Toenaderingsbias en Negatief Affect bij Alcoholverslaving. Manou Korst

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toenaderingsbias en Negatief Affect bij Alcoholverslaving. Manou Korst"

Transcriptie

1 Toenaderingsbias en Negatief Affect bij Alcoholverslaving Manou Korst Universiteit van Amsterdam Afdeling Ontwikkelingspsychologie Masterthese Collegekaartnummer : Begeleidster: Esther Beraha Aantal woorden: 7626 Datum:

2 Abstract In deze studie is onderzocht of middels negatief affect de toenaderingsbias bij mensen met een alcoholverslaving werd versterkt. Aan de hand van de Approach Avoidance Taak (AAT) werd gekeken naar de toenaderingsbias bij zowel alcoholverslaafden in een negatieve conditie als in een neutrale conditie. Tegen de verwachtingen in toonden proefpersonen in de neutrale conditie een hogere mate van toenaderingsbias dan proefpersonen in de negatieve conditie. Tevens bleek dat alcoholverslaafden met minder sterke coping motieven een hogere mate van toenaderingsbias vertoonden dan alcoholverslaafden met sterke coping motieven. Mogelijke positieve correlaties tussen alcoholgebruik, daarmee gerelateerde problemen, normaal alcoholgebruik, hoger alcoholgebruik, jaren van alcoholgebruik en toenaderingsbias zijn in deze studie niet gevonden. Tenslotte is gebleken dat de zucht naar alcohol significant minder was na de blootstelling aan alcoholafbeeldingen dan voor zo n blootstelling. 2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Duale Processen Transformatie Onbewuste Processen De rol van context Onderzoeksvragen en hypothesen Relevantie van de studie Methode Onderzoeksdesign Participanten Instrumenten Procedure Data voorbereiding en data analyse Resultaten Steekproefkarakteristieken AAT-scores Toenaderingsbias voor Alcohol en Frisdrank Manipulatie Stemming en Arousal Verschil in stemming en arousal binnen condities Toenaderingsbias bij alcohol Sterke en minder sterke coping motieven Correlaties AUDIT en toenaderingsbias Zucht en alcoholgerelateerde afbeeldingen Discussie Conclusies Mogelijke verklaringen Beperkingen en suggesties voor vervolgonderzoek Relevantie Literatuurlijst Appendix

4 1. Inleiding Alcoholverslaving is na nicotine de meest voorkomende verslaving in Nederland. Volgens de cijfers is er bij 4,6 procent van de Nederlandse bevolking sprake van alcoholmisbruik en 3,7 procent lijdt aan een alcoholverslaving (Verdurmen, Monshouwer, van Dorsselaer & de Graaf, 2003). Alcoholisme kan heftige effecten hebben op de gezondheid. Het vergroot de kans op hartziekte, impotentie en onvruchtbaarheid en brengt tevens schade aan de lever (Saunders, Aasland, Babor, de la Fuente & Grant, 1993). Naast de schadelijke gevolgen voor de gezondheid kan een alcoholverslaving ook een negatieve invloed uitoefenen op het sociale, financiële en beroepsleven van een verslaafde (Verdurmen et al., 2003). Theorieën rondom het ontstaan en de instandhouding van verslavingen worden al een geruime tijd benaderd aan de hand van het cognitieve motivatiemodel. Ten grondslag aan deze benadering ligt de assumptie dat mensen geneigd zijn gedrag van waaruit negatieve consequenties voortvloeien te vermijden en gedragingen met een positieve uitkomst op te zoeken (Wiers, Woerden, Smulders & de Jong, 2002). Vanuit dit perspectief wordt er verondersteld dat mensen die verslavend gedrag uitvoeren rationele beslissingen nemen door de verwachte voordelen van een bepaalde handeling af te wegen tegen de verwachte nadelen (Houben, Schoenmakers, Thush & Wiers, 2008). De paradox die centraal staat bij verscheidene vormen van verslaving, namelijk dat verslaafden vaak juist door gaan met gebruiken al zijn ze zich bewust van de schadelijke gevolgen, wordt middels dit model echter niet volledig verklaard (Wiers & Stacy, 2006). 1.1 Duale Processen De paradox kan daarentegen wel verklaard worden aan de hand van recente duale proces modellen. Dit is een overkoepelende term voor modellen waarin wordt aangenomen dat gedrag gestuurd wordt door twee semi-onafhankelijke systemen die gekarakteriseerd worden door kwalitatief van elkaar verschillende gedachteprocessen (Houben et al., 2008). Aan de ene kant wordt gedrag gereguleerd door een reflectief systeem. Dit systeem wordt gekarakteriseerd door gecontroleerde, bewuste en trage gedachteprocessen. Aan de andere kant wordt gedrag tevens bepaald door een impulsief systeem, wat gekarakteriseerd wordt door onbewuste, automatische en snelle gedachteprocessen (Ostafin, Marlatt & Greenwald, 2008). 4

5 Een verslaving brengt deze twee wederzijds afhankelijke systemen in een verstoorde balans (Houben et al., 2008). Enerzijds is het impulsieve systeem hypergevoelig geworden voor alcohol- en drugsgebruik. Anderzijds heeft het reflectieve systeem steeds minder controle over impulsieve neigingen (Bechara, 2005) en liggen verschillende neurale structuren ten grondslag aan deze processen (Wiers, Rinck, Dictus & van den Wildenberg, 2009). Diverse neurobiologische studies hebben aangetoond dat een geschiedenis van herhaaldelijk alcoholgebruik geassocieerd wordt aan veranderingen in de hersenen zowel bij dier- als mensstudies (Fardardi & Cox, 2006). 1.2 Transformatie Uit verscheidene studies kwam naar voren dat er voornamelijk twee neurale veranderingen belangrijk zijn bij alcohol- en drugsverslaving. Ten eerste is uit onderzoek gebleken dat er veranderingen optreden in hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor het bewerkstelligen van belonende stimuli en het motiveren van gedragingen als gevolg van alcoholmisbruik (Robinson & Bridge, 2003). Dit betekent dat het impulsieve systeem steeds gevoeliger wordt voor alcohol- en druggerelateerde stimuli, ook wel het incentive motivatiesysteem genoemd. Als gevolg daarvan zullen deze stimuli opvallend de aandacht trekken en een appetitieve reactie oproepen door het activeren van het gesensitizeerde impulsieve beloningssysteem (Houben et al., 2008). Herhaaldelijke blootstelling aan deze stimuli wordt geassocieerd aan een vergroot drugsgebruik (Townshend & Duka, 2001). Ten tweede treden er, naast veranderingen in hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor het motiveren van gedrag, veranderingen op in hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor het inhiberen en controleren van gedrag als gevolg van langdurig alcohol- en druggebruik. Deze veranderingen in het reflectieve systeem hebben als gevolg dat het moeilijker wordt om impulsieve, appetitieve reacties te controleren (Houben et al., 2008). Er wordt verondersteld dat middelengebruik begint als een functie van het reflectieve systeem, zoals een bewuste beslissing om een glas wijn te drinken. Door herhaaldelijk gebruik wordt het middelengebruik steeds meer een functie van het impulsieve systeem. Het inschenken van een glas wijn of het leegdrinken 5

6 van een fles komt dan steeds meer tot stand door een onbewuste handeling dan door een bewuste (Ostafin & Brooks, 2010). Duale proces modellen geven dus een oplossing voor de paradox bij verslaafden en werken naar een volledige verklaring voor het ontstaan en voortbestaan van een alcoholverslaving. Er wordt verondersteld dat alcoholmisbruik en alcoholafhankelijkheid een gevolg zijn van een hyperactief impulsief systeem (Houben et al., 2008). 1.3 Onbewuste Processen In de meest recente studies worden de automatische, onbewuste processen van het impulsieve systeem onder de loep genomen. Met behulp van indirecte meetinstrumenten worden die onbewuste processen bij alcoholverslaving onderzocht. Alhoewel er steeds vaker onderzoek verricht wordt naar onbewuste processen bij alcoholverslaving, hebben de onderzoeken naar bewuste processen aan de hand van zelfreportage vragenlijsten ook veel bijdrage geleverd aan de kennis over alcoholverslaving. Er wordt echter getwijfeld aan het vermogen van een verslaafde om zelf aan te geven wat de motivaties zijn achter zijn of haar gebruik. Het maken van de keuze om alcohol te nuttigen gebeurt namelijk vaker onbewust dan bewust (Ostafin & Brooks, 2010). Tevens zijn indirecte maten minder gevoelig voor sociale wenselijkheid en kunnen zij toegepast worden om automatische processen te meten waar iemand zich zelf niet bewust van is (Houben et al., 2008). Het gebruik van indirecte maten in verslavingsstudies heeft een aantal aanzienlijke resultaten opgeleverd. Zo is uit onderzoek gebleken dat de verstoorde balans tussen het impulsieve en het hyperactieve systeem kan zorgen voor cognitieve verstoringen, ook wel cognitieve bias genoemd, bij mensen die verslaafd zijn aan alcohol (Mccusker, 2001; Bechara, 2005). Deze cognitieve verstoringen blijken een rol te spelen bij het ontstaan en de instandhouding van alcoholverslaving (Ostafin & Brooks, 2010). Verschillende cognitieve bias zijn het gevolg van de verstoorde balans tussen de twee gedachteprocessen zoals een aandachtsbias voor alcoholgerelateerde stimuli (Field & Cox, 2008), een geheugenbias voor impliciete alcoholgerelateerde associaties (Wiers et al., 2002) en een bias in automatische actietendensen (Palfai & Ostafin, 2001). In deze studie ligt de focus op de automatische actietendensen, ook wel toenaderingsbias genoemd. Toenaderingsbias wordt gedefinieerd als een verstoring in de informatieverwerking 6

7 waardoor alcohol gerelateerde stimuli uit de omgeving meer opvallend worden en eerder toenaderingsreacties ontlokken dan verwijderingreacties (Field, Mogg & Bradley, 2005). Een groot aantal studies hebben onderzoek gedaan naar de invloed van toenaderingsbias bij alcoholverslaving. In een aantal studies werd er verondersteld dat een sterke toenaderingsbias niet altijd aanwezig is in populaties waar men veel alcohol nuttigt of heeft genuttigd (Spruyt et al., 2013). In het onderzoek van Barkby, Dickson, Roper en Field (2012) werd er geen verschil gevonden in toenaderingsbias tussen een groep van onthouden alcoholverslaafden en een controle groep. In een ander onderzoek werd er eerder vermijdingsbias gevonden bij adolescenten die veel alcohol drinken (van Hemel-Ruiter, de Jong & Wiers, 2011). Daarentegen is uit ander onderzoek gebleken dat er sprake was van toenaderingsbias bij mensen die veel alcohol gebruiken (Houben et al., 2008). In het onderzoek van Field, Kiernan, Eastwood en Child (2008) kwam naar voren dat zware drinkers in vergelijking tot lichte drinken alcoholgerelateerde afbeeldingen sneller benaderden dan vermeden. Aangezien er verschillende resultaten omtrent toenaderingsbias bij alcoholverslaving naar voren zijn gekomen, is verder onderzoek van belang. Een relatief nieuw indirect meetinstrument om toenaderingsbias mee te meten is de Approach Avoidance Taak (AAT) (Wiers et al., 2009). Tijdens deze taak geven de participanten een reactie van ofwel toenadering (approach) ofwel verwijdering (avoidance) aan door een joystick ofwel naar zich toe te trekken ofwel van zich af te duwen. De AAT is eerder gebruikt in een studie naar toenaderingsbias bij cannabisgebruikers (Cousijn, Goudriaan & Wiers, 2011). Uit deze studie is gebleken dat cannabisgebruikers een hogere mate van toenaderingsbias vertoonden bij cannabisafbeeldingen in vergelijking tot een controle groep. Tevens is de AAT uitgevoerd in een studie naar toenaderingsbias bij alcohol (Wiers et al., 2009). Uit deze studie is naar voren gekomen dat zware drinkers eerder alcoholgerelateerde afbeeldingen naar zich toe trokken dan van zich af duwden. 1.4 De rol van context Ondanks het feit dat er steeds vaker onderzoek wordt verricht naar de rol van toenaderingsbias bij alcoholafhankelijkheid, zijn er nog relatief weinig studies die de mogelijke invloed van context op cognitieve bias hebben onderzocht. Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat veel mensen die aan alcohol verslaafd zijn alcohol 7

8 nuttigen om negatieve affectieve staten zoals angst en spanning te reduceren (Cooper, Frone, Russell & Mudar, 1995; Baker, Piper, McCarthy, Majeskie & Fiore, 2004). Tevens is er is gebleken dat negatieve emoties een invloed kunnen hebben op de gedragssystemen die drugzoekend gedrag reguleren (Baker et al., 2004). In het onderzoek van Lindgren, Neighbors, Ostafin, Mullins en George (2009) werd een deel van de proefpersonen geïnstrueerd om een succesvol afspraakje in te beelden, terwijl de overige proefpersonen de instructie kregen om een onsuccesvol afspraakje voor te stellen. Wat bleek was dat de automatische associaties tussen alcohol en toenadering sterker was bij de mensen met een onsuccesvol afspraakje dan bij de mensen met een succesvol afspraakje. De onderzoekers veronderstelden dat wanneer negatieve emoties dit effect kunnen hebben op de automatische associaties tussen alcohol en toenadering, wellicht negatief affect ook cognitieve bias, zoals impliciete associaties of toenaderingsbias kan versterken. Een van de pioniers in het onderzoeksveld naar de invloed van negatief affect op de automatische processen bij alcohol, zijn Ostafin en Brooks (2010). In hun onderzoek zijn ze nagegaan of negatief affect de mate van impliciete associaties versterkte bij individuen met sterke coping motieven in vergelijking tot individuen die drinken vanwege enhancement motieven. Het motivatiemodel voor alcohol consumptie van Cooper (1994) veronderstelt dat er twee types van interne motivaties zijn, namelijk enhancement motieven en coping motieven. Mensen die drinken vanwege coping motieven drinken alcohol met het idee negatieve affectieve staten te verminderen. Mensen die drinken vanwege enhancement motieven drinken alcohol met het idee positieve affectieve staten toe te laten nemen (Cooper, 1994). Het drinken van alcohol vanwege coping motieven voorspelt zwaar en problematisch alcoholgebruik in vergelijking tot het nuttigen van alcohol vanwege externe of sociale redenen (Birch et al., 2008). Ondersteund door eerder onderzoek (Hufford, 2001) veronderstelden Ostafin en Brooks (2010) dat negatief affect eerder zou leiden tot sterkere associaties tussen alcohol en opluchting dan tussen alcohol en beloning bij mensen die alcohol drinken met coping motieven dan bij mensen die drinken met enhancement motieven. Uit het onderzoek is gebleken dat negatieve inductie de sterkte van impliciete associaties intensifieerden bij mensen die alcohol drinken met sterke coping motieven maar niet bij mensen met enhancement motieven. 8

9 1.5 Onderzoeksvragen en hypothesen Aangezien er weinig onderzoek is verricht naar de mogelijke invloed van context op de cognitieve verstoringen gerelateerd aan alcohol, wordt in deze studie ten eerste nagegaan wat de invloed van negatief affect is op automatische processen bij alcoholverslaving. Voortbouwend op de resultaten van de studie van Ostafin en Brooks (2010) is het ook van belang om na te gaan wat de mogelijke invloed van negatief affect is op toenaderingsbias bij alcohol. In tegenstelling tot het hierboven beschreven onderzoek is er in deze studie gekeken naar een versterkende invloed van negatief affect op toenaderingsbias in plaats van impliciete toenaderingsassociaties. Tevens zal deze studie de eerste zijn die de invloed van negatief affect op toenaderingsbias bij alcoholverslaving onderzoekt aan de hand van het indirecte meetinstrument, de AAT (Wiers et al., 2009). Om tot deze resultaten te komen is er ten eerste in deze studie nagegaan of toenaderingsbias bij participanten met een negatief affect sterker is dan bij participanten met een neutraal affect. Er wordt verwacht dat participanten met een negatief affect een hogere mate van toenaderingsbias vertonen dan participanten met een neutraal affect. Ten tweede is er in deze studie gekeken of negatief affect de toenaderingsbias versterkt bij participanten met sterke coping motieven in vergelijking tot participanten met minder sterke coping motieven. Onder sterke coping motieven worden motivaties bedoeld waarmee negatieve emoties worden gereduceerd. De verwachting is dat door een negatief affect participanten met sterke coping motieven een hogere mate van toenaderingsbias vertonen dan participanten met minder sterke coping motieven. Tevens zijn in deze studie mogelijke positieve correlaties nagegaan tussen alcoholgebruik, daarmee gerelateerde problemen, normaal alcoholgebruik, hoger alcoholgebruik, jaren van alcoholgebruik en toenaderingsbias. Aangezien er uit eerder onderzoek is gebleken dat zware drinkers eerder alcoholafbeeldingen naar zich toe trokken dan van zich afduwden (Wiers et al., 2009), is het mogelijk dat de hierboven variabelen positief correleren met toenaderingsbias. Er wordt verwacht dat deze variabelen positief correleren met toenaderingsbias. Aangezien de proefpersonen blootgesteld worden aan alcoholgerelateerde afbeeldingen is er tenslotte in deze studie onderzocht of de zucht naar alcohol 9

10 vergroot wordt door de blootstelling aan deze afbeeldingen. De verwachting is dat de zucht naar alcohol groter zal zijn bij participanten na het afnemen van de computertaak dan voorafgaand aan de computertaak. 1.6 Relevantie van de studie De resultaten uit deze studie kunnen bijdragen aan een duidelijker beeld van de mogelijke invloed van context, in dit geval negatief affect, op toenaderingsbias. Het zal informatie verschaffen rondom de toenaderingsbias bij mensen met een alcoholverslaving. Ondanks het groeiende lichaam van kennis over zowel bewuste als onbewuste processen op het ontstaan en instandhouding van alcoholverslaving, is het van belang om meer onderzoek te verrichten naar de mogelijke invloed van context op verstoringen in de onbewuste processen. Naarmate er meer kennis vrijkomt in dit onderzoeksveld kunnen deze inzichten alcoholverslaafden helpen zichzelf beter te begrijpen en wellicht de huidige behandelingen voor alcoholverslaving specifieker te maken en het hiermee te verbeteren. De huidige behandelingen kunnen dan bijvoorbeeld meer aandacht besteden aan de onbewuste processen die gepaard gaan aan een verslaving. Aan de hand van de Cognitieve Bias Modificatie (CBM) (Wiers, Eberl, Rinck, Becker & Lindenmeyer, 2011) zou het mogelijk zijn om de automatische actietendensen op een indirecte manier te veranderen bijvoorbeeld van toenadering naar vermijding. 2. Methode 2.1 Onderzoeksdesign In dit onderzoek is er gekeken naar de invloed van negatief affect op toenaderingsbias tussen participanten in een neutrale conditie (controle conditie) en participanten in een negatieve conditie. Deze studie is een onderdeel van een overkoepelende studie. 2.2 Participanten Participanten in deze studie waren patiënten (N=29) die benaderd werden in de SolutionS verslavingskliniek te Voorthuizen. De patiënten werden gescreend op de volgende inclusie criteria: mannen en vrouwen met de leeftijd van 18 tot 65 jaar, 10

11 participanten spraken en begrepen de Nederlandse taal en hebben een informed consent ondertekend. Participanten zijn gediagnosticeerd op de recente DSM-IV diagnose met alcoholafhankelijkheid door een psycholoog werkende bij SolutionS. Proefpersonen werden van het onderzoek uitgesloten wanneer ze gediagnosticeerd waren met een psychiatrische stoornis of als ze cognitieve beperkingen hadden die het begrijpen van het onderzoek en het proces in de weg konden staan. Tenslotte werden participanten uitgesloten van de studie wanneer ze door een psycholoog gediagnosticeerd waren met een andere drugsverslaving met uitzondering van een rook-, cannabis- of cafeïneverslaving, waardoor alcoholafhankelijkheid niet de meest prominente verslaving was. 2.3 Instrumenten Meerdere vragenlijsten zijn gebruikt om de demografische gegevens, gebruik van alcohol, verlangen naar alcohol, redenen om alcohol te drinken en stemming te meten. De demografische gegevens, inclusie- en exclusiecriteria zijn aan de hand van een screeningsvragenlijst uitgevraagd. Aan de hand van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR) zijn proefpersonen gediagnosticeerd op alcoholafhankelijkheid. De DSM-IV-TR werd door een psycholoog werkende bij SolutionS afgenomen. Om het gebruik van alcohol (en mogelijke problemen) in het afgelopen jaar te meten is de Nederlandse vertaling (Schippers & Broekman, 2010) van de vragenlijst Alcohol Use Disorder Identification Test (AUDIT) (Saunders et al.,1993) gebruikt. De vragenlijst bevat 10 vragen waarvan drie vragen gerelateerd zijn aan alcoholconsumptie (bijv. Hoe vaak drinkt u alcohol? ), drie vragen aan alcoholafhankelijkheid (bijv. Hoe vaak heeft u het afgelopen jaar gemerkt dat u niet kon stoppen met drinken als u eenmaal begonnen was? ) en de overige vier vragen zijn gerelateerd aan alcoholproblemen (bijv. Bent uzelf, of is iemand anders ooit gewond geraakt doordat u gedronken had? ). De vragen 1 tot en met 8 werden beoordeeld met een vijf-punts Likert schaal (0= nooit, 5= dagelijks of bijna dagelijks) en de vragen 9 en 10 worden beoordeeld met een drie-punts schaal. De minimale score die behaald kan worden op de AUDIT is 0 en de maximale score is 40. Wanneer iemand tussen de 8 en 15 scoort op de AUDIT, wordt er aangeraden advies te geven om het zware drinken te reduceren. Scores tussen de 16 en 19 indiceren dat de persoon counseling nodig heeft en mogelijk problemen met alcohol 11

12 ervaart. Een score van 20 of hoger suggereert de noodzaak om te diagnosticeren op alcoholafhankelijkheid. De originele AUDIT bevat hoge psychometrische kwaliteiten zoals een hoge validiteit en een hoge betrouwbaarheid. Daarbij is de AUDIT een zeer geschikt meetinstrument om de mate van gebruik van alcohol te meten, omdat de focus voornamelijk ligt op zware consumptie en de frequentie van intoxicatie (Bohn, Babor & Kranzler, 1995). Om de betrouwbaarheid van deze test te toetsen is de Cronbach s alpha berekend, α =.72. Deze vragenlijst bevat over een redelijk goede betrouwbaarheid. Met behulp van de Nederlandse vertaling (Franken, Rosso & van Honk, 2003) van de vragenlijst Desire for Alcohol Questionnaire (DAQ) (Clark et al., 1996) is de zucht voor alcohol op het moment gemeten. De DAQ is afgeleid van de Alcohol Craving Questionnaire (ACQ) (Tiffany, 1997). De vragenlijst bestaat uit 14 stellingen (bijv. Ik zou nu het drinken van alcohol overwegen ) en wordt beoordeeld op een zeven-punts schaal (1= helemaal mee eens, 7= helemaal mee eens). Uit validiteit onderzoek is gebleken dat de originele DAQ meer psychometrische voordelen heeft dan de ACQ (Love, James & Willner, 1998). Ook is uit dit onderzoek gebleken dat de DAQ een hoge validiteit en betrouwbaarheid bevat. Daarbij verstrekt deze vragenlijst in vergelijking tot andere meetinstrumenten zowel gescheiden schalen voor zucht (sterke verlangens en intenties), verwachte effecten (negatieve en positieve bekrachtiging) als de controle die men heeft over het drinken. Deze test bevat een redelijke goede betrouwbaarheid, Cronbach s α =.76. De Nederlandse vertaling (Wiers & Empelen, 2002) van de vragenlijst Drinking Motives Questionnaire-Revised (DMQ-R) (Blackwell & Conrod, 2003) werd gebruikt om de redenen die mensen geven om alcohol te drinken te meten. De vragenlijst bestaat uit 20 redenen (bijv. Alcohol drink ik om van een feest te genieten ) en wordt beoordeeld op een vijf-punts Likert schaal (0= (bijna) nooit, 4= heel vaak). De psychometrische kwaliteiten van de originele DMQ-R zijn hoog, zowel de validiteit en betrouwbaarheid als de test-hertest-betrouwbaarheid (Grant, Stewart, O Connor, Blackwell & Conrod, 2007). Deze vragenlijst bevat over een hoge betrouwbaarheid, Cronbach s α is.91. Met behulp van de VAS stemmingsvragenlijst (Torrance, Feeny & Furlong, 2001) is er gevraagd aan de proefpersoon om aan te geven op een negenpuntsschaal (1= somber, 9= vrolijk; 1=ontspannen, 9= opgewonden) hoe hij zich voelt op het moment. 12

13 De Imagery Script van Sinha (Sinha, Catapano & O Malley, 1999) is gebruikt om de negatieve of neutrale situatie in te leiden. De proefpersoon werd gevraagd om een neutrale of negatieve situatie gedetailleerd te beschrijven die niet gerelateerd is aan alcohol. De proefpersoon werd tevens gevraagd om zich zo goed mogelijk in te leven in de situatie. De Meten van Addicties voor Triage en Evaluatie (MATE-nl 2.1) (Schippers & Broekman, 2011) werd afgenomen bij de proefpersoon waarmee het gebruik van alcohol (afgelopen 30 dagen), jaren van problematisch alcohol gebruik en andere drugs werd nagegaan. De deelinstrumenten van de MATE-nl 2.1 zijn psychometrische solide en zowel de betrouwbaarheid als de validiteit is hoog. De Approach Avoidance Task (AAT) (Wiers., 2009) werd toegepast om de toenaderingsbias voor alcohol te meten. Aan de hand van de AAT werd de onbewuste neiging ofwel het toenaderen (approach) ofwel het vermijden (avoidance) van alcoholgerelateerde stimuli gemeten. Ten grondslag aan deze taak ligt de veronderstelling dat alcoholverslaafden een onbewuste neiging hebben tot het benaderen van alcoholgerelateerde afbeeldingen (Ostafin & Brooks, 2010). Hierdoor zullen zij langzamer reageren dan niet-verslaafden of sociale drinkers wanneer zij alcoholgerelateerde afbeeldingen van zich af moeten duwen en andersom ook sneller reageren wanneer ze de afbeeldingen naar zich toe trekken. Bij frisdrankafbeeldingen zullen alcoholverslaafden niet zozeer langzamer reageren dan niet-verslaafden of sociale drinkers. Deze veronderstelling is gebaseerd op het idee dat er geen sprake is van een verslaving van frisdrank. Door de reactietijd van verwijdering af te trekken van de reactietijd van toenadering wordt de toenaderingsbias berekend (Wiers et al., 2009). Het doel van deze taak is dan ook om de sterkte van de toenaderingsbias vast te stellen (Palfai & Ostafin, 2003). Tijdens de AAT taak werden de proefpersonen blootgesteld aan afbeeldingen, zowel alcohol als niet-alcohol gerelateerde, die naar links of rechts (3 graden) geroteerd zijn. De proefpersonen kregen de instructie om de joystick naar voren te bewegen (push) of de joystick naar zich toe te trekken (pull) wanneer de afbeeldingen naar links of rechts geroteerd waren. Afhankelijk van de randomisatie van de test reageerden de proefpersonen met toenadering of verwijdering op de geroteerde afbeeldingen. Bij de afbeeldingen was er sprake van een zoomeffect, waardoor de afbeeldingen verkleinden bij het duwen van de joystick en groter werden bij het 13

14 trekken van de joystick. Hiermee werd een gevoel van toenadering of vermijding van de stimuli gesimuleerd. De afbeeldingen werden allen tweemaal getoond, een keer naar rechts en een keer naar links geroteerd. De proefpersonen kregen eerst een oefenblok van 20 trials. Vervolgens startte de test waar 2x12 trials van alcoholafbeeldingen, 2x12 trials frisdrankafbeeldingen of 2x12 trials negatieve afbeeldingen random werden gepresenteerd. Uiteindelijk werden de 72 trials gebruikt voor de analyse. Alcoholgerelateerde afbeeldingen waren close-ups van een fles of een glas alcohol. De frisdrankafbeeldingen waren close-ups vergelijkbaar met de alcoholafbeeldingen maar dan van een fles of een glas frisdrank. De frisdrankafbeeldingen dienden als controle afbeeldingen. Negatieve afbeeldingen in de AAT zijn in deze studie gebruikt om de stemmingsinductie op een indirecte manier in stand te houden. Een voorbeeld van een negatieve afbeelding is een man die in een ziekenhuisbed ligt en zeer somber oogt. Een andere negatieve afbeelding die zal worden gebruikt is een afbeelding van een kind die er ziek uit ziet en aan het huilen is. Wanneer de proefpersoon niet de gevraagde reactie gaf op de afbeelding, werd dat aangegeven door een rood kruis. 2.4 Procedure Participanten die mee wilden doen aan het onderzoek werden ten eerste gescreend op de in- en exclusiecriteria en ondertekenden de informed consent. Na de instructie van de onderzoeksleider vulde de proefpersoon de vragenlijsten AUDIT, DAQ en DMQ-R in. Vervolgens werd de VAS vragenlijst ingevuld. De participant werd daarna gevraagd om een neutrale of negatieve situatie gedetailleerd te beschrijven ( Imagery Script (Sinha, Catapano & O Malley, 1999)) afhankelijk van de conditie (conditie1= neutraal, conditie2= negatief). Wanneer de situatie duidelijk geschetst was door de participant, werd de VAS nogmaals afgenomen. De onderzoeksleider gaf vervolgens de instructie voor de AAT en daaropvolgend startte de computertaak, die gevolgd werd door de VAS. Tenslotte werd de DAQ nogmaals afgenomen. De sessie werd afgesloten met een positieve stemmingsinductie, namelijk een grappig filmpje. Als beloning voor de deelname aan het onderzoek kreeg de proefpersoon een boekenbon. Een schematische weergave van de procedure is weergegeven in Appendix A. 14

15 2.5 Data voorbereiding en data analyse Om te corrigeren voor uitschieters werden reactietijden onder 200 ms en reactietijden boven 2000 ms verwijderd voor de analyse. Reactietijden groter dan 3 standaardafwijkingen boven en onder het gemiddelde werden ook verwijderd voor elke proefpersoon. Foute antwoorden op de AAT werden tevens verwijderd. Om de bias score te berekenen werd de mediaan van vermijding (push) reactietijden afgetrokken van de mediaan van toenadering (pull) reactietijden voor elke categorie afzonderlijk. Dit resulteerde in een bias score voor frisdrankafbeeldingen en alcoholafbeeldingen voor elke proefpersoon. Er is gebruik gemaakt van de mediaan van de reactietijden, omdat er uit eerder onderzoek is gebleken dat deze minder sensitief zijn voor uitschieters dan gemiddelden (Cousijn, Goudriaan & Wiers, 2011). Wanneer de bias score positief is, is er sprake van een toenaderingsbias. Er is sprake van een vermijdingsbias, wanneer de bias score negatief is. Om de interne consistentie van de scores op de AAT na te gaan is een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd voor alcohol bias scores. De interne consistentie was goed, Cronbach s α =.89. Om de condities met elkaar te vergelijken werden de AAT bias scores geanalyseerd aan de hand van een ongepaarde t-toets. Een eenzijdige t-toets werd gebruikt om te toetsten of de bias scores significant verschilden van nul voor beide condities. Een ongepaarde t-toets is gebruikt om het verschil tussen VAS1, VAS2 en VAS3 te toetsen tussen de condities. Een gepaarde t-toets is toegepast om het verschil tussen VAS1, VAS2 en VAS3 binnen de condities te analyseren. Om de gemiddelden van toenaderingsbias tussen proefpersonen met sterke coping motieven en minder sterke coping motieven te toetsten is een ongepaarde t-toets uitgevoerd. Proefpersonen met sterke coping motieven en proefpersonen met minder sterke coping motieven werden van elkaar onderscheiden door de mediaan van de vragen voor coping motieven op DMQ-R te gebruiken. Proefpersonen die een hogere score hadden dan de mediaan werden erkend als proefpersonen met sterke coping motieven en proefpersonen die lager scoorden dan de mediaan als proefpersonen met minder sterke coping motieven. Vervolgens is aan de hand van de Pearson s correlatietoets de correlaties tussen de schalen Quantiteit, Problemen, Totaalscore van de AUDIT en toenaderingsbias voor alcoholafbeeldingen nagegaan. Tevens is er gekeken naar correlaties tussen normaal alcoholgebruik, hoger alcoholgebruik, jaren van alcoholgebruik en toenaderingsbias. Een gepaarde t-toets is uitgevoerd om een 15

16 verandering in zucht naar alcohol door de blootstelling aan alcoholafbeeldingen te analyseren. De scores op de DAQ1 en de DAQ2 werden door middel van deze toets met elkaar vergeleken. 3. Resultaten 3.1 Steekproefkarakteristieken De onderzoeksgroep bestond uit 31 participanten. De data analyse is gebaseerd op 29 participanten, omdat de data van twee participanten niet volledig was. Hieronder waren er 6 vrouwelijke en 23 mannelijke deelnemers. De minimale leeftijd in de steekproef was 25 jaar. De maximale leeftijd was 63 jaar. De gemiddelde leeftijd van de participanten was 47 jaar (SD= 12.53). De groepen verschilden niet in leeftijd (t(27)= -.073, p =.943), geslacht (χ²=.404, p =.525), opleiding (t(24)= -.759, p=.455), roken (χ²=.778, p =.378) (t(26) =.862, p =.397), aantal dagen gewoon drinken per maand (t(27)= 1.129, p =.269), aantal dagen meer drinken per maand (t(27)= -1,319, p =.198), aantal eenheden per dag gewoon drinken (t(27) =.995, p =.329), aantal eenheden per dag meer drinken (t(27) =.199, p =.844) en het aantal jaar regelmatig drinken (t(23) = 1.197, p =.244). De gemiddelde scores en standaarddeviaties van de proefpersoonkarakteristieken zijn weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Gemiddelde scores en standaarddeviatie op proefpersoonkarakteristieken Totaal Neutrale Negatieve M (SD) M (SD) M(SD) n (% man) 29 (79.31) 13 (84.62) 16 (75.00) Leeftijd (12.53) 47.2 (12.9) 47.5 (12.7) Opleiding* 3.58 (1.50) 3.33 (1.67) 3.79 (1.37) Roken** 1.11 (0.31) 1.67 (0.39) 1.06 (0.25) Aantal dagen drinken per maand (10.04) (9.22) (10.86) Aantal dagen gewoon drinken/maand (9.28) (9.40) (9.09) Aantal dagen meer drinken/maand 3.59 (3.62) 2.62 (2.63) 4.38 (4.18) Aantal eenheden per dag, gewoon (10.57) (7.23) (12.63) Aantal eenheden per dag, meer (17.36) (17.33) (17.94) 16

17 Aantal jaren regelmatig (12.32) (10.52) (13.19) Note. N=29, M= gemiddelde, SD= Standaard deviatie, *Opleiding; 0 = Geen, 1 = VMBO, 2=HAVO, 3= MBO, 4= HBO, 5=WO,** Roken; 1= Wel roken, 2= Niet roken. 3.2 AAT-scores Om te corrigeren voor uitschieters zijn scores op de AAT die lager waren dan 200 ms verwijderd (0.05%) en scores die hoger dan 2000 ms waren verwijderd (3.8%). Foute antwoorden op de scores zijn ook verwijderd (5.8%). Geen van de scores binnen de proefpersonen was lager dan het gemiddelde min drie keer de standaardafwijking. Scores hoger dan het gemiddelde plus drie keer de standaardafwijking binnen proefpersonen zijn uit de analyse verwijderd (2.3%). De overgebleven scores zijn gebruikt in de analyse. 3.3 Toenaderingsbias voor Alcohol en Frisdrank Een eenzijdige t-toets is toegepast om te kijken of de toenaderingsbias voor alcohol en frisdrank verschilde voor zowel de neutrale als de negatieve conditie ten opzichte van de waarde 0. De toenaderingsbias voor alcohol (M=17.23, SE= 26.99) in de neutrale conditie verschilde niet significant van 0, t(12)=.638, p =.535. De toenaderingsbias voor frisdrank (M= 13.69, SE= 16.76) verschilde in de neutrale conditie ook niet significant van 0, t(12)=.817, p =.430. De toenaderingsbias voor alcohol (M= 7.25, SE= 29.81) in de negatieve conditie verschilde niet significant van 0, t(15)=.243, p =.811. De toenaderingsbias voor frisdrank (M= , SE= 93.94) in de negatieve conditie verschilde ook niet significant van 0, t(15)= -.305, p =.765. De bias scores voor alcohol en frisdrank verschilden niet van 0 voor zowel de negatieve als de neutrale conditie. In figuur 1 zijn de gemiddelde scores van de neutrale en negatieve conditie voor de frisdrank en alcohol weergegeven. Figuur 1. Gemiddelden bias scores voor frisdrank en alcohol 17

18 Toenadering-Verwijdering scores Negatieve Neutrale Alcohol Afbeeldingen Frisdrank Afbeeldingen Note. Gemiddelde AAT bias scores voor alcohol- en frisdrankafbeeldingen bij proefpersonen in de negatieve en neutrale conditie. Een positieve score indiceert snellere reactietijden van toenadering vergeleken met reactietijden van verwijdering. Tevens is een gepaarde t-toets uitgevoerd om een verschil tussen toenadering van alcohol en toenadering van frisdrank binnen de condities na te gaan. Proefpersonen in de negatieve conditie trokken frisdrankafbeeldingen (M=813.59, SE= 62.11) sneller naar zich toe dan alcoholafbeeldingen (M=858.12, SE= 69.69). Het verschil was niet significant, t(15)= , p =.087. Proefpersonen in de neutrale conditie trokken alcoholafbeeldingen (M= , SE= ) sneller naar zich toe dan frisdrankafbeeldingen (M= , SE= ). Er was geen significant verschil, t(12)= 0.292, p =.775. Ook is een gepaarde t-toets uitgevoerd om een verschil tussen vermijding van alcohol en vermijding van frisdrank binnen condities na te gaan. Proefpersonen in de negatieve conditie duwden alcoholafbeeldingen (M= , SE= ) sneller van zich af dan frisdrankafbeeldingen (M= , SE= ). Er was geen significant effect, t(15)= 0.780, p =.445. Binnen de neutrale conditie werd er geen significant effect gevonden tussen de vermijding van alcoholafbeeldingen en de vermijding van frisdrankafbeeldingen, t(12)= , p =.891. Proefpersonen in de neutrale conditie duwden alcoholafbeeldingen (M= , SE= 38.69) sneller van zich af dan frisdrankafbeeldingen (M= , SE= 47.92). 3.4 Manipulatie Stemming en Arousal Een ongepaarde t-toets is uitgevoerd om na te gaan of er een verschil is tussen de conditie op de VAS1, VAS2 en VAS3. Om na te gaan of de 18

19 stemmingsinductie is gelukt, werd er ten eerste gekeken naar een verschil in scores op stemming en arousal tussen de condities op de VAS2. Proefpersonen in de negatieve conditie gaven een meer negatieve stemming aan op VAS2 (M= 2.81, SE=.67) dan proefpersonen in de neutrale conditie (M=6.75, SE=.35). Het verschil in stemming was significant t(22)= 5.231, p <.001, r =.55. Proefpersonen in de negatieve conditie gaven ook meer arousal aan op VAS2 (M=5.94, SE=.73) dan proefpersonen in de neutrale conditie (M= 2.58, SE=.34). Het verschil in arousal was significant t(21)= , p <.001, r =.45. De resultaten toonden aan dat de stemmingsinductie door middel van het Imagery Script gelukt is. Tevens is aan de hand van een ongepaarde t-toets gekeken naar een verschil is stemming en arousal tussen de condities op de VAS1 en VAS3. Proefpersonen in de neutrale conditie gaven een meer negatieve stemming aan op VAS1 (M=4.58, SE=.53) dan proefpersonen in de negatieve conditie (M=5.13, SE=.51). Het verschil in stemming op VAS1 was niet significant t(26)= -.728, p =.473. Proefpersonen in de neutrale conditie gaven ook meer arousal aan (M=4.67, SE=.60) dan proefpersonen in de negatieve conditie (M= 3.44, SE=.39). Het verschil was niet significant t(26)= 1.806, p =.083. Proefpersonen in de negatieve conditie gaven een meer negatieve stemming aan op VAS3 (M= 5.69, SE=.46) dan proefpersonen in de neutrale conditie (M= 3.44, SE=.40). Het verschil in stemming was niet significant t(26)=.081, p =.936. Proefpersonen gaven in de negatieve conditie meer arousal aan op VAS3(M= 3.44, SE=.40) dan proefpersonen in de neutrale conditie (M= 4.00, SE=.52). Het verschil in arousal was niet significant t(26)=.873, p = Verschil in stemming en arousal binnen condities Een gepaarde t-toets is uitgevoerd om na te gaan of er een verschil is tussen VAS1, VAS2 en VAS3 scores binnen de condities. Uit deze toets blijkt dat de stemmingsinductie binnen de negatieve conditie gelukt is, t(15)= , p <.01, r =.43. De stemmingsinductie binnen de neutrale conditie is ook gelukt, t(11)= 3.118, p 19

20 <.05, r =.47. In tabel 2 zijn de gemiddelde scores en standaardfout op stemming en arousal binnen de condities weergegeven. Tabel 2. Gemiddelde scores en standaardfout op stemming en arousal binnen condities Negatieve Conditie (n=16) Neutrale Conditie (n=13) VAS1 VAS2 VAS3 VAS1 VAS2 VAS3 Stemming 5.13(.51) 2.81(.67)* 5.69(.46) 4.58(.53) 6.75(.35)* 5.75(.64) Arousal 3.44(.39) 5.94(.73)* 3.44(.39) 4.67(.60) 2.58(.34)* 4.00(.54) * p < Toenaderingsbias bij alcohol Wordt de toenaderingsbias bij participanten met een negatief affect sterker dan bij participanten met een neutraal affect? Een ongepaarde t-toets is uitgevoerd om na te gaan of er een verschil in toenaderingsbias bij alcoholafbeeldingen was tussen de condities. De t-toets toonde geen significant effect t(27)= 0.243, p =.810. De proefpersonen in de neutrale conditie vertoonden een hogere mate van toenaderingsbias (M= 17.23, SE= 26.99) dan proefpersonen in de negatieve conditie (M= 7.25, SE = 29.81). Ook is er aan de hand van een ongepaarde t-toets nagegaan of er een verschil was in toenaderingsbias bij frisdrankafbeeldingen. De proefpersonen in de neutrale conditie vertoonden meer toenaderingsbias (M= 13.69, SE= 16.76) dan proefpersonen in de neutrale conditie (M= , SE= 93.94). Het verschil was niet significant t(27)= 0.401, p =

21 3.7 Sterke en minder sterke coping motieven Versterkt negatief affect de toenaderingsbias bij mensen met sterke coping motieven in vergelijking tot mensen met minder sterke coping motieven? Om na te gaan of negatief affect toenaderingsbias versterkt bij mensen met sterke coping motieven in vergelijking tot mensen met minder sterke coping motieven werd een ongepaarde t-toets uitgevoerd. Proefpersonen in de negatieve conditie met minder sterke coping motieven vertoonden meer toenaderingsbias (M=15.44, SE= 58.46) dan proefpersonen in de negatieve conditie met sterkere coping motieven (M= -.94, SE= 19.29). Het verschil was niet significant t(14)=.266, p =.794. Ook is er aan de hand van een ongepaarde t-toets gekeken naar een mogelijk verschil in toenaderingsbias bij proefpersonen met sterke en minder sterke coping motieven in de neutrale conditie. De t-toets toonde geen significant verschil t(11)=.084, p =.934. Proefpersonen in de neutrale conditie met minder sterke coping motieven toonden meer toenaderingsbias aan (M= 19.43, SE= 37.14) dan proefpersonen met sterke coping motieven (M= 14.67, SE= 43.08). 3.8 Correlaties AUDIT en toenaderingsbias Zijn er positieve correlaties tussen alcoholgebruik, gerelateerde problemen, normaal alcoholgebruik, hoger alcoholgebruik, jaren van alcoholgebruik en toenaderingsbias? De Pearson s correlatietoets is uitgevoerd om de correlaties tussen de schalen Quantiteit, Problemen en Totaalscore van de AUDIT en toenaderingsbias voor alcoholafbeeldingen te bekijken. Tevens is er gekeken naar correlaties tussen normaal alcoholgebruik, hoger alcoholgebruik, jaren van alcoholgebruik en toenaderingsbias. Uit de toets bleek geen dat geen van de variabelen significant correleerden met de toenaderingsbias voor alcoholafbeeldingen. De resultaten zijn weergegeven in tabel 3. 21

22 Tabel 3. Correlatie coëfficiënten Quantiteit, Problemen, Totaalscore, Normaal alcoholgebruik, Hoger alcoholgebruik, Aantal jaren regelmatig alcoholgebruik en Toenaderingsbias Quantiteit Problemen Totaalscore.65**.78** Normaal alcoholgebruik.20.42*.42* Hoger alcoholgebruik.64** * Aantal jaren Toenaderingsbias * p < 0.05, ** p < Zucht en alcoholgerelateerde afbeeldingen Wordt de zucht naar alcohol vergroot door blootstelling aan alcoholgerelateerde afbeeldingen? Een gepaarde t-toets is uitgevoerd om na te gaan of de zucht naar alcohol vergroot werd door blootstelling aan alcoholafbeeldingen. Binnen de proefpersonen werd er gekeken naar een verschil tussen de scores op de DAQ1 en DAQ2. De t- toets toonde aan er een significant verschil was tussen de zucht naar alcohol voor de blootstelling aan de alcoholafbeeldingen en na de blootstelling, t(28)= , p <.01, r =.27. Proefpersonen scoorden lager op de DAQ2 (M= 23.45, SE= 1.61) dan op de 22

23 DAQ1 (M= 27.55, SE= 1.59). De participanten hadden een minder grote zucht naar alcohol na de blootstelling aan de alcoholafbeeldingen dan voor de blootstelling. 4. Discussie Het doel van deze studie was het onderzoeken van de mogelijke invloed van context op cognitieve bias bij alcoholverslaving. In het specifiek is er onderzoek gedaan naar de eventuele rol van negatief affect op de toenaderingsbias bij mensen met een alcoholverslaving. Alhoewel er in eerder onderzoek gekeken is naar toenaderingsbias bij mensen die alcohol drinken is dit de eerste studie die de invloed van negatief affect op toenaderingsbias bij alcoholverslaving is nagegaan aan de hand van de AAT. 4.1 Conclusies Aan de hand van de resultaten die zijn voortgevloeid uit deze studie kan niet geconcludeerd worden dat negatief affect de mate van toenaderingsbias versterkte bij alcoholverslaafden in vergelijking tot neutraal affect. Tegen de verwachtingen in vertoonden proefpersonen in de neutrale conditie een hogere mate van toenaderingsbias dan proefpersonen in de negatieve conditie. Het verschil was echter niet significant. Tevens kan de hypothese dat alcoholverslaafden met sterke coping motieven hogere mate van toenaderingsbias vertonen dan alcoholverslaafden met minder sterke coping motieven niet worden geverifieerd. Alhoewel proefpersonen met minder sterke coping motieven een hogere mate van toenaderingsbias vertoonden dan proefpersonen met sterke coping motieven, was dit verschil niet significant. Mogelijke correlaties tussen alcoholgebruik, gerelateerde problemen, normaal alcoholgebruik, hoger alcoholgebruik, jaren van alcoholgebruik en toenaderingsbias is in deze studie niet gevonden. Tegen de verwachting in is gebleken dat de zucht naar alcohol significant gedaald was na de blootstelling aan alcoholafbeeldingen in vergelijking tot voor de blootstelling. 4.2 Mogelijke verklaringen De gevonden resultaten ondersteunen het idee dat er sprake is van een grotere toenaderingsbias door negatief affect bij alcoholverslaving niet. Opvallend is dat proefpersonen met een neutraal affect een hogere mate van toenaderingsbias vertoonden. Een mogelijke verklaring voor dit gegeven is dat hoewel de manipulatie voor stemming was bewerkstelligd, de manipulatie niet sterk genoeg was om een 23

24 effect te bereiken. De gevonden resultaten kunnen ook mogelijk verklaard worden door middel van het idee dat conflicten tussen impulsieve neigingen en lange termijn doelen kunnen leiden tot een automatische actietendens van vermijding (Spruyt et al., 2013). Alhoewel meerdere studies (Field et al., 2008; Palfai & Ostafin, 2006) een toenaderingsbias bij zware drinkers toonden, is er ook het gegeven dat alcoholverslaafden in een verslavingskliniek eerder alcoholgerelateerde stimuli vermijden dan benaderen (Spruyt et al., 2013). Uit een aantal studies omtrent aandachtsbias is evenzeer naar voren gekomen dat alcoholpatiënten een vermijdende aandachtsbias naar alcoholgerelateerde afbeeldingen kunnen ontwikkelen (Noel et al., 2006). De uitkomsten omtrent de coping motieven met de geformuleerde divergeren evenzeer met de geformuleerde verwachtingen. Het is interessant dat de mensen met minder sterke coping motieven een hogere mate van toenaderingsbias vertoonden in verhouding tot mensen met sterke coping motieven. De belangwekkendheid ervan ligt erin dat uit onderzoek (Cooper, 1994) is gebleken dat mensen die vanwege coping motieven verslaafd zijn, alcohol nuttigen met het idee negatieve staten te reduceren. De verwachting was dan ook dat mensen met sterke coping motieven een hogere mate van toenaderingsbias zouden vertonen dan mensen met minder sterke coping motieven. Een mogelijke verklaring voor deze resultaten is dat er maar een relatief klein verschil is tussen mensen met sterke coping motieven en mensen met minder sterke coping motieven. In tegenstelling tot deze studie werd er in het onderzoek van Ostafin en Brooks (2010) een onderscheid gemaakt tussen mensen die drinken vanwege sterke coping motieven en mensen die drinken vanwege enhancement motieven. In deze studie was het echter niet mogelijk om een onderscheid te maken tussen deze twee motieven, aangezien weinig mensen die verslaafd zijn aan alcohol aangeven te drinken met het idee positieve affectieve staten toe te laten nemen. Mogelijke correlaties tussen alcoholgebruik, gerelateerde problemen, normaal alcoholgebruik, hoger alcoholgebruik, jaren van alcoholgebruik en toenaderingsbias zijn in deze studie niet gevonden. Dit kan mogelijkerwijs geëxpliceerd worden doordat de proefpersonen op de vragenlijst aangaven hoe hun alcoholgebruik was en de doorleefde problemen van het afgelopen jaar hebben aangegeven. Aangezien de theorieën omtrent onbewuste processen bij alcoholverslaving nog relatief recent zijn, is het wellicht denkbaar dat de verstoring in onbewuste processen meer een rol 24

25 speelt in het ontstaan van een verslaving dan in de instandhouding van de verslaving. De participanten gaven een relatief lange geschiedenis van alcoholmisbruik aan, waardoor er overwegend gekeken is naar toenaderingsbias in een gevorderd stadium van alcoholmisbruik. Ook kan het zo zijn dat alcoholgebruik niet correleert met de mate van toenaderingsbias. Als dit uit verder onderzoek zo zou blijken te zijn, kan er gespeculeerd worden naar de redenen hierachter. Het zou bijvoorbeeld mogelijk zijn dat er sprake is van verschillende aan elkaar parallel lopende onbewuste processen bij alcoholverslaving, die gezamenlijk invloed hebben op de toenaderingsbias en daarmee elkaar opheffen. Het ondervonden resultaat omtrent de invloed van de blootstelling aan alcoholgerelateerde afbeeldingen op de zucht naar alcohol was opmerkelijk. Doordat proefpersonen werden blootgesteld aan verscheidene afbeeldingen van alcohol werd een grotere mate van zucht naar alcohol verwacht. Het tegendeel kwam echter naar voren. Proefpersonen gaven een lagere mate van zucht naar alcohol aan na de blootstelling aan alcoholgerelateerde afbeeldingen dan voor de blootstelling. Een mogelijke interpretatie van de gevonden resultaten is dat de meest proefpersonen geheel vrijwillig participeren in het behandelprogramma van de verslavingskliniek. Wanneer zij dan worden geconfronteerd met alcoholafbeeldingen, zou het zo kunnen zijn dat hun verlangen naar alcohol vermindert door de intrinsieke motivatie om van hun verslaving af te komen. De zucht naar alcohol kan weerspiegeld worden in een conflict tussen de motivatie om te drinken en het bewustzijn van de schade die alcohol met zich mee kan brengen (Addolorato, Leggio, Abenavoli & Gasbarrini, 2005). Het verlangen om te drinken is een emotionele staat waarin een individu gemotiveerd is om alcohol te nuttigen. In eerder onderzoek (Meyer, 2000) bleek dat wanneer er in een situatie niet de mogelijkheid is om alcohol te drinken, de zucht naar alcohol ook minder is dan in een situatie waarbij het wel mogelijk is. Dit zou de gevonden resultaten kunnen verklaren. 4.3 Beperkingen en suggesties voor vervolgonderzoek Ten eerste kan de manipulatie voor stemming worden beschouwd als een mogelijke beperking van deze studie. Een suggestie voor vervolgonderzoek is dan ook om nogmaals de invloed van negatief affect op toenaderingsbias in vergelijking tot neutraal affect na te gaan, maar dan met een sterkere manipulatie voor stemming. Dit kan bewerkstelligd worden door in vervolgonderzoek bijvoorbeeld 25

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,

Nadere informatie

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving MSc Esther Beraha Dr. Elske Salemink Dr. Anneke Goudriaan Dr. Bram Bakker Prof. Dr. Wim van den Brink Prof. Dr. Reinout Wiers Academisch Medisch Centrum

Nadere informatie

Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen

Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen Joakim Looij 0592463 Instelling: Universiteit van Amsterdam Afstudeerrichting: Klinische ontwikkelingspsychologie

Nadere informatie

Stoppen met roken bij jongeren

Stoppen met roken bij jongeren Stoppen met roken bij jongeren Een combinatie van cognitieve gedragstherapie en cognitieve bias modificatie VGCt Najaarscongres, 2013 Helle Larsen, PhD, Universiteit van Amsterdam, Adapt-lab, Yield H.Larsen@uva.nl

Nadere informatie

Masterthese. Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een

Masterthese. Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een Masterthese Het effect van een negatieve stemming op automatische processen bij cliënten met een primaire alcoholverslaving in een klinische setting. OPSTELLER Naam : Tessa van Bennekom Collegekaartnummer

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Pillen? Praten? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie

Pillen? Praten? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie Pillen?? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie Reinout Wiers Hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie UvA r.wiers@uva.nl Huidige praktijk: Pillen

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting

De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting De effectiviteit van een toenaderingsbias training bij adolescente jongens met een cannabisverslaving in een justitiële jeugd inrichting OPSTELLER Naam: Robin Kooij Collegekaartnummer: 5996856 Afstudeerrichting

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

Een impliciete benadering van verslaving:

Een impliciete benadering van verslaving: Een impliciete benadering van verslaving: Het meten van de actietendens naar cannabis bij cannabisverslaafde jongeren Rick Roelofs Studentnummer: 10287604 Masterthese Psychologie: Gedrag & Gezondheid Begeleiders:

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Alcoholgebruik en effecten tijdens adolescentie

Alcoholgebruik en effecten tijdens adolescentie Dronken Jongeren 5 April 17 KNAW Symposium Ad Fundum Gevaar op korte termijn (coma, ongelukken) & op lange termijn Veranderingen in hersenen gebruik en effecten tijdens adolescentie Prof. dr. Reinout W.

Nadere informatie

Alcohol en aandacht. Een wankel evenwicht tussen craving en training

Alcohol en aandacht. Een wankel evenwicht tussen craving en training Alcohol en aandacht Een wankel evenwicht tussen craving en training Klassieke behandeling Richt zich hoofdzakelijk op bewuste processen Terugvalpreventie Leren kennen van hoge risico situaties Aanleren

Nadere informatie

Approach Avoidance Bias en Alcoholverslaving

Approach Avoidance Bias en Alcoholverslaving Approach Avoidance Bias en Alcoholverslaving Lisette van Hest s11191486 (Gezondheids) Psychologie, Universiteit Twente 1 e begeleider Marcel Pieterse 2 e begeleider Marloes Postel Externe begeleider Neomi

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

De Toenaderingsbias van Adolescenten met een. Cannabisverslaving

De Toenaderingsbias van Adolescenten met een. Cannabisverslaving De Toenaderingsbias van Adolescenten met een Cannabisverslaving Onderzoek naar de bruikbaarheid van de AAT MASTER THESE 08-08-2013 Lisa van Braam 6048757 Klinische ontwikkelingspsychologie Andrea Wolf

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving

Cognitive Bias Modification (CBM): Computerspelletjes tegen Angst, Depressie en Verslaving Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving Mike Rinck Radboud Universiteit Nijmegen Cognitieve Vertekeningen bij Stoornissen "Cognitive Biases" Patiënten

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Toenaderen of vermijden. Neurobiologische mechanismen in sociale angst Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen in de psychobiologische mechanismen die een rol spelen bij

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Cognitive Bias Modification om te Helpen Stoppen met Roken en de Rol van Nicotine Afhankelijkheid

Cognitive Bias Modification om te Helpen Stoppen met Roken en de Rol van Nicotine Afhankelijkheid MASTERTHESIS KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE FACULTEIT MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Cognitive Bias Modification om te Helpen Stoppen met Roken en de Rol van Nicotine

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie

Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie DE REPRESENTATIE VAN ALCOHOL De invloed van omgeving op de conceptuele representatie van alcohol Silke Verwei 3581012 26 juni 2014 Mike Keesman

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

De Toenaderingsbias. Samenhang met Baseline kenmerken en Festivalomgeving en het effect van CBM-training 26/09/18. Juli Willi Gelfert S

De Toenaderingsbias. Samenhang met Baseline kenmerken en Festivalomgeving en het effect van CBM-training 26/09/18. Juli Willi Gelfert S 26/09/18 De Toenaderingsbias Samenhang met Baseline kenmerken en Festivalomgeving en het effect van CBM-training Juli 2018 Willi Gelfert S1350463 10-EC-Masterthesis Universiteit Twente, Enschede Supervision

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en

Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en toenaderingsbewegingen bij nieuwe en bekende producten. Programmagroep: Sociale Psychologie Achternaam en initialen: E.M.C.

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek

Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek Het effect van een kortdurende AAT training op de toenaderingsbias bij jonge cannabisverslaafden in een ambulante verslavingskliniek Abstract Het doel van dit onderzoek was om na te gaan of een kortdurende

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

When Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L.

When Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L. When Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L. Kraanen Samenvatting Criminaliteit is een belangrijk probleem en zorgt

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl

J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl Waar gaan we het over hebben? Samen gaan Mechanismen misbruik Consequenties voor bejegening Schadelijke Gevolgen Middelen Kalant,

Nadere informatie

Impliciete Cognitie en Verslaving. Theoretische Inzichten en Praktische Toepassingen

Impliciete Cognitie en Verslaving. Theoretische Inzichten en Praktische Toepassingen Gedragstherapie 2008, 41 169-182 169 Impliciete Cognitie en Verslaving Theoretische Inzichten en Praktische Toepassingen Katrijn Houben 1,Tim Schoenmakers 1, Carolien Thush 1 en Reinout W. Wiers 1,2,3

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december 2018 Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren pagina 2 van 5 Alcoholconsumptie brengt risico s met zich mee.

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE?

COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE? COGNITIVE BIAS MODIFICATION EN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING BIJ JONGEREN IN JUSTITIËLE JEUGDINRICHTINGEN: EEN WERKZAME COMBINATIE? Een vergelijking van de effectiviteit van CBM met en zonder MGV op het

Nadere informatie

Actie 30 dagen zonder alcohol werkt!

Actie 30 dagen zonder alcohol werkt! Actie 30 dagen zonder alcohol werkt! Factsheet effectmeting 2015 Voor de vierde keer op rij organiseerde GGD Gooi en Vechtstreek in 2015 de actie 30 dagen zonder alcohol. En met succes! Minstens 650 mensen

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 173 174 De drijfveer tot beheersing: Hoe affect en motivatie cognitieve controle beïnvloeden Helpen emoties in een situatie die vraagt om mentale inspanning? Dat is de centrale vraag die dit proefschrift

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M.

Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M. Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M. Beraha Menahem SAMENVATTING Alcoholverslaving is een chronische psychiatrische

Nadere informatie

Vroegsignalering alcoholgebruik op de Spoedeisende hulp

Vroegsignalering alcoholgebruik op de Spoedeisende hulp Vroegsignalering alcoholgebruik op de Spoedeisende hulp Samenwerking tussen algemeen ziekenhuis en GGZ Roxanne Izendooren Projectleider Vroegsignalering alcoholgebruik 23 april 2012 Opdracht: Vragenlijst

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak

Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak Universiteit van Amsterdam Psychometrische Eigenschappen van de Alcohol Visuele Zoektaak Merel Velu (10351779) Bachelorproject Klinische Ontwikkelingspsychologie Begeleid door: Marilisa Boffo, Bram van

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p.

Inhoudsopgave. Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p. Inhoudsopgave Inleiding p. 1 Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p. 5 Methode p. 6 Procedure en respondenten p. 6 Meetinstrument

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

22 oktober R-Impuls. Therapie ter regulatie van impulsen. Kristen Vos Rudi Vanmarsenille

22 oktober R-Impuls. Therapie ter regulatie van impulsen. Kristen Vos Rudi Vanmarsenille 22 oktober 2015 R-Impuls Therapie ter regulatie van impulsen Kristen Vos Rudi Vanmarsenille Voorstelling Kristen Vos - Klinisch psychologe (volwassenen) - Postgraduaat Cognitieve Gedragstherapie KUL -

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS. Mindfulness als aanpak om negatief affect te verminderen

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS. Mindfulness als aanpak om negatief affect te verminderen Running head: MINDFULNESS ALS AANPAK OM NEGATIEF AFFECT TE VERMINDEREN Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS Mindfulness als aanpak om negatief affect te verminderen Wordt

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

G edragscontrole & verleiding:

G edragscontrole & verleiding: G edragscontrole & verleiding: een delicate balans tijdens de ontwikkeling Janna Cousijn, 10 juni G edragscontrole & verleiding: een delicate balans tijdens de ontwikkeling Inkijkje in de hersenen: ontwikkeling

Nadere informatie

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE PREVALENTIE EN GEVOLGEN OP HET WERK Marie-Claire Lambrechts 1,2 Dr. Lieve Vandersmissen 3 Prof. Dr. Lode Godderis 1,3 Brussel, FOD WASO 21/12/2017 1 KU

Nadere informatie

Sport, Alcohol en Zelfregulatie

Sport, Alcohol en Zelfregulatie Sport, Alcohol en Zelfregulatie Zorgt depletion ervoor dat topsporters de verleiding van alcohol niet kunnen weerstaan? Marijn van Bladeren Universiteit van Amsterdam 10 juni 2013 UvA begeleider: Femke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis 149 150 Ongeveer negentien procent van de Nederlandse bevolking krijgt in zijn leven een angststoornis. Mensen die lijden aan een angststoornis ervaren intense angsten die van invloed zijn op het dagelijks

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

online winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online

online winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online Samenvatting Tegenwoordig is het internet sterk geïntegreerd in bijna elke dagelijkse activiteit, van het lezen van een krant tot het regelen van bankzaken en ook het doen van onze aankopen (CBS, 2006b).

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten Sociale angst Risicofactoren Interventies Angst voor het oordeel van anderen Voor gek staan Uitgelachen te worden In verlegenheid gebracht te worden In de belangstelling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie