt in, ondersteunt en coördineert de werkzaamheden van het sociaal huis met de werking van andere diensten binnen het sociaal huis en met de gemeente - stimuleert, ondersteunt en coördineert de professionele samenwerkingsrelaties van de maatschappelijk werk(st)ers met hulpverleners, instanties en organisaties buiten het sociaal huis - bemiddelen en onderling op mekaar afstemmen van de werkzaamheden van de sociale dienst met de werking van andere diensten - Lokaal Sociaal beleid : - -opvolgen kerngroepen van het lokaal sociaal beleid - - samenroepen stuurgroep van het lokaal sociaal beleid - -evaluatie, opvolging en bewaking tijdslijnen lokaal sociaal beleid

4 - mee uitdenken en realiseren van nieuwe initiatieven of optimaliseren van de bestaande dienstverlening met raakpunten aan de sociale dienst (signaalfunctie) - bijdrage leveren aan beleidsvoorbereidende werkzaamheden - werkt nauw samen met de dienst rechtshulp van het sociaal huis - verstrekt informatie over de werking van de dienst, over initiatieven en wetten, regels en procedures die gelden voor de dienst, zowel aan het personeel als aan de bevolking via onder andere brochures, info- avonden, - volgt beroepsprocedures op - vangt meningsverschillen en klachten op van cliënten die niet akkoord gaan met of niet tevreden zijn over de hulpverlening door een medewerker of over de genomen beleidsbeslissing - coördineert de projecten en doet registratie naar subsidiërende overheden toe : ministerie, VDAB, ; onderhandelt met deze diensten om eventuele subsidiëring te bekomen, invullen of laten invullen van allerhande enquêtes of vragenlijsten - verzorgt en presenteert het jaarverslag voor de sociale dienst - staat in voor de externe contacten met aanverwante organisaties, lokale actoren, hogere overheid, bevolking, pers. - bouwt overlegstructuren en netwerken uit en onderhoudt deze, teneinde het implementeren van nieuwe wetgeving te vereenvoudigen, een betere klantgerichte maatschappelijke hulpverlening te kunnen uitbouwen en de signaalfunctie optimaal te kunnen verwezenlijken - participeert in de werking en vergaderingen van de plaatselijke afdeling van de welzijnsorganisaties, neemt deel aan overleg wat de dienst en het werkterrein betreft in samenwerkingsverbanden - verzorgt de public relations van de sociale dienst - opbouwen en onderhouden van algemene samenwerkingsverbanden met andere instanties en sleutelfiguren: huisartsen, apothekers, advocaten, deurwaarders, eigenaars, agentschappen, scholen, ziekenhuizen, onthaaltehuizen, justitiehuizen - sleutelrol bij het opstellen en uitvoeren lokaal sociaal beleidsplan - werkt mee aan de uitwerking en actueel houden van een veiligheidsplan i.f.v. veiligheidscoördinatie en dossierbewaking, zoals opgelegd door de overheid. - verantwoordelijk voor de afhandeling van de briefwisseling van de sociale dienst (in en uit), - C. Rol t.a.v. het beleid: - fungeert als communicatiekanaal tussen het bestuur, de secretaris, de financieel beheerder en het personeel van de dienst

5 - verzamelt en verwerkt gegevens over de productiviteit van het sociaal huis en over het werkgebied in het algemeen - bestudeert de vakliteratuur - mee uitdenken en realiseren van nieuwe initiatieven of optimaliseren van de bestaande dienstverlening met raakpunten aan de sociale dienst (signaalfunctie) - bijdragen leveren aan beleidsvoorbereidende werkzaamheden - neemt het secretariaat ( notulen en briefwisseling waar ) van Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst - licht de secretaris in over de algemene noden die bij het vervullen van de taak worden vastgesteld en stelt maatregelen voor om daaraan tegemoet te komen - maakt deel uit van het managementteam - neemt deel aan afdelings - en dienstoverschrijdend overleg - coördineert het sociale luik van de beleidsnota bij de opmaak van het budget en doet terzake de nodige voorstellen; adviseert aan de bevoegde dienst over budget. Verruimende bepaling Ingeval van tijdelijk personeelstekort de medewerkers bijstaan. Op vraag van de secretaris kunnen bijkomend steeds bepaalde taken worden toegewezen indien dit noodzakelijk is voor de efficiënte werking van de diensten. 6. PROFIEL SPECIFIEKE KENNIS Bij indiensttreding : -Algemene kennis van de wetten, decreten en besluiten die de activiteiten van het OCMW beheersen, in het bijzonder inzake maatschappelijk werk en sociaal beleid -Basiskennis van de sociale wetgeving -Inzicht in het algemeen welzijnswerk -Het beheersen van diverse methoden en werkvormen m.b.t. hulpverlening en veranderingsprocessen -Algemene kennis van burgerlijk en administratief recht -Basiskennis van ICT-toepassingen voor het OCMW -Basiskennis van Human Resources Management technieken Op korte termijn te verwerven bij de uitoefening van de functie : -Grondige kennis van de wetten, decreten en besluiten die de activiteiten van het OCMW

