Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren"

Transcriptie

1 Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

2 ISBN : Rapportnummer : A Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap ( Panteia BV Panteia BV Bredewater 26 P.o. box CA Zoetermeer 2701 AA Zoetermeer The Netherlands S.T. Doove MSc en dr. Y.M. Prince Zoetermeer, december 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 5 1 Inleiding 7 2 Innovatie-inputs Investeringen in tijd en middelen Mate van arbeidsinzet Gebruik van fiscale innovatieregelingen 15 3 Innovatieproces Samenwerking Topsectorenbeleid Knelpunten bij vernieuwingsinspanningen Voortdurend vernieuwen als onderdeel van de bedrijfsstrategie Plannen aangaande ontwikkeling op schrift 32 4 Innovatie-outputs Introductie nieuwe producten of diensten Vernieuwing van het productieproces Aanpassing in de organisatie van bedrijfsprocessen 40 Bijlagen 43 Bijlage 1 Korte toelichting op het Topsectorenpanel 43 Bijlage 2 Vragenlijst 45 3

4

5 Samenvatting en conclusies In het najaar van 2012, het voorjaar van 2013 en 2014 heeft een meting onder bedrijven in het Nederlandse Topsectorenpanel plaatsgevonden waarin diverse indicatoren van innovativiteit zijn meegenomen. Het betreft indicatoren die zicht geven op de innovatie-inputs, het innovatieproces en de innovatie-outputs. De resultaten van de drie metingen maken het mogelijk om de stand van zaken in 2014 in kaart te brengen en voor een deel van de indicatoren de ontwikkeling te beschrijven. Innovatie-inputs In 2014 had 88% van de bedrijven in de topsectoren in de afgelopen 12 maanden tijd geïnvesteerd in vernieuwing; dit is een hoger percentage dan in 2012 en Van deze 88% had ruim de helft (54%) van de bedrijven naast tijd ook middelen geïnvesteerd. De Chemie investeerde relatief het vaakst tijd en middelen in vernieuwingen. In 2014 besteedde bijna een kwart van de bedrijven meer dan 25% van de arbeidsinzet aan vernieuwingsactiviteiten. In de Energie werd de meeste tijd aan vernieuwingsactiviteiten besteed. In 2013 had 10% van de bedrijven in de topsectoren gebruikgemaakt van een fiscale regeling gericht op bevordering van de innovatie in het Nederlandse bedrijfsleven. Dit is een toename ten opzichte van 2012 (8%). Het gebruik was het hoogste in de Chemie. Innovatieproces Tussen 2012 en 2014 is het percentage bedrijven dat samenwerkt bij vernieuwingsactiviteiten toegenomen van 34% tot 55%. Hierbij wordt het vaakst samengewerkt met toeleveranciers en collega-bedrijven. In de Energie sector werd in 2014 het vaakst samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten. De belangrijkste samenwerkingspartners bevonden zich in 2014 voornamelijk in de regio (46%) of in de rest van Nederland (41%). Ten opzichte van 2013 is het belang van buitenlandse samenwerkingspartners toegenomen en het belang van regionale partners afgenomen. De bekendheid van het topsectorenbeleid neemt toe. In 2012 was 21% van de topsectorbedrijven voor aanvang van dit onderzoek bekend met het beleid en in 2014 is dit gestegen tot 30% van de bedrijven. Van deze bedrijven was in % recent in aanraking gekomen met het topsectorenbeleid. In de Energie sector is de bekendheid en recente aanraking met het topsectorenbeleid het grootst. In 2014 heeft de helft van de innoverende bedrijven knelpunten ervaren tijdens hun vernieuwingsactiviteiten. Dit is een toename ten opzichte van De knelpunten liggen met name op het gebied van techniek of financiering. In 2014 had 28% van de topsectorbedrijven plannen aangaande de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten op schrift gesteld, in 2013 was dit bij 24% het geval. In de Chemie was dit het vaakst en in de Agro & Food het minst vaak het geval. 5

6 Innovatie-outputs In 2014 had 41% van de topsectorbedrijven in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten geïntroduceerd, in vergelijking tot 43% van de bedrijven in 2012 en 47% in In de Chemie introduceren de meeste bedrijven en in de Agro & Food de minste bedrijven nieuwe producten of diensten. In 2014 had 28% van de topsectorbedrijven in de afgelopen drie jaar het productieproces vernieuwd, dit was een afname ten opzichte van 2012 en In de Chemie hadden relatief de meeste bedrijven het productieproces vernieuwd. In 2014 had 31% van de topsectorbedrijven in de afgelopen drie jaar aanpassingen gedaan in de organisatie van bedrijfsprocessen. In 2012 was dit 37% en in % van de bedrijven. In de Chemie deed het hoogste percentage bedrijven aanpassingen in de organisatie van bedrijfsprocessen. Overall conclusies In 2014 waren bedrijven in met name de Chemie, maar ook in de Energie sector, in vergelijking tot bedrijven in andere topsectoren het meest innovatief. De sectoren Hightech systemen en materialen, Life sciences & health en Creatieve industrie behoren tot de middenmoot wat betreft innovativiteit. In vergelijking tot andere sectoren zijn de Agro & Food en Transport en Opslag het minst innovatief. Maar ook de Tuinbouw en uitgangsmaterialen en Water behoren tot de relatief minder innovatieve sectoren. Op vrijwel alle fronten geldt dat de mate van innovativiteit toeneemt met de grootteklasse. Qua innovatie-inputs is er een toename te zien onder bedrijven in de topsectoren. Alleen de mate waarin naast tijd ook middelen werden geïnvesteerd nam af tussen 2012 en Ook het innovatieproces lijkt over het algemeen verbeterd tussen 2012 en Zo werken topsectorbedrijven vaker samen bij vernieuwingsactiviteiten, is de bekendheid van het topsectorenbeleid toegenomen en zijn vernieuwingsplannen vaker op schrift gesteld. Daarentegen is er wel een toename te zien in het percentage bedrijven dat knelpunten ondervindt. Tussen 2012 en 2014 is wat betreft innovatie-outputs een afname te zien onder de topsectorbedrijven. 6

7 1 Inleiding Eerste meting van de innovativiteit topsectoren vond plaats in najaar 2012 In het najaar van 2012 is de innovativiteit van de topsectoren in kaart gebracht aan de hand van diverse indicatoren die zicht geven op de verschillende aspecten van innovativiteit: de innovatie-inputs, het innovatieproces en de innovatie-outputs. De onderliggende gegevens zijn op bedrijfsniveau verzameld onder bedrijven met 1 of meer werkzame personen in de negen topsectoren. Daartoe heeft een telefonische meting onder het Nederlandse Topsectorenpanel plaatsgevonden. 1 Deze meting duiden we in de voor u liggende rapportage kortweg aan met meting Het betreft onder andere de volgende gegevens: Innovatie-inputs: investeringen qua tijd en middelen in de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of de verbetering van het productieproces, en het gebruik van fiscale innovatieregelingen. Innovatieproces: samenwerking bij de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of de verbetering van het productieproces, bekendheid met het topsectorenbeleid. Innovatie-outputs: introductie van nieuwe producten/diensten, vernieuwing van het productieproces, en aanpassingen in de organisatie van de bedrijfsprocessen. De inzichten zijn in april 2013 gepubliceerd. 2 Tweede meting in voorjaar 2013: zicht op eerste ontwikkelingen De meting in het najaar 2012 heeft plaatsgevonden als een zogenoemde nulmeting met de intentie om later de ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren te kunnen volgen. In het voorjaar 2013 heeft daartoe een volgende meting onder het Topsectorenpanel plaatsgevonden, de zogenoemde éénmeting. Daarnaast zijn in 2013 enkele aanvullende indicatoren van het innovatieproces in kaart gebracht: nieuwe samenwerking door de topsectorenaanpak, ervaren knelpunten bij vernieuwing, voortdurend vernieuwen als onderdeel van de bedrijfsstrategie, en het op schrift stellen van ontwikkelingsplannen. De eerste inzichten in de ontwikkelingen betreffende de innovativiteit van de topsectoren en de resultaten van de aanvullende indicatoren zijn in februari 2014 gepubliceerd. 3 Deze tweede meting duiden we in deze rapportage kortweg aan met meting Derde meting in voorjaar 2014: laatste meting Om de ontwikkelingen verder door de tijd te kunnen volgen en de stand van zaken in 2014 in kaart te kunnen brengen heeft in het voorjaar van 2014 een tweemeting plaatsgevonden. 4 Net als in 2013, zijn dezelfde vragen aan het Topsectorenpanel voorgelegd als in 2012, daarnaast zijn wederom de aanvullende vragen uit 2013 gesteld aan het panel. 5 Aan de hand van deze drie metingen worden in dit rapport de ontwikkelingen qua innovativiteit van de topsectoren in beeld gebracht in de periode najaar 2012 voorjaar Zie voor een uitgebreide beschrijving van het Topsectorenpanel: Ruud Hoevenagel (2013), Topsectorenpanel: methodologische verantwoording, Panteia, Zoetermeer. Y.M. Prince (2013), Topsectoren in beeld. De innovativiteit van de topsectoren in 2012, Panteia, Zoetermeer. S.T. Doove en Y.M. Prince (2014), Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar voorjaar 2013, Panteia, Zoetermeer. Zie Bijlage 1 voor een korte beschrijving van de opzet van het panel en het aantal bedrijven dat aan de meting in voorjaar 2014 heeft meegedaan. Zie Bijlage 2 voor de vragenlijst die in het voorjaar 2014 is gehanteerd. 7

8 De volgende hoofdstukken gaan achtereenvolgens in op de innovatie-inputs (hoofdstuk 2), het innovatieproces (hoofdstuk 3) en de innovatie-outputs (hoofdstuk 4). Voor de grootteklassen die in deze rapportage onderscheiden worden, gebruiken we de volgende traditionele benamingen en definities: kleinbedrijf: bedrijven met 1-9 werkzame personen; middenbedrijf: bedrijven met werkzame personen; grootbedrijf: bedrijven met 100 of meer werkzame personen. 8

9 2 Innovatie-inputs 2.1 Investeringen in tijd en middelen Vaker tijd geïnvesteerd, maar geen veranderingen in mate van investeringen qua geld In het voorjaar van 2014 gaf 88% van de bedrijven in de topsectoren aan in de afgelopen twaalf maanden tijd te hebben geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten of het verbeteren van het productieproces. Van deze 88% gaf ruim de helft (54%) van de bedrijven aan in de afgelopen twaalf maanden ook middelen te hebben geïnvesteerd in deze vernieuwingsactiviteiten (zie figuur 2.1 en figuur 2.2). figuur 2.1 Mate van investeringen in vernieuwingen qua tijd in de topsectoren, in de afgelopen 12 maanden, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en

10 Ten opzichte van 2012 en 2013 is er een forse toename te zien in de mate waarin bedrijven tijd investeren in vernieuwingen, respectievelijk 65% en 67% van de bedrijven hadden toen tijd geïnvesteerd. 6 Daarentegen, heeft er tussen 2013 en 2014 geen verandering plaatsgevonden in de mate waarin bedrijven naast tijd ook middelen investeerden. In 2012 werd nog wel iets vaker middelen geïnvesteerd in vernieuwingen (54% in 2013 en 2014 vs. 58% in 2012). figuur 2.2 Naast tijd ook middelen geïnvesteerd in vernieuwingen in de topsectoren, in de afgelopen 12 maanden, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 Chemie investeert relatief vaak tijd én middelen in vernieuwingen Figuur 2.1 en figuur 2.2 laten de verschillen tussen de topsectoren zien in de mate waarin tijd en middelen zijn geïnvesteerd. Enkele bevindingen voor 2014 zijn: - Bedrijven in de Creatieve industrie (96%), Energie (94%) en Chemie (93%) investeren meest frequent tijd in vernieuwingen. In de Chemie wordt daarnaast ook relatief het vaakst middelen geïnvesteerd in vernieuwingen (70%). 6 Ter indicatie: een toename van 2% voor het totaal van de topsectoren betreft bedrijven (gebaseerd op het totaal aantal bedrijven in de topsectoren in 2011, ontleend aan CBS (2012), Monitor topsectoren: methodebeschrijving en tabellenset, Den Haag/Heerlen). 10

11 - Ook bedrijven in Life sciences & health (64%) en Transport en opslag (63%) investeren relatief vaak naast tijd ook middelen in vernieuwingen. Daarentegen investeren bedrijven in de Transport en opslag in vergelijking tot andere topsectoren juist het minst vaak tijd in vernieuwingsactiviteiten (71%). - De sector Agro & Food besteedt (naast tijd) qua middelen relatief het minst vaak aan vernieuwingen (46%). Bedrijven in alle topsectoren besteden meer tijd aan vernieuwingen In alle afzonderlijke topsectoren is het relatieve aantal bedrijven dat tijd heeft geïnvesteerd in vernieuwingsactiviteiten toegenomen. De grootste toename is te zien in de Agro & Food (van 48% in 2012 tot 83% in 2014). De kleinste toename vond plaats onder bedrijven in de Chemie (van 90% in 2012 tot 93% in 2014), waar dit percentage al op een relatief hoog niveau lag. Het naast tijd ook middelen investeren in drie topsectoren toegenomen en in vijf topsectoren afgenomen Het daarnaast investeren van middelen in vernieuwingen, daarentegen, is in de meeste sectoren afgenomen tussen 2012 en In deze periode was alleen in de Agro & Food een toename te zien (van 44% in 2012 tot 46% in 2014). Maar in de overige sectoren gaven in 2014 naar verhouding minder bedrijven dan in 2012 aan naast tijd ook middelen te hebben geïnvesteerd. De grootste afname was te zien in de sectoren Energie (van 65% in 2012 en 63% in 2013 tot 47% in 2014) en Water (van 70% in 2012 en 66% in 2013 tot 56% in 2014). figuur 2.3 Mate van investeringen in vernieuwingen qua tijd en middelen in de topsectoren, naar grootteklasse, in de afgelopen 12 maanden, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 Toename in het investeren van tijd in vernieuwingsactiviteiten in het midden- en kleinbedrijf In 2012 en 2013 nam het percentage bedrijven in de topsectoren dat tijd investeerde in vernieuwingsactiviteiten duidelijk toe met grootteklasse. Dit was in 2014 nog steeds het geval, maar de verschillen tussen grootteklassen zijn afgenomen. Figuur 2.3 laat zien dat in het kleinbedrijf het relatieve aantal bedrijven dat tijd investeerde tussen 2013 en 2014 fors is gestegen (van 66% in 2013 tot 88% in 2014). 11

12 Ook in het middenbedrijf nam het percentage dat tijd investeerde toe (van 83% in 2013 tot 92% in 2014), terwijl in het grootbedrijf dit percentage iets afnam (van 96% in 2013 tot 95% in 2014). Mate van vernieuwingsinvesteringen neemt toe met grootteklasse In 2014, nam, net als in 2012 en 2013, het percentage bedrijven dat naast tijd ook middelen investeerde toe met de grootteklasse. De percentages verschilden in 2014 niet erg met die van voorgaande jaren. Desalniettemin, was er ten opzichte van 2012 in alle grootteklassen een afname van het relatieve aantal bedrijven dat ook middelen in vernieuwing investeerde te zien. 2.2 Mate van arbeidsinzet Bijna een kwart van de bedrijven besteedde meer dan 25% van de arbeidsinzet aan vernieuwing in 2014 Bedrijven in de topsectoren die tijd hebben geïnvesteerd in het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten of het aanpassen van het productieproces, hebben een schatting gegeven van de hoeveelheid tijd die daarmee gemoeid is. In figuur 2.4 is te zien dat een derde van de bedrijven (32% in 2014) 10 tot 25% van de tijd besteden aan vernieuwingsactiviteiten. Een kwart (25% in 2014) van de bedrijven heeft 5 tot 10% van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingen. Bijna twee op de tien bedrijven (18% in 2014) zette minder dan 5% van de arbeidsinzet in op vernieuwingsactiviteiten. Eén op de tien bedrijven (10% in 2014) schatte 25 tot 50% van hun tijd te besteden aan vernieuwing van producten, diensten of het productieproces. De overige bedrijven (13% in 2014) zette meer dan de helft van de arbeidsinzet in op vernieuwingen. Tussen 2012 en 2014 zijn in de meeste tijdscategorieën geen grote veranderingen opgetreden. figuur 2.4 Geschat % van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten in de topsectoren, door bedrijven die in de afgelopen 12 maanden tijd in vernieuwing hebben geïnvesteerd, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en

13 De sector Energie besteedde in 2014 de meeste tijd aan vernieuwingsactiviteiten In tabel 2.1 zijn de geschatte percentages voor de verschillende topsectoren weergegeven. Over het algemeen werd in 2014 de minste tijd besteed aan vernieuwingsactiviteiten in de sectoren Tuinbouw en uitgangsmaterialen en Agro & Food. In deze sectoren werd relatief vaak minder dan 10% van de arbeidsinzet en nauwelijks meer dan 50% van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwing. In de Energie sector werd in 2014 verreweg het grootste deel van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten. In deze sector werd relatief vaak meer dan 50% van de arbeidsinzet ingezet op vernieuwingsactiviteiten tegenover relatief weinig bedrijven die minder dan 10% van de arbeidsinzet hierop inzetten. Ook in de Hightech systemen en materialen en de Creatieve industrie werd relatief vaak meer dan 50% van de tijd besteed aan activiteiten betreffende vernieuwing. tabel 2.1 Geschat % van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten in de topsectoren, door bedrijven die in de afgelopen 12 maanden tijd in vernieuwingen hebben geïnvesteerd, gemeten in voorjaar 2014 Topsector < 5% 5-<10% 10-<25% 25-<50% 50% of meer weet niet/wil niet zeggen Agro & Food Chemie Creatieve industrie Energie Hightech systemen en materialen Life sciences & health Transport en opslag Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Totaal Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2014 Procentuele arbeidsinzet voor vernieuwingen neemt af met grootteklasse In figuur 2.5 zijn de verschillen tussen de grootteklassen in het voorjaar van 2014 weergegeven. In het kleinbedrijf werd relatief vaker 25 tot 50% en meer dan 50% van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten, terwijl relatief minder vaak minder dan 5% van de arbeidsinzet werd besteed. Daarentegen werd in het middenbedrijf, maar met name in grootbedrijf juist relatief vaak niet meer dan 5% van de tijd en relatief weinig meer dan 50% van de tijd besteed aan vernieuwing. De omvang van de arbeidsinzet moet natuurlijk wel gezien worden in verhouding tot de relatieve bedrijfsomvang in de verschillende grootteklassen. 13

14 figuur 2.5 Geschat % van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten in de topsectoren, door bedrijven die in de afgelopen 12 maanden tijd in vernieuwing hebben geïnvesteerd, naar grootteklasse, gemeten in voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2014 Grote verschillen tussen grootteklassen in verschuiving van de arbeidsinzet Ook in 2012 nam de relatieve arbeidsinzet voor vernieuwingen af met grootteklasse. Toch, zijn er tussen 2012 en 2014 veranderingen opgetreden. 7 In figuur 2.6 is de verandering in procentpunten tussen najaar 2012 en voorjaar 2014 weergegeven. De opvallendste veranderingen in deze periode zijn: - In het kleinbedrijf hebben in procentpunten minder bedrijven minder dan 5% van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingen dan in In met name het middenbedrijf, maar ook in het grootbedrijf hebben juist relatief meer bedrijven minder dan 5% van de arbeidsinzet hierop ingezet (respectievelijk 10 en 2 procentpunt meer bedrijven). - In het middenbedrijf heeft 4 procentpunt minder bedrijven 10 tot 25% en 5 procentpunt minder bedrijven 25 tot 50% van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingen. - In het grootbedrijf zijn 8 procentpunt meer bedrijven in 2014 dan in tot 10% en 5 procentpunt minder bedrijven 10 tot 25% van de arbeidsinzet gaan besteden aan vernieuwingen. 7 Hierbij dient opgemerkt te worden dat er 1% verschil kan zitten tussen de hier gepresenteerde mutaties die berekend zijn op basis van niveaucijfers zonder afronding, en de vergelijking van de gepresenteerde niveaugegevens in dit rapport over 2014 en de rapportage over 2012, waarin deze niveaugegevens wel afgerond zijn. Dat geldt voor alle mutaties die in dit rapport opgenomen zijn. 14

15 figuur 2.6 Verandering in procentpunten van geschat % van de arbeidsinzet besteed aan vernieuwingsactiviteiten in de topsectoren, door bedrijven die in de afgelopen 12 maanden tijd in vernieuwingsactiviteiten hebben geïnvesteerd, naar grootteklasse, gemeten in najaar 2012 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012 en Gebruik van fiscale innovatieregelingen In 2013 iets meer gebruik gemaakt van fiscale innovatieregelingen dan in 2012 In het voorjaar van 2014 gaf 10% van de bedrijven in de topsectoren aan in 2013 gebruik te hebben gemaakt van fiscale regelingen, zoals de WBSO, de RDA of de Innovatiebox, die bedoeld zijn om de innovatie van het Nederlandse bedrijfsleven te stimuleren. In het voorjaar 2013 lag dit percentage iets lager, toen gaf 8% van de bedrijven aan in 2012 gebruik te hebben gemaakt van dit soort fiscale regelingen. In het voorjaar 2014 dacht 13% van de bedrijven in de topsectoren in 2014 gebruik te gaan maken van dergelijke fiscale innovatieregelingen. Zie figuur 2.7. Veel gebruik van fiscale innovatieregelingen in de Chemie In de Chemie werd zowel in 2012 als in 2013 verreweg het meeste gebruikgemaakt van fiscale innovatieregelingen (respectievelijk 36% en 40% van de bedrijven). In 2014 denkt wederom vier op de tien bedrijven (40%) in deze sector gebruik te gaan maken van dit soort regelingen. Ondanks een kleine toename tussen 2012 en 2013, werd in de Creatieve industrie in beide jaren het minste gebruikgemaakt van fiscale innovatieregelingen (respectievelijk 2% en 4% van de bedrijven). In het voorjaar van 2014 verwachtte ruim het dubbele aantal bedrijven (9%) in 2014 gebruikt te gaan maken van dergelijke regelingen. Desondanks ligt ook het verwachte gebruik in de Creatieve industrie het laagst. Zie figuur 2.7. Het gebruik van fiscale innovatieregelingen is in 2013 in de Energie afgenomen ten opzichte van 2012 (van 17% in 2012 tot 15% in 2013). De verwachtingen voor 2014 liggen een stuk hoger. In de Agro & Food en Water sector is het gebruik in 2012 en 2013 gelijk gebleven (respectievelijk 8% en 11%). In de overige topsectoren is het gebruik van fiscale innovatieregelingen toegenomen. 15

16 figuur 2.7 Mate van (verwacht) gebruik fiscale innovatieregelingen, zoals WBSO, RDA en de Innovatiebox in de topsectoren, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en 2014 Gebruik van fiscale innovatieregelingen neemt duidelijk toe met grootteklasse Figuur 2.8 laat de verschillen in (verwacht) gebruik van de fiscale innovatieregelingen tussen grootteklassen zien. Het daadwerkelijke en het verwachte gebruik neemt duidelijk toe met de grootteklasse. In 2013 heeft 8% van de kleinbedrijven en 34% van het middenbedrijf in de topsectoren gebruikgemaakt van dit soort regelingen. In het grootbedrijf maakte ruim de helft van de bedrijven in 2012 en 2013 gebruik van fiscale innovatieregelingen. In het kleinbedrijf is het gebruik tussen 2012 en 2013 iets toegenomen, terwijl in het midden- en grootbedrijf het gebruik gelijk is gebleven. 16

17 figuur 2.8 Mate van (verwacht) gebruik fiscale innovatieregelingen, zoals WBSO, RDA en de Innovatiebox in de topsectoren, naar grootteklasse, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en

18 3 Innovatieproces 3.1 Samenwerking Mate van samenwerking Samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten toegenomen In figuur 3.1 is de mate waarin bedrijven in de (verschillende) topsectoren samenwerkten bij hun vernieuwingsactiviteiten in de afgelopen twaalf maanden weergegeven. De percentages betreffen de bedrijven die in de afgelopen 12 maanden tijd hebben geïnvesteerd in het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten of het verbeteren van het productieproces. figuur 3.1 Mate van samenwerking in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die de afgelopen 12 maanden verricht zijn, percentage van de bedrijven die tijd hebben geïnvesteerd in dergelijke activiteiten, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 Het relatieve aantal bedrijven dat samenwerkt bij vernieuwingsactiviteiten is in de afgelopen drie jaar fors toegenomen. In 2012 gaf een derde van de bedrijven (34%) aan bij hun vernieuwingsactiviteiten in de afgelopen twaalf maanden samen te hebben gewerkt met andere bedrijven. In 2013 steeg dit tot bijna de helft van de bedrijven (48%) en in 2014 had ruim de helft van de bedrijven (55%) hierbij samengewerkt. 18

19 Meeste samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten in de Energie Net als in de voorgaande jaren, gingen in 2014 in de Energie sector de meeste bedrijven samenwerkingen aan bij het vernieuwen van diensten, producten of het productieproces. In de afgelopen drie jaar werkten in de Water sector relatief de minste bedrijven samen bij hun vernieuwingsactiviteiten. In alle topsectoren hadden relatief meer bedrijven in het voorjaar van 2014 samengewerkt bij hun vernieuwingen dan in het najaar van 2012 het geval was. Het percentage samenwerkende bedrijven in de Tuinbouw en uitgangsmaterialen lag in 2013 echter hoger dan in 2014 (39% in 2012, 59% in 2013 en 49% in 2014). figuur 3.2 Mate van samenwerking in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die de afgelopen 12 maanden verricht zijn, percentage van de bedrijven die tijd hebben geïnvesteerd in dergelijke activiteiten, naar grootteklasse, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 Samenwerking bij vernieuwing neemt toe met grootteklasse De mate waarin bedrijven in de topsectoren samenwerken bij hun vernieuwingsactiviteiten neemt toe met de grootteklasse. In 2014 werkten in het kleinbedrijf ruim de helft van de bedrijven (54%) samen bij het realiseren van vernieuwingen, in het middenbedrijf lag dit aandeel nog net iets hoger (57%). Ruim twee derde van de grootbedrijven (69%) had hierbij samengewerkt in Ten opzichte van 2012 is in alle grootteklassen sprake van een stijging van het aantal samenwerkende bedrijven. In het middenbedrijf is tussen 2013 en 2014 wel een kleine daling te zien in het aantal bedrijven dat samenwerkte bij hun vernieuwingsactiviteiten. 19

20 3.1.2 Typen samenwerkingspartners Bij vernieuwingsactiviteiten word t het meeste samengewerkt met toeleveranciers en collega -bedrijven Bedrijven in de topsectoren werken bij hun vernieuwingsactiviteiten samen met verschillende partijen. Zie figuur 3.3. In 2014 werd bij vernieuwing het meeste samengewerkt met toeleveranciers (48%) en collega-bedrijven (47%). Dit was ook in 2013 het geval (respectievelijk 51% en 54% van de bedrijven). Met externe adviseurs werd relatief weinig samengewerkt (22% in 2014). Met vrijwel alle typen samenwerkingspartners werd in 2014 meer samengewerkt in vergelijking tot Echter, ten opzichte van 2013 werd in 2014 met de meeste partijen juist minder samengewerkt. Alleen de overige categorie laat een afwijkende ontwikkeling zien. figuur 3.3 Typen samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, percentages van de samenwerkende bedrijven, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 Grote variatie in mate van samenwerking met verschillende typen samenwerkingspartners bij vernieuwings activiteiten Tabel 3.1 laat voor 2014 de verschillen tussen de sectoren zien in de mate waarin werd samengewerkt met verschillende typen samenwerkingspartners bij vernieuwingsactiviteiten die in de laatste 12 maanden uitgevoerd zijn. Het betreft percentages van de bedrijven die in de afgelopen 12 maanden hebben samengewerkt bij de vernieuwing van producten, diensten of het productieproces. In de Chemie (49%) en Energie (48%) werd in vergelijking tot de andere topsectoren het meeste samengewerkt met klanten, terwijl in de Agro & Food juist het minste werd samengewerkt met klanten (25%). In de Life sciences & health (63%), de Agro & Food (60%) en Tuinbouw en uitgangsmaterialen (59%) werd vaker dan in andere sectoren samengewerkt met toeleveranciers, dit was het minst vaak het geval in de Creatieve industrie (39%). Kennisinstellingen waren het meest populair in de Life sciences & health (58%) en het minst populair in de Hightech systemen en materialen (28%). 20

21 In vergelijking tot de andere topsectoren werd in de Transport en opslag (54%) het vaakst en in de Creatieve industrie (16%) en Hightech systemen en materialen (16%) het minst vaak samengewerkt met externe adviseurs. Bedrijven in Hightech systemen en materialen werkten vaker dan in andere topsectoren samen met collega-bedrijven (52%), bedrijven in de Life sciences & health doen dit het minst vaak (24%). tabel 3.1 Typen samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, percentages van de samenwerkende bedrijven, per topsector, gemeten in voorjaar 2014 Topsector klanten toeleveranciers kennisinstellingen externe adviseurs collega-bedrijven Agro & Food Chemie Creatieve industrie Energie Hightech systemen en materialen Life sciences & health Transport en opslag Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2014 Toeleveranciers in alle grootteklasse n meest populaire samenwerkingspartner bij vernieuwing Op collega-bedrijven na, neemt de mate van samenwerking met alle typen samenwerkingspartners toe met de grootteklasse. Zie figuur Dit was ook in 2013 het geval. In 2014 had in alle grootteklassen het grootste aantal bedrijven bij vernieuwingsactiviteiten samengewerkt met toeleveranciers. In het kleinbedrijf werkte de helft van de bedrijven samen met toeleveranciers (49%), in het middenbedrijf gold dit voor bijna twee derde van de bedrijven (64%) en in het grootbedrijf voor ruim twee derde van de bedrijven (69%). In het kleinbedrijf werd daarnaast ook relatief vaak samengewerkt met collega-bedrijven (48%), terwijl dit in het midden- en grootbedrijf juist de minst populaire samenwerkingspartners waren in 2014 (respectievelijk 39% en 37%). In het kleinbedrijf werd juist relatief weinig samengewerkt met externe adviseurs (20%). 8 Het betreft hier percentages van de bedrijven die in de afgelopen 12 maanden hebben samengewerkt bij de ontwikkeling van nieuwe producten/diensten of verbetering van het productieproces. 21

22 figuur 3.4 Typen samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, percentages van de samenwerkende bedrijven, naar grootteklasse, gemeten in voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, Geografische locatie belangrijkste samenwerkingspartners Toename in belang van buitenlandse en afname in belang van regionale samenwerkingspartners ten opzichte van 2013 Net als in het voorjaar 2013, bevinden de belangrijkste samenwerkingspartners bij vernieuwingsactiviteiten zich in het voorjaar 2014 het vaakst in de regio. Zie figuur 3.5. Bijna de helft van de bedrijven (46%) in de topsectoren gaf aan dat de belangrijkste samenwerkingspartners uit de regio komen. Daarnaast bevonden bij vier op de tien bedrijven de belangrijkste samenwerkingspartners zich op nationaal niveau (41%). Bij slechts een klein deel van de bedrijven in de topsectoren bevinden de belangrijkste samenwerkingspartners zich op internationaal niveau (12%). Tussen 2012 en 2013 nam het aantal bedrijven met de belangrijkste samenwerkingspartners in de regio nog toe, waarna het tussen 2013 en 2014 weer af nam. Het tegenovergestelde gold voor het aantal bedrijven waarvan de belangrijkste samenwerkingspartners in het buitenland zitten. Ook nam tussen 2012 en 2013 het aantal bedrijven waarvan de belangrijkste samenwerkingspartners zich op nationaal niveau bevinden toe, maar tussen 2013 en 2014 bleef het relatieve aantal ongeveer gelijk. 22

23 figuur 3.5 Geografische locatie belangrijkste samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, percentages van de samenwerkende bedrijven, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 In vergelijking tot andere sectoren belang van buitenlandse samenwerkingspartners het grootst in Life sciences & health en Chemie Tabel 3.2 geeft per topsector weer waar de belangrijkste samenwerkingspartners bij vernieuwingsactiviteiten in het afgelopen jaar zich bevonden: op regionaal, nationaal of internationaal niveau. In de Creatieve industrie (58%) en de Tuinbouw en uitgangsmaterialen (51%) bevonden de belangrijkste samenwerkingspartners zich relatief vaak in de regio. In de sectoren Agro & Food (48%), Water (48%), Chemie (48%), Energie (47%) en Hightech systemen en materialen (46%) is het belang van nationale samenwerkingspartners relatief groot. In de Life sciences & health (36%) en de Chemie (32%) hadden de bedrijven relatief het vaakst de belangrijkste samenwerkingspartners in het buitenland. Maar ook in de sectoren Transport en opslag (26%), Water (25%) Energie (22%) en Hightech systemen en materialen (19%) was het belang van buitenlandse samenwerkingspartners relatief groot. tabel 3.2 Geografische locatie belangrijkste samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, percentages van de samenwerkende bedrijven, gemeten in voorjaar 2014 Topsector in de regio in Nederland in het buitenland wil niet zeggen/ weet niet Agro & Food Chemie Creatieve industrie Energie Hightech systemen en materialen Life sciences & health Transport en opslag Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Bron: Panteia, Topsectorenpanel,

24 Voor het kleinbedrijf samenwerking op regionaal en voor het midden - en grootbedrijf samenwerking op nationaal niveau het belangrijkst In het kleinbedrijf bevonden de belangrijkste samenwerkingspartners zich het vaakst op regionaal niveau. De helft van de kleinbedrijven in de topsectoren (49%) gaf in het voorjaar 2014 aan dat de belangrijkste samenwerkingspartners bij vernieuwingsactiviteiten zich in regio bevonden. Het aandeel bedrijven dat de belangrijkste samenwerkingspartners in de regio vond neemt af met grootteklasse. In het grootbedrijf gaf het grootste deel van de bedrijven, twee derde (65%), aan dat de belangrijkste samenwerkingspartners zich op nationaal niveau bevonden. Terwijl, zowel in het midden- als in het kleinbedrijf vier op de tien bedrijven (41%) aan gaf dat de belangrijkste samenwerkingspartners in Nederland zaten. In het midden- (29%) en grootbedrijf (27%) bevonden de belangrijkste samenwerkingspartners zich veel vaker dan in het kleinbedrijf in het buitenland (9%). In het grootbedrijf toename van het belang van nationale samenwerkingen Tussen 2012 en 2014 is er binnen de verschillende grootteklassen een verschuiving te zien in belang van regionale, nationale en internationale samenwerkingspartners. De meest opvallende verandering vond plaats in het grootbedrijf. Het percentage bedrijven met de belangrijkste samenwerkingspartners in de regio is afgenomen van 22% in 2012 tot 8% in Het percentage bedrijven waarvan de belangrijkste samenwerkingspartners zich op nationaal niveau bevinden is juist toegenomen van 49% in 2012 tot 65% in figuur 3.6 Geografische locatie belangrijkste samenwerkingspartners in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten die in de afgelopen 12 maanden verricht zijn, percentages van de samenwerkende bedrijven, naar grootteklasse, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en

25 3.2 Topsectorenbeleid Toename van bekendheid met topsectorenbeleid In het najaar 2012 en het voorjaar 2013 en 2014 is bedrijven gevraagd of zij, voor deelname aan dit onderzoek, bekend waren met het topsectorenbeleid. Tussen 2012 en 2014 is de bekendheid met het topsectorenbeleid van jaar op jaar steeds toegenomen. In 2012 was twee op de tien bedrijven (21%) bekend met het topsectorenbeleid, in 2013 was dit al toegenomen tot een kwart van de bedrijven (26%) en in 2014 was dit drie op de tien bedrijven (30%). figuur 3.7 Mate van bekendheid met topsectorenbeleid in de topsectoren, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 Grootste bekendheid met topsectorenbeleid in de Energie Dezelfde ontwikkeling is in bijna alle topsectoren terug te zien. Zie figuur 3.7. Alleen in de Transport en opslag en de Tuinbouw en uitgangsmaterialen is na een stijging tussen 2012 en 2013 de bekendheid weer afgenomen tussen 2013 en In de Energie waren in 2014 relatief verreweg de meeste bedrijven (73%) bekend met het topsectorenbeleid. Ook in de Chemie (48%) en de Life sciences & health (41%) gaven relatief veel bedrijven aan bekend te zijn met het topsectorenbeleid. In de Transport en opslag waren in verhouding de minste bedrijven bekend met het topsectorenbeleid (21%). 25

26 figuur 3.8 Mate van bekendheid met topsectorenbeleid in de topsectoren, naar grootteklasse, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 Bekendheid met het topsectorenbeleid neemt toe met grootteklasse Figuur 3.8 laat zien dat het relatieve aantal bedrijven dat voor aanvang van het onderzoek bekend was met het topsectorenbeleid toeneemt met de grootteklasse. In het kleinbedrijf was in 2014 ruim een kwart van de bedrijven (28%) bekend met het topsectorenbeleid, oplopend tot de helft van de middenbedrijven (50%) en ruim twee derde van de grootbedrijven (70%). In alle grootteklassen is de bekendheid met het topsectorenbeleid van jaar op jaar toegenomen tussen 2012 en Bijna vier op de tien bedrijven recent in aanraking gekomen met de topsectorenaanpak Van de bedrijven die voor het onderzoek al bekend waren met het topsectorenbeleid gaven in het voorjaar 2014 bijna vier op de tien (38%) aan in de afgelopen 12 maanden ook daadwerkelijk te maken hebben gehad met de topsectorenaanpak. Zie figuur 3.9. In de Energie is relatief het grootste aantal bedrijven (52%) daadwerkelijk in aanraking gekomen met de topsectorenaanpak. In vergelijking tot andere sectoren zijn bedrijven in de Agro & Food het minst vaak (35%) in aanraking gekomen met de topsectorenaanpak. Percentage bedrijven dat in aanraking komt met topsectorenaanpak neemt toe met grootteklasse De mate waarin bedrijven in de topsectoren in het voorjaar 2014 aangaven het afgelopen jaar in aanraking te zijn gekomen met de topsectorenaanpak neemt toe met de grootteklasse. Van de kleinbedrijven die al bekend waren met het topsectorenbeleid kwam 37% in aanraking met de topsectorenaanpak. Dit was voor 44% van de middenbedrijven en voor zelfs 66% van de grootbedrijven het geval. 26

27 figuur 3.9 Mate waarin bedrijven in de topsectoren in het afgelopen jaar in aanraking zijn gekomen met de topsectorenaanpak, onder bedrijven die het topsectorenbeleid kennen, gemeten in voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 figuur 3.10 Mate waarin bedrijven in de topsectoren door de topsectorenaanpak nieuwe samenwerkingsverbanden zijn aangegaan gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten, door de bedrijven die het topsectorenbeleid kennen, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en

28 Topsectorenaanpak leidde in de chemie tot de meeste nieuwe samenwerkingsverbanden Het effect van de topsectorenaanpak op het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten is iets afgenomen. Zie figuur In 2013 zei 10% van de bedrijven, die bekend waren met het topsectorenbeleid, samenwerkingen aan gegaan te zijn naar aanleiding van de topsectorenaanpak. In 2014 was dit afgenomen tot 7% van de bedrijven. In alle topsectoren, behalve de Chemie en Creatieve industrie, is sprake van een afname. In de Chemie (17%) kwam het, in verhouding tot de andere topsectoren, in 2014 het vaakst voor dat bedrijven nieuwe samenwerkingsverbanden aangingen als gevolg van de topsectorenaanpak. In de Agro & Food zijn in 2014 in verhouding de minste bedrijven (2%) nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan naar aanleiding van de topsectorenaanpak. Mate waarin bedrijven door de topsectorenaanpak nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan neemt toe met grootteklasse De mate waarin bedrijven in de topsectoren door de topsectorenaanpak nieuwe samenwerkingsverbanden zijn aangegaan gericht op innovatie neemt toe met de grootteklasse. In het kleinbedrijf was dit in 2014 voor 6% het geval, in het middenbedrijf voor 11% en in het grootbedrijf voor 12% van de bedrijven die bekend waren met het topsectorenbeleid. 3.3 Knelpunten bij vernieuwingsinspanningen Helft van de bedrijven ervoer knelpunten bij vernieuwingsactiviteiten Als bedrijven in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten hadden geïntroduceerd of het productieproces hadden vernieuwd, is hen gevraagd of zij bij deze vernieuwingsinspanningen knelpunten zijn tegengekomen. In het voorjaar 2014 gaf de helft (51%) van deze innoverende bedrijven aan knelpunten te zijn tegengekomen. In het voorjaar 2013 lag dit aandeel lager, toen gaven vier op de tien bedrijven (42%) aan knelpunten te zijn tegen gekomen. In figuur 3.11 is te zien dat bedrijven in de Energie zowel in 2013 als in 2014 het vaakst tegen problemen aan liepen (68% in 2013 en 72% in 2014). In de Agro & Food, de Transport en opslag en Tuinbouw en uitgangsmaterialen ervoeren in verhouding de minste bedrijven knelpunten bij activiteiten gericht op vernieuwing. In de topsectoren Transport en opslag en Water is het percentage bedrijven dat tegen knelpunten aanliep tijdens hun vernieuwingsactiviteiten afgenomen tussen 2013 en In de Tuinbouw en uitgangsmaterialen is dit percentage gelijk gebleven en in de overige topsectoren is een toename te zien van het aantal bedrijven dat knelpunten ervoer. Deze toename was vooral in de Chemie en Hightech systemen en materialen substantieel. 28

29 figuur 3.11 Mate waarin bedrijven in de topsectoren bij hun vernieuwingsinspanningen knelpunten tegenkomen, percentages van de bedrijven met vernieuwingsinspanningen, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en 2014 figuur 3.12 Mate waarin bedrijven in de topsectoren bij hun vernieuwingsinspanningen knelpunten tegenkomen, percentages van de bedrijven met vernieuwingsinspanningen, naar grootteklasse, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en

30 Grootbedrijf ervaart meer knelpunten bij vernieuwing dan midden - en kleinbedrijf Het relatieve aantal bedrijven dat knelpunten ervaart bij hun vernieuwingsactiviteiten neemt toe met grootteklasse. Zie figuur Ongeveer de helft van de kleinbedrijven (50%) en middenbedrijven (53%) gaf in het voorjaar 2014 aan knelpunten te hebben ervaren, terwijl twee derde van de grootbedrijven (68%) tegen problemen aanliep. In het klein- en grootbedrijf is het percentage bedrijven dat knelpunten ervoer gestegen ten opzichte van In het middenbedrijf is dit percentage afgenomen tussen 2013 en Met name knelpunten op het gebied van techniek en financiering Bedrijven is gevraagd naar het type knelpunten dat zij tegenkwamen bij het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten of bij het vernieuwen van het productieproces. Bedrijven konden aangeven of zij tegen problemen aanliepen betreffende financiering, technische zaken, wet- en regelgeving, marktintroductie of te weinig flexibiliteit bij externe partijen. Een derde van de bedrijven (33%) die bij hun vernieuwingsactiviteiten tegen knelpunten aanliepen gaf aan dat dit technische knelpunten betrof. Ook financiering werd door bijna een kwart (23%) van de bedrijven genoemd. 14% van de bedrijven met knelpunten had problemen met de marktintroductie en 13% liep tegen problemen met wet- en regelgeving op. Een klein deel van de bedrijven (6%) ervoer te weinig flexibiliteit bij externe partijen als knelpunt bij vernieuwing. Vier op de tien bedrijven die aangaven last te hebben van knelpunten noemde daarnaast nog andere problematiek. Het vaakst genoemd werd gebrek aan kennis en kunde van het personeel. Ook de acceptatie van veranderingen onder het personeel was een vaak genoemd knelpunt. Andere vaak genoemde knelpunten waren bedrijfsorganisatorische problemen, problemen met de implementatie, het niet kunnen vinden van een geschikte samenwerkingspartner, problemen met externe partijen, tijds- en werkdruk, problemen in de interne en externe communicatie en gebrek aan goede informatie en advies. 3.4 Voortdurend vernieuwen als onderdeel van de bedrijfsstrategie Meer dan de helft van de topsectorbedrijven zijn voortdurende vernieuwers Net als in 2013, is in 2014 voor meer dan de helft van de bedrijven in de topsectoren vernieuwen geen incidentele activiteit, maar maakt voortdurend vernieuwen onderdeel uit van hun bedrijfsstrategie (57% in 2013 en 60% in 2014). 9 Zie figuur Dit is in de Chemie en Energie het vaakst het geval. In deze sectoren was in 2014 bij respectievelijk 80% en 77% van de bedrijven voortdurend vernieuwen onderdeel van de bedrijfsstrategie. De Agro & Food heeft relatief het minste aantal voortdurende vernieuwers, dit is voor 47% van de bedrijven onderdeel van de bedrijfsstrategie. In de Agro & Food, de Creatieve industrie, de Energie en de Water sector is het percentage bedrijven waar voortdurend vernieuwen onderdeel van de bedrijfsstrategie is, ongeveer gelijk gebleven. In de Chemie, de Tuinbouw en uitgangsmaterialen, Transport en opslag en de Hightech systemen en materialen is een toename van dit aantal bedrijven te zien. In de Life sciences & health is daarentegen een afname van het relatieve aantal voortdurende vernieuwers te zien. 9 Het betreft hier percentages voor alle bedrijven in de topsectoren. 30

31 figuur 3.13 Voortdurend vernieuwen is onderdeel van de bedrijfsstrategie in de topsectoren, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en 2014 figuur 3.14 Voortdurend vernieuwen is onderdeel van de bedrijfsstrategie in de topsectoren, naar grootteklasse, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en

32 Per grootteklasse geen grote verandering in het aantal voortdurende vernieuwers In figuur 3.14 is te zien dat de mate waarin voortdurend vernieuwen onderdeel van de bedrijfsstrategie is, toeneemt met de grootteklasse. In het kleinbedrijf gaf in % van de topsectorbedrijven aan dat dit onderdeel is van hun bedrijfsstrategie, tegenover 82% van de middenbedrijven en maar liefst 91% in het grootbedrijf. Tussen 2013 en 2014 is in geen van de grootteklassen een grote verandering opgetreden in het aantal voortdurende vernieuwers. 3.5 Plannen aangaande ontwikkeling op schrift Percentage bedrijven dat plannen aangaande ontwikkeling op schrift heeft iets toegenomen In figuur 3.15 is weergegeven in welke mate bedrijven in de topsectoren plannen aangaande de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten op schrift gesteld hebben. In 2014 had 28% van de bedrijven hun plannen aangaande ontwikkelingen op schrift gezet tegenover 24% van de bedrijven in 2013 (een kleine toename dus). 10 In de Chemie (56%) en Energie (47%) gebeurde dit het vaakst. In de Agro & Food hadden de minste bedrijven hun plannen aangaande ontwikkelingen op schrift gezet (19%). Alleen in de Tuinbouw en uitgangsmaterialen en de Transport en opslag nam het percentage bedrijven dat de plannen op schrift had gezet iets af tussen 2013 en In de overige topsectoren was het percentage bedrijven dat dit deed toegenomen, met de grootste toename in de Chemie en Hightech systemen en materialen. Het percentage bedrijven dat vernieuwingsplannen op schrift heeft gesteld neemt duidelijk toe met groottekl asse Het percentage bedrijven dat plannen aangaande de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten op schrift gesteld heeft neemt duidelijk toe met de grootteklasse. Zie figuur In 2014, was dit voor 25% van de kleinbedrijven, 54% van de middenbedrijven en 76% van de grootbedrijven het geval. In het kleinbedrijf is het percentage bedrijven dat plannen op schrift had tussen 2013 en 2014 iets toegenomen. In het middenbedrijf en grootbedrijf nam dit percentage tijdens deze periode juist iets af. 10 Het betreft hier percentages voor alle bedrijven in de topsectoren. 32

33 figuur 3.15 Plannen aangaande de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten op schrift gesteld in de topsectoren, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en 2014 figuur 3.16 Plannen aangaande de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten op schrift gesteld in de topsectoren, naar grootteklasse, gemeten in voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2013 en

34

35 4 Innovatie-outputs 4.1 Introductie nieuwe producten of diensten Mate van introductie Bedrijven in de Chemie introduceren relatief het vaakst nieuwe producten of diensten In 2012 had 43% van de bedrijven in de topsectoren in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten geïntroduceerd, in 2013 was dit gestegen tot 47% van de bedrijven, waarna dit aandeel weer afnam tot 41% in Figuur 4.1 presenteert voor de verschillende topsectoren het percentage bedrijven dat nieuwe producten of diensten introduceerde in de afgelopen 3 jaar. figuur 4.1 Introductie nieuwe producten of diensten in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en

36 Net als in voorgaande jaren, heeft in 2014 in de Chemie het hoogste percentage bedrijven nieuwe producten of diensten geïntroduceerd (72%). Ook in de Hightech systemen en materialen (52%) en de Energie (50%) deed een relatief hoog percentage bedrijven dit. In de Transport en opslag en de Agro & Food introduceerde juist een relatief laag percentage berdrijven nieuwe producten of diensten (respectievelijk 21% en 22%). Vooral in de Water sector afname van het percentage topsectorbedrijven dat de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten introduceerde Alleen in de Chemie, de Hightech systemen en materialen en de Tuinbouw en uitgangsmaterialen is het relatieve aantal bedrijven dat nieuwe producten of diensten introduceerde iets toegenomen ten opzichte van In de overige sectoren daarentegen, is een afname te zien ten opzichte van Met name in de Water sector is het relatieve aantal bedrijven dat nieuwe producten of diensten introduceerde in de afgelopen 3 jaar aanzienlijk afgenomen in de periode In alle grootteklassen is de mate van introductie van nieuwe producten of diensten afgenomen De mate waarin in de verschillende grootteklassen in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten zijn geïntroduceerd door topsectorbedrijven is te zien in figuur 4.2. Het aantal bedrijven dat op het gebied van producten of diensten innovatief is geweest neemt toe met de grootteklasse. In 2014 had 39% van het kleinbedrijf in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten geïntroduceerd tegenover 66% van de middenbedrijven en 73% van de grootbedrijven. In alle grootteklassen is zowel ten opzichte van 2012 als ten opzichte van 2013 het percentage bedrijven dat nieuwe producten of diensten introduceerde afgenomen. figuur 4.2 Introductie nieuwe producten of diensten in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, naar grootteklasse, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en

37 4.1.2 Omzet uit nieuwe producten en diensten Een kwart van de topsectorbedrijven haalt meer dan 25% van de omzet uit nieuwe producten of diensten In figuur 4.3 wordt weergegeven welk deel van de omzet behaald wordt uit nieuwe producten of diensten die in de afgelopen drie jaar zijn geïntroduceerd. 11 In 2014, haalde het grootste deel van de bedrijven in de topsectoren (41%) minder dan 10% uit deze nieuwe producten of diensten. Bijna een derde van de bedrijven (30%) haalde hier tussen de 10 en 25% van hun omzet uit. 13% van de bedrijven gaf aan 25 tot 50% van de omzet uit nieuwe producten of diensten te halen die in de afgelopen drie jaar waren geïntroduceerd. Door 12% van de bedrijven in de topsectoren werd zelfs meer dan de helft van de omzet gehaald uit hun nieuwe producten of diensten. Tussen 2013 en 2014 geen grote verandering in deel van de omzet dat bedrijven halen uit nieuwe producten of diensten Tussen 2012 en 2013 nam het aandeel bedrijven dat minder dan 10% van de omzet haalde uit nieuw geïntroduceerde producten of diensten fors toe. Tussen 2013 en 2014 zijn er geen grote veranderingen opgetreden. Het aandeel bedrijven dat minder dan 10% van de omzet haalde uit nieuwe producten of diensten nam iets toe en het aandeel bedrijven dat meer dan de helft van de omzet haalde uit nieuwe producten of diensten nam iets af. figuur 4.3 Percentage van de omzet uit nieuwe producten of diensten die in de topsectoren in de afgelopen drie jaar gelanceerd zijn, percentages van de bedrijven die in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten hebben geïntroduceerd, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 In alle grootteklassen vaker minder dan 10% van de omzet uit nieuwe producten of diensten dan in 2012 In figuur 4.4 is de verandering tussen 2012 en 2014 in procentpunten in de omzet uit nieuwe producten of diensten weergegeven naar grootteklasse. In alle grootteklassen is het aandeel bedrijven dat minder dan 10% van de omzet haalde uit in de afgelopen drie jaar nieuw geïntroduceerde producten of diensten, toegenomen. Een toename van 16 procentpunten in het kleinbedrijf, 20 procentpunten in het middenbedrijf en 23 procentpunten in het grootbedrijf. 11 Het betreft hier gegevens van bedrijven die in de afgelopen drie jaar nieuwe producten of diensten hebben geïntroduceerd. 37

38 Daarnaast valt op dat het aandeel grootbedrijven dat 10 tot 25% van de omzet haalde uit nieuwe producten of diensten met 15 procentpunten is afgenomen tussen 2012 en figuur 4.4 Verandering in procentpunten van het percentage van de omzet uit nieuwe producten of diensten die in de topsectoren in de afgelopen drie jaar gelanceerd zijn, naar grootteklasse, gemeten in najaar 2012 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012 en Vernieuwing van het productieproces Afname in percentage bedrijven dat het productieproces vernieuwde In figuur 4.5 is het aandeel bedrijven in de verschillende topsectoren dat het productieproces vernieuwde te zien. Gemiddeld gaf in het voorjaar 2014, 28% aan het productieproces in de afgelopen drie jaar te hebben vernieuwd. Dit is een afname ten opzichte van 2012 en 2013 toen respectievelijk 35% en 37% van de bedrijven het productieproces hadden vernieuwd. Vaakst in de Chemie en minst vaak in de Transport en opslag vernieuwing van het productieproces In de Chemie (45%) en de Tuinbouw en uitgangsmaterialen (39%) gaven in het voorjaar 2014 de hoogste percentages bedrijven aan het productieproces te hebben vernieuwd. In de Transport en opslag was dit het minst vaak het geval, hier gaf 13% van de bedrijven aan het productieproces te hebben vernieuwd in de afgelopen drie jaar. De grootste afname over de afgelopen jaren is te zien in de Agro & Food, de Energie en de Water sector. In de Energie sector is het relatieve aantal bedrijven tussen 2013 en 2014 wel weer iets toegenomen. De enige sector waar het percentage bedrijven dat het productieproces vernieuwde toenam is de Tuinbouw en uitgangsmaterialen. 38

39 figuur 4.5 Vernieuwingen in het productieproces in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 figuur 4.6 Vernieuwingen in het productieproces in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, naar grootteklasse, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en

40 In alle grootteklassen afname van het percentage bedrijven dat het productieproces vernieuwd e in de afgelopen drie jaar Het percentage bedrijven dat aangaf in de afgelopen drie jaar het productieproces te hebben vernieuwd neemt toe met de grootteklasse, zie figuur 4.6. In 2014 had 27% van de kleinbedrijven, 49% van de middenbedrijven en 59% van de grootbedrijven het productieproces vernieuwd in de afgelopen drie jaar. In alle grootteklassen is dit aandeel afgenomen ten opzichte van 2012 en Aanpassing in de organisatie van bedrijfsprocessen Afname van het percentage bedrijven dat aanpassingen deed in de organisatie van bedrijfsprocessen Zoals in figuur 4.7 te zien is, had in 2014 bijna een derde van de bedrijven (31%) in de afgelopen drie jaar aanpassingen gedaan in de organisatie van bedrijfsprocessen. Dit waren relatief minder bedrijven dan in 2012 en 2013, toen respectievelijk 37% en 40% van de bedrijven aangaf aanpassingen te hebben gedaan in de organisatie van bedrijfsprocessen. In de Chemie relatief de meeste bedrijven die de organisatie van bedrijfsprocessen aanpaste In de Chemie werd in vergelijking tot andere topsectoren het vaakst aanpassingen gedaan aan de organisatie van bedrijfsprocessen. Meer dan de helft van de bedrijven (58%) in de Chemie gaf in 2014 aan in de afgelopen drie jaar aanpassingen te hebben doorgevoerd in de organisatie van bedrijfsprocessen. De Chemie is de enige topsector waarin het percentage bedrijven dat aanpassingen deed aan de organisatie van bedrijfsprocessen ten opzichte van zowel 2012 als 2013 iets toegenomen is. Ook in de Tuinbouw en uitgangsmaterialen is een kleine toename van het percentage bedrijven te zien ten opzichte van 2012, maar tussen 2013 en 2014 is het relatieve aantal bedrijven dat aanpassingen deed afgenomen. Door bedrijven in de Agro & Food werden in 2014 relatief het minst vaak aanpassingen gedaan in de organisatie van bedrijfsprocessen. In de Agro & Food is tevens ook de grootste afname te zien in het relatieve aantal bedrijven dat aanpassingen deed op dit gebied. In 2014 gaf 25% van de bedrijven in deze sector aan, de organisatie van bedrijfsprocessen te hebben veranderd in de afgelopen drie jaar. In 2013 was dit 38% van de bedrijven en in 2012 was dit nog 44% van de bedrijven. Ook in de Energie en de Life sciences & health is er een relatief grote afname ten opzichte van 2012 te zien. 40

41 figuur 4.7 Aanpassingen in de organisatie van bedrijfsprocessen in de topsectoren in de afgelopen drie jaar, gemeten in najaar 2012, voorjaar 2013 en voorjaar 2014 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, 2012, 2013 en 2014 Tussen 2014 en 2012 in alle grootteklassen een afname van het percentage bedrijven dat de organisatie van bedrijfsprocessen aanpaste Het relatieve aantal bedrijven dat aanpassingen deed aan de organisatie van bedrijfsprocessen neemt duidelijk toe met de grootteklasse. In 2014 had 28% van de kleinbedrijven, 72% van de middenbedrijven en 87% van de grootbedrijven in de afgelopen drie jaar aanpassingen gedaan in de organisatie van bedrijfsprocessen. Tussen 2013 en 2014 is het percentage kleinbedrijven dat aangaf de organisatie van bedrijfsprocessen te hebben vernieuwd afgenomen, terwijl dit percentage tussen 2012 en 2013 nog wat was toegenomen. In het middenbedrijf is het percentage bedrijven dat aanpassingen had gedaan op dit gebied tussen 2012 en 2014 van jaar op jaar afgenomen. In het grootbedrijf was tussen 2012 en 2013 een afname te zien, maar tussen 2013 en 2014 stagneerde het relatieve aantal bedrijven dat in de afgelopen drie jaar aanpassingen had gedaan aan de organisatie van bedrijfsprocessen. Per saldo, is in alle grootteklassen het percentage bedrijven dat de organisatie van bedrijfsprocessen aanpaste tussen 2012 en 2014 afgenomen. 41

Topsectoren in beeld Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013

Topsectoren in beeld Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013 Topsectoren in beeld Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013 S.T. Doove MSc en dr. Y.M. Prince Zoetermeer, januari 2014 Dit onderzoek is gefinancierd door het

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

Topsectoren in beeld. De innovativiteit van de topsectoren in 2012. dr. Y.M. Prince

Topsectoren in beeld. De innovativiteit van de topsectoren in 2012. dr. Y.M. Prince Topsectoren in beeld De innovativiteit van de topsectoren in 2012 dr. Y.M. Prince Zoetermeer, april 2013 ISBN: 978-90-371-1057-9 Rapportnummer: A201314 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1096-8 Rapportnummer : A201363 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren

Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren dr. Y.M. Prince Zoetermeer, februari 2014 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) ISBN 978-90-371-1112-5

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Financieringsproblemen in de binnenvaart

Financieringsproblemen in de binnenvaart Financieringsproblemen in de binnenvaart Drs. M.J. Overweel Drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, 26 maart 2014 ISBN : 978-90-371-1120-0 Rapportnummer : A201414 Dit onderzoek is gefinancierd door het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Stemming onder ondernemers in het MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB Stemming onder ondernemers in het MKB ISBN : 978-90-371-1130-9 Rapportnummer : A201424 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven Lia Smit, Ro Braaksma, Pieter Fris Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1108-8 Rapportnummer : A201374

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

De innovativiteit van het MKB in 2013

De innovativiteit van het MKB in 2013 De innovativiteit van het MKB in 2013 S.T. Doove MSc, dr. Y.M. Prince Zoetermeer, september 2013 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Benchmark klanten Qredits

Benchmark klanten Qredits Benchmark klanten Qredits Lia Smit Zoetermeer, maart 2013 Rapportnummer: A201308 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl). Voor alle

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen

Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen Bram van der Linden Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1107-1 Rapportnummer : A201373 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland Innovatie in het MKB in C10978 Petra Gibcus en Yvonne Prince Zoetermeer, 16 juli 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of

Nadere informatie

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Cliëntenaudit Stichting SEIN Cliëntenaudit Stichting SEIN Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Hoe goed ligt de gemeente bij het MKB?

Hoe goed ligt de gemeente bij het MKB? Hoe goed ligt de gemeente bij het MKB? drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, juni 2013 Rapportnummer : A201330 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren

Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren drs. P. Fris Zoetermeer, april 2014 ISBN : 978-90-371-1122-4 Rapportnummer : A201416 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Profunda Loopbaancoaching Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Profunda Loopbaancoaching De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012

Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012 Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012 S.P. Meppelink Zoetermeer, april 2013 Rapportnummer: R201302 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl).

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Stichting ActiefTalent Zoetermeer, donderdag 21 mei 2015 In opdracht van Stichting ActiefTalent De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten Evaluatie campagne Doe meer met Afval mening betrokken gemeenten Zoetermeer, 10 maart 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Succes2getherBV meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport In opdracht van Succes2getherBV Zoetermeer, maandag 20 mei 2019 De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Bijstand naar Werk Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Bijstand naar Werk De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Tevredenheidsonderzoek 2014 Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Gezamenlijke ID Stichting (GIDS) De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Global Entrepreneurship Monitor 2002 Global Entrepreneurship Monitor 2002 Niels Bosma Zoetermeer, 14 november 2002 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV Tevredenheidsonderzoek 2014 Solvid Ondernemen BV Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Solvid Ondernemen BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom VBO Woonindex Tweede 2008 drs. P. Rosenboom Zoetermeer, 10 juli 2008 In opdracht van VBO Makelaars. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Re-integratie Zeeland Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, zondag 3 augustus 2014 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie