Dag 3 Gekke dieren. Lesdoelen. Materialen. Voorbereiding. Coöperatieve werkvormen in deze les

Transcriptie

1 Dag 3 Gekke dieren Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven Onderwerp: woorden verzinnen bij een gekozen dier Lesduur: 50 minuten Lesdoelen Hoofddoel van de les > Met een gegeven letter woorden maken die passen bij het door hun gekozen dier. Andere doelen > Per twee en in groep samenwerken. > Rijmwoorden met elkaar verbinden. Materialen Folio > bronnenblad 1 > kopieerbladen 1-3 Diversen > indien mogelijk letterstempels en stempelkussens Voorbereiding > Als je het gedicht van bronnenblad 1 niet kunt projecteren, dan kun je het voor de leerlingen kopiëren. > Kopieer kopieerblad 1 en 2 voor elke leerling. > Kopieer kopieerblad 3 voor elke groep van twee of drie leerlingen op dikker gekleurd papier. > Heb je onvoldoende tijd om deze les volledig te geven, dan kun je de opdracht op kopieerblad 1 en/of de opdracht op kopieerbladen 2 en 3 alvast een andere keer gebruiken, bv. tijdens contract- of hoekenwerk. > Zoek met je leerlingen het ontbrekende woord in het gedicht van vandaag. Zie daarvoor de URL die je via mail hebt ontvangen. Coöperatieve werkvormen in deze les Tweegesprek 1 Elke leerling zoekt of krijgt een partner. 2 De leraar stelt een vraag: Overleg/bespreek met je partner 3 De leerlingen overleggen met elkaar en noteren al dan niet hun bevindingen. 4 De leraar duidt een leerling aan die de bevindingen meedeelt. didactische suggesties dag 3 1

2 Lesgang Oriënteren en plannen 1 Het gedicht beluisteren Projecteer bronnenblad 1. Lees het gedicht voor. Bespreek de inhoud. > Waarover gaat het gedicht? > Welke woorden in het gedicht rijmen op elkaar? schuurtje muurtje, naam raam, keek leek > Wie heeft er ook een schuurtje in de tuin of weet een schuurtje staan? > Wat kan er allemaal in een schuurtje staan? > Wat zou je allemaal kunnen zien wanneer je door het raam van het schuurtje naar binnen zou kijken? > Welk woord zou passen in het gedicht? 2 Het ontbrekende woord uit het gedicht bedenken Coöperatieve werkvorm: tweegesprek Laat de leerlingen per twee of in een grotere groep een woord bedenken dat in het gedicht past. Laat alle groepjes hun voorstellen toelichten en noteer ze op het bord. Beslis klassikaal welk woord ze als winnaar kiezen om in te sturen voor het gatengedicht. 3 Woorden zoeken die passen bij een gegeven dier Schrijf het woord slang op het bord. Schrijf de letters van boven naar beneden. Verzin met de leerlingen bij elke letter een woord dat bij slang past. Bijvoorbeeld: s van sluw, l van lang, a van au, n van niet harig, g van gevaarlijk. Verduidelijk dat zij vandaag ook zulke gedichten maken: ze kiezen een dier, stempelen of schrijven de letters onder elkaar en zoeken woorden die bij dat dier passen. Bronnenblad 1 Bronnenblad 1 Tip! Het maakt niet uit of het ingestuurde woord juist of fout is. Het juiste woord wordt de volgende dag bekend gemaakt, maar alle inzendingen tellen voor de wedstrijd. Tip! Bespreek indien nodig een tweede dier. Hoofddoel uitvoeren en verwerken 4 Een woordweb rond dieren en eigenschappen maken Stel met de leerlingen een woordweb op. Schrijf dier in het midden en laat hen allerlei dieren opsommen. Noteer die op het bord. Stel een woordweb op met eigenschappen die bij dieren passen. Dat maakt het voor de leerlingen straks makkelijker om een woord uit te kiezen als ze geen passende eigenschap vinden. Voorbeelden: zacht, ruw, lief, sluw, vals, roofdier, planteneter, klein, groot, zwaar, dik, slurf, snuit, giftig, gevaarlijk, huisdier, groen, rood enz. 2 didactische suggesties dag 3

3 5 Bij een gekozen dier passende eigenschappen verzinnen en noteren Laat de leerlingen een dier kiezen en op het kopieerblad stempelen (letters onder elkaar, telkens één letter naast iedere schrijflijn). Laat ze bij elke letter een passende eigenschap bedenken en die stempelen, schrijven of tekenen. Laat de leerlingen elkaar helpen als ze geen eigenschap vinden bij een bepaalde letter. Wanneer ze klaar zijn maken ze nog een tekening van hun gekozen dier. 6 De dierenvondsten voorlezen Laat de leerlingen die dat willen de gekozen woorden bij hun dier aan de anderen voorlezen. Geef hun positieve feedback. 7 Het passende rijmwoord bij gegeven prenten van dieren zoeken Leg de opdracht op kopieerblad 2 uit. Laat het juiste rijmwoord bij de gegeven prenten zoeken door wat bij elkaar past te verbinden. Kopieerblad 1 Tip! Gebruik korte en lange dierennamen om te differentiëren. Je kunt de opdracht ook per twee laten maken, elk op hun eigen kopieerblad, maar met hetzelfde dier. Kopieerblad 2 Controleren en reflecteren 8 De rijmmemory spelen Leg de rijmmemory uit aan de leerlingen. Laat in groepjes het spel spelen en stuur bij indien nodig. 9 Over de activiteit reflecteren Laat de leerlingen vertellen wat ze van de activiteit vonden. > Wat vond je leuk / minder leuk? > Wat vond je het leukst vandaag? Waarom? > Hoe lukte het samenwerken? > Was het moeilijk? Wat vond je soms moeilijk? Kopieerblad 3 Tip! Dit spel kun je nadien hergebruiken tijdens hoekenwerk of wanneer leerlingen sneller klaar zijn. didactische suggesties dag 3 3

4 Bronnenblad 1 In een schuurtje zonder naam zat een muurtje met een raam. En als je op je tenen stond en door dat raam naar binnen keek, zag je in dat schuurtje, geloof het of niet, een paard dat op een???? leek. In een schuurtje zonder naam zat een muurtje met een raam. En als je op je tenen stond en door dat raam naar binnen keek, zag je in dat schuurtje, geloof het of niet, een paard dat op een???? leek. Geert De Kockere Geert De Kockere In een schuurtje zonder naam zat een muurtje met een raam. En als je op je tenen stond en door dat raam naar binnen keek, zag je in dat schuurtje, geloof het of niet, een paard dat op een???? leek. In een schuurtje zonder naam zat een muurtje met een raam. En als je op je tenen stond en door dat raam naar binnen keek, zag je in dat schuurtje, geloof het of niet, een paard dat op een???? leek. Geert De Kockere Geert De Kockere Uit: Samen over een muurtje, Geert De Kockere Uitgeverij De Eenhoorn, 2014 (p. 7) 4 didactische suggesties dag 3

5 Naam:... Een dierengedicht 1 Kies een dier. 2 Stempel het. 3 Zoek bij elke letter een woord dat bij je dier past. Teken hier je dier. didactische suggesties dag 3 - kopieerblad 1 5

6 Naam:... Rijmwoorden zoeken 1 Verbind de prent met het juiste rijmwoord. bal druif vuil hol banaan kin kaas peer 6 didactische suggesties dag 3 - kopieerblad 2

7 Rijmmemory didactische suggesties dag 3 - kopieerblad 3 7

8 8 didactische suggesties dag 3 - kopieerblad 3