Jongeren van etnische minderheidsgroepen in Nederland Factsheet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jongeren van etnische minderheidsgroepen in Nederland Factsheet"

Transcriptie

1 Jongeren van etnische minderheidsgroepen in Nederland Factsheet Deze fact-sheet gaat over de maatschappelijke positie van kinderen en jongeren van etnische minderheidsgroepen in Nederland. De meeste aandacht gaat daarbij uit naar de positie van etnische jongeren in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de vrijetijdsbesteding van deze jongeren en de sociaal-culturele integratie van hen. Onder etnische jongeren wordt verstaan jongeren die afkomstig zijn uit een niet-westerse of een niet-geïndustrialiseerde land of waarvan één van de ouders afkomstig is uit een van die landen. Daarbij gaat het vooral om Marokkaans-, Turks-, Surinaams- en Antilliaans-Nederlandse jongeren. Deze bevolkingsgroepen worden hieronder aangeduid als etnische minderheden. De meeste cijfers die hieronder worden gegeven hebben betrekking op jongeren onder de 25 jaar. I - Demografie De etnische minderheidsgroepen in Nederland zijn jonge bevolkingsgroepen. Van de niet-westerse etnische minderheidsgroepen in Nederland is 38,8% jonger dan 20 jaar (CBS 2003). Bij dominante Nederlandse bevolking is dat percentage 23,4%. In de leeftijdsklasse jaar is dat respectievelijk 18,7% en 11,5%. Van de etnische minderheden is 10,1% ouder dan 50 jaar en bij dominante groep is dat 34,1%. De meeste etnische jongeren behoren tot de tweede generatie. De omvang van de derde generatie (personen waarvan één grootouder in een niet-westers land is geboren) is nog zeer klein. Op 1 januari ging het om circa personen (CBS 2003). II - Onderwijspositie van etnische minderheidsgroepen De etnische minderheidsgroepen hebben in Nederland een veel lager opleidingsniveau dan de dominante groep. Dit geldt met name voor migranten van de eerste generatie afkomstig uit Turkije en Marokko, van wie de meerderheid ten hoogste basisonderwijs heeft genoten. Dat betekent dat de meeste etnische leerlingen in Nederland zogenaamde achterstandsleerlingen zijn: dat zijn leerlingen van laagopgeleide ouders. De leerlingen van laagopgeleide ouders halen gemiddeld minder goede resultaten dan leerlingen van hoogopgeleide ouders. Door de wisseling van generaties neemt het opleidingsniveau echter toe. Voor de tweede generatie ligt het opleidingsniveau een stuk hoger dan voor migranten van de eerste generatie. Dat geldt met name voor Turkse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders. Van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders heeft een kwart een mbo- of hoger diploma, van de Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders 40% en van de dominante groep 60% (SCP 2003). Toch hebben veel etnische jongeren geen startkwalificatie (dat wil zeggen een voltooide mbo, havo of vwo-opleiding). Van de jarigen hebben Marokkaanse en Turkse Nederlanders rond de 60% geen startkwalificatie. Voor Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders ligt het percentage rond de 40% en voor etnische Nederlanders op ruim 20% (SCP 2003). Ook heeft de tweede generatie i.t.t. de eerste generatie veel minder moeite met de Nederlandse taal. Dit geldt met name voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders, waar de eerste generatie nog altijd moeite mee heeft. Door het gebruik van de eigen taal binnen het gezin, hebben veel etnische kinderen te maken met een taalachterstand als zij aan het onderwijs beginnen. Dit heeft een negatieve invloed op hun schoolloopbaan. III - Basisonderwijs In het schooljaar 2001/2002 zaten in totaal leerlingen uit de etnische minderheden op scholen voor het basisonderwijs (SCP 2003). Dat is ongeveer 15% van het totale aantal leerlingen in het basisonderwijs. De etnische leerlingen presteren minder dan leerlingen uit de dominante groep. Met name etnisch Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse kinderen hebben te maken met een achterstand op etnisch Nederlandse kinderen. De prestaties van deze kinderen blijven in groep 2 van het basisonderwijs achter bij die van dominante niet-achterstandsleerlingen. Wel is er sprake van een stijging van het aanvangsniveau. De Turks en Marokkaans Nederlandse leerlingen hebben tussen 1994 en % van hun achterstand weggewerkt. De etnisch Surinaamse leerlingen hadden een kleinere achterstand en hebben nog eens ruim 30% van deze achterstand weggewerkt. De achterstand van de Antilliaans Nederlandse leerlingen is in groep 2 toegenomen. 1 De factsheets zijn geen standpunten van het NPRD, maar (literatuur-) studies in opdracht van het NPRD of derden uitgevoerd.

2 Het blijkt dat sinds 1998 de etnische leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs veel vooruitgang hebben geboekt op het gebied van rekenen. Sinds 1990 hebben etnisch Turkse en Marokkaanse leerlingen hun achterstand op etnisch Nederlandse niet-achterstandsleerlingen op het gebied van rekenen gereduceerd met 40%-50% (SCP 2003). Ook blijkt dat de achterstand van Marokkaans en Turks Nederlandse kinderen in groep 8 kleiner is dan in groep 4. Dat betekent dat etnische leerlingen een leerwinst boeken. Op rekengebied liggen etnische leerlingen in groep 8 driekwart jaar achter op etnisch Nederlandse nietachterstandsleerlingen. Op taalgebied hebben etnische leerlingen een grotere achterstand. In taal hebben de etnisch Marokkaanse, Turkse en Antilliaanse kinderen een achterstand van minimaal twee jaar op autochtone Nederlandse niet-achterstandsleerlingen. De Surinaams Nederlandse leerlingen hebben een achterstand van één tot anderhalf jaar. De scores op de Cito-toets gaan bij alle minderheidsgroepen behalve Antilliaanse Nederlanders omhoog. Surinaamse Nederlanders scoren het hoogst, Antilliaanse Nederlanders het laagst. Tot nu toe zijn de prestaties van etnische leerlingen afgezet tegenover dominante nietachterstandsleerlingen (SCP 2003). Als de prestaties van etnische leerlingen vergeleken worden met die van etnisch Nederlandse achterstandsleerlingen (dat zijn leerlingen uit de dominante groep met laagopgeleide ouders) ontstaat een ander beeld. De leerprestaties van deze achterstandsleerlingen zijn de afgelopen 12 jaar achteruitgegaan. Zij doen het nog beter dan etnische achterstandsleerlingen maar hebben een behoorlijke achterstand op niet-achterstandsleerlingen. Zo hebben op taalgebied etnisch Nederlandse achterstandsleerlingen in groep 8 één jaar achterstand op niet-achterstandsleerlingen. Er is altijd veel te doen over etnische segregatie in het onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat segregatie een gering negatief effect heeft op de prestaties van etnische leerlingen (Westerbeek 1999/ Driessen et al 2003). Uit het meest recente SCP-rapport (SCP 2003) blijkt dat scholen met veel etnische leerlingen (zwarte scholen) steeds meer grip hebben gekregen op etnische leerlingen. Zwarte scholen hebben de leerachterstanden van etnische leerlingen weten te verminderen. Bovendien is de leerwinst op zwarte scholen niet geringer dan op witte scholen. De analyses geven zelfs aan dat scholen met veel etnische leerlingen er beter in slagen de taalachterstand van etnische leerlingen te verminderen. De overheid voert sinds de jaren 80 een beleid dat gericht is op het wegwerken van achterstanden bij achterstandsleerlingen. In 1998 is het onderwijsachterstandenbeleid gedecentraliseerd en omgedoopt in het Gemeentelijke Onderwijsachterstandenbeleid (GOA). Het criterium waarmee beoordeeld wordt of een leerling wel of geen achterstandsleerling is, is de opleiding die de ouders van de leerling hebben genoten. De scholen ontvangen voor een leerling met laagopgeleide ouders meer geld dan voor een leerling met hoogopgeleide ouders. In 1986 werd een gewichtenregeling ingevoerd op grond waarvan de scholen met veel achterstandsleerlingen meer personeel konden aanstellen. In deze gewichtenregeling tellen etnische achterstandleerlingen 1,9 zo zwaar als niet-achterstandsleerlingen, en tellen achterstandsleerlingen uit de dominante groep 1,25 zo zwaar. Daarnaast worden in het kader van het GOA scholen met veel achterstandsleerlingen, die tekort schieten in hun onderwijsaanpak, ondersteund. De effecten van het onderwijsachterstandenbeleid zijn niet duidelijk. Er is in het verleden wel kritiek uitgeoefend op het GOA. Nu denkt men genuanceerder over de resultaten van het achterstandenbeleid (SCP 2003). Onder het GOA valt ook het beleid gericht op de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Het VVE is ingevoerd omdat achterstandsleerlingen met een achterstand aan het basisonderwijs beginnen. Het is dan logisch om juist in de voorschoolse periode te interveniëren. Het Probleem is dat minder dan de helft van de doelgroep deelneemt aan het VVE. Een ander probleem is de onzekerheid over de effecten van de VVE. Sinds de jaren 70 bestaat er voor etnische kinderen de mogelijkheid les te krijgen in de eigen taal. Het Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur is opgericht met het idee dat migranten zouden terugkeren naar eigen land en dat de kinderen van migranten de kennis van hun moedertaal op peil moesten houden. Later werd het doel van onderwijs in eigen taal de interculturalisering van de Nederlandse samenleving en de emancipatie van migranten. Sinds 1998 is het OETC omgedoopt in het Onderwijs in Etnische Levende Talen (OALT) en zijn de gemeenten er verantwoordelijk voor. De gemeenten hebben het OALT vooral ten dienste gesteld voor het verwerven van de Nederlandse taal door de deelnemers (SCP 2003). Het lijkt erop dat het OALT nu in zijn geheel zal verdwijnen. In 1996 is het concept van de brede school opgekomen. Een brede school is een school die, in samenwerking met ouders en diverse instellingen (welzijn, zorg, jeugdhulpverlening, politie, cultuur en sport) in de buurt, zijn aanbod verbreed door voor- en naschoolse opvang. Het doel is de sociale competentie van de leerlingen te vergroten. Het concept van brede scholen is vrij populair geworden. In 2001 waren er 450 brede scholen in het basisonderwijs (SCP 2003). Er is weinig onderzoek gedaan naar de effecten van de brede-schoolbenadering. In een evaluatieonderzoek naar brede scholen in Groningen kon geen effect worden vastgesteld van deelname aan brede-schoolactiviteiten op het gedrag van de deelnemende kinderen (Kruiter 2002). 2

3 IV - Voortgezet onderwijs In het schooljaar 2001/2002 hebben ongeveer jongeren examen gedaan in het voortgezet onderwijs (CBS 2003). In dit schooljaar zat in leerjaar drie van het voortgezet onderwijs 74% van de etnische leerlingen op het vbo of mavo. Voor de dominante groep bedroeg dit percentage 55%. Tussen de verschillende etnische groepen bestaan er wel verschillen. Van de etnisch Turkse leerlingen zit 78% op het vbo of mavo, van de etnisch Marokkaanse leerlingen 81%, van de etnisch Surinaamse leerlingen 57% en van de etnisch Antilliaanse leerlingen 82%. Er is sinds het schooljaar 1995/1996 wel wat veranderd. In 1995/1996 zat 83% van de Turks Nederlandse leerlingen, 92% van de Marokkaans Nederlandse leerlingen, 70% van de Surinaams nederlandse leerlingen en 88% van de Antilliaans Nederlandse leerlingen op het vbo of mavo. Er is dus met name door etnisch Surinaamse leerlingen en etnisch Marokkaanse leerlingen een behoorlijke vooruitgang geboekt. Vooral meisjes hebben veel vooruitgang geboekt. In 1995/1996 hadden zij nog een achterstand op de jongens. In 2001/2002 staan zij bij de Turkse Nederlanders op gelijke hoogte en bij de andere groepen op voorsprong. Bij de Marokkaanse Nederlanders ligt het aandeel van de meisjes op havo/vwo-niveau 4 procentpunten hoger dan bij de jongens en bij etnisch Surinaamse meisjes zelfs 10 procentpunten. Deze meisjes hebben hetzelfde niveau als meisjes uit de dominante groep. De etnische leerlingen slagen iets minder vaak dan leerlingen uit de dominante groep. Het slagingspercentage voor etnische leerlingen bedroeg op het vwo 83%, op het havo 80%, op de mavo 86% en op het vbo 91%. Voor etnisch Nederlandse leerlingen bedroegen deze slagingspercentages respectievelijk 94%, 91%, 97% en 97%. De laatste jaren zijn voor alle leerlingen en op alle schooltypes de slagingspercentages omhoog gegaan (CBS 2003 ). Onder etnische leerlingen komt schooluitval en voortijdig schoolverlaten vaak voor. Vaker dan onder de dominante groep. Schooluitval betekent dat een leerling het onderwijs verlaat zonder enig diploma te hebben behaald. Van iedere vijf etnische scholieren verlaat er één het onderwijs zonder diploma. Van de tien etnisch Nederlandse schoolverlaters gaat er bijna één van school zonder diploma (CBS 2003).Voortijdig schoolverlaten betekent dat leerlingen het onderwijs verlaten zonder dat zij een startkwalificatie hebben behaald. Een startkwalificatie staat gelijk aan een havo- of vwo-opleiding dan wel een voltooide basisberoepsopleiding in het mbo. Van de dominante groep leerlingen verlaat iets meer dan een kwart het onderwijs zonder een startkwalificatie. Van alle etnische leerlingen gaat de helft van school zonder startkwalificatie. Schooluitval komt met name veel voor onder etnisch Turkse en Marokkaanse jongeren (SCP 2003). Onder deze twee bevolkingsgroepen is er wel sprake van een dalende trend. Sinds 1998 is de schooluitval onder Marokkaanse en Turkse Nederlanders flink gedaald. Dit geldt met name voor de meisjes. Schooluitval onder etnisch Turkse meisjes ligt nu op hetzelfde niveau als onder etnisch Turkse jongens. De schooluitval onder etnisch Marokkaanse meisjes is gezakt onder die van de jongens (SCP 2003). Onder Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders is de schooluitval niet afgenomen. Voor wat betreft het schoolverlaten (schooluitval en voortijdig schoolverlaten) zijn er grote verschillen tussen meisjes en jongens: 32% van de jongens tegen 25% van de meisjes (CBS 2002). Onder etnische jongeren is dit verschil groter: 33% van de jongens en 20% van de meisjes. Vooral bij de Marokkaanse Nederlanders zijn er grote verschillen tussen jongens en meisjes. Het percentage jongens dat uitvalt of voortijdig de school verlaat is 55%. Het percentage meisjes is 40%. Met name de schooluitval onder etnisch Marokkaanse meisjes is laag: 12%. Bij de jongens is dat twee maal zo hoog. Naarmate de ouders hoger opgeleid zijn, is de kans dat de kinderen de school voortijdig verlaten een stuk kleiner (CBS 2002). Van de etnisch Nederlandse kinderen van wie de ouders uitsluitend lager onderwijs hebben gevolgd, gaat 46% voortijdig van school. Wanneer de ouders een hogere opleiding hebben gevolgd verlaat nog slechts 12% van de leerlingen voortijdig de school. Onder etnische leerlingen neemt het schoolverlaten eveneens af naarmate de ouders hoger opgeleid zijn. Bij hen echter is het verband tussen opleiding van de ouders en schoolverlaten minder sterk dan bij de dominante groep. Andere risicofactoren voor de hoge uitval zijn: lage prestaties bij aanvang van het voortgezet onderwijs, opgroeien in een eenoudergezin en het schoolgaan in de vier grote steden. Een specifieke risicofactor voor etnische leerlingen is overadvisering. Bij het begin van het voortgezet onderwijs krijgen etnische leerlingen (in het verleden meer dan heden) relatief hoge schooladviezen. Dit vergroot het risico op schooluitval (SCP 2003). Hoge adviezen pakken echter niet altijd verkeerd uit. Net als het basisonderwijs heeft ook het voortgezet onderwijs een achterstandsregeling voor etnische leerlingen: de cumiregeling. In het kader van deze regeling krijgen scholen extra geld bedoeld om taalachterstanden bij etnische leerlingen te bestrijden. De cumi-regeling heeft minder gewicht en reikwijdte dan de bestrijding van achterstanden in het basisonderwijs. 3

4 Ook wordt er een specifiek beleid gevoerd gericht op schooluitval en voortijdig schoolverlaten. Zo worden alle leerlingen die het onderwijs verlaten zonder een startkwalificatie te hebben gehaald, geregistreerd door aparte centra (SCP 2003). Deze centra proberen hen terug te leiden naar het onderwijs. V - Hoger onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs De meeste jongeren kiezen na het voortgezet onderwijs voor een vervolgopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs of het hoger onderwijs. Als etnische jongeren eenmaal een diploma hebben behaald in het voortgezet onderwijs stromen zij vaker door naar een vervolgopleiding dan etnisch Nederlandse jongeren. Het is zelfs zo dat etnische jongeren vaker kiezen voor de hoogst mogelijke opleiding. Zo stroomt 87% van de etnisch Turkse en Marokkaanse vwo ers door naar het wetenschappelijk onderwijs, tegenover 67% van de etnisch Nederlandse vwo ers. Van de etnisch Surinaamse en Antilliaanse vwo ers stroomt respectievelijk 81% en 75% door naar het wetenschappelijk onderwijs (SCP 2003). Voor de havo-leerlingen die kiezen voor het hbo gelden soortgelijke cijfers. Vanwege de relatief hoge deelname van etnische jongeren aan het mavo en vbo is het niet verwonderlijk dat het aandeel etnische jongeren op het mbo het hoogst is. Bij Marokkaanse en Turkse Nederlanders stroomt ongeveer de helft van de relevante leeftijdsgroep (17-jarigen) het mbo in (SCP 2003). Bij Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders liggen die cijfers wat lager, maar nog altijd hoger dan bij de dominante groep (zo n 31%). Binnen het mbo is er sprake van een oververtegenwoordiging van etnische studenten op de lagere niveaus. Over de uitval in het mbo zijn geen betrouwbare cijfers beschikbaar. Ondanks de hoge doorstroompercentages is het aandeel etnische studenten in het hoger onderwijs laag. Dit komt uiteraard door de lage deelname van etnische jongeren aan het vwo en havo. Bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders belandt in het schooljaar 2001/2002 ongeveer 17% van de relevante leeftijdsgroep (18, 19 en 20-jarigen) in het hbo, terwijl dat bij Surinaamse Nederlanders 22% is en bij Antilliaanse Nederlanders 13%. Van de dominante groep komt een derde in het hbo terecht. De afgelopen jaren steeg het aantal etnisch Marokkaanse en Turkse jongeren dat naar het hbo gaat. Deze stijging bij etnische jongeren was sterker dan bij etnisch Nederlandse jongeren (SCP 2003). Bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders stroomt in het schooljaar 2001/2002 rond de 6% van de relevante leeftijdsklasse in in het wetenschappelijk onderwijs. Dat is ten opzichte van 1995/1996 een verdubbeling. Van de Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders stroomt tussen 8% en 10% het wetenschappelijk onderwijs in en van de etnische Nederlanders 17% (SCP 2003). De uitval van etnische studenten in het hoger onderwijs is hoger dan de uitval van autochtone Nederlandse studenten (Crul en Wolff 2002). In het hbo ligt de uitval onder etnische studenten in de eerste twee studiejaren iets boven de 25%, dat is zo n 5 procentpunten hoger dan onder etnisch Nederlandse hbo ers. In het wetenschappelijk onderwijs liggen de uitvalpercentages lager. Onder etnisch Nederlandse studenten bedraagt de uitval zo n 6% a 7%, onder etnische studenten zo n 7% a 9%. Definitieve cijfers over de uitval onder etnische minderheden kunnen nog niet gegeven worden (SCP 2003). Uiteindelijk haalt ongeveer tweederde van de studenten in het wetenschappelijk onderwijs de eindstreep. VII - Arbeidsmarktpositie etnische jongeren De etnische minderheidsgroepen nemen op de arbeidsmarkt een achterstandspositie in. De laatste jaren is de positie van etnische jongeren verslechterd. In 2002 was de werkloosheid onder etnische jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar zeer hoog. De omvang van de werkloosheid onder etnisch Turkse jongeren bedraagt 18%, onder etnisch Marokkaanse jongeren 17%, onder etnisch Surinaamse jongeren 30 % en onder etnisch Antilliaanse jongeren 27 %. Bij de dominante groep bedraagt de werkloosheid 7 %. Deze cijfers zijn afkomstig van de SPVA, die in de tweede helft van 2002 is uitgevoerd (SCP 2003). De Enquête Beroepsbevolking (EBB) van 2002 laat andere cijfers zien. De rangorde onder de verschillende etnische groepen is bij de EBB gelijk aan de rangorde volgens de SPVA. Wel zijn de werkloosheidpercentages in de EBB lager. Volgens de EBB is de werkloosheid onder etnisch Surinaamse jongeren 18%, onder etnisch Antilliaanse jongeren 15 %, onder etnisch Turkse jongeren 12% en onder etnisch Marokkaanse jongeren 15%. De arbeidsmarktparticipatie van etnische jongeren tot 25 jaar is lager dan die van etnisch Nederlandse jongeren. De bruto arbeidsmarktparticipatie onder etnisch Turkse jongeren is 42%, onder etnisch Marokkaanse jongeren is 44%, onder etnisch Surinaamse jongeren 46% en onder etnisch Antilliaanse jongeren 44%. Bij de dominante groep is de bruto arbeidsmarktparticipatie 51%. Er zijn ook cijfers over de tweede generatie. Onder Turkse Nederlanders van de tweede generatie is de bruto arbeidsmarktparticipatie 51%, onder Marokkaanse Nederlanders 54%, onder Surinaamse Nederlanders 63% en onder Antilliaanse Nederlanders 58%. 4

5 De etnische jongeren hebben een zwakke positie op de arbeidsmarkt. De werkloosheid onder etnische jongeren is twee tot drie keer zo hoog als onder de dominante groep. Hoe is dit verschil te verklaren? De achterstand van etnische jongeren is voor een deel toe te schrijven aan kenmerken die hun kansen bij het zoeken naar werk verkleinen. Hierbij kan worden gedacht aan het lagere opleidingsniveau van etnische jongeren of het gebrek aan arbeidservaring bij deze jongeren. Toch kan het verschil maar ten dele worden toegeschreven aan zulke kenmerken. Ook wanneer daarop wordt gecontroleerd is de kans op werkloosheid onder etnische jongeren beduidend groter dan voor etnisch Nederlandse jongeren (SCP 2003). Op basis van persoonlijke kenmerken zou de verwachte werkloosheid onder etnische jongeren rond de 10 à 11 procent moeten bedragen. In werkelijkheid ligt de werkloosheid twee tot drie keer zo hoog. Het verschil tussen verwachte en feitelijke werkloosheid bij etnische jongeren moet worden gezocht bij de kloof tussen het zoekgedrag van etnisch Nederlandse werkgevers aan de ene kant en het zoekgedrag van etnische werkzoekenden aan de andere kant. Werkgevers gebruiken zoekkanalen en zoekmethodes die niet aansluiten bij de zoekkanalen en zoekmethodes van etnische minderheidsgroepen. De etnische minderheden, met name Turkse en Marokkaanse Nederlanders, zoeken via hun eigen netwerken naar werk en maken vaker gebruik van uitzendbureaus en arbeidsbureaus. Werkgevers maken juist weinig gebruik van het arbeidsbureau en raadplegen eveneens hun informele kanalen (Dagevos, Odé en Pels 1999). Echter, de informele kanalen van etnische minderheden en werkgevers overlappen elkaar nauwelijks en daardoor sluiten vraag en aanbod niet op elkaar aan. Een andere oorzaak van de hoge werkloosheid onder etnische minderheidsgroepen is het gegeven dat veel etnische jongeren een tijdelijk contract hebben. Tegen de veertig procent van de etnische jongeren tot 25 jaar heeft een tijdelijk arbeidscontract (SCP 2003). Bij etnisch Nederlandse jongeren gaat het om een percentage van 22%. Als het economisch slechter gaat, lopen etnische jongeren het grootste risico om hun baan te verliezen. Het blijkt ook dat van de werkloze etnische jongeren 33% hun baan hebben verloren vanwege het aflopen van een tijdelijk contract. Andere belangrijke redenen van uitstroom zijn ruzie op het werk (16%) en het beginnen van een opleiding of studie (42%). De oorzaken van de slechte arbeidsmarktpositie waarmee etnische jongeren te kampen hebben, moeten ook worden gezocht bij het wervings- en sectiebeleid van Nederlandse werkgevers. De werkgevers geven de voorkeur aan etnisch Nederlandse werknemers doordat zij de vaardigheden van deze werknemers als beter beoordelen. Beeldvorming over etnische jongeren werkt dus tegen hen op de arbeidsmarkt. (Olde Monnikhof en Buis 2001 en Veenman 1995). Een onderzoek naar de beeldvorming over jonge etnische werknemers dat in 2002 is uitgekomen bevestigt weer dat discriminatie een belangrijke rol speelt (Kruisbergen en Veld 2002). In dit onderzoek wordt vastgesteld dat werkgevers een negatiever beeld hebben over de arbeidsprestaties van etnische minderheden dan van de dominante groep, waarbij de beeldvorming over Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders negatiever is dan de beeldvorming over Surinaamse en Turkse Nederlanders. De aannamebereidheid hangt hiermee direct samen. Zes procent van de werkgevers geeft aan dat zij een vacature niet zouden opvullen met iemand uit de etnische minderheidsgroepen; 18 procent zegt dit alleen te doen als er geen aanbod is uit de dominante groep. De negatieve beeldvorming over etnische minderheidsgroepen weerspiegelt niet de recente ervaringen die een deel van de werkgevers heeft met jonge etnische werknemers. Deze ervaringen zijn vrij positief, terwijl de beeldvorming over de arbeidsprestaties van deze groep negatief blijft. Ook blijkt dat in sollicitatieprocedures etnische minderheden zich vaak te terughoudend opstellen, waardoor hun kwaliteiten niet goed naar voren komen. Daardoor worden etnische werkzoekenden vaker geweigerd. VIII - Vrijetijdsbesteding Over de vrijetijdsbesteding van etnische jongeren zijn minder cijfers en gegevens beschikbaar dan over hun positie op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Er is wel wat onderzoek verricht. Hieruit blijkt onder meer dat jongeren vooral recreëren binnen hun eigen etnische groep (Keune, Noonstra en Overgaag 2003). Ook wijst onderzoek uit dat het patroon van vrijetijdsbesteding onder etnische jongeren anders is dan onder de dominante groep. De etnisch Nederlandse jongeren maken meer gebruik van het cultuur- en uitgaansaanbod, zoals theater, concerten, cafés en de bioscoop, dan etnische jongeren. (Crok et al 2002). De feesten met muziek en festivals worden alle jongeren bezocht (Rijpma en Roques 2000). De migranten van de eerste generatie doen weinig aan sport. Dit geldt niet voor etnische minderheden van de tweede generatie. Zij lopen de achterstand snel in. Wel sporten etnische minderheden iets meer in teamverband dan in individueel verband (Rijpma en Roques 2000). IX - Sociaal-culturele integratie en identiteit De structurele integratie van minderheden wordt gemeten aan de hand van de positie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. De sociaal-culturele integratie heeft betrekking op de contacten die etnische minderheden onderhouden met de dominante groep, op het delen van bepaalde culturele opvattingen met die groep en de 5

6 mate van identificatie met de eigen groep. Het probleem bij sociaal-culturele integratie is dat identiteit en cultuur niet samenvallen. De leden van de etnische minderheidsgroepen kunnen zich sterk identificeren met hun eigen groep. Maar dit betekent nog niet dat zij zich niet aanpassen aan de samenleving waarin zij wonen. Hieronder wordt met name ingegaan op de verschillen tussen de eerste en tweede generatie voor wat betreft identiteit en sociaal-culturele integratie. De etnische minderheidsgroepen van de tweede generatie gaan vaker om met leden van de dominante groep dan eerste generatie (SCP 2003). Vooral Marokkaanse Nederlanders van de tweede generatie onderscheiden zich sterk de eerste generatie. Dit verschil is groter dan bij Turkse Nederlanders. Van de tweede generatie gaan Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders het meeste om met etnische Nederlanders: meer dan Turkse en Marokkaanse Nederlanders van de tweede generatie. Het verschil in omgang met de dominante groep tussen Marokkaanse en Turkse Nederlanders van de tweede generatie aan de ene kant en Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders van de tweede generatie aan de andere kant is minder groot dan bij leden van de eerste generatie. Dus voor wat betreft de omgang met etnische Nederlanders lijken de etnische minderheden van de tweede generatie meer op elkaar dan de eerste generatie. Als gekeken wordt naar de samenstelling van de vriendenkring komt een ander beeld naar voren. Bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders stijgt het aantal jongeren dat hun vrije tijd doorbrengt in eigen kring (SCP 2003). Dit geldt ook, maar dan in geringere mate, voor etnisch Surinaamse jongeren. Verschillen tussen Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders van de tweede generatie aan de ene kant en Marokkaanse en Turkse Nederlanders van de tweede generatie aan de andere kant, zijn er ook op het gebied van culturele oriëntaties. Als gekeken wordt naar opvattingen over familiezin, autonomie van kinderen, man-vrouw rollen en religieus liberalisme dan hebben Marokkaanse Nederlanders gemiddeld gesproken de minst 'moderne' opvattingen, gevolgd door Turkse, Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders (SCP 2003). De tweede generatie heeft iets 'modernere' opvattingen dan de eerste generatie. De verschillen zijn echter wel gering. Dit geldt met name voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders. De grootste verschillen tussen de generaties komen naar voren bij de opvattingen over man-vrouw rollen en autonomie van de kinderen. De tweede generatie staat voor een grotere vrijheid van kinderen dan de eerste generatie. Voor wat betreft man-vrouw rollen heeft de tweede generatie beduidend minder traditionele opvattingen. Dit verschil is vooral groot bij Marokkaanse Nederlanders. De religie speelt voor met name voor Marokkaanse en Turkse Nederlanders bij beide generaties een belangrijke rol. De etnische minderheden van de tweede generatie beheersen het Nederlands een stuk beter dan de eerste generatie. Met name bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders van de tweede generatie is het verschil met de eerste generatie groot. Het niveau waarop zij de taal beheersen verschilt niet veel van dat bij de etnisch Antilliaanse en Surinaamse jongeren. De identificatie met de eigen groep is sterk onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders, zowel onder de eerste als tweede generatie (SCP 2003). Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders identificeren zich veel minder met de eigen groep. Dit geldt met name voor Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders van de tweede generatie. Opvallend is dat de identificatie met de eigen groep sinds 1994 is toegenomen onder migranten van de tweede generatie (SCP 2003). Vooral onder Marokkaanse Nederlanders van de tweede generatie is de identificatie met de eigen groep toegenomen. X - Conclusie De maatschappelijke positie van etnische jongeren blijft achter bij die van de dominante groep. De afgelopen 10 jaar is de positie van etnische jongeren verbeterd. Dit geldt met name voor hun positie in het onderwijs: etnische jongeren presteren beter en meer etnische jongeren stromen door naar hogere vormen van onderwijs. Ook de arbeidsmarktpositie van etnische minderheden is de afgelopen 10 jaar verbeterd. De laatste jaren echter, is de positie van etnische jongeren op de arbeidsmarkt wel dramatisch verslechterd. Daar hebben deze jongeren een flinke achterstand de dominante groep. De sociaal-culturele integratie van etnische jongeren laat een gemengd beeld zien. Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders schuiven op naar de Nederlandse samenleving. Dit geldt in mindere mate voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Zij schuiven wel op naar de Nederlandse samenleving voor wat betreft opvattingen over waarden en beheersing van de Nederlandse taal. Tegelijkertijd blijven zij zich sterk met hun eigen groep identificeren. Rotterdam, september

7 E. Nieuwenhuizen Literatuur Allochtonen in Nederland 2003 Voorburg / Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2003 Allochtonen in Nederland 2002 Voorburg / Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2002 Crok, S..et al. Vrijetijdsbesteding jongeren in Amsterdam Amsterdam: 0+S, het Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek, 2002 Crul, M. en R. Wolff Talent gewonnen. Talent verspild? Een kwantiatief onderzoek naar de instroom en doorstroom van etnische studenten in het Nederlands Hoger Onderwijs Utrecht: Expertisecentrum Etnische Hoger Onderwijs (ECHO), 2002 Dagevos, J. A.W.M. Odé en T. Pels Etnisch-culturele factoren en de maatschappelijke positie van etnische minderheden : Een literatuurstudie Rotterdam: EU Rotterdam - ISEO, 1999 Driessen, G. et al Sociale integratie in het primair onderwijs: Een studie naar de relatie tussen sociale, religieuze en coginitieve schoolcompositie en de cognitieve en niet-cognitieve positie van verschillende groepen leerlingen Amsterdam / Rotterdam: SCO-Kohnstamm Instituut Universiteit van Amsterdam / Stedelijk Bureau FAO Rotterdam, 2003 Keune, C. et al Etnische jeugd: Voortuitgang of stilstand. Maatschappelijke positie. Beleid en onderzoek in de periode Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, 2002 Keune, C., N. Boonstra en A. Overgaag Mijn vrienden ken ik van de straat. Vrijetijdsbesteding van jonge Turkse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders in de openbere ruimte Utrecht: Verwy-Jonker Instituut, 2002 Kruisbergen. E.W. en Th. Veld Een gekleurd beeld: Over beoordeling en selectie van jonge etnische werknemers Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2002 Kruiter, J. Groningen community schools: Influence on child behaviour problems and education at home Groningen: GION RU Groningen, 2002 Olde Monnikhof, M. en T. Buis De werving en selectie van etnische minderheden: Een onderzoek naar het zoekgedrag van werzoekende etnische minderheden en het wervings- en selectiegedrag van werkgevers in zes sectoren Doetinchem: Elsevier Bedrijfsinformatie, 2001 Rapportage minderheden 2003 : Onderwijs, arbeid en sociaal-culturele integratie Den Haag: Sociaal en Cultureel panbureau (SCP), 2003 Rijpma, S.G. en C. Roques Diversiteit in vrijetijdsbesteding: Rapportage van een onderzoek naar de deelname van Surinaamse, Tukse en Marokkaasne Rotterdammers van de 1 e en 2 e generatie aan onder andere cultuur, openluchtrecreatie en sport in 1999 Rotterdam: Centrum voor Onderzoek en Statistiek,

8 Veenman, J. Onbekend maakt onbemind : Over selectie van etnische op de arbeidsmarkt Assen: Van Gorcum, 1995 K. Westerbeek The colours of my classroom. A study into the effects of the ethnic composition of classrooms on the achievement of pupils from different ethnic background Proefschrift Europees Universitair Instituut, Firenze,

Allochtone jongeren in het onderwijs Factsheet

Allochtone jongeren in het onderwijs Factsheet Allochtone jongeren in het onderwijs Factsheet Deze factsheet gaat over de onderwijspositie van allochtone kinderen en jongeren. Onder allochtone jongeren wordt verstaan jongeren die afkomstig zijn uit

Nadere informatie

Allochtone jongeren in Nederland Factsheet

Allochtone jongeren in Nederland Factsheet Allochtone jongeren in Nederland Factsheet Deze factsheet gaat over de maatschappelijke positie van allochtone kinderen en jongeren in Nederland. Meeste aandacht gaat daarbij uit naar de positie van allochtone

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15. Sociaal en Cultureel Planbureau Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Centraal Bureau voor de Statistiek Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie 2005

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten Jongeren en gezin Ontwikkeling van het aantal jongeren (2000-2011, index: 2000=100) Bron:CBS bevolkingsstatistiek, bewerking ABF Research In Houten is het aantal jongeren in

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005

Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005 Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005 1. Demografische gegevens over etnische minderheden Per 1 januari 2005 telde de Nederlandse bevolking 3,1 miljoen (3.122.717) allochtonen. De omvang

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart?

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart? Samenvatting Wat is de kern van de Integratiekaart? In 2004 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een Integratiekaart. De Integratiekaart is een project van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie

Nadere informatie

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school Minder jongeren zonder startkwalificatie van school 09 Aantal voortijdig schoolverlaters gedaald Lissabondoelstelling om voortijdig schoolverlaten terug te dringen bijna gehaald Meer mannen dan vrouwen

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten Factsheets Voortijdig Schoolverlaten Februari 2007 Inleiding Deze factsheets behoren bij de brief kenmerk BVE/INI/2007/3891 en presenteren een weergave van de nu bekende feiten en getallen over de groep

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING 1p 1 Het aantal asielaanvragen is sinds 2000 gedaald. Waardoor is het aantal asielzoekers in Nederland

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006 Signaal Rapport Monitor IMAR 2006 Plan van Aanpak Impuls Marokkaanse Risicojongeren 2006-2009 MONITOR IMAR 2006 INHOUDSOPGAVE Inleiding 2 1 Demografie 3 1.1 Aantal Marokkaanse Hagenaars van 12 tot en met

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013 Jaarrapport integratie 2013 Willem Huijnk Mérove Gijsberts Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3... 8 Bijlage bij hoofdstuk 4... 11 Bijlage bij hoofdstuk 5... 14 Bijlage

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 10 De positie van allochtone vrouwen Mérove Gijsberts (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 10 De positie van allochtone vrouwen Mérove Gijsberts (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 10 De positie van

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS)

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag: Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei 2004 6,1 123 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdvraag: Wat is de relatie tussen jongeren, arbeid en geld? Deelvragen: 1. Hoeveel jongeren werken?

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum) Emancipatie en opleidingskeuze A uteur(s): Grip, A. de (auteur) Vlasblom, J.D. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. (auteur) Een

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers Sociaaleconomische trends 213 Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers Harry Bierings en Bart Loog juli 213, 2 CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaaleconomische trends, juli 213, 2 1 De afgelopen

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Lieke Stroucken 1. Leerlingen naar herkomstgroepering en aantal kinderen in het huishouden, brugklascohort 2004/ 05 Leerlingen uit éénoudergezinnen en niet-westers

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken

Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken Marjolein Korvorst en Francis van der Mooren In 27 zijn er in Nederland bijna 83 duizend jongeren van 15 tot 27 jaar, die niet naar school gaan. Van hen

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG - CONCLUSIES Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Redactie: Mérove Gijsberts Willem Huijnk Jaco Dagevos Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 8 Bijlage bij hoofdstuk 5... 13 Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Feitenkaart Participatie en Burgerschap

Feitenkaart Participatie en Burgerschap Feitenkaart Participatie en Burgerschap 2009 Feitenkaart Participatie en Burgerschap 2009 Drs. A.L. Roode Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli 2010 In opdracht van Jeugd, Onderwijs en Samenleving,

Nadere informatie

Doorstroom niet-westers allochtone scholieren naar vervolgonderwijs

Doorstroom niet-westers allochtone scholieren naar vervolgonderwijs Suzan van der Aart In augustus 1998 is de Wet Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid in werking getreden. Deze wet heeft als doel de onderwijsachterstanden van voornamelijk niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? 13 2. Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? HOODSTUK 2 Hoe leerlingen presteren op de Centrale Eindtoets, geeft informatie over het niveau

Nadere informatie

Als het economisch tegenzit, worden zij hard getroffen. Ze zitten vaker dan gemiddeld in de bijstand.

Als het economisch tegenzit, worden zij hard getroffen. Ze zitten vaker dan gemiddeld in de bijstand. 1 Dank voor dit rapport. Mooi dat het Sociaal en Cultureel Planbureau dit jaar dieper ingaat op één onderwerp dat de aandacht verdient: de arbeidsmarktpositie van migrantengroepen. Als het economisch tegenzit,

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Mogen we uit het hokje alsjeblieft?

Mogen we uit het hokje alsjeblieft? 44 ONDERWIJSBLAD ONDERWIJSACHTERSTAND TEKST JOËLLE POORTVLIET BEELD TYPETANK Mogen we uit het hokje alsjeblieft? Meiden met een migratie-achtergrond doen het goed in het onderwijs. Althans, ze halen steeds

Nadere informatie

Arbeidsmarktpositie etnische minderheden Factsheet

Arbeidsmarktpositie etnische minderheden Factsheet Arbeidsmarktpositie etnische minderheden Factsheet Deze fact-sheet over de arbeidsmarktpositie van etnische minderheden in Nederland gaat kort in op de arbeidsmarktpositie van allochtonen in Nederland,

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele

Nadere informatie

Onderzoek Ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het mbo

Onderzoek Ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het mbo factsheet Onderzoek Ouderbetrokkenheid in het, het en het mbo Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft in 2012 een enquête over ouderbetrokkenheid gehouden onder ouders in het, het en het middelbaar beroepsonderwijs.

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken Factsheet september 2009. Contactpersoon: Daphne Hijzen, onderzoeker en lid van de Kenniskring beroepsonderwijs

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie

Maatschappelijke participatie 7 Maatschappelijke participatie Amsterdammers kunnen op vele manieren maatschappelijk actief zijn. Zij kunnen actief zijn in een vereniging door daar bijvoorbeeld een cursus te volgen, zij kunnen zich

Nadere informatie

Divers bereik JEUGDHULP NAAR MIGRATIEACHTERGROND IN AMSTERDAM. Rob Gilsing Femke Stoutjesdijk Marjolijn Distelbrink Bas Tierolf

Divers bereik JEUGDHULP NAAR MIGRATIEACHTERGROND IN AMSTERDAM. Rob Gilsing Femke Stoutjesdijk Marjolijn Distelbrink Bas Tierolf Divers bereik JEUGDHULP NAAR MIGRATIEACHTERGROND IN AMSTERDAM Rob Gilsing Femke Stoutjesdijk Marjolijn Distelbrink Bas Tierolf Divers bereik JEUGDHULP NAAR MIGRATIEACHTERGROND IN AMSTERDAM Rob Gilsing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 Nr. 229 BRIEF

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Relatief zwakke perspectieven voor lager opgeleiden Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Arjen Edzes, Marten Middeldorp en Jouke van Dijk - Rijksuniversiteit Groningen. Schoolverlaters in Rotterdam

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

Gestruikeld voor de start

Gestruikeld voor de start Bijlagen Gestruikeld voor de start De school verlaten zonder startkwalificatie Lex Herweijer Bijlage A... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 Bijlage bij hoofdstuk 5... 4 Sociaal en Cultureel Planbureau Den

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West 1 Jeugdwerkloosheid Factsheet september 2014 Er zijn in ruim 26.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Onderzoeksignalement

Onderzoeksignalement Onderzoeksignalement 2017-1201 Titel Auteurs Uitgave : Gevlucht met weinig bagage : Iris Andriessen, Mérove Gijsberts, Willem Huijnk : SCP Verschijningsdatum : 1 december 2017 Binnen het kader van de meerjarige

Nadere informatie

Niet behalen startkwalificatie hangt samen met gezinssituatie

Niet behalen startkwalificatie hangt samen met gezinssituatie Niet behalen startkwalificatie hangt samen met gezinssituatie Christine Jol, Godelief Mars en Francis van der Mooren Of jongeren het onderwijs zonder startkwalificatie verlaten hangt onder meer samen met

Nadere informatie