De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting"

Transcriptie

1 De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting OPSTELLER Naam: Robin Kooij Collegekaartnummer: Afstudeerrichting Klinische Psychologie BEGELEIDER(S) Binnen programmagroep: Tweede beoordelaar: Onderzoeksinstelling: Andrea Wolf (Klinische ontwikkelingspsychologie) Maurits van der Molen Justitiële jeugdinrichting Amsterbaken DATUM: 28 augustus

2 Abstract Inleiding Het doel van dit onderzoek was om te onderzoeken of een Approach Avoidance Task training leidt tot verandering in de toenaderingsbias bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting. Daarnaast is er gekeken naar verschillende relaties tussen het cannabisgebruik, het werkgeheugen, craving en automatische geheugen associaties. Methode Hiervoor hebben 35 aan cannabis verslaafde jongens uit de justitiële jeugdinrichting Amsterbaken zes maal de AAT- training gevolgd. Daarnaast zijn diverse vragenlijsten afgenomen waaronder de Brief Implicit Association Task (BIAT), de Marijuana Craving Questionaire (MCQ), de Self- Ordering Pointing Task (SOPT; voor werkgeheugen) en een vragenlijst om cannabisgebruik en gerelateerde problemen (CUDIT) te meten. Resultaten Er is geen significant trainingseffect gevonden, oftewel er zijn geen significante resultaten gevonden voor de AAT. Hoewel er wel in beide condities sprake was van een toenaderingstendens, bleek deze na de training niet dusdanig te zijn veranderd. Wel zijn er correlaties gevonden tussen de BIAT en de AAT, welke hetzelfde construct oogden te meten. En er zijn correlaties gevonden tussen de volgende constructen; CUDIT en AAT, tussen de BIAT en de AAT en tussen de MCQ en de AAT. Conclusie Gebaseerd op de bevindingen in dit onderzoek blijkt het hertrainen van automatische actietendensen bij adolescenten niet effectief in het verminderen van de toenaderingsbias. Daarnaast is ook gevonden dat de AAT en de BIAT die het zelfde construct meten, met elkaar correleren. Verder blijkt het gebruik van cannabis samen te hangen met een slechter werkgeheugen, maar voorspelt dit geen grotere of sterkere toenaderingsbias. Tot slot komt uit de resultaten naar voren dat craving en automatische actietendensen met elkaar samen hangen. Concluderend zou de te kleine steekproef de ontbrekende significante resultaten voor een deel verklaren, ook kan de sterkte van de manipulatie in twijfel worden getrokken. Geadviseerd wordt om tijdens een vervolgonderzoek de steekproef uit te breiden om dit uit te sluiten. 2

3 Inhoudsopgave Abstract 2 Inhoudsopgave 3 1. Theoretisch kader De effectiviteit van een actietendenstraining bij cannabisverslaafden Doel van het onderzoek 13 2 Methode Deelnemers Onderzoeksdesign Materiaal Actietendensen training (manipulatie) Metingen Manupulatie Procedure Data Analyse Data opschonen Statistische analyse Resultaten Proefpersonen Onderzoeksresultaten Toetsingsresultaten Discussie Conclusie 41 Literatuur 44 Bijlagen 49 Bijlage 1. Informatiebrochure jongere Bijlage 2. Informatiebrochure ouders actief en passief Bijlage 3. Toestemmingsformulier MINDBLOWING Ijongere Bijlage 4. Toestemmingsformulier MINDBLOWING Iouders Bijlage 5 Opleidingsniveau Bijlage 6 Cannabis gebruik

4 Toen hij in februari werd geboren Waren zijn vader en moeder heel erg blij Ze konden uren naar hem blijven kijken Er was geen baby die zo prachtig was als hij Maar toen hij na een jaartje leerde lopen En weer wat later leerde schaatsen in de kou Zag niemand die het jochie dacht te kennen In hem de junk die hij later worden zou. 1 1 Dit is het eerste couplet van het lied of gedicht van Station, van de dichter en tekstschrijver Steven Pont, aangehaald in het boek van Reinout Wiers De slaaf van het onbewuste. 4

5 1. Theoretisch kader Van alle drugs wordt cannabis het meeste gebruikt. Uit epidemiologisch onderzoek blijkt dat vijftig procent van de adolescenten in de westerse samenleving minimaal eenmalig cannabis heeft gebruikt (Perkonigg et al., 2008). Het aantal gebruikers blijft stijgen en het zijn met name jongeren die cannabis gebruiken en ook misbruiken (Trimbos). Een ernstig gevolg van middelenmisbruik tijdens de adolescentie is een toenemende kwetsbaarheid voor verslaving op latere leeftijd (Dahl, Spear, Kelley, Shaikh, & Clayton, 2004). In vergelijking met verslaving en andere middelen, is er relatief weinig bekend over de aard en werking van een cannabisverslaving (Budney et al., 2011). Lange tijd werd het bestaan van cannabisafhankelijkheid betwijfeld en dacht men dat het middel niet verslavend kon zijn (Murray, Morrison, Cécile Henquet, & Forti, 2007). Er werd toen voor het eerst verschil gemaakt tussen lichamelijke en geestelijke verslaving (i.e. craving ), waarbij laatstgenoemde als relatief ongevaarlijk werd gezien. Sinds 1964 wordt echter het geestelijke aspect van verslaving ten volle erkend. Sinds 1964 noemt de World Health Organization (WHO) geestelijke verslaving als de belangrijke drijvende kracht achter de ontwikkeling van verslaving (Murray et al., 2007). Tegenwoordig onderscheidt de DSM-IV-TR twee categorieën; cannabismisbruik en cannabisverslaving. Voor het onderscheiden van misbruik van verslaving wordt een aantal criteria gehanteerd. Bij misbruik voldoet de gebruiker in het afgelopen jaar aan tenminste één van de volgende criteria: (i) De gebruiker is niet instaat om te functioneren op school of werk,(ii) het middel wordt gebruikt in fysiek gevaarlijke situaties zoals autorijden, (iii) het gebruik leidt tot recidiverende illegale problemen en (iv) er wordt ondanks deze problemen, niet gestopt of geminderd met het gebruik van cannabis. Er is sprake van verslaving aan cannabis, indien aan alle criteria voor misbruik wordt voldaan en de gebruiker bovendien tolerantie- en ontwenningsverschijnselen vertoont. Tolerantie houdt in dat een steeds hogere dosering nodig is om hetzelfde effect te bereiken of is het effect met dezelfde hoeveelheid steeds minder sterk. Bij 5

6 ontwenningsverschijnselen kan er sprake zijn van slaapproblemen, geïrriteerdheid, zenuwachtigheid of verminderde eetlust. Wanneer jongeren verslaafd zijn aan het middel, spenderen zij doorgaans een aanzienlijk gedeelte van hun tijd aan het verkrijgen of gebruiken van het middel. Daarbij worden belangrijke sociale en werkverplichtingen en/of vrijetijdsbestedingen opgegeven voor de verslaving (DSM- IV- TR, 1993). Jongeren uit beide categorieën konden deelnemen aan dit onderzoek. Cannabismisbruik is vaak een voorloper van verslaving. Hoe het kan dan een persoon qua middelengebruik verschuift van misbruik naar verslaving wordt aan de hand van onderstaande theorieën uitgelegd. Een paradox die centraal staat bij verslaving is dat vrijwel iedereen de negatieve gevolgen kent van verslavingsgedrag, maar dat deze kennis toch onvoldoende is om mensen ervan te weerhouden te gaan roken of drinken of andere middelen te gebruiken - noch om verslaafden te doen stoppen. Iemand met een verslaving blijft gebruiken en slaagt er niet in om te minderen of te stoppen, terwijl dit rationeel gezien vanzelfsprekend is aan te raden. Desondanks is een lange tijd een rationeel beslismodel dominant geweest om verslavingsgedrag te verklaren. Het achterliggende idee is dat men een rationele afweging maakt van de voor- en nadelen van een bepaalde keuze, en dat men op grond hiervan het gedrag bepaalt. Met andere woorden: een verslaafde ziet kennelijk meer voor- dan nadelen van zijn gedrag, anders zou hij niet verslaafd zijn (Conner & Armitage, 1998). Het lijkt evident dat een verhoogd risico op allerlei dodelijke ziekten zwaarder zou moeten wegen dan een voordeel als erbij horen rof ik vind het lekker. Het blijkt echter zo te zijn dat, naast het afwegen van de voor- en nadelen, de factor tijd van groter belang is. Kleine voordelen op de korte termijn kunnen zwaarder wegen dan grote langetermijn nadelen. Allerlei varianten van deze rationele benadering verklaren slechts een deel van de verslaving, namelijk zo n 25 procent van de verschillen tussen mensen in verslavingsgedrag (Conner & Armitage, 1998). Bekend zijn de theorieën over verwachte effecten van alcohol of andere middelen (ecpectancies) en de theorie van gepland gedrag (theory of reasoned action). Er zijn aanwijzingen dat deze theorieën vooral waarde hebben voor het voorspellen van 6

