Een literatuurproject voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs. Handleiding voor de leerkracht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een literatuurproject voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs. Handleiding voor de leerkracht"

Transcriptie

1 Een literatuurproject voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs Handleiding voor de leerkracht

2

3 InhoUdsopgAve Cd Inleiding 5 Hoe werkt de poëziemasjien? 6 De poëziemasjien ontdekken 8 Voorbereiding 8 De eerste les 8 Elke dag een kwartiertje poëzie 9 De afsluitende les 10 Overzicht van alle opdrachtjes uit de poëziemasjien 12 Alle gedichten uit de poëziemasjien 27 KunstSelect Kunstbalie ontwikkelde met De Cultuur Loper handvatten ter ondersteuning van het cultuureducatieve programma op school. Een van deze handvatten wordt gevormd door de competenties voor cultuureducatie: reflecterend, onderzoekend en creërend vermogen. In de handleiding ziet u bij de opdrachten met een icoontje aangegeven aan welke competentie de leerlingen hier vooral werken. Deze competentie staat bovenaan de driehoek. Meer informatie hierover vindt u achterin de handleiding en op de website van De Cultuur Loper. legenda R = reflecterend vermogen C = creërend vermogen O = onderzoekend vermogen

4 1. Spat stil - gedicht Jujja Wieslander / muziek Floor Minnaert 2. Proefondervindelijk - gedicht Hans Kuyper / muziek Harrie Jekkers 3. Loopneus - gedicht Koos Meinderts / muziek Harrie Jekkers 4. Hoofd - gedicht Theo Olthuis / muziek Annemiek Laarhoven 5. Om niet te verdwalen - gedicht Ienne Biemans / muziek Annemiek Laarhoven 6. Onzichtbaar - gedicht Hans en Monique Hagen / muziek Floor Minnaert

5 Inleiding De poëziemasjien is een apparaat vol gedichten, spelletjes, geluiden, muziek en spannende laatjes dat kleuters laat kennismaken met poëzie. Draai aan de hendel en luister naar een liedje. Druk op de knop en de machine kiest een opdracht uit waarbij kinderen moeten bewegen, denken, tekenen, luisteren of voelen. Met de poëziemasjien maak je ook in een handomdraai een gedicht: de masjien spuugt woorden uit waarmee de groep zelf poëzie tevoorschijn tovert. Van elk gedicht in de machine is een liedje gemaakt dat de machine kan laten horen. U ontving deze liedjes ook al op cd bij de flyer vooraf. Bij elk gedicht kan een willekeurige opdracht gedaan worden, gekozen door u of de machine. Elk laatje in de machine heeft een thema dat als icoontje aan de binnenzijde van het laatje bevestigd is: voelen, bewegen, denken, tekenen en luisteren of de woordenknop. 5

6 Hoe werkt de poeziemasjien?.. 1. Kies een gedicht door aan de hendel te draaien. Lees het gedicht voor en druk dan op de gele knop voor het bijbehorende liedje. 2. Druk op de groene knop boven op de poëziemasjien. Ergens gaat een lampje branden. 3. Haal een opdracht uit het laatje dat bij het lampje hoort. Druk op de knop en je hoort het gedicht dat je ziet als liedje. Druk op de knop. Zoek het lampje dat gaat branden en pak een opdracht uit het laatje. Wat kun je voelen achter het gordijntje? Vooral spannend met je ogen dicht! Kies een opdracht uit het laatje. Draai aan de hendel: er komt steeds een ander gedicht tevoorschijn. Druk op de gele knop en je hoort het liedje dat erbij hoort. luisteren voelen 6

7 kijken denken bewegen Druk op de knop en luister naar een woord uit een van de gedichten. Kies een opdracht uit het laatje. Let op dat het groene lampje brandt! woordenknop 7

8 .. De poeziemasjien ontdekken Voorbereiding Bekijk de poëziemasjien en probeer het apparaat zoveel mogelijk uit. Lees de handleiding door en bekijk de tekening. Lees de gedichten en bekijk de opdrachten (deze staan ook achter in deze handleiding). Bereid de eerste les van het project voor. Zet de poëziemasjien startklaar. De eerste les 20 min. De leerlingen maken kennis met de poëziemasjien en ontdekken dat er lampjes, knopjes, geluiden, liedjes, gedichten en laatjes met opdrachten in en op zitten. De vraag wat is een gedicht? staat centraal. Zet de poëziemasjien goed zichtbaar in de kring en bekijk hem samen van alle kanten. Om de beurt mogen de leerlingen iets aanraken, bekijken, voelen, uitproberen. Kies één gedicht uit en lees dit voor. Beluister ook het bijbehorende liedje. Wat is een gedicht? Onderzoek met de leerlingen wat een gedicht is. Wat is een gedicht? Hoe ziet een gedicht eruit? Waar kun je gedichten vinden? Wat kun je ermee? Wie kent een gedicht? Is een gedicht hetzelfde als een liedje? Denk bijvoorbeeld aan: Een gedicht is kort (een liedje is meestal langer, er zit meer herhaling in). Er is veel wit om de woorden heen. 8

9 Het zijn kleine stukjes tekst. Het rijmt soms aan het einde. Rijmen kan ook aan het begin van een woord. Het klinkt een beetje als een liedje. Ga ter inspiratie naar Klunky: Bekijk op het lerarendeel (login: leerkracht, wachtwoord: kunstbalie) ook eens het filmpje waarin Hans en Monique Hagen uitleggen wat een gedicht is. Vanaf nu kunt u met de poëziemasjien aan de slag zo vaak u wilt. Elke dag een kwartiertje poëzie Alle opdrachten en gedichten uit de poëziemasjien kunnen gecombineerd worden. Er is dus geen volgorde: alle opdrachtjes kunnen op elk willekeurig moment uitgevoerd worden. U kunt het apparaat de keuze voor de opdrachten laten maken, maar u kunt ook vooraf kiezen voor een van de laatjes of zelfs het opdrachtje dat u wilt doen alvast bovenop leggen in het laatje. De leerlingen vinden een laatje kiezen met de (groene) keuzeknop natuurlijk wel extra spannend! Achter in deze handleiding zijn alle opdrachten van de kaartjes afgedrukt: het icoontje geeft aan bij welk laatje/thema de opdracht hoort. De nummering in de handleiding is identiek aan die van de kaartjes in de laatjes. Zo kunt u de opdrachtjes eenvoudig terugvinden in de poëziemasjien als u zelf een keuze wilt maken. Een sterretje op het opdrachtkaartje verwijst dat naar een aanvullende opdracht die u naar keuze kunt uitvoeren. In de handleiding staan deze extra opdrachten beschreven bij het betreffende kaartje. 9

