Veranderingen in individueel sociaal kapitaal over de tijd 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veranderingen in individueel sociaal kapitaal over de tijd 1"

Transcriptie

1 Veranderingen in individueel sociaal kapitaal over de tijd 1 Martin van der Gaag, 2 Tom A.B. Snijders 3 Samenvatting Voor 604 respondenten die zowel in 1999 als in 2008 meewerkten aan de SSND bestuderen we veranderingen in inkomen en een aantal sociaal kapitaalmaten. Tussen beide meetmomenten blijft de netwerkgrootte (via de Naamgeneratormethode) gemiddeld gelijk evenals het aantal sociale hulpbronnen waartoe men toegang heeft (via de Resource Generator). Het aantal beroepen waartoe men toegang heeft neemt echter licht af, terwijl het gemiddelde prestige van deze beroepen (beide via de Position Generator) juist licht toeneemt. Sociaal-demografische achtergrondkenmerken en belangrijke levensveranderingen van de respondenten blijken over het algemeen geen sterke verklaringen van deze verschillen op individueel niveau. Dat wijst op zeer veel individuele ruimte voor veranderingen in het sociale netwerk zowel in de vorm van investeringen als onderhoud van relaties. Inleiding In Henk Flaps onderzoek over sociaal kapitaal is het uitgangspunt dat mensen een goed leven nastreven een terugkerende basisveronderstelling (Flap, 2004:5). Wij hebben met hem en Beate Völker vooral samengewerkt in verband met het meten van sociaal kapitaal binnen het NWOaandachtsgebied Creation and returns of social capital en de daarbij in uitgevoerde enquete Survey of the Social Networks of the Dutch (SSND, Völker & Flap, 2002). Dit was een vruchtbare en inspirerende samenwerking die leidde tot een proefschrift (van der Gaag, 2005) en diverse artikelen (bv. van der Gaag & Snijders, 2005) en hoofdstukken (zoals van der Gaag, Snijders & Flap, 2008). Inmiddels is er een tweede SSND geweest in 2008 (Völker, Flap & Mollenhorst, 2008). Van deze samenwerking is ons het beeld bijgebleven dat Henk Flap zeer veel en goed commentaar op je werk geeft hij print het uit en schrijft dit met pen vol correcties en suggesties, waarbij hij, mede op basis van zijn logboek, onderzoek aandraagt uit zeer verschillende uithoeken. De 1 Verschenen als van der Gaag, M.P.J.; Snijders, T.A.B. (2012) Veranderingen in individueel sociaal kapitaal door de tijd. Pp in: Völker, B. (ed.) "Over gaten, bruggen en witte paters - sociaal kapitaal in sociologisch onderzoek. Liber Amicorum voor Henk Flap"; [s.l.]:[s.n.]. 2 Martin van der Gaag (corresponding author; gaag@xs4all.nl) promoveerde in 2005 aan Rijksuniversiteit Groningen onder leiding van Tom Snijders (promotor) en Henk Flap (co-promotor) met Measurement of individual social capital. Hij werkte een aantal jaren als netwerkadviseur en is universitair docent bij de afdeling Organisatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam, freelance docent onderzoeksmethodologie en statistiek en als zodanig in dienst bij hogeschool InHolland, Graduate School of Health. 3 Tom A.B. Snijders was vele jaren samen met Henk Flap bestuurslid van het ICS. Hij was hoogleraar Mathematische Sociologie aan de Universiteit van Utrecht, en is sinds 1992 hoogleraar Statistiek en Methodologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en sinds 2006 ook hoogleraar Statistiek in de Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Oxford. Samen met Henk begeleidde hij de promoties van Beate Völker (1995) en van Martin van der Gaag (2005). 1

2 SSND-2 is gericht op de aanwezigheid van sociaal kapitaal in buurten, maar Henk heeft ons wel eens toevertrouwd dat hij graag in een Gronings dorp zou willen wonen waar weinig sociale controle is; er zijn inderdaad allerlei wegen naar het goede leven. Nu er twee golven van de SSND zijn uitgevoerd, waarbij het gelukt is om een groot aantal respondenten voor de tweede golf weer opnieuw te benaderen, zijn wij geïnteresseerd in de veranderingen die kunnen worden vastgesteld. Veranderingen in sociaal kapitaal en sociale cohesie zijn een belangrijk interessegebied denk aan de alarmering door Putnam (2000) op dit gebied, het onderzoek van McPherson, Smith-Lovin & Brashears (2006) die vonden dat de core discussion networks in de Verenigde Staten van 1985 tot 2004 kleiner zijn geworden, en de tegengestelde bevinding van Wang & Wellman (2010) dat bij een ruimere definitie van sociale netwerken, waarbij men met contacten via het internet rekening kan houden, er geen sprake is van vermindering van dit soort sociale cohesie ook zonder die internet-contacten overigens. Hoe zit het in Nederland? Wat kunnen we zeggen naar aanleiding van de gegevens van de SSND? Gestimuleerd door de beschikbaarheid van longitudinale gegevens zouden we graag meer willen weten zowel over de veranderingen in sociaal kapitaal, als over hoe het sociaal kapitaal samenhangt met de veranderingen in het goede leven. Binnen het kader van deze bijdrage beperken wij ons tot vraagstellingen waarvoor in beide golven van de SSND dezelfde vragen zijn afgenomen. Bij bestudering van de codeboeken blijkt dat er nogal wat veranderd is van de SSND-1 naar de SSND- 2, en om deze reden concentreren we ons op de eerste vraag: de veranderingen in sociaal kapitaal in Nederland tussen 1999 en Het goede leven laten we dan over aan Henk, Beate, en andere geïnteresseerden. Methoden Data Voor dit onderzoek maken we dus gebruik van de twee golven van de Survey of the Social Networks of the Dutch (Völker & Flap, 2002, Völker, Flap & Mollenhorst, 2008), een longitudinaal onderzoek naar sociale netwerken van de Nederlanders in 1999 en Van de 997 respondenten in 1999 werkten er 604 ook in 2008 mee, en die leveren de gegevens voor dit onderzoek. Metingen Levenssituatie respondent De levenssituatie en achtergrond van de respondent indiceren we met geslacht, leeftijd, (een a priori indeling in 5 klassen, op basis van de leeftijd in 2008: tot 40 jaar, 40-49, 50-59, 60-69, en 70 of ouder); hoogst genoten opleiding in 1999 (in 8 categoriëen gebruikt als een numerieke variabele, van 1 = lager onderwijs tot 8 = universiteit), zijn/haar arbeidsmarktpositie verdeeld in twee klassen: werkend of niet-werkend, en de aanwezigheid van een levenspartner (al dan niet gehuwd of samenwonend). 2