7 beginnend gebruik (Jones, Corbin, & Fromme, 2001). Men kan zich afvragen in hoeverre de rationele verklaringen waarom een verslaafde gebruikt de werkelijke verklaring vormen voor hun gedrag. Het is aannemelijk dat hun gedrag in werkelijkheid door andere processen wordt gestuurd, of meer als (rationele) verklaringen achteraf (wanneer het gedrag al heeft plaatsgevonden) moeten worden gezien. De visie die de laatste jaren is ontwikkeld en centraal staat in deze these is dat gedrag wordt beïnvloed door zowel bewuste en rationele overwegingen als door automatische, vaak onbewuste processen. Vele onderzoeken zijn gedaan om de ontwikkeling van verslavingsgedrag te achterhalen. Dit worden ook wel duale procesmodellen genoemd. Deze modellen komen overeen als het gaat om het belang van de verstoorde balans tussen de sterke motivationele processen om drugs te gebruiken en een verminderd vermogen om dit cognitief te sturen (Stacy & Wiers, 2010; Strack & Deutsch, 2004). Dit komt neer op een verstoorde balans tussen automatische processen en reflectieve en controlerende processen. Volgens deze modellen is er eerst een impuls die resulteert in het continueren van het verslavingsgedrag, de inschattingen over negatieve effecten op de lange termijn zijn geen onderdeel van deze impuls. Impulsieve processen worden sterker onder invloed van motivationele behoeften (honger, dorst, zucht of craving), terwijl controlerende processen verzwakt worden, zowel als direct gevolg van de inname van cannabis, alcohol of andere drugs, als op de langere termijn wanneer er veel cannabis, alcohol of andere drugs worden gebruikt (R. W. Wiers, 2007; R. W. Wiers, Bartholow, van et al., 2007). Een biologische verklaring achter dit proces wordt geboden door de incentive-sentitizationtheorie. Robinson en Berridge (1993) maakten hiermee inzichtelijk hoe de ontwikkeling van biasen ontstaan. De onderzoekers stellen dat er, door een conditioneringsproces, sterke associaties ontstaan bij verslaafden voor cues gerelateerd aan het middel. Deze cues krijgen een verhoogde belonende waarde (incentive) toegekend. Door deze incentive ontstaat er een verhoogde activiteit in het motivationele systeem om het middel te gebruiken. Het gevolg is dat cannabis gerelateerde cues saillant worden. Het motivationele systeem wordt geactiveerd en 7

8 hierdoor ontstaat meer trek (craving) en het individu wordt gestimuleerd om op het middel af te gaan. Vanwege het feit dat de aan de middelen gerelateerde cues saillant zijn geworden, trekt dit sneller de aandacht en wordt de aandacht langer vastgehouden (aandachtbias). De aan de middelen gerelateerde cues worden daarnaast ook geassocieerd met positieve uitkomsten, waardoor het individu nog meer geneigd is om het middel te gebruiken. Naast meer aandacht en associaties ontwikkelt een verslaafde ook een automatische actietendens voor het middel waarbij aan middelen gerelateerde stimuli eerder benaderd worden dan vermeden. Samenvattend kan worden gezegd dat bij een verslaving een versterkt associatief vermogen is ontstaan met het middel en cues uit de omgeving. Bovendien is er een verzwakt vermogen tot het beteugelen van de eigen impulsen (inhibitie) (Robinson & Berridge, 1993). Een mogelijke verklaring voor het ontstaan en continueren van verslavingsgedrag wordt gevormd door automatische processen, die sneller zijn dan bewuste processen. Globaal worden drie automatische processen onderscheiden die van invloed zijn: een aandachtsbias voor aan verslaving gerelateerde stimuli, geheugenassociaties en automatische actietendensen (toenadering of verwijdering) dit is een motivationele oriëntatie op approach of avoidance. De twee processen die volgens deze modellen verslaving beïnvloeden bestaan dus enerzijds uit een reflectief systeem (bewuste processen) en anderzijds uit een impulsief systeem (automatische processen). In sommige gevallen heeft het impulsief systeem de overhand, in andere gevallen het reflectief systeem. Dit is afhankelijk van de persoon en omstandigheden. Het reflectieve systeem bestaat uit het rationeel nemen van beslissingen, wat mede bepaald wordt door doelen in het leven, motivatie, verwachte uitkomsten en executieve controle. Executieve functies bestaan uit diverse componenten zoals het werkgeheugen, het schakelen tussen verschillende taken en inhibitie (Miyake et al., 2000). Het impulsieve en reflectieve systeem bepalen samen het (verslavings-)gedrag van een persoon. Het reflectieve systeem is langzaam, wordt bewust ervaren en er is sprake van gecontroleerde processen. Deze processen hebben 8

9 onder andere betrekking op bewuste overwegingen, emotieregulatie en inschatting van verwachte gevolgen (Stacy & Wiers, 2006). Het automatische systeem is snel en impulsief. Stimuli die geassocieerd worden met de verslaving, houden de aandacht vast en worden op een automatische manier geëvalueerd op emotionele en motivationele relevantie. Deze evaluatie lokt een impulsieve reactie uit, die tot een toenaderings- of vermijdingsrespons leidt. Wanneer er sprake is van een verslaving worden de automatische gedragingen steeds sterker (R. W. Wiers, 2008). Er kunnen minstens drie impliciete cognitieve processen worden onderscheiden die bij verslaving versterkt worden. Een van deze cognitieve vertekeningen komt tot uiting door automatische associaties. Hierbij roept de aan de verslaving gerelateerde cue automatisch associaties op die, voor de gebruiker, aan het middel gerelateerd zijn. Deze associaties zijn veelal affectief van aard en kunnen onder andere gemeten worden door de Impliciete Associatie Test (IAT). De IAT meet de kracht van associaties tussen bepaalde concepten door reactietijden te vergelijken. Het is een categorisatietaak waarbij deelnemers zo snel mogelijk plaatjes of woorden dienen te categoriseren in twee keer twee categorieën. De keuze dient uit twee antwoordknoppen te worden gemaakt, deze knoppen kunnen bijvoorbeeld zijn alcohol en positief len fris en negatief r(greenwald, Mcghee, & Schwartz, 1998a). Het globale idee achter de taak is dat het gemakkelijker is om te antwoorden indien de twee concepten die een knop delen ook in het geheugen geassocieerd zijn, dan wanneer dat niet zo is. Uit diverse studies is gebleken dat naarmate men meer spontane aan alcohol gerelateerde associaties rapporteert, men ook meer drinkt. Dit zelfde principe is gevonden voor cannabis (Stacy, 1997). Automatische affectieve associaties lijken dus een belangrijke rol te spelen bij het ontstaan van verslavingsgedrag. Andere automatische processen die een rol lijken te spelen bij verslavingsgedrag zijn actietendensen. Men heeft de neiging om toenadering te zoeken tot zaken die aantrekkelijk zijn, en zich automatisch af te wenden van onaantrekkelijke zaken. Wanneer er sprake is van een toenaderingsbias voldoet men sneller aan de opdracht toenadering te zoeken tot de cue, dan er 9

10 afstand van te nemen. Het waarnemen van aan verslaving gerelateerde cues roept in dit geval een automatische motivationele reactie op die kan bestaan uit toenadering (approach) of vermijding (avoidance)(woud, Becker, & Rinck, 2008). Een manier om deze bias te meten is aan de hand van de Approach Avoidance Task (AAT)(Woud et al., 2008). Reactietijden worden gebruikt om de mate van toenaderings- en vermijdingsbias te meten. Het voordeel van het gebruik van de Approach Avoidance Task is dat deze taak gericht is op gedragsmatige responsen in plaats van cognitieve responsen. Deelnemers krijgen tijdens deze taak de opdracht om met een pijltjestoets plaatjes naar zich toe te trekken of van zich af te duwen, waarbij de plaatjes groter worden wanneer ze de plaatjes naar zich toe trekken en kleiner wanneer ze worden weggeduwd. Er is steeds meer bewijs dat stimuli die aversie oproepen leiden tot een vermijdingsreactie en positieve stimuli tot een toenaderingsreactie (Woud et al., 2008). Een duidelijk voorbeeld hiervan is dat mensen met spinnenfobie foto s van spinnen gemakkelijker en sneller van zich af blijken te duwen, dan dat zij ze naar zich toe trekken. Wiers et al. (2007) onderzochten een alcoholvariant op deze taak. Zij vonden dat zware drinkers alcoholplaatjes sneller naar zich toe trokken, dan dat ze de illustraties van zich afduwden. Dit in tegenstelling tot lichte drinkers, waar een tegenovergesteld effect werd gevonden. De relatie tussen de emotionele valentie van stimuli en toenaderings- en vermijdende pijlbewegingen op het toetsenbord is vrij sterk (Woud et al., 2008). Een derde cognitieve vertekening die kan optreden bij verslavingen is de aandachtsbias. Wanneer er sprake is van een aandachtsbias wordt de aandacht automatisch naar aan verslaving gerelateerde stimuli getrokken of wordt de aandacht slechts moeizaam van dit soort stimuli weggetrokken. Om te meten of er sprake is van een aandachtsbias kan gebruik gemaakt worden van de zogeheten dot-probe taak. Deze taak houdt in dat twee stimuli, een verslaving gerelateerde en een neutrale, tegelijkertijd op een scherm worden aangeboden. De ene stimulus verschijnt aan de linkerkant van het computerscherm en de andere rechts. Vervolgens wordt er een stip zichtbaar op het scherm. Deze stip verschijnt ofwel links of rechts. Proefpersonen dienen zo snel mogelijk de locatie van deze stip aan te geven. Daarnaast wordt de aandachtsbias 10

11 ook gemeten met de Stroop- taak. Dit is onderzocht bij alcohol, waarbij de test bestaat uit twee categorieën: alcohol gerelateerd en neutraal. Deelnemers krijgen de taak om de kleur van een woord te benoemen, zo goed en zo snel mogelijk en dienen hierbij de semantische inhoud te negeren. Het bleek dat zowel zware- als probleemdrinkers die hoog scoorden op de Alcohol Use Disorder Identification Test (AUDIT), een grotere aandachtsbias op de alcoholstrooptaak hadden dan lichte drinkers met een lage score op de AUDIT (Sharma, Albery, & Cook, 2001) 1.2 De effectiviteit van een actietendenstraining bij cannabisverslaafden Vanuit het perspectief van het duaal proces- model kan worden gesteld dat behandeling van verslaving het meest effectief is wanneer er een hertraining van automatische processen in werking wordt gesteld. Hierbij moet ook de motivatie worden versterkt, net als de capaciteit om de invloed van automatische impulsen te beheersen. Automatische actietendensen vormen theoretisch gezien de laatste stap in de automatische verwerking van aan middelen gerelateerde prikkels en staan als zodanig het dichtste bij daadwerkelijk gedrag (R. W. Wiers et al., 2007). Het hertrainen van automatische toenaderingsneigingen vormt dan ook een veelbelovende interventietechniek voor verslavingsproblematiek (Deursen, Salemink, Schoenmakers, & Wiers, 2009). Verslavingsonderzoek heeft zich gericht op het veranderen van bestaande actietendensen in reactie op aan middelen gerelateerde stimuli. Op basis van de veelbelovende resultaten van een AAT-training bij zwaar drinkende studenten onderzochten Wiers et al. (2009) onlangs de effectiviteit van een AAT-training bij alcoholverslaafde patiënten die opgenomen waren in een kliniek. Deelnemers die getraind werden om alcoholplaatjes te vermijden vertoonden na afloop van de training een vermijdingsreactie voor alcoholplaatjes. Dit onderzoek toont aan dat bestaande automatische actietendensen in reactie op aan alcohol gerelateerde stimuli succesvol hertraind kunnen worden in een klinische populatie. In recent onderzoek wordt verondersteld dat deze processen ook bij cannabisverslaafden aanwezig zijn. Onder frequente cannabisgebruikers is een aandachtsbias gevonden voor aan 11

12 cannabis gerelateerde woorden die worden geassocieerd met craving, frequentie van het gebruik en de ernst van de afhankelijkheid (Field, Mogg, & Bradley, 2005; Field, Mogg, & Bradley, 2004; Field & Eastwood, 2005; Field, Mogg, Mann, Bennett, & Bradley, 2013). Weinig onderzoek is echter gedaan naar de effecten van cognitieve hertraining bij jongeren met cannabisproblematiek. In dit onderzoek zal daarom worden nagegaan of door training van de automatische neiging bij jongeren om cannabis te benaderen te verminderen is. Wanneer deze automatische neiging kan worden beheerst kan ook het verlangen worden verminderd en het afkickproces, of abstinentie, worden bevorderd. Het langetermijn doel is het effect van deze training bij jongeren met cannabisproblematiek te onderzoeken om te beoordelen of het een zinvolle aanvulling zou kunnen zijn als klinische behandeling. In de literatuur worden twee factoren genoemd die de mate van automatische processen beïnvloeden: craving en het werkgeheugen. Het werkgeheugen is verantwoordelijk voor veel executieve functies en lijkt een rol te spelen in de mate waarin een persoon in staat is zichzelf te reguleren. Daarnaast wordt de invloed van deze automatische processen bepaald door werkgeheugencapaciteit: bij mensen met een kleine werkgeheugencapaciteit is de invloed van automatische processen sterker dan bij mensen met een grote werkgeheugencapaciteit. Dit heeft te maken met de beperkte capaciteit van het werkgeheugen (Grenard, Ames, Wiers, Thush, Sussman, & Stacy 2008). Craving blijkt een belangrijke bijdrage te leveren aan het voortzetten van het middelenmisbruik en aan de terugval (Franken, 2003) en kan worden gezien als een intrusieve cognitieve activatie van het verlangen om het middel te gebruiken, dat automatisch wordt getriggerd bij middelen gerelateerde cues (Kavanagh, Andrade, & May, 2005). Eerder onderzoek vond een correlatie tussen craving en toenaderingsbias, maar deze was van zwakke aard (Field, Munafo, & Franken, 2009). Deze resultaten geven aan dat het van belang is om meer onderzoek te doen naar verschillende motivationele processen. 12

13 Verwacht wordt in deze studie dat deelnemers met een kleine werkgeheugencapaciteit meer baat hebben bij de actietendenstraining. Er wordt namelijk vanuit gegaan dat jongeren met een goed werkgeheugen beter in staat zijn om hun automatische processen te controleren dan jongeren met een slecht werkgeheugen. Bij jongeren met een met een geringe werkgeheugencapaciteit wordt verwacht dat de automatische toenadering samenhangt met het gebruik van cannabis. Zij kunnen hun automatische processen namelijk niet of lastiger remmen (inhiberen). De werkgeheugencapaciteit wordt gemeten met de Self Ordered Pointing Task (SOPT) (Grenard et al., 2008). Uit verschillende studies (Field et al., 2005; R. W. Wiers, Eberl, Rinck, Becker, & Lindenmeyer, 2011) blijkt dat er een positieve relatie bestaat tussen craving en de toenaderingsbias. 1.3 Doel van het onderzoek Bovenstaande punten leiden tot de huidige onderzoeksvraag: Is cognitieve hertraining van automatische actietendensen bij jongeren die cannabis gebruiken effectief? Om deze vraag te kunnen beantwoorden worden acht hypothesen getest: Hypothesen: 1) Alle jongens in dit onderzoek zullen hoog scoren op de CUDIT en een toenaderingsbias vertonen 2) Jongens die de automatische actie tendens training hebben gehad zullen een verminderde toenaderingsbias hebben in vergelijking met jongens die geen training hebben gehad. 3) Deelnemers die hoog scoren op de SOPT laten een sterkere toenaderingstendens zien op de AAT voor cannabis vergeleken met deelnemers die laag scoren op de SOPT. 13

14 4) Deelnemers die hoog scoren op de SOPT gebruiken minder cannabis in vergelijking met deelnemers die laag scoren op de SOPT. 5) Deelnemers met een hoge mate van craving worden verwacht een sterkere toenaderingsbias (AAT) en affectieve associaties (BIAT) te laten zien naar cannabis gerelateerde plaatjes dan deelnemers met een lage mate van craving 6) Deelnemers die hoog scoren op de BIAT laten een sterkere toenaderingstendens zien op de AAT voor cannabis in vergelijking met deelnemers die laag scoren op de BIAT. 7) Er zal exploratief worden gekeken naar de vier componenten van craving en of er een verband zal worden gevonden met cannabis gebruik en gerelateerde problemen 8) De hoeveelheid wiet zal gecorreleerd zijn aan de affectieve associaties en toenaderingsbias. Verwachting is dat deelnemers aan het begin van de training allen een toenaderingsbias voor cannabis vertonen. Verwacht wordt dat deelnemers die de actietendenstraining hebben gevolgd, een verminderde toenaderingstendens vertonen dan de deelnemers die geen actietendens training hebben gevolgd. Naast een verminderde toenaderingstendens in de experimentele conditie, wordt ook verwacht dat de deelnemers na de training minder geheugenassociaties zullen hebben, vergeleken met de controleconditie. Ten tweede wordt verwacht dat jongeren met een goed werkgeheugen, beter in staat zijn om de automatische impulsen te controleren, vergeleken met jongeren met een slecht werkgeheugen. Bij een goed werkgeheugen spelen automatische processen een minder goede rol en kunnen deze beter worden geïnhibeerd. Bij jongeren met een minder goede werkgeheugencapaciteit wordt verwacht dat er een samenhang is met hun gebruik, dit vanwege het feit dat zij de automatische impulsen minder goed kunnen inhiberen. Verder kan er op basis van bovenstaande theorie verwacht worden dat er positieve correlaties tussen de automatische, onbewuste processen zullen zijn. Onderzoek heeft laten zien 14

15 dat de Brief Implicit Association Task (BIAT) die impliciete geheugenassociaties meet, als controle voor de toenaderingsbias kan worden gebruikt. Verwacht wordt dat er een verband is tussen impliciete toenaderingsassociaties voor cannabis en de automatische actietendens naar cannabis (Van, Beckers, Van Lambaart, Conrod, & Wiers, 2006). Verder wordt verwacht dat een hoge mate van craving een voorspeller zal zijn van sterke geheugenassociaties en ook van sterkere toenaderingstendens. Cannabisgebruik wordt specifiek gemeten met de Cannabis Use Disorder Identification Test (CUDIT), een screeningsinstrument voor cannabisgebruik en gerelateerde problemen. 15

16 2 Methode 2.1 Deelnemers Alle deelnemers voor dit onderzoek waren jongeren die in de justitiële jeugd inrichting Amsterbaken zaten. Amsterbaken is een forensisch behandelcentrum voor jongens van 12 tot 18 jaar, in sommige gevallen tot 23 jaar. Het centrum biedt plaats aan ongeveer 80 jongens; zij zijn geplaatst door de kinderrechter vanwege (verdenking van) het plegen van een delict. Amsterbaken biedt alle jongens een pedagogisch dagprogramma en behandeling op maat. Ondanks dat de jongeren in een gesloten behandelcentrum verbleven, was gebruik van cannabis iets dat veel voorkwam. Het grootste gedeelte van de jongeren gebruikte cannabis en/ of was verslaafd. Indien er bij een jongere sprake was van cannabis gebruik, werden zij door de proefleider benaderd en gevraagd deel te nemen aan dit onderzoek. Jongeren werden benaderd op het moment dat de groepsleiding aangaf dat een jongen blowde. Daarnaast werden ook de twee- wekelijkse urine controles bekeken. Uit de urine controles konden onder andere cannabis waarden worden afgelezen. Alle deelnemers waren tussen de 16 en 23 jaar oud. Ouders van jongeren onder de 16 jaar dienden actief toestemming te geven voor deelname, bij jongeren >16 jaar werd dit met een passief informed consent gedaan (ouders werden op de hoogte gebracht, indien zij geen bezwaar aan hadden getekend werd dit gezien als toestemming voor deelname). Jongeren van 18 jaar of ouder waren meerderjarig, derhalve was toestemming van ouders om deze reden niet vereist. Deelname aan het onderzoek was vrijwillig en er werd een kleine beloning gegeven. Na de eerste, derde en laatste training kregen zij een blikje fris of een zakje chips. Aan het einde van het onderzoek, als de deelnemers alle trainingen hadden doorlopen, konden zij kiezen uit een deodorant of een douchegel. De deelnemers moesten voldoende Nederlands kunnen spreken om de instructie teksten en vragenlijsten te kunnen begrijpen. Er gelden derhalve geen exclusiecriteria mits jongere toe stemde met deelname. 16

17 2.2 Onderzoeksdesign In het onderzoeksdesign zijn twee groepen met elkaar vergeleken, de experimentele trainingsconditie en de controleconditie. De conditie waar de deelnemers in zaten is de onafhankelijke variabele, dit is een factor tussen de deelnemers in de condities. De score op de AAT- taak is de afhankelijke variabele. Ook waren de verschillende scores op de CUDIT, BIAT en SOPT afhankelijke variabelen in dit onderzoek. Tevens werd er gekeken naar een correlatie tussen de AAT- score en de SOPT en naar de correlatie tussen de CUDIT en de SOPT. De BIAT is gebruikt als manipulatiecheck van de automatische vermijdings- en toenaderingstendens op de AAT. De MCQ- R is gebruikt als onafhankelijke variabele in dit onderzoek. 2.3 Materiaal Voor dit onderzoek zijn meerdere vragenlijsten en computertaken afgenomen middels een taak die via een beveiligde server van de UvA online stonden. Het onderzoek begon met een demografische vragenlijst, een cannabis vragenlijst (CUDIT), een craving- vragenlijst (MCQ).Computertaken die zijn afgenomen waren voor het meten van de toenaderingsbias (AAT), impliciete associaties (BIAT) en het werkgeheugen (SOPT). 2.4 Actietendensen training (manipulatie) In dit onderzoek zijn twee condities van toepassing, één conditie waarin de deelnemers de training hebben gekregen en één conditie waarin zij geen training kregen. Tijdens de taak kregen de deelnemers één cannabisplaatje of één neutraal plaatje te zien. Afhankelijk of het plaatje naar links of rechts gedraaid was moeten deelnemers zo snel mogelijk het plaatje van zich afduwen (door het pijltje op het toetsenbord in te drukken) of naar zich toetrekken (door het npijltje op het toetsenbord in te drukken). Als deelnemers het plaatje van zich afduwden werd het kleiner, als ze het naar zich toetrokken werd het groter. In de testversie van de taak en in de controletraining moesten deelnemers de middelen gerelateerde plaatjes in 50% van de trials van 17

18 zich afduwen en in 50% naar zich toetrekken. Hetzelfde gold voor de neutrale plaatjes. In de trainingsversie moesten deelnemers de middelen gerelateerde plaatjes altijd van zich afduwen en de neutrale plaatjes altijd naar zich toetrekken. 2.5 Metingen Cannabis Use Disorder Identification Test (CUDIT- R) Dit is een screeningsvragenlijst om te kijken wat het cannabis gebruik is en om cannabis gerelateerde problemen op te sporen. De vragenlijst bestaat uit 8 items die over de frequentie van cannabis gebruik gaan, symptomen van afhankelijkheid en cannabisgebruik- gerelateerde problemen. Per item kan er tussen de 0 en 5 punten worden gescoord. In totaal kan er dus tussen de 0 en 40 punten worden gescoord op de 8 items. De hoogte van de score geeft de mate van cannabis gebruik aan. Hoe hoger de score op de CUDIT- R, hoe meer cannabis wordt gebruikt en hoe groter het risico is op cannabis gerelateerde problemen. Een voorbeeld item is Hoe vaak gebruik je cannabis?. De antwoordmogelijkheden lopen van 0 (nooit) tot 5 (vier of meer per week). Bij een score van 8 of hoger is er sprake van afhankelijkheid. Echter geven scores boven de 6 al aan dat er mogelijk sprake is van verslaving in een vroeg stadium. De CUDIT- R bleek een hoge voorspellende waarde te hebben (84.6%) en een hoge sensitiviteit(91%)(adamson et al., 2010). Marihuana Craving Questionnaire ashort Form(MCQ- SF) De MCQ- SF is de verkorte versie van de MCQ. Deze test is gebruikt om de mate van craving Voor (pre-test) en de mate van craving na de training (post- test) te meten bij cannabis gebruikers die niet in behandeling zijn (Heishman, Singleton, & Liguori, 2001; Heishman et al., 2009a). De items werden op een 7- punt Likertschaal gescoord, waarbij gekozen kon worden uit 1 (sterk mee oneens) tot 7( sterk mee eens). Deze test onderscheid 4 cravings- factoren; compulsiviteit (het 18

19 onvermogen om het gebruik te controleren; i.e. Ik wil nu blowen, emotionaliteit (verminderen van negatieve gevoelens; i.e. Ik zou me minder gespannen voelen als ik nu zou blowen ), verwachting (anticiperen op positieve uitkomsten; i.e. Roken van cannabis maakt me gelukkig ) en doelmatigheid (plannen/ intentie om te gebruiken met positieve uitkomt; i.e. Om nu te blowen zou fijn zijn ). Craving- scores werden berekend door de totaal score van elk item bij elkaar op te tellen. De keuze voor de MCQ-SF is omdat deze verkorte versie (12 items) dezelfde psychometrische eigenschappen heeft als de lange versie (47 items). Voor gebruik in onderzoek of klinische settingen is deze verkorte versie ontworpen. Dit is gedaan door 3 items van de 4 factoren te selecteren die voor de grootste interne consistentie zorgden. Deze test heeft een hoge betrouwbaarheid en validiteit (Heishman et al., 2009b). Approach Avoidance Task In dit onderzoek is een aangepaste AAT- taak gebruikt(rinck & Becker, 2007; R. W. H. J. Wiers, Rinck, Dictus, & Wildenberg, 2009; R. W. Wiers et al., 2011). De AAT tracht in de trainingsconditie de toenaderingsbias naar cannabis weg te trainen. Met speciaal ontwikkelde software wordt er aan de deelnemers gevraagd middels de pijltjes toetsen, afhankelijk van de kanteling van de afbeelding, het plaatje van zich af te duwen of naar zich toe te trekken. De cannabis gerelateerde afbeeldingen zijn foto s van cannabis, van objecten die aan cannabis gerelateerd zijn (vloei, aansteker etc.) of van personen die aan het blowen zijn. De neutrale afbeeldingen bestonden uit objecten of personen die visueel overeenkwamen met de cannabis gerelateerde foto s qua kleur en compositie. Bij de AAT krijgen de deelnemers één cannabis afbeelding of één neutrale afbeelding te zien. Afhankelijk of de afbeelding naar links of Figuur 1 Schematische weergave van de AAT 19

20 rechts gedraaid is moeten deelnemers zo snel mogelijk de afbeelding van zich afduwen (door het epijltje op het toetsenbord in te drukken) of naar zich toetrekken (door het opijltje op het toetsenbord in te drukken). Als deelnemers de afbeelding van zich afduwen wordt het kleiner, als ze het naar zich toetrekken wordt het groter. Het verschil in reactietijd tussen van zich afduwen en naar zich toetrekken wordt berekend (push- pull), een positieve uitkomst wordt daarbij gezien als een toenaderingstendens en een negatieve uitkomst als een vermijdingstendens. De training bestaat uit 20 oefentrials, 56 assessmenttrials en 220 hertrainingstrials en duurt ongeveer 10 a 15 minuten. De afbeeldingen die de deelnemers te zien krijgen worden per sessie afgewisseld: per sessie zien zij 50% oude afbeeldingen en 50% nieuwe afbeeldingen. In totaal zijn er 7 sets met 10 verschillende afbeeldingen. De oefentrials en assessmenttrials zijn voor beide condities gelijk. Bij de oefentrials zijn de plaatjes nog voorzien van aanwijzingen of er van zich af of naar zich toegetrokken moet worden. Ook de assessment trials zijn voor beide condities gelijk. Hierbij moeten de deelnemers 50% van de afbeeldingen (cannabis- en neutrale afbeeldingen) van zich afduwen en 50% van de afbeeldingen naar zich toe trekken. Echter in de hertrainingsfase moet de trainingsconditie 90% van de cannabisplaatjes van zich afduwen en 10% naar zich toetrekken. Daarnaast dient 90% van de neutrale plaatjes naar de persoon worden getrokken en moet 10% van zich af worden geduwd. In de controle conditie dienen de deelnemers 50% van de afbeeldingen van zich af te duwen en 50% naar zich toe te trekken, dit geldt voor zowel de cannabis plaatjes als voor de neutrale plaatjes. Indien de deelnemer niet correct antwoord, verschijnt er een kruis in beeld en krijgen zij opnieuw de kans om het goed te doen. Uit onderzoeken is gebleken dat de interne betrouwbaarheid voor cannabis Cronbach s α = De validiteit van de AAT blijkt de mate van de bias ten opzichte van het cannabisgebruik te kunnen voorspellen (Cousijn, Goudriaan, & Wiers, 2011b). 20

21 Self-Ordered Pointing Task Met de SOPT wordt de maat van de executieve werkgeheugencapaciteit gemeten. In deze taak wordt de deelnemers gevraagd om vanuit een aantal verschillende stimuli (plaatjes) telkens één stimulus (plaatje) te kiezen, zonder een stimulus twee maal aan te klikken. Er wordt begonnen met het aanbieden van een klein aantal plaatjes(4), waarna het aantal plaatjes steeds groter wordt, per keer komen er twee plaatjes bij., tot er uiteindelijk 12 plaatjes zijn. De deelnemers dienen te onthouden welke van de plaatjes zij al wel en welke nog niet hebben aangeklikt. Bij de laatste 12 plaatjes is de laagste score 1 en de hoogste score 12 (Grenard et al., 2007). Op deze manier wordt de werkgeheugencapaciteit gemeten aan de hand van het aantal goed gekozen plaatjes. Betrouwbaarheid en validiteit van deze test zijn goed. De betrouwbaarheid van de SOPT blijkt een Cronbach s α =.85 te hebben(petrides & Milner, 1982). De taak heeft een test- hertest betrouwbaarheid van ricc=.82(ross, Hanouskova, Giarla, Calhoun, & Tucker, 2007). Brief Implicit Association Task (valence) (BIAT) Ondanks het feit dat de Implicit Association Test (IAT; Greenwald, Mcghee, & Schwartz, 1998b) vaak bestudeerd is en vaak bij verschillende disciplines van psychologie gebruikt is, bleef de kwaliteit van de validiteit onderwerp van discussie. Recentelijk hebben onderzoekers (Sriram & Greenwald, 2009) een nieuwe variant van de IAT ontwikkelt, de Brief Implicit Association Test (BIAT). Door middel van deze versie van de BIAT, worden de positieve associaties ten opzichte van cannabis gemeten. Daarbij dienen de deelnemers plaatjes van cannabis en neutrale plaatjes te categoriseren evenals woorden positief en negatief. Ten eerste leren de deelnemers de plaatjes van cannabis links te categoriseren en de neutrale plaatjes rechts. Vervolgens leren de deelnemers de negatieve woorden links te categoriseren en de positieve woorden rechts. Dan volgt een combinatie; cannabis en negatief links categoriseren, neutraal en positief rechts. Als laatste volgt de nieuwe combinatie; cannabis en positief links, neutraal en negatief rechts. Dit is 21

22 gecounterbalanced, het verschilt per deelnemer welke richting en welk woord Het BIAT-effect is het verschil in reactie tijd tussen de ene conditie (cannabis fnegatief/ neutraal tpositief) en de andere conditie (cannabis- positief/ neutraal onegatief). Een snellere reactie tijd op de ene conditie ten opzichte van de andere conditie wordt daarbij geïntercepteerd als een sterkere associatie in het geheugen voor de snelste reactie tijd (Friese & Fiedler, 2010; Sriram & Greenwald, 2009). Door middel van deze taak kan achterhaald worden of de deelnemer positievere associaties heeft met cannabis. Sriram en Greenwald (2009) vonden correlaties tussen BIAT scores en zelfrapportage, correlaties varieerden tussen.46 en.76. De interne consistentie van de BIAT is α=.75(friese & Fiedler, 2010). Brief Implicit Association Task (approach-avoidance)(biat) Door middel van deze IAT wordt getracht de associaties van deelnemers tussen de plaatjes van cannabis- Neutraal en woorden van benaderen- vermijden te meten. Deelnemers krijgen de instructie om ten eerste de plaatjes van cannabis links te categoriseren en de neutrale plaatjes rechts te categoriseren. Vervolgens om de woorden van vermijden elinks te categoriseren en de woorden van benaderen erechts te categoriseren. in het derde blok worden deze gecombineerd, dus neutrale plaatjes en vermijden elinks en de cannabis plaatjes en benaderen erechts. Hierna wordt de deelnemers gevraagd om de neutrale plaatjes rechts te categoriseren en de cannabis plaatjes links te categoriseren. Het blok er na dient zowel de neutrale plaatjes als woorden van benaderen erechts gecategoriseerd te worden en de cannabis plaatjes en de woorden van vermijden elinks. Het verschil in reactietijden tussen de gecombineerde trials biedt inzicht in de impliciete attitude ten opzichte van de targets (Palai & Ostafin, 2003). 22

23 2.6 Manipulatie Deelnemers met primaire cannabisproblematiek (gescreend met de CUDIT om de zwaarte van de cannabisproblematiek te bepalen) ontvingen een cannabisversie van de actietendenstraining en werden random toegewezen aan een experimentele of controlegroep. In de testversie van de taak en in de controletraining moesten deelnemers de middelen gerelateerde plaatjes in 50% van de trials van zich afduwen en in 50% naar zich toetrekken. Hetzelfde gold voor de neutrale plaatjes. In de trainingsversie moesten deelnemers de middelen gerelateerde plaatjes altijd van zich afduwen en de neutrale plaatjes altijd naar zich toetrekken. 2.7 Procedure Alle deelnemers in dit onderzoek kregen een cannabisversie van de vragenlijsten en de computertaken. Alle taken en vragenlijsten konden op de computer worden voltooid. In de vragenlijsten werd gevraagd naar demografische gegevens van de deelnemers, zoals het geslacht, land van afkomst, hoogst genoten opleiding, huidige werk- en woonsituatie. Tevens werd informatie over het cannabisgebruik gemeten met de Cannabis vragenlijst. Hier werd gevraagd naar wat de deelnemers de afgelopen 14 dagen gebruikt hebben. Daarnaast werd informatie over het gebruik ook gevraagd middels de CUDIT en de MCQ. Nadat de deelnemers de vragenlijsten hadden ingevuld kregen zij een aantal computertaken. Begonnen werd met de SOPT, een taak voor het meten van het werkgeheugen, vervolgens gingen zij verder met de BIAT om de automatische geheugenassociaties te meten en tot slot deden zij de AAT, voor het meten van de toenaderingsbias. Deze taken kregen zij tijdens de eerste sessie (voormeting) en aan het einde van de laatste training (nameting). Alle deelnemers deden mee in zeven sessies, een voormeting inclusief eerste trainingssessie (duur circa 1 e1 ½ uur), trainingssessie 2 t/m 6 (duur circa 20 minuten) en een nameting (duur circa een uur). Deelnemers trainden maximaal 1x per dag, minimaal 2x per week, gedurende maximaal 3 weken. In totaal trainden deelnemers 6x. 23

24 De training werd individueel gegeven onder supervisie van een begeleider/onderzoeker. Als de deelnemers alle sessies hadden doorlopen ontvingen zij een beloning hiervoor. Deze werd individueel uitgedeeld. Tevens kregen zij toen een debriefing van het onderzoek, waarin werd uitgelegd hoe het onderzoek in elkaar zat. 2.8 Data Analyse Data opschonen Om betekenisvolle analyses te kunnen doen met de data van de AAT is allereerst de data opgeschoond. Er is gecorrigeerd voor uitschieters. Snelle reacties zijn verwijderd indien deze sneller dan 200ms waren. Te langzame reacties zijn ook verwijderd, dit gebeurde bij reacties langer dan 2000ms. Ook reacties die 3 standaarddeviaties (SD) boven of onder het gemiddelde lagen zijn verwijderd (Cousijn, Goudriaan, & Wiers, 2011a). Een te snelle reactie kan duiden op een onbedoelde reactie en een te langzame reactie kan het gevolg zijn geweest van onoplettendheid. Er is gekozen om met de mediaan te werken, omdat deze minder gevoelig zijn voor uitschieters (Wiers et al., 2011). De data bestaat uit vier categorieën: cannabis gerelateerde afbeeldingen die de deelnemer van zich af moest duwen (cannabis push), cannabis gerelateerde afbeeldingen die naar de deelnemer toegetrokken moest worden (cannabis pull), neutrale afbeeldingen die naar de deelnemer getrokken moest worden (neutraal pull) en neutrale afbeeldingen die van de deelnemer afgeduwd moesten worden (neutraal push). Per categorie is de approach avoidance bias berekend. De bias voor de cannabis- en neutrale plaatjes wordt berekend door de push- mediaan af te trekken van de pull- mediaan. Het gaat hier om de mediaan die berekend is per sessie voor elke proefpersoon. Op deze wijze ontstaan er twee bias- scores: een cannabisbias en een neutrale bias. Hierbij geldt dat een positieve score duidt op een relatief snellere toenadering en een negatieve score duidt op een relatief snellere vermijding. Omdat verwacht wordt dat de AAT- training een vermijdingsbias tot gevolg heeft, wordt een verschilscore tussen de voor en nameting berekend. De bias voor cannabis vooraf aan de 24

25 training wordt afgetrokken van de bias richting cannabis na de training (T7-T1). Een negatieve getal geeft aan dat de reactietijd kleiner is geworden. Er is dan sprake van een verzwakte toenaderings- of vermijdingsbias. Een positief getal duidt op een vergrote reactietijd en dus op een bias die sterker is geworden Statistische analyse Verschillen in voor- en nameting scores op AAT voor cannabis vs. Neutraal plaatjes zal worden geanalyseerd met een mixed 2 (conditie: toenadering of vermijding) x 2(tijd: voor- en nameting) analyse van variantie (ANOVA). Verder zijn er een aantal correlaties berekend. Om dat te onderzoeken is er gebruik gemaakt van een bivariate correlatie. Hiervoor gelden een aantal assumpties waar aan voldaan dient te worden. De variabelen moeten normaal verdeeld zijn, een lineaire relatie hebben en de proefpersonen moeten onafhankelijk zijn van elkaar. Vanwege het feit dat de data niet normaal verdeeld bleek te zijn, is er gebruik gemaakt van een nonparamedische test. Gekozen is voor Kendall s Tau, ook vanwege de kleine steekproef. 25

26 3 Resultaten 3.1 Proefpersonen De 37 personen die deel namen aan het onderzoek waren tussen de 16 en 23 jaar oud, en allemaal waren zij jongens. De gemiddelde leeftijd was (SD= 0.324). Twee deelnemers uit de experimentele conditie zijn verwijderd omdat er geen goede AAT- meting beschikbaar was. In totaal bleven er 35 deelnemers over voor analyse. De deelnemers waren allemaal mannen. Hiervan zaten 20 jongens in de experimentele conditie en in de controle conditie 15 jongens. De gegevens over het wiet gebruik zijn terug te vinden in Tabel 1. Alle deelnemers zijn gescreend met de CUDIT- R. Alle jongeren scoorden 8 of hoger. Dit houdt in dat er bij alle jongens in dit onderzoek sprake was van cannabis afhankelijkheid, omdat uit eerder onderzoek is gebleken dat een cut- off score tussen de 6-8 bij adolescenten cannabis afhankelijkheid aangeeft (Annaheim, Rehm, & Gmel, 2008). Uit de Kolmogorov- Smirnov test blijkt voor beide condities p>.05. De data is normaal verdeeld. De deelnemers maakten onafhankelijk van elkaar de training, waardoor werd voldaan aan de assumptie onafhankelijkheid tussen deelnemers. Uit een onafhankelijke t- toets blijkt dat de condities niet verschillen qua opleidingsniveau en werksituatie (Zie tabel 1 en bijlage 5). In bijlage 5 is te zien hoe het opleidingsniveau is verdeeld per conditie. Dit blijkt gelijk verdeeld te zijn over de condities. Voor opleidingsniveau t(33)= -.652, p=.519 en voor werksituatie t(33)= -.766, p=

27 Tabel 1. Gemiddelde (M) van opleidingsniveau en werksituatie met de standaarddeviatie (SD) per conditie. Conditie Opleidingsniveau Werksituatie Experimenteel 1) M:3.90 M: 2.15 SD:3.58 SD: 0.99 Controle 2) M: 4.67 M:2.40 SD: 3.24 SD: )N= 20 2)N= 15 CUDIT- R De CUDIT vragenlijst is gebruikt als controle voor de condities. De verwachting was dat de deelnemers niet significant verschilden op de CUDIT score, aangezien alle deelnemers aantoonbare problemen hadden met cannabisgebruik. Het bleek inderdaad zo te zijn dat de groepen niet significant verschilden van elkaar op de CUDIT score, t(33)=1.059, p=.297. De gemiddelden (tabel 2) laten zien dat de condities niet significant van elkaar verschillen op de CUDIT score. De condities voldoen aan de verwachting. Tabel 2. Gemiddelde (M) van CUDIT- score met de standaarddeviatie (SD) per conditie. Conditie CUDIT- score Experimenteel 1) M:21.90 SD:6.60 Controle 2) M: 19.6 SD:6.02 1)N= 20 2)N= 15 27

28 CANNABIS De cannabis vragenlijst is afgenomen om de daadwerkelijke cannabis consumptie te meten. Er is gekeken of het cannabisgebruik gelijk verdeeld was over de condities. De gemiddelden (tabel 3) laten zien dat de groepen niet van elkaar verschillen qua cannabis gebruik t(33)=1.273, p=.212. Tabel 3. Gemiddelden (M) van hoeveelheid wiet en joints per week met de standaarddeviatie (SD) per conditie. Conditie Hoeveel gram wiet per week Hoeveel joints per gram Experimenteel 1) M: 3.35 M:2.45 SD: 1.79 SD: 1.19 Controle 2) M: 2.60 M: 2.29 SD: 1.64 SD: )N= 20 2)N= 15 MCQ De Marihuana Craving Questionaire is gebruikt om de mate van craving te meten onder de deelnemers. De condities verschillen niet van elkaar op de mate van craving t(33)=1.273, p= Dit is in lijn der verwachting. Tabel 1. Gemiddelden (M) van de Marihijana Craving Questionaire per craving factor en van de totaalscore met standaard deviaties (SD) per conditie. Conditie Compulsiviteit Emotionaliteit Verwachting Doelmatigheid Totaal Experimenteel1) M: 5.25 M: 8.10 M: 8.00 M: 9.70 M: SD: 3.13 SD: 4.67 SD: 4.67 SD: 6.60 SD: Controle 2) M: 6.93 M: 9.60 M: M: M: SD: 5.28 SD: 5.85 SD: 5.12 SD: 5.24 SD: )N= 20 2)N= 15 28

29 SOPT De SOPT werd gebruikt als de mate voor werkgeheugen. Aangezien de deelnemers in beide condities problemen hebben met middelenmisbruik, werd verwacht dat de scores op de SOPT per conditie niet significant van elkaar verschillen. Het werkgeheugen werd gemeten aan de hand van het aantal correct op de SOPT taak. Hierbij gold hoe meer correct, hoe beter het werkgeheugen. In tabel 3 staan de gemiddelden weergegeven van het aantal correct op de SOPT taak. Tabel 3. Gemiddelde (M) van het aantal correct op de SOPT met de standaarddeviatie (SD) per conditie. Conditie Aantal correct Experimenteel 1) M: SD: 6.85 Controle 2) M:12.00 SD: )N= 20 2)N=15 Uit een t- toets bleek dat, in lijn met de verwachting, de scores niet significant van elkaar verschilden, t(29.085)=.852, p=.401. Deelnemers scoren in beide condities gemiddeld het zelfde op de SOPT. 29

30 BIAT De Brief Implicit Association Test (approach- avoidance) indiceert de automatische actietendens (AAT), zonder met de taak te interfereren. De BIAT wordt gezien als controle van de AAT. Bij de analyses bleek dat voor 12 proefpersonen geen nameting is afgenomen. Van de overgebleven 23 deelnemers zijn 9 proefpersonen afgevallen vanwege te langzame of te snelle reactie tijden. Uiteindelijk zijn er analyses gedaan met 14 proefpersonen. Voor de BIAT is gekozen om met een D600 score te werken. Dit is een within- subject variabele. Deze D600 score bevat de verschilscore tussen reactietijden op cannabis- vermijding en cannabis- toenaderingtrials. Voor elke deelnemer is een gestandaardiseerd gemiddelde verschilscore berekend. Dit is gedaan door met medianen te werken in combinatie met een scoring algoritme, waardoor deze beter onderlinge associaties meet en beter individuele verschillen weergeeft in vergelijking met de traditionele scoringsmethode (Greenwald, Nosek, & Banaji, 2003) De resultaten staan weergegeven is tabel 4. Hierbij geldt dat een positieve waarde een toenaderingstendens aangeeft en een negatieve waarde een vermijdingsbias. Tabel 4. Gemiddelde (M) D600 waarde per conditie met de standaarddeviatie (SD) voor de BIAT. Conditie Experimenteel 1) M:.373 SD:.436 Controle 2) M:.206 SD:.388 1)N= 7 2)N= 7 30

De Toenaderingsbias van Adolescenten met een. Cannabisverslaving

De Toenaderingsbias van Adolescenten met een. Cannabisverslaving De Toenaderingsbias van Adolescenten met een Cannabisverslaving Onderzoek naar de bruikbaarheid van de AAT MASTER THESE 08-08-2013 Lisa van Braam 6048757 Klinische ontwikkelingspsychologie Andrea Wolf

Nadere informatie

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Alcoholgebruik en effecten tijdens adolescentie

Alcoholgebruik en effecten tijdens adolescentie Dronken Jongeren 5 April 17 KNAW Symposium Ad Fundum Gevaar op korte termijn (coma, ongelukken) & op lange termijn Veranderingen in hersenen gebruik en effecten tijdens adolescentie Prof. dr. Reinout W.

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen

Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen Joakim Looij 0592463 Instelling: Universiteit van Amsterdam Afstudeerrichting: Klinische ontwikkelingspsychologie

Nadere informatie

Pillen? Praten? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie

Pillen? Praten? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie Pillen?? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie Reinout Wiers Hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie UvA r.wiers@uva.nl Huidige praktijk: Pillen

Nadere informatie

Stoppen met roken bij jongeren

Stoppen met roken bij jongeren Stoppen met roken bij jongeren Een combinatie van cognitieve gedragstherapie en cognitieve bias modificatie VGCt Najaarscongres, 2013 Helle Larsen, PhD, Universiteit van Amsterdam, Adapt-lab, Yield H.Larsen@uva.nl

Nadere informatie

Een impliciete benadering van verslaving:

Een impliciete benadering van verslaving: Een impliciete benadering van verslaving: Het meten van de actietendens naar cannabis bij cannabisverslaafde jongeren Rick Roelofs Studentnummer: 10287604 Masterthese Psychologie: Gedrag & Gezondheid Begeleiders:

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

A joint approach: brain structure & function in heavy cannabis users & their relationship with future use Cousijn, J.

A joint approach: brain structure & function in heavy cannabis users & their relationship with future use Cousijn, J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) A joint approach: brain structure & function in heavy cannabis users & their relationship with future use Cousijn, J. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Slaaf van het onbewuste? Automatische en controlerende processen bij zwaardrinkende jongeren

Slaaf van het onbewuste? Automatische en controlerende processen bij zwaardrinkende jongeren Slaaf van het onbewuste? Automatische en controlerende processen bij zwaardrinkende jongeren Reinout W. Wiers 1,2, Ph.D. 1. Clinical Psychological Science, Univ Maastricht 2. IVO Professor of Experimental

Nadere informatie

Executieve Functies en Verslaving bij Jongeren

Executieve Functies en Verslaving bij Jongeren 16 juni 2015 Slim maar Kinderen en adolescenten met zwakke executieve functies Executieve Functies en Verslaving bij Jongeren Reinout Wiers, Ph.D. inhoud 1. Relatie executieve functies en verslaving. 2.

Nadere informatie

Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek

Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek Abstract Het doel van dit onderzoek was om na te gaan of een kortdurende

Nadere informatie

Preventie van Verslaving

Preventie van Verslaving Preventie van Verslaving Hoe een serious game het trainen van executieve functies bij adolescenten kan ondersteunen Drs. Wouter Boendermaker Universiteit van Amsterdam VGCt Najaarscongres 14-11-2013 Verslaving

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving MSc Esther Beraha Dr. Elske Salemink Dr. Anneke Goudriaan Dr. Bram Bakker Prof. Dr. Wim van den Brink Prof. Dr. Reinout Wiers Academisch Medisch Centrum

Nadere informatie

Masterthese De associaties en de toenaderingstendens van adolescenten met en zonder overgewicht voor gezond en ongezond eten

Masterthese De associaties en de toenaderingstendens van adolescenten met en zonder overgewicht voor gezond en ongezond eten Masterthese De associaties en de toenaderingstendens van adolescenten met en zonder overgewicht voor gezond en ongezond eten 30 juni 2013 Yvette Aardenburg 5958466 Klinische Ontwikkelingspsychologie Begeleider

Nadere informatie

Alcohol en aandacht. Een wankel evenwicht tussen craving en training

Alcohol en aandacht. Een wankel evenwicht tussen craving en training Alcohol en aandacht Een wankel evenwicht tussen craving en training Klassieke behandeling Richt zich hoofdzakelijk op bewuste processen Terugvalpreventie Leren kennen van hoge risico situaties Aanleren

Nadere informatie

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE?

COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE? COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE? Een vergelijking van de effectiviteit van CBM met en zonder MGV op het

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

Executieve Functies en

Executieve Functies en 25 oktober 2011 executieve functies bij kinderen en adolescenten Executieve Functies en Verslaving Reinout Wiers, Ph.D. Hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie th l i Universiteit van Amsterdam RWi R.Wiers@uva.nl

Nadere informatie

Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving

Cognitive Bias Modification (CBM): Computerspelletjes tegen Angst, Depressie en Verslaving Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving Mike Rinck Radboud Universiteit Nijmegen Cognitieve Vertekeningen bij Stoornissen "Cognitive Biases" Patiënten

Nadere informatie

Toenaderingsbias en Negatief Affect bij Alcoholverslaving. Manou Korst

Toenaderingsbias en Negatief Affect bij Alcoholverslaving. Manou Korst Toenaderingsbias en Negatief Affect bij Alcoholverslaving Manou Korst Universiteit van Amsterdam Afdeling Ontwikkelingspsychologie Masterthese Collegekaartnummer : 5805031 Begeleidster: Esther Beraha Aantal

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De trekthermometer. Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ GGZ Drenthe Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ

De trekthermometer. Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ GGZ Drenthe Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ De trekthermometer Over het begeleiden van craving bij cliënten met triple-problematiek Carin Wiering Carin Wiering Verpleegkundig Specialist GGZ GGZ Drenthe carin.wiering@ggzdrenthe.nl GGZ Drenthe Verpleegkundig

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Impliciete en expliciete attitudes voor spinnen

Impliciete en expliciete attitudes voor spinnen Impliciete en expliciete attitudes voor spinnen Gevoeligheid voor verandering door een één-sessie exposure behandeling Lotte van Gerven Masterthese Studentnummer: 5959985 Begeleider: dr. Marieke Effting

Nadere informatie

Een lastige opdracht Alcoholverslaving of overmatig drinken? En wat eraan te doen?

Een lastige opdracht Alcoholverslaving of overmatig drinken? En wat eraan te doen? Een lastige opdracht Alcoholverslaving of overmatig drinken? En wat eraan te doen? In 2011 vroeg ZonMw ons een state of the art studie te doen Reinout Wiers, Ph.D. Professor of Developmental Psychopathology

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

inhoud Slaaf van het onbewuste? In veel psychologische theorieën over verslaving is de centrale vraag: Waarom gebruik je?

inhoud Slaaf van het onbewuste? In veel psychologische theorieën over verslaving is de centrale vraag: Waarom gebruik je? AUVdag 7 november 2009 Slaaf van het onbewuste? De rol van automatische en gecontroleerde processen bij verslavingsgedrag in de adolescentie Reinout Wiers, Ph.D. inhoud 1. Bewuste en onbewuste processen

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis 149 150 Ongeveer negentien procent van de Nederlandse bevolking krijgt in zijn leven een angststoornis. Mensen die lijden aan een angststoornis ervaren intense angsten die van invloed zijn op het dagelijks

Nadere informatie

Masterthese. Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een

Masterthese. Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een Masterthese Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een primaire alcoholverslaving in een klinische setting. OPSTELLER Naam : Tessa van Bennekom Collegekaartnummer

Nadere informatie

22 oktober R-Impuls. Therapie ter regulatie van impulsen. Kristen Vos Rudi Vanmarsenille

22 oktober R-Impuls. Therapie ter regulatie van impulsen. Kristen Vos Rudi Vanmarsenille 22 oktober 2015 R-Impuls Therapie ter regulatie van impulsen Kristen Vos Rudi Vanmarsenille Voorstelling Kristen Vos - Klinisch psychologe (volwassenen) - Postgraduaat Cognitieve Gedragstherapie KUL -

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Train je verslaving weg!

Train je verslaving weg! Train je verslaving weg! Het meten en beïnvloeden van automatische processen bij (rook)verslaving Reinout W. Wiers 1,2,3,4 1. Clinical Psychological Science, Univ Maastricht 2. BSI, Radboud Univ Nijmegen

Nadere informatie

Effectiviteit van de Wiet-Check

Effectiviteit van de Wiet-Check Improving Mental Health by Sharing Knowledge Effectiviteit van de Wiet-Check FADO 17 november 2011 Anouk de Gee Cannabis gebruik & jongeren Actueel gebruik (laatste maand) 5,3 % van 12-16 jarigen 20,7

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Perfectionisme multi-dimensioneel concept Multidimensional Perfectionism Scale van Frost (MPS-F;

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

15-10-2015. Let s get together BSI-NISPA. Search: RDoC Matrix. Problemen met onze diagnoses/behandelingen. NIMH Strategisch Plan: RDoc

15-10-2015. Let s get together BSI-NISPA. Search: RDoC Matrix. Problemen met onze diagnoses/behandelingen. NIMH Strategisch Plan: RDoc 15-10-2015 Problemen met onze diagnoses/behandelingen Let s get together BSI-NISPA DSM 5 kent meer dan 400 psychische stoornissen Valide diagnoses? Eni S. Becker 2 NIMH Strategisch Plan: RDoc Research

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak

Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak Universiteit van Amsterdam Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak Merel Velu (10351779) Bachelorproject Klinische Ontwikkelingspsychologie Begeleid door: Marilisa Boffo, Bram van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten

Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten Het effect van een Positivity Training op gedragstendenties bij depressieve patiënten VGCT najaarscongres 2016 Amras van Opdorp MSc. Pro Persona Mental Health Care, Depression Expertise Center, Nijmegen,

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Always look on the bright side of life

Always look on the bright side of life Always look on the bright side of life Training van een positieve aandachtbias: effect op angst, depressie en zelfvertrouwen Leone de Voogd E.L.deVoogd@uva.nl Elske Salemink Reinout Wiers Pier Prins Universiteit

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Verslaving bij adolescenten met zwakke EF

Verslaving bij adolescenten met zwakke EF 19 juni 2012 executieve functies bij adolescenten Verslaving bij adolescenten met zwakke EF Reinout Wiers & Thomas Gladwin ADAPT lab (Addic.on Development and Psychopathology lab) Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

REFERAAT 21 NOV OUDEREN EN ALCOHOL ONS EEN ZORG?! Dr. Myrna Pelgrum- Keurhorst Drs. Lisanne Diepenhorst Drs. Melissa Laurens

REFERAAT 21 NOV OUDEREN EN ALCOHOL ONS EEN ZORG?! Dr. Myrna Pelgrum- Keurhorst Drs. Lisanne Diepenhorst Drs. Melissa Laurens REFERAAT 21 NOV OUDEREN EN ALCOHOL ONS EEN ZORG?! Dr. Myrna Pelgrum- Keurhorst Drs. Lisanne Diepenhorst Drs. Melissa Laurens Slechts 3 vragen 1. Hoe vaak drink je alcoholhoudende dranken? 0 1 2 3 4 Nooit

Nadere informatie

Het effect van Cognitieve Bias Modificatie in combinatie met cognitieve. gedragstherapie op stoppen met roken: een pilot studie

Het effect van Cognitieve Bias Modificatie in combinatie met cognitieve. gedragstherapie op stoppen met roken: een pilot studie Het effect van Cognitieve Bias Modificatie in combinatie met cognitieve gedragstherapie op stoppen met roken: een pilot studie Masterthese eindversie 26 Mei 2014 Roelie Macco 6069169 UvA Klinische Ontwikkelingspsychologie

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en

Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en toenaderingsbewegingen bij nieuwe en bekende producten. Programmagroep: Sociale Psychologie Achternaam en initialen: E.M.C.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

trainer van ruiter en paard

trainer van ruiter en paard 26 de psycholoog / november 2013 auteur: jeroen van goor interview met reinout wiers trainer van ruiter en paard Alcoholisten grijpen letterlijk sneller naar de fles dan anderen. Reinout Wiers, hoogleraar

Nadere informatie

2 SYSTEMEN IN 1 HOOFD

2 SYSTEMEN IN 1 HOOFD 2 SYSTEMEN IN 1 HOOFD Dr. Eva Debusscher Psychiater Eenheid Ontwenning dr. Céline Hinnekens Doctor in de psychologie; Psycholoog Eenheid Ontwenning INTRODUCTIE INTRODUCTIE INTRODUCTIE INTRODUCTIE OVERZICHT

Nadere informatie

Stoppen met Roken en Impulsiviteit bij Adolescenten:

Stoppen met Roken en Impulsiviteit bij Adolescenten: Stoppen met Roken en Impulsiviteit bij Adolescenten: Een Combinatie van een Cognitieve Gedragstherapie en een Impliciete Cognitieve Training. Xia Stevens Universiteit van Amsterdam Masterthese Afdeling

Nadere informatie

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Samenvatting Inslaapproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben negatieve gevolgen voor gezondheid,

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen:

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Kritische bespreking en klinische implicaties Lien Van Eylen VCKJPP 22 september 2011 Overzicht Neuropsychologische taken o Betrouwbaarheid

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

SAMENVATTING 183 SAMENVATTING

SAMENVATTING 183 SAMENVATTING SAMENVATTING 183 SAMENVATTING Vermoeidheid is een alledaagse ervaring. Wanneer vermoeidheid een lange tijd aanhoudt kan dit voor problemen zorgen. Geneeskundestudenten zien we als relatief kwetsbaar als

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten VGCT najaarscongres 2011 Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten Elske Salemink, Universiteit van Amsterdam In samenwerking met Reinout Wiers (Universiteit van

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25829 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nunspeet, Félice van Title: Neural correlates of the motivation to be moral Issue

Nadere informatie