10 tips Lees het gedicht twee keer voor. Eén keer om gewoon te luisteren; de tweede keer met opdracht. Spreek af wie vandaag het gedicht mag kiezen. En wie mag straks op een knop drukken? Begin iedere ochtend met een gedicht + opdracht. Of doe het aan het eind van de dag. Begin met een opdracht door op de startknop te drukken. De machine helpt de keuze te maken. Draai vervolgens aan de hendel voor een gedicht. Begin met een gedicht en kies er een opdracht bij. Neem drie dagen achter elkaar hetzelfde gedicht met steeds een andere opdracht. Neem drie dagen achter elkaar dezelfde opdracht met steeds een ander gedicht. Of: kies voor de verrassing, draai aan de hendel en druk op de knop! Lees ook af en toe zomaar eens een gedicht voor, zonder opdracht, gewoon lekker luisteren. Kopieer het gedicht dat gelezen is en geef het de kinderen mee naar huis. De afsluitende les 20 min. De poëziemasjien gaat binnenkort naar een andere school. Wat willen de leerlingen bewaren? Centraal staat de vraag: Wat heb jij ontdekt over poëzie dat je wilt bewaren? Zet de poëziemasjien goed zichtbaar in de kring en bekijk hem samen nog eens van alle kanten. De leerlingen mogen om de beurt iets zeggen over de poëziemasjien. Gebruik (enkele van) onderstaande vragen als leidraad: 10

11 Wat vond je een mooi gedicht? Welk mooi woord heb je onthouden? Welk woord heb je geleerd? Welke opdracht vond je heel leuk? Welk liedje zou je graag nog een keer horen? Welk gedicht vond je mooi? Wat vond je bijzonder, gek, grappig of vreemd bij deze poëziemasjien? Wat wil je nog een keer doen? Wat weet je nu van gedichten wat je eerst niet wist? Welk gedicht zou je nog een keer willen horen? En welk liedje? Kies met de groep een gedicht uit, lees het voor en luister samen nog eens naar het gekozen liedje. De liedjes-cd blijft op school, u kunt de liedjes dus nog vaker luisteren. Sluit het project af: De poëziemasjien gaat weg. Wat heb jij ontdekt over poëzie? En wat wil jij graag bewaren? Iets in je hoofd? Iets in het echt? Hoe kun je dat bewaren? tip Zet de liedjes op een ipod en leg deze in de leeshoek in het lokaal. Kinderen kunnen zo zelf de liedjes nog eens beluisteren. En wat hebt u zelf ontdekt over poëzie? 11

12 Overzicht van alle opdrachtjes.. uit de poeziemasjien Kijken KAART 1 Doe allemaal je ogen dicht. De juf leest een gedicht uit de poëziemasjien voor. Welke kleuren zag je (in je hoofd) toen je het gedicht hoorde? Is die kleur ergens in de klas? Wie kan hem aanwijzen? Waarom vind jij dat deze kleur bij het gedicht past? Zorg voor schildermateriaal. Lees het gedicht nog eens voor of laat het liedje horen en haal terug wat is gezegd tijdens de opdracht. Welke kleur had jij in je hoofd? Welk ding zie je dat die kleur heeft? Iedere leerling schildert zijn ding in de juiste kleur. Luister nu nog eens naar het gedicht. Welk woord uit het gedicht past het beste bij jouw tekening? Schrijf het woord bij de tekening. Kopieer het gedicht en hang alle schilderijen daarbij. KAART 2 Doe allemaal je ogen dicht. De juf leest een gedicht uit de poëziemasjien voor. Welk ding zag je (in je hoofd) toen je het gedicht hoorde? Wat heeft dit ding, volgens jou, met het gedicht te maken? 12

13 KAART 3 Doe allemaal je ogen dicht. De juf leest een gedicht uit de poëziemasjien voor. Als je een tekening zou maken van dit gedicht, wat zou er dan op die tekening staan? Zorg voor teken- of schildermateriaal. Lees het gedicht nog eens voor of laat het liedje horen en haal terug wat is gezegd tijdens de opdracht. Iedereen tekent of schildert (een onderdeel van) wat hij heeft genoemd tijdens het gesprekje. Luister nu nog eens naar het gedicht. [Welke woorden uit het gedicht passen het beste in de tekening? En welke nieuwe woorden?[cursief] Schrijf of stempel de woorden erbij. KAART 4 Luister met je ogen dicht naar een gedicht dat de juf voorleest. Welke kleuren zag je? Passen deze kleuren bij het gedicht? Waarom vind je dat? KAART 5 Kijk om je heen. Kies een ding in de klas dat jij gek vindt. Waarom vind je dit gek? Kan wat je gek vindt bij het gedicht passen dat jullie kiezen? KAART 6 Kies een gedicht als jullie dat nog niet hebben gedaan. De juf leest het gedicht voor of jullie luisteren ernaar: druk op de gele knop. Waar zou je dit gedicht op willen hangen of neer willen zetten? Waarom? KAART 7 Luister met je ogen dicht naar een gedicht dat de juf voorleest. Kijk eens in je hoofd: wat zag je toen je ogen dicht waren en je naar het gedicht luisterde? Luister nu met je ogen dicht naar het liedje van het gedicht door op de gele knop te drukken. Kijk nog eens in je hoofd: zag je iets anders toen je het liedje hoorde? KAART 8 Kijk om je heen. Kies één ding in de klas dat jij mooi vindt. Waarom vind je dit mooi? Kan wat je mooi vindt bij het gedicht passen dat jullie kiezen? 13

14 Voelen KAART 1 Een leerling mag met de ogen dicht voelen achter het gordijntje. Wat vind jij vandaag het lekkerst voelen? Of het zachtst? Kun je in de klas iets vinden wat net zo lekker of zacht voelt? De juf leest een gedicht voor. Kunnen jullie in het gedicht ook iets ontdekken wat zacht is? KAART 2 Een leerling mag een andere leerling bij de hand nemen om met de ogen dicht te voelen achter de gordijntjes. Wat wil jij de ander vandaag laten voelen? De juf leest een gedicht voor of je drukt op de gele knop om het liedje te horen. Noem eens iets in het gedicht wat je kunt aanraken. Hoe voelt dat? KAART 3 Welk stukje van de voelrol past het best bij het gedicht? Kun je zeggen waarom dat voor jou zo is? KAART 4 De juf leest een gedicht voor. Welke drie leerlingen durven iets uit het voelzakje te pakken? Pak zonder te kijken iets wat volgens jou bij het gedicht past. Bekijk het zonder dat iemand het kan zien en stop het daarna terug. Pakken jullie hetzelfde of allemaal iets anders? Hoe kan dat? KAART 5 De juf leest een gedicht voor. Welke vier leerlingen durven er iets uit het voelzakje te pakken? Pak zonder te kijken iets wat volgens jou bij het gedicht past. Leg het neer in de kring zodat iedereen het kan zien. De juf leest het gedicht nog een keer voor. Is het gedicht anders nu er voorwerpen bij liggen? 14

15 KAART 6 Drie leerlingen mogen iets uit het voelzakje halen. Laat niet meteen zien wat je hebt gepakt. Pas als jullie alle drie klaar zijn, laten jullie tegelijk zien wat jullie hebben gepakt. Had je misschien liever het ding van een ander gekozen? Kun je uitleggen waarom? KAART 7 De juf leest een gedicht voor. Of je drukt op de gele knop en luistert naar het liedje. Hoort bij dit gedicht iets wat glad aanvoelt of juist iets stekeligs? Wie kan iets aanwijzen in de klas wat (bijna) net zo voelt? KAART 8 Pak uit het voelzakje een voorwerp dat glad is. Hoe voel je of iets glad is? Kun je dat alleen met je handen voelen of bijvoorbeeld ook met je wang? Of met je voet? De juf leest een gedicht voor. Wat voelt er glad in het gedicht? KAART 9 Pak uit het voelzakje een voorwerp dat ruw is. Zoek een ding in de klas dat ruw is. Verzamel zoveel mogelijk ruwe dingen in de kring. Maak een rij van het minst naar het meest ruw. De juf leest een gedicht voor. Wat voelt er ruw in het gedicht? KAART 10 Pak uit het voelzakje een voorwerp dat scherp is. Zoek dingen in de klas die scherp aanvoelen. Maak een zo groot mogelijke kring van stekelige dingen. De juf leest een gedicht voor. Is er iets in het gedicht wat stekelig aanvoelt? KAART 11 Pak uit het voelzakje een voorwerp. Welk (voel)woord past bij dit voorwerp? Waarom? 15

16 KAART 12 Geef het voelzakje door in de kring. Om de beurt mogen de leerlingen iets uit het zakje pakken. Wie weet een passend (voel)woord bij dit ding? Heb je dit woord ook al in een van de gedichten gehoord? Welk? Laat de juf het gedicht voorlezen. Maak bij enkele woorden uit dit gedicht of een paar gedichten een voelboekje. De leerlingen kiezen zelf circa vijf woorden. Ze schrijven of stempelen het woord in een boekje (bijvoorbeeld een dubbelgevouwen A4) waardoorheen ze een draadje rijgen. Bij elk woord zoeken ze materialen die passen bij het woord. Denk aan: glad plastic bij het woord water of een zacht stofje bij het woord nachtponnetje. KAART 13 De juf kiest één voorwerp om in het voelzakje te doen. Geef het voelzakje nu door in de kring. Welk gedicht past bij dit voorwerp? Zoek dit gedicht op en laat het de juf voorlezen. 16

17 Woordenknop Let op dat het groene lampje brandt! KAART 1 Druk op de woordenknop. Wat betekent dit woord? Luister naar een gedicht: draai aan de hendel en druk op de gele knop. Staat het woord in dit gedicht? Wie kan het woord schrijven? Wie kan het tekenen? KAART 2 Druk op de woordenknop. Wanneer zou je dit woord kunnen gebruiken? Wie kan het woord schrijven? Wie kan het tekenen? KAART 3 Druk op de woordenknop. Gebruiken jullie dit woord thuis? Of alleen op school? Welk woord ken je dat bij school hoort? Welk bij thuis? Gebruik je thuis dezelfde woorden als op school? Hoe kan dat? KAART 4 Druk op de woordenknop. Aan welk ander woord moet je denken als je dit woord hoort? Wie kan het woord schrijven? Wie kan het tekenen? KAART 5 Iedereen krijgt een blaadje. Een leerling mag op de knop drukken. Schrijf of teken wat je hoort. Leg de tekeningen en woorden bij elkaar. Wat is er hetzelfde? Wat is er juist anders? KAART 6 Druk op de woordenknop. Wie kan een zin maken waar dit woord in voorkomt? 17

18 KAART 7 Druk op de woordenknop. Teken het woord op het bord, door de letters van het woord te gebruiken als tekening. Bijvoorbeeld het woord boom : teken de letters b-o-o-m in de vorm van een boom. Wat staat er dan? Hoe weet je dat? Wie weet er nog een woord dat je zo kunt tekenen? KAART 8 Druk op de woordenknop. Wat zou je met dit woord kunnen doen? Waar kun je het gebruiken? Wie kan het opschrijven? Of tekenen? KAART 9 Druk op de woordenknop. Schrijf het woord in het midden van het whiteboard. Wat hoort er bij dit woord? Noem zoveel mogelijk woorden die bij dit woord horen. Schrijf ze er op het whiteboard allemaal bij. Maak met de hele groep een plaatjesgedicht: de leerlingen zoeken plaatjes bij de woorden die ze genoemd hebben. Groepeer de plaatjes zodat de vorm van een gedicht ontstaat. Lees het gedicht hardop en schuif met de woorden tot de leerlingen vinden dat het klopt. Plak dan het plaatjesgedicht op een groot vel. KAART 10 Druk op de woordenknop. Is dit woord lang of kort? Hoe weet je dat? Wie kan het langer maken? Of korter? Wie kent er nog een lang/kort woord? En wie kent het allerlangste woord? Schrijf een paar woorden op: begin bij kort en eindig bij lang. KAART 11 Druk op de woordenknop. Wie kan dit woord opschrijven? Met welke letter begint dit woord? Wie weet er nog een woord dat ook met deze letter begint? Schrijf het onder het eerste woord. Maak een gedicht met allemaal woorden die met dezelfde letter beginnen. 18

19 KAART 12 Druk op de woordenknop. Teken of schrijf het woord op het whiteboard. Druk nog een keer op de woordenknop. Hoort dit woord bij het vorige? Zet het er dan bij. Hoort het er niet bij? Druk dan nog een keer op de knop en maak een keuze. Ga door tot er tien woorden op het whiteboard staan die volgens jullie bij elkaar horen. Maak een gedicht met de tien woorden op het whiteboard. Schrijf de woorden over op gekleurde stroken papier en bevestig deze met magneetjes op het whiteboard (zet de poëziemasjien voor de zichtbaarheid eventueel op een tafel). Bedenk bij elk woord een korte zin en schrijf deze op de achterzijde van de strook. Teken het woord dat op de voorzijde staat in de zin (zodat de leerlingen zich de woorden beter herinneren). Schuif dan met de zinnen tot er een gedicht ontstaat. KAART 13 Druk tien keer op de woordenknop en schrijf de woorden op het whiteboard. Lees de woorden voor. Welke woorden horen niet bij elkaar? Waarom vind je dat? KAART 14 Druk tien keer op de woordenknop en schrijf de woorden op het whiteboard. Zoek er twee die bij elkaar horen en maak er een zin mee. Wie kan er een tweede zin maken die erbij hoort? KAART 15 Kies de drie mooiste woorden. Maak er zinnetjes van. Zorg dat ze bij elkaar gaan horen. Wat moet er nog bij om er een minigedicht van te maken? 19

20 Luisteren KAART 1 Doe je ogen dicht en luister naar het gedicht dat de juf twee of drie keer lekker langzaam voorleest. Druk dan op de gele knop om het liedje te beluisteren. KAART 2 Doe je ogen dicht en luister naar het gedicht dat de juf voorleest. Wie kan een geluid bedenken dat bij dit gedicht past? Wie kan dat geluid laten horen? Druk dan op de gele knop om het liedje te beluisteren. KAART 3 De juf leest fluisterend een gedicht voor. Hoe is het om een gedicht gefluisterd te horen? Wie fluistert er weleens? Waarom fluisteren mensen? Je mag alleen fluisterend antwoord geven. Druk dan op de gele knop om het liedje te beluisteren. KAART 4 De juf leest een gedicht voor alsof het heel erg grappig is. Past het bij dit gedicht om het zo voor te lezen? De juf leest het gedicht nog eens voor, maar nu verdrietig. Wat past het beste bij dit gedicht? Druk dan op de gele knop om het liedje te beluisteren. KAART 5 Wat vind jij het vieste woord in dit gedicht? Of zit er geen vies woord in? Waarom vind je dat? Wie weet er een vies woord? Vindt iedereen hetzelfde woord vies? Wat is een vies woord? Mag je een vies woord altijd gebruiken? Waarom mag dat (of mag dat niet)? Wie weet de meeste vieze woorden? Klinkt het woord zelf ook echt vies (flllatssss)? KAART 6 Druk op de gele knop om naar het liedje te luisteren en luister naar de juf als ze het gedicht voorleest. Wat vind jij het mooiste woord in dit gedicht? Waarom vind je dat? Wie weet er nog een mooi woord? Vindt iedereen hetzelfde woord mooi? Wat is een mooi woord? Maak een top tien van mooie woorden in de klas en schrijf ze op. 20

21 KAART 7 Luister naar een gedicht. Welk grappig woord zit er in dit gedicht? Of is er geen grappig woord? De juf noemt een woord dat ze grappig vindt. Wie van de leerlingen weet er een grappig woord? Vindt iedereen hetzelfde woord grappig? Wat is een grappig woord? Moet je altijd hard lachen bij een grappig woord? KAART 8 Luister naar een gedicht. Welk rijmwoord zit er in dit gedicht? Wie kan daar een rijmwoord bij bedenken? Iemand noemt een ander woord, wie kan daar een rijmwoord bij bedenken? KAART 9 Luister naar een gedicht. Welk rijmwoord zit er in dit gedicht? Wie kan er een rijmende zin bij bedenken? Bedenk nog een andere zin met het rijmwoord. Maak een lange rijmslang met rijmwoorden of van plaatjes (uitknippen of tekenen) van woorden die op elkaar rijmen. Kies voor een rijmslang waarbij de woorden aan het einde rijmen, of waarbij ze allemaal met dezelfde letter beginnen, of waarbij ze allemaal hetzelfde klinken in het midden ([vogel-lopen-rode[cursief]). Maak de slang zo lang mogelijk en laat kinderen van thuis nog meer woorden of plaatjes meebrengen, zodat de slang nog meer kan groeien. KAART 10 Luister naar een gedicht. Welk woord in dit gedicht ken je niet? Wat betekent het, denk je? Waarom denk je dat? KAART 11 Luister naar een gedicht. Welke onbekend woord zit er in? Weet iemand van jullie wat dit woord betekent? Wie kent een ander vreemd woord waarvan je niet (precies) weet wat het betekent? Schrijf het op het whiteboard en schrijf (of teken) eromheen wat de leerlingen denken dat het betekent. Wat is de juiste betekenis? 21

22 KAART 12 Zoek een gedicht. Lees het voor. Laat het liedje een paar keer horen. Wie kan er al een beetje meezingen? KAART 13 Kies een liedje en zoek er het bijpassende gedicht bij. Laat het gedicht zien terwijl u het liedje laat horen en wijs met de woorden mee. Wie herkent er een woord? KAART 14 Kies een liedje en laat het horen. Welk gedicht hoort bij dit liedje? Wie kan het tevoorschijn draaien? 22

23 Denken KAART 1 Luister naar een gedicht dat de juf voorleest. De juf noemt een woord uit het gedicht. Is het een makkelijk of moeilijk woord? Waarom vind je dat? Wat is moeilijk? Welk ander moeilijk of makkelijk woord ken je? En welke dingen vind je moeilijk? Of juist makkelijk? Wat vond je eerst moeilijk en nu makkelijk? Worden moeilijke dingen altijd makkelijk? Kan iets ook een beetje moeilijk of makkelijk zijn? KAART 2 Hoort bij dit gedicht een jongen of een meisje? Waarom denk je dat? Maak een rij van jongens en een rij van meisjes. Van wie zijn er het meeste in de klas? Hoe weet je of iemand een jongen of een meisje is? Kun je dat zien? Horen? Weet je altijd wie een jongen en wie een meisje is? KAART 3 Luister naar een gedicht. Wie zou dit gedicht willen hebben? Kun je een gedicht hebben? Kun je een gedicht weggeven? Van wie is een gedicht? En als je een gedicht had, wat zou je er dan mee doen? De leerlingen kiezen een regel uit het voorgelezen gedicht of uit een van de gedichten die eerder beluisterd zijn. Aan wie willen ze deze regel geven? Waarom juist aan deze persoon? Ze stempelen de regel of schrijven hem op en maken er een mooie (grote) kaart van. De kaart wordt (gevouwen) in een envelop gedaan en gegeven of opgestuurd. KAART 4 Hoe heet dit gedicht? Waarom zou het zo heten? Wie kan er een andere naam voor bedenken? Welke naam vind je het beste? 23

24 KAART 5 Wat is een belangrijk woord in dit gedicht? Ken je een ander woord dat ongeveer hetzelfde betekent? Lees het gedicht opnieuw voor, maar nu met dit andere woord erin. Verandert dat het gedicht? KAART 6 Wat is een belangrijk woord in dit gedicht? Wat is belangrijk? Wat is onbelangrijk? Vindt iedereen dat? Hoe kan dat? Kan iets wat eerst onbelangrijk was later belangrijk worden? KAART 7 Wat vind jij een gek woord in dit gedicht? Waarom vind je dat? De juf noemt ook een woord dat ze gek vindt. Wie van de leerlingen weet nog een gek woord? Vindt iedereen hetzelfde woord gek? Wat is een gek woord? Wat is gek? Maak een zo lang mogelijke lijst van gekke woorden. KAART 8 Luister naar twee verschillende gedichten of liedjes. Welke dingen zijn hetzelfde? Is het echt hetzelfde? Kun je twee dezelfde dingen aanwijzen in de klas? Zijn die echt hetzelfde? Wijst iedereen dezelfde twee dingen aan? Hoe kan dat? 24

25 Bewegen KAART 1 Welke beweging past bij dit gedicht? Wie kan de beweging laten zien? Let op: je mag alleen je handen of armen gebruiken! KAART 2 Luister naar een gedicht. Welke beweging past bij dit gedicht? Iemand doet een beweging voor, de hele groep doet het na. Waarom past je beweging bij het gedicht? Maak een bewegingsketen/dans bij de muziek van het liedje. Gebruik daarbij vijf van de bewegingen die de leerlingen hebben laten zien. Zet de bewegingen op volgorde en spreek af wie aan mag geven wanneer de ene beweging overgaat naar de volgende. Of maak groepjes die elk één beweging mogen uitvoeren en u geeft aan wanneer welk groepje aan de beurt is. KAART 3 Ga staan op twee voeten. Welke beweging met alleen je voeten of benen kun je maken bij dit gedicht? Wie kan dat laten zien? KAART 4 Luister naar een gedicht. Wie kan er een heel kleine beweging maken die bij dit gedicht past? Wie maakt de allerkleinste beweging? Luister naar het liedje van het gedicht. Zou je nu een andere beweging willen maken? KAART 5 Wie kan er een grote beweging maken die bij dit gedicht past? Wie maakt de grootste beweging? Luister naar het liedje van het gedicht. Zou je nu een andere beweging willen maken? 25

26 KAART 6 Wie kan er een gekke beweging maken die bij dit gedicht past? Wie weet een nog gekkere beweging? KAART 7 Wie kan er precies op de maat van het liedje meebewegen? En wie kan dat twee keer zo snel? Of juist twee keer zo langzaam? KAART 8 Druk op de gele knop en luister naar een liedje. Trommel met je vingers op de maat van de muziek. Eerst zacht, dan steeds een beetje harder... en als het liedje bijna is afgelopen, trommel je weer zachtjes. KAART 9 Druk op de gele knop en luister naar een liedje. Trappel met je voeten op de grond op de maat van de muziek. Eerst zacht, dan steeds een beetje harder... en als het liedje bijna is afgelopen, trappel je weer zachtjes. 26

27 om te kopiëren voor thuis

28 vandaag speelde de poëziemasjien: SPAT STIL spat stil het water is plat geen golfje geen rimpel als een spiegel zo glad fluister zachtjes niet bewegen stil in de boot vissen maken kringen stil in de boot roeispanen knarsen stil in de boot beweeg alleen je kleine teen wiebel alleen met je teen Jujja Wieslander, uit Jij en ik en mijn rode fiets (Querido, 2010); vertaling Hans en Monique Hagen 28

29 vandaag speelde de poëziemasjien: ONZICHTBAAR een zucht is onzichtbaar net als de wind de nacht is onzichtbaar als de dag begint onzichtbaar zijn de dingen die ik kwijt ben die ik nooit meer vind maar met mijn ogen dicht zie ik alles wat mijn hoofd verzint Hans en Monique Hagen, uit Jij bent de liefste (Querido, 2000) 29

30 vandaag speelde de poëziemasjien: Om niet te verdwalen De wind is gaan liggen. Het maanmeisje loopt zacht blootsvoets over het mospad door de zoete zomernacht. Wie kijkt, kan haar zien lopen met de elfendertig knopen op haar krijtwit nachtponnetje, elke knoop een lampionnetje in de zilveren manestralen. Die heeft haar moeder erop genaaid om onderweg niet te verdwalen. Ienne Biemans, uit Rosa en de wonderschoenen (Nieuw Amsterdam, 2012) 30

31 vandaag speelde de poëziemasjien: Loopneus Wie heeft er mijn neus gezien? Ik ben hem kwijt sinds half tien. Ik wilde hem net snuiten en toen rende hij naar buiten. Waar naar toe, ik weet het niet. Hij is weg tot mijn verdriet. Wie heeft er mijn neus gezien? Ik ben hem kwijt een dag of tien. Hij kan snurken, hij kan fluiten en er steekt een haar naar buiten. Hij is dun en tamelijk lang en gaat graag zijn eigen gang. Wie weet is mijn neus op reis en wandelt hij nu door Parijs. Of zou hij soms in Londen zijn en zou hij daar gevonden zijn? Lieve neus, toe laat iets weten, of ben je mij al vergeten? Lieve neus, toe kom toch vlug weer op je plek bij mij terug! Koos Meinderts, uit Er ging een vis uit fietsen (Zwijsen, 1997) 31

32 vandaag speelde de poëziemasjien: Proefondervindelijk Weet jij hoe twee euro smaakt, of modderige grond? Vraag het aan mijn broertje, die stopt alles in zijn mond. Een knoop, een tak, een legosteen, Een oude boterham laatst ook een bruine uienschil die uit de groenbak kwam! Hij proeft de krant, de ovenwant, de tegels en het grind, en zelfs de kleine beestjes die hij daaronder vindt. Laat nou maar, zegt papa dan. t Is nog zo n kleine uk! En baby s moeten leren. Proef-onder-vinde-lijk. Hans Kuyper, uit Ik kan alle woorden lijmen (Leopold, 2003) 32

33 vandaag speelde de poëziemasjien: Hoofd Mijn hoofd is soms te klein voor mij. Het voelt dan of het bijna barst. Alsof het boven schuurt en knarst. O, mijn hoofd, dat arme hoofd te veel bedenksels die naar binnen klimmen. Het wordt te druk, te druk daar binnen. Ik ga lopen in de wind. Ik ga rennen langs de zee. k Verzin een hond en die mag mee. Theo Olthuis, uit In je hoofd kun je alles (Uitgeverij Holland, 2005) 33

34 KunstSelect Kunstbalie ontwikkelde met De Cultuur Loper handvatten ter ondersteuning van het cultuureducatieve programma op school. Deze geven onder meer zicht op de rol die kunst van professionele, autonome makers kan spelen in het totale programma cultuureducatie. Drie domeinen van cultuureducatie Een breed en evenwichtig cultuureducatief programma over acht schooljaren bestaat uit een grote verscheidenheid aan activiteiten op het gebied van erfgoed en de verschillende kunstdisciplines. Om lijn aan te brengen in het cultuuraanbod onderscheiden we drie domeinen van cultuureducatie. Elk domein levert een specifieke, belangrijke bijdrage aan de culturele ontwikkeling van de leerling. Een volwaardig programma omvat daarom activiteiten uit alle drie de domeinen die afwisselend en waar mogelijk in samenhang worden aangeboden. Domein 1 - IN HUIS Wat de school zelf in huis heeft op het gebied van cultuureducatie, zoals een dramales uit de methode of een presentatie bij de weekafsluiting. Domein 2 - MET DE CULTURELE OMGEVING Wat de culturele omgeving van de school de leerlingen te bieden heeft, zoals een muurschildering maken samen met een kunstenaar of een kunstvakdocent in de klas. Domein 3 - UIT DE GROTE WERELD Wat de grote wereld van kunst en cultuur de leerlingen te bieden heeft, zoals een concert met een workshop door de musici of een tentoonstelling in de school met werk van een bekende kunstenaar.

35 De educatieprojecten die Kunstbalie bemiddelt, krijgen het label KunstSelect. In deze projecten staat kunst uit het derde domein centraal: voorstellingen en werk uit de wereld van de autonome kunsten. Competenties cultuureducatie Kunstbalie gaat uit van drie competenties voor cultuureducatie: reflecterend, onderzoekend encreërend vermogen. Deze drie competenties zijn in de praktijk altijd met elkaar verbonden: wie bijvoorbeeld werkt aan onderzoekend vermogen, zal daarbij ook zijn reflectieve vaardigheden inzetten. Evenzo kan reflecteren op een onderzoekende manier, bijvoorbeeld door te zoeken naar een beweging die past bij een kunstwerk, of op een meer creërende manier, zoals wanneer er na een tentoonstellingsbezoek met klei een object gemaakt wordt dat een aspect uit de tentoonstelling verbeeldt. Om de samenhang tussen de competenties aan te geven, worden ze in de handleiding als icoon weergegeven in een driehoek. De competentie waarop bij de betreffende opdracht de nadruk ligt, staat bovenaan. In de educatie die Kunstbalie ontwikkelt zal doorgaans de nadruk liggen op onderzoekende (O) en reflectieve (R) vaardigheden die leerlingen ontwikkelen: de leerling kan vanuit een vraag zichzelf en zijn omgeving leren kennen (O) en hij kan terugkijken op eigen ervaringen, deze interpreteren en er betekenis aan geven (R). Wat ziet u concreet bij de leerling? Wilt u meer weten over de competenties voor cultuureducatie en welke gedragsindicatoren daarbij horen? Lees dan verder op de website van De Cultuur Loper.

36 Colofon Een uitgave van Kunstbalie 2013 Handleiding: Carla Huisman, Redactie: Laura van Campenhout Vormgeving: Marieke Nelissen, Op de foto: Boudewijn, Edwer, Elisabeth, Giulia en Mette van KC De Ontdekking, s-hertogenbosch

37

38

Een literatuurproject voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs. Handleiding voor de leerkracht

Een literatuurproject voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs. Handleiding voor de leerkracht Een literatuurproject voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs Handleiding voor de leerkracht InhoUdsopgAve Cd Inleiding 5 Hoe werkt de poëziemasjien? 6 De poëziemasjien ontdekken 8 Voorbereiding 8

Nadere informatie

Een dans- en muziekvoorstelling van Gaia Gonnelli en Wiebe Gotink voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs. Handleiding

Een dans- en muziekvoorstelling van Gaia Gonnelli en Wiebe Gotink voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs. Handleiding Ondersteboven Een dans- en muziekvoorstelling van Gaia Gonnelli en Wiebe Gotink voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs Handleiding KunstSelect: werken aan competenties cultuureducatie Kunstbalie ontwikkelde

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

HEARTBEAT HANDLEIDING

HEARTBEAT HANDLEIDING HEARTBEAT HANDLEIDING Een muziek- en dansvoorstelling voor groep 7 en 8 van het primair onderwijs van philharmonie zuidnederland en Project Sally Maastricht KunstSelect: werken aan competenties cultuureducatie

Nadere informatie

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 1, LES 1 GROEP 4

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 1, LES 1 GROEP 4 HANDLEIDING BLOK, WEEK, LES GROEP achtergrondinformatie Leesstrategie Waarom lees ik de tekst? (Leesdoel bepalen) Lesdoelen De kinderen kunnen: vertellen wat een tekst is; opnoemen welke teksten ze voor

Nadere informatie

Dag 2 Rare rijmende regels

Dag 2 Rare rijmende regels Dag 2 Rare rijmende regels 1 VOORBEREIDING Kopieer kopieerblad 1 op leerlingenaantal als je het gedicht mis niet kunt projecteren op het digibord. Kopieer kopieerblad 2 op leerlingenaantal. Kopieer kopieerblad

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie

Nadere informatie

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke Spinners Een nieuwe rage: spinners! Heb jij ze al gespot in jouw klas? Vervelend, al dat speelgoed op school, of handig! spinners in de klas, daar kun je leuke, leerzame activiteiten mee doen! Wij bedachten

Nadere informatie

Liefdesgedichten schrijven

Liefdesgedichten schrijven Schrijf zelf een liefdesgedicht! Deze les hoort bij het boek Wil jij met mij? met gedichten van Rian Visser en tekeningen van Annet Schaap. Het boek is verkrijgbaar als e-boek in de ibooks Store en als

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) De tekst hieronder gebruikt u bij opdracht 3. U doet dan op het bord voor hoe u een gedicht schrijft. Hardopdenktekst Zelf vind ik het best erg voor de mensen in Egypte

Nadere informatie

verhalen om in te schuilen Een literatuurproject voor groep 3 en 4 van het primair onderwijs

verhalen om in te schuilen Een literatuurproject voor groep 3 en 4 van het primair onderwijs Hutten en kuilen verhalen om in te schuilen Een literatuurproject voor groep 3 en 4 van het primair onderwijs 1 KunstSelect: werken aan competenties cultuureducatie Kunstbalie ontwikkelde met De Cultuur

Nadere informatie

Belangrijk dichtwerkboekje van

Belangrijk dichtwerkboekje van Verder dichten Vink af wat je gedaan hebt! Belangrijk dichtwerkboekje van Belangrijk gedicht Heb je nog een ander onderwerp (bij opdracht 2c opgeschreven) dat belangrijk voor je is? Schrijf daar ook een

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie

Nadere informatie

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school. TITEL Leerjaar Groep 1 en 2. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer

Nadere informatie

Start met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen.

Start met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen. Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help

Nadere informatie

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen?

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen? Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help

Nadere informatie

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school. TITEL: Leerjaar Groep 3 en 4. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - blinde rups (lesformat) Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Nadere informatie

LEESTIP. Speel- & Leerbrief JULI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar SPELEN MET WATER! JULI 2015.

LEESTIP. Speel- & Leerbrief JULI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar SPELEN MET WATER! JULI 2015. Pedagogisch werken met plezier s Speel- & Leerbrief JULI 2015 SPELEN MET WATER! Water: het kost bijna niets, het is bijna overal en het is zo heerlijk verfrissend in de zomer! Kortom, een prima speelmateriaal

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT Anouk Nooteboom Hand-out Cultuurhelden Delft Werkvormen creatief proces & passende vragen In dit document zijn een aantal werkvormen te vinden die toe te passen zijn binnen het creatief proces. Bij de

Nadere informatie

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1- LESMATERIAAL ONDERBOUW Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect Vo or 4 Groep 1- ACTIVITEIT 1: AANGENAAM KENNIS TE MAKEN In deze handleiding staat de activiteitenbeschrijving voor groep 1-4. Hier

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) De tekst hieronder gebruikt bij opdracht 3. U doet dan op het bord voor hoe u een gedicht schrijft. Hardopdenktekst We hebben samen naar de Nieuwsbegripfilm gekeken. Zelf

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1 THEMA: OP VAKANTIE MET DE ALLERKLEINSTEN! s Speelbrief JULI 2017 Aapje Pippo gaat met de trein op reis. Bruintje Beer en peuter Max spelen aan de waterkant en nijntje logeert bij haar opa en oma. Allemaal

Nadere informatie

Lesbrief DieDrie: Dagje DieDrie

Lesbrief DieDrie: Dagje DieDrie Lesbrief DieDrie: Dagje DieDrie Hoi! Hallo allemaal, wij zijn DieDrie. En je ziet het al: we zitten hier lekker te ontbijten. Niet zomaar een ontbijt, maar een ontbijtje met muziek. Eigenlijk draait ons

Nadere informatie

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8 MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8 Inleiding In groep 7 of 8 komen leerlingen vaak voor de tweede keer met hun klas naar het van Abbemuseum. Bij het eerste bezoek, in groep 5 of 6, hebben ze

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17 Inhoud Waarom dit boek? 7 1 De ik-fabriek, wat is dat? 10 2 Lichaamsseintjes 14 3 Je lichaam is net een fabriek 17 4 De ik-fabriek, hoe ziet die eruit? 18 4.1 De eerste verdieping: voelen 20 4.2 De tweede

Nadere informatie

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les China Stadsgeluiden in China 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad Vakgebied: Muziek Lesduur: 60 minuten per les China Pagina 1 - Stadsgeluiden in China - Colofon Stadsgeluiden in China Les voor groep

Nadere informatie

Het project In de wolken richt zich op de

Het project In de wolken richt zich op de LERARENHANDLEIDING KunstSelect: werken aan competenties cultuureducatie Inleiding Kunstbalie ontwikkelde met www.decultuurloper.nl handvatten ter ondersteuning van het cultuureducatieve programma op school.

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Dag 1 Kaders vol kunst!

Dag 1 Kaders vol kunst! Dag 1 Kaders vol kunst! Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven Onderwerp: kunstwerken maken met letters en woorden Lesduur: 50 minuten Lesdoelen Hoofddoel van de les > Met taal en woorden tot een

Nadere informatie

Docentenhandleiding Papegaai Paulo Groep 0, 1 en 2

Docentenhandleiding Papegaai Paulo Groep 0, 1 en 2 Docentenhandleiding PAPEGAAI PAULO 'horen en vergeten, zien en onthouden, doen en begrijpen' Inleiding Sinds schooljaar 2013-2014 is er een les voor kleuters en (de oudste) peuters beschikbaar, Papegaai

Nadere informatie

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Hoe maak ik... Naam: Groep: Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

1. Een bocht. 2. Spiegelen

1. Een bocht. 2. Spiegelen Werkblad 1 en op de buitenplaats (bij les 3) Print deze opdrachten en knip ze in strookjes. Maak groepjes van 2 of 3 leerlingen. Verdeel de opdrachten onder deze groepjes. Een opdracht kan door meerdere

Nadere informatie

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8 Handleiding Gedicht In het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties zijn de rechten voor het kind opgenomen. U maakt deze rechten concreet en zichtbaar,

Nadere informatie

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6 Verwonderen Groep 4, 5 en 6 Leerdoel De kinderen: - verwonderen zich over voedsel. - gebruiken hun zintuigen (ogen, neus, mond) om voedsel bewust te bekijken, te proeven en te ruiken. - ontdekken wat de

Nadere informatie

Gedichten werkboekje. Naam: Groep:

Gedichten werkboekje. Naam: Groep: Gedichten werkboekje Naam: Groep: Gedichten lezen 1. Wat valt je als eerste op bij dit gedicht? Bang Bang, dat ik het nooit vergeten zal. Ik zal het nooit vergeten. Ik zag hem daar voor het laatst in de

Nadere informatie

Ik ben Stephanie. Ik ben Stephanie

Ik ben Stephanie. Ik ben Stephanie Ik ben Stephanie Sperzieboon. Ik ben lang en dun. Zoek in de klas eens naar allerlei voorwerpen die lang en dun zijn en leg deze in het midden van de kring. Wat hebben we allemaal gevonden? Ik ben Stephanie

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam Kriebels in je buik Wie ben ik? 1 Wie ben ik? Groep 1 80 min Begrippen Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam Benodigheden Grote spiegel en/of handspiegeltjes

Nadere informatie

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? 1 Linda van de Weerd Inhoud Moet je horen! 3 Trillingen 4 Luister! 5 Hard en zacht 6 Dichtbij en ver weg 7 Hoog en laag 8 Doof zijn 9 Moeilijke

Nadere informatie

Korte cursus Sinterklaasgedichten schrijven

Korte cursus Sinterklaasgedichten schrijven Taaljournaal 2 Handleiding groep 6/7/8 Korte cursus Sinterklaasgedichten schrijven Dit is een extra activiteit die past binnen het thema Sinterklaas. schrijven hun gedicht dan werkelijk voor de viering

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien.

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien. Reis naar de maan GROEP 3-4 22 20 & 50 minuten, verdeeld over twee lessen 1, 23, 46 en 54 De leerling: leert samenwerken leert bewegen op muziek leert luisteren naar ritme en muziek herkent vier fasen

Nadere informatie

LEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015.

LEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015. Pedagogisch werken met plezier s Speel- & Leerbrief MEI 2015 ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! Als je aan kinderen in de kinderopvang vraagt wat ze er leuk vinden, klinkt het steevast: de andere kinderen. De

Nadere informatie

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van: LEREN LEREN LEREN een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden Hieronder kun je lezen over het leren/maken van: 1. DICTEE 2. TAFELS 3. VRAGEN EN OPDRACHTEN 4. STUKKEN TEKST (bijv. hoofdstuk

Nadere informatie

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook. Praten over boeken Kaartjes van iden hambers Handleiding bij onderstaande kaartjes: llereerst treft u een aantal pagina s aan met kaartjes met vragen. Deze zijn per categorie ingedeeld. -vragen: Eerste

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Les 1: Je eigen vredesspreuk bedenken Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje op www.nieuwsbegrip.nl. Let er vooral op wat vrede precies betekent.

Nadere informatie

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Voor jezelf? Les 1 Welkom! Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.

Nadere informatie

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Hoe belangrijk is papier? Wat voor heb je papier nodig? Met papier kan je bijvoorbeeld: schrijven, tekenen of boeken maken. Van oud papier zoals kranten, kun je zelf

Nadere informatie

Knabbel en Babbeltijd.

Knabbel en Babbeltijd. Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Lessuggestie Heimwee. Gedichtenbundel Warboel: Pagina

Lessuggestie Heimwee. Gedichtenbundel Warboel: Pagina Lessuggestie Heimwee Voor het lezen 10 minuten De leerkracht laat de kinderen in een kring zitten. Ook pakken de kinderen hun meegebrachte voorwerp erbij. De leerkracht begint een gesprek met de kinderen

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4 Zakelijke gegevens Naam student: Jessica Gotink Lesvoorbereiding Stageschool: Daltonbasisschool de Vlier Winterswijk Iselinge klas: VR3C mentor/mentrix: Natascha Hulzink Datum: 19 februari 2013 aantal

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

TUSSEN de REGELS literatuurproject voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs. handleiding

TUSSEN de REGELS literatuurproject voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs. handleiding TUSSEN de EGELS literatuurproject voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs handleiding 1 KunstSelect werken aan competenties cultuureducatie Kunstbalie ontwikkelde met De ultuur Loper handvatten ter

Nadere informatie

Opdracht. Doelen waar je aan gaat werken:

Opdracht. Doelen waar je aan gaat werken: Groenten pimpen Opdracht Groenteboer Gert Stoofpeer maakt zich zorgen! Kinderen (vooral kleuters) eten te weinig groenten. Kinderen vinden groenten vaak niet lekker en niet leuk. Gert wil hier iets aan

Nadere informatie

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan.

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan. Blok 2 LB 16-17 LES 1 MAAK EEN TOETJE Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 Kijk naar de plaatjes. Nu weet je al heel veel. 1 Hier staat hoe je een toetje maakt. Hier staat hoe je een pop maakt. 2

Nadere informatie

Leerlingboekje les 1 en 2. Schrijfopdracht 1 Welk dier is dit? Groep 6

Leerlingboekje les 1 en 2. Schrijfopdracht 1 Welk dier is dit? Groep 6 Leerlingboekje les 1 en 2 Naam: Schrijfopdracht 1 Welk dier is dit? Groep 6 Leren schrijven met peer response Tekst: M. Hoogeveen, A. van Gelderen, A. Wijnbergh Illustraties: V. van Asperen SLO, 2018 1

Nadere informatie

Thema Zintuigen. BSO in 2 nature Bushraft activiteit. www.in2nature.eu info@in2nature.eu. stichting in2nature. www.in2nature.eu info@in2nature.

Thema Zintuigen. BSO in 2 nature Bushraft activiteit. www.in2nature.eu info@in2nature.eu. stichting in2nature. www.in2nature.eu info@in2nature. BSO in 2 nature Bushraft activiteit www..eu info@.eu Thema Zintuigen www..eu info@.eu Johan en Sandra Van der Wielen Verbindingsweg 22 3921DM Elst (ut) 0318-471974 Triodos: 390288675 KvK: 30264584 Inleiding

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

200 JAAR STATEN-GENERAAL

200 JAAR STATEN-GENERAAL 200 JAAR STATEN-GENERAAL NOVEMBER 2015 - POLITIEK IN PRAKTIJK #7 WAT HEB JE NODIG Knipblad met jaartallen (gekleurd papier) Knipblad met foto s/uitleg (wit papier) Magneetjes + magneetbord Uitgeknipte

Nadere informatie

Het leesspel Voorbereiding: Doel van het spel: Het spel:

Het leesspel Voorbereiding: Doel van het spel: Het spel: Het leesspel Dit spel is gebaseerd op vragen over boeken zoals weergegeven in het boekje Vertel eens van Aiden Chambers en op vragen over boeken uit het boek Open Boek van Jos Walta. Voorbereiding: Kopieer

Nadere informatie

Een voorstelling voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs door Het Houten Huis

Een voorstelling voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs door Het Houten Huis Een voorstelling voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs door Het Houten Huis Beste leerkracht, Binnenkort gaat u met uw groep naar de voorstelling Beet! van Het Houten Huis. Met de opdrachten in deze

Nadere informatie

Films kijken op internet: verboden of niet?

Films kijken op internet: verboden of niet? Les over auteursrecht tekst niveau A Films kijken op internet: verboden of niet? Veel mensen kijken graag naar films. Jij ook? Als je zin hebt om een film te zien, kun je natuurlijk naar de bioscoop gaan.

Nadere informatie

PROJECTBESCHRIJVING MIJN SCHATKIST

PROJECTBESCHRIJVING MIJN SCHATKIST PROJECTBESCHRIJVING MIJN SCHATKIST Leerlijn Muziek Thema Utopie Groep 1 en 2 24 april 2017 Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn Muziek Thema Utopie Groep 1 en 2 24 april 2017 Deze projectbeschrijving

Nadere informatie

Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3)

Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3) Leestips Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3) In groep 3 krijgt je kind gerichte leesinstructie. Hij leert dat woorden uit letters bestaan en dat aan al deze letters een bepaalde klank vastzit.

Nadere informatie

Hang de Kwink van de Week onder de deelposter Zelfmanagement (zie Vooruitblik/ deelposter bij les 8 op de website).

Hang de Kwink van de Week onder de deelposter Zelfmanagement (zie Vooruitblik/ deelposter bij les 8 op de website). groepsfase performing VOORBEREIDING Lesdoel Nodig Kwink van de Week Een sterke groep Kwink thuis Emotiewoordenschat Ik herken reclame en kan er kritisch mee omgaan. - Pen en papier (bij Oriëntatie en Zelfstandig)

Nadere informatie

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras - WOORDEN VERANDEREN Kies een woord uit het woordpakket. gras - grap Schrijf dit woord in je schrift. glas kras Maak een nieuw woord door één letter grijs te veranderen. Zoek zoveel mogelijk nieuwe woorden.

Nadere informatie

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters 1 Inleiding In dit thema besteden we aandacht aan een onderdeel van het taalonderwijs, namelijk het stimuleren van het taalbewustzijn. We leggen uit wat

Nadere informatie

Het verstaan van spraak door kinderen van 8, 9, 10 en 11 jaar

Het verstaan van spraak door kinderen van 8, 9, 10 en 11 jaar Het verstaan van spraak door kinderen van 8, 9, 10 en 11 jaar Wij zijn heel blij dat je mee wilt doen aan ons onderzoek! Je vader of moeder heeft je misschien al iets verteld over het onderzoek. Voor het

Nadere informatie

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt Speciale les over auteursrecht tekst niveau AA Thuis films kijken 1 Jij kijkt vast wel eens naar een film. 2 Dat kan in de bioscoop. 3 Maar je kunt films ook thuis bekijken. Op internet. 4 Dat is lekker

Nadere informatie

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik Kinderdagverblijf programma Dit ben ik Week 5 Datum 27 t/m 31 januari 09.15 uur - Kring: Kern 0 1½ het gezicht van Puk. Spiegeltje in Puk zijn rugzak. Wat is dat nou? 09.20 uur - Voorleesboek: Kikker is

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Taal actief 3 Handleiding groep 6 en 7 Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Dit is een extra activiteit die past binnen het thema sinterklaas. Tijdsduur 45 minuten Tip: De kinderen die moeite hebben

Nadere informatie

Dag 3 Gekke dieren. Lesdoelen. Materialen. Voorbereiding. Coöperatieve werkvormen in deze les

Dag 3 Gekke dieren. Lesdoelen. Materialen. Voorbereiding. Coöperatieve werkvormen in deze les Dag 3 Gekke dieren Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven Onderwerp: woorden verzinnen bij een gekozen dier Lesduur: 50 minuten Lesdoelen Hoofddoel van de les > Met een gegeven letter woorden maken

Nadere informatie

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016 Vijf minuten actief met kleuters Joyce van den Boogaard 3 februari 2016 5 minuten... Doel Na deze workshop: Heb je geleerd hoe je korte beweegactiviteiten kunt toepassen bij groep 1 en 2. Weet je hoe je

Nadere informatie

Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters,

Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters, Lesbrief Beste kleuters, Binnenkort speelt de voorstelling op jullie school of in een theater in de buurt. De voorstelling is gebaseerd op de boeken Pas op voor de ezel en de beer en Dansen met de ezel

Nadere informatie

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam Kriebels in je buik Wie ben ik? 1 Wie ben ik? Groep 1 80 min Begrippen Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam Benodigheden Grote spiegel en/of handspiegeltjes

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

KUNST. voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs

KUNST. voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs l e r a r e n h a n d l e i d i n g M U U R Z O E K T KUNST voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs M U U R Z O E K T K U N S T Tentoonstelling over het creatief proces van een kunstenaar Voor groep

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.1 * Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op deze pagina staan kaartjes met lichaamsdelen

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

wwww.wijzeroverdebasisschool.nl

wwww.wijzeroverdebasisschool.nl 31 spelletjes voor in de auto 1. Bingo met nummerborden Voor dit spelletje heb je een speciale bingokaart nodig. Op de bingokaart staan de getallen t/m 100. voor de getallen t/m 9 staat een 0. Nu kan het

Nadere informatie

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK 1 Leerdoelen verhelderen 1A Hoe ziet de vaardigheid eruit? Neem een vaardigheid die in komende project of les belangrijk gaat zijn. Schrijf de vaardigheid op een groot vel en verdeel de rest van het vel

Nadere informatie

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij Lesbrief bij de voorstelling Aardblij Voor de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs (4-6 jaar) Deze lesbrief is te gebruiken bij de voorstelling Aardblij. Aardblij is een voorstelling met zang, acrobatiek

Nadere informatie

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht Wat is? Met de kaarten van Kraak Kracht evalueert u Kraak de Klas. U gaat door middel van de vragen die op de kaarten staan in gesprek met de leerlingen over de vaardigheden die ze hebben gebruikt. U kunt

Nadere informatie

Lesmap de suikerbakkerij HETGEVOLG. de suikerbakkerij. regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary foto: Kris Dewitte

Lesmap de suikerbakkerij HETGEVOLG. de suikerbakkerij. regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary foto: Kris Dewitte de suikerbakkerij regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary foto: Kris Dewitte 1 De suikerbakkerij 4+ Ik ben 3 jaar. Mama draagt me in haar armen. In los zand. In los zand Het is heet.

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen Les 1: Een gedicht over de Paralympische Spelen schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje

Nadere informatie

Dag 3 Geluidengedichten

Dag 3 Geluidengedichten Dag 3 Geluidengedichten 1 VOORBEREIDING Kopieer kopieerblad 1 op leerlingenaantal als je het gedicht reus teun niet kunt projecteren op het digibord. Kopieer kopieerblad 2 op leerlingenaantal. Kopieer

Nadere informatie

Hoe maak ik een werkstuk?

Hoe maak ik een werkstuk? Hoe maak ik een werkstuk? Je gaat, misschien wel voor de eerste keer, een eigen werkstuk maken. Dat is leuk, maar ook best moeilijk. Je moet er namelijk een heleboel voor doen. Heb je al eens een eigen

Nadere informatie