3 Als belangrijke veranderingen in de levenssituatie in de afgelopen vijf jaar (bezien vanuit 2008) beschouwen we: huwelijk (gerapporteerd door 4,9%), samenwonen (6,6%), scheiding (3,5%), overlijden van de partner (1,2%), stoppen met werken of pensionering (14,0%) enverhuizing (20,7%). Sociale netwerken en sociaal kapitaal Indices voor aard en samenstelling van het sociale netwerk kunnen we voor beide enquetes berekenen aan de hand van een drietal gebruikelijke sets vragen voor het construeren van indicatoren voor sociaal kapitaal. Dit zijn meetinstrumenten waarover we rondom de SSND-1 uitgebreid met Henk overlegd en onderzocht hebben; zie bv. van der Gaag, Snijders & Flap (2008). Met de Naamgenerator-methode (NG) berekenen we een maat voor de individuele sociale netwerkgrootte, als het aantal verschillende alters in respons op een achttal naamgenererende vragen: aan wie vraagt u advies bij een probleem op het werk? (NG2a, max.5 alters); aan wie geeft u advies bij een probleem op het werk? (NG2b, max.5); wie zijn de twee collega s waarmee u in uw werk het meest te maken hebt? (NG4, max.2); aanwezigheid van een baas (NG5, max.1); wie vraagt u om hulp bij een klusje in en rond het huis? (NG7, max.5); twee buren die direct naast u wonen (NG9, max.2); bij wie gaat u weleens op bezoek of wie komt er weleens bij u? (NG10, max.5); bespreken van belangrijke persoonlijke zaken (NG11, max.5). 4 Uit de Naamgeneratorvragen voor 1999 leiden we ook de dichtheid van het kernnetwerk af: hoe goed kenden de leden van het persoonlijk netwerk elkaar. Deze kan worden beschouwd als een maat van cohesie van het persoonlijk netwerk, die bevordelijk kan zijn voor sociale steun en sociale controle (Coleman, 1988). Deze dichtheid werd bepaald als het percentage positieve relaties tussen de eerstgenoemde alters van vragen NG2a, 2b, 3,7, 8 en 11 in 1999 (van der Gaag, 2005:92). Het Position Generator-meetmodel (PG; Lin & Dumin, 1986; Lin, Fu, & Hsung, 2001) geeft aan de hand van een vraag over toegang tot een aantal beroepen en hun beroepsprestige een indicatie van de positie van een persoonlijk netwerk in de maatschappelijke hierarchie (Lin & Erickson, 2008). We gebruiken hier een 18-tal gedichotomiseerde items: 5 [ Kent u een ] arts, kok, makelaar, vakbondsbestuurder, advocaat/jurist, mechanicus/technicus, boekhouder/accountant, wetenschapper, beleidsmedewerker, muzikant/kunstenaar/schrijver, politieagent, secretaresse, verzekeringsagent, verpleegkundige, vrachtwagenchauffeur, postbode, schoonmaker en kapper. Doorgaans worden op basis van de antwoorden het hoogst bereikte beroepsprestige, de range in bereikt beroepsprestige en het aantal verschillende beroepen dat men kent gebruikt als indicatoren voor sociaal kapitaal(van der Gaag et al., 2008).Omdat indicatoren die op basis van meer 4 De SSND-1 telt 13 verschillende naamgenererende vragen, de SSND-2 heeft er 14. De acht hier gebruikte naamgeneratoren zijn alle vragen die in beide waves exact hetzelfde zijn verwoord. Dat geldt voor nog één vraag: welke voor u belangrijke mensen ontbreken op de nu ontstane lijst? (NG12; max.5). Omdat deze vraag als laatste wordt gesteld, op basis van een lijst alters die resulteert uit niet helemaal vergelijkbare sets voorafgaande naamgeneratoren, levert deze strikt genomen geen vergelijkbare hoeveelheden extra alters op; daarom laten we deze gegevens weg. 5 Op beide meetmomenten zijn 30 items nagevraagd, waarvan de 18 hier gebruikte items in beide sets exact hetzelfde zijn verwoord. 3

4 items worden berekend minder gevoelig zijn voor diverse bronnen van onbetrouwbaarheid tijdens de dataverzameling (van der Gaag, Appelhof, & Webber, 2012) gebruiken we hier als indicatoren het aantal verschillende beroepen en het gemiddelde beroepsprestige, dit laatste berekend volgens Sixma en Ultee (1983). Het Resource Generator-meetinstrument (RG; van der Gaag & Snijders, 2005) biedt een indicatie van de toegang tot concrete hulpbronnen via sociale relaties. We maken gebruik van 19 hulpitems voor beide meetmomenten: 6 [ Kent u iemand die ] kan sleutelen aan auto, fiets e.d., handig is in het repareren van huishoudelijke apparaten, een instrument kan spelen, actief is in een politieke partij, aandelen bezit voor tenminste 5.000,- (euro; SSND-1: gulden), op het stadhuis/op het gemeentehuis werkt, meer dan euro netto per maand verdient (SSND-1: gulden), een vakantiehuis in het buitenland heeft, af en toe in de gelegenheid is om mensen voor een baan aan te nemen, veel weet van allerlei regelingen van de overheid, goede contacten heeft met krant, radio of tv, verstand heeft van voetbal, verstand heeft van geldzaken (belasting, subsidies e.d.), kan adviseren bij conflicten op het werk, een grote som geld kan uitlenen (5.000 euro) (SSND-1: gulden), die u onderdak zou kunnen bieden indien u tijdelijk uw huis uit moet, advies kan geven bij conflicten met de familie, juridisch advies kan geven (bij problemen met huisbaas, gemeente, buren etc.) en u een goede referentie zou kunnen geven bij een sollicitatie. Als indicatoren gebruiken we een totaalscore over de 19 items. De in dessnd-1 aanwezige vier cumulatieve deelschalen prestige- en opleidingsgerelateerde hulpbronnen (I), politieke en financiele hulpbronnen (II), vaardigheden (III) en persoonlijke hulp (IV) (van der Gaag & Snijders, 2005), bedoeld als domeinspecifieke indicatoren, laten we buiten beschouwing omdat deze uit de SSND-2 niet precies parallel zijn te reconstrueren. Deze vier sociaal kapitaalindices zijn natuurlijk onderling gecorreleerd, maar niet heel sterk. In de SSND-1 was de hoogste correlatie 0.46, in de SSND-2 was deze 0.56; in beide gevallen werd de hoogste correlatie behaald tussen het aantal beroepsgroepen genoemd met de PG, en de totaalscore van de RG (zie Tabel 1). Tabel 1: correlaties tussen sociaal kapitaalmaten Tenslotte kijken we ook nog naar hetinkomen voor beide waves. Hiervoor herschalen we de inkomenscategoriëen van 1999 en 2008 alsof een Euro overeenkomt met 2 gulden, met categoriëen lopend van minder dan f per maand, f f 1.499,..., f f 8.000, tot f of meer; deze geven we de schaalwaarden 1-16, behandeld als numerieke waarden. 6 Voor SSND-1 werden 33 items nagevraagd, voor SSND-2 25 items. De 19 hier gebruikte items zijn in beide sets bijna exact hetzelfde verwoord. 4

5 Analyse In deze bijdrage richten we ons op de veranderingen van 1999 naar 2008 wat betreft de vier netwerkmaten: aantal netwerkleden ( omvang ), aantal beroepen genoemd in de Position Generator tot wie de respondent toegang heeft ( PG totaal ), gemiddelde prestigescore van deze beroepen ( PG prestige ), en toegang via sociale relaties tot hulpbronnen zoals gemeten met de Resource Generator ( RG ). Daarnaast, ter vergelijking, kijken we op dezelfde manier naar de veranderingen in inkomen. Voor deze uitkomsten maken we een grafische representatie en een regressie-analyse van de verschillen, dus met als afhankelijke variabele de waarde voor 2008 minus die voor We toetsen geen theoretisch afgeleide hypothesen, maar zien deze analyses als een beschrijvend onderzoek naar de veranderingen in sociaal kapitaal over deze periode, met de vraag hoe deze veranderingen samenhangen met een aantal primaire achtergrondkenmerken, de dichtheid van het kernnetwerk in 1999, en een aantal levensveranderingen in de vijf jaren voor Hiervoor presenteren we twee regressiemodellen, parallel voor de vijf afhankelijke variabelen. Het eerste geeft aan hoe het verschil tussen SSND-2 en SSND-1 afhangt van leeftijd, opleiding, sexe, arbeidsmarktpositie, aanwezigheid van een partner, en netwerkdichtheid. De laatste twee zijn zelf ook netwerkkenmerken, zoals gemeten in In het tweede model voegen we hier aan toe of een aantal levensveranderingen hebben plaatsgevonden in Het bleek dat huwelijk, gaan samenwonen, overlijden partner, en langdurige ziekte geen duidelijke invloed hadden op deze afhankelijke variabelen, en daarom geven we alleen de resultaten voor scheiding, stoppen met werken, en verhuizing. Resultaten De steekproefgemiddelden voor alle sociaal kapitaalkenmerken blijven grotendeels gelijk tussen 1999 en 2008 (Tabel 2): er zijn geen significante verschillen in gemiddelde netwerkgrootte, aantal hulpbronnen, of inkomen; wel neemt het aantal beroepen waartoe men toegang heeft licht af en stijgt het gemiddelde prestige daarvan licht. Alhoewel deze gemiddelden elkaar niet sterk ontlopen, laten Figuren 1-4 zien dat er in individuele netwerken wel degelijk verandering in allerlei richtingen plaats vindt binnen acht jaar tijd. Voor de vier maten voor sociaal kapitaal zijn de correlaties (Tabel 1) tussen de metingen voor 1999 en 2008 tussen de 0,28 (NG) en 0,55 (PG-totaal), aanzienlijk minder dan de betrouwbaarheidscoëfficiënten (die bv. voor de PG-totaal voor 1999, weliswaar op grond van alle items, door van der Gaag et al., 2008, werd gemeten als 0,81). Dit geeft aan dat de veranderingen veel groter zijn dan de onbetrouwbaarheid van de metingen: er zijn dus echte veranderingen. Tabel 2: verschillen in gemiddelde scores sociaal kapitaalmaten Figuur 1: scattergram netwerkgrootte 1999 vs Figuur 2: scattergram toegang tot aantal beroepen 1999 vs Figuur 3: scattergram gemiddelde prestige beroepen 1999 vs Figuur 4: scattergram toegang tot aantal sociale hulpbronitems 1999 vs

6 De lage onderlinge correlaties tussen de verschilmaten voor sociaal kapitaal ( 0,15<r<0,19; Tabel 1) laten zien dat krimp of groei op deze dimensies grotendeels onafhankelijk van elkaar is door de tijd. Tabellen 3-4: verklaringen voor veranderingen in inkomen en sociaal kapitaal met sociaal- demografische achtergrondkenmerken en belangrijke levensveranderingen Multipele regressiemodellen voor elk van deze verschilmaten vertonen heel lage proporties verklaarde variantie (0,01<R 2 <0,04; Tabel3-4). Toch zijn er enkele goed interpreteerbare resultaten zichtbaar. In hogere leeftijdsgroepen zien respondenten hun inkomen significant dalen ten opzichte van de referentiegroep onder de veertig. Mannen rapporteren na acht jaar een significant hogere groei in inkomen dan vrouwen, maar een lagere toename in netwerkgrootte. Werkenden rapporteren een hogere toename van het gemiddeld prestige van de beroepen waartoe zij toegang hebben, maar een kleinere toename van het totaal aantal daarvan en van het aantal hulpbronnen waartoe zij toegang hebben. Respondenten met een levenspartner in 1999 rapporteren een significant hogere groei in hulpbrondiversiteit ten opzichte van alleenstaanden. Een hogere dichtheid in het sociale netwerk voorspelt een afname in de hoeveelheid beroepen waartoe men toegang heeft, evenals in het aantal hulpbronnen. Als indicatoren voor belangrijke veranderingen in de levenssituatie worden toegevoegd is een klein aantal opmerkelijke effecten zichtbaar. Een scheiding leidt tot een opmerkelijke groei van de netwerkomvang (gemiddeld meer dan vijf netwerkleden), terwijl stoppen met werken juist tot een daling van de netwerkgrootte leidt (een verlies van drie) controlerend voor de andere variabelen. Tenslotte leidt een verhuizing tot een zwak significante stijging in het gemiddelde beroepsprestige. Discussie In acht jaar tijd kan er veel gebeuren met omvang en inhoud van een sociaal netwerk. Alhoewel de gemiddelde kenmerken daarvan licht of nauwelijks lijken te wijzigen in de samenleving, vinden er wel zeer veel wijzigingen plaats in de individuele netwerken. We kunnen die zien als de resultante van een aantal determinanten op verschillende niveaux: individuele eigenschappen van de respondent, individuele handelingen en inzet, de gelegenheidsstructuur, en algemene maatschappelijke veranderingen en tendensen die op al deze niveaux aangrijpen. Enkele individuele eigenschappen spelen een duidelijke rol. De inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen zijn een algemeen bekend verschijnsel voor alle opleidings- en leeftijdsniveaux kunnen mannen hierin meer groeien. Het acht jaar ouder worden tussen 1999 en 2008 grijpt hierbij anders aan 6

7 voor de verschillende leeftijdscategoriëen: hoe ouder men is, hoe minder het inkomen toeneemt. Opmerkelijk lijkt dat het gemiddelde beroepsprestige in het netwerk relatief toeneemt voor respondenten boven de 70; maar stoppen met werken leidt tot een afname, en geen van de respondenten in de SSND-1 was ouder dan 65, zodat in de praktijk deze twee effecten bij elkaar moeten worden opgeteld dan valt de significantie voor de oudste leeftijdsgroep weg. Daarnaast is het netwerk in 1999 zelf een voorspeller van veranderingen daarin. De aanwezigheid van een partner zorgt niet voor wezenlijke verandering van omvang of positie van het netwerk, maar wel voor een relatieve toename van het aantal hulpbronnen. We zouden dit kunnen interpreteren als de aanwezigheid van een frequente gesprekspartner wiens contacten met derden ook vaak doorstromen naar de persoon zelf. Als gevolg van een scheiding lijkt de omvang van het netwerk toe te nemen; men kan hier denken aan de tegengestelde effecten van enerzijds het uiteenvallen van de sociale omgeving van het paar, en anderzijds de behoefte om nieuwe contacten te leggen (op de afzonderlijke NGvragen ziet men een lichte toename in het aantal alters genoemd bij hulp bieden op het werk, op bezoek gaan en het core netwerk ). Misschien het meest interessant is dat naarmate de dichtheid van het core netwerk van de respondent in 1999 hoger is, het sociaal kapitaal in de vorm van het aantal beroepen waar men toegang toe heeft en ook het aantal hulpbronnen afneemt. Dit geeft duidelijk ondersteuning aan de gedachten van Burt (2001) over de tegenstelling tussen de twee aspecten van sociaal kapitaal, waarbij cohesie als geslotenheid wordt gecontrasteerd met diversiteit van hulpbronnen als openheid. Een aantal andere effecten valt te herkennen als resultante van een al dan niet veranderende gelegenheidsstructuur. Het werk is een bron van veel sociale relaties in het netwerk (Völker & Flap, 2008). Gezien de aard van de NG-vragen in de SSND (waarvan een aantal over werk gaat) is onze bevinding dat stoppen met werken leidt tot een kleinere netwerkgrootte goed verklaarbaar. We vinden eveneens dat werkenden toegang hebben tot een hoger gemiddeld beroepsprestige wat waarschijnlijk weerspiegelt dat juist de werkkring ons in contact brengt met (zeldzamere) anderen met een hoger beroepsprestige. Daar tegenover staat dat voor werkenden het aantal hulpbronnen minder stijgt, of meer omlaag gaat, dan voor anderen. De hulpbronnen zoals gemeten voor de RG betreffen ook allerlei vormen van hulp die helpen bij het goede leven los van het werk; dit suggereert dat de aard van het sociaal kapitaal van werkenden en niet-werkenden verschilt. Een verhuizing kan het gevolg zijn van andere levensveranderingen, bv. op het terrein van werk of gezin, en dat verhuizing hier leidde tot een zwak significante stijging van het gemiddelde prestige van de beroepen waartoe men toegang heeft zou dus ten dele of geheel het gevolg kunnen zijn van andere veranderingen in het leven; bv. een hoger gekwalicifeerde baan. McPherson et al (2006) vinden geen effecten van verhuizing op de inhoud van het netwerk. Interessant in de hier gevonden veranderingen is dat deze over het algemeen slechts aangrijpen op één van de veranderingen in sociaal kapitaal; en dat veranderingen in grootte en inhoud van het netwerk bovendien zo goed als onafhankelijk van elkaar zijn. Een groei van het netwerk in aantallen 7

8 netwerkleden of maatschappelijke reikwijdte vertaalt zich dus zeker niet automatisch naar het kunnen benoemen van mogelijkheden tot concrete hulp. Bovendien is het benoemen van eigenschappen van netwerkleden geen automatische resultante van het kennen van mensen; er is daarnaast individuele variatie in de geneigdheid tot het leggen, onderhouden en mobiliseren van relaties, en het delen van hulpbronnen en in opmerkzaamheid en interesse in deze onderwerpen. De groep respondenten in deze combinatie-steekproef van SSND-1 en SSND-2 kunnen we beschouwen als een selecte, geinteresseerde groep. 7 Wellicht zijn de hier besproken modellen daarom zelfs nog wat rooskleurig wat betreft de ontwikkeling van sociaal kapitaal. Op zich is het ook interessant dat een aantal voor de hand liggende variabelen nauwelijks verklaringskracht leveren voor veranderingen in sociaal kapitaal over een periode van 9 jaar. Blijkbaar hangen deze veranderingen van heel andere zaken af. Er is nog zeer veel ruimte voor verklaring op andere niveaux. Enkele willen we hier aanstippen. Ten eerste de investeringen en activiteiten die een persoon in de loop der tijd onderneemt in het aangaan en het onderhouden van relaties en die de daadwerkelijke inhoud van het netwerk bepalen. Deze varieren naar persoonlijkheid en interesse, maar ook naar mogelijkheden en beperkingen bijvoorbeeld de gezondheid en ter beschikking staande tijd. McPherson et al (2006) noemen die laatste determinant als een belangrijke verklaring voor de krimp in netwerkgrootte in de VS veel mensen zijn meer gaan werken en meer tijd gaan besteden aan woonwerkverkeer, wat onder andere resulteert in een afname van buurt- en verenigingsleden in het netwerk. Ten tweede verandert de algemene demografische populatie - de samenstelling van de totale verzameling mensen die we kúnnen tegenkomen om te leren kennen verandert - in de loop der tijd. McPherson et al (2006) rapporteren bijvoorbeeld dat het gemiddelde opleidingsniveau in sociale netwerken stijgt omdat dat geldt voor de bevolking van de VS als totaal. Parallel hieraan kunnen we ons voor Nederland afvragen of de beroepsbevolking is veranderd in termen van het gemiddelde beroepsprestige. Tenslotte oefenen diverse grote exogene factoren op algemeen maatschappelijk niveau invloed uit op elk van deze processen, zoals de politieke en economische situatie, naast nieuwe ontwikkelingen in communicatietechnologie. Een zeer belangrijke verandering tussen 1999 en 2008 is de alomtegenwoordigheid van internet en het mobiele telefoongebruik ook die kunnen een rol spelen in de veranderende samenstelling van sociale netwerken. Het is gezien de aard van de vragen die we hier bestudeerden niet direct te verwachten dat deze ontwikkeling een grote invloed heeft op de hier gevonden verschillen, maar dit is zeker een interessant onderwerp voor verder onderzoek (vgl. Wang & Wellman, 2010). Ook de veranderingen in de vormen van sociaal kapitaal soorten relaties, onderlinge verbondenheid van het kernnetwerk, eigenschappen van netwerkleden en gelijkenis daarin 7 Op de hier gebruikte verzameling van NG-vragen scoren zij bijvoorbeeld al veel hoger met hun gemiddelde netwerkgrootte in 1999 (15) dan alle respondenten van SSND-1 over alle netwerkvragen (12). 8

9 met het centrale individu en de gevolgen hiervan voor doelbereiking op uiteenlopende terreinen zijn boeiende onderwerpen voor onderzoek door sociologen die in het goede leven geïnteresseerd zijn. Referenties Burt, Ronald S. (2001). Structural holes versus network closure as social capital. In N. Lin, K. Cook, & R.S. Burt (Eds.), Social capital: Theory and research (pp ). new York: Aldine de Gruyter. Coleman, James S. (1988). Social capital in the creation of human capital. American Journal of Sociology 94, S95-S120. Flap, Henk D. (2004). Creation and returns of social capital: a new research program. In H. Flap & B. Völker (Eds.), Creation and returns of social capital (pp. 3 24). London: Routledge. Holland, Paul W., & Rubin, Donald B. (1983). On Lord s paradox. In H. Wainer & S. Messick (Eds.), Principals of modern psychological measurement (pp. 3-35). Hillsdale, NJ: Erlbaum. Lin, Nan, & Dumin, Mary (1986). Access to occupations through social ties. Social Networks, 8, Lin, Nan, & Erickson, Bonnie H. (2008).Theory, measurement, and scope of social capital research. Social capital: An international research program (pp. 1 24). Oxford: Oxford University Press. Lin, Nan, Fu, Yang-Chi, & Hsung, Ray-May (2001). The Position Generator: Measurement Techniques for Investigations of Social Capital. In N. Lin, K. Cook, & R. S. Burt (Eds.), Social capital: Theory and research (pp ). New York: Aldine de Gruyter. Lin, Nan. (1999). Building a Network Theory of Social Capital. Connections, 22(1), Maris, Eric (1998). Covariance Adjustment Versus Gain Score Revisited. Psychological Methods 3, McPherson, Miller, Smith-Lovin, Lynn, & Brashears, Matthew E. (2006). Social isolation in America. American Sociological Review, 71, Putnam, Robert D. (2000). Bowling Alone: The Collapse and Revival of American Community. New York: Simon and Schuster. van der Gaag, M., & Snijders, T.A.B. (2005). The Resource Generator: measurement of individual social capital with concrete items. Social Networks, 27, van der Gaag, Martin (2005). Measurement of individual social capital.academisch Proefschrift, Rijksuniversiteit Groningen. van der Gaag, Martin, & Snijders, Tom A.B. (2004). Proposals for the measurement of individual social capital. In H. Flap & B. Völker (Eds.), Creation and returns of social capital (pp ). London: Routledge. van der Gaag, Martin, Appelhof, Gert Jan, & Webber, Martin. (2012). Ambiguitá nelle risposte al Position Generator [Ambiguities in responses to the Position Generator]. Sociologia e Politiche Sociali, 15, van der Gaag, Martin, Snijders, Tom A. B., & Flap, Henk D. (2008). Position Generator measures and their relationship to other social capital measures. In N. Lin & B. Erickson (Eds.), Social capital: An international research program (pp ). Oxford: Oxford University Press. 9

10 Völker, Beate, & Flap, Henk D. (2002). The Survey of the Social Networks of the Dutch (SSND): Data and Codebook. Utrecht: Universiteit Utrecht/ICS. Völker, Beate, & Flap, Henk D. (2004). Social capital and performance at work: A study of the returns of social capital in doing one s job. In H. Flap & B. Völker (Eds.), Creation and returns of social capital (pp ). London: Routledge. Völker, Beate, Flap, Henk D., Mollenhorst, Gerald, The Survey on the Social Networks of the Dutch, Second Wave (SSND2): Data and Codebook. Utrecht: Universiteit Utrecht/ICS. Wang, Hua & Wellman, Barry (2010). Social connectivity in America: Changes in adult friendship network size from 2002 to American Behavioral Scientist, 53,

11 Tabellen Tabel 1: correlaties sociaal kapitaalmaten 1999, 2008 en verschilmaten NG totaal PG totaal verschil PG gemiddeld RG totaal NG totaal PG totaal PG gemiddeld RG totaal NG totaal PG totaal PG gemiddeld 1999 PG totaal 0,23** 1 PG gemiddeld 0,07+ 0,01 1 RG totaal 0,39** 0,46** 0,14** NG totaal 0,28** 0,12** 0,09* 0,26** 1 PG totaal 0,20** 0,55** 0,05 0,34** 0,19** 1 PG gemiddeld 0,07+ 0,05 0,40** 0,13** 0,06 0,05 1 RG totaal 0,27** 0,43** 0,15** 0,50** 0,30** 0,56** 0,08* 1 Verschil NG totaal 0,49** 0,07 0,03 0,05 0,70** 0,03 0,00 0, PG totaal 0,05 0,52** 0,07 0,15 0,08+ 0,42** 0,11* 0,10* 0,11** PG gemiddeld 0,01 0,06 0,46** 0,01 0,02 0,08* 0,62** 0,05 0,03 0,15** 1 RG totaal 0,15** 0,04 0,04 0,53** 0,02 0,14** 0,07+ 0,38** 0,13** 0,19** 0,04 **p<0.01 *p<0.05 +p<

12 Tabel 2: gemiddelden inkomen en sociaal kapitaalmaten 1999, 2008 en toetsing op verschillen verschil gemiddelde (s.d.) gemiddelde (s.d.) groei t a p inkomen 6,6 (3,4) 7,5(3,9) 0,8 0,46 0,65 NG totaal 15,0 (5,9) 14,8 (7,3) 0,1 0,40 0,69 PG totaal 8,5 (3,6) 7,4 (3,4) 1,1 8,17 < 0,0005 PG gemiddeld 51,7 (5,7) 52,3 (6,4) 0,6 2,21 0,02 RG totaal 12,6 (3,7) 12,8 (3,8) 0,2 1,37 0,17 a Gepaarde t-toets, tweezijdige toetsing; voor inkomen is gerekend met de klassegemiddelden, met inachtneming van een totale prijsstijging van 25% en een omrekening van 1 = f 2, zodat de toets is uitgevoerd op 1.25 (ink ) 1.1 (ink ), waar ink1999 en ink2008 de scores met waarden 1,..., 16 zijn. **Pearson correlaties p<

13 Figuur 1: scattergram netwerkgrootte 1999 vs

14 Figuur 2: scattergram toegang tot aantal beroepen 1999 vs

15 Figuur 3: scattergram gemiddelde beroepsprestige 1999 vs

16 Figuur 4: scattergram toegang tot aantal sociale hulpbronitems 1999 vs

17 Tabel 3: Multipele regressies voor verschil in inkomen en verschil in sociaal kapitaalmaten : netwerkomvang, toegang tot aantal beroepen (PG totaal), gemiddeld prestige toegang beroepen (PG prestige) en totaal aantal hulpbronitems (RG) met sociaaldemografische kenmerken respondenten (N=604). Inkomen Omvang PG totaal PG prestige RG par. s.e. par. s.e. par. s.e. par. s.e. par. s.e. intercept lft lft lft * lft * opleiding sexe M 0.69 * * werkend * * 0.48 partner * 0.42 dichtheid * ** 0.55 R 2 (adj) **p<0.01; *p<0.05; p<0.10. Referentiecategorie leeftijd: < 40 jaar. 17

