Samenvatting Economie Module 5 en 6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Economie Module 5 en 6"

Transcriptie

1 Samenvatting Economie Module 5 en 6 Samenvatting door een scholier 4664 woorden 7 jaar geleden 5,6 50 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie MODULE VIJF Hoofdstuk 1 Economiespel: de economie lijkt erg op een spel,er zijn spelregels, spelers en iedereen wil winnen. Spelers: de mensen die zoveel mogelijk willen verkopen Het grote verschil met een echt spel is dat iedereen een beetje wint. Speltheorie: om het marktevenwicht van het economie spel te berekenen is er een speltheorie bedacht. Je moet voorspellen van de spelers aan doen en proberen zijn opbrengsten te berekenen. Acties: een voorbeeld van een economie spel is: de MAC en de BK staan allemaal aan de overkant van het treinstation. Zij willen beide zoveel mogelijk winst behalen, ze kunnen allebei kiezen tussen wel prijsverhoging of geen prijsverhoging. Deze keuzes noem je acties. Ze zijn nu verwikkeld in een economiespel. Moeten ze allebei de prijs verhogen of alleen eentje. Om dit op te lossen moet er drie vragen worden beantwoord: - wie zijn de spelers - wat zijn hun acties - wat is hun doelstelling Opbrengstenmatrix: deze matrix bevat de opbrengsten voor allebei de spelers met alle mogelijke combinaties van acties. Je hebt een rijspeler: bepaald welke rij van de opbrengsten matrix gespeeld word, en een kolomspeler: bepaald welke kolom van de opbrengsten matrix word gespeeld. Pararaaf 3 De laatste stap van het economie spel is de oplossing. De spelers moeten bepalen wat de beste actie is aan de hand van de opbrengstenmatrix. Onderstreep de hoogste getallen in de opbrengstenmatrix als je gaat vergelijken. De oplossingen van het economiespel staat in de cel waar beide getallen onderstreept zijn. Ze kiezen tegelijkertijd hun beste actie, hierdoor ontstaat het marktevenwicht. De oplossing bestaat uit een actie, bijvoorbeeld: het marktevenwicht op de markt is, wel prijsverlaging/wel prijsverlaging. Hoofdstuk 2 Pagina 1 van 10

2 Gevangenenprobleem: hierin ontstaat een tegenstelling in het individuele en collectieve belang. Dit komt veel voor in de economie. Hierbij is het evenwicht ongunstiger als beide spelers hun eigen belang najagen terwijl het evenwicht gunstiger is wanneer ze samen het collectieve belang najagen. De overheid produceert collectieve goederen omdat er geen aanbieders te vinden zijn die het goed willen produceren, omdat geen enkele consument kan worden uitgesloten van het consumeren van deze producten kan er geen winst op worden gemaakt. Collectieve goederen hebben ook een positief extern effect hierdoor ontstaat het gevangenenprobleem. Opbrengstenmatrix productie collectief goed Opbrengst collectief goed- 10 Productie collectief goed- 14 Draagt 1 speler bij; 10-14= -4, daardoor heeft andere speler opbrengst van 10 Dragen ze beide bij; 10-7(productiekosten door tweeën)=3 Word het helemaal niet geproduceerd kost & geeft het niets= 0 de oplossing is in het gevangenenprobleem altijd= niet bijdragen aan collectief goed, ook al zouden ze er allebei op vooruit gaat als ze allebei investeerden. Maar door het gevangenenprobleem en zullen ze alleen hun eigen belang najagen. Het positieve externe effect van een collectief goed lokt meeliftgedrag- iemand die niet betaalt voor het collectieve goed, maar wel van de opbrengsten geniet, uit. Meelift gedrag is altijd mogelijk als er een positief extern effect is, maar dankzij het meeliftgedrag ontstaat altijd een marktevenwicht dat altijd slechter is dan wat mogelijk is. Anders gezegd als iedereen zijn eigenbelang najaagt, worden collectieve goederen niet geproduceerd. Paragraaf 3 Een oplossing voor het gevangenenprobleem is samenwerken, en dat kan op drie manieren. - spelers kijken naar collectieve i.p.v. individuele opbrengsten- samen kijken naar de collectieve winst, en niet alleen uitgaan van het eigen belang. Hierdoor kan het gevangenenprobleem opgelost, beide spelers kiezen voor de actie die hen uiteindelijk het meeste voordeel oplevert. - spelers binden zichzelf- sociale normen kunnen het gevangenenprobleem ook oplossen. Als je bijvoorbeeld samen lid bent van een vereniging ga je vriendschappelijk met elkaar om en ga je minder snel met elkaar concurreren. De sociale norm is dat je elkaar iets gunt. Een uitverkoop houden om klanten weg te halen bij de concurrent is tegen deze norm. Het beperkt de keuzevrijheid. Deze oplossing is alleen geen zekerheid dat het gevangenenprobleem word opgelost omdat niet iedereen bereid is zich hier aan te houden. - Spelers worden onderworpen aan collectieve dwang- de vorige oplossingen gingen uit van het goede gedrag van de spelers, maar of ze zich daar aan houden is altijd de vraag. Deze oplossing is het meest vergaande- spelers worden gedwongen te kiezen voor het collectieve belang d.m.v.: - belasting heffen de overheid lost het gevangenenprobleem bij productieve goederen op door belasting te heffen. Niemand ontkomt hieraan. Dit geeft voordeel voor beide spelers. - contracten afsluiten spelers kunnen dit afsluiten, als één van het het contract verbreekt kan de ander naar de rechter stappen. Zelfbinding- speler legt zich vast op bepaalde keuzes, door bijvoorbeeld te zeggen dat hij geen uitverkoop Pagina 2 van 10

3 houdt als de ander dat ook niet doet. Als ze zich er allebei aan houden is het gevangenenprobleem op uitverkoop opgelost. Geloofwaardige zelfbinding- het jezelf echt ontnemen van keuzemogelijkheden. Door bijvoorbeeld je uitverkoop borden te vernietigen zo is het onmogelijk om nog langer uitverkoop te houden. Als de concurrent dat ook doet, is het probleem weer opgelost. In een coöperatie of coöperatieve vereniging wordt gekeken naar het algemene belang. Zij regelen bijvoorbeeld de gezamenlijke inkoop en verkoop of zorgen voor een verzekering voor iedereen die aangesloten is. Op ledenvergaderingen heeft iedereen stemrecht en bepalen samen de standpunten. Ze coöperatie kiezen altijd voor de acties in het algemeen belang, zo helpen ze bij het oplossen van het gevangenenprobleem. Hoofdstuk 3 Constante waardespel- bij een verandering van keuze het verlies van de enen speler gelijk aan de winst van andere speler. De collectieve opbrengst verandert niet. Een oplossing voor dit spel is niet mogelijk omdat er twee marktevenwichten zijn en niet eentje waar ze beiden beter van worden. De waarde is constant. Dat is het gevangenenprobleem niet. Onderhandelen- een oplossing voor het constante waardespel is onderhandelen. Ze moeten samen praten over een akkoord. Het seksegevecht (tussen man vrouw) is een voorbeeld van een situatie waarbij economisch surplus verdeeld moet worden. De verdeling van het surplus begint met veel onderhandelingen. Zo onderhandelen werkgevers met werknemers over het loon. Ze moeten genoeg investeren zodat hun werknemers goed werk leveren maar ook weer niet te veel dat hun bedrijf failliet zou kunnen gaan. Vaak eindigen deze onderhandelingen in een compromis waar het economisch surplus wordt verdeeld. De helft van de winst investeren in de onderneming en de rest in de vorm van loon van werknemers. Verzonken kosten- een belangrijk onderdeel bij onderhandelingen. Dit zijn kosten die worden gemaakt voor de onderhandelingen en niet meer terug verdiend kunnen worden. Deze kosten hebben alleen waarde in een specifieke situatie. Specifieke investering- hierdoor kan het economiespel in jou voordeel worden beïnvloed, het is dus een vorm van geloofwaardige zelfbinding. Maar verzonken kosten kunnen ook in het nadeel van een speler werken, zijn onderhandelingspositie wordt zwakker als hij hoge specifieke kosten maakt. Het is belangrijk dat hij tot een goede deal komt anders zijn, zijn kosten voor niets geweest. MODULE ZES Hoofdstuk 1 Pararaaf 1 Het leven bestaat uit risico s dit beïnvloed ook de economie. Risico is de verwachte schade van een gebeurtenis. Je berekent het risico = kans op gebeurtenis x de schade als gevolg van die gebeurtenis. De omvang van een gebeurtenis word beïnvloed door twee onderdelen: de kans op- en de schade van een gebeurtenis. De kans op diefstal is in een stad bijvoorbeeld groter dan in een dorp. De kans op een Pagina 3 van 10

4 gebeurtenis kan het zelfde zijn maar de schade hoger. Een kans op een ongeluk is in de VS en Nederland hetzelfde, alleen een de prijs van een ziekenhuisopname kan veel hoger zijn. Het inschatten van risico gaat gepaard met onzekerheid, als je het risico verkeerd inschat worden verkeerde keuzes gemaakt. Een consument koopt bijvoorbeeld het schilderij niet omdat hij de kans op diefstal te groot vind, als de kans eigenlijk veel lager is, dan gaat de koop ten onrechte niet door, dat is dus een nadeel bij het verkeerd inschatten van risico. Je hebt dus informatie nodig om risico te kunnen inschatten. Vrijwillige risico s: risico s die iemand bewust neemt. Bijvoorbeeld een bergbeklimmer die goed uitgerust de Himalaya beklimt blijft de kans lopen om te bevriezen. Dat is een vrijwillig risico dat hij neemt. Onvrijwillige risico s: risico s die niet te vermijden zijn. Zo kan iedereen ziek worden, je kan de kans proberen te verminderen door gezond te leven maar het risico zal nooit helemaal verdwijnen. Paragraaf 3 Risicoaversie: niet houden van risico s nemen. Een risico avers persoon kiest altijd voor de optie met het laagste risico. Ze laten dus bewust een kans liggen om eventueel een hoger bedrag te winnen als daar een hoger risico aan vast zit. Verwachte opbrengst: de kans op een gebeurtenis X de opbrengst van die gebeurtenis Bijvoorbeeld: Loterij Prijs per lot Uitbetaling kop Uitbetaling munt Verwachte opbrengst Mogelijke schade risico A 20,- 24,- 16,- 0,- 4,- 2,- B 20,- 40,- 0,- 0,- 20,- 10,- Bij loterij A heb je 50% kans op kop, met als opbrengst: (24-20=4,-) En 50% kans op munt : (16-20=-4) De verwachte opbrengst is dan= 50% X 4,- + 50% X -4,- = 0,- Bij loterij B : 50% X 40, % X 0,- -20 = 0,- Dus: hoeveelheid kans op gebeurtenis X opbrengst gebeurtenis het geïnvesteerde bedrag De mogelijke schade die je oploopt is: het verschil tussen de prijs per lot en het laagst uitgekeerde bedrag. Loterij A- verschil 20,- en 16,- = 4,- Loterij B- verschil 20,- en 0,- = 20,- het risico Loterij A: 50% X 4,- = 2,- loterij B : 50% X 20,- = 10,- Hoofdstuk 2 Als je onvrijwillige risico s zo klein mogelijk wilt maken, moet je jezelf verzekeren. Om een verzekering af te sluiten betaal je premie, dit is de prijs van de verzekering. Gevolg van verzekeren in tabel We gaan er van uit dat één op de tien fietsen word gestolen. En de nieuwe aanschaf waarde van een fiets is 600,- Iemand die zich niet verzekerd betaald geen premie. Maar krijgt ook niets uitbetaald als er iets gestolen word. De schade is in dit geval dan 600,-. Het risico is: 1/10 X 600,- = 60,-. De looptijd bedraagt 10 jaar. In Pagina 4 van 10

5 één van die tien jaar word de fiets gestolen, in de andere jaren niet. De verwachte kosten van niet verzekeren: (9 (jaar) x 0,- + 1 x 600) /10=60,- Dus ik denk: aantal jaren x premie per jaar + 1 x mogelijke schade / aantal jaren = DENK IK. Als het niet zo is, wil je het dan even uitleggen? Iemand die zich wel verzekert, betaald 60,- premie per jaar. Als zijn fiets gestolen word betaald de verzekering 600,- uit. Hij heeft dus geen risico meer want de mogelijke schade is weg. Voor de berekening ga je uit van 10 jaar. Verwachte kosten: (10 x 60,- + 1 x 0,-)/10=60 Dus ik denk: aantal jaren x premie per jaar + 1 x mogelijke schade/ aantal jaren = Premie per jaar Uitbetaling bij diefstal Mogelijke schade Verwachte kosten risico Niet verzekeren 0,- 0,- 600,- 60,- 60,- Wel verzekeren 60,- 600,- 0,- 60,- 0,- Verwachte kosten: kans op een gebeurtenis X verwachte kosten4 Verzekeraars bieden verzekeringen aan. De schades die een verzekering dekt staan in de verzekeringspolis. Hierin staat wanneer de verzekering uitkeert, hoeveel premie je krijgt, en hoeveel je moet betalen. Een verzekering is een contract tussen verzekeraar en consument. De verzekering loopt naar een betaalde tijd af. Een verzekeraar bied alleen verzekeringen aan waarbij hij geen verlies lijdt. De totale opbrengst moet ten minste evengroot zijn als de totale kosten. Totale opbrengst = premie x aantalverzekeringsnemers Totale kosten = verwachte uitbetaling per verzekeringnemer x aantal verzekeringsnemers Voor de kostenberekening moet worden gerekend met de verwachte schade per verzekeringsnemer. Dit is de gemiddelde uitbetaling. De berekening van deze uitbetaling gaat als volgt: als tien leerlingen een verzekering afsluiten, en een van die tien fietsen word gestolen dan is de gemiddelde uitbetaling: ( 1 x x0,-)/10= 60,-. Dit zijn de totale kosten voor de verzekeraar. Dus denk ik: 1 fiets word gestolen t.w.v 600,- + van negen mensen word hij niet gestolen dus kost dat 0,- / tien jaar = 60,- De verwachte uitbetaling van een verzekeringsnemer is gelijk aan het risico van de verzekeringsnemer = risico verzekeringsnemer x aantal verzekeringsnemers De premie moet gelijk zijn aan het risico van de verzekeringsnemer,maar de verzekeraar heeft ook nog andere kosten daarom moet de premie eigenlijk hoger zijn dan het risico van de verzekeringsnemer. Hoe hoger de premie hoe meer winst de verzekeraar maakt. Hoeveel winst ze maken hangt af van de marktstructuur. Is er sprake van vrije toetreding daalt de premie. Zijn er een beperkt aantal aanbieders maken verzekeraars winst. Paragraaf 3 een verzekeraar weet nooit zeker hoeveel schade een individueel persoon heeft, omdat ze het verschil in kans per persoon moeilijk kunnen inschatten. De een zet zijn fiets bijvoorbeeld wel in een bewaakte fietsenstalling op slot, diegene heeft een lager risico. De ander zet hem nooit op slot en al helemaal niet in een overdekte fietsenstalling, diegene heeft een veel hoger risico. Verzekeraars kunnen dit nooit per persoon inschatten, daar heeft de verzekeraar een informatieachterstand. Hij kent alleen de gemiddelde kans en het gemiddelde risico. Pagina 5 van 10

6 Dit heeft informatieasymmetrie, op dit moment heeft de verzekeringnemer meer kennis dan de verzekeraar. Want de verzekeringnemer weet van zichzelf vast wel dat hij slordig is of niet. Voor een verzekeraar is alleen de optelsom van de premies van belang. Twee verzekeringsnemers hebben beide een premie van 80,-. De een is slordig en zijn risico is hoger dan de 80,-. Namelijk: 1/5 x 600 = 120. de verzekeraar maakt verlies. Diegene die voorzichtig is heeft een risico van 1/20 x 600 = 30. de verzekeraar maakt winst. Samen is dat 150,-. De verzekeraar heeft dus collectief nog steeds geen verlies gedraaid. Informatie symmetrie kan twee problemen geven: Averechtse selectie- waarom zou iemand die netjes en zuinig is op zijn spullen zich verzekeren, de kans dat er wat gebeurd is te klein om een verzekering af te sluiten. De onvoorzichtige verzekert zich maar al te graag omdat zijn risico veel hoger is. Als gevolg van dit moet de verzekeraar de premies verhogen omdat minder mensen zich verzekeren. Moreel wangedrag- roekeloos gedrag van verzekeringsnemers. Omdat het toch wel verzekerd word. Ook vanwege moreel wangedrag moeten verzekeraars meer betalen, omdat de risico s stijgen maar de premies hetzelfde blijven. Paragraaf 4 Drie mogelijkheden om asymmetrische informatie op te lossen: Informatie verzamelen- over verzekeringsnemers. Door informatie te verzamelen krijgt de verzekeraar meer inzicht op het individuele risico. Bijvoorbeeld d.m.v. een saneringsbewijs. Dit is een bewijs dat de tandarts afgeeft na onderzocht te hebben dat het gebit gezond is. Zo heeft de verzekeraar een beter idee van het risico dat hij verzekert. Dit kan ook moreel wangedrag verlichten, iemand die veel vaker schades indient dan andere word daar van verdacht. De verzekeraar gaat zich dan afvragen waarom dat zo vaak gebeurt. Verzekeringsmaatschappijen houden alles nauwkeurig bij, zodat ze kunnen inschatten of iemand moreel wangedrag vertoond. Premiedifferentiatie- Verzekeraars krijgen bij schade hetzelfde bedrag uit gekeerd. Alleen de premie die ze moeten betalen verschilt, omdat de één een hoger risico heeft dan de anders. Zo lijdt de verzekeraar geen verlies meer. De hoogte van de premie is afhankelijk van het individuele risico. Een verzekeraar kijkt vaker naar groepen van individuen. Bijvoorbeeld autoverzekeringen zijn voor jongeren duurder omdat ze vaker bij een ongeluk betrokken zijn. Ouderen betalen een hogere ziektekostenverzekering omdat zij een grotere kans hebben om ziek te worden. Invoering eigen risico- dit kan moreel wangedrag tegen gaan. Dit houd in dat de verzekeraar niet alle schade dekt maar dat de verzekeringsnemer een deel zelf betalen moet. In ruil hiervoor verlaagt de verzekeraar de premie. Verzekeringnemers met klein risico nemen een hoog eigen risico omdat de kans op schade klein is en de kans klein is dat hij zijn eigen risico betalen moet en het betekend een lagere premie. Verzekeringnemers met een groot risico nemen een laag eigen risico omdat de kans groot is dat ze het betalen moeten. Bonus malussysteem: verzekeraars worden via dit systeem beloond voor hun goede gedrag en gestraft voor hun slechte gedrag. Dit doen ze door middel van premie verlaging. Als iemand jaar in jaar uit zonder schade leeft word dit beloond door premie verlaging. Maar elke keer dat iemand een schadeclaim indient word dit bestraft met premieverhoging. Dit beiden voorkomt moreel wangedrag. Pagina 6 van 10

7 Paragraaf 5 door premiedifferentiatie betaald iedereen een premie die hoort bij zijn risico, maar bij een onvrijwillig risico vinden veel mensen die oneerlijk, hij kan er niks aan doen dat hij een onvrijwillig hoger risico heeft. Waarom zou iemand een hoge premie betalen terwijl ze zelf een laag risico hebben, zodat mensen met een hoog risico en dezelfde premie betalen afgedekt kunnen worden. Om dit te voorkomen moet de verzekering verplicht gesteld worden. Op deze manier dwingt de overheid solidariteit af van mensen met een laag risico tegenover mensen met een hoog risico. Zo is iedereen verzekerd tegen zijn eigen risico zonder dat mensen met een hoog risico een hoge premie betalen moeten. Zulke verplichte verzekeringen heten volkverzekeringen. De verzekeraars bepaalt met de overheid het basispakket dat vergoed word in geval van ziekte. De verzekeraars mogen niemand uitsluiten of de premies verhogen of verlagen. Hoofdstuk 3 Handelen in risico s gebeurt op de kapitaal markt, op deze markt word gehandeld in documenten met een verwachte waarde en bijbehoren risico, dit worden effecten genoemd, rechten met financiële waarden. De belangrijkste effecten zijn: -aandelen: recht op eigendom van een onderneming die het aandeel heeft uitgegeven. Je bent dan mede eigenaar van de onderneming. In ruil daarvoor heb je een recht op deel van de winst. Deze winstuitkering heet Dividend, zolang de onderneming niet failliet gaat blijft een aandeel geldig.(onbepaalde looptijd) -bedrijfsobligaties: een schuldbewijs voor een lening die de onderneming is aangegaan. De obligatiehouder is de schuldhouder van het bedrijft dat de obligatie uitgeeft in ruil daarvoor betaald de onderneming de schuld + rente. Is de schuld afgelost houd de obligatie op met bestaan. (bepaalde looptijd) -staatsobligatie: een schuldbewijs voor een lening die de overheid is aangegaan. Een staatsobligatie geeft aan op welk termijn de overheid de schuld aflost en hoeveel rente ze betalen moet. Het grote verschil met bedrijfsobligaties is dat de staat bijna nooit failliet gaat, dus dat ze het bedrag niet afbetalen is nihil. Vragers en aanbieders komen elkaar niet fysiek tegen, het is een abstracte markt. Totale vraag en aanbod worden vaak elektronisch via de computer op elkaar afgestemd, zo ontstaat een evenwichtsprijs voor de effecten, de prijs van effecten noem je: koers. Deze koers staat elke dag in de krant, om het algemene koersverloop van aandelen worden de meest verhandelde aandelen berekend. In Nederland heet dat de AEX. De gemiddelde koers van de 25 meeste verhandelde aandelen. Iemand die effecten koopt heet een belegger. Aandelen geven recht op dividend en obligaties keren rente uit. De waarde van aandelen is onzeker door dat de koersen kunnen stijgen maar ook kunnen dalen door lagere winsten van bedrijven of faillissement. Hier moet de handelaar rekening mee houden tijdens de berekening van het verwachte rendement. Verwachte rendement= verwachte investeringsopbrengst/investeringx100% een onderneming doet een investering van 10,000 in de ontwikkeling van een nieuw product word dit een succes verdient de onderneming de kans daarop is 50%. Het risico van deze investering is= 50%x10,000=5000 om het verwachte rendement te berekenen moeten ze eerst de verwachte opbrengst berekenen. Als de Pagina 7 van 10

8 investering goed uit pakt verdienen ze 30,000, pakt het slecht uit krijgen ze niks. De kans op dit allebei is 50%. De verwachte opbrengst is dus: 50% x 30, % x 0,- = 15000,-. Hieruit volgt de verwachte opbrengst na aftrek van de kosten: 15000,- - 10,000= 5000,-. Het verwachte rendement is dan 5000,- / 10,000 x 100%= 50 % Dus: eerst het risico uitrekenen, dan de verwachte opbrengst na aftrek van de kosten dat delen door elkaar x 100 % Aandelenemissie= het uitgeven van aandelen door een onderneming om een investering te bekostigen. Een belegger kan kiezen in welke effecten hij investeert, daarbij houd hij rekening met het verwachte rendement en het bijbehorende risico. Investerings opbrengst berekenen 100 aandelen verkocht t.w.v. 100,00= 10,000 als de investering goed uitpakt word de winst van 30,000 aan de aandeelhouders uitgekeerd iedere aandeelhouder krijgt ; 30,000/100=300,- aan dividend. De verwachte investeringsopbrengst = 50% x % x 0 100,- = 50. het verwachte rendement is dan: 50,- / 100,- x 100 % = 50% Dus: de kans op een gebeurtenis x opbrengst + de kans op de gebeurtenis x opbrengst investering = investeringsopbrengst Verwacht rendement = Investeringsopbrengst / investering x 100% = Om het rendement van aandelen te bepalen kijkt de beleger naar het dividend van van het afgelopen jaar. Maar het is nooit zeker dat dit jaar hetzelfde behaald word. De belegger kan ook staatsobligaties kopen deze opbrengst is zeker. De kans op schade is bij bedrijfsobligaties groter dan staatsobligaties, maar kleiner dan bij bedrijfsaandelen. Een belegger die risicoavers is kiest voor staatsobligaties omdat het risico vaak het laagst is. Een belegger die houdt van risico kiest voor aandelen. Een hoger risico gaat gepaard met een hoger rendement. Beleggers willen gecompenseerd worden voor het risico dat ze nemen. Dat gebeurt in de vorm van een hoger verwacht rendement, het verwachte rendement bevat dan een risicopremie, een premie bovenop het rendement van het risicoloze alternatief. Paragraaf 3 Je kunt je geld ook op de bank zetten dat is een risicoloos alternatief voor investeringen in effecten, daarom beïnvloed de hoogte van de rente de effectenkoersen. Door rentestijging is de waarde van het aandeel gedaald, andersom is het zo dat als de rente daalt de waarde van aandelen stijgt. Voorbeeld: iemand heeft 100,-. Hij kan dit op de bank zetten voor 5 % rente, of investeren in aandelen dat 5% rendement oplevert. Maar wat nu als de rente stijgt? Dat levert bij de bank 100,- op, maar in aandelen levert het niet genoeg meer op, dus moet er een tweede aandeel bij komen. De hoogte van de rente beïnvloedt de waarde van aandelen ook indirect. Als de rente stijgt, gaan de kosten van geld lenen omhoog. Ondernemingen financieren hun investeringen vaak met geleend geld, een stijging maakt investeren dus duurder waardoor er minder word geïnvesteerd. Maar het is wel nodig om productiviteit te vermeerderen in de toekomst om de winst op pijl te houden. Want word dat minderen daalt de waarde van het aandeel ook want dan word de winst van het aandeel minder. Een stijging van de rente zorgt voor daling van bestaande bedrijfsobligaties, omdat deze een vaste rente uit keert. Een rentestijging kan er voor zorgen dat een onderneming geen investeringen meer kan Pagina 8 van 10

9 bekostigen, dan loopt de rente uitkering gevaak, hierdoor daalt de waarde nog meer. Bij staatsobligaties geld alleen; als de rente stijgt, daalt de waarde van de staatsobligatie die een eerder vastgestelde rente uitkeert. Maar de overheid kan niet failliet gaan. Eigenlijk komt de rentebetaling dus niet in gevaar. Paragraaf 4 Effecten dragen een risico, dat beïnvloed de koers van het effect. Daalt het risico met een gelijkblijvend rendement, zal de koers stijgen. Want de kans op schade daalt en het aandeel word aantrekkelijker. De belangrijkste factor die het risico beïnvloed is informatie, hoe meer informatie hoe beter het risico ingeschat kan worden. Informatie kan misbruikt worden. Als onderzoeksresultaten niet bij iedereen bekend zijn, noem je dan handelen met voorkennis dit is verboden. Hiervoor kan je eventueel een gevangenisstraf krijgen. De AFM houd hier controle op. Bijvoorbeeld; Sommige beleggers denken dat een aandeel bijvoorbeeld 50,- waard is terwijl andere weten dat het 25,- euro waard is. Zij weten dus dat de koers van het aandeel hoger is, als de onderzoeksresultaten bekend worden. Dit is koersgevoelige informatie. Deze kennis kan misbruikt worden door aandelen tegen een lage koers te kopen van beleggers die uitgaan van een hoger bedrag daardoor gaat de koers omhoog. Dat is in het voordeel van de beleggers die dat al wisten. Hoofdstuk 4 Een bedrijf kan kiezen om een investering met vreemd (geleend) vermogen of eigen (uit ingehouden winst, of opbrengst van aandelenemissie) vermogen te financieren. De keuze zal bepaald worden door wat het voordeligst is. Ondernemingsrisico- de kans dat een investering verlies geeft X de omvang van het verlies. Een bank die geld uitleent voor een investering loopt de kans dat de lening niet word terug betaald. De bank wil compensatie voor het ondernemingsrisico, de rente die de bank vraagt is daarom verhoogt met een risicopremie. De moet dan veel rente betalen op hun lening dat verhoogt het verwachte rendement van de bank. Voor een onderneming kan het voordeliger zijn om aandelen te verkopen aan aandeelhouders, omdat het geld dat de onderneming op haalt met de aandelenemissie niet terug hoeft te betalen. De aandeelhouders delen alleen mee in de toekomstige winst. Redenen om wel geld te lenen bij een bank; omdat aandeelhouders mede eigenaar zijn van het bedrijf en dus mee mogen beslissen. Ze mogen stemmen over belangrijke beslissingen, het uitgeven van aandelen betekend inleveren van beslissingsbevoegdheid. Aandeelhouders delen ook in de winst, maakt een onderneming veel winst, moet ze ook veel dividend uitkeren. Wat ze bij de bank uit betalen moeten ligt vast, dat heeft niets met de winst te maken die blijft geheel in de onderming. Onderpand (bijv. woning/bedrijfshal): het risico voor een bank is lager als het in ruil voor een lening een onderpand krijgt. Kan de onderneming niet alles afbetalen, word de bank eigenaar van het onderpand. Dit verkleint dus de schade die een bank kan oplopen doordat ze het pand kunnen verkopen om toch nog (een deel van) de lening terug te krijgen. Paragraaf 4 Bedrijfsvorm; bepaalt wie de eigenaar en het ondernemingsrisico van de onderneming draagt. De bedrijfsvorm heeft drie kenmerken Rechtsvorm: Dit geeft aan of er sprake is van een persoon of organisatie. Pagina 9 van 10

10 Er zijn twee rechtsvormen: natuurlijk persoon: individuen gaan contracten aan. Een mobiel telefoonabonnement of lening aangaan. Rechtspersoon: Mensen in dienst van de organisatie sluiten contracten in naam van de organisatie. Aantal eigenaren: sommige ondernemingen hebben één eigenaar, de ander een paar, en weer andere hebben er veel. Inbreng eigen vermogen: financieel kapitaal dat de onderneming zelf inbrengt. Financiële reserve waarmee de onderneming de bedrijfsvoering financiert. Aansprakelijkheid voor schulden: in sommige ondernemingen is één persoon aansprakelijk, in andere gevallen zijn dat meerdere mensen of een organisatie, voor de schulden. Eenmanszaak: één persoon is eigenaar die het hele vermogen heeft ingebracht. En ook verantwoordelijk voor alle schulden. (natuurlijk persoon) Vennootschap onder firma(vof): meerdere personen hebben eigen vermogen ingebracht. Beschouw dit als een samenwerkingsverband van verschillende eenmanszaken. Ze zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de schulden. (natuurlijk persoon) Openbaar vennootschap (OV): in 2008 is er een wetsvoorstel besproken, gaat deze wet door, veranderd de naam VOF in openbaar vennootschap. Je hebt twee soorten openbare vennootschappen; een met en een zonder rechtspersoonlijkheid. Er is één groot verschil met andere ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid; de eigenaren blijven persoonlijk aansprakelijk. Besloten vennootschap(bv): eigenaren eigen vermogen zelf ingebracht, in ruil daarvoor krijgen ze een aandeel in de onderneming. Dit zijn dus aandeelhouders. Het verschil met een VOF is dat een BV een rechtspersoon is. De BV is een ondernemer die contracten kan afsluiten, een BV is dus aansprakelijk voor alle schulden. Naamloze vennootschap(nv): het enige verschil tussen een BV en een NV dat een NV vrij verhandelbaar is. De aandeelhouder is vrij om zijn aandeel door te verkopen. Bij een BV staat alles op naam en kan het alleen met instemming van andere aandeelhouders. Bron 3 blz 59 Pagina 10 van 10

Samenvatting Economie Risico en Rendement

Samenvatting Economie Risico en Rendement Samenvatting Economie Risico en Rendement Samenvatting door Merry 2689 woorden 27 oktober 2017 7,6 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Risico en rendement H1 1.1 Risico

Nadere informatie

Samenvatting Economie Risico en rendement

Samenvatting Economie Risico en rendement Samenvatting Economie Risico en rendement Samenvatting door Marise 1524 woorden 6 maart 2017 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Risico en rendement Hoofdstuk 1 1.1

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 6: Stop! Geen risico!?

Samenvatting Economie Module 6: Stop! Geen risico!? Samenvatting Economie Module 6: Stop! Geen ri!? Samenvatting door J. 3498 woorden 28 september 2014 7,2 28 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1: Er zijn ri s en ri s Het

Nadere informatie

Module 6 Stop! Geen risico!?

Module 6 Stop! Geen risico!? Module 6 Stop! Geen risico!? Risico = kans op * bedrag van Verwachte uitkering bij loterij = kans op lage uitkering * lage uitkering + kans op hoge uitkering*hoge uitkering Verwachte opbrengst = kans op

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16 Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16 Samenvatting door M. 1175 woorden 17 juni 2015 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 10 Samenwerken Externe effecten = onbedoelde

Nadere informatie

4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen

4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen 4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen Vb. werknemers en werkgevers CAO-onderhandelingen via vakbonden Stel: vakbond van werknemers eist arbeidstijdverkorting van 4 uur per week; van 40 uur

Nadere informatie

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg

Nadere informatie

Samenvatting M&O hoofdstuk

Samenvatting M&O hoofdstuk Samenvatting M&O hoofdstuk 10+ 11 Samenvatting door een scholier 1168 woorden 16 maart 2017 7 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 10 vermogensmarkt 10.1 vrager van vermogen Vragers van

Nadere informatie

De grootste financiële beslissing in een mensenleven

De grootste financiële beslissing in een mensenleven De grootste financiële beslissing in een mensenleven 1 520.000.000.000,- ( 520 mrd) Totale hypotheekschuld van Nederlandse huishoudens Bron: NMa 2 170.000,- De gemiddelde grootte van een hypotheek in Nederland

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders

Nadere informatie

Welke soorten beleggingen zijn er?

Welke soorten beleggingen zijn er? Welke soorten beleggingen zijn er? Je kunt op verschillende manieren je geld beleggen. Hier lees je welke manieren consumenten het meest gebruiken. Ook vertellen we wat de belangrijkste eigenschappen van

Nadere informatie

8,5. Samenvatting door Nienke 1188 woorden. 2 keer beoordeeld 6 mei Domein G: Risico en informatie. Informatie bij marktpartijen

8,5. Samenvatting door Nienke 1188 woorden. 2 keer beoordeeld 6 mei Domein G: Risico en informatie. Informatie bij marktpartijen 8,5 Samenvatting door Nienke 1188 woorden 2 keer beoordeeld 6 mei 2017 Vak Economie Domein G: Risico en informatie Informatie bij marktpartijen Symmetrische informatie alle partijen dezelfde informatie

Nadere informatie

UIT speltheorie HV

UIT speltheorie HV Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie bekijkt (economische) situaties in de echte wereld waarbij twee partijen met elkaar verbonden zijn, via hun acties. Als de ene partij een

Nadere informatie

3.2 De wereld van transacties

3.2 De wereld van transacties 3.2 De wereld van transacties Voorbeeld: Henk gaat een brommer kopen. Hij heeft hiervoor twee mogelijkheden: 1) Hij koopt een tweedehands brommer via Marktplaats.nl; 2) Hij koopt een tweedehands brommer

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei 2015 6,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Adviseren startende onderneming (m.b.v.

Nadere informatie

Wanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.

Wanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken. Samenvatting door H. 1531 woorden 18 oktober 2016 4 3 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 9 De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van een organisatie. Er zijn zes verschillende rechtsvormen:

Nadere informatie

Hypotheekrecht en - vormen

Hypotheekrecht en - vormen Hypotheekrecht en - vormen Wat is een hypotheek? Een hypotheek is in theorie een zekerheidsrecht. Wanneer u een hypotheek afsluit, geeft u het recht van hypotheek aan de geldverstrekker. Dit recht van

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op lange termijn Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: 1. Onderhandse lening. 2. Obligatie lening. 3.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet

Nadere informatie

Nascholing Economie: Speltheorie

Nascholing Economie: Speltheorie Nascholing Economie: Speltheorie Jeroen Hinloopen (UvA) Aristo Amsterdam, 28 januari 2010 Programma (28 januari 2010, 10.00 11.45) Inleiding: De drie vernieuwingen in het economie examenprogramma Wat is

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5

6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:

Nadere informatie

Samenvatting M&O Hoofdstuk 10

Samenvatting M&O Hoofdstuk 10 Samenvatting M&O Hoofdstuk 10 Samenvatting door Maureen 1166 woorden 8 maart 2016 5,8 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Samenvatting M&O hoofdstuk 10 10.1 organisaties De rechtsvorm is de juridische

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Aandeel. Medezeggenschap in de onderneming. Een gedeelte in het overschot bij de liquidatie van de onderneming.

Inleiding. 1.1 Aandeel. Medezeggenschap in de onderneming. Een gedeelte in het overschot bij de liquidatie van de onderneming. Werkstuk door een scholier 1905 woorden 18 juni 2003 5.5 168 keer beoordeeld Vak Economie Het begrip Aandeel 1.0 Inleiding Het meest verhandelde - en waarschijnlijk ook het bekendste - effect is het aandeel.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1 Samenvatting door een scholier 1612 woorden 18 september 2003 6,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting M&O module 1 Hoofdstuk 6 Lang vreemd vermogen -> Vermogen

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1083 woorden 18 januari 2006 5,8 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent 4 Financieel beleid: interestberekeningen

Nadere informatie

Als je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen:

Als je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen: Economie samenvatting hoofdstuk 2 Dagmar Rasenberg 4a Hoofdstuk 2 Kinderen brengen veel vreugde en gezelligheid, maar de keuze voor kinderen is niet altijd economisch verantwoord. Het heeft namelijk veel

Nadere informatie

UIT speltheorie

UIT speltheorie Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie beschouwt situaties in de echte wereld waarin twee (of meerdere) partijen aan elkaar verbonden zijn via hun acties. Als de ene partij een

Nadere informatie

Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Hoofdstuk 12, paragraaf 2: Eenmanszaak.

Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Hoofdstuk 12, paragraaf 2: Eenmanszaak. Samenvatting M&O Hoofdstuk 12 Samenvatting door X. 2142 woorden 27 september 2015 9,3 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Een organisatie heeft te maken

Nadere informatie

Ondernemingsvormen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/98748

Ondernemingsvormen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/98748 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 maart 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/98748 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Hoofdstuk 20: Financiële opties

Hoofdstuk 20: Financiële opties Hoofdstuk 20: Financiële opties Hoofdstuk 20 introduceert financiële opties, die beleggers het recht geven om een aandeel te kopen of te verkopen in de toekomst. Financiële opties zijn een belangrijk instrument

Nadere informatie

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen Praktische-opdracht door een scholier 1848 woorden 19 december 2007 7,5 9 keer beoordeeld Vak M&O De opdracht: 1 ondernemingsvormen - Zoek via

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 3 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste verschil tussen ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid en ondernemingen met rechtspersoonlijkheid? Rechtspersonen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen

Nadere informatie

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1. Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.10 Als jij een baan hebt naast je schoolwerk, ben je waarschijnlijk

Nadere informatie

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn)) www.jooplengkeek.nl Vermogensmarkt De markt: vraag en aanbod Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn)) Vermogen is een ruimer begrip dan geld. Een banksaldo is ook vermogen.

Nadere informatie

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product. Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Beleggen

Praktische opdracht Economie Beleggen Praktische opdracht Economie Beleggen Praktische-opdracht door een scholier 1965 woorden 30 oktober 2003 8,1 62 keer beoordeeld Vak Economie Inhoud: 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. Wat is beleggen? 4.

Nadere informatie

Rechtspersoon: een organisatie die rechten en plichten heeft (ze kan eigen bezittingen en schulden hebben).

Rechtspersoon: een organisatie die rechten en plichten heeft (ze kan eigen bezittingen en schulden hebben). Samenvatting M&O Module 6 Samenvatting door A. 414 woorden 25 juni 2017 7,6 4 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Module 6 - ondernemingsvormen Rechtsvormen Rechtsvorm is de juridische, oftewel wettelijk

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk :Naamloze Vennootschap

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk :Naamloze Vennootschap Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 + 2 :Naamloze Vennootschap Samenvatting door M. 1893 woorden 1 maart 2014 6,1 22 keer beoordeeld Vak M&O De naamloze vennootschap is een vennootschap met

Nadere informatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw. Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier

Nadere informatie

HAVO 5 M O D U L E 5

HAVO 5 M O D U L E 5 HAVO 5 M O D U L E 5 1 OLIGOPOLIE Bekend dus. Beperkt aantal aanbieders Homogeen Heterogeen Veel concurrentie / minder concurrentie 2 TWEE AANBIEDERS Bastognes Jumbo Prijs AH Prijs 1,20 1,15 Bastognes

Nadere informatie

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels Samenvatting door een scholier 1435 woorden 6 juli 2008 7 74 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O H12, H13, H14 en H15 Vormen van lang vreemd vermogen: 1. Onderhandse lening 2. Obligatielening

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal

Nadere informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie 1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering

Nadere informatie

Obligatielening II Windpark De Kookepan

Obligatielening II Windpark De Kookepan Belangrijkste informatie over de belegging Obligatielening II Windpark De Kookepan van Duurzame Energie Coöperatie Leudal U.A. Dit document is opgesteld op 19-mrt-2019 Dit document helpt u de risico s,

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen. Samenvatting door I. 1003 woorden 21 januari 2013 5,6 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans HOOFDSTUK 10 : VERMOGENSMARKT Aan de vragers kant van de vermogensmarkt zijn er 3 vragers: Consumenten:

Nadere informatie

Nascholing Economie: Speltheorie. Jeroen Hinloopen (UvA) J.Hinloopen@uva.nl

Nascholing Economie: Speltheorie. Jeroen Hinloopen (UvA) J.Hinloopen@uva.nl Nascholing Economie: Speltheorie Jeroen Hinloopen (UvA) Programma Inleiding: De drie vernieuwingen in het economie examenprogramma Deel 1: 10.00 10.45 Wat is speltheorie en wanneer is het gebruik zinvol?

Nadere informatie

Risico s en kenmerken van beleggen

Risico s en kenmerken van beleggen Risico s en kenmerken van beleggen 1. Risico s en kenmerken in het algemeen Beleggen brengt risico s met zich mee. Vaak geldt: hoe hoger het verwachte rendement, hoe meer risico s. Ook geldt dat in het

Nadere informatie

De Roche. Hypotheek waaier. Een persoonlijke keus voor uw toekomst. Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is

De Roche. Hypotheek waaier. Een persoonlijke keus voor uw toekomst. Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is De Roche Hypotheek waaier Een persoonlijke keus voor uw toekomst Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is zeker niet eenvoudig; er zijn ontzettend veel mogelijkheden en bovendien vormt uw beslissing de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Markt & Overheid

Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting door S. 1169 woorden 25 april 2017 7,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: De telefoniemarkt Markt van volledige concurrentie /

Nadere informatie

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten. Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus

Nadere informatie

55119 (06-13) Begrippenlijst ASR VermogenBelegd

55119 (06-13) Begrippenlijst ASR VermogenBelegd 55119 (06-13) Begrippenlijst ASR VermogenBelegd ASR Euro Aandelen Fonds Dit fonds belegt in aandelen van grote bedrijven die genoteerd zijn aan Europese aandelenbeurzen. Dit fonds belegt gespreid in de

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat verantwoord autogebruik wordt beloond met premiekorting / onverantwoord gebruik wordt gestraft met premieverhoging, zodat voorzichtig rijgedrag

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de

Nadere informatie

Eigen huis. Overlijdensrisicoverzekering Woon+ / Zeker+

Eigen huis. Overlijdensrisicoverzekering Woon+ / Zeker+ Eigen huis Overlijdensrisicoverzekering Woon+ / Zeker+ Uw eigen woning Het kopen van een eigen woning is waarschijnlijk een van de grootste fi nanciële beslissingen in uw leven. Het is een investering

Nadere informatie

Economie Module 3 H1 & H2

Economie Module 3 H1 & H2 Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:

Nadere informatie

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen) Samenvatting door een scholier 1898 woorden 28 maart 2004 6,9 64 keer beoordeeld Vak Economie Economie H 1 tm 5 1 aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken.

Nadere informatie

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn Samenvatting door K. 1547 woorden 29 oktober 2016 1,1 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H12; Vreemd vermogen op lange termijn 12.1 Onderhandse

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1

Nadere informatie

Financiële analyse. Les 2 Vermogensbehoefte en financiering. Auteur: Witek ten Hove, MBA

Financiële analyse. Les 2 Vermogensbehoefte en financiering. Auteur: Witek ten Hove, MBA Financiële analyse Les 2 Vermogensbehoefte en financiering Auteur: Witek ten Hove, MBA In deze les gaan we kijken naar onderdelen uit de balans. Er wordt aangenomen dat de student weet hoe een balans is

Nadere informatie

Productwijzer Overlijdensrisicoverzekering

Productwijzer Overlijdensrisicoverzekering Overlijdensrisicoverzekering Productwijzer Overlijdensrisicoverzekering Wat leest u in deze productwijzer? In deze productwijzer vindt u algemene informatie over de overlijdensrisicoverzekering. Welke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4 Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4 Samenvatting door een scholier 1263 woorden 23 november 2002 5,9 14 keer beoordeeld Vak Economie Economie samenvatting hoofdstuk 1 t/m 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn:

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn: Samenvatting door Isabelle 1418 woorden 2 december 2015 8,2 19 keer beoordeeld Vak M&O M&O Hoofdstuk 10 Rechtsvormen 10.1 Organisaties De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie.

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Aantekeningen Economie VWO-5 onderdeel 5: Risico en informatie ( het vervolg)

Aantekeningen Economie VWO-5 onderdeel 5: Risico en informatie ( het vervolg) Aantekeningen Economie VWO-5 onderdeel 5: Risico en informatie ( het vervolg) Hoofdstuk 19 1 Wanneer gezinnen of bedrijven geld beleggen, zetten ze geld op een spaarrekening bij een financiële instelling

Nadere informatie

Samenvatting Economie H.8 / H.3

Samenvatting Economie H.8 / H.3 Samenvatting Economie H.8 / H.3 Samenvatting door R. 1151 woorden 15 juni 2013 5,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode 8.1 is dit verzekeren? Begrippen H.8 Verzekering: Een manier om je te beschermen

Nadere informatie

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september 2004 7,9 28 keer beoordeeld Vak Economie Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt Hoofdstuk 1. De arbeidsmarkt op. Een concrete arbeidsmarkt, is een

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Zet de geldmachine aan

Hoofdstuk 1 Zet de geldmachine aan Hoofdstuk 1 Zet de geldmachine aan De praktijk Mijn verzekeraar stopte met het uitkeren van geld, terwijl ik helemaal niet in staat was om te werken. Stel dat je partner overlijdt en je daardoor mentaal

Nadere informatie

In deze nieuwsbrief willen wij u graag informeren over onze visie op obligaties en dan in het bijzonder op bedrijfsobligaties.

In deze nieuwsbrief willen wij u graag informeren over onze visie op obligaties en dan in het bijzonder op bedrijfsobligaties. Nieuwsbrief Vooruitzichten obligaties In deze nieuwsbrief willen wij u graag informeren over onze visie op obligaties en dan in het bijzonder op bedrijfsobligaties. Sinds begin dit jaar zijn obligaties

Nadere informatie

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden. Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11, Eigen vermogen

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11, Eigen vermogen Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11, Eigen vermogen Samenvatting door een scholier 1934 woorden 20 februari 2008 7,1 135 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 11. Eigen vermogen.

Nadere informatie

7,3. Opdracht door een scholier 2133 woorden 14 januari keer beoordeeld. Inleiding

7,3. Opdracht door een scholier 2133 woorden 14 januari keer beoordeeld. Inleiding Opdracht door een scholier 2133 woorden 14 januari 2002 7,3 73 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding De afgelopen periode is er regelmatig in het nieuws gesproken over het dalen van de aandelenkoersen

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Oefentoets Klas: havo 4

Oefentoets Klas: havo 4 Oefentoets Klas: havo 4 Vak: economie Toets over: h1 tot en met h6 Lesbrief: jong & oud Hulpmiddelen: gewone rekenmachine DEZE TOETS BESTAAT UIT 6 OPGAVEN! Opgave 1 Stel er zijn twee softwarebedrijven

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Op de gegevens voor de top 10% van 1999

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2010 - I

Eindexamen m&o vwo 2010 - I Opgave 2 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 5. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Particuliere beleggers kunnen op verschillende manieren vermogen opbouwen,

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld

Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld Boekverslag door C. 946 woorden 11 december 2003 5 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Bij het verkrijgen van vermogen kun je verschil maken tussen: 1) Eigen vermogen 2) Vreemd vermogen op lange

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Samenvatting door een scholier 1771 woorden 20 februari 2008 8 15 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Onderhandse lening ; Een lening op lange termijn

Nadere informatie

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming.

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming. www.jooplengkeek.nl Eigen vermogen bij een bv en een nv Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming. Het bestaat uit aandelenkapitaal en opgebouwde

Nadere informatie

Obligaties Briqchain Real Estate

Obligaties Briqchain Real Estate Belangrijkste informatie over de belegging Obligaties Briqchain Real Estate van Briqchain B.V. Dit document is opgesteld op 02-okt-2018 Dit document helpt u de risico s, de kosten, en het rendement van

Nadere informatie

De verschillende hypotheekvormen

De verschillende hypotheekvormen De verschillende hypotheekvormen Hierbij ontvangt u een beschrijving van een vijftal hypotheekvormen. Wij willen u vragen dit alvast door te nemen zodat u reeds bekend bent met de diverse hypotheeksoorten.

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1471 woorden 5 januari keer beoordeeld. Economie 1.1 t/m 1.6

Samenvatting door een scholier 1471 woorden 5 januari keer beoordeeld. Economie 1.1 t/m 1.6 Samenvatting door een scholier 1471 woorden 5 januari 2011 5 7 keer beoordeeld Vak Economie Economie 1.1 t/m 1.6 1.1 Waarom een eigen bedrijf? * Je denkt het gat in de markt te hebben gevonden. nieuw idee,

Nadere informatie

Tradealot Obligatie II van Tradealot B.V.

Tradealot Obligatie II van Tradealot B.V. Tradealot Obligatie II van Tradealot B.V. Belangrijkste informatie over de belegging Dit document is opgesteld op 16-feb-2018. Dit document helpt u de risico s, de kosten, en het rendement van de belegging

Nadere informatie

5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening.

5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening. Hoofdstuk 5 Werken in een eigen bedrijf 5.1 a. De bezittingen zijn altijd door iemand gefinancierd: door de eigenaar (eigen vermogen) en/of door iemand die een lening verschaft (vreemd vermogen). b. Het

Nadere informatie

Certificaten Oersoep

Certificaten Oersoep Belangrijkste informatie over de belegging Certificaten Oersoep van Oersoep B.V. Dit document is opgesteld op 26-jun.-2019 Dit document helpt u de risico s, de kosten, en het rendement van de belegging

Nadere informatie

Klaslokaalexperiment: het gevangenenprobleem

Klaslokaalexperiment: het gevangenenprobleem Klaslokaalexperiment: het gevangenenprobleem Voor leerling en docent Het gevangenenprobleem Moet je horen, zegt Corine, Twee studenten bekennen schuld. Ze laat de krantenkop aan Bart zien. Wat hebben ze

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11: Eigen vermogen

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11: Eigen vermogen Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11: Eigen vermogen Samenvatting door J. 1798 woorden 26 maart 2014 7,8 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans 11.1 Aandelenvermogen Permanent vermogen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie 4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 8 en 9

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 8 en 9 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 8 en 9 Samenvatting door een scholier 2725 woorden 29 mei 2005 5,5 16 keer beoordeeld Vak Methode M&O Rendement M&O samenvatting hoofdstuk 8 & hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting M&O Rechtsvormen van Bedrijven Compleet Overzicht

Samenvatting M&O Rechtsvormen van Bedrijven Compleet Overzicht Samenvatting M&O Rechtsvormen van Bedrijven Compleet Overzicht Samenvatting door L. 1467 woorden 3 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Eenmanszaak VOF BV NV Vereniging Stichting Eigenaar/

Nadere informatie

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten

Nadere informatie

UIT externe effecten

UIT externe effecten Externe effecten van de productie. Als bedrijven produceren is er vaak sprake van bijkomende effecten die niet in de prijs van het product zijn opgenomen. Als een bedrijf auto s produceert dan put het

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart keer beoordeeld. 6.1 Eenmanszaak. Minimale voorwaarde van continuïteit

6,6. Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart keer beoordeeld. 6.1 Eenmanszaak. Minimale voorwaarde van continuïteit Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart 2016 6,6 11 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O 6.1 Eenmanszaak Één eigenaar (neemt alle besluiten en alle winst is voor hem/haar) Zonder werknemers

Nadere informatie