6 beheersen, in het bijzonder inzake maatschappelijk werk en sociaal beleid -Grondige kennis van de sociale wetgeving -Grondige kennis van de toepassingssoftware t.b.v. de sociale dienst en office toepassingen -Grondige kennis van Human Resources Management technieken VAARDIGHEDEN -Goede mondelinge uitdrukkingsvaardigheid, begrijpbaar voor alle doelgroepen. -Correcte en duidelijke schriftelijke afhandelingen van problemen met een taalkundig juist gebruik. -Professionele betrokkenheid bij de cliënt en het bestuur -Beschikken over leidinggevende vaardigheden teneinde een team te motiveren, coördineren, evalueren en bij te sturen -Op het juiste moment een correcte keuze kunnen maken uit verschillende beslissingsmogelijkheden en deze beslissing krachtdadig met voldoende diplomatie doorvoeren. -Relationele en communicatieve vaardigheden om doelgericht te kunnen omgaan met mensen en culturen. -Kunnen werken in teamverband en overzichtelijk kunnen rapporteren -Systematisch projecten kunnen organiseren en doorgeven -Beschikken over administratieve en technische vaardigheden om de nodige administratieve gegevens te kunnen opstellen en bijhouden -Kunnen opstellen van en werken aan een begeleidingsplan, beleidsplan, de sociale kaart -Kunnen werken met visies en concepten en deze kunnen overbrengen aan derden -Kunnen beoordelen van problemen en conflicten, zowel intern als extern -Kunnen overleggen en samenwerken met andere diensten ATTITUDEN -Zin voor analyse, zorgvuldigheid en kwaliteit -Zin voor synthese, systematiek en samenhang -Verantwoordelijkheidszin

7 -Besluitvaardigheid -Onafhankelijkheid en zin voor deontologie van het OCMW -Openheid naar cliënten, collega s, leidinggevenden en beleidsmensen -Bereidheid om verworven vaardigheden te hanteren en verder te ontwikkelen -Bereidheid tot supervisie en intervisie, permanente vorming, opvolgen van relevante vakliteratuur -Zelfstandig en autonoom kunnen werken -Kunnen presteren in stress situaties -Dienstverlenende ingesteldheid naar beleidsmensen en andere diensten alsook naar de eigen personeelsleden -Het principe van de zwijgplicht en recht tot spreken juist kunnen interpreteren. -Initiatief nemen -Bereidheid tot werken op onregelmatige tijdstippen en zich te verplaatsen, flexibiliteit. 7. FUNCTIERELEVANTE EVALUATIECRITERIA E = VOLDOET NIET aan gestelde functie vereisten D = VOLDOET NIET GEHEEL aan gestelde functie vereisten C = VOLDOET aan gestelde functie vereisten B = VOLDOET GOED aan gestelde functie vereisten A = VOLDOET UITSTEKEND aan gestelde functie vereisten A. Kennis. 1. Vakkennis: kennis die nodig is voor het uitvoeren van de taken, zowel technische, theoretische of door ervaring, alsook de principes rond de werking van de software 2. Inzicht in de structuur en werking van de OCMW diensten: grondige kennis is hier uiteraard een conditio sine qua non : B. Kwaliteit. 1. Precisie en verzorgd werk: de mate waarin de afgewerkte taken voldoen aan de gestelde vereisten, zowel inhoudelijk als vormelijk. Het is evident dat een diensthoofd in dit vak dient te excelleren en een voorbeeldfunctie heeft. C. Kwantiteit.

8 1. Werken onder tijdsdruk: de mate waarin men doeltreffend blijft ondanks de hoeveelheid taken die moeten verwerkt worden en de tijdspanne waarbinnen dit moet gebeuren. Gelet op de diversiteit van opdrachten en dito verwachtingen, is een goed timemanagement uiteraard een absolute voorwaarde tot slagen. D. Aanpak. 1. Eigen werkplanning: mate waarin men zelfstandig georganiseerd te werk gaat of een logische aanpak heeft bij het uitvoeren van taken of het oplossen van problemen, zonder dat hiervoor duidelijke richtlijnen hoeven te komen van de secretaris, het managementteam of van de raad. Overigens zal de stafmedewerker in verregaande mate zijn werk mogen organiseren bij zoverre de aangegeven doelstellingen maar worden gehaald. 2. Inschatten van (probleem)situaties: mate waarin men vlug van begrip is, snel de essentie van de zaken inziet en kan verwerken, zonder dat dit telkens opnieuw duidelijke toelichting behoeft. 3. Afwegen van voor- en nadelen en het overzien van de gevolgen: mate waarin men gevoelig is voor de gevolgen van bepaalde handelingen en men doordacht te werk gaat. 4. Besluitvaardigheid: de mate waarin men na verloop van tijd zelfzeker optreedt en men voor gekende zaken zelfstandig handelt, ook voor louter uitvoerende taken. 5. Nemen van initiatieven: mate waarin men creatief is binnen de werkomgeving, men zelf de handen uit de mouwen steekt, men bepaalde suggesties doet ter verbetering, vergemakkelijking of vereenvoudiging van het werk. 6. Motivatie: heeft men de bedoeling om zijn werk zo goed mogelijk te doen of enkel het absoluut noodzakelijkste. Bereidheid om eventueel bij te scholen om inzichten te verruimen zelfs al is dit niet vereist voor de aanstelling of bevordering. E. Communicatieve vaardigheden. Omtrent alle communicatieve vaardigheden in deze job worden hoge verwachtingen gesteld. Deze stafmedewerker zal immers dagdagelijks tussen de mensen leven binnen de organisatie en moeten sturen en bijsturen, processen optimaliseren, knelpunten bespreken enz. 1. Mondeling uitdrukkingsvermogen: mate waarin men boodschappen, voorvallen en problemen mondeling kan verwoorden zodanig dat zij door anderen begrepen worden en dit met een verzorgde (of aangepaste) taal. 2. Schriftelijk uitdrukkingsvermogen: idem maar schriftelijk en dan vooral bij het opstellen van cijfergegevens en rapportering daaromtrent. 3. Overdragen van kennis: bereidheid om de kennis over te dragen aan anderen en deze niet af te schermen. 4. Psychologisch doorzicht: weet men derden op de gepaste wijze te benaderen. F. Houding t.o.v. mensen en werk. 1. Bereidheid tot extra inzet: men kan rekenen op de medewerker in uitzonderlijke gevallen. De uitdagingen in deze functie zijn niet gering, een groot engagement is vanzelfsprekend. 2. Motiveren en overtuigen van anderen: mate waarin men een positieve en constructief-kritische houding aanneemt. 3. Samenwerken met anderen (teamgeest): de mate waarin men geëngageerd is om zich samen met anderen in te zetten en zich in te spannen voor anderen voor taken die gezamenlijk worden uitgevoerd of waartussen een verband bestaat. Sociale zin. 4. Stiptheid: de mate waarin men zich aan de interne uurregelingen houdt en afspraken naleeft, afhankelijk van de omstandigheden.

9 G. Leidinggeven. 1. Plannen en organiseren van anderen: mate waarin men het werk van anderen op een efficiënte manier kan sturen door een goede werkverdeling. 2. Controleren: mate waarin men zijn opdracht correct vervult. 3. Begeleiden en stimuleren van medewerkers: mate waarin men openstaat om anderen hogerop te brengen. 4. Psychologisch inzicht: kan men luisteren naar anderen, heeft men begrip voor andere visies, weet men ondergeschikten op een gepaste wijze te benaderen. 5. Overdracht van kennis: bestaat de mogelijkheid om de kennis op een begrijpelijke en doeltreffende manier over te brengen op ondergeschikten. Kwoteringsschaal. A = voldoet zeer ruim aan de gestelde functieëisen B = voldoet goed aan de gestelde functieëisen C = voldoet aan de gestelde functieëisen D = voldoet niet volledig aan de gestelde functieëisen E = voldoet niet aan de gestelde functieëisen Scorebepaling voor de functie van stafmedewerker sociale dienst Streefkwoteringen. A. 1. A 2. A B. 1. B C. 1. B D. 1. B 2. B 3. B 4. B 5. B 6. B E. 1. A 2. A 3. A 4. A F.

10 1. A 2. B 3. B 4. A G. 1. B 2. A 3. B 4. B 5. B AANWERVINGSVOORWAARDEN Algemene aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden: 1- voldoen aan de algemene aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden zoals opgenomen in de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW. 2- houder zijn van een diploma universitair niveau of gelijkwaardig. Geen beperkingen worden opgelegd. Slagen voor een selectieprocedure : 1 Schriftelijk gedeelte 30/ 50 punten met a) rapportering over een onderwerp dat verband houdt met de functie (20 punten) b) Goede kennis van de wetgeving die tijdens de uitoefening van deze functie aan bod komt (30 punten): 2. Mondeling gedeelte 30/50 punten Evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie, evenals van zijn motivatie en interesse voor het werkterrein Om geslaagd te zijn moet de kandidaat 50% van de punten behalen op elk gedeelte en 60% op het geheel van het examen. 3. Psychotechnische proeven door een selectiebureau De selectieprocedure start in de maand september 2014 Selectiecommissie 3 secretarissen of ambtenaren van minstens niveau A van een OCMW- bestuur/ gemeentebestuur Secretaris van de selectiecommissie: OCMW secretaris van het eigen bestuur of een door haar gedelegeerd ambtenaar

11 GELDELIJK STATUUT Graad Administratief personeel Stafmedewerker sociale dienst m/v Schaal A1a aanvangsweddeschaal A2a na tenminste 4 jaar schaalanciënniteit in A1a en gunstige evaluatie A3a na tenminste 18 jaar schaalanciënniteit in A1a en A2a en gunstige evaluatie Weddeschaal per 01 januari 2002 ingevolge CAO 2002 (spilindexcijfer 138,01) Referteschaal bestuurssecretaris kwaliteitsmanagement en strategische planning RPR Gemeente Niveau A A1a A2a A3a Minimum Maximum Verhogingen x1x750 1x1x700 3x3x x3x x3x x3x x1x750 2x3x x3x x3x x3x x3x x1x750 1x3x x3x x3x x3x