Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (
|
|
- Monique Willemsen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2013
2 ISBN : Rapportnummer : A Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap ( Panteia BV Panteia BV Bredewater 26 P.o. box CA Zoetermeer 2701 AA Zoetermeer The Netherlands Tommy Span M.Sc., Sophie Doove M.Sc., Lia Smit Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: Zoetermeer, februari 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Samenvatting deel A: vrouwelijk ondernemerschap 6 Samenvatting deel B: etnisch ondernemerschap 7 1 Inleiding 9 2 Deel A: Vrouwelijk ondernemerschap 11 3 Persoonskenmerken Aantallen en aandelen Opleidingsniveau Uitkeringsstarters 16 4 Bedrijfsprestaties Sectorverdeling Grootteklasseverdeling Omzet Bedrijfsresultaat Bedrijfsleeftijd 24 5 Deel B: Etnisch ondernemerschap 27 6 Persoonskenmerken Aantallen en aandelen Opleidingsniveau Uitkeringsstarters 32 7 Bedrijfsprestaties Sectorverdeling Grootteklasseverdeling Omzet Bedrijfsresultaat Bedrijfsleeftijd 40 Bijlagen 43 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording 43 Bijlage 2 Sectorindeling 51 Bijlage 3 Vrouwelijk en etnisch ondernemerschap in
4
5 Samenvatting Panteia heeft in het kader van onderzoeksprogramma MKB en Ondernemerschap in het najaar van 2013 een update uitgevoerd van het cijfermatige gedeelte van de Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap. De monitor geeft een beeld van de stand van zaken en ontwikkelingen over de periode 2007 tot 2011 op het gebied van vrouwelijk en etnisch ondernemerschap. De monitor is beschrijvend van aard en presenteert een weergave van hoe de situatie op diverse terreinen is, zonder daarbij specifiek bredere zaken als bijvoorbeeld demografische ontwikkelingen en sectorconcentraties in acht te nemen. De monitor bestaat uit twee delen: een onderdeel over vrouwelijk ondernemerschap en een onderdeel over etnisch ondernemerschap. Van beide groepen ondernemers worden zowel de persoonskenmerken beschreven, alsook de kenmerken en prestaties van hun bedrijven. Binnen etnisch ondernemerschap wordt consequent een verbijzondering gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen en 1 e en 2 e generatie allochtonen. 5
6 Samenvatting deel A: vrouwelijk ondernemerschap Nederland heeft ruim 1,2 miljoen ondernemers in 2011 en 32% daarvan is vrouw. Dit betekent dat hun aandeel ten opzichte van 2007 met 1% gestegen is. In 2007 was het aandeel vrouwelijk ondernemerschap nog 31%. Het aandeel van ondernemers in de beroepsbevolking, de ondernemersquote, is 7% bij vrouwen in Mannen zijn ruim twee keer zo vaak ondernemers: bij hen is de quote 15%. Het aandeel ondernemers in de vrouwelijke beroepsbevolking is wel toegenomen. In 2007 was de vrouwelijke ondernemersquote nog 6%. Verdere in het oog springende resultaten zijn als volgt: Persoonskenmerken in 2011 Alle ondernemers zijn gemiddeld ouder geworden sinds 2007: het aandeel van de groep ondernemers ouder dan 45 is met vier procentpunt toegenomen. In 2007 maakte deze groep 52% uit van alle vrouwelijke ondernemers, in 2011 was dit 56%. Het aandeel hoger opgeleide (HBO of WO) vrouwelijke ondernemers is iets gestegen van 37% in 2007 naar 38% in % van de mannelijke ondernemers is hoog opgeleid in Bedrijfskenmerken en -prestaties in 2011 Net als alle Nederlandse ondernemers zijn vrouwen in 2011 hoofdzakelijk actief in de handel en reparatie (18%) en zakelijke dienstverlening (21%). Vrouwen zijn relatief aanzienlijk vaker als ondernemer actief in zorg, openbaar bestuur en onderwijs (17% van de vrouwen, 6% van de mannen) en in de overige dienstverlening (opnieuw 17% van de vrouwen, 6% van de mannen). Vooral het relatieve aandeel vrouwelijke ondernemers in de zorg, openbaar bestuur en onderwijs is fors toegenomen vanaf 13% in 2007 naar 17% in Vrouwelijke ondernemers hebben vaker dan mannen personeel in dienst. In 2011 heeft 44% van de vrouwen personeel tegenover 39% van de mannen. Dit aandeel is wel gekrompen ten opzichte van 2007, in dat jaar had 51% van de vrouwelijke ondernemers personeel in dienst. Bedrijven van vrouwelijke ondernemers zijn gemiddeld jonger: in 2011 is 55% jonger dan 5 jaar oud tegenover 48% bij mannen. De omzet en het bedrijfsresultaat van vrouwelijke ondernemers zijn lager dan die van mannelijke ondernemers (hierbij is niet gecorrigeerd voor sectorconcentratie en parttime werk). Vrouwen zijn sterker geconcentreerd in de laagste klassen: 35% van hen heeft in 2011 een omzet tot tegenover 11% van de mannen. 49% van de vrouwen heeft in 2011 een winst tot tegenover 30% bij mannen. Het aandeel in deze laagste klassen is toegenomen en was in 2007 respectievelijk nog 27% (omzet) en 24% (winst) bij vrouwelijke ondernemers. 6
7 Samenvatting deel B: etnisch ondernemerschap Nederland heeft ruim 1,2 miljoen ondernemers in 2011 en 16% daarvan is etnisch. Dit betekent dat hun aandeel ten opzichte van 2007 met 2% gestegen is. In dat jaar was het aandeel etnisch ondernemerschap nog 14%. Het aandeel van ondernemers in de beroepsbevolking, de ondernemersquote, is 8% bij allochtonen in Autochtonen zijn vaker ondernemer: bij hen is de quote 12% in Het aandeel ondernemers in de allochtone beroepsbevolking is wel toegenomen. In 2007 was de etnische ondernemersquote nog 7%. Verdere in het oog springende resultaten zijn als volgt: Persoonskenmerken in 2011 Alle ondernemers zijn gemiddeld ouder geworden sinds 2007: het aandeel van de groep ondernemers ouder dan 45 is met vier procentpunt toegenomen. Onder westers allochtone ondernemers is de groep jonger dan 45 juist erg groot: 67% versus 46% bij niet-westers allochtone ondernemers in Het aandeel hoger opgeleide (HBO of WO) etnische ondernemers is gelijk gebleven op 42%. 38% van de autochtone ondernemers is hoog opgeleid in Vooral westers allochtone ondernemers zijn hoog opgeleid (48% in 2011). Bedrijfskenmerken en -prestaties in 2011 Net als alle Nederlandse ondernemers zijn allochtonen in 2011 hoofdzakelijk actief in de handel en reparatie (17%) en zakelijke dienstverlening (22%). Allochtonen zijn relatief aanzienlijk vaker als ondernemer actief in de horeca (11% van de allochtonen, 4% van de autochtonen) en in de zorg, openbaar bestuur en onderwijs (12% van de allochtonen, 9% van de autochtonen). Er bestaan veel verschillen tussen de herkomstgroeperingen: in de horeca zijn vooral niet-westers allochtone ondernemers actief (19% versus 5% westerse allochtonen) en in de zakelijke dienstverlening vooral westerse allochtonen (25% tegenover 16%). Etnische ondernemers hebben minder vaak dan autochtonen personeel in dienst. In 2011 heeft 35% van de etnische ondernemers personeel tegenover 42% van de autochtonen. Bedrijven van etnische ondernemers zijn gemiddeld jonger: in 2011 is 60% jonger dan 5 jaar oud tegenover 49% bij autochtonen. De omzet en het bedrijfsresultaat van etnische ondernemers zijn iets lager dan die van autochtone ondernemers (hierbij is niet gecorrigeerd voor sectorconcentratie en parttime werk). Etnische ondernemers zijn iets sterker geconcentreerd in de laagste klassen: 20% van hen heeft in 2011 een omzet tot tegenover 19% van de autochtonen. 38% van de etnische ondernemers heeft in 2011 een winst tot tegenover 35% bij autochtonen. Het aandeel in de laagste omzetklasse is toegenomen en was in 2007 nog 20% bij etnische ondernemers. 7
8
9 1 Inleiding Deze monitor bevat de meest recente cijfers over vrouwelijk en etnisch ondernemerschap in Nederland. De vorige monitor dateert van 2010 en de cijfers in die monitor geven als laatste een beeld over de situatie van In deze nieuwe monitor zoeken wij aansluiting bij dat beeld. Het doel van de monitor is enerzijds een beeld te geven van de huidige stand van zaken op het gebied van ondernemerschap onder vrouwen en ondernemers met een etnische achtergrond; en anderzijds de ontwikkelingen die sinds 2007 op dit gebied hebben plaatsgevonden te schetsen. De monitor focust zich op een aantal terreinen. Enerzijds kijken we naar de aantallen, de verschillende ondernemersquotes en de persoonskenmerken van vrouwelijke en etnische ondernemers. Het gaat dan om leeftijd, opleidingsniveau en starten uit een uitkeringssituatie. Anderzijds bekijken we de bedrijfsprestaties van de bedrijven van ondernemers: in welke sectoren zijn zij actief, hoeveel werkgelegenheid realiseren zij in hun bedrijf en welke omzet en winst genereren zij. Waar mogelijk vergelijken we vrouwen met mannen en etnisch met autochtoon. Ook worden binnen de groep etnische ondernemers generaties onderscheiden. Bij alle tabellen is een summiere uitleg gegeven. Cijfers in de monitor zijn gebaseerd op microdatabestanden van het CBS, waar mogelijk geactualiseerd met behulp van recentere bestanden van de Kamer van Koophandel. De onderzochte periode strekt daarmee van 2007 t/m De cijfers over 2011 hebben een voorlopig karakter, de cijfers over 2012 zijn prognoses. De hoofdtekst bevat cijfers tot en met 2011, omdat deze allen uit één en dezelfde bron afkomstig zijn. De statistieken waarvan prognoses over het jaar 2012 zijn gemaakt, zijn voor dat jaar in Bijlage 3 opgenomen. Een uitgebreide onderzoeksverantwoording is opgenomen in Bijlage 1. Leeswijzer De monitor bestaat uit twee afzonderlijke onderdelen. Onderdeel A brengt vrouwelijk ondernemerschap in beeld. Onderdeel B is erop gericht etnisch ondernemerschap in beeld te brengen. Ieder onderdeel bestaat uit twee hoofdstukken die twee facetten van ondernemerschap beschrijven. Het eerste richt zich op de persoonskenmerken van de groep ondernemers. Het tweede beschrijft de bedrijfsprestaties van de bedrijven van de ondernemers. De monitor is bewust zo geschreven dat de twee onderdelen op zichzelf staan en dus afzonderlijk gelezen kunnen worden. Algemene conclusies uit het ene deel worden dus nog eens herhaald in het andere. De bijlagen bij de monitor bevatten een uitgebreide onderzoeksverantwoording. Terminologie Onderdeel B van de monitor geeft een beeld van het etnisch ondernemerschap in Nederland. De terminologie die in dat deel wordt gehanteerd, sluit zoveel mogelijk aan bij de officiële definities van het CBS. Het CBS is immers de bron van de data die gebruikt zijn om het beeld van ondernemerschap te schetsen. De inleiding tot onderdeel B geeft een overzicht van de officiële definities en maakt duidelijk wanneer iemand precies als allochtoon beschouwd wordt binnen dit onderzoek. 9
10
11 2 Deel A: Vrouwelijk ondernemerschap Het eerste deel van de monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap betreft het vrouwelijk ondernemerschap. Het deel bestaat uit twee hoofdstukken. Hoofdstuk 3 beschrijft de persoonskenmerken van vrouwelijke ondernemers. Hoofdstuk 4 beschrijft de kenmerken en prestaties van de bedrijven van deze groep ondernemers. In alle tabellen waarin een onderscheid naar geslacht wordt gemaakt, worden cijfers voor zowel vrouwen als mannen gepresenteerd. Totaalcijfers zijn ook opgenomen in de tabellen, zodat zoveel mogelijk een vergelijking tussen de verschillende groepen kan worden gemaakt. De microdatabestanden van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die gebruikt zijn om inzicht te krijgen in de stand van zaken en de ontwikkeling van vrouwelijk ondernemerschap zijn niet recenter beschikbaar dan Dit is daarmee het meest recente jaar waarover deze monitor in de hoofdtekst uitspraken doet. Voor een kleine selectie aan statistieken is een prognose over 2012 gemaakt op basis van cijfers afkomstig van de Kamer van Koophandel, om de tijdigheid van deze cijfers te garanderen. Deze cijfers zijn opgenomen in Bijlage 3. In de bijlagen tot de rapportage is daarnaast een onderzoeksverantwoording opgenomen waarin de totstandkoming van de cijfers wordt besproken. 11
12
13 3 Persoonskenmerken Dit onderzoek naar vrouwelijk ondernemerschap belicht twee facetten: enerzijds de persoonskenmerken van vrouwelijke ondernemers en anderzijds de prestaties van hun ondernemingen. Dit eerste hoofdstuk richt zich op de karakteristieken van ondernemende vrouwen. De volgende indicatoren die een inzicht geven in de kenmerken van vrouwelijke ondernemers zijn verzameld: - aantal en aandeel - ondernemersquote - leeftijdsverdeling - opleidingsniveau - uitkeringsstarters 3.1 Aantallen en aandelen Nederland kent ruim 1,2 miljoen ondernemers. In 2011 is 32% van het vrouwelijk geslacht. In 2007 was dit aandeel 31%. Het absolute aantal ondernemers neemt toe over de geanalyseerde periode, het aandeel van vrouwelijk ondernemerschap blijft ongeveer gelijk. Uit de ondernemersquote blijkt dat zo n 7% van de vrouwelijke beroepsbevolking ondernemer is. Bij mannen is dit aandeel ruim tweemaal zo hoog. Van hen is 15% ondernemer in De gemiddelde leeftijd van ondernemers is sinds 2007 toegenomen: een steeds groter aandeel van de ondernemersbevolking is 45 jaar of ouder. Deze trend geldt zowel voor vrouwen als voor mannen. De ontwikkeling van het aantal ondernemers naar geslacht over de periode wordt gepresenteerd in tabel 3.1. Het totaal aan ondernemers is hierbij een optelling van personen met inkomsten uit de eigen bedrijfsvoering (zelfstandigen) en personen met inkomsten uit arbeid als directeur-grootaandeelhouder (DGA). Het aantal ondernemers is over de geanalyseerde periode consequent toegenomen. Dit geldt zowel voor mannelijk alsook voor het vrouwelijk ondernemerschap. In 2011 zijn er vrouwelijke ondernemers, in 2007 waren dit er Het aandeel vrouwen in het ondernemerstotaal blijft vrijwel gelijk en zweeft tussen de 31-32%. Hiervoor geldt dat de sterkste toename in hun aandeel plaatsvindt in de jaren De cijfers voor deze jaren zijn nog aan revisie onderhevig. tabel 3.1 aantallen en aandeel vrouwelijk ondernemerschap (x1.000), totaal mannen vrouwen ,7% 31,3% ,6% 31,4% ,8% 31,2% ,5% 31,5% 2011 * ,1% 31,9% 2012 ** ,8% 32,2% Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen; ** prognoses o.b.v. ontwikkelingen in Kamer van Koophandel data 1 Het aandeel vrouwen in 2007 wijkt af van dat gepresenteerd in de vorige monitor (32%). De toen gebruikte aantallen zelfstandigen waren op dat moment nog niet definitief. Zie de onderzoeksverantwoording. 13
14 De mate van ondernemerschap blijkt nauwkeuriger uit de ondernemersquote. Deze quote relateert het aantal ondernemers aan de totale potentiële beroepsbevolking, bestaande uit iedereen met een leeftijd tussen de 15 en 65. De quote geeft daarmee een indicatie van de relatieve omvang van het ondernemerschap. De ontwikkeling van de ondernemersquote wordt weergegeven in tabel 3.2. In 2012 zijn ruim 11 op de 100 personen in de beroepsbevolking ondernemer. Bij vrouwen zijn dit ruim 7 op de 100. Mannen kiezen twee keer vaker voor het ondernemerschap. Uit de tabel blijkt een toename van de ondernemersquote over de gehele periode. Ook hier geldt dat de sterkste toename plaatsvindt in de jaren De cijfers voor deze jaren zijn nog aan revisie onderhevig. tabel 3.2 ondernemersquote (%), totaal mannen vrouwen ,6 13,1 6, ,2 13,8 6, ,2 14,0 6, ,5 14,3 6, * 11,0 14,9 7, ** 11,5 15,5 7,4 Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen; ** prognoses o.b.v. ontwikkelingen in Kamer van Koophandel data De Nederlandse ondernemer is gemiddeld ouder geworden in de onderzochte periode. De verdelingen in tabel 3.3 maken dit duidelijk. De groep ondernemers boven de 45 is in de periode van 2007 tot 2011 in omvang toegenomen, de groep met jongere ondernemers is in aandeel afgenomen. Vooral de groep van ondernemers met een leeftijd tussen de 25 en 44 jaar is kleiner geworden: in het totaal van ondernemers is hun aandeel met ruim vier procentpunt afgenomen. Vrouwelijk ondernemerschap maakt dezelfde ontwikkelingen door. De tabel presenteert informatie over twee jaren. Het jaar 2007 is het meest recente jaar dat in de vorige editie van de monitor werd gepresenteerd. Het jaar 2012 is het meest recente jaar waarover de leeftijdsverdeling berekend is. 14
15 tabel 3.3 leeftijdsverdeling ondernemers naar geslacht (%), totaal mannen vrouwen 2007 tot en met totaal * tot en met totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen 3.2 Opleidingsniveau 38% van de vrouwelijke ondernemers in 2011 heeft een hogere opleiding (HBO of WO) afgerond. Dit is een kleine stijging ten opzichte van het jaar 2007, toen was dit aandeel 37%. Over het algemeen is er een trend waarneembaar waarbij ondernemers in afgelopen jaren hoger opgeleid zijn geworden. Bij mannelijke ondernemers is deze ontwikkeling geprononceerder. Bij hen is het aandeel hoger opgeleiden van 36% naar 39% gestegen. Wanneer vrouwelijke en mannelijke ondernemers worden verdeeld naar hun hoogst behaalde opleidingsniveau, blijkt dat in beide groepen in 2011 ongeveer 40% van de ondernemers een hogere opleiding (HBO of WO) heeft. Onder vrouwen is dit aandeel iets kleiner dan bij mannen: 38 versus 40%. In vier jaar tijd heeft zich een kentering op dit vlak voorgedaan. In 2007 was er een groter aandeel vrouwelijke dan mannelijke ondernemers met een hogere opleiding. De stijging van het hoogst behaalde opleidingsniveau onder mannelijke ondernemers heeft zich vooral voorgedaan in het aandeel ondernemers met een afgeronde HBO- of WO-bacheloropleiding. Het aandeel vrouwelijke ondernemers met een lagere opleiding is in de geanalyseerde periode iets toegenomen, terwijl er zich in het middelbare segment een krimp heeft voorgedaan. Bij mannelijke ondernemers zijn de aandelen in beide niveaus afgenomen en heeft de groei zich volledig gericht op het hoger onderwijs. 15
16 tabel 3.4 hoogst behaalde opleiding naar geslacht (%), opleiding totaal mannen vrouwen 2007 lager w.v. basisonderwijs w.v. VMBO, AVO onderbouw, MBO middelbaar w.v. MBO w.v. HAVO, VWO hoger w.v. HBO, WO bachelor w.v. WO master, doctor onbekend totaal * lager w.v. basisonderwijs w.v. VMBO, AVO onderbouw, MBO middelbaar w.v. MBO w.v. HAVO, VWO hoger w.v. HBO, WO bachelor w.v. WO master, doctor onbekend totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen 3.3 Uitkeringsstarters Het aantal uitkeringsstarters is in 2011 in aantal afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Deze ontwikkeling is hoofdzakelijk toe te wijzen aan een daling van het aantal starters vanuit een werkloosheidsuitkering. In 2011 zijn er ondernemers die vanuit een uitkering zijn gestart. Het aandeel vrouwelijke ondernemers in deze groep is iets afgenomen en ligt in 2011 in lijn met hun aandeel in het ondernemerstotaal. Een deel van de personen die ieder jaar als ondernemer beginnen, doet dit vanuit een uitkering 2. In tabel 3.5 wordt de ontwikkeling van deze uitkeringsstarters in de jaren 2010 en 2011 weergegeven voor drie typen uitkering: arbeidsongeschiktheid (o.a. WAO), werkloosheid (WW) en bijstand. 2 Uitkeringsstarters zijn gedefinieerd als personen die in jaar t als ondernemer geregistreerd staan, terwijl dit in jaar t-1 nog niet het geval was. Bovendien ontvingen zij in jaar t-1 nog een uitkering. Dit betekent dat de ondernemers in jaar t nog steeds een uitkering kunnen ontvangen. De definitie wijkt bovendien iets af van die gebruikt in de voorgaande monitor. Zie voor een verdergaande discussie Bijlage 1, uitkeringsstarters. De typen uitkeringen worden hier ook verder besproken. 16
17 In Bijlage 1 onder uitkeringsstarters wordt een verdere toelichting gegeven over de manier van meten van de uitkeringsstarters en de onderliggende typen uitkeringen. Het absolute aantal starters vanuit een uitkering is onder beide groepen afgenomen. In 2011 zijn er nog ruim uitkeringsstarters, waarvan vrouwelijk. Het aandeel van deze vrouwelijke uitkeringsstarters is vergelijkbaar over de drie soorten uitkeringen en ligt een fractie hoger dan het aandeel vrouwen in het totaal van de ondernemers (32%). Het aandeel vrouwelijke uitkeringsstarters is ten opzichte van 2010 iets afgenomen. tabel 3.5 startende ondernemers vanuit een uitkering naar geslacht, type uitkering totaal mannen vrouwen 2010 arbeidsongeschiktheidsuitkering % 41% WW % 33% bijstand % 36% totaal % 35% 2011 * arbeidsongeschiktheidsuitkering % 35% WW % 32% bijstand % 31% totaal % 33% Bron: Panteia, o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen De voornaamste groep uitkeringsstarters begint vanuit een werkloosheidsuitkering. Dit is het geval bij zowel vrouwen als mannen. Deze groep is fors in omvang toegenomen ten opzichte van de perioden besproken in de voorgaande monitor 4. Deze ontwikkeling loopt in gelijke tred met het totaal aantal verstrekte uitkeringen in deze jaren, waarbij zich ook een stijging tussen de jaren 2000 en 2010 voordoet en een lichte daling in Met de gebruikte jaarbestanden was het niet mogelijk de uitkeringsstarters voor 2007 in beeld te brengen. Zie Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010, het aantal was toen 1.800, maar op een andere manier gemeten. Zie CBS Statline, Sociale zekerheid: kerncijfers, uitkeringen naar uitkeringssoort. 17
18
19 4 Bedrijfsprestaties Het vorige hoofdstuk bracht de persoonlijke achtergronden van de groep vrouwelijke ondernemers en hun mannelijke tegenhangers in beeld. Het onderhavige hoofdstuk is er op geënt inzicht te verstrekken in de kenmerken en de prestaties van de bedrijven die door deze ondernemers geleid worden. De volgende indicatoren passeren de revue: - sectorverdeling - grootteklasseverdeling - verdeling naar omzetklassen - verdeling naar winstklassen - verdeling naar leeftijdsklassen 4.1 Sectorverdeling Vrouwelijke ondernemers zijn in alle sectoren van de Nederlandse economie actief. De belangrijkste bedrijfstakken voor deze groep ondernemers in 2011 zijn de zakelijke en overige dienstverlening (respectievelijk 21% en 17% is hier actief), samen met de zorg, het openbaar bestuur en onderwijs (17%) en handel en reparatie (18%). Het aandeel vrouwelijke ondernemers is het sterkst toegenomen in de zorg, openbaar bestuur en onderwijs, van 13% naar 17%. In 2007 was dit aandeel nog 13%. De sectoren overige dienstverlening en zorg, openbaar bestuur en onderwijs zijn voor vrouwen van relatief groter belang dan voor mannelijke ondernemers: hun relatieve aandeel is hier bijna drie keer zo groot. 17% van de vrouwelijke ondernemers is in 2011 actief in deze sectoren versus 6% van de mannen. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de sectoren waarin vrouwelijke ondernemers actief zijn. De verdeling wordt gepresenteerd voor twee jaren: 2007 en 2011, respectievelijk het meest recente jaar uit de vorige monitor en het meest recente jaar waarover nu uitspraken gedaan kunnen worden. Bijlage 2 tot deze rapportage bevat een overzicht van de onderliggende SBI-codes per sector, Bijlage 3 de cijfers over Uit de tabel blijkt dat de grootste groep vrouwelijke ondernemers een bedrijf heeft in de sector zakelijke dienstverlening. Ruim 21%, ofwel meer dan één op de vijf, van de vrouwelijke ondernemers is in die sector actief. Deze sector is erg breed en omvat diverse disciplines uiteenlopend van de advocatuur en architectuur tot verhuur, callcenters en speur- en ontwikkelingswerk. Andere prominente bedrijfstakken waarin vrouwelijke ondernemers opereren zijn de samenvoeging van zorg, openbaar bestuur en onderwijs (17% in 2011), overige dienstverlening (17%) en handel en reparatie (18%). Ook de overige dienstverlening is erg divers en bestaat onder meer uit de uitvoering van kunst, sport en verzorging. De aandelen van de sectoren zakelijke dienstverlening, en handel en reparatie wijken bij vrouwen nauwelijks af van de aandelen bij mannen en dus ook nauwelijks van het totaal. Dit zijn simpelweg voorname sectoren binnen de Nederlandse economie. De zorg, openbaar bestuur en onderwijs en overige dienstverlening laten zich echter zien als bedrijfstakken waarin een aanzienlijk groter aandeel van de vrouwelijke ondernemers actief is. Hun relatieve aandeel is in beide sectoren (bijna) drie keer zo groot. 19
20 Omgekeerd zijn er ook een aantal sectoren aan te wijzen waarin vrouwen relatief veel minder vaak actief zijn als ondernemer. Dit is voornamelijk in de bouwnijverheid en in een iets mindere mate ook het transport en de financiële instellingen. In de geanalyseerde periode is het aandeel vrouwelijke ondernemers vooral in de zorg, openbaar bestuur en onderwijs fors toegenomen, te weten met 4 procentpunt. Dit is deels in lijn met een algemene sectorontwikkeling, maar het relatieve aandeel vrouwelijke ondernemers in deze sector verandert harder dan dat van het totaal aan ondernemers. tabel 4.1 sectorverdeling ondernemers naar geslacht (%), totaal mannen vrouwen 2007 landbouw delfstoffenwinning, industrie, energie bouwnijverheid handel en reparatie horeca vervoer, opslag en communicatie financiële instellingen zakelijke dienstverlening zorg, openbaar bestuur, onderwijs overige dienstverlening totaal * landbouw delfstoffenwinning, industrie, energie bouwnijverheid handel en reparatie horeca vervoer, opslag en communicatie financiële instellingen zakelijke dienstverlening zorg, openbaar bestuur, onderwijs overige dienstverlening totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen 4.2 Grootteklasseverdeling Vrouwelijke ondernemers hebben vaker dan hun mannelijke tegenhangers personeel in dienst. Dit aandeel is in een periode van vier jaar tijd echter aanzienlijk afgenomen. In 2011 heeft 44% van de vrouwelijke ondernemers personeel in dienst, in 2007 was dit nog 51%. Onder mannelijke ondernemers heeft zich eenzelfde daling voorgedaan. 20
21 De bedrijven van vrouwelijke ondernemers kunnen naar grootteklasse gerangschikt worden op basis van het aantal werkzame personen dat actief is in het bedrijf. Als een werkzame persoon wordt iedereen geteld die in het bedrijf werkzaam is, ongeacht het aantal uren dat de persoon werkt en ook inclusief de ondernemer zelf. Tabel 4.2 geeft de verdeling van de bedrijven van vrouwelijke ondernemers over vijf grootteklassen. tabel 4.2 verdeling ondernemingen naar aantal werkzame personen en geslacht ondernemer (%), totaal mannen vrouwen t/m t/m t/m of meer totaal * t/m t/m t/m of meer totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen Het merendeel van de bedrijven van ondernemers in algemene zin is klein, met niet meer dan vier werkzame personen. Meer dan de helft van de vrouwelijke ondernemers is zzp er in 2011 en 88% heeft een bedrijf met minder dan vijf werkzame personen. Dit laatste percentage is sterk vergelijkbaar met het aandeel mannelijke ondernemers. Het belangrijkste verschil tussen vrouwelijke en mannelijke ondernemers wanneer het aankomt op bedrijfsgrootte zit dan ook in de verdeling van bedrijven met of zonder personeel 6. Een grotere groep vrouwelijke ondernemers heeft personeel in dienst: 44% versus 39% onder mannelijke ondernemers. De groep ondernemers zonder personeel (en dus met 1 werkzame persoon) is in vier jaar met 7 procentpunt aanzienlijk toegenomen van 52% in 2007 naar 59% in Een vergelijkbare ontwikkeling heeft zich zowel bij vrouwelijke als bij mannelijke ondernemers voorgedaan. 6 In de Bijlage onderzoeksverantwoording onder het kopje Ondernemingen naar grootteklasse op basis van werkzame personen wordt nader ingegaan op het aandeel zelfstandigen zonder personeel. 21
22 4.3 Omzet De omzetcijfers van ondernemingen van vrouwelijke ondernemers zijn sterker dan die van hun mannelijke tegenhangers vertegenwoordigd in de lagere omzetklassen. In 2011 had 63% van de bedrijven van vrouwelijke ondernemers een omzet lager dan tegenover 44% onder hun mannelijke evenknie. Mogelijk hangt deze omzetverdeling samen met de sectorconcentratie van de ondernemers. Voor beide groepen ondernemers geldt dat zich in de geanalyseerde periode een concentratie in de lagere klassen heeft voorgedaan: de gevolgen van de crisis voor ondernemers zijn duidelijk. Tabel 4.3 presenteert een verdeling van de bedrijven van vrouwelijke ondernemers over klassen gebaseerd op hun gerealiseerde omzet in de jaren 2007 en Uit de tabel blijkt dat het grootste deel van de ondernemingen in 2011 een omzet onder de heeft: ruim 70% van de bedrijven van de vrouwelijke ondernemers en 53% van de bedrijven gerund door mannelijke ondernemers valt in deze omzetcategorieën. tabel 4.3 verdeling ondernemingen naar omzetklassen en geslacht ondernemer (%), totaal mannen vrouwen 2007 tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro euro en meer totaal * tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro euro en meer totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen 22
23 Onder vrouwelijke ondernemers is de concentratie in lagere omzetklassen dus hoger: in iedere omzetklasse boven de zit een relatief aandeel mannelijke ondernemers dat groter is dan het relatieve aandeel vrouwelijke ondernemers. Over de tijd bekeken, vertonen vrouwen en mannen divergente ontwikkelingen. Onder vrouwelijke ondernemers is de groep in de lagere omzetklassen toegenomen (+11 procentpunt tot ), onder mannelijke ondernemers is deze groep iets afgenomen (-3 procentpunt). Dit resultaat is echter zeer gevoelig voor de keuze van peilmomenten. In de niet gerapporteerde tussenliggende jaren schommelt de omzeten winstverdeling sterk. Bij een keuze voor 2010 als meest recente jaar, is de ontwikkeling veel minder geprononceerd. 4.4 Bedrijfsresultaat 81% van alle ondernemers wist in 2011 een positief bedrijfsresultaat te realiseren. Dit aandeel is onder vrouwen even groot als onder mannen. Het relatieve aandeel van vrouwelijke ondernemers in de laagste positieve winstklasse is groter dan dat van mannelijke ondernemers. Voor beide groepen ondernemers geldt dat tussen 2007 en 2012 een concentratie in de lagere klassen heeft plaatsgevonden. Het winstbegrip is vaak aan een nog grotere volatiliteit onderhevig dan de omzet van bedrijven. Tabel 4.4 toont de verdeling van bedrijven van vrouwelijke ondernemers naar winstklassen gebaseerd op het resultaat voor belastingen. tabel 4.4 verdeling ondernemingen naar winstklassen en geslacht ondernemer (%), totaal mannen vrouwen 2007 verlies tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro euro en meer totaal * verlies tot euro tot euro tot euro tot euro tot euro euro en meer totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen 23
24 Ruim 74% van de vrouwelijke ondernemers behaalde in 2011 een winst tot Onder mannelijke ondernemers was dit aandeel 69%. Een groter verschil doet zich voor in de laagste (positieve) winstklasse. Van de vrouwelijke ondernemers behaalt 49% een winst niet hoger dan Dit aandeel ligt bijna 20 procentpunt lager bij de mannelijke ondernemers (30%). Het aandeel bedrijven van vrouwen dat verlies lijdt is in 2011 met 19% even groot als dat onder bedrijven van mannen. In 2007 was deze situatie nog heel anders en draaide een relatief groter deel van de ondernemingen in handen van vrouwen verlies. In dat jaar had 18% van de bedrijven in handen van vrouwelijke ondernemers een negatief resultaat, tegenover 12% bij de mannen. Een analyse van de (niet gerapporteerde) tussenliggende jaren leert dat gaandeweg een convergentie heeft plaatsgevonden. Over de geanalyseerde periode heeft zich een verschuiving voorgedaan en is de concentratie in de lagere winstklassen fors toegenomen. Ook voor deze winstcijfers geldt dat de gepresenteerde resultaten gevoelig zijn voor de gekozen peilmomenten, hoewel ook 2009 en 2010 een vergelijkbare tendens vertonen ten opzichte van Bedrijfsleeftijd In 2011 is meer dan de helft van de bedrijven geleid door vrouwen jonger dan 5 jaar oud. Daarmee zijn de bedrijven van vrouwelijke ondernemers gemiddeld jonger dan die van mannelijke ondernemers. Tabel 4.5 deelt bedrijven in naar drie leeftijdsklassen met grenzen op 1 en 5 jaar oud. Meer dan de helft van de ondernemingen van vrouwelijke ondernemers is jonger dan vijf jaar: in 2011 is dit 55% versus 48% bij mannelijke ondernemers. Bedrijven van vrouwelijke ondernemers zijn gemiddeld gezien dus jonger. tabel 4.5 verdeling ondernemingen naar leeftijdsklassen en geslacht ondernemer (%), totaal mannen vrouwen 2010 jonger dan 1 jaar t/m 5 jaar ouder dan 5 jaar totaal * jonger dan 1 jaar t/m 5 jaar ouder dan 5 jaar totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen 7 De bedrijfsleeftijd is niet verder terug dan 2010 in beeld gebracht, omwille van een verandering in het ABR in 2005, waarbij alle bedrijven die op dat moment al bestonden, opnieuw zijn ingeschreven en daarmee dus niet langer identificeerbaar als zijnde ouder dan vijf jaar. 24
25 In 2011 heeft zich ten opzichte van het voorgaande jaar een bescheiden verschuiving voorgedaan, waarbij het aandeel van de jongste bedrijven, niet ouder dan 1 jaar, iets groter is geworden, evenals het aandeel van de oudste bedrijven, ouder dan 5 jaar. Juist de tussenliggende groep is in relatieve omvang afgenomen, zodat geen sprake is van een duidelijke tendens naar jongere of juist oudere bedrijven. 25
26
27 5 Deel B: Etnisch ondernemerschap Het tweede deel van de monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap betreft het etnisch ondernemerschap. Door de tekst heen worden de termen etnisch en allochtoon afwisselend gebruikt. Deze laatste term sluit aan bij de definities van het CBS. Dit deel bestaat uit twee hoofdstukken. Hoofdstuk 6 beschrijft de persoonskenmerken van etnische ondernemers. Hoofdstuk 7 beschrijft de kenmerken en prestaties van de bedrijven van deze groep ondernemers. In alle tabellen waarin een onderscheid naar herkomst wordt gemaakt, worden cijfers voor zowel westerse en niet-westers allochtonen alsook voor de groep autochtonen gepresenteerd. Ook wordt een onderscheid naar generatie gemaakt bij de etnische ondernemers. Totaalcijfers zijn opgenomen in de tabellen, zodat zoveel mogelijk een vergelijking tussen de verschillende groepen kan worden gemaakt. De verdeling van etnische ondernemers naar een westerse en niet-westerse herkomst wordt consequent doorgevoerd in de hoofdtekst. De microdatabestanden van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die gebruikt zijn om inzicht te krijgen in de stand van zaken en de ontwikkeling van etnisch ondernemerschap zijn niet recenter beschikbaar dan Dit is daarmee het meest recente jaar waarover deze monitor in de hoofdtekst uitspraken doet. Voor een kleine selectie aan statistieken is een prognose over 2012 gemaakt op basis van cijfers afkomstig van de Kamer van Koophandel, om de tijdigheid van deze cijfers te garanderen. Deze cijfers zijn opgenomen in Bijlage 3. In de bijlagen tot de rapportage is daarnaast een onderzoeksverantwoording opgenomen waarin de totstandkoming van de cijfers wordt besproken. Gehanteerde definities De definities van etnische herkomst en generatie die gehanteerd worden in de monitor sluiten aan bij de definities die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) toepast. Etniciteit, herkomst en generatie worden als volgt gedefinieerd: - Een allochtoon is een persoon van wie ten minste één van de ouders in het buitenland geboren is. - Een westerse allochtoon is een allochtoon met als herkomstland een land in Europa (uitgezonderd Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan of Indonesië. - Een niet-westerse allochtoon is een allochtoon met als herkomstland een overig land, zijnde landen in Afrika, Zuid-Amerika en Azië (uitgezonderd Japan en Indonesië. - Een eerste generatie allochtoon is een persoon die zelf in het buitenland is geboren en ten minste één in het buitenland geboren ouder heeft. - Een tweede generatie allochtoon is een persoon die zelf in Nederland is geboren en ten minste één in het buitenland geboren ouder heeft. 27
28
29 6 Persoonskenmerken Dit onderzoek naar etnisch ondernemerschap belicht twee facetten: enerzijds de persoonskenmerken van etnische ondernemers en anderzijds de prestaties van hun ondernemingen. Dit eerste hoofdstuk richt zich op de karakteristieken van etnische ondernemers. De volgende indicatoren die een inzicht geven in de kenmerken van etnische ondernemers zijn verzameld: - aantal en aandeel - ondernemersquote - leeftijdsverdeling - opleidingsniveau - uitkeringsstarters 6.1 Aantallen en aandelen Nederland kent ruim 1,2 miljoen ondernemers. 16% van hen is etnisch. Het aantal ondernemers is toegenomen over de geanalyseerde periode, het aandeel etnisch ondernemerschap is met 2 procentpunt toegenomen. Uit de ondernemersquote blijkt dat ruim 8% van de allochtone beroepsbevolking ondernemer is in In 2007 was dit nog geen 7%. De ondernemersquote is bij westerse allochtonen hoger dan bij nietwesterse allochtonen. In 2011 was dit respectievelijk 11% en 6%. De gemiddelde leeftijd van ondernemers is toegenomen sinds 2007: een steeds groter aandeel van de ondernemersbevolking is 45 jaar of ouder. Deze trend geldt zowel voor de autochtone als voor de etnische ondernemer. Onder etnische ondernemers is dit aandeel van 45% naar 47% gegroeid. Bij autochtonen van 55% naar 60%. De ontwikkeling van het aantal ondernemers naar herkomst en generatie over de periode wordt gepresenteerd in tabel 6.1. Het totaal aan ondernemers is hierbij een optelling van personen met inkomsten uit de eigen bedrijfsvoering (zelfstandigen) en personen met inkomsten uit arbeid als directeurgrootaandeelhouder (DGA). Met de Kamer van Koophandeldata is geen onderscheid mogelijk tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers. Met de cijfers afkomstig van het CBS is dit wel mogelijk. Hierdoor zijn voor het onderscheid tussen generaties alleen gegevens voor bekend. Het aantal ondernemers is over de geanalyseerde periode toegenomen. In 2011 zijn er etnische ondernemers. Vier jaar eerder waren dit er Het aandeel etnische ondernemers is fors toegenomen van 14% tot 16%. De relatieve aandelen niet-westerse en eerste generatie etnische ondernemers zijn het sterkst toegenomen, van respectievelijk 5,5% en 8% in 2007 tot 7% en 9% in De aandelen niet-westerse en 1 e generatie etnische ondernemers maken in 2009 ten opzichte van het voorgaande jaar een relatief omvangrijke groei door. Met het oog op de ontwikkelingen in de omliggende jaren is dit waarschijnlijker een verandering in de meting van de onderliggende data dan een reële ontwikkeling. Bijlage 1, onder de kop Vergelijkbaarheid met Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010, geeft een verklaring. 29
30 tabel 6.1 aantallen en aandeel etnisch ondernemerschap (x1.000), w.v. westers w.v. niet-westers w.v. 1e w.v. 2e totaal autochtoon allochtoon allochtoon allochtoon generatie generatie ,0% 14,0% 8,4% 5,6% 7,9% 6,1% ,6% 14,4% 8,5% 5,9% 8,1% 6,3% ,4% 15,6% 8,9% 6,7% 9,1% 6,5% ,1% 15,8% 9,0% 6,8% 9,2% 6,6% 2011 * ,1% 15,9% 9,1% 6,8% 9,2% 6,7% 2012 ** ,9% 16,1% 9,2% 6,9% - - Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen; ** prognoses o.b.v. ontwikkelingen in Kamer van Koophandeldata De mate van ondernemerschap blijkt nauwkeuriger uit de ondernemersquote. Deze quote relateert het aantal ondernemers aan de totale potentiële beroepsbevolking, bestaande uit iedereen met een leeftijd tussen de 15 en 65. De quote geeft daarmee een indicatie van de relatieve omvang van het ondernemerschap. De ontwikkeling van de ondernemersquote wordt weergegeven in tabel 6.2. In 2011 is 11 op de 100 personen in de beroepsbevolking ondernemer. Onder de totale groep etnische ondernemers ligt dit aandeel lager. Onder westers allochtonen ligt dit aandeel echter slechts een fractie lager (10,5%) dan bij het totaal, onder nietwesters allochtonen is dit verschil groter. Van deze groep is bijna 7 op de 100 personen in de beroepsbevolking actief als ondernemer. Ook onder de eerste en tweede generatie allochtonen ligt de ondernemersquote met respectievelijk 8% en 9% lager dan voor de totale beroepsbevolking. Uit de tabel blijkt een kleine toename van de ondernemersquote over de jaren. Dit geldt voor zowel de autochtone (van 10% in 2007 naar 12% in 2011), als allochtone beroepsbevolking (van 7% naar 9%). tabel 6.2 ondernemersquote (%), w.v. westers w.v. niet-westers w.v. 1e w.v. 2e totaal autochtoon allochtoon allochtoon allochtoon generatie generatie ,4 10,4 6,7 8,8 4,9 6,2 7, ,2 10,9 7,2 9,3 5,4 6,6 7, ,2 10,9 7,6 9,6 6,0 7,2 8, ,5 11,2 8,0 10,0 6,3 7,5 8, * 11,0 11,8 8,2 10,5 6,4 7,8 8, ** 11,5 12,3 8,5 10,9 6,6 - - Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen; ** prognoses o.b.v. ontwikkelingen in Kamer van Koophandeldata De Nederlandse ondernemer is gemiddeld ouder geworden in de onderzochte periode. De verdelingen in tabel 6.3 maken dit duidelijk. De groep ondernemers ouder dan 45 is in de periode van 2007 tot 2011 in omvang toegenomen van 53% naar 57%. De groep met ondernemers jonger dan 45 is in aandeel afgenomen. Vooral de groep van ondernemers met een leeftijd tussen de 25 en 44 jaar is kleiner geworden: in het totaal van ondernemers is hun aandeel met ruim vier procentpunt afgenomen. 30
31 Etnisch ondernemerschap heeft een vergelijkbare ontwikkeling doorgemaakt. De groep boven de 45 maakte in % uit en in %. tabel 6.3 leeftijdsverdeling ondernemers naar herkomst en generatie (%), w.v. w.v. niet- westers westers w.v. 1e w.v. 2e totaal autochtoon allochtoon allochtoon allochtoon generatie generatie 2007 t/m totaal , * t/m totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen Onder niet-westerse allochtonen is de groep jonge ondernemers onder de 45 aanzienlijk groter dan bij westers allochtone en autochtone ondernemers. Deze groep maakt in % van de niet-westerse allochtonen uit versus respectievelijk 46% en 41% bij de twee andere ondernemersgroepen. 6.2 Opleidingsniveau 42% van de etnische ondernemers heeft in 2011 een hogere opleiding (HBO of WO) afgerond. Onder de westers allochtone ondernemers is dit percentage 48% en bij de niet-westers allochtone ondernemers 33%. Voor de westers allochtone ondernemers betekent dit een lichte daling ten opzichte van 2007 (50%), voor de niet-westers allochtone ondernemers een lichte stijging (31% in 2007). In tabel 6.4 zijn de ondernemers ingedeeld naar herkomst en generatie en hun hoogst afgeronde opleiding. De tabel laat zien dat 38% van de autochtone ondernemers in 2011 een hogere opleiding (HBO of WO) heeft. Onder etnische ondernemers is dit aandeel hoger: binnen deze groep rondde 42% een hogere opleiding af. Dit hogere aandeel komt met name door het gemiddeld hogere opleidingsniveau van de westers allochtone ondernemers: binnen deze groep rondde 48% een hogere opleiding af. 33% van de niet-westers allochtone ondernemers rondde een hogere opleiding af. Naar generatie bezien, zijn deze percentages respectievelijk 38% en 47% voor eerste en tweede generatie allochtone ondernemers. 31
32 tabel 6.4 hoogst behaalde opleiding naar herkomst en generatie (%), w.v. w.v. niet- westers westers w.v. 1e w.v. 2e opleiding totaal autochtoon allochtoon allochtoon allochtoon generatie generatie 2007 lager w.v. basisonderwijs w.v. VMBO, AVO onderbouw, MBO middelbaar w.v. MBO2-4 w.v. HAVO, VWO hoger w.v. HBO, WO bachelor w.v. WO master, doctor onbekend totaal * lager w.v. basisonderwijs w.v. VMBO, AVO onderbouw, MBO middelbaar w.v. MBO2-4 w.v. HAVO, VWO hoger w.v. HBO, WO bachelor w.v. WO master, doctor onbekend totaal Bron: Panteia o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen 6.3 Uitkeringsstarters Het aantal uitkeringsstarters is in 2011 met bijna personen in aantal afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Deze ontwikkeling is hoofdzakelijk toe te wijzen aan een daling van het aantal starters vanuit een werkloosheidsuitkering. In 2011 zijn er in totaal ondernemers die vanuit een uitkering zijn gestart. 28% van hen is in dat jaar etnisch en daarmee twee keer zo groot als hun aandeel in het ondernemerstotaal (14%). Het aandeel van de groepen etnische ondernemers onder de uitkeringsstarters is relatief constant over de tijd. 32
33 Een deel van de personen dat ieder jaar als ondernemer begint, doet dit vanuit een uitkering 8. In tabel 6.5 wordt de ontwikkeling van deze uitkeringsstarters in de jaren 2010 en 2011 weergegeven voor drie typen uitkering: arbeidsongeschiktheid (o.a. WAO), werkloosheid (WW) en bijstand. In Bijlage 1 onder uitkeringsstarters wordt een verdere toelichting gegeven over de manier van meten van de uitkeringsstarters en de onderliggende typen uitkeringen. Het absolute aantal starters vanuit een uitkering is onder alle groepen ondernemers afgenomen. In 2011 zijn er nog ruim uitkeringsstarters, waarvan (28%) allochtoon. Vooral niet-westers allochtone ondernemers vormen een relatief grote groep uitkeringsstarters (17% in 2011), wanneer dit aandeel vergeleken wordt met hun aandeel in het ondernemerstotaal (7%). Deze groep start dus relatief vaak vanuit een uitkering. tabel 6.5 startende ondernemers vanuit een uitkering naar herkomst en generatie, w.v. niet- w.v. westers westers w.v. 1e w.v. 2e type uitkering totaal autochtoon allochtoon allochtoon allochtoon generatie generatie 2010 arbeidsongeschiktheidsuitkering % 19% 9% 10% 11% 8% WW % 26% 12% 14% 15% 11% bijstand % 53% 15% 38% 42% 11% totaal % 29% 11% 18% 19% 10% 2011 * arbeidsongeschiktheidsuitkering % 16% 9% 7% 8% 8% WW % 25% 11% 14% 15% 10% bijstand % 52% 14% 38% 40% 12% totaal % 28% 11% 17% 18% 10% Bron: Panteia, o.b.v. CBS microdatabestanden * voorlopige cijfers aantal zelfstandigen De voornaamste groep uitkeringsstarters start vanuit een werkloosheidsuitkering. Dit is het geval bij zowel autochtonen als alle groepen allochtonen. Deze groep is fors in omvang toegenomen ten opzichte van de perioden besproken in de voorgaande monitor 10. Deze ontwikkeling loopt in gelijke tred met het totaal aantal verstrekte uitkeringen in deze jaren, waarbij zich ook een stijging tussen de jaren 2000 en 2010 voordoet en een lichte daling in Uitkeringsstarters zijn gedefinieerd als personen die in jaar t als ondernemer geregistreerd staan, terwijl dit in jaar t-1 nog niet het geval was. Bovendien ontvingen zij in jaar t-1 nog een uitkering. Dit betekent dat de ondernemers in jaar t nog steeds een uitkering kunnen ontvangen. De definitie wijkt bovendien iets af van die gebruikt in de voorgaande monitor. Zie voor een verdergaande discussie Bijlage 1, uitkeringsstarters. De typen uitkeringen worden hier ook verder besproken. Met de gebruikte jaarbestanden was het niet mogelijk de uitkeringsstarters voor 2007 in beeld te brengen. Zie Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010, het aantal was toen 1.800, maar op een andere manier gemeten. Zie CBS Statline, Sociale zekerheid: kerncijfers, uitkeringen naar uitkeringssoort. 33
MKB-index april 2017
MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en
Nadere informatiePersoneelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân
Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatiePersoneelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland
Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatiePersoneelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland
Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatiePersoneelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe
Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatiePersoneelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland
Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatiePersoneelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg
Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatiePersoneelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland
Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatiePersoneelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland
Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatieBedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek
Nadere informatieDe stand van Mediation in Nederland
De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.
Nadere informatieKengetallen ondernemerschap
Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische
Nadere informatieDe Watersector Exportindex (WEX)
De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid
Nadere informatieBNA Conjunctuurmeting
BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36
Nadere informatieDe Watersector Exportindex (WEX)
De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid
Nadere informatieBenchmark klanten Qredits
Benchmark klanten Qredits Lia Smit Zoetermeer, maart 2013 Rapportnummer: A201308 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl). Voor alle
Nadere informatieAanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting
Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens
Nadere informatieDe oudere starter in Nederland Quick Service
De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Heliomare
Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatieKostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016
Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016
Nadere informatieUitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies
Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieKunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid
Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat
Nadere informatieBijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus
Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1096-8 Rapportnummer : A201363 Dit onderzoek is gefinancierd
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT
Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieConjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015
Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering
Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik
Nadere informatieConjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels
Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatieBouwers en hun gemeente
Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van
Nadere informatieErgernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage
Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht
Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen
Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor
Nadere informatieBelasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse
Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd
Nadere informatieStemming onder ondernemers in het MKB
Stemming onder ondernemers in het MKB ISBN : 978-90-371-1130-9 Rapportnummer : A201424 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Fox AOB
Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever
Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl
Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Heliomare
Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport
Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.
Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv
Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners
Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of
Nadere informatieCliëntenaudit Bureau ABC
Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok
Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum
Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust
Nadere informatieBrancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten
Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36
Nadere informatieVan goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds
Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De
Nadere informatieZoetermeer, 28 februari 2018
Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Jobcoach Company
Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf
Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau
Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik
Nadere informatieEIM onderdeel van Panteia
EIM onderdeel van Panteia Monitor nieuw ondernemerschap 2006 Onderzoek voor Bedrijf & Beleid Monitor nieuw ondernemerschap 2006 Zoetermeer, 30 januari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV
Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van
Nadere informatieGebruik van datasets programmaonderzoek in 2012
Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012 S.P. Meppelink Zoetermeer, april 2013 Rapportnummer: R201302 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl).
Nadere informatieFinancieringsproblemen in de binnenvaart
Financieringsproblemen in de binnenvaart Drs. M.J. Overweel Drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, 26 maart 2014 ISBN : 978-90-371-1120-0 Rapportnummer : A201414 Dit onderzoek is gefinancierd door het
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling
Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.
Nadere informatieMannen geven veel vaker leiding dan vrouwen
nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel
Nadere informatieVBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom
VBO Woonindex Tweede 2008 drs. P. Rosenboom Zoetermeer, 10 juli 2008 In opdracht van VBO Makelaars. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus. Het gebruik van cijfers en/of teksten als
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen
Nadere informatieEffecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi
Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Dammis van 't Zelfde Zoetermeer, 16 september 2013 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als
Nadere informatieInnovatie in het MKB in Noord-Nederland
Innovatie in het MKB in C10978 Petra Gibcus en Yvonne Prince Zoetermeer, 16 juli 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of
Nadere informatieVergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk
M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt
Nadere informatieExportontwikkeling van het industriële MKB
Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als
Nadere informatieMKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven
MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven Lia Smit, Ro Braaksma, Pieter Fris Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1108-8 Rapportnummer : A201374
Nadere informatieBrancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten
Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12
Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen
Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.
Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.
Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv
Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Profunda Loopbaancoaching Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Profunda Loopbaancoaching De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering
Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.
Nadere informatieTopsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren
Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren 2012-2014 ISBN : 978-90-371-1135-4 Rapportnummer : A201430 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Bijstand naar Werk Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Bijstand naar Werk De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland
Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen
Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede
Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieFORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009
FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.
Tevredenheidsonderzoek 2015 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie
Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.
Tevredenheidsonderzoek 2014 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek FITh bv
Tevredenheidsonderzoek 2015 FITh bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van FITh bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie
Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Weustink&Partners BV
Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Weustink&Partners BV Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Weustink&Partners BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van
Nadere informatieLAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT
LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie
Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij
Nadere informatieLAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG
LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS
Nadere informatieExport- en Importindex MKB
Export- en Importindex MKB Ontwikkelingen 2008-2012 ISBN : 978-90-371-1139-2 Rapportnummer : A201434 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)
Tevredenheidsonderzoek 2014 Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Lest Best
Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Lest Best Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Lest Best De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV
Tevredenheidsonderzoek 2014 Solvid Ondernemen BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Solvid Ondernemen BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers
Nadere informatie12. Vaak een uitkering
12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof
Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, zondag 3 augustus 2014 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust
Nadere informatie