De rol van consequentiebetrokkenheid bij de verwerking en het resultaat van fear appeal boodschappen in de obesitasvoorlichting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De rol van consequentiebetrokkenheid bij de verwerking en het resultaat van fear appeal boodschappen in de obesitasvoorlichting"

Transcriptie

1 De rol van consequentiebetrokkenheid bij de verwerking en het resultaat van fear appeal boodschappen in de obesitasvoorlichting Suzan Hertgers & Carel Jansen In dit onderzoek werd de invloed bestudeerd van het persoonskenmerk consequentiebetrokkenheid op de verwerking en het resultaat van fear appeal boodschappen over obesitas. In een experiment werd aan elk van 210 leerlingen van het voortgezet onderwijs één van in totaal vier versies voorgelegd van een ontwerp-poster over de gevaren van obesitas. Het bleek dat consequentiebetrokkenheid, geoperationaliseerd als het oordeel over het eigen gewicht, positief correleerde met de fear appeal verwerkingsvariabelen perceived susceptibility, perceived threat, fear arousal en perceived response efficacy. Ook werd een positief verband gevonden met de scores op de uitkomstvariabele danger control : consequentiebetrokkenheid bleek positief samen te hangen met de door de ontvanger ingeschatte kans dat het eigen eetgedrag door de gepresenteerde poster zou worden beïnvloed. Voorts was er een interactie-effect van fear arousal en consequentiebetrokkenheid. Met deze resultaten wordt de suggestie uit eerdere fear appeal literatuur tegengesproken dat persoonskenmerken weinig of geen invloed zouden hebben op de verwerking van fear appeal boodschappen. 1 Inleiding In Nederland is het aantal kinderen met overgewicht de laatste twintig jaar verdubbeld. Anno 2005 was één op de zeven kinderen te dik. 1 Behalve tot lichamelijke klachten, zoals hart- en vaatziekten, diabetes en gewrichtsklachten, kan overgewicht ook leiden tot sociaal-emotionele problemen. In deze context is SIRE in 2005 een campagne begonnen met als centrale boodschap Denk niet te licht over overgewicht - Zeg vaker nee. Deze boodschap werd overgebracht met een illustratie waarin een babyhoofdje met licht verwijtende blik in de ogen was gemonteerd op een enorm, volwassen lichaam. Zie Afbeelding 1. De bedoeling van SIRE met deze afbeelding was klaarblijkelijk met name ouders van jonge kinderen op een weliswaar evident niet realistische, maar wel degelijk confronterende wijze bang te maken voor de mogelijke gevolgen van obesitas, en zo te bereiken dat ouders die de verantwoordelijkheid voor dit aspect van de gezondheid van hun kinderen nog niet serieus genoeg nemen, daarin verandering gaan brengen. Daarmee koos SIRE voor het gebruik van wat in de gezondheidsvoorlichtingsliteratuur als fear appeal boodschappen wordt aangeduid: boodschappen waarmee getracht wordt een positieve gedragsverandering bij de doelgroep te bereiken 85

2 Hertgers & Jansen door ontvangers angst aan te jagen voor de onwenselijke gevolgen van continuering van hun bestaande gedrag. 2 Afbeelding 1. Afbeelding gebruikt in obesitas campagne van SIRE (2005) 2 Fear appeal onderzoek Het meest invloedrijke theoretische model van dit moment voor de werking van fear appeal boodschappen is het Extended Parallel Process Model (verder: EPPM), gepresenteerd in Witte (1998); zie Afbeelding 2. Afbeelding 2. Extended Parallel Process Model (Witte, 1998, p. 433) Volgens het EPPM verwerken ontvangers een fear appeal boodschap in twee fasen. Eerst beoordelen ze de ernst van de dreiging die in de boodschap wordt verwoord en/of verbeeld. Dat doen ze door een inschatting te maken van de ernst van die dreiging (perceived severity) en van de kans dat het gevaar dat dreigt hun zelf daadwerkelijk zal overkomen (perceived susceptibility). Als bij een ontvanger het gemiddelde van perceived severity en perceived susceptibility, de ingeschatte dreiging (perceived 86

3 threat), niet boven een bepaald niveau komt, en de dreiging door die ontvanger dus niet als serieus wordt ervaren, zal de fear appeal boodschap op die ontvanger geen effect hebben. Als daarentegen het gemiddelde niveau van perceived severity en perceived susceptibility wel hoog genoeg is, zal de ontvanger angst (fear) gaan ervaren. Deze (affectieve) reactie kan ertoe leiden dat de ontvanger de (cognitief verwerkte) dreiging als nog groter gaat percipiëren dan in eerste instantie al gebeurde, wat weer aanleiding geeft tot nog grotere (affectieve) angstgevoelens, enzovoort. Ontvangers die de dreiging in de fear appeal boodschap als serieus ervaren, zullen gemotiveerd zijn om over te gaan tot de tweede fase van de verwerking van de fear appeal boodschap. In deze fase wordt beoordeeld hoe effectief een aanbevolen maatregel is (perceived response efficacy) en in welke mate men in staat zal zijn die maatregel zelf uit te voeren (perceived self efficacy). Als de perceived efficacy, het gemiddelde van de perceived reponse efficacy en de perceived self efficacy, een hogere waarde bereikt dan de perceived threat, zullen de ontvangers een cognitieve reactie vertonen: ze gaan bedenken wat ze aan het dreigende gevaar kunnen doen (danger control mode). Bereikt de perceived efficacy echter niet de waarde van de perceived threat, dan zal een affectieve reactie volgen. De ontvangers proberen dan niet het gevaar te bestrijden, maar hun angst te bezweren door zich af te sluiten van de boodschap; ze steken als het ware hun kop in het zand (fear control mode). De relatie tussen perceived threat en perceived efficacy wordt in het EPPM als multiplicatief beschouwd. Te verwachten is dan ook een interactie-effect van deze variabelen op de uitkomst van de verwerking van een fear appeal boodschap (Witte, 1998, p. 430): bij een hoge gepercipieerde dreiging leidt een hoge gepercipieerde effectiviteit tot een grote kans op danger control, en leidt een lage gepercipieerde effectiviteit tot een grote kans op fear control. Bij een lage gepercipieerde dreiging zal zowel de kans op danger control als de kans op fear control klein zijn, ongeacht de perceptie van de effectiviteit van wat wordt geadviseerd. 2.1 Fear appeals en kenmerken van de ontvangers Individuele kenmerken van ontvangers kunnen volgens Witte (1998) niet rechtstreeks, maar wel op een indirecte manier de reacties op fear appeal boodschappen beïnvloeden. Het EPPM voorspelt dat individuele verschillen weliswaar geen directe invloed hebben op de uitkomst van een fear appeal boodschap, maar wel van invloed kunnen zijn via verschillen in de percepties van dreiging en effectiviteit. Een persoonskenmerk als angstigheid bijvoorbeeld kan ertoe leiden dat een ontvanger een dreiging al vlug als serieus zal ervaren, en een aanbevolen maatregel als moeilijk om uit te voeren. Als gevolg van de uitkomsten van de eerste en tweede fase van de verwerking van de fear appeal boodschap, zou een angstig aangelegde ontvanger daarom volgens het EPPM eerder in fear control mode kunnen komen dan iemand die minder angstig is aangelegd (Witte, 1998, pp ). Blijkens het overzichtsartikel van Witte en Allen (2000) echter geven de resultaten van empirische studies naar interactie-effecten van fear appeals en kenmerken van de ontvangers geen aanleiding om veel invloed te verwachten van individuele verschillen op EPPM-variabelen, noch waar het het persoonskenmerk angstigheid betreft, noch waar het om variabelen gaat als geslacht, leeftijd of etniciteit. In experimenten waarin dit type persoonsvariabelen effect bleek te hebben op de acceptatie van de persuasieve boodschap, stond dat effect vrijwel altijd los van de fear appeals die in die experimenten gebruikt werden. De auteurs concluderen: Overall the effect of 87

4 Hertgers & Jansen individual differences on persuasive outcomes in the context of fear appeals appears highly unique to the specific individual differences examined and rarely interacts with the level of fear appeal in its effects on outcomes (p. 602). Een van de weinige uitzonderingen die Witte en Allen (2000) noemen, betreft een onderzoek van Stout en Sego (1994). Daarbij maken Witte en Allen (2000) melding van een interactie-effect dat in Stout en Sego (1994) werd gevonden van de sterkte van een fear appeal en het persoonskenmerk need for cognition. Onder need for cognition wordt verstaan de tendency [..] to engage in and enjoy thinking (Cacioppo & Petty, 1982, p. 116). Op mogelijke interactie-effecten van dit stabiele persoonskenmerk en fear appeal boodschappen was ook het onderzoek gericht van Ruiter, Verplanken, De Cremer en Kok (2004). Zij verwachtten dat confrontatie met een fear appeal boodschap vaker zou leiden tot de typisch cognitieve danger control reactie bij ontvangers met een hoge need for cognition, die immers een voorkeur hebben voor cognitief georiënteerd probleem-oplossingsgedrag, dan bij ontvangers met een lage need for cognition. Tegelijk verwachtten Ruiter et al. (2004) geen verschil tussen ontvangers met een hoge en met een lage need for cognition voor zover het de typisch affectieve fear control reactie betreft. Aanleiding tot die laatste verwachting vormde voor Ruiter et al. (2004) het overzicht dat Cacioppo, Petty, Feinstein en Jarvis (1996) geven van onderzoek naar need for cognition. Cacioppo et al. (1996, pp ) komen tot de conclusie dat mensen die verschillen in need for cognition, niet verschillen in hun emotionele reacties op sociale stimuli: The research [..] suggests that need for cognition and emotionality are not related, at least in any simple fashion. De resultaten van het experiment van Ruiter et al. (2004), waarin jonge vrouwen met een hoge of lage need for cognition werden geconfronteerd met een meer of minder krachtige fear appeal boodschap over borstkanker, bevestigden de verwachtingen van de onderzoekers. Het bleek dat bij een hoge mate van perceived threat, een hoge need for cognition de kans op danger control vergrootte, en dat er tegelijk geen invloed was van de hoogte van de need for cognition op de kans op fear control. Ruiter et al. (2004) concluderen dat hun bevindingen de suggestie uit Witte en Allen (2000) tegenspreken dat persoonskenmerken maar weinig invloed zouden hebben op de manier waarop fear appeal boodschappen worden verwerkt. Ruiter et al. (2004) pleiten dan ook voor meer onderzoek naar interactie-effecten van persoonskenmerken en fear appeals. Met name experimenten waar de invloed van andere mogelijk relevante persoonskenmerken wordt onderzocht, zijn volgens hen van belang, zeker als in dat onderzoek niet alleen de perceived threat (zoals in hun eigen experiment) maar ook de perceived efficacy wordt gevarieerd. 3 Experiment In het onderzoek waarvan in deze bijdrage verslag wordt gedaan, is aan de oproep van Ruiter et al. gevolg gegeven. Nagegaan werd wat de effecten waren van de variabele consequentiebetrokkenheid bij de verwerking van fear appeal boodschappen op het gebied van de obesitasvoorlichting. Onder consequentiebetrokkenheid wordt de betrokkenheid verstaan die ontstaat als ontvangers van een boodschap er veel belang bij hebben om voor zichzelf een juiste keuze te maken ten aanzien van het onderwerp van de boodschap (Hoeken, 1998, p. 60; 93). Zo zullen woningzoekenden in Apeldoorn die twijfelen tussen een huurhuis of een koophuis in die stad, een grote conequentiebe- 88

5 trokkenheid hebben bij een tekst over de stand van zaken op de plaatselijke woningmarkt, en zullen mensen die een huis in bijvoorbeeld Elst zoeken of die helemaal geen verhuisplannen hebben, bij diezelfde tekst aanmerkelijk minder consequentiebetrokken zijn. Bekend is dat mate van consequentiebetrokkenheid de verwerking van een boodschap kan beïnvloeden (Chaiken, Liberman, & Eagly, 1989). Een hoge consequentiebetrokkenheid vergroot de kans op verwerking langs wat conform het Elaboration Likelihood Model van Petty en Cacioppo (1986) de centrale route wordt genoemd, en daarmee de mogelijkheid van een primair cognitieve reactie. Een lage consequentiebetrokkenheid daarentegen vergroot de kans op verwerking langs de zogenaamde perifere route, en daarmee de mogelijkheid van een primair affectieve reactie. In het geval van een fear appeal boodschap leidt dat tot de verwachting dat de kans dat een ontvanger in danger control mode komt groter is naarmate de consequentiebetrokkenheid hoger is, en dat voor de kans op fear control mode het omgekeerde zal gelden. Terwijl Witte en Allen (2000) stellen dat individuele verschillen vrijwel nooit interageren met the level of the fear appeal, waarbij onduidelijk blijft of ze doelen op de aard van de fear appeal boodschap die meer of minder krachtig kan zijn, dan wel op de mate van angst die daadwerkelijk door de boodschap wordt opgeroepen, wordt in dit onderzoek om bovengenoemde redenen wel verwacht dat er interactie-effecten zullen zijn van consequentiebetrokkenheid en fear (bedoeld in de boodschap of daadwerkelijk opgewekt) op het resultaat van de fear appeal boodschap. Ook kan worden verwacht dat consequentiebetrokkenheid de kans op acceptatie van de aanbevolen maatregel (perceived response efficacy) vergroot, als de presentatie van die maatregel een beroep doet op cognitieve verwerking. Deze verwachting betreft de tweede verwerkingfase van een fear appeal boodschap. Wat de eerste fase betreft kan daaraan de verwachting worden toegevoegd dat consequentiebetrokkenheid positief zal samenhangen met perceived susceptibility (beide variabelen betreffen immers de relevantie van de informatie in de boodschap voor de eigen situatie) en dus ook met perceived threat en daaruit resulterende fear arousal. 3.1 Vraagstelling en hypotheses De vraagstelling in het hieronder beschreven experiment was de volgende. 1. In hoeverre verloopt de verwerking van obesitasboodschappen met een fear appeal conform de voorspellingen van het EPPM? 2. Wat is de invloed van consequentiebetrokkenheid van de ontvangers op de effecten van obesitasboodschappen met een fear appeal? De volgende hypotheses werden getoetst. De eerste vier hypotheses hebben betrekking op de eerste onderzoeksvraag, de overige drie hypotheses op de tweede onderzoeksvraag. Gegeven de theoretische uitgangspunten (zie hierboven) wordt bij de meeste hypotheses de richting gespecificeerd van de te verwachten effecten. Waar dat gebeurt, wordt steeds ook eenzijdig getoetst. 1. De als dreigend bedoelde obesitasboodschappen leiden tot een hogere mate van perceived threat dan de niet als dreigend bedoelde obesitasboodschappen; de obesitasboodschappen die erop gericht zijn het vertrouwen van lezers te vergroten dat ze effectieve maatregelen kunnen nemen, leiden tot een hogere mate van perceived efficacy dan de obesitasboodschappen die daar niet op gericht zijn. 89

6 Hertgers & Jansen 2. Perceived threat correleert positief met fear arousal. 3. Perceived threat en perceived efficacy hebben een interactie-effect op fear control en op danger control. 4. Voor lezers met een hoge perceived threat geldt: wanneer de perceived efficacy hoger is dan de perceived threat, is de mate van danger control groter dan wanneer de perceived threat hoger is dan de perceived efficacy; wanneer de perceived efficacy lager is dan de perceived threat, is de mate van fear control groter dan wanneer de perceived efficacy hoger is dan de perceived threat. 5. Consequentiebetrokkenheid correleert positief met perceived susceptibility, perceived threat en fear; consequentiebetrokkenheid correleert positief met perceived response efficacy; er is geen correlatie tussen consequentiebetrokkenheid enerzijds en perceived self efficacy en perceived efficacy anderzijds. 6. Consequentiebetrokkenheid correleert negatief met fear control, en consequentiebetrokkenheid correleert positief met danger control. 7. Er bestaan interactie-effecten van het niveau van dreiging in de fear appeal boodschap enerzijds en consequentiebetrokkenheid anderzijds op de mate van danger control en de mate van fear control; er bestaan interactie-effecten van fear arousal enerzijds en consequentiebetrokkenheid anderzijds op de mate van danger control en de mate van fear control. 3.2 Participanten en onderzoeksmateriaal Het onderzoek werd uitgevoerd onder 210 participanten, allen middelbare scholieren uit Veenendaal. Het betrof 126 meisjes en 84 jongens; 80 vmbo-leerlingen, 71 havoleerlingen en 59 vwo-leerlingen. De participanten waren tussen 12 en 16 jaar oud (M=13.4; SD=0.67). Aan elk van de leerlingen werd in een tussenproefpersoonontwerp één van vier versies voorgelegd van een A4 met daarop een combinatie van tekst en afbeelding die bij de participanten werd geïntroduceerd als het ontwerp voor een poster. De posterversies waren steeds bedoeld als een combinatie van een hoge threat (verder: ht) of een lage threat (verder: lt) en een hoge efficacy (verder: he) of een lage efficacy (verder: le). Drie versies (ht/he, lt/he, lt/le) werden elk aan 52 participanten voorgelegd, de andere versie (ht/le) aan 54 participanten. In de twee versies die bedoeld waren om de participanten een hoge mate van threat te laten ervaren, werden zowel de severity als de susceptibility benadrukt. Dit had consequenties voor zowel verbale elementen als illustraties. De severity werd benadrukt door de aandacht te richten op een mogelijk gevolg van overgewicht: jong overlijden aan de gevolgen van een beroerte of hartaanval. Dat werd geïllustreerd met een foto van een ambulance waarin een obesitaspatiënt meegenomen werd die kennelijk in acuut gevaar verkeerde. Met een andere illustratie, waarin twee foto s gemonteerd waren van kinderen met overgewicht in badkleding, werd ingespeeld op de onwenselijke uiterlijke gevolgen van overgewicht. Met de slogan Wel vet, niet cool werd gerefereerd aan zowel het gezondheids- als het uiterlijke aspect en werd getracht de jeugdige ontvangers op een pakkende manier aan te spreken. Om een hoge perceived susceptibility bij zowel jonge mannelijke als jonge vrouwelijke ontvangers te bewerkstelligen werden er foto s gekozen van een jongen en van een meisje in de leeftijd van de doelgroep. Met de vraag Laat jij het zover komen? werd de kans nog eens benadrukt dat dit alles ook de ontvanger zou kunnen overkomen. 90

7 In de twee versies die bedoeld waren om de participanten een lage mate van threat te laten ervaren, werd niet expliciet gerefereerd aan de risico s die overgewicht met zich meebrengt. Ook werden er geen schokkend bedoelde illustraties van kinderen met overgewicht gebruikt. De foto s in deze versies betroffen geen leeftijdgenoten met overgewicht, maar lieten voorbeelden zien van calorierijk voedsel. Dezelfde slogan werd gebruikt als in de ht-versies: Wel vet, niet cool. Daarnaast bevatten deze versies de tekst Heb jij ook last van overgewicht? In de twee versies die bedoeld waren om de participanten een hoge mate van efficacy te laten ervaren, werd de ontvanger niet alleen opgeroepen zijn of haar eetgedrag te veranderen, maar werd ook verwezen naar een internetsite en een telefoonnummer waar hulp wordt geboden als men lekker wil blijven eten en toch gezond wil blijven. In de twee versies die bedoeld waren om de participanten een lage mate van efficacy te laten ervaren, werd volstaan met het advies het eetpatroon te veranderen. Voor voorbeelden van de posterversies die werden voorgelegd, zie Afbeelding 3 (ht/he: hoge threat / hoge efficacy) en 4 (lt/le: lage threat / lage efficacy) Afbeelding 3. Posterversie ht/he (hoge threat / hoge efficacy) 91

8 Hertgers & Jansen Afbeelding 4. Posterversie lt/le (lage threat / lage efficacy) Nadat de participanten één van de vier posterversies te zien hadden gekregen, werd een vragenlijst voorgelegd waarin werd gevraagd naar reacties op de poster (ingeschatte ernst van het gevaar, angst die werd opgeroepen, oordeel over de geadviseerde maatregel, enzovoort). Ook werd gevraagd naar personalia als leeftijd en geslacht, en tevens naar het oordeel over het eigen gewicht - dat laatste als indicator voor consequentiebetrokkenheid. Achterliggende gedachte was dat ontvangers van een fear appeal boodschap over obesitas zich meer bij dat onderwerp betrokken zullen voelen naarmate ze naar hun eigen idee zelf meer last van overgewicht hebben. Steeds waar naar oordelen en percepties werd gevraagd, werd gebruik gemaakt van een vijfpuntsschaal. Bij de meeste variabelen waarvoor meer dan één vraag werd gebruikt, werden bevredigende waarden voor Cronbach s alfa gevonden: severity (drie vragen) α=.79; susceptibility (drie vragen) α=.81; fear arousal (drie vragen) α=.79; response efficacy (vier vragen) α=.67; self efficacy (drie vragen) α=.69; fear control (twee vragen) α=.75. De enige variabele waarbij Cronbach s alfa te laag bleek, was danger control (twee vragen; α=.48). Besloten werd om voor verdere analyses de twee vragen die bedoeld waren om deze variabele te meten, naast elkaar te gebruiken. De ene vraag ging over de gemotiveerdheid om het eetgedrag te veranderen; de andere vraag betrof de kans dat het eigen eetgedrag door deze poster zou worden beïnvloed. 4. Resultaten Hypothese 1 De als dreigend bedoelde posterversies (ht/he en ht/le) bleken inderdaad te leiden tot een hogere mate van perceived threat (gemiddelde van perceived susceptitiblity en 92

9 3; 3; 3; perceived severity) dan de niet als dreigend bedoelde posterversies (lt/he en lt/le): F(3,206)=10.18, p<.001; η2=.13; post-hoc (LSD): 1,2 > 3,4 (p steeds <.01). Voor de verschillende versies waren de gemiddelde scores en de standaarddeviaties: ht/he: M=2.41; SD=0.68; ht/le: M=2.49; SD=0.66; lt/he: M=1.86; SD=0.72; lt/le: M=2.02; SD=0.67. De posterversies die erop gericht waren het vertrouwen van lezers te vergroten dat ze effectieve maatregelen zouden kunnen nemen (ht/he en lt/he), bleken inderdaad te leiden tot een hogere mate van perceived efficacy (gemiddelde van perceived response efficacy en perceived self efficacy) dan de posterversies die daar niet op gericht waren (ht/le en lt/le): F(3,206)=5.31, p<.01; η2=.07; post-hoc (LSD): 1,3 > 2,4 (p steeds <.01). Voor de verschillende versies waren de gemiddelde scores en de standaarddeviaties: ht/he: M=3.00; SD=0.63; ht/le: M=2.66; SD=0.66; lt/he: M=3.06; SD=0.82; lt/le: M=2.61; SD=0.82. Hypothese 2 Perceived threat bleek inderdaad positief te correleren met fear arousal: r=.57; p<.001. Hypothese 3 Voor de gedichotomiseerde variabelen perceived threat (laag: score < 3; N=180; hoog: score U>U N=30) en perceived efficacy (laag: score < 3; N=112; hoog: score U>U N=98) werd geen statistisch significant interactie-effect gevonden op fear control. Ook werden er van deze variabelen geen significante hoofdeffecten op fear control gevonden. Er werden ook geen significante interactie-effecten gevonden (en ook geen hoofdeffecten) van de gedichotomiseerde variabelen perceived threat en perceived efficacy op danger control, noch wanneer die variabele werd geoperationaliseerd als gemotiveerdheid om het eetgedrag te veranderen, noch wanneer als operationalisering werd gehanteerd kans dat het eigen eetgedrag door deze poster zou worden beïnvloed. Hypothese 4 Bij de ontvangers met een hoge mate van perceived threat (score U>U N=30) bleken uit t-toetsen geen significante verschillen in de mate van danger control (bij beide operationaliseringen daarvan) en in de mate van fear control tussen de groep voor wie de perceived threat hoger was dan de perceived efficacy (N=21) en de groep voor wie het tegenovergestelde gold (N=9). Hypothese 5 Consequentiebetrokkenheid van de ontvangers bleek inderdaad significant en positief te correleren met perceived susceptibility, perceived threat en fear arousal. Zie Tabel 1. 93

10 Hertgers & Jansen Tabel 1 Correlaties van consequentiebetrokkenheid met perceived susceptibility, perceived threat en fear arousal consequentiebetrokkenheid perceived susceptibility perceived threat fear arousal r=.44; p<.001 r=.34; p<.001 r=.21; p=.001 Consequentiebetrokkenheid correleerde significant en positief met perceived response efficacy wanneer de scores van alle participanten in de analyse werden betrokken. Bij beperking van de analyse tot participanten met een hoge mate van perceived threat (score > 3; N=30) werd hier geen significante correlatie gevonden. Tussen consequentiebetrokkenheid enerzijds en perceived self efficacy en perceived efficacy anderzijds werden in geen van de gevallen significante correlaties gevonden. Zie Tabel 2. Tabel 2 Correlaties van consequentiebetrokkenheid met perceived response efficacy, perceived self efficacy en perceived efficacy, voor alle participanten en voor participanten met een hoge perceived threat consequentiebetrokkenheid alle participanten (N=210) perceived response efficacy R=.13; p<.05 r=-.02; ns perceived self efficacy R=-.07; ns r=-.14; ns perceived efficacy R=.04; ns r=-.12; ns participanten met hoge perceived threat (score > 3; N=30) ns=niet significant Hypothese 6 Er werd geen significante correlatie gevonden tussen consequentiebetrokkenheid en fear control, noch wanneer alle participanten in de analyse werden betrokken, noch wanneer de analyse werd beperkt tot de participanten met een hoge mate van perceived threat (score > 3; N=30). Als alle participanten in de analyse werden betrokken, bleek consequentiebetrokkenheid significant en positief maar niet sterk te correleren met danger control, zowel wanneer die variabele werd geoperationaliseerd als gemotiveerdheid om het eetgedrag te veranderen als wanneer als operationalisering werd gehanteerd kans dat het eigen eetgedrag door deze poster zou worden beïnvloed. Bij beperking van de analyse tot de participanten met een hoge mate van perceived threat (score > 3; N=30) werd een significante en positieve correlatie gevonden tussen consequentiebetrokkenheid en danger control wanneer daarvoor als operationalisering werd gehanteerd kans dat het eigen eetgedrag door deze poster zou worden beïnvloed. Dat gold niet bij de operationalisering gemotiveerdheid om het eetgedrag te veranderen. Zie Tabel 3. 94

11 3; 3; 3; Tabel 3 Correlaties van consequentiebetrokkenheid met fear control scores en met danger control scores, voor alle participanten en voor participanten met een hoge perceived threat consequentiebetrokkenheid alle participanten (N=210) fear control r=.00; ns r=-.02; ns danger control 1: gemotiveerdheid om eetgedrag r=.12; p<.05 r=.02; ns te veranderen danger control 2: kans dat eetgedrag door poster wordt beïnvloed r=.13; p<.05 r=.32; p<.05 ns=niet significant participanten met hoge perceived threat (score 3; N=30) Hypothese 7 Voor de variabele posterversie (met hoge dreiging: N=106; met lage dreiging: N=104) en consequentiebetrokkenheid (laag: score < 3; N=167; hoog: score U>U N=43) werd geen interactie-effect gevonden op fear control. Er was ook geen interactie-effect van deze variabelen op danger control, noch wanneer als operationalisatie daarvan gemotiveerdheid om eetgedrag te veranderen werd gehanteerd, noch wanneer kans dat het eigen eetgedrag door deze poster zou worden beïnvloed als operationalisatie van danger control werd beschouwd. Ook voor de gedichotomiseerde variabelen fear arousal (laag: score < 3; N=178; hoog: score U>U N=32) en consequentiebetrokkenheid (laag: score < 3; N=167; hoog: score U>U N=43) werden geen interactie-effecten gevonden op fear control en op danger control wanneer als operationalisatie van die variabele werd gehanteerd gemotiveerdheid om eetgedrag te veranderen. Wel was er een significant interactie-effect van de gedichotomiseerde variabelen fear arousal en consequentiebetrokkenheid op danger control, bij de operationalisatie van die laatste variabele als kans dat het eigen eetgedrag door deze poster zou 2 worden beïnvloed : F(1,206)=3.95, p<.05; ηp P=.02. Bij de combinatie van een hoge fear arousal en een hoge consequentiebetrokkenheid bleek de overtuigingskracht in termen van geschatte invloed op het eigen eetgedrag het grootst. De volgende gemiddelde scores en standaarddeviaties werden gevonden voor de vier condities: fear arousal hoog / consequentiebetrokkenheid hoog: M=3.09; SD=1.45; fear arousal hoog / consequentiebetrokkenheid laag: M=2.24; SD=1.30; fear arousal laag / consequentiebetrokkenheid hoog: M=1.84; SD=0.99; fear arousal laag / consequentiebetrokkenheid laag: M=1.80; SD= Conclusies Het antwoord op de eerste onderzoeksvraag, in hoeverre de verwerking van de geteste obesitasboodschappen met een fear appeal conform volgens de voorspellingen van het EPPM zou verlopen, kan maar zeer ten dele positief zijn. Hoewel de postermanipulaties succesvol bleken (de versies die bedoeld waren om tot een verschillende mate van perceived threat en van perceived efficacy te leiden bleken dat inderdaad te doen), kon 95

12 Hertgers & Jansen van de volgens het EPPM te verwachten effecten slechts de significante correlatie tussen perceived threat en fear arousal worden vastgesteld. De voorspelde invloed van perceived threat en perceived efficacy op de scores voor danger control en voor fear control werd niet gevonden: er bleek noch sprake te zijn van significante interactieeffecten, noch van significante hoofdeffecten. Voor de EPPM-voorspelling dat de aard van het voorgenomen gedrag bij ontvangers van een fear appeal boodschap die de daarin opgenomen dreiging als serieus percipiëren, afhangt van de vraag of de perceived efficacy bij hen al dan niet een hogere waarde bereikt dan de perceived threat, werd in dit experiment geen steun gevonden. 3 Al met al moet worden geconcludeerd dat de gevonden resultaten weinig steun bieden voor het EPPM. De tweede onderzoeksvraag, naar de invloed van consequentiebetrokkenheid van de ontvangers op de effecten van obesitasboodschappen met een fear appeal, leverde meer bevindingen op die bij de tevoren geformuleerde verwachtingen aansloten. Consequentiebetrokkenheid bleek significant positief te correleren met de EPPMvariabelen perceived susceptibility, perceived threat, fear arousal en perceived response efficacy, en ook met de scores bij de belangrijkste uitkomstvariabele van het EPPM, danger control. Gemeten over alle participanten bleken de scores bij beide vragen over deze variabele positief maar niet sterk samen te hangen met de consequentiebetrokkenheid bij de ontvanger. Gemeten over de groep met een hoge mate van perceived threat, voor wie volgens het EPPM de tweede verwerkingsfase in het bijzonder relevant is, bleek consequentiebetrokkenheid duidelijk positief samen te hangen met de door de ontvanger ingeschatte kans dat zijn of haar eetgedrag door de poster zou worden beïnvloed. In afwijking van wat Witte en Allen (2000) suggereren, vonden wij ook een interactie-effect van fear arousal en consequentiebetrokkenheid op de overtuigingskracht van de boodschap. Net als Ruiter et al. (2004) dat bij hun onderzoek deden, moeten wij uit ons experiment concluderen dat de resultaten de stelling van Witte en Allen (2000) weerspreken dat persoonskenmerken maar weinig invloed zouden hebben op de verwerking van fear appeal boodschappen. Consequentiebetrokkenheid blijkt in ons onderzoek bij angstig geworden participanten de kans te vergroten op een rationele en niet op een emotionele reactie op de gepercipieerde dreiging. Meer onderzoek naar de effecten bij de verwerking van fear appeal boodschappen van variabelen als need for cognition en consequentiebetrokkenheid (ook op andere manieren geoperationaliseerd dan in dit experiment; zie bijvoorbeeld Hoeken, 1998, p. 196), maar ook van andere persoonskenmerken, is dan ook aan te bevelen. Noten 1. Zie en voor meer gedetailleerde gegevens en de bronnen die daar worden genoemd. 2. Voor een uitgebreid fear appeal literatuuroverzicht, zie Witte en Allen (2000); voor een kritische bespreking, zie Ruiter, Abraham, & Kok (2001). 3. Het beeld dat deze twee groepen niet systematisch verschilden in hun voorkeur voor de ene of de andere gedragsintentie, wordt nog versterkt door de hoge correlatie (r=.48; p<.01) tussen fear control en danger control (geoperationaliseerd als kans dat het eigen eetgedrag door deze poster zou worden beïnvloed ) voor participanten met een hoge mate van perceived threat (score > 3; N=30). 96

13 Literatuur Cacioppo, J.T., & Petty, R.E. (1982). The need for cognition. Journal of Personality and Social Psychology, 42, Cacioppo, J.T., Petty, R.E., Feinstein, J.A., & Jarvis, W.B.G. (1996). Dispositional differences in cognitive motivation. The life and times of individuals varying in need for cognition. Psychological Bulletin, 119, (paginering digitaal beschikbare versie: 1-69). Hoeken, H. (1998). Het ontwerp van overtuigende teksten. Wat onderzoek leert over de opzet van effectieve reclame en voorlichting. Bussum: Coutinho. Chaiken, S., Liberman, A., & Eagly, A.H. (1989). Heuristic and systematic processing within and beyond the persuasion context. In J.S. Uleman & J.A. Bargh (Eds.), Unintended thought (pp ). New York: Guilford Press. Petty, R.E., & Cacioppo, J.T. (1986). Communication and persuasion: central and peripheral routes to attitude change. New York: Springer Verlag. Ruiter, R.A.C., Abraham, C., & Kok, G. (2001). Scary warnings and rational precautions: a review of the psychology of fear appeals. Psychology and Health, 16, Ruiter, R.A.C., Verplanken, B., Cremer, D. de, & Kok, G. (2004). Danger and fear control in response to fear appeals: the role of need for cognition. Basic and applied social psychology, 26, Stout, P.A., & Sego, T. (1994). The role of need for cognition in response to threat appeals in AIDS messages. Paper presented at the annual meeting of the Speech Communication