STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN"

Transcriptie

1 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

2

3 ART. 0 - ALGEMENE BEPALINGEN 1 begrippen 1.1 eengezinswoning Gebouw ingericht voor de huisvesting van één gezin of alleenstaande. 1.2 zorgwoning Dit is een woning waarbij in een bestaande woning één ondergeschikte wooneenheid wordt gecreëerd en waarbij de ondergeschikte wooneenheid één fysiek geheel vormt met de hoofdwooneenheid. De creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van ouderen of hulpbehoevende personen. Hiermee worden de woningen bedoeld zoals gedefinieerd in de Vlaamse Codex, artikel hoofd- en nevenbestemming De hoofdbestemming is de bestemming die meer dan 70% van de totale netto-vloeroppervlakte inneemt, dit t.a.v. het specifieke project of perceel. De nevenbestemming is de bestemming die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming. De nevenbestemming mag maximum 30% van de totale in gebruik zijnde vloeroppervlakte innemen. 1.4 bebouwde oppervlakte Is de totale grondoppervlakte van één of meerdere bouwwerken. Verhardingen en constructies die geen gebouw zijn worden niet meegerekend. 1.5 gebouw Elk bouwwerk, dat voor mensen een toegankelijk, overdekt en geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 3

4 ART. 0 - ALGEMENE BEPALINGEN 1.6 hoofdgebouw Het gebouw dat bedoeld is om de voorziene bestemming in onder te brengen en dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 1.7 bijgebouw Het bouwwerk of gebouw dat aansluit bij het hoofdgebouw of er los van staat, maar niet bedoeld is om de voorziene bestemming in onder te brengen. De constructie kan zowel uit een open of uit een gesloten typologie vervaardigd worden, bv. tuinhuisje, carport. 1.8 terreinbezetting / bezettingsgraad Terreinbezetting is de verhouding van de bebouwde oppervlakte van het perceel t.o.v. de totale oppervlakte van het perceel gelegen binnen de betrokken bestemmingszone. Dit wordt uitgedrukt in procent. De begrippen terreinbezetting en bezettingsgraad zijn niet van toepassing voor de zones art. 3 en 4, daar worden - in afwijking van de algemene bepalingen - de begrippen bezettingscoëfficiënt en bebouwingscoëfficiënt gehanteerd. 1.9 netto vloeroppervlakte De netto vloeroppervlakte is de beloopbare oppervlakte (minimum hoogte van 1,50 meter) zonder de buitenmuren, kokers, gemeenschappelijke trappen en liften, open terrassen en garages. De binnenmuren worden meegerekend in de netto - vloeroppervlakte gabarit Het vertikaal profiel van een gebouw, volgens een doorsnede loodrecht op de voorgevel. Schouwvolumes en technische elementen worden buiten beschouwing gelaten. Technische elementen: zoals verluchtings-, afzuigings-, koelgroepenconstructies en kokers kroonlijsthoogte De kroonlijsthoogte van een gebouw is de hoogte vanaf het peil gelijkvloers tot aan de snijlijn van de gevel en het dakvlak. 4 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

5 ART. 0 - ALGEMENE BEPALINGEN 1.12 nokhoogte De nokhoogte van een gebouw is de hoogte vanaf het peil gelijkvloers tot aan de bovenzijde van de dakconstructie volle bouwlaag / onderdakse bouwlaag volle bouwlaag : het gedeelte van een bouwwerk tussen twee vloeren, uitgezonderd het souterrain, de zolder en de onderdakse bouwlaag. onderdakse bouwlaag: bouwlaag in het dak achterperceelsgrens / achterkavelgrens De achterperceelsgrens is de perceelsgrens aan de achterzijde van het perceel, tegenover de rooilijn. Bij hoekpercelen worden alle percelen, die niet gelegen zijn aan de straatzijde, beschouwd als zijperceelsgrenzen bouwdiepte De bouwdiepte is de diepte van het hoofdgebouw tussen de voorbouwlijn en de uiterste achtergevel tuinzone Het deel van het perceel dat overblijft na aftrek van de bebouwde oppervlakte van het hoofdgebouw verhardingspercentage Dit is de verhouding van de verharde oppervlakte van het perceel (of aangrenzende kadastrale percelen die één functionele - economische eenheid vormen) t.o.v. de totale oppervlakte, gelegen binnen de betrokken bestemmingszone. Dit wordt uitgedrukt in procent. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 5

6 ART. 0 - ALGEMENE BEPALINGEN 1.18 verharde oppervlakte Dit is het totale oppervlakte aan verhardingen, samen met de ingenomen oppervlakte van constructies die geen gebouw vormen. 2 bepalingen 2.1 goede ruimtelijke ordening Er dient ten allen tijde gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en vrijwaring van de goede plaatselijke ordening. Voor zover hieraan voldaan is, moeten verder de numerieke voorschriften gerespecteerd worden. De numerieke voorschriften worden beschouwd als maxima bij de beoordeling van stedenbouwkundige vergunningen. De ondersteuning van het straatbeeld, ruimtelijke draagkracht etc. kunnen ertoe leiden dat deze maxima niet kunnen worden gerealiseerd. Het maximum gabarit wordt niet beschouwd als een recht doch als een bovengrens van de gewenste ontwikkelingen. 2.2 bepalingen omtrent werken / constructies i.f.v. openbaar nut Werken of kleinschalige constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones worden toegelaten, voor zover de schaal en bouwkarakteristieken geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. 2.3 bepalingen omtrent werken in functie van waterbeheer Werken in functie van waterbeheer zijn steeds toegelaten, dit ongeacht de betrokken bestemmingszone. Milieutechnische ingrepen : zowel voor een private of openbare instelling. De bouwkarakteristieken : inplanting, gabarit, materiaalgebruik, enz. Voor zover het beoogde doel van de diverse bestemmingszones niet in het gedrang komt, kunnen binnen alle zones werken en constructies in functie van het openbaar nut worden toegelaten. Bij werken van algemeen nut dient de regelgeving terzake gerespecteerd te worden. Werken/constructies = pompgebouwen, constructies ten behoeve van waterhuishouding, elektriciteitscabines, enz. Milieutechnische ingrepen = aanpassingswerken aan riolering, pompinstallaties, e.d. 2.4 hoofdzakelijke vergunde gebouwen / onderhouds-, instandhoudings-, herstel- en renovatiewerken Gebouwen, verhardingen en alle elementen die hoofdzakelijk vergund zijn of geacht worden vergund te zijn en waar onderhavig RUP een andere inrichting voor ogen heeft, kunnen, qua bestemming en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven. Binnen deze gebouwen kan een normale exploitatie geschieden. Instandhoudingswerken, onderhouds- 6 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

7 ART. 0 - ALGEMENE BEPALINGEN werken, herstelwerken, renovatiewerken en interne verbouwingwerken zijn toegelaten. Bij grondige verbouwing, renovatie of nieuwbouw dienen de voorschriften van onderhavig RUP gerespecteerd te worden. 2.5 peil gelijkvloers Het peil gelijkvloers dient te liggen tussen 0 meter en maximum 0,4 meter hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn. Dit geldt niet voor afwijkende bestaande toestandsituaties en in het geval, dat moet worden aangesloten op een bestaand gebouw. Voor percelen waarvan de gebouwen verder dan 30 meter van de rooilijn staan, kan een gemiddeld referentiepeil van het perceel worden gekozen, op voorwaarde dat de waterhuishouding van de aanpalende percelen gerespecteerd wordt. Onder dit peil gelijkvloers mogen er zich geen woon- noch slaapvertrekken bevinden. Het reliëf in de bouwvrije stroken moet maximaal behouden worden en aansluiten met de aanpalende terreinpeilen. Reliëfverhoging i.f.v. constructies onder het peil gelijkvloers is verboden. Het peil gelijkvloers wordt gemeten op de rooilijn t.h.v. de inkomdorpel. 2.6 maximale hoogte volle bouwlaag Aan een volle bouwlaag wordt een maximale hoogte van 3,50 meter toegekend, tenzij dit anders wordt bepaald in de betrokken zonevoorschriften. 2.7 maximale bouwhoogte Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal volle bouwlagen dient dit gerekend te worden tussen het peil gelijkvloers en de bovenkant van de kroonlijst of dakrand. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 7

8 ART. 0 - ALGEMENE BEPALINGEN 2.8 aansluiting op de aanpalende gebouwen De aansluiting / koppeling van een in te richten hoofdvolume met het hoofdvolume op het aanpalende perceel, dient op een harmonieuze manier te gebeuren. Bij aaneengesloten bebouwing moet steeds met de nieuwe bebouwing tegen de bestaande wachtgevel(s) aangesloten worden. De hoogte en de diepte, de dakvorm en het dakvolume van de gebouwen moeten in harmonie zijn met de aanpalende gebouwen en dienen het straatbeeld te ondersteunen. De kroonlijst dient aan te sluiten aan het aanpalende gebouw indien de nieuwe bebouwing hetzelfde aantal bouwlagen heeft, waarbij de dakvorm een harmonieus geheel vormt. In geval van verschillende bouwlagen moeten architecturale overgangen van de bouwhoogte de harmonie in het straatbeeld ondersteunen. Bij ongelijke aansluiting dienen alle zichtbare geveldelen te worden afgewerkt. Ook de aansluiting dient qua materiaalgebruik op een harmonische manier te gebeuren. 2.9 bepaling omtrent materiaalgebruik De materialen voor de van op de openbare weg zichtbare bouwdelen dienen qua kleur, textuur en schaal de continuïteit in het straatbeeld te ondersteunen. Het plaatsen van fotovoltaïsche cellen, zonneboilers en dakvlakramen in en op het dak en/of gevels is toegelaten, mits deze zich op een esthetisch verantwoorde manier integreren bepaling omtrent afsluitingen Tenzij anders bepaald in de betrokken zonevoorschriften, zijn enkel afsluitingen toegelaten die bestaan uit streekeigen haag, eventueel gecombineerd met palen of draadafsluitingen met een maximale hoogte 8 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

9 ART. 0 - ALGEMENE BEPALINGEN van 2.00 m. Afsluitingen bestaande uit beton, hout of kunststofplaten zijn niet toegelaten buffering van regenwater Om de riolering niet onnodig te belasten met regenwater, moeten bij de realisatie van bebouwing en/of verharding maatregelen genomen worden om de afvoer ervan maximaal af te leiden hetzij naar de groenzones - bufferzones, hetzij naar een bestaand of te voorzien bufferbekken of waterreservoir binnen de bebouwbare of te verharden zones, hetzij te laten indringen in de ondergrond. Met betrekking tot waterhuishouding dient steeds prioriteit uit te gaan naar maximaal hergebruik van hemelwater en maximale infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. M.b.t. de buffering van regenwater moet rekening worden gehouden met het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 (BS 08/10/2013) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Nevenstaande bepalingen gelden onverminderd de eisen van de bevoegde beheerder van de waterlopen in en om het plangebied. De bestaande afwatering van de omliggende percelen dient gegarandeerd te blijven. Alle ophogingen en verlies aan bestaande komberging in mogelijks en effectief overstroombare gebieden moeten op eigen terrein worden gecompenseerd. Voor de infiltreerbare gedeelten van het RUP moet een infiltratievoorziening met een bodemoppervlakte van minimaal 400 m²/ha verharde oppervlakte worden voorzien. Deze infiltratievoorziening mag niet dieper zijn dan de hoogste grondwatertafelstand (max. 1 m diep) en moet minstens 330 m³/ha verharde oppervlakte kunnen bufferen. Op 0,10 m boven de bodem moet een leegloop worden voorzien met vertraagde afvoer van 10l/sec/ha die bij voorkeur gravitair aansluit naar het oppervlaktewaternet / de waterloop / de openbare riolering. Voor deze bepalingen zijn de strengste normen gehanteerd, gebaseerd op de provinciale eisen m.b.t. de buffering van regenwater. Deze bepalingen zijn strenger dan de Vlaamse normen ter zake. Bovengrondse waterbuffering is te verkiezen boven ondergrondse. Waterlopen, grachten en buffervoorzieningen dienen bij voorkeur in open WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 9

10 ART. 0 - ALGEMENE BEPALINGEN profiel te worden aangelegd. Bij het aanleggen van buffervoorzieningen moet rekening worden gehouden met de (voorjaars)grondwaterstand. De buffervoorzieningen moeten gerealiseerd worden onder de vorm van collectieve buffers bepalingen rond verhardingen In functie van een maximale infiltratie van het regenwater moet voor functies in open lucht waarvoor omwille van milieutechnische of mechanische redenen geen ondoorlatende verharding vereist is, een waterdoorlatende verharding op waterdoorlatende fundering aangewend te worden. Bij niet waterdoorlatende materialen dient de afwatering in de niet bebouwde of onverharde ruimte te infiltreren. De collectieve buffering is te realiseren bij de ontwikkeling en inrichting van respectievelijk het lokaal bedrijventerrein noord, het lokaal bedrijventerrein zuid, de uitbreiding van het bestaande bedrijf, de zone voor gemeenschapsvoorzieningen en de zone voor lokale bedrijvigheid cf. de bepalingen van de artikelen 3, 4, 5, 6 en/of archeologisch onderzoek Werkzaamheden in het kader van de inrichting van de bedrijventerreinen dienen te worden voorafgegaan door een archeologisch onderzoek, dat als doel heeft aanwezig archeologisch erfgoed te registreren en op die manier voor ongedocumenteerde vernieling te behoeden. Bovendien dient de regelgeving inzake het archeologisch patrimonium d.d. 30 juni 1993 (en latere wijzigingen) te worden nageleefd windturbines Het plaatsen van windturbines is niet toegestaan overgangsmaatregel bestaand landbouwgebruik Als overgangsmaatregel blijft de agrarische bestemming mogelijk zolang de zones niet ontwikkeld zijn of worden. De overgangsmaatregel is beperkt tot het gebruik van de gronden. 10 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

11 ART. 1 - GEMENGD WOONGEBIED 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie wonen. 1.1 hoofdbestemming: Eéngezinswoningen (met inbegrip van alle ruimtegebruik, horend bij een ééngezinswoning), zorgwoningen, diensten, kantoren en gemeenschapsvoorzieningen. De bestaande bedrijvigheid mag evenwel worden behouden en uitgebreid cf. de inrichtingsvoorschriften. Dit betreft de bestaande bedrijvigheid op het einde van de Kwadeplasstraat. 1.2 nevenbestemming: Bergingen i.f.v. de hoofdbestemming. 2 inrichting en beheer 2.1 inplanting plaatsing t.o.v. de rooilijn De voorbouwlijn situeert zich op 5 meter achter de rooilijn en geldt als uiterste bouwgrens. Bestaande bebouwing, die zich dichter bij de rooilijn bevindt kan met behoud van de bestaande bouwlijn worden verbouwd of herbouwd plaatsing t.o.v. de zijperceelsgrenzen Voor vrijstaande en half-vrijstaande bebouwing moet de afstand van de vrije zijgevel tot de perceelsgrens min. 3 meter bedragen. Voor zover niet gesitueerd in een bouwvrije zijtuinstrook moeten gelijkvloerse bijgebouwen ofwel op 1 meter van de zijperceelsgrens worden opgericht, ofwel op de zijperceelsgrens als koppeling mogelijk is met een analoog buurgebouw. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 11

12 ART. 1 - GEMENGD WOONGEBIED plaatsing t.o.v. de achterperceelsgrenzen Onverminderd de bepalingen inzake de bouwdiepte moeten hoofdgebouwen op min. 8 meter van de achterperceelsgrens worden opgericht. Dit houdt in dat de achtergevel op de verdieping niet op minder dan 8 meter van de achterperceelsgrens mag worden opgericht. Gelijkvloerse bijgebouwen in de tuinzone moeten ofwel op 1 meter van de achterperceelsgrens worden opgericht, ofwel op de achterperceelsgrens als koppeling mogelijk is met een analoog buurgebouw. 2.2 terreinbezetting Onverminderd de bepalingen inzake de toegelaten bouwdiepte en inplanting mag max. 50 % van het gedeelte van het perceel, gelegen binnen de zone, worden bebouwd. Op percelen, waar dit bezettingspercentage niet kan gerespecteerd worden omwille van de minimale perceelsoppervlakte is een maximum bebouwde oppervlakte van 120 m² toegelaten. 2.3 volume bouwhoogte De bouwhoogte van het hoofdgebouw mag binnen de toegelaten bouwdiepte op de verdieping max. 2 bouwlagen bedragen, met een max. nokhoogte van 12 meter, te rekenen vanaf het referentiepeil. De bouwhoogte achter de toegelaten bouwdiepte op de verdieping mag max. 1 bouwlaag bedragen, met een bouwhoogte op de perceelsgrens van max. 3 meter. De nokhoogte mag max. 7 meter bedragen, doch moet worden beperkt tot 3 meter, vermeerderd met de helft van de afstand tot de perceelsgrens. Indien de bestaande bouwhoogte op de perceelsgrens van bepaalde delen meer dan 3 meter bedraagt mag, in afwijking van art , deze bouwhoogte voor die delen worden behouden. Dit houdt in dat een bestaande hogere bebouwing op de perceelsgrens mag worden herbouwd. 12 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

13 ART. 1 - GEMENGD WOONGEBIED bouwdiepte De toegelaten bouwdiepte (vanaf de voorbouwlijn) op de verdieping bedraagt max. 12 meter. 2.4 vormgeving De dakvorm is vrij, doch bij aanbouw aan bestaande bebouwing moet rekening worden gehouden met de bestaande bebouwing, waaraan wordt aangebouwd. Dit houdt in dat zowel het volume als de vormgeving een architectonisch verantwoorde aansluiting met de bestaande bebouwing dienen te voorzien. 2.5 afsluitingen Achter de voorbouwlijn zijn in deze zone enkel afsluitingen, bestaande uit metselwerk, hout en/of levende hagen met een max. hoogte van 2 meter toegelaten. In de zone tussen de rooilijn en de voorbouwlijn zijn als afsluiting enkel paaltjes met draad en/of lage vaste afsluitingen met een max. hoogte van 60 cm en/of levend groen toegelaten. 2.6 terreinaanleg De zone tussen de rooilijn en de voorbouwlijn dient ingericht als tuinstrook, toegang en/of toerit. In de voortuinstrook mogen enkel grasperken, groenaanplantingen, verhardingen en constructies met een beperkte hoogte (max. 80 cm) worden aangelegd en opgericht. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 13

14 14 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

15 ART. 2 - RESIDENTIEEL WOONGEBIED 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie wonen. 1.1 hoofdbestemming: Eéngezinswoningen, met inbegrip van alle ruimtegebruik, horend bij een ééngezinswoning, en zorgwoningen. 1.2 nevenbestemming: Diensten. Vb. vrije beroepen, kantoren, kinderopvang, met uitsluiting van handel. 2 inrichting en beheer 2.1 inplanting plaatsing t.o.v. de rooilijn De voorbouwlijn situeert zich op min. 4 meter en max. 6 meter achter de rooilijn en geldt als uiterste bouwgrens plaatsing t.o.v. de zijperceelsgrenzen Enkel vrijstaande bebouwing kan worden toegelaten, waarbij de afstand tot de zijperceelsgrenzen min. 4 meter moet bedragen. In de strook tussen de vrije zijgevel en de zijperceelsgrens mag een (minstens aan 3 zijden open) houten carport of afdak worden opgericht, mits ze wordt opgericht min. 1,50 meter achter de voorgevel en op min. 1 meter van de zijperceelsgrens. In de tuinzone moeten gelijkvloerse bijgebouwen ofwel op 1 meter van de zijperceelsgrens worden opgericht, ofwel op de zijperceelsgrens als koppeling mogelijk is met een analoog buurgebouw. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 15

16 ART. 2 - RESIDENTIEEL WOONGEBIED plaatsing t.o.v. de achterperceelsgrenzen Onverminderd de bepalingen inzake de bouwdiepte moeten hoofdgebouwen op min. 8 meter van de achterperceelsgrens worden opgericht. Dit houdt in dat de achtergevel op de verdieping niet op minder dan 8 meter van de achterperceelsgrens mag worden opgericht. Gelijkvloerse bijgebouwen in de tuinzone moeten ofwel op 1 meter van de achterperceelsgrens worden opgericht, ofwel op de achterperceelsgrens als koppeling mogelijk is met een analoog buurgebouw. 2.2 terreinbezetting Onverminderd de bepalingen inzake de toegelaten bouwdiepte en inplanting mag max. 40 % van het gedeelte van het perceel, gelegen binnen de zone, worden bebouwd, met een max. bebouwde oppervlakte van 250 m². Op percelen, waar dit bezettings-% niet kan gerespecteerd worden omwille van de minimale perceelsoppervlakte is een maximum bebouwde oppervlakte van 120 m² toegelaten. De bebouwing in de tuinzone mag niet meer dan 40 m² bedragen. 2.3 volume bouwhoogte De bouwhoogte van het hoofdgebouw mag binnen de toegelaten bouwdiepte op de verdieping max. 2 bouwlagen bedragen, met een max. nokhoogte van 12 meter, te rekenen vanaf het referentiepeil. De bouwhoogte achter de toegelaten bouwdiepte op de verdieping en in de tuinzone mag max. 1 bouwlaag bedragen, met een bouwhoogte op de perceelsgrens van max. 3 meter. De nokhoogte mag max. 5 meter bedragen, doch moet worden beperkt tot 3 meter, vermeerderd met de helft van de afstand tot de perceelsgrens. 16 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

17 ART. 2 - RESIDENTIEEL WOONGEBIED bouwdiepte De toegelaten bouwdiepte bedraagt max. 20 meter op het gelijkvloers en 15 meter op de verdieping. 2.4 vormgeving De dakvorm is vrij. 2.5 afsluitingen Achter de voorbouwlijn zijn enkel afsluitingen, bestaande uit hout en/of levende hagen met een max. hoogte van 2 meter toegelaten. In de zone tussen de rooilijn en de voorbouwlijn zijn als afsluiting enkel paaltjes met draad en/of lage vaste afsluitingen met een max. hoogte van 60 cm en/of levend groen toegelaten. 2.6 terreinaanleg De zone tussen de rooilijn en de voorbouwlijn dient ingericht als tuinstrook, toegang en/of toerit. De niet bebouwbare delen van het perceel, met inbegrip van de zijtuinstroken, mogen voor max. 1/3 worden verhard en moeten als siertuin worden aangelegd. In de voortuinstrook mogen enkel grasperken, groenaanplantingen, verhardingen en constructies met een beperkte hoogte (max. 80 cm) worden aangelegd en opgericht. De verhardingen in de voortuinstrook mogen max. 50% omvatten en de breedte van de toeritten mag niet meer bedragen dan 1/3 van de kavelbreedte. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 17

18 18 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

19 ART. 3 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL NOORD 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie bedrijvigheid. 1.1 hoofdbestemming Het bedrijventerrein is bestemd voor lokale bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten: productie, opslag en verwerking van goederen productie van energie, uitgezonderd het plaatsen van windturbines onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten distributiebedrijven Daarnaast zijn volgende activiteiten eveneens toegelaten: groothandel Een lokaal bedrijf is een bewerkend en verwerkend bedrijf (inclusief tertiaire dienstverlening) dat een verzorgend karakter heeft ten aanzien van de omgeving, dat wat schaal betreft aansluit bij de omgeving en beperkt is van omvang.(rsv) Met productie van energie wordt verstaan installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie, warmtekrachtkoppeling,.... Het plaatsen van windturbines wordt hier niet toegestaan. Energieopwekking d.m.v. biomassa wordt gezien als afvalverwerking en is bijgevolg niet toegestaan. Met distributiebedrijven wordt bedoeld bedrijven met als activiteit ophalen, opslaan en sorteren van goederen i.f.v. levering aan bedrijven of eindgebruikers (bv. e-commerce). Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: kleinhandel horeca agrarische productie autonome kantoren en kantoorachtigen transportbedrijven afvalverwerking met inbegrip van recyclage verwerking en bewerking van mest en slib milieubelastende bedrijven inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Met groothandel wordt bedoeld bedrijven die intermediair zijn tussen de producenten van goederen en de detailhandelaars voor dezelfde goederen.(serv) Kleinhandel is distribuerende handel die zich richt op de verkoop van producten aan eindgebruikers. Met autonome kantoren wordt bedoeld bedrijven met als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening met een hoofdzakelijk administratief karakter en een hoge personeelsintensiteit. De kantooractiviteit is hier niet ondergeschikt aan andere bedrijfsactiviteiten zoals productie of verwerking van goederen. Onder kantoorachtigen worden studie-, ontwerpbureaus, softwarebedrijven e.d. begrepen. Met transportbedrijven wordt bedoeld bedrijven met als activiteit vervoer van goederen tussen bedrijven. Deze bepaling slaat op alle inrichtingen die vallen onder de toepassing van de SEVESO-bedrijven, zowel hogedrempelinrichtingen als lagedrempelinrichtingen. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 19

20 ART. 3 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL NOORD 1.2 nevenbestemming Kantoren, toonzalen en verkoopsruimtes, ondergeschikt en gekoppeld aan de activiteiten toegelaten in hoofdbestemming, zijn toegelaten voor zover deze activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken. Deze functies mogen samen maximaal 25 % van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte innemen ongeacht op welk niveau deze worden ingericht. Per bedrijf is één bedrijfs- of conciërgewoning toegelaten, mits deze geïntegreerd is in het bedrijfsgebouw en de totale vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 200 m². 1.3 infrastructuur I.f.v. de ontwikkeling van het bedrijventerrein zijn onderdelen bestemd voor aanleg van wegeninfrastructuur, afwatering, parkeergelegenheid en andere voorzieningen. De ontsluiting van het bedrijventerrein dient te gebeuren via het op plan aangeduide aanzet van tracé. De aanzet van wegentracé sluit aan op de ontsluiting op het aanpalende bedrijventerrein. Met het bedrijventerrein in het zuiden dient er - cf. de bepalingen van artikel 16 - een noodverbinding te worden voorzien voor veiligheidsdoeleinden. 1.4 toegang sporen Bij de ontwikkeling van de zone moet een toegang tot de sporen (art. 12) worden voorzien ter vervanging van de bestaande toegang via de dreef (art. 17). 1.5 landschappelijk groenscherm De op plan aangeduide plaats dient voorbehouden voor de aanleg van een landschappelijk groenscherm. 20 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

21 ART. 3 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL NOORD 2 inrichting en beheer 2.1 inrichting van het bedrijventerrein. De inrichting van het bedrijventerrein dient in functie te staan van een hoogkwalitatieve en duurzame ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor: een optimaal ruimtegebruik, mogelijkheid voor gemeenschappelijke voorzieningen, groeperen van parkeer- en andere voorzieningen, hoogkwalitatieve inrichting van het openbaar domein en haar omgeving en een optimale integratie in de omgeving, zowel landschappelijk als wat betreft hinderaspecten. Bij de vergunningsaanvraag voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein dient een inrichtingsstudie te worden gevoegd, die geldt als informatief document voor de vergunningverlenende instantie i.f.v. de beoordeling van de vergunningsaanvraag. De inrichtingsstudie dient minstens te omvatten: de voorziene wegen- en andere infrastructuurwerken een gedetailleerd beplantingsplan, met weergave van (wintergroene) soorten en vermoedelijke hoogte maatregelen ten behoeve van milieu- en waterbeheersing publiciteitsmiddelen en bewegwijzering 2.2 kavelgrootte De maximale perceelsoppervlakte bedraagt 5000 m². Uitzonderingen zijn toegestaan voor: één perceel in functie van een optimale invulling en benutting van het bedrijventerrein, op voorwaarde dat de globale opzet van het terrein niet in het gedrang komt en voor zover de oppervlakte van dit perceel niet groter is dan m² één perceel met één of meerdere bedrijfsverzamelgebouwen, voor zover de oppervlakte van dit perceel niet groter is dan 1 ha De afwijkingsmogelijkheid inzake perceelsoppervlakte is bedoeld voor eind- of hoekpercelen, waar omwille van optimale benutting van het terrein de mogelijkheden open gelaten worden om aldaar toch een kavel te voorzien met een grotere oppervlakte. Deze afwijkingsmogelijkheid kan enkel om duidelijk aantoonbare redenen toegelaten worden. 2.3 bezettings- en bebouwingscoëfficient Binnen de zone geldt een minimale bezettingscoëfficiënt van 50% en een minimale bebouwingscoëfficiënt van 25% Bezettingscoëfficiënt: de bezettingscoëfficiënt is de verhouding tussen de oppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden ten opzichte van de totale oppervlakte van het perceel. Onder oppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden worden alle oppervlaktes gerekend ingenomen door (bedrijfs)gebouwen, verhardingen die functioneel noodzakelijk zijn voor de economische activiteit (i.f.v. parking, dienstwegen, stapelplaatsen in open lucht, ) en constructies die geen gebouwen WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 21

22 ART. 3 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL NOORD 2.4 inplanting van de bedrijfsgebouwen plaatsing t.o.v. de rooilijn De voorbouwlijn, die geldt als uiterste bouwgrens, situeert zich op 5 meter van de rooilijn van de interne wegenis plaatsing t.o.v. de zijperceelsgrens De afstand tot de zijperceelsgrens bedraagt min. 4 meter, tenzij wordt geopteerd om op de perceelsgrens te bouwen, ofwel als koppelbouw, ofwel met een afgewerkte gevel. zijn (dockshelters, laaddokken, ). Bebouwingscoëfficiënt: de bebouwingscoëfficiënt is de verhouding tussen de oppervlakte ingenomen door gebouwen ten opzichte van de totale oppervlakte van het perceel. Een gebouw is een constructie die minstens een dak heeft. Ook ondermeer uitkragende luifels aan een gebouw en halfopen stapelplaatsen (bv in functie van drogen van materiaal) worden als gebouw meegerekend. Dit houdt in dat ook verder van de rooilijn kan worden gebouwd. Er dient bovendien rekening te worden gehouden met normen inzake brandveiligheid plaatsing t.o.v. de achterperceelsgrens De afstand tot de achterperceelsgrens moet, onverminderd de bepalingen inzake het landschappelijk groenscherm, min. 5 meter bedragen. 2.5 bouwhoogte De maximale hoogte van de gebouwen bedraagt 10 meter. Bij koppeling moet de hoogte voor wat betreft de eerste 10 meter gemeten vanaf de zijperceelsgrens waar de bebouwing gekoppeld wordt dezelfde zijn als deze van de bebouwing op het aanpalend perceel. 2.6 vormgeving en materiaalgebruik De gebouwen moeten qua uitzicht een plat dak hebben, met aan alle zijden een horizontale dakrand. Licht hellende daken kunnen enkel worden toegelaten voor zover de nok lager is dan de horizontale dakrand. Voor de gevels mogen enkel esthetisch verantwoorde materialen worden gebruikt met in hoofdzaak neutrale kleuren en grijswaarden. 22 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

23 ART. 3 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL NOORD 2.7 inritten Er mag enkel toegang worden genomen vanaf de interne wegenis op het bedrijventerrein. Per bedrijf mag slechts één gecombineerde in- en uitrit worden voorzien met een maximale breedte van 8 meter ter hoogte van de rooilijn. 2.8 parkeergelegenheid en laad- en losplaatsen Voor elk bedrijf dient op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien voor eigen wagenpark, personeel en bezoekers, als ook voldoende los- en laadruimte. Van deze verplichting kan worden afgeweken indien wordt geopteerd voor gemeenschappelijk parkeer- en laad- en losvoorzieningen, waarbij de beschikbare ruimte overeenstemt met de gezamenlijke behoefte. 2.9 landschappelijk groenscherm Het op plan aangeduide landschappelijk groenscherm moet, in combinatie met de waterloop met groenscherm op het aanpalende spoorwegdomein, ingericht en in stand worden gehouden i.f.v. een landschappelijke afwerking. Ze moet bestaan uit een hoogstammige bomenrij, aangevuld met struweel met een breedte van min. 3 meter binnen een groenstrook van min. 10 meter vanaf (de nieuwe grens van) het spoorwegdomein. T.o.v. de waterloop dient i.f.v. onderhoud een strook van 5 meter te worden vrijgehouden, waarbinnen beperkingen gelden inzake beplantingen en afsluitingen, cf. de richtlijnen van de beherende instantie. De inrichting en de in stand houding van dit landschappelijk groenscherm is - samen met de aanleg van de waterloop met groenscherm binnen de spoorweg cf. de bepalingen van art. 12 en de bufferzone cf. de bepalingen van art. 7 - een op te nemen voorwaarde bij de inrichting van het lokaal bedrijventerrein. Onderstaande schetsen geven een indicatief beeld van mogelijke inrichting van het landschappelijk groenscherm. N.a.v. de verplichte inrichtingsstudie zal de inrichting verder uitgewerkt moeten worden. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 23

24 ART. 3 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL NOORD 2.10 inrichting van de niet bebouwde ruimte De niet-bebouwde ruimte moet hoofdzakelijk ingericht worden als groenzone, behoudens toeritten en parkeervoorzieningen en laad- en losplaatsen. In de strook tussen de rooilijn en de voorbouwlijn dient een groenzone te worden aangelegd, bestaande uit grasperk, heesters en/of bomen, die enkel mag worden onderbroken ter hoogte van de in- en uitrit. Dit is de eerste 5 meter vanaf de rooilijn criteria bij inrichting bedrijfspercelen Onverminderd bovenvermelde bestemmings- en inrichtingsvoorschriften gelden voor de inrichting van het bedrijfsperceel volgende criteria van duurzame kwaliteit: zuinig en compact ruimtegebruik; kwalitatief kleur- en materiaalgebruik; waterbeheersing; doeltreffende maatregelen inzake milieu en veiligheid; rationeel energiegebruik (REG); Bij elke vergunningsaanvraag dient een inrichtingsstudie te worden gevoegd, die geldt als informatief document voor de vergunningverlenende instantie i.f.v. de beoordeling van de vergunningsaanvraag. De inrichtingsstudie dient minstens te omvatten: de geplande bouwwerken; de toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen, laad- en losplaatsen, niet overdekte stapelplaatsen en afsluitingen; een gedetailleerd beplantingsplan, met weergave van (wintergroene) soorten en vermoedelijke hoogte; maatregelen ten behoeve van milieu- en waterbeheersing; publiciteitsmiddelen. 24 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

25 ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie bedrijvigheid. 1.1 hoofdbestemming Het bedrijventerrein is bestemd voor lokale bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten: productie, opslag en verwerking van goederen productie van energie, uitgezonderd het plaatsen van windturbines onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten distributiebedrijven Daarnaast zijn volgende activiteiten eveneens toegelaten: groothandel Een lokaal bedrijf is een bewerkend en verwerkend bedrijf (inclusief tertiaire dienstverlening) dat een verzorgend karakter heeft ten aanzien van de omgeving, dat wat schaal betreft aansluit bij de omgeving en beperkt is van omvang.(rsv) Met productie van energie wordt verstaan installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie, warmtekrachtkoppeling,.... Het plaatsen van windturbines wordt hier niet toegestaan. Energieopwekking d.m.v. biomassa wordt gezien als afvalverwerking en is bijgevolg niet toegestaan. Met distributiebedrijven wordt bedoeld bedrijven met als activiteit ophalen, opslaan en sorteren van goederen i.f.v. levering aan bedrijven of eindgebruikers (bv. e-commerce). Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: kleinhandel horeca agrarische productie autonome kantoren en kantoorachtigen transportbedrijven afvalverwerking met inbegrip van recyclage verwerking en bewerking van mest en slib milieubelastende bedrijven inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Met groothandel wordt bedoeld bedrijven die intermediair zijn tussen de producenten van goederen en de detailhandelaars voor dezelfde goederen.(serv) Kleinhandel is distribuerende handel die zich richt op de verkoop van producten aan eindgebruikers. Met autonome kantoren wordt bedoeld bedrijven met als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening met een hoofdzakelijk administratief karakter en een hoge personeelsintensiteit. De kantooractiviteit is hier niet ondergeschikt aan andere bedrijfsactiviteiten zoals productie of verwerking van goederen. Onder kantoorachtigen worden studie-, ontwerpbureaus, softwarebedrijven e.d. begrepen. Met transportbedrijven wordt bedoeld bedrijven met als activiteit vervoer van goederen tussen bedrijven. Deze bepaling slaat op alle inrichtingen die vallen onder de toepassing van de SEVESO-bedrijven, zowel hogedrempelinrichtingen als lagedrempelinrichtingen. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 25

26 ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID 1.2 nevenbestemming Kantoren, toonzalen en verkoopsruimtes, ondergeschikt en gekoppeld aan de activiteiten toegelaten in hoofdbestemming, zijn toegelaten voor zover deze activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken. Deze functies mogen samen maximaal 25 % van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte innemen ongeacht op welk niveau deze worden ingericht. Per bedrijf is één bedrijfs- of conciërgewoning toegelaten, mits deze geïntegreerd is in het bedrijfsgebouw en de totale vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 200 m². 1.3 infrastructuur I.f.v. de ontwikkeling van het bedrijventerrein zijn onderdelen bestemd voor aanleg van wegeninfrastructuur, afwatering, parkeergelegenheid en andere voorzieningen. De ontsluiting van het bedrijventerrein dient te gebeuren via de zone voor gemeenschapsvoorzieningen. De interne wegenis sluit via het verbindingspunt (art. 15) aan op de ontsluiting vanaf de Albrecht Rodenbachstraat doorheen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Met het bedrijventerrein in het noorden dient er - cf. de bepalingen van artikel 16 - een noodverbinding te worden voorzien voor veiligheidsdoeleinden. 1.4 bestaande woning met erf De op plan aangeduide bestaande woning met erf en bijgebouwen kan behouden blijven en cf. de bepalingen van 2.11 worden verbouwd, herbouwd en uitgebreid. 1.5 deelgebied buffer Het op plan aangeduide deelgebied voor buffer dient vrijgehouden voor de aanleg van een landschappelijke buffer. De bestaande inrit binnen deze strook mag worden behouden, alsook de bestaande berging. 26 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

27 ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID 2 inrichting en beheer 2.1 inrichting van het bedrijventerrein. De inrichting van het bedrijventerrein dient in functie te staan van een hoogkwalitatieve en duurzame ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor: een optimaal ruimtegebruik, mogelijkheid voor gemeenschappelijke voorzieningen, groeperen van parkeer- en andere voorzieningen, hoogkwalitatieve inrichting van het openbaar domein en haar omgeving en een optimale integratie in de omgeving, zowel landschappelijk als wat betreft hinderaspecten. Bij de vergunningsaanvraag voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein dient een inrichtingsstudie te worden gevoegd, die geldt als informatief document voor de vergunningverlenende instantie i.f.v. de beoordeling van de vergunningsaanvraag. 2.2 kavelgrootte De maximale perceelsoppervlakte bedraagt 5000 m². Uitzonderingen zijn toegestaan voor: één perceel in functie van een optimale invulling en benutting van het bedrijventerrein, op voorwaarde dat de globale opzet van het terrein niet in het gedrang komt en voor zover de oppervlakte van dit perceel niet groter is dan m² één perceel met één of meerdere bedrijfsverzamelgebouwen, voor zover de oppervlakte van dit perceel niet groter is dan 1 ha. De inrichtingsstudie dient minstens te omvatten: de voorziene wegen- en andere infrastructuurwerken; een gedetailleerd beplantingsplan, met weergave van (wintergroene) soorten en vermoedelijke hoogte; maatregelen ten behoeve van milieu- en waterbeheersing; publiciteitsmiddelen en bewegwijzering. De afwijkingsmogelijkheid inzake perceelsoppervlakte is bedoeld voor eind- of hoekpercelen, waar omwille van optimale benutting van het terrein de mogelijkheden open gelaten worden om aldaar toch een kavel te voorzien met een grotere oppervlakte. Deze afwijkingsmogelijkheid kan enkel om duidelijk aantoonbare redenen toegelaten worden. 2.3 bezettings- en bebouwingscoëfficient Binnen de zone geldt een minimale bezettingscoëfficiënt van 50% en een minimale bebouwingscoëfficiënt van 25%. Bezettingscoëfficiënt: de bezettingscoëfficiënt is de verhouding tussen de oppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden ten opzichte van de totale oppervlakte van het perceel. Onder oppervlakte ingenomen voor bedrijfsdoeleinden worden alle oppervlaktes gerekend ingenomen door (bedrijfs)gebouwen, verhardingen die functioneel noodzakelijk zijn voor de economische activiteit (i.f.v. parking, dienstwegen, stapelplaatsen in open lucht, ) en constructies die geen gebouwen WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 27

28 ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID 2.4 inplanting van de bedrijfsgebouwen plaatsing t.o.v. de rooilijn De verplichte voorbouwlijn situeert zich op 3 meter van de rooilijn van de interne wegenis plaatsing t.o.v. de zijperceelsgrens De afstand tot de zijperceelsgrens bedraagt min. 4 meter, tenzij wordt geopteerd om op de perceelsgrens te bouwen, ofwel als koppelbouw, ofwel met een afgewerkte gevel. zijn (dockshelters, laaddokken, ). Bebouwingscoëfficiënt: de bebouwingscoëfficiënt is de verhouding tussen de oppervlakte ingenomen door gebouwen ten opzichte van de totale oppervlakte van het perceel. Een gebouw is een constructie die minstens een dak heeft. Ook ondermeer uitkragende luifels aan een gebouw en halfopen stapelplaatsen (bv in functie van drogen van materiaal) worden als gebouw meegerekend. Die verplichting geldt voor min. de helft van de voorgevel. Er dient bovendien rekening te worden gehouden met normen inzake brandveiligheid plaatsing t.o.v. de achterperceelsgrens. De afstand tot de achterperceelsgrens moet, onverminderd de bepalingen inzake het landschappelijk groenscherm, min. 5 meter bedragen. 2.5 bouwhoogte De maximale hoogte van de gebouwen bedraagt 8 meter. Aan de voorzijde moet de hoogte minimum 6 meter bedragen. Bij koppeling moet de hoogte voor wat betreft de eerste 10 meter gemeten vanaf de zijperceelsgrens waar de bebouwing gekoppeld wordt dezelfde zijn als deze van de bebouwing op het aanpalend perceel. 28 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

29 ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID 2.6 vormgeving en materiaalgebruik De gebouwen moeten qua uitzicht een plat dak hebben, met aan alle zijden een horizontale dakrand. Licht hellende daken kunnen enkel worden toegelaten voor zover de nok lager is dan de horizontale dakrand. Voor de gevels mogen enkel esthetisch verantwoorde materialen worden gebruikt met in hoofdzaak neutrale kleuren en grijswaarden. 2.7 inritten Er mag enkel toegang worden genomen vanaf de interne wegenis op het bedrijventerrein, onverminderd de bepalingen inzake de bestaande woning met erf, cf Per bedrijf mag slechts één gecombineerde in- en uitrit worden voorzien met een maximale breedte van 8 meter, ter hoogte van de rooilijn. In afwijking van bovenstaande bepalingen mag naar het erf met bestaande woning toegang worden genomen vanaf de Ganzestraat, doch enkel ten behoeve van het erf met woning en bergplaatsen. Bij ontwikkeling als bedrijfsperceel met toegang vanaf de interne wegenis, dient voor de bedrijfsgebouwen toegang te worden genomen vanaf de interne wegenis. 2.8 parkeergelegenheid en laad- en losplaatsen Voor elk bedrijf dient op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien voor eigen wagenpark, personeel en bezoekers, als ook voldoende los- en laadruimte. Van deze verplichting kan worden afgeweken indien wordt geopteerd voor gemeenschappelijk parkeer- en laad- en losvoorzieningen, waarbij de beschikbare ruimte overeenstemt met de gezamenlijke behoefte. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 29

30 ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID 2.9 inrichting van de niet bebouwde ruimte De niet-bebouwde ruimte moet hoofdzakelijk ingericht worden als groenzone, behoudens toeritten en parkeervoorzieningen en laad- en losplaatsen. In de strook tussen de rooilijn en de voorbouwlijn dient een groenzone te worden aangelegd, bestaande uit grasperk, heesters en/of bomen, die enkel mag worden onderbroken ter hoogte van de in- en uitrit criteria bij inrichting bedrijfspercelen Onverminderd bovenvermelde bestemmings- en inrichtingsvoorschriften gelden voor de inrichting van het bedrijfsperceel volgende criteria van duurzame kwaliteit: zuinig en compact ruimtegebruik; kwalitatief kleur- en materiaalgebruik; waterbeheersing; doeltreffende maatregelen inzake milieu en veiligheid; rationeel energiegebruik (REG). Bij elke vergunningsaanvraag dient een inrichtingsstudie te worden gevoegd, die geldt als informatief document voor de vergunningverlenende instantie i.f.v. de beoordeling van de vergunningsaanvraag. De inrichtingsstudie dient minstens te omvatten: de geplande bouwwerken; de toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen, laad- en losplaatsen, niet overdekte stapelplaatsen en afsluitingen; een gedetailleerd beplantingsplan, met weergave van (wintergroene) soorten en vermoedelijke hoogte; maatregelen ten behoeve van milieu- en waterbeheersing; publiciteitsmiddelen bestaande woning met erf De bestaande woning en bijhorende bijgebouwen mogen worden verbouwd en herbouwd en de bestaande woning mag worden uitgebreid tot een volume van max m³. Bovendien zijn de bepalingen van VCRO art t.e.m , met bijhorende uitvoeringsbesluiten van toepassing. 30 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

31 ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID In afwijking van de bepaling 2.7 mag vanaf de Ganzestraat toegang worden genomen tot de woning met bij de woning horende bijgebouwen, evenwel niet tot bedrijfsgebouwen deelgebied buffer Het op plan aangeduide deelgebied voor buffer dient ingericht als landschappelijke buffer, ofwel cf. de bepalingen van art. 7, ofwel als dicht landschappelijk groenscherm als onderdeel van de tuinaanleg bij het erf met de bestaande woning. De bestaande inrit binnen deze strook mag worden behouden, alsook de bestaande berging. Bij de aanleg van een dicht landschappelijk groenscherm dient gestreefd naar een landschappelijk kwalitatieve afwerking aan de straatzijde, als aanvulling en in harmonie met de aanpalende bufferzone bufferzone De inrichting en het in stand houden van de bufferzones tussen deze zone en de aangrenzende zones, cf. de bepalingen van artikel 7, is een verplicht op te nemen voorwaarde bij de inrichting van het lokaal bedrijventerrein. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 31

32 32 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

33 ART. 5 - ZONE BESTAAND BEDRIJF 1 bestemming Deze zone is bestemd voor bedrijfsactiviteiten, als onderdeel van het bedrijf, palend aan het plangebied. In het kader van wijziging van de inrichting van het bedrijf mag de zone of delen ervan worden toegevoegd aan de aanpalende zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Voor betreffende gronden gelden dan de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van artikel 6. Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie bedrijvigheid. De gronden maken deel uit van het bedrijfsperceel en zijn deels verhard als toerit en deels als buffer aangelegd. 2 inrichting en beheer 2.1 inplanting Ten behoeve van de bestemming mogen binnen de zone gebouwen en installaties worden opgericht en leidingen en verhardingen worden aangelegd. De afstand van de bebouwing en de bovengrondse installaties tot de zone- of perceelsgrenzen moet min. 5 meter bedragen. Deze bepaling geldt niet t.o.v. de grens van het aanpalend bedrijf buiten het plangebied. Binnen deze bouwvrije stroken kunnen evenwel beperkte gebouwtjes en constructies ten behoeve van nutsvoorzieningen worden toegelaten. Voor ontsluitingsmogelijkheden van het bestaand bedrijf wordt ook verwezen naar de bepalingen van art terreinbezetting De terreinbezetting met bebouwing en installaties mag max. 70 % van de zone bedragen. 2.3 volume De nokhoogte mag max. 8 meter bedragen, doch de hoogte mag nooit meer bedragen dan de afstand tot de perceelsgrens. Deze bepaling WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 33

34 ART. 5 - ZONE BESTAAND BEDRIJF geldt niet t.o.v. de grens van het aanpalend bedrijf buiten het plangebied. Deze maximumhoogte geldt niet voor schoorstenen, masten, antennes en andere technische uitrusting, voor zover deze max. 1% van de totale bebouwbare oppervlakte beslaan en mits ze ingeplant worden op minimum een zelfde afstand van de zonegrens als hun hoogte. Voor terreinophogingen en stapelplaatsen geldt een maximum hoogte van 8 meter, doch de hoogte mag nooit meer bedragen dan de afstand tot de perceelsgrens. Deze bepaling geldt niet t.o.v. de grens van het aanpalend bedrijf buiten het plangebied. 2.4 vormgeving De dakvorm is vrij. 2.5 bufferzone De inrichting en het in stand houden van de bufferzone tussen deze zone en de tuinen van de woningen aan de A. Rodenbachstraat, cf. de bepalingen van artikel 7, is - onverminderd de bepaling 2.2 in art. 7 - een verplicht op te nemen voorwaarde bij de inrichting van de zone i.f.v. bedrijvigheid. De strook bestaat gedeeltelijk uit een groene bufferzone (met een beperktere breedte), en gedeeltelijk uit verharding i.f.v. toeritten (cf. het SBPA en de voorwaarden bij de stedenbouwkundige vergunning). 34 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

35 ART. 6 - ZONE GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie gemeenschaps- en nutsvoorzieningen. 1.1 hoofdbestemming Deze zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen, met inbegrip van opslagruimte en beperkte ambachtelijke activiteiten, voor zover deze verband houden met gemeenschapsvoorzieningen. Vooropgestelde gemeenschapsvoorzieningen zijn enerzijds gemeentelijke technische diensten en anderzijds sport, niet in open lucht. 1.2 ontsluitingsweg I.f.v. de ontsluiting van het lokaal bedrijventerrein vanaf de Albrecht Rodenbachstraat zijn onderdelen van deze zone bestemd voor aanleg van wegeninfrastructuur. De ontsluiting van het bedrijventerrein dient te gebeuren via de zone voor gemeenschapsvoorzieningen. De aansluiting met het lokaal bedrijventerrein gebeurt via het verbindingspunt (art. 15) en de ontsluiting vanaf de Albrecht Rodenbachstraat doorheen de bufferzone. 1.3 landschappelijk groenscherm De op plan aangeduide plaats dient voorbehouden voor de aanleg van een landschappelijk groenscherm. 2 inrichting en beheer 2.1 inplanting De afstand van bebouwing en bovengrondse installaties tot de zone- of perceelsgrenzen moet min. 5 meter bedragen. Binnen deze bouwvrije stroken kunnen evenwel beperkte gebouwtjes en constructies ten behoeve van nutsvoorzieningen worden toegelaten. 2.2 terreinbezetting De terreinbezetting met bebouwing en installaties mag max. 70 % van de zone bedragen. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 35

36 ART. 6 - ZONE GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN 2.3 volume De maximale bouwhoogte bedraagt 8 meter, doch de hoogte mag nooit meer bedragen dan de afstand tot de perceelsgrens of de grens van de bufferzone. Deze maximumhoogte geldt niet voor schoorstenen, masten, antennes en andere technische uitrusting, die een hoogte van 30 meter mogen hebben. Voor terreinophogingen en stapelplaatsen (bouwafval of bouwmaterialen e.d.) geldt een maximum hoogte van 8 meter, doch de hoogte mag nooit meer bedragen dan de afstand tot de perceelsgrens of de grens van de bufferzone. 2.4 vormgeving De dakvorm is vrij. 2.5 terreinaanleg De niet door gebouwen, parkeervoorzieningen en wegenis gebruikte delen van het terrein moeten als groenzone worden aangelegd en in stand worden gehouden. Onderstaande schetsen geven een indicatief beeld van mogelijke inrichting van het landschappelijk groenscherm. N.a.v. de verplichte inrichtingsstudie zal de inrichting verder uitgewerkt moeten worden. 2.6 landschappelijk groenscherm Het op plan aangeduide landschappelijk groenscherm moet, in combinatie met de waterloop met groenscherm op het aanpalende spoorwegdomein, ingericht en in stand worden gehouden i.f.v. een landschappelijke afwerking. Ze moet bestaan uit een hoogstammige bomenrij, aangevuld met struweel met een breedte van min. 3 meter binnen een groenstrook van min. 10 meter vanaf (de nieuwe grens van) het spoorwegdomein. T.o.v. de waterloop dient i.f.v. onderhoud een strook van 5 meter te worden vrijgehouden, waarbinnen beperkingen gelden inzake beplantingen en afsluitingen, cf. de richtlijnen van de beherende instantie. 36 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

37 ART. 6 - ZONE GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN De inrichting en de in stand houding van dit landschappelijk groenscherm is - samen met de aanleg van de waterloop met groenscherm binnen de spoorweg cf. de bepalingen van art. 12 en de bufferzone cf. de bepalingen van art. 7 - een op te nemen voorwaarde bij de inrichting van het lokaal bedrijventerrein. 2.7 ontsluitingsweg Bij de inrichting van de ontsluiting vanaf de A. Rodenbachstraat en van de verbinding met het bedrijventerrein dient, rekening houdend met de verschillende vervoersmiddelen, gestreefd naar maximale veiligheid voor de verschillende weggebruikers. Bij de aanleg van de ontsluitingsweg naast het parkgebied dient een groenafscherming te worden voorzien cf. de inrichting van de verbinding doorheen de bufferzone naar de Albrecht Rodenbachstraat. 2.8 bufferzone De inrichting van de bufferzone, cf. de bepalingen van artikel 7, is een op te nemen voorwaarde bij de inrichting van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 37

38 38 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

39 ART. 7 - BUFFERZONE 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie bedrijvigheid. Deze zone is bestemd voor de aanleg van een groene bufferzone. t.b.v. landschappelijke inkleding en beperking van milieuhinder t.o.v. de omgeving. Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen, verpakkingen e.d. verboden. T.b.v. de ontsluiting van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen en het lokaal bedrijventerrein mag in een deel van de bufferzone aan de Albrecht Rodenbachstraat wegenis worden aangelegd, mits dit gebeurt cf. de inrichtingsbepalingen (2.3) van deze bufferzone en met aandacht voor de verkeersveiligheid, cf. de bepalingen van art. 6, 2.7. De bufferzone ten noorden van het gemengd woongebied kan worden ingenomen als uitbreiding van het bestaande bedrijf, waarbij de bestemming vervalt en de strook bestemd wordt cf. de bepalingen van art. 3. Inname i.f.v. ontsluiting voor het bestaande bedrijf via de interne wegenis van de zone art. 3 is eveneens toegestaan. Er mag daarbij geen doorgaand verkeer mogelijk zijn naar de Kwadeplasstraat. Vanaf de Kwadeplasstraat moet de toegang beperkt worden tot de bestaande woning met erf en bijgebouwen. Hiermee wordt het bestaand bedrijf aan de Kwadeplasstraat bedoeld, deel uitmakend van de zone art inrichting en beheer 2.1 bufferzone lokaal bedrijventerrein en bestaande bedrijf De bufferzones moeten deskundig worden aangelegd en gehandhaafd worden. Ze moeten minstens de op plan voorziene breedte hebben en vanaf het bedrijventerrein achtereenvolgens bestaan uit: De breedte van de buffer is bepaald op 20 meter. Aan de Ganzestraat moet deze breedte gerekend worden vanaf de rand van de verharding (rijweg of parkeerplaatsen). WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 39

40 ART. 7 - BUFFERZONE een berm met een breedte van 10 meter en een hoogte van min. 2,50 meter, beplant met streekeigen beplantingen, geflankeerd door een bomenrij; voor het overige aangevuld met een grasperk met bomenrij tot de grens van de bufferzone. Voor het overige geldt binnen de bufferzone een bouwverbod, behoudens voor kleine constructies en inrichtingen t.b.v. nutsvoorzieningen of onderhoud. en afsluitingen, bestaande uit paaltjes en draad met een max. hoogte van 2,50 meter. Onderstaande schetsen geven een indicatief beeld van mogelijke inrichting van de bufferzone. N.a.v. de verplichte inrichtingsstudie zal de inrichting verder uitgewerkt moeten worden. 2.2 verharding in bufferzone bij het bestaande bedrijf De op plan aangeduide vergunde bestaande verharding binnen de bufferzone kan worden behouden. 2.3 toegang A. Rodenbachstraat Bij de inrichting van de ontsluiting vanaf de A. Rodenbachstraat, die ook fungeert als verbinding met het bedrijventerrein dient, rekening houdend met de verschillende vervoersmiddelen, gestreefd naar maximale veiligheid voor de verschillende weggebruikers. De bufferzone bij die toegang dient enerzijds te worden ingericht onder de vorm van laanbeplanting aan weerszijden van de toegangsweg aan de oostelijke zijde en anderzijds onder de vorm van een grasperk tot tegenaan de tuin van de aanpalende woning. 2.4 realisatie De inrichting van deze bufferzones is een op te nemen voorwaarde bij de inrichting van het lokaal bedrijventerrein, de uitbreiding van het bestaande bedrijf en de zone voor gemeenschapsvoorzieningen, cf. de bepalingen van de artikelen 3, 4, 5 en/of 6. De aanleg moet gebeuren voor aanvang van infrastructuurwerken i.f.v. de inrichting van voormelde respectievelijke zones. 40 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

41 ART. 8 - TUINZONE 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie wonen. Deze zone is bestemd voor bergplaatsen, tuin, terrassen, verhardingen e.a. voorzieningen, horend bij een woonbestemming (gesitueerd buiten het plangebied). 2 inrichting en beheer 2.1 inplanting gebouwen De gebouwen moeten op min. 8 meter achter de rooilijn van de A. Rodenbachstraat en ofwel op 1 meter van de perceelsgrens worden opgericht, ofwel op de perceelsgrens als koppeling mogelijk is met een analoog buurgebouw. 2.2 terreinbezetting De bebouwing mag een max. oppervlakte hebben van 30 m², voor zover de bezetting niet meer bedraagt dan 20% van het gedeelte van het perceel dat binnen deze zone gelegen is. 2.3 volume De bouwhoogte mag max. 1 bouwlaag omvatten met een max. hoogte van 3 meter op de perceelsgrens en een max. nokhoogte van 5 meter. 2.4 vormgeving De dakvorm is vrij. 2.5 afsluitingen Enkel afsluitingen, bestaande uit hout, paaltjes en draad en/of levende hagen met een max. hoogte van 2 meter zijn toegelaten. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 41

42 ART. 8 - TUINZONE 2.6 terreinaanleg De totale bebouwing en verharding mag niet meer bedragen dan 1/3 van het gedeelte van het perceel dat binnen deze zone gelegen is. 42 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

43 ART. 9 - ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie bedrijvigheid. 1.1 bedrijvigheid Het gebied is bestemd voor lokale bedrijvigheid cf. de bestemmingsvoorschriften van art bestaande woning met erf De op plan aangeduide bestaande woning met erf en bijgebouwen kan behouden blijven en cf. de bepalingen van 2.6 worden verbouwd, herbouwd en uitgebreid. I.f.v. de toegelaten bestemmingen zijn alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn om de bestemmingen te realiseren, toegelaten. Dit houdt in dat onderdelen van de zone ingenomen of bestemd mogen worden voor bv. de aanleg van wegeninfrastructuur, afwatering, parkeergelegenheid of groenschermen en -buffers. 1.3 landschappelijk groenscherm De op plan aangeduide plaats dient voorbehouden voor de aanleg van een landschappelijk groenscherm. 2 inrichting en beheer 2.1 inplanting Ten behoeve van de bestemming mogen binnen de zone gebouwen en installaties worden opgericht en leidingen en verhardingen worden aangelegd. De afstand van de bebouwing en de bovengrondse installaties tot de zone- of perceelsgrenzen moet min. 5 meter bedragen. Binnen deze bouwvrije stroken kunnen evenwel beperkte gebouwtjes en constructies ten behoeve van nutsvoorzieningen worden toegelaten. 2.2 terreinbezetting De terreinbezetting met bebouwing en installaties mag max. 70 % van de zone bedragen. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 43

44 ART. 9 - ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID 2.3 volume De nokhoogte mag max. 8 meter bedragen, doch de hoogte mag nooit meer bedragen dan de afstand tot de perceelsgrens. Deze maximumhoogte geldt niet voor schoorstenen, masten, antennes en andere technische uitrusting, die een hoogte van 30 meter mogen hebben. Voor terreinophogingen en stapelplaatsen geldt een maximum hoogte van 8 meter, doch de hoogte mag nooit meer bedragen dan de afstand tot de perceelsgrens. 2.4 vormgeving De dakvorm is vrij. 2.5 landschappelijk groenscherm Het op plan aangeduide landschappelijk groenscherm moet, in combinatie met de waterloop met groenscherm op het aanpalende spoorwegdomein, ingericht en in stand worden gehouden i.f.v. een landschappelijke afwerking. Ze moet bestaan uit een hoogstammige bomenrij, aangevuld met struweel met een breedte van min. 3 meter binnen een groenstrook van min. 10 meter vanaf het spoorwegdomein. T.o.v. de waterloop dient i.f.v. onderhoud een strook van 5 meter te worden vrijgehouden, waarbinnen beperkingen gelden inzake beplantingen en afsluitingen, cf. de richtlijnen van de beherende instantie. De inrichting en het in stand houden van dit landschappelijk groenscherm is een voorwaarde bij de inrichting van de zone voor lokale bedrijvigheid. Onderstaande schetsen geven een indicatief beeld van mogelijke inrichting van het landschappelijk groenscherm. N.a.v. de verplichte inrichtingsstudie zal de inrichting verder uitgewerkt moeten worden. 2.6 bestaande woning met erfgoedwaarde De bestaande woning en bijhorende bijgebouwen mogen worden verbouwd en herbouwd en de bestaande woning mag daarbij worden uitgebreid tot een volume van max m³. 44 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

45 ART. 9 - ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID Renovatie, verbouwing en uitbreiding van het woonhuis en de schuur dienen volledig in functie te staan van het authentieke karakter van de gebouwen, waarbij zoveel mogelijk terug gegaan wordt naar de oorspronkelijke toestand. Storende elementen dienen weggewerkt of ingepast of verbouwd, zodat ze het geheel ondersteunen. De authentieke materialen dienen zoveel mogelijk aangewend. Afbraak kan enkel worden toegelaten indien de aanpalende gronden werden bestemd en ingericht cf. de bestemmingen, voorzien in het RUP, nl. bedrijvigheid en gemeenschapsvoorzieningen, waardoor de landschappelijke waarde van het bebouwd patrimonium geen onderdeel meer uitmaakt van de nieuw ingerichte omgeving, die in de plaats komt van het oorspronkelijke landschap. Via de Emiel Welvaertstraat mag toegang worden genomen tot de woning en bijhorende bijgebouwen, evenwel niet tot bedrijfsgebouwen. Bovendien zijn de bepalingen van VCRO art t.e.m , met bijhorende uitvoeringsbesluiten van toepassing, zoals o.m. het besluit inzake zonevreemde functiewijzigingen van bouwkundig erfgoed.. Het erf betreft een in oorsprong 18 eeuwse hoeve, waarbij het oorspronkelijke woonhuis en schuur een belangrijke erfgoedwaarde hebben en opgenomen zijn in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Het behoud en het opwaarderen van dit waardevol patrimonium en een zorguvlige aanleg van het bedrijfsperceel, met respect voor dit patrimonium dient gezien als een meerwaarde voor de kwaliteit van het bedrijfsperceel en zijn omgeving. Bij een vergunningsaanvrag voor afbraak dient cf. de wettelijke bepalingen voorafgaandelijk advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Bij inrichting van de zone i.f.v. bedrijfsactiviteiten dient voorzien te worden in een alternatieve ontsluiting via de interne wegenis van de aanpalende zones (art. 3, 4 en/of 6). WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 45

46 46 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

47 ART PARKGEBIED 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie overig groen. Dit gebied is bestemd als parkgebied i.f.v. behoud en ontwikkeling van het erfgoedlandschap onder de vorm van weiland of bos. 2 inrichting en beheer 2.1 erfgoedlandschap Het gebied is een erfgoedlandschap in de zin van het landschapsdecreet. De realisatie van de bestemmingen zijn toegelaten voor zover ze het erfgoedlandschap niet geheel of gedeeltelijk vernietigen of een betekenisvolle schade veroorzaken aan de waarden of de typische landschapskenmerken ervan. 2.2 schuilhokken I.f.v. het gebruik als weiland mogen beperkte schuilhokken t.b.v. weidedieren worden opgericht, mits dit gebeurt met een kwalitatieve vormgeving en in hout. Schuilhokken moeten minstens aan 1 zijde open zijn, afgedekt worden met een plat of licht hellend dak en met zijwanden in donker hout. Voor het ganse gebied mogen max. 2 schuilhokken worden voorzien met een oppervlakte van max. 25 m². Schuilhokken mogen niet als stalling worden gebruikt en kunnen enkel worden toegelaten als de aanvrager elders over een stalling beschikt. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 47

48 48 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

49 ART ALGEMENE OPENBARE BEPALINGEN WEGENIS 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie wonen. Deze zone is bestemd voor openbare weg en daarbij horende nutsinfrastructuur. 2 inrichting en beheer Binnen deze zone is geen bebouwing toegelaten, tenzij i.f.v. openbare nutsvoorzieningen, die verband houden met de openbare wegenis. Voor mechanisch verkeer mag vanaf de Kwadeplasstraat of vanaf de verlengde E. Welvaartstraat geen toegang worden genomen tot de lokale bedrijventerreinen. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 49

50 50 rup Albrecht Rodenbachstraat maart 2016 WVI

51 ART SPOORWEG 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie lijninfrastructuur. 1.1 hoofdbestemming Deze zone is bestemd voor spoorweginfrastructuur en aanhorigheden. 1.2 waterloop met groenscherm De op plan aangeduide plaats dient voorbehouden voor de aanleg van waterloop met groenscherm. Deze waterloop is bestemd voor de afwatering. Het groenscherm staat samen met het landschappelijk groenscherm op het aanpalende bedrijventerrein in voor de landschappelijke afscherming. 2 inrichting en beheer 2.1 spoorwegdomein In deze zone zijn alle werken en inrichtingen toegelaten, die dienstig zijn voor het goed functioneren van de spoorweginfrastructuur en aanhorigheden. 2.2 waterloop met groenscherm De op plan aangeduide waterloop met groenscherm moet, in combinatie met het landschappelijk groenscherm op het aanpalende lokaal bedrijventerrein ingericht en in stand worden gehouden i.f.v. een landschappelijke afwerking. Het groenscherm, aan te brengen tussen de spoorweg en de waterloop, moet bestaan uit een streekeigen beplanting met een breedte van min. 3 meter. T.o.v. de waterloop dient i.f.v. onderhoud een strook van 5 meter te worden vrijgehouden, waarbinnen beperkingen gelden inzake beplantingen en afsluitingen, cf. de richtlijnen van de beherende instantie. Onderstaande schetsen geven een indicatief beeld van mogelijke inrichting van het landschappelijk groenscherm. N.a.v. de verplichte inrichtingsstudie zal de inrichting verder uitgewerkt moeten worden. WVI maart 2016 rup Albrecht Rodenbachstraat 51

ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID TOELICHTEND. VERORDENEND stedenbouwkundige voorschriften. 1 bestemming. toelichting en visie

ART. 4 - LOKAAL BEDRIJVENTERREIN - DEEL ZUID TOELICHTEND. VERORDENEND stedenbouwkundige voorschriften. 1 bestemming. toelichting en visie 1 bestemming Dit bestemmingsvoorschrift behoort tot de categorie bedrijvigheid. 1.1 hoofdbestemming Het bedrijventerrein is bestemd voor lokale bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten: productie, opslag

Nadere informatie

Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen. 1.1.

Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen. 1.1. Voorschriften Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen 1. Begrippen 1.1. Eéngezinswoning Gebouw geschikt voor de huisvesting van één gezin of alleenstaande. 1.2. Nevenbestemming De nevenbestemming

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften Algemene voorschriften VERORDENEND 1. Algemeen Openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen kleine inrichtingen van openbaar nut zoals infrastructuur in verband met openbare

Nadere informatie

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN INHOUD 0. ALGEMENE BEPALINGEN 1 0.1 Algemene Definities... 1 0.1.1 Hoofdbestemming nevenbestemming van het hoofdgebouw... 1 0.1.2 Bouwdiepte... 1 0.1.3 Bouwlaag...

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.1. Het bedrijventerrein is bestemd voor bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten: productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen; productie van energie; onderzoeks-

Nadere informatie

Stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften Stedenbouwkundige voorschriften 0. ALGEMENE BEPALINGEN 1. OPGAVE VAN DE PLANOLOGISCHE VOORSCHRIFTEN DIE STRIJDIG ZIJN MET HET RUP EN DIE OPGEHEVEN WORDEN Het RUP vervangt de bestemmingen van het gewestplan

Nadere informatie

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen 7 VERORDENEND DEEL 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen 7.2.1 Gemeenschap- en openbare nutsvoorzieningen Gebouwen en/of constructies en infrastructuur

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften artikel 0: algemene bepalingen 1. begrippen 1.1. gebouw Elk bouwwerk, dat voor mensen een toegankelijk, overdekt en geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ART. 1: AMBACHTELIJKE ZONE 1. Bestemmingsomschrijving 1.1. Hoofdbestemming Lokale ambachtelijke bedrijven die geen abnormale hinder veroorzaken voor de directe omgeving.

Nadere informatie

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1 ZONE VOOR BEBOUWING (open) 1.1 HOOFDBESTEMMING Er wordt geopteerd voor open bebouwing met een logische ruimtelijke inplanting.

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Gebouwen en constructies voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut kunnen in het volledige plangebied voorzien worden mits ze qua volume en voorkomen

Nadere informatie

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein

Nadere informatie

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016 RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016 Gemeentelijk RUP nr. 2quater 'Zeedijk-Tennis' te Middelkerke Verordenend grafisch plan

Nadere informatie

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst GOEDGEKEURDE Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst 1. VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW 1.1. Bestemming hoofdgebouw 1.1.1. Hoofdbestemming Autostelplaats:

Nadere informatie

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN volgens vergunning nr. V/W036/1 goedgekeurd op 22/05/2017

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN volgens vergunning nr. V/W036/1 goedgekeurd op 22/05/2017 GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN volgens vergunning nr. V/W036/1 goedgekeurd op 22/05/2017 1. Bestemmingsvoorschriften 1.1. Hoofdbestemming Bouwen van ééngezinswoningen 1.2. Nevenbestemming

Nadere informatie

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging) gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging) Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk

Nadere informatie

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Er zijn meer dan voldoende

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ARTIKEL 0: ALGEMENE BEPALINGEN 1 begrippen 1.1 hoofdbestemming De hoofdbestemming is de bestemming die meer dan 70% van de totale vloeroppervlakte van een bedrijfsentiteit

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 1 hoofd- en nevenbestemming De hoofdbestemming is de bestemming die meer dan 70% van de totale vloeroppervlakte inneemt, dit t.a.v. het specifieke

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften art. 0: algemene bepalingen 1. begrippen 1.1. hoofd- en nevenbestemming De hoofdbestemming is de bestemming die meer dan 80% van de bebouwde oppervlakte mag innemen. De

Nadere informatie

Algemene bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen Eengezinswoning Zorgwoning

Algemene bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen Eengezinswoning Zorgwoning voorschriften Algemene bepalingen 1. Begrippen 1.1. Eengezinswoning Gebouw ingericht voor de huisvesting van één gezin of alleenstaande. 1.2. Zorgwoning Dit is een woning waarbij in een bestaande woning

Nadere informatie

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen 2. Stedenbouwkundige voorschriften 2.1. Algemeen 2.1.1. Begrippen bezettingsgraad De verhouding van de bebouwde oppervlakte van het deel van het perceel binnen een welbepaalde zone t.o.v. het volledige

Nadere informatie

GEMEENTE MEEUWEN-GRUITRODE. Verkavelingsvoorschriften half-open bebouwing

GEMEENTE MEEUWEN-GRUITRODE. Verkavelingsvoorschriften half-open bebouwing GEMEENTE MEEUWEN-GRUITRODE Verkavelingsvoorschriften half-open bebouwing Informatief Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context Bepalingen met betrekking tot bestemming - De hoofdbestemming: residentieel

Nadere informatie

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES 13 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Art. Zone voor bedrijvigheid/landbouw 13.1 CATEGORIE : BEDRIJVIGHEID 13.1.1 Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor (para-)agrarische activiteiten

Nadere informatie

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSWIJZIGING VAN EEN GOEDGEKEURDE, NIET-VERVALLEN VERKAVELING DD. 24/01/1964 NOOT: 1. De voorschriften van de oorspronkelijke verkaveling

Nadere informatie

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Quintyn Gebroeders bvba' te Zulte Verordenend grafisch plan 267V2 269Z 271S2

Nadere informatie

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Cardiff nv Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Cardiff nv' te Zulte Verordenend grafisch plan 1121B3 Legende Perimeter RUP art. 1: Zone

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften art. 0: algemene bepalingen 1. begrippen 1.1. eengezinswoning Gebouw ingericht voor de huisvesting van één gezin of alleenstaande. 1.2. zorgwoning Dit is een woning waarbij

Nadere informatie

Stedenbouwkundige. voorschriften

Stedenbouwkundige. voorschriften Stedenbouwkundige voorschriften 1. Algemene bepalingen 1. Algemene bepalingen De bij de voorschriften (kolom 2) dient samen met de stedenbouwkundige voorschriften als richtinggevende interpretatie van

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw Eigendom Vennootschap MAFAR, Louizalaan 149/24, 1050 Brussel. gevolmachtigde : NV. Select Bouw, Iepersestraat 181-185, 8800 Roeselare. BPA nr 1- Dorpskom, gedeeltelijke wijziging E. VK plan dd. 30. 10.

Nadere informatie

GEMEENTE MOORSLEDE RUP HERZIENING BPA KAMP

GEMEENTE MOORSLEDE RUP HERZIENING BPA KAMP 06294 GEMEENTE MOORSLEDE RUP HERZIENING BPA KAMP OKTOBER 2018 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN plan.id. RUP_36012_214_00007_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be

Nadere informatie

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ARTIKEL 1 ALGEMENE BEPALINGEN 1.1. TERMINOLOGIE Voor de toepassing van de onderhavige voorschriften wordt verstaan onder: 1. Halfopen bebouwing: bebouwingswijze waarbij het hoofdgebouw slechts één gemene

Nadere informatie

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013 Gemeente Staden Juni 2013 Opdracht: Opdrachtgever: Opdrachthouder: Gemeentebestuur Staden Marktplaats 2 8840 Staden Adoplan bvba Vaartlaan 28/1 9800 Deinze Tel: 09/241.53.70 Fax: 09/241.53.79 office@adoplan.be

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING 1. ALGEMEEN Alle werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, en in onderstaande voorschriften

Nadere informatie

Stedenbouwkundige. voorschriften

Stedenbouwkundige. voorschriften Stedenbouwkundige voorschriften Algemene voorschriften VERORDENEND Gebouwen en constructies voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut kunnen in het volledige plangebied voorzien worden mits ze qua

Nadere informatie

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT 16 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Art. Zone voor bedrijvigheid 16.1 CATEGORIE : BEDRIJVIGHEID 16.1.1 Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor één ambachtelijke bedrijf in functie

Nadere informatie

Stedenbouwkundige. voorschriften

Stedenbouwkundige. voorschriften Stedenbouwkundige voorschriften 1 A l g e m e n e v oor s c h r i f te n VERORDENEND 1. Algemene voorschriften In alle zones voorzien in dit plan mogen kleine inrichtingen van openbaar nut zoals infrastructuur

Nadere informatie

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET VERKAVELEN VAN GRONDEN 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

Nadere informatie

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften december 2018 Gemeentelijk

Nadere informatie

ALGEMENE BEPALINGEN TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 2. Bepalingen. toelichting en visie

ALGEMENE BEPALINGEN TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 2. Bepalingen. toelichting en visie Voorschriften ALGEMENE BEPALINGEN 1. V e r k a v e l i n g s v oor s c h r i f te n De bepalingen (tekstueel en grafisch) van de delen van de verkaveling VK136/65 dd. 04/03/1966 en dd. 14/05/1997 en VK

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften art. 0: algemene bepalingen 1. begrippen 1.1. hoofd- en nevenbestemming De hoofdbestemming is de bestemming die meer dan 80% van de bebouwde oppervlakte mag innemen. De

Nadere informatie

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011 Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN OP BEVEL:... DE VOORZITTER

Nadere informatie

BESTEMMING HOOFDGEBOUW, BIJGEBOUW, NIET-BEBOUWD GEDEELTE. eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen worden toegelaten.

BESTEMMING HOOFDGEBOUW, BIJGEBOUW, NIET-BEBOUWD GEDEELTE. eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen worden toegelaten. STEDENBOUWKUNDIGE EN (DOOR DE GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR AANGEPASTE VERSIE) OMGEVINGSVERGUNNING 201800250 VERKAVELEN VAN GRONDEN VAN ZAND LIGGING AANVRAAG: ELSSCHOT 12 (LOT 1 ) en ELSSCHOT 14 (LOT

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften Art 0: algemene bepalingen 1. begrippen 1.1. hoofd- en nevenbestemming De hoofdbestemming is de bestemming die meer dan 70% van de totale bebouwingsoppervlakte innemen.

Nadere informatie

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Projectzones Leemhoek. Zone P2 Projectzones Leemhoek Zone P2 Het Lot P2 is gelegen in de zone voor wonen 5 Meergezinswoningen binnen het Gemeentelijke Ruimtelijk Uitvoeringsplan Leemhoek zone 2. Volgende voorschriften zijn van toepassing

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ARTIKEL 0: ALGEMENE BEPALINGEN 1 begrippen 1.1 bebouwde oppervlakte Is de totale grondoppervlakte van één of meerdere bouwwerken. Verhardingen en constructies die geen

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN OVERZICHT BESTEMMINGSZONES zone 1 zone voor bedrijfswoning zone 2 bedrijfszone zone 3 zone voor verhardingen zone 4 bufferzone Zone 1 zone voor bedrijfswoning 1. KLEUR OF

Nadere informatie

DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN 0.1 Hoofd- en nevenbestemmingen Alle hoofdbestemmingen van de zones zijn voorgesteld op het plan. Nevenbestemmingen zijn alleen

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Sectoraal RUP- zonevreemde bedrijven, tweede fase. Stedenbouwkundige voorschriften. Aangepast op naar aanleiding van het openbaar onderzoek

Sectoraal RUP- zonevreemde bedrijven, tweede fase. Stedenbouwkundige voorschriften. Aangepast op naar aanleiding van het openbaar onderzoek Sectoraal RUP- zonevreemde bedrijven, tweede fase In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem Stedenbouwkundige voorschriften Aangepast op 18.05.06 naar aanleiding van het openbaar onderzoek Vansteelandt

Nadere informatie

10 DEELPLAN 10 - GARAGE VANDIERENDONCK

10 DEELPLAN 10 - GARAGE VANDIERENDONCK 10 DEELPLAN 10 - GARAGE VANDIERENDONCK Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Art. Zone voor bedrijvigheid 10.1 CATEGORIE : BEDRIJVIGHEID 10.1.1 Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor

Nadere informatie

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN INHOUD 0. Algemene bepalingen 2 0.1 Algemene Definities... 2 0.1.1 Bouwlaag... 2 0.1.2 Bouwhoogte... 2 0.1.3 Inplanting tov de zijkavelgrens... 3 0.1.4 terreinbezetting...

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Er zijn meer dan voldoende

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ART.1: WOONZONE VERORDENEND 1 Bestemmingsvoorschriften Deze zone behoort tot de gebiedscategorie wonen Deze zone is bestemd voor woningbouw, meer bepaald voor ééngezinswoningen,

Nadere informatie

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ AANVRAAG VAN EEN VERKAVELINGSVERGUNNING voor kavel 1 van het voorgelegd ontwerp Gemeente 2290 VORSELAAR, Sectie G, nrs.: 16/K, 16/L, 16/P2 Hildering 1 Keizershofstraat

Nadere informatie

Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp

Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE ADMINISTRATIE RUIMTELIJKE ORDENING, HUISVESTING EN MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN (AROHM) NR: RP990/36011/014.3 Brussel, 12 juli 2005 De Vlaamse Minister van

Nadere informatie

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING i STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING VK CAYEPOLDER 9e-Li NIELAAN 4 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

Nadere informatie

Stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften Stedenbouwkundige voorschriften 0. ALGEMENE BEPALINGEN 1. OPGAVE VAN DE PLANOLOGISCHE VOORSCHRIFTEN DIE STRIJDIG ZIJN MET HET RUP EN DIE OPGEHEVEN WORDEN Het RUP vervangt de bestemmingen van het gewestplan

Nadere informatie

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN 1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN Specifieke stedenbouwkundige voorschriften Art. 1.1 Zone voor bedrijvigheid 1.1.1 Bestemming Hoofdbestemming: De zone is bestemd voor één handelszaak in parketvloeren.

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 57 GRUP VLEESHANDEL MARKEY Studiebureau Demey

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 57 GRUP VLEESHANDEL MARKEY Studiebureau Demey STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 57 GRUP VLEESHANDEL MARKEY Studiebureau Demey INHOUD BEGRIPPEN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ZONE 1 ZONE 2 ZONE 3 ZONE 4 ZONE VOOR NIJVERHEIDSGEBOUWEN EN AANVERWANTE VOORZIENINGEN

Nadere informatie

2 DEELPLAN 2 - BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW DE AKKER

2 DEELPLAN 2 - BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW DE AKKER 2 Specifieke stedenbouwkundige voorschriften Art. 2.1 Zone voor bedrijvigheid 2.1.1 Bestemming Hoofdbestemming: De zone is bestemd voor opslag en kleine ambachtelijke bedrijvigheid in functie van min.

Nadere informatie

Stad Roeselare. Gedeeltelijke herziening BPA Buurt van Maerlantwijk. stedenbouwkundige voorschriften

Stad Roeselare. Gedeeltelijke herziening BPA Buurt van Maerlantwijk. stedenbouwkundige voorschriften baron ruzettelaan 35 8310 brugge tel (050) 36 71 71 fax (050) 35 68 49 www.wvi.be 05573 Departement RUIMTELIJKE ORDENING, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed NR 2.24/36015/640.6 Brussel, 20 juni 2011 Vlaamse

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT. Verordenende voorschriften toelichting

VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT. Verordenende voorschriften toelichting VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT Verordenende voorschriften toelichting 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1. Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die

Nadere informatie

6 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n ( c f r. a r t )

6 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n ( c f r. a r t ) 6 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n ( c f r. a r t. 3 8 1. 1. ) o Figuur 11: het verordenend grafisch plan 7 V e r o r d e n e n d e s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t

Nadere informatie

1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN Dossier nr : 1781 / aantal kavels : 1 Gemeente : Hasselt Aanvrager : BLOKKEN Camiel & DELBROEK Jozef 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING

Nadere informatie

Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan west-vlaamse intercommunale baron ruzettelaan 35 8310 brugge tel (050) 36 71 71 fax (050) 35 68 49 www.wvi.be 5461 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring

Nadere informatie

Van Houcke NV. provinciaal rup. bestemmingsplan. plangebied. art. 1 zone voor detailhandel. art. 2 zone voor wonen. art. 3 zone voor buffer.

Van Houcke NV. provinciaal rup. bestemmingsplan. plangebied. art. 1 zone voor detailhandel. art. 2 zone voor wonen. art. 3 zone voor buffer. plangebied art. 1 zone voor detailhandel art. 2 zone voor wonen art. 3 zone voor buffer bebouwing perceelsgrens art. 1 art. 3 art. 2 1:1.500 Meter 0 25 50 provinciaal rup Van Houcke NV bestemmingsplan

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Van Houcke NV. Gemeente Jabbeke. december 2010 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Van Houcke NV. Gemeente Jabbeke. december 2010 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Van Houcke NV Gemeente Jabbeke december 2010 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Van Houcke NV Gemeente Jabbeke DECEMBER 2010 STEDENBOUWKUNDIGE

Nadere informatie

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel VERKAVELINGSAANVRAAG: Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel Het voorstel voorziet in het bouwen van 4 ééngezinswoningen, bestemd voor halfopen bebouwing

Nadere informatie

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen 2. Stedenbouwkundige voorschriften 2.1. Algemeen 2.1.1. Begrippen bezettingsgraad De verhouding van de bebouwde oppervlakte van het deel van het perceel binnen een welbepaalde zone t.o.v. het volledige

Nadere informatie

RUP Gerda. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. april Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning

RUP Gerda. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. april Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning RUP Gerda ontwerp april 2011 Stedenbouwkundige voorschriften Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting

Nadere informatie

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN bij de aanvraag voor een verkavelingsvergunning door Michel De Vreese voor gronden te Oosterzele, afd. 1, sie B, nr.789 E /deel 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1. ALGEMENE BEPALINGEN 2. BIJZONDERE BEPALINGEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1. ALGEMENE BEPALINGEN 2. BIJZONDERE BEPALINGEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1. RUIMTELIJKE UITGANGSPUNTEN 1.1.1. De voorgestelde werken moeten optimaal geïntegreerd worden

Nadere informatie

RUP nr. 2ter Zeedijk-Mouchotteplein Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan juni 2018

RUP nr. 2ter Zeedijk-Mouchotteplein Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan juni 2018 RUP nr. 2ter Zeedijk-Mouchotteplein Gemeente Middelkerke Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan juni 2018. Gemeentelijk RUP nr. 2ter 'Zeedijk - Mouchotteplein' te Middelkerke Verordenend grafisch

Nadere informatie

1 Art. 1. Algemene bepalingen

1 Art. 1. Algemene bepalingen 1 Art. 1. Algemene bepalingen 1.1 Schaal en maatvoering De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting

Nadere informatie

Stedenbouwkundige. voorschriften

Stedenbouwkundige. voorschriften Stedenbouwkundige voorschriften 1. Definities 1.1. Bebouwde oppervlakte Is de totale grondoppervlakte van één of meerdere bouwwerken. Verhardingen en constructies die geen gebouw zijn worden niet meegerekend.

Nadere informatie

G e m e e n t e Z o n n e b e k e R U P G u i d o G e z e l l e l a a n

G e m e e n t e Z o n n e b e k e R U P G u i d o G e z e l l e l a a n west-vlaamse intercommunale baron ruzettelaan 35 8310 brugge tel (050) 36 71 71 fax (050) 35 68 49 www.wvi.be 5371 Bijgaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende de gedeeltelijke

Nadere informatie

MOTIVATIENOTA BETREFFENDE DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING HASSELT 16 e AFDELING SECTIE B nr. 162V

MOTIVATIENOTA BETREFFENDE DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING HASSELT 16 e AFDELING SECTIE B nr. 162V MOTIVATIENOTA BETREFFENDE DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING HASSELT 16 e AFDELING SECTIE B nr. 162V A. VOORWERP VAN DE AANVRAAG Verkavelingsaanvraag voor 2 nieuwe bouwkavels in half-open bebouwing

Nadere informatie

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING Verkaveling cons. Habets Kadastraal : Dilsen-Stokkem, 3 e afdeling (Elen), sectie A nr. 178M5 Dossier nr. A201019 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1. VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Gelet op de bestaande woonvormen in de onmiddellijke omgeving, de ligging

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING 1. ALGEMEEN Alle werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, en in onderstaande voorschriften

Nadere informatie

ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN 0.1 Hoofd- en nevenbestemmingen Alle hoofdbestemmingen van de zones zijn voorgesteld op het grafisch plan. Nevenbestemmingen zijn alleen

Nadere informatie

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620 RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620 PROVINCIE WEST-VLAANDEREN GEMEENTE LEDEGEM RUP VANDEMAELE J. TUINEN VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 43 GRUP DEPLA Studiebureau Demey

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 43 GRUP DEPLA Studiebureau Demey STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 43 GRUP DEPLA Studiebureau Demey INHOUD ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ZONE 1 ZONE 2 ZONE 3 ZONE 4 BEDRIJFSGEBOUWEN TOERITTEN, LAAD EN LOSPLAATSEN BUFFERZONE ACHTERUITBOUWZONE OVERDRUK

Nadere informatie

Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch

Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch Gemeente Kortemark februari 2012 TOELICHTINGSNOTA STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN PLAN FEITELIJKE TOESTAND BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN INHOUD 0. Algemene bepalingen 2 0.1 Algemene Definities... 2 0.1.1 Bouwlaag... 2 0.1.2 Bouwhoogte... 2 0.1.3 Inplanting tov de zijkavelgrens... 3 0.1.4 terreinbezetting...

Nadere informatie

12 DEELPLAN 12 - TUINCENTRUM AVEVE CHRISTIAAN ROMMELAERE

12 DEELPLAN 12 - TUINCENTRUM AVEVE CHRISTIAAN ROMMELAERE 12 Verordenend stedenbouwkundige voorschriften Art. Zone voor bedrijvigheid 12.1 CATEGORIE : BEDRIJVIGHEID 12.1.1 Bestemming Hoofdbestemming De zone is bestemd voor para-agrarische bedrijvigheid en/of

Nadere informatie

1 ALGEMENE BEPALINGEN

1 ALGEMENE BEPALINGEN 1 ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 RUIMTELIJKE UITGANGSPUNTEN 1.1.1 De voorgestelde werken moeten optimaal geïntegreerd worden in hun ruimtelijke omgeving. Dit houdt in dat zij inzake dichtheid, terreinbezetting,

Nadere informatie

Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat

Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat Izegem, Hondekensmolenstraat Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING VIJVERSTRAAT (1-3) TE MECHELEN. 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

Nadere informatie

ART. 0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

ART. 0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN ART. 0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN Art.0.1 Wanneer een bestaand gebouw niet in overeenstemming is met de inrichtingsvoorschriften kunnen toch zowel verbouwingen binnen

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN INHOUD STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 0. ALGEMEEN... 3 0.1 PLANDOCUMENTEN...3 0.2 LIMITATIEVE OPGAVE VAN DE VOORSCHRIFTEN DIE STRIJDIG ZIJN MET ONDERHAVIG GEMEENTELIJK

Nadere informatie

RUP DROWA aanhangwagens bvba

RUP DROWA aanhangwagens bvba RUP DROWA aanhangwagens bvba ontwerp november 2012 Stedenbouwkundige voorschriften Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning Gezien en voorlopig vastgesteld door

Nadere informatie

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN Verkaveling 010/070 (3b) Provincie ANTWERPEN Gemeente BERLAAR Ligging Smidstraat - Hemelshoek Kad. Afd. 1 Sectie D nrs. 548/b&c 544/n 545/c 546/d Verkaveling 010/070 (3b) Dossier

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 59 GRUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN INGELMUNSTER Studiebureau Demey

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 59 GRUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN INGELMUNSTER Studiebureau Demey STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 59 GRUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN INGELMUNSTER Studiebureau Demey INHOUD BEDRIJF NAERT DEFREYNE ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ZONE 1 ZONE 2 ZONE 3 ZONE 4 ZONE VOOR NIJVERHEIDSGEBOUWEN

Nadere informatie

Gemeente Stabroek Verkaveling voor woningbouw RUP Schoem. Stedenbouwkundige voorschriften Dossier STA205

Gemeente Stabroek Verkaveling voor woningbouw RUP Schoem. Stedenbouwkundige voorschriften Dossier STA205 Gemeente Stabroek Verkaveling voor woningbouw RUP Schoem Stedenbouwkundige voorschriften Dossier STA205 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Stabroek December 2017 Provincie: Gemeente Opdrachtgever:

Nadere informatie

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Weilandshof

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Weilandshof Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Weilandshof Stedenbouwkundige voorschriften Dossier WIJ01021 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Wijnegem Oktober 2015 Provincie: Gemeente

Nadere informatie

Stedenbouwkundige. voorschriften

Stedenbouwkundige. voorschriften Stedenbouwkundige voorschriften Algemene voorschriften VERORDENEND 1. Algemene voorschriften Zijn verboden, de werken die een toestand scheppen in tegenstrijd met dit plan en zijn voorschriften, behalve

Nadere informatie

Gemeente Brakel RUP Industrieterrein

Gemeente Brakel RUP Industrieterrein Gemeente Brakel RUP Industrieterrein Gemeente Brakel Marktplein 1 9660 Brakel Sweco Belgium nv Brussel, juni 2018 Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 13 maart 2018

Nadere informatie

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen RUP Le Lis Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften GEMEENTE HAMME COLOFON Opdracht: RUP Le Lis Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei

Nadere informatie