18 Tabel 4: Multipele regressies voor verschil in inkomen en verschil in sociaal kapitaalmaten : netwerkomvang, toegang tot aantal beroepen (PG totaal), gemiddeld prestige toegang beroepen (PG prestige) en totaal aantal hulpbronitems (RG) met sociaaldemografische kenmerken respondenten en belangrijke levensveranderingen (N=604). Inkomen Omvang PG totaal PG prestige RG par. s.e. par. s.e. par. s.e. par. s.e. par. s.e. intercept lft lft lft lft * opleiding sexe M 0.67 * * werkend * * * 0.49 partner * 0.42 dichtheid * ** 0.55 scheiding ** gestoptwerken ** verhuisd R 2 (adj) **p<0.01; *p<0.05; p<0.10. Referentiecategorie leeftijd: < 40 jaar. 18

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk?

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? M. J. Aartsen, TG. van Tilburg, C. H. M. Smits Inleiding Veel mensen worden in hun dagelijks leven omringd door anderen waarmee ze een

Nadere informatie

Sociale Netwerkstructuren en arbeidsmarktdeelname

Sociale Netwerkstructuren en arbeidsmarktdeelname Sociale Netwerkstructuren en arbeidsmarktdeelname Onderzoek naar de invloed van netwerkstructuren op zoekduur- en geldelijke opbrengsten van deelname op de arbeidsmarkt Bachelorproject sociologie Thomas

Nadere informatie

Ontmoetingsplaatsen en kern-netwerkleden van Nederlanders

Ontmoetingsplaatsen en kern-netwerkleden van Nederlanders Ontmoetingsplaatsen en kern-netwerkleden van Nederlanders Gerald Mollenhorst Beate Volker Henk Flap (ICS/UU) NOSMO Methodologendag vrijdag 25 nov. 2005 Inleiding Het ontstaan van persoonlijke relaties

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Frequentie en kwaliteit van sociale contacten

Frequentie en kwaliteit van sociale contacten Bevolkingstrends 2013 Frequentie en kwaliteit van sociale contacten Rianne Kloosterman Karolijne van der Houwen februari 2014 CBS Bevolkingstrends februari 2014 1 Een groot deel van de Nederlandse bevolking

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

Familie Werkloosheid is de belangrijkste bron 2004-2011 voor hulp en steun

Familie Werkloosheid is de belangrijkste bron 2004-2011 voor hulp en steun Sociaaleconomische Economische trends Trends 2013 Familie Werkloosheid is de belangrijkste bron 2004-2011 voor hulp en steun Stromen en duren Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Bedrijfsscholing: scholen voor de concurrent?

Bedrijfsscholing: scholen voor de concurrent? Onderwijs en opleiding Bedrijfsscholing: scholen voor de concurrent? Wolff, Ch. J. de, R. Luijkx en M.J.M. Kerkhofs (2002), Bedrijfsscholing en arbeidsmobiliteit, OSA A-186, Tilburg. Scholing van werknemers

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 4 Opleidingsniveau en taalvaardigheid

Bijlagen bij hoofdstuk 4 Opleidingsniveau en taalvaardigheid Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 4 Opleidingsniveau

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Huishoudens en persoonlijke netwerken

Huishoudens en persoonlijke netwerken MENS & MAATSCHAPPIJ www.mensenmaatschappij.nl Uitgave: Amsterdam University Press Huishoudens en persoonlijke netwerken Sarah Westphal, Gerald Mollenhorst & Beate Völker MEM 89 (1): 59-84 DOI: 10.5117/MEM2014.1.WEST

Nadere informatie

Measurement of individual social capital Gaag, Martin Pieter Johannes van der

Measurement of individual social capital Gaag, Martin Pieter Johannes van der Measurement of individual social capital Gaag, Martin Pieter Johannes van der IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015 Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam Augustus 2015 Inleiding De Nederlandse samenleving kent nog steeds een aanzienlijk aantal laaggeletterde mensen. Taaltrajecten blijken nodig te

Nadere informatie

Verbanden tussen demografische kenmerken, gezondheidsindicatoren en gebruik van logopedie

Verbanden tussen demografische kenmerken, gezondheidsindicatoren en gebruik van logopedie Notitie De vraag naar logopedie datum 24 mei 2016 aan van Marliek Schulte (NVLF) Robert Scholte en Lucy Kok (SEO Economisch Onderzoek) Rapport-nummer 2015-15 Kunnen ontwikkelingen in de samenstelling en

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 In deze bijlage wordt achtereenvolgens kort ingegaan op de verrichte analyses en de gebruikte bestanden en worden enige aanvullende resultaten

Nadere informatie

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45 SAMENVATTING Samenvatting INTRODUCTIE Grote sociaal economische gezondheidsverschillen zijn een groeiend probleem in bijna alle Westerse landen. In Nederland leven mensen met een lagere opleiding gemiddeld

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave

Nadere informatie

DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15

DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15 DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15 Leen Meeusen, Annemie Nys en Vincent Corluy 17 juni 2014 Opbouw presentatie Inleiding

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Wat beweegt ambtenaren?

Wat beweegt ambtenaren? Wat beweegt ambtenaren? Presentatie onderzoeksresultaten Scriptieverdediging Master of Culture and Change mw. A.G. (Diana) Schaeffer - Elsinga Utrecht, 27 augustus 2015 Word een HELD al is het maar voor

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel

Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel De afgelopen jaren verschuiven steeds meer taken en verantwoordelijkheden in de samenleving van de overheid naar inwoners. Het idee achter deze participatiesamenleving

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2004-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2004-I Bevolkingsgroei Begin jaren negentig verscheen in NRC Handelsblad een artikel over de bevolkingsgroei en de gevolgen van deze groei. Bij dit artikel werden onder andere de onderstaande figuren 1A, 1B,

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie van vrouwen rond de echtscheiding

Arbeidsparticipatie van vrouwen rond de echtscheiding Anne Marthe Bouman Ooit gescheiden moeders werken even vaak als gehuwd gebleven moeders, ongeacht of ze na de geboorte van hun jongste kind werkten of niet. De cijfers laten zien dat gescheiden moeders

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) 163 Samenvatting (Summary in Dutch) Er zijn slechts beperkte financiële middelen beschikbaar voor publieke voorzieningen en publiek gefinancierde diensten. Als gevolg daarvan zijn deze voorzieningen en

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

From Employee to Retiree: Life Histories and Retirement in the Netherlands M. Damman

From Employee to Retiree: Life Histories and Retirement in the Netherlands M. Damman From Employee to Retiree: Life Histories and Retirement in the Netherlands M. Damman FROM EMPLOYEE TO RETIREE: LIFE HISTORIES AND RETIREMENT IN THE NETHERLANDS ACADEMISCH PROEFSCHRIFT aan de Universiteit

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006 Deze factsheet is geschreven door RD Friele en R Coppen van het NIVEL in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. Versie

Nadere informatie

Summary in Dutch/ Samenvatting in het Nederlands

Summary in Dutch/ Samenvatting in het Nederlands Summary in Dutch/ Samenvatting in het Nederlands Het sociale netwerk van gedetineerden: De samenstelling van, overlap tussen en veranderingen in het core discussie netwerk en het criminele netwerk. Introductie

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 6 Gezondheid en zorg Roelof Schellingerhout en Crétien van Campen

Bijlagen hoofdstuk 6 Gezondheid en zorg Roelof Schellingerhout en Crétien van Campen Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 1 Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 De meeste relevante tabellen met betrekking tot partneralimentatie zijn uit de positionpaper 1. Persoonlijk bruto inkomen Tabel

Nadere informatie

Technische nota. Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Technische nota. Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, februari 2009 Technische nota Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, februari 2009 Technische

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift bestudeert het gebruik van handelskrediet in de rijstmarkten van Tanzania. 18 We richten ons daarbij op drie aspecten. Ten eerste richten we ons op het

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages)

Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages) Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages) totaal man vrouw seksuele aantrekking alleen eigen sekse 2,0 2,6 1,4 vooral eigen sekse 0,8 0,6

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS Versie 2013-2014 Tekstrapport Peil.nl/Maurice de Hond 1 Doelstelling en opzet van het onderzoek Het Wetenschappelijk Instituut van 50PLUS heeft ons in december

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld Samenvatting Eén op de acht volwassen Amsterdammers voelt zich ernstig. Dat is meer dan gemiddeld in Nederland. In vergelijking met voorgaande jaren voelen steeds meer

Nadere informatie

Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers

Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers Eerste tussenevaluatie landelijke implementatie taaltrajecten Taal voor het Leven door Stichting Lezen & Schrijven op het gebied van sociale inclusie en leesvaardigheid Landelijke uitrolfase Dr. Maurice

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Ferry Koster, Daan Bloem en Petra van de Goorbergh ICOON#11 November 2017 Het

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen 1. Wat is het verschil tussen de pearson correlatie en de multipele correlatie R? 2. Voor twee modellen berekenen we de adjusted R2 : Model 1 heeft een adjusted

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

De sociale context van geluk: wat is belangrijk voor wie?

De sociale context van geluk: wat is belangrijk voor wie? Bevolkingstrends 2014 De sociale context van geluk: wat is belangrijk voor wie? Jacqueline van Beuningen Linda Moonen juni 2014 CBS Bevolkingstrends juni 2014 1 Mensen die regelmatig sociale contacten

Nadere informatie

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949 Onderwijs & Kwaliteit Eerste rapportage HBO-Monitor 2013 Op 3 april 2014 zijn de resultaten van de jaarlijkse HBO-monitor (enquête onder afgestudeerden) over 2013 binnengekomen. Het onderzoek betreft studenten

Nadere informatie

College 3 Meervoudige Lineaire Regressie

College 3 Meervoudige Lineaire Regressie College 3 Meervoudige Lineaire Regressie - Leary: Hoofdstuk 8 p. 165-169 - MM&C: Hoofdstuk 11 - Aanvullende tekst 3 (alinea 2) Jolien Pas ECO 2012-2013 'Computerprogramma voorspelt Top 40-hits Bron: http://www.nu.nl/internet/2696133/computerprogramma-voorspelt-top-40-hits.html

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

Enquête SJBN 15.10.2013

Enquête SJBN 15.10.2013 Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken

Nadere informatie

Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen

Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen Structuur van de presentatie 1. Opzet & methode 2. Demografisch profiel 3. Analyse van

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Luk Bral en Guy Pauwels Studiedag 20 jaar peilen in Vlaanderen Leuven, 31 januari 2017 Inhoud Context Opzet Evolutie informele contacten, lidmaatschap

Nadere informatie

Bijlagen Bouwend aan een toekomst in Nederland

Bijlagen Bouwend aan een toekomst in Nederland Bijlagen Bouwend aan een toekomst in Nederland Pagina 1 van 24 Inhoud Bijlagen bij hoofdstuk 1 5 Bijlage B1.1 5 Bijlagen bij hoofdstuk 2 6 Figuur B2.1 6 Figuur B2.2 7 Figuur B2.3 8 Bijlagen bij hoofdstuk

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie