Klaslokaalexperiment: het gevangenenprobleem
|
|
- Vincent Vink
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Klaslokaalexperiment: het gevangenenprobleem Voor leerling en docent Het gevangenenprobleem Moet je horen, zegt Corine, Twee studenten bekennen schuld. Ze laat de krantenkop aan Bart zien. Wat hebben ze bekend? vraagt Bart. Drugsmokkel, naar Thailand, antwoordt Corine. Tegenover de Nederlandse pers houden ze vol dat ze onschuldig zijn, maar tijdens de verhoren in Thailand hebben ze bekend. De Thaise politie had een slimme ondervragingsmethode bedacht. Ondervragen met de harde hand zeker, grapt Bart. Nee, dat niet, antwoordt Corine met een methode uit de speltheorie. Speltheorie? Bart is verbaasd. Ondervragen is toch geen spel? Luister, zegt Corine. Ik zal het voorlezen. De twee studenten, Richard en Twan, werden gearresteerd na beschuldigingen van Thaise medestudenten aan wie ze de drugs verkocht zouden hebben. Bewijs voor de drugsmokkel was er niet. Bij hun arrestatie hadden Richard en Twan wel een tas met nagemaakte merkartikelen bij zich. Die wilden ze verkopen in Nederland. Op heling van nagemaakte merkartikelen staat een gevangenisstraf van een jaar. Om Richard en Twan ook de drugssmokkel te laten bekennen werden ze ieder in een aparte verhoorcel geplaatst. Zo konden ze niet met elkaar praten en wisten ze niet wat de ander zou zeggen. Aan de verdachten werd vervolgens de situatie uitgelegd. Als ze niet zouden bekennen, en de ander deed dat ook niet, dan moesten ze beiden voor een jaar de gevangenis in vanwege heling van nagemaakte merkartikelen. Als een verdachte toegaf dat de ander de drugs het land in gesmokkeld had, werd deze straf kwijtgescholden in ruil voor de bekentenis. De ander moest dan als enige dader twaalf jaar de gevangenis in. Als ze beiden bekenden dat de ander de drugs het land in had gesmokkeld, moesten ze beiden acht jaar de gevangenis in. Wie de drugs heeft gesmokkeld is dan niet met zekerheid vast te stellen. De straf valt daardoor lager uit. Geconfronteerd met deze keuzes bekenden beide verdachten spontaan dat de ander de drugs had gesmokkeld. Beide verdachten zullen nu voor acht jaar achter Thaise tralies moeten zitten. Maar waarom hebben ze dan bekend? vraagt Bart. Ze hadden toch gewoon niks moeten zeggen? Dan waren ze alleen maar veroordeeld voor heling van die namaakartikelen! Dat is zo, antwoordt Corine, maar wat zou jij doen als je voor de keuze werd gesteld? Tja, zegt Bart, dat weet ik niet. Het lijkt me nogal ingewikkeld. Oh, maar dat is het niet, zegt Corine. Je moet gewoon alle mogelijkheden aflopen en dan je beste keuze bepalen. Kijk, ik ben even voor het gemak Richard. Als Twan mij niet aangeeft heb ik twee keuzes: Twan wel aangeven of niet aangeven. Als ik hem niet aangeef, verdwijn ik voor één jaar achter de tralies. Maar als ik Twan wel aangeef, kom ik direct vrij. Dus: als Twan mij niet aangeeft, geef ik hem wel aan. Oké, zegt Bart, dat begrijp ik. Maar wat nu als Twan jou wel heeft aangegeven? Dan ga je precies hetzelfde te werk, antwoordt Corine. Ik heb dan weer twee keuzes: Twan wel aangeven of niet. Als ik hem niet aangeef, dan verdwijn ik voor twaalf jaar achter de tralies. Maar als ik hem wel aangeef, dan moet ik acht jaar brommen. Kortom, als Twan mij wel aangeeft, geef ik hem ook aan. Dus, als ik het goed begrijp, reageert Bart geef jij Twan altijd aan. Of hij jou wel of niet aangeeft, maakt niet uit. Ja, zo zit het precies antwoordt Corine. En daarom bekenden ze spontaan dat de ander die drugs het land had binnengesmokkeld. Merkwaardig is het wel, want ze zouden er beiden op vooruit gaan als ze allebei niet zouden bekennen. Maar ja, de speltheorie leert ons dat het zo niet werkt. 1 De logica van het gevangenenprobleem Het gevangenenprobleem is een situatie die in de praktijk veel voorkomt. Een wapenwedloop, markten die geen collectieve goederen voortbrengen, en uitgeverijen die te dure stands bouwen op een congres zijn allemaal voorbeelden van uitkomsten van het gevangenenprobleem. In de economie neemt het gevangenenprobleem een centrale plaats in. Het gevangenenprobleem is een 2-bij-2 spel: er zijn 2 spelers die allebei kiezen uit 2 acties: {wel aangeven} en {niet aangeven}. Iedere speler komt in één van twee situaties terecht: de andere speler geeft niet aan, of de andere speler geeft wel aan. Voor beide situaties bepaalt de strategie van een speler de actie die hij onderneemt. Een voorbeeld van een strategie bij het gevangenenprobleem is het volgende: Ik geef de ander aan als hij mij aangeeft, en ik geef de ander aan als hij mij niet aangeeft. Het gevangenenprobleem is ook een simultaan spel want beide spelers bepalen tegelijkertijd hun actie. Zoals we eerder zagen is hier eigenlijk iets anders aan de hand: een speler maakt zijn keuze zonder dat hij de actie van de andere speler kent. Dat een speler niet weet wat de ander doet,
2 komt op hetzelfde neer als de situatie waarbij beide spelers tegelijkertijd hun actie bepalen. Vandaar dat het gevangenenprobleem een simultaan spel is. Bron 1 De opbrengstenmatrix van het gevangenenprobleem. Speler 2 Niet aangeven Wel aangeven Speler 1 Niet aangeven ( 1, 1) ( 12, 0) Wel aangeven (0, 12) ( 8, 8) De opbrengstenmatrix voor het gevangenenprobleem staat in bron 1. Omdat gevangenisstraf een negatieve opbrengst is, zijn de getallen in bron 1 die horen bij een gevangenisstraf negatief. De cel linksboven in bron 1 komt overeen met de acties {niet aangeven, niet aangeven}. Zowel speler 1 als speler 2 geeft de ander niet aan. Beide verdachten moeten in dit geval één jaar de gevangenis in. Vandaar dat de opbrengst ( 1, 1) is. De cel linksonder komt overeen met de acties {wel aangeven, niet aangeven}. Speler 1 geeft speler 2 aan, maar andersom doet speler 2 dat niet. De opbrengst is dan (0, 12): speler 1 gaat vrijuit, speler 2 moet twaalf jaar de gevangenis in. En zo verder. Bron 2 De oplossing van het gevangenenprobleem. Speler 1 Speler 2 Niet aangeven Wel aangeven Niet aangeven ( 1, 1) ( 12, 0) Wel aangeven (0, 12) ( 8, 8) In bron 2 is het spel opgelost. Als speler 2 kiest voor {niet aangeven}, is voor speler 1 alleen de linkerkolom nog relevant. Speler 1 moet dan kiezen tussen een opbrengst van 0, wanneer hij speler 2 wel aangeeft, en 1, wanneer hij speler 2 niet aangeeft. Speler 1 kiest dan voor {wel aangeven}. Om het spel op te lossen moest steeds de hoogste opbrengst onderstreept worden, want die hoort bij de actie van speler 1 die hem het meeste voordeel oplevert. Daarom is de opbrengst 0 in de cel linksonder onderstreept. Als speler 2 kiest voor {wel aangeven}, is voor speler 1 alleen de rechterkolom nog relevant. Dan moet speler 1 kiezen tussen een opbrengst van 8 en 12. Logischerwijs kiest hij dan voor 8, en ook die wordt weer onderstreept. In bron 2 zijn ook voor speler 2 de hoogste opbrengsten onderstreept. Hieruit volgt het evenwicht van het spel: {wel aangeven, wel aangeven}. 2 Toepassingen van het gevangenenprobleem Het gevangenenprobleem kent tal van toepassingen in de economie. We behandelen er hier drie: reclameuitgaven, prijsafspraken en handelsoorlogen. 2.1 Reclame Producenten geven jaarlijks miljarden euro s uit aan reclame. Dat is zinvol, want consumenten kopen meer van producten waar reclame voor wordt gemaakt. Maar deze aankopen gaan wel ten koste van andere aankopen. Consumenten kunnen hun geld maar één keer uitgeven. In de regel snoept reclame vooral consumenten af van de concurrent. Neem bijvoorbeeld de markt voor cola. Er zijn twee producenten, Coca-Cola en Pepsi, die beiden veel reclame maken voor hun product. Door deze reclame gaan mensen nauwelijks méér cola drinken. Wat die reclame vooral doet is coladrinkers bij de concurrent weghalen. De situatie die zo ontstaat, is precies hetzelfde als het gevangenenprobleem, want beide colaproducenten gaan erop vooruit als ze alle twee geen reclame zouden maken. Dat scheelt in de kosten, en consumenten blijven toch wel cola drinken. En toch zullen beide producenten miljoenen euro s per jaar aan reclame blijven uitgeven, gevangen als ze zitten in het gevangenenprobleem.
3 Bron 1 De opbrengstenmatrix op de colamarkt. Coca-Cola Pepsi Geen reclame Wel reclame Geen reclame (100, 100) (25, 150) Wel reclame (150, 25) (75, 75) In bron 1 staat een voorbeeld van de opbrengstenmatrix voor de colamarkt. Als beiden geen reclame maken, verdienen beide producenten 100. Als bijvoorbeeld Pepsi wel reclame maakt, dan gaan zijn verdiensten omhoog ten koste van die van Coca-Cola. Pepsi investeert 25 in reclame. Hierdoor haalt hij 75 van de opbrengsten weg bij Coca-Cola. Met reclame verdient Pepsi dan = 150. Coca-Cola verdient dan nog maar 25. Andersom geldt hetzelfde. Als beide producenten reclame maken, behaalt geen van beiden hier voordeel mee. Ze halen geen consumenten meer weg bij de concurrent. Beiden verdienen dan = 75. In het evenwicht geven beide producenten 25 uit aan reclame en verdienen 75. Beiden zouden beter af zijn als ze geen reclame maken. Ze verdienen dan 100 ieder. Maar beide producenten hebben een prikkel om wel reclame te maken, onafhankelijk van wat de ander doet. Als Pepsi geen reclame maakt, dan doet Coca-Cola dat wel. Zijn inkomsten nemen dan toe van 100 tot 150. Als Pepsi wel reclame maakt, dan doet Coca-Cola dat ook. Zijn inkomsten stijgen dan van 25 tot 75. Dezelfde redenering gaat op voor Pepsi. In het evenwicht maken beide ondernemingen daarom reclame terwijl dit in het nadeel is van beide producenten. 2.2 Prijsafspraken Het maken van een prijsafspraak is bij wet verboden. Producenten die dat wel doen lopen kans door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) te worden beboet. Toch zijn er ondernemingen die prijsafspraken maken. In 2005 bijvoorbeeld werden de fietsfabrikanten Accell, Gazelle en Giant beboet voor het maken van prijsafspraken. In totaal moesten de drie producenten 26,5 miljoen euro aan boetes betalen. Toch is het opmerkelijk dat een prijsafspraak in de praktijk stand kan houden. Omdat een prijsafspraak illegaal is, wordt een prijsafspraak nooit officieel gemaakt. Er bestaan geen documenten van. Een prijsafspraak is een mondelinge afspraak waar niemand zich aan hoeft te houden. Want als een producent de afspraak schendt, heeft de andere producent het nakijken. Er bestaan immers geen officiële documenten van de afspraak. Het bewijs van het bestaan van een afspraak is er dan niet. En daarom kun je de ander er niet aan houden. Ook nu weer speelt het gevangenenprobleem. In bron 2 staat de opbrengstenmatrix van de fietsenmarkt. Voor het gemak gaan we uit van twee producenten, Gazelle en Giant. Beiden maken dezelfde fiets. De productiekosten bedragen 200 per fiets. Er zijn 100 consumenten die de fiets voor 200 willen kopen. Consumenten kiezen altijd de fiets die het goedkoopst is. Maar bij een prijs van 200 verdienen beide producenten niets. Bij een prijs van 400 zijn er nog 50 consumenten die een fiets kopen. Omdat de fietsen van Gazelle en Giant hetzelfde zijn, kiest de consument op basis van de prijs. Als die ook hetzelfde is, wordt de markt gelijkelijk verdeeld: zowel Gazelle als Giant verkoopt 25 fietsen bij een prijs van 400. Beiden maken dan een winst van ( ) 25 = Maar kan Gazelle nog meer winst maken als Giant een prijs van 400 vraagt? Ja, dan kan. Wat Gazelle dan moet doen is een prijs van 399 vragen. Daarmee haalt Gazelle alle klanten weg bij Giant. De winst van Gazelle is dan ( ) 50 = Door de prijsafspraak te schenden, verdubbelt Gazelle bijna zijn winst. Giant heeft dan een probleem want hij heeft wel 25 fietsen geproduceerd die niet meer verkocht worden. Zo ontstaat er voor Giant een verlies van = Als reactie hierop zal Giant een prijs vragen van 398. Daarmee haalt het bedrijf alle klanten weg bij Gazelle, maakt een winst van ( ) 50 = 9.900, en zadelt Gazelle met een verlies op van = Hier reageert Gazelle weer op door een prijs te vragen van 397, en zo verder. Giant en Gazelle raken verwikkeld in een prijzenoorlog. En die gaat door net zolang totdat de prijs 200 per fiets is. Een verdere prijsverlaging geeft verlies. Bron 2 De opbrengstenmatrix bij prijsafspraken. Gazelle Giant Prijsafspraak naleven Prijsafspraak schenden Prijsafspraak naleven ( 5.000, 5.000) ( 5.000, 9.950) Prijsafspraak schenden ( 9.950, 5.000) ( 0, 0) In bron 2 is het evenwicht afgeleid. Beide producenten zullen altijd de prijsafspraak schenden. Als bijvoorbeeld Giant zich wel aan de afspraak houdt, dan verhoogt Gazelle zijn winst door zich niet aan de afspraak te houden.
4 En als Giant zich niet aan de afspraak houdt, dan kan Gazelle zijn verliezen wegwerken door een prijzenoorlog te beginnen. Dat prijsafspraken in de praktijk toch bestaan komt doordat het gevangenenprobleem dan niet één, maar meerdere keren achter elkaar wordt gespeeld. 2.3 Handelsoorlogen Landen kunnen extra belasting heffen op producten die uit het buitenland worden geïmporteerd. Deze invoerrechten hebben twee gevolgen. De buitenlandse producten worden voor de binnenlandse consument duurder. Hierdoor neemt de concurrentie in het binnenland vanuit het buitenland af. Dat is in het voordeel van binnenlandse producenten. Ten tweede strijkt de overheid extra belastinginkomsten op. Invoerrechten zijn dan ook erg populair en worden in de praktijk veel gebruikt. Op de website van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is gedetailleerde informatie beschikbaar over invoerrechten van alle landen in de wereld. Kijk op Bron 3 De gevolgen van invoerrechten (NL = Nederland; B = België). NL: geen invoerrechten B: geen invoerrechten NL: wel invoerrechten B: geen invoerrechten NL: wel invoerrechten B: wel invoerrechten NL B NL B NL B Consumentensurplus Producentensurplus Invoerrechten Totale surplus Toch is iedereen beter af als er helemaal geen invoerrechten zouden bestaan. Neem als voorbeeld Nederland en België. Als er geen invoerrechten bestaan dan is het consumentensurplus in beide landen 10. Het Nederlandse en Belgische producentensurplus is 20. Producenten uit beide landen behalen een winst van 12 in het binnenland, en verdienen nog eens 8 met export. Dit zijn fictieve waarden. Het totale surplus is in beide landen dan = 30. Als alleen Nederland invoerrechten oplegt op de importen uit België, verkopen producenten uit België minder in Nederland. In bron 3 staat wat er gebeurt met het totale surplus in de twee landen. Belgische producenten verdienen nog maar 3 met export naar Nederland zodat het Belgische producentensurplus daalt tot 15. De Nederlandse overheid haalt 2 op aan invoerrechten. En het Nederlandse producentensurplus stijgt tot 22: Nederlandse producenten verdienen nog steeds 8 met de exporten naar België, maar door de verminderde concurrentie in het binnenland nemen de winsten behaald in Nederland toe van 12 tot 14. Consumenten in België merken niets van de invoerrechten die Nederland oplegt want Nederlandse producenten kunnen nog steeds onbelemmerd exporteren naar België. Het consumentensurplus in België blijft 10 zodat het totale Belgische surplus uitkomt op = 25. Voor consumenten in Nederland verandert er wel wat. Door de verminderde concurrentie in Nederland stijgt de prijs en daalt het consumentensurplus tot 9. Het totale surplus in Nederland is dan = 33. Als reactie hierop kan België besluiten om ook een importheffing op te leggen. Daardoor dalen de Nederlandse exporten naar België. Belgische producenten verdienen dan 3 met de export naar Nederland en 14 op de thuismarkt. Het Belgische producentensurplus stijgt dan van 15 tot 17. De Belgische overheid haalt 2 op aan invoerrechten. Het consumentensurplus in België daalt tot 9 vanwege de verminderde concurrentie. Het totale surplus in België is nu = 28. En dat is het in dit geval ook in Nederland want beide landen hanteren nu dezelfde invoerrechten. Bron 4 De opbrengstenmatrix bij invoerrechten. Nederland België Geen invoerrechten Wel invoerrechten Geen invoerrechten (30, 30) (25, 33) Wel invoerrechten (33, 25) (28, 28) In bron 4 staat de opbrengstenmatrix van invoerrechten. In het evenwicht leggen beide landen invoerrechten op aan import terwijl beide landen erop vooruit gaan als ze dat niet zouden doen. Maar omdat het hier een gevangenenprobleem betreft zullen er toch invoerrechten bestaan. De WTO is opgericht om uit dit gevangenenprobleem te komen. Tijdens grootschalige, internationale vergaderingen, handelsronden genoemd, wordt geprobeerd om afspraken te maken om invoerrechten af te schaffen. Maar keer op keer worden die afspraken geschonden. Landen kunnen de verleiding niet weerstaan om invoerrechten op te leggen. En dat komt
5 vanwege het gevangenenprobleem waar landen zich in bevinden. Zo ontstaan er handelsoorlogen : oorlogen waarin landen elkaar bestrijden met de hoogte van invoerrechten. Het is de vraag of deze ooit zullen verdwijnen. 3 Het experiment 3.1 Handelsinstructie We gaan een aantal ronden achter elkaar een kaartspel spelen waarin je wordt gekoppeld aan een willekeurig ander persoon in de klas. Van tevoren weet je nooit wie dit zal zijn. En in iedere ronde is het weer iemand anders. Deze koppeling gebeurt via je identificatienummer. Dit nummer krijg je één keer uitgedeeld en zal tijdens het experiment niet meer veranderen. Onthoud dit nummer dus goed. Wanneer je je identificatienummer hebt gekregen, moet je dit opschrijven in de linkerbovenhoek van de opbrengstentabel. Deze tabel staat aan het einde van deze handelinstructie. Ik ga nu de identificatienummers uitdelen. Iedereen krijgt twee speelkaarten uitgedeeld, een rode kaart (harten of ruiten), aangegeven met de letter R, en een zwarte kaart (schoppen of klaveren), aangegeven met de letter B. Het cijfer of de kaartsoort maakt niet uit; alleen de kleur telt. Ik ga je nu vragen om in iedere speelronde één van deze kaarten te spelen door hem tegen je borst te houden met de neutrale kant boven. Zo kan iedereen zien dat je je kaart gespeeld hebt, maar nog niet welke van de twee. In iedere speelronde ga ik telkens achter elkaar twee identificatienummers opnoemen. Als je je nummer hoort, moet je je gespeelde kaart omdraaien zodat iedereen kan zien welke kleur je hebt gekozen. Jouw opbrengst in een speelronde wordt bepaald door de kaart die je hebt gekozen (Z of R) en door de kaart die je tegenspeler heeft gekozen. De opbrengst die je krijgt per speelronde is als volgt: Als je allebei de zwarte kaart speelt, dan verdien je allebei 2 punten. Als je allebei de rode kaarten speelt, dan verdien je allebei 8 punten. Als jij je rode kaart speelt en de ander speelt de zwarte kaart, dan verdient de ander 16 punten en verdien jij niets. Als jij je zwarte kaart speelt en de ander speelt de rode kaart, dan verdient de ander niets en verdien jij 16 punten. Je houdt je verdiensten bij in de tabel. Gedurende het experiment mag er niet gepraat worden. Als je nog een vraag hebt, dan moet je me die nu stellen. Als er geen vragen zijn, dan begin ik met de eerste ronde door het opnoemen van de eerste twee identificatienummers. Identificatienummer: Ronde Jouw kaart (Z of R) Kaart tegenspeler (Z of R) Jouw opbrengst
6 3.2 Experimentvragen 1 Stel de opbrengstenmatrix op van het spel. 2 Welke kleur kaart zou je kiezen als je weet dat de ander R speelt? Welke kleur kaart zou je kiezen als je weet dat de ander Z speelt? Wat kun je hieruit concluderen over het evenwicht van het spel? 3 Is het mogelijk om meer punten te halen als je mag overleggen met de speler aan wie je gekoppeld wordt? Is het daarvoor nodig een bindende afspraak te maken? 4 Als je de ander kent, ben je dan eerder geneigd R of Z te spelen? Maakt het uit of je elkaar buiten de klas nog ontmoet? 5 Lees de drie toepassingen in het handboek. Geef voor iedere toepassing aan welke actie overeenkomt met het spelen van R en welke actie overeenkomt met het spelen van Z. 6 Bedenk een andere toepassing die overeenkomt met het experiment. Daarvoor moet je het volgende bedenken: Wie zijn de twee spelers? Wat zijn hun twee acties? Wat zijn de opbrengsten die behoren bij de acties? Vul dan de opbrengstenmatrix in. Geef ook aan welke actie overeenkomt met het spelen van de zwarte kaart en welke actie overeenkomt met het spelen van de rode kaart.
Gevangenenprobleem. Samenwerken en onderhandelen
Gevangenenprobleem Samenwerken en onderhandelen 10 20 30 40 50 60 HAVO VWO Dit experiment illustreert het gevangenenprobleem door middel van een kaartspel in groepjes van twee. In iedere ronde kiezen deelnemers
Nadere informatieNascholing Economie: Speltheorie. Jeroen Hinloopen (UvA) J.Hinloopen@uva.nl
Nascholing Economie: Speltheorie Jeroen Hinloopen (UvA) Programma Inleiding: De drie vernieuwingen in het economie examenprogramma Deel 1: 10.00 10.45 Wat is speltheorie en wanneer is het gebruik zinvol?
Nadere informatieNascholing Economie: Speltheorie
Nascholing Economie: Speltheorie Jeroen Hinloopen (UvA) Aristo Amsterdam, 28 januari 2010 Programma (28 januari 2010, 10.00 11.45) Inleiding: De drie vernieuwingen in het economie examenprogramma Wat is
Nadere informatieFor dummies: de economie van een land
H2 in het kort V4 For dummies: de economie van een land Consumenten Producenten De markt Bijvoorbeeld Goederenmarkt Arbeidsmarkt Vermogensmarkt Overheid 2 De economie: een groot rollenspel Vier algemene
Nadere informatie4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen
4h economie module 5 samenwerken en onderhandelen Vb. werknemers en werkgevers CAO-onderhandelingen via vakbonden Stel: vakbond van werknemers eist arbeidstijdverkorting van 4 uur per week; van 40 uur
Nadere informatieUIT speltheorie HV
Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie bekijkt (economische) situaties in de echte wereld waarbij twee partijen met elkaar verbonden zijn, via hun acties. Als de ene partij een
Nadere informatieB. 2 Volledige vrije mededinging
3.3 Experiment B2: Volledige vrije mededinging 2006 Hinloopen en Soetevent B. 2 Volledige vrije mededinging Ruil 10 20 30 40 50 60 HAVO VWO Dit experiment behelst een kaartspel om het prijshoeveelheidsevenwicht
Nadere informatieUIT speltheorie
Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie beschouwt situaties in de echte wereld waarin twee (of meerdere) partijen aan elkaar verbonden zijn via hun acties. Als de ene partij een
Nadere informatieOnderneming en omgeving - Speltheorie
Onderneming en omgeving - Speltheorie 1 Inleiding... 1 2 Het oplossen van een standaard tweepersonenspel... 1 3 Twee aanbieders van bronwater... 3 4 Links of rechts rijden... 5 5 Free rider gedrag... 6
Nadere informatie7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet
Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte
Nadere informatie1.1 Elke generatie kiest opnieuw
1.1 Elke generatie kiest opnieuw Op elk moment in je leven moet je keuzes maken: De keuze naar welke middelbare school je gaat; De keuze waar je op vakantie gaat; De keuze waar je gaat wonen als je het
Nadere informatieLESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Nadere informatieEconomie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.
Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete
Nadere informatieHAVO 5 M O D U L E 5
HAVO 5 M O D U L E 5 1 OLIGOPOLIE Bekend dus. Beperkt aantal aanbieders Homogeen Heterogeen Veel concurrentie / minder concurrentie 2 TWEE AANBIEDERS Bastognes Jumbo Prijs AH Prijs 1,20 1,15 Bastognes
Nadere informatieDE ENERGIE[R]EVOLUTIE
DE LEERLINGENWERKBOEK DE EINDOPDRACHT Team: Klas: Datum: Pagina 2 INLEIDING De mens maakt op grote schaal gebruik van fossiele brandstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld aardolie, aardgas en steenkool. Fossiele
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) vwo 4
1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over
Nadere informatieEvenwichtspri js MO WINST
Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders
Nadere informatieHoofdstuk 5 4e klas GT
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Monique Kroon 27 juni 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/80430 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieHoofdstuk 5 4e klas GT
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Monique Kroon 27 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/80430 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.
1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe
Nadere informatieEconomie Module 3 H1 & H2
Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:
Nadere informatieEXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018
EXAMENVRAGEN Bedrijfseconomie Januari 2018 (het examen bestaat uit 25 multiplechoice-vragen, u start op -5 en er is geen giscorrectie. De nadruk ligt op redeneren en economische mechanismes. ) 1) 1e wet
Nadere informatieI. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.
1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieDE ENERGIE[R]EVOLUTIE
DE LEERLINGENHANDLEIDING HAVO/VWO Naam: Klas: Datum: Pagina 2 INLEIDING De mens maakt op grote schaal gebruik van fossiele brandstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld aardolie, aardgas en steenkool. Fossiele brandstoffen
Nadere informatieMarkt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6
Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid
Nadere informatieWAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?
VRAAG & AANBOD WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? De vraag naar een product kan bepaald worden door: Ø Een toe of afname van de bevolking Ø Een toe of afname van het inkomen Ø Een toe of afname behoeften
Nadere informatieInhoud. Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14
Inhoud Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14 Inleiding Je hoort of leest vaak over mensenrechten. Maar kun je ook een paar mensenrechten opnoemen?
Nadere informatieqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop
qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop Antwoorden webquest asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx
Nadere informatieWerkboek Workshop Speltheorie op de Havo en Vwo Samenstelling: Jacobien van Willigen en Jolanda Suijker
Werkboek Workshop Speltheorie op de Havo en Vwo Samenstelling: Jacobien van Willigen en Jolanda Suijker Lesvoorbeeld 1 Fokke en Sukke Fokke en Sukke wonen in Almere, waar zij al jaren op Koninginnedag
Nadere informatieHet gedragmodel. 1. Inleiding
Het gedragmodel 1. Inleiding Het gedragmodel is een NLP-techiek, ontwikkeld door Peter Dalmeijer (zie www.vidarte.nl) en Paul Lenferink. Het model leert ons feedback te geven waarbij we anderen op hun
Nadere informatieDocentenhandleiding module 9 versie 2012
Docentenhandleiding module 9 versie 2012 Algemeen: Module 9 is geheel herzien ten opzichte van de versie in 2009. De oude versie bleek op verschillende punten nog verbeterd te kunnen worden. Verbeteringen
Nadere informatieLeuk, Leuker, Bridge!
Leuk, Leuker, Bridge! 01 Wat is een slag? Vooraf: In deze eerste les staat veel nieuws. In les 2 helemaal niet! Daardoor kun je in les 2 al je creativiteit werpen op de regels van deze eerste les! Bridge
Nadere informatieIntroductie Serious Gaming
Introductie Serious Gaming Programma Introductie: de kracht van games Prijzenoorlog Serious Gaming: de theorie Spelbundel klaslokaalexperimenten Zelf ervaren 2 Eind 2010: 72 miljoen actieve spelers Groter
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de
Nadere informatieOp elkaar reageren? Kolomspeler. Rijspeler. Is prijsverlaging zinvol? Opbrengstenmatrix. Schoenengigant. Geen prijsverlaging
It s a deal! Kolomspeler Schoenengigant Rijspeler Geen prijsverlaging Footfeel Geen prijsverlaging ( 4500; 6000) Is prijsverlaging zinvol? Schoenengigant Geen prijsverlaging Footfeel Geen prijsverlaging
Nadere informatieModellen en Simulatie Speltheorie
Utrecht, 20 juni 2012 Modellen en Simulatie Speltheorie Gerard Sleijpen Department of Mathematics http://www.staff.science.uu.nl/ sleij101/ Program Optimaliseren Nul-som matrix spel Spel strategie Gemengde
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. De economische kringloop 1 B 2 maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste verklaring (één van de volgende): De consumenten
Nadere informatieDomein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Nadere informatieDe koopkracht van je inkomen bepaald hoeveel goederen of diensten je kunt kopen, de koopkracht hangt af van je inkomen en van de prijzen.
Boekverslag door Y. 2663 woorden 10 november 2014 3.2 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Crisis! Hoofdstuk 1 Kredietcrisis Kennen: Bestedingen: De uitgaven aan goederen en diensten Koopkracht:
Nadere informatieUIT doelstellingen en grafieken
Vraaglijn is prijs-afzetlijn. De vraaglijn die we kennen van de perfect werkende markt, zien we terug bij de niet perfecte marktvormen. Het drukt nu de betalingsbereidheid van de klant voor het specifieke
Nadere informatieKees begint voor zichzelf (of niet)!
Kees begint voor zichzelf (of niet)! Bij de beantwoording van de vragen 10 tot en met 14 moet je soms gebruikmaken van informatiebron 6 in de bijlage. Deze staat helemaal onderaan Kees Baving is ontslagen.
Nadere informatieVingertwister. Spelvariant met drie vingers
Vingertwister Spelvariant met drie vingers Materiaal Speelbord Twaalf - en opdrachtkaartjes Twaalf fiches (u kunt hiervoor ook pasta, bonen of blokjes gebruiken ) Video Vingertwister met drie vingers-
Nadere informatieSamenvatting. Kort overzicht. Kartels
Samenvatting Kort overzicht Dit proefschrift gaat over de economische theorie van kartels. Er is sprake van een kartel wanneer een aantal bedrijven, expliciet of stilzwijgend, afspreekt om de prijs te
Nadere informatie6.7. Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave
Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni 2005 6.7 110 keer beoordeeld Vak Economie Inhoudsopgave - Inleiding (Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen, hoofd- en deelvragen.) 1. Hoe komt
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak economie vwo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en Producent
Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument & Producent
Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak economie havo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatie2COLLEGE RUIVEN. Lesbrief Marketing. Consumptie. PSB en JKH
2COLLEGE RUIVEN Lesbrief Marketing Consumptie PSB en JKH 2016-2017 Deze lesbrief geeft extra informatie over Marketing die je nodig hebt voor je PTAtoetsen en eindexamen. De lesbrief is onderdeel van exameneenheid:
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Nadere informatiewisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?
wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken
Nadere informatieIn 4 stappen handelen op de beurs
Zonder wiskunde knobbel handelen op de aandelenmarkt In 4 stappen handelen op de beurs Corine Stavenuiter 2 Inleiding Mensen stellen mij vaak deze vraag: Is geld verdienen op de aandelenbeurs alleen maar
Nadere informatieOver ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk!
Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk! Hoe werk je met een spreekbeurtwerkplan? Het eerste deel bestaat uit vragen. Met een moeilijk woord noemen we dat theoretisch onderzoek. In het tweede deel vind
Nadere informatieANTWOORDENMODEL SPELTHEORIE
ANTWOORDENMODEL SPELTHEORIE In totaal zijn er voor dit onderdeel 100 punten te behalen. Per onderdeel wordt in kleur aangegeven hoeveel punten je er voor kunt krijgen: 1 punt, 2 punten of 3 punten. 1.
Nadere informatie111 super waardevolle quotes
Stel jezelf eens een doel waar je zowel zenuwachtig als enorm enthousiast van wordt. Je mag er natuurlijk even over nadenken, maar deel wel hieronder welk doel jij jezelf hebt gesteld! Je leert het meeste
Nadere informatie4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:
Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:
Nadere informatieInternationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?
Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze
Nadere informatieHOOFDSTUK 14: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent
Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Pro Samenvatting door een scholier 2932 woorden 4 mei 2004 7,2 52 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 5 Hoofdstuk
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Op de gegevens voor de top 10% van 1999
Nadere informatieToetsing en economische experimenten : twee voorbeelden
Toetsing en economische experimenten : twee voorbeelden Voorbeeld 1: Het verwerken van experimenten in toetsvragen Opgave 1. (ad fishing game en tragedy of the commons) Onderstaande tekeningen en tekst
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Internationale handel
Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat verantwoord autogebruik wordt beloond met premiekorting / onverantwoord gebruik wordt gestraft met premieverhoging, zodat voorzichtig rijgedrag
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Voordat de export wegviel was er evenwicht op de
Nadere informatieMarkt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8
Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8 De markt, marktsector en particuliere sector het zijn alle drie benamingen die
Nadere informatieEindexamen vwo economie pilot 2013-I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 maximale winst als MO
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting
Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten
Nadere informatieSectorwerkstuk Economie Economische crisis
Sectorwerkstuk Economie Economische crisis Sectorwerkstuk door A. 2214 woorden 2 februari 2013 6,6 119 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Deelvraag 1: Wat zijn de oorzaken van de Economische
Nadere informatieMarkt. Kenmerken van marktvormen:
1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van
Nadere informatiePrijsvorming bij monopolie
Prijsvorming bij monopolie Wanneer we naar het evenwicht van de monopolist op zoek gaan, gaan we op zoek naar die afzet en die prijs waar de monopolist een maximale winst bereikt (of minimaal verlies).
Nadere informatie(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor
(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor Beschrijving (ter info voor gastdocent) Deze gastles gaat over je leefstijl en welk soort uitgavenpatroon de leerling heeft. Ben je je bewust
Nadere informatieProduct 1 Misconceptie Opbrengst = Winst
Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst Vakdidactiek Algemene Economie, Masters jaar 2 In opdracht van: dhr. Peter Voorend Instituut: Hogeschool van Amsterdam Gemaakt door: Natasha Pers Naam docent: Vak:
Nadere informatieStap 2 WERKBOEK. door
Stap 2 WERKBOEK door Auteursrechten en gebruik met toestemming Niets uit deze online cursus en/of informatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt
Nadere informatieUIT externe effecten
Externe effecten van de productie. Als bedrijven produceren is er vaak sprake van bijkomende effecten die niet in de prijs van het product zijn opgenomen. Als een bedrijf auto s produceert dan put het
Nadere informatie9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen
Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget
Nadere informatieConjuncturele werkloosheid vmbo-kgt34
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 oktober 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/73813 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieDe Zes Strategieën Van Andre Jansen Voor Gegarandeerde Winst!
De Zes Strategieën Van Andre Jansen Voor Gegarandeerde Winst! Ik hoef niet eens te weten hoevéél de koers stijgt of daalt. Als je me zou tegen komen op straat en me zou vragen hoe het met de dollar gaat-
Nadere informatieAlgemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?
Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Nadere informatieOpdrachten Toeval Opdrachten Toeval Opdracht 1.1 (Bestaat toeval) Opdracht 1.2(toeval in de natuur)
Opdrachten Toeval 1 1 Opdrachten Toeval Opdracht 1.1 (Bestaat toeval) a) Bestaat toeval volgens jou? b) Wat is toeval volgens jou? c) Vraag aan je ouders of zij in hun leven ooit iets heel onwaarschijnlijks
Nadere informatieHele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig
De tijd vliegt voorbij en voor je weet zijn we al weer een jaar verder. Ik zeg wel eens: mensen overschatten wat je in een jaar kunt doen, maar onderschatten wat je in 3 jaar kan realiseren. Laten we naar
Nadere informatiesamenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt
samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt De perfect werkende markt is een model dat beschrijft hoe markten het meest optimaal zouden functioneren. Bij het bestuderen van echte markten
Nadere informatieLeerlingen ervaren de manier waarop in de Europese Unie vergaderd wordt en hoe de verschillende bestuurslagen zich tot elkaar verhouden.
ROLLENSPEL: EUROPESE BESLUITVORMING KORTE OMSCHRIJVING WERKVORM De leerlingen gaan in verschillende groepjes de route van Europese besluitvorming naspelen. Ze gaan met elkaar in debat en moeten lobbyen.
Nadere informatieHoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en prestaties
Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en prestaties Verkenning 1 a De kosten van het onderzoek en het risico dat het mislukt moet worden afgewogen tegen de mogelijke winst als het onderzoek wel lukt en het
Nadere informatieHoofdstuk 8. De kosten van belastingen
Hoofdstuk 8 De kosten van belastingen Inleiding In dit hoofdstuk gebruiken we de concepten van vraag en aanbod om de effecten van diverse vormen van overheidsbeleid te analyseren. Tegelijk wordt iets gezegd
Nadere informatieOPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK
OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK Van positieve feedback leer ik niets. INLEIDING Feedback geven en ontvangen moet je eerst oefenen en dan toepassen. In de opdrachten hieronder ga je ermee aan de slag. Doelstellingen
Nadere informatieGOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?
Hulp Heb je vragen? Bel dan naar Veilig Thuis, tel.: 0800 2000 Internet Wil je meer lezen? Kijk op www.jipdenhaag.nl En test jezelf op www.loverboytest.nl Dit is een uitgave van JIP Den Haag en Middin.
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg
Nadere informatieSamenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
Nadere informatieBeste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak economie havo, eerste tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre
Nadere informatieWerkblad Voortgezet Onderwijs Gemengd-Theoretisch
Werkblad 4 Bedrijfsmiddelen Werkblad Voortgezet Onderwijs Gemengd-Theoretisch Via Day for Change heeft jullie klas een microkrediet gekregen. Hier gaan jullie je eigen bedrijf mee beginnen. Dit bedrag
Nadere informatieDE ENERGIE[R]EVOLUTIE
DE LEERLINGENHANDLEIDING VMBO Naam: Klas: Datum: Pagina 2 INLEIDING Mensen maken op grote schaal gebruik van fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en steenkool. Fossiele brandstoffen ontstaan uit resten
Nadere informatieZelftraining Waarden. Herman en Ernie Beuker
Zelftraining Waarden Herman en Ernie Beuker Inhoudsopgave Module 1: Waarden en normen 3 Stel jouw belangrijkste waarden vast 7 Oefening 10 Jouw belangrijkste waarden 10 Aandacht voor de belangrijkste waarden
Nadere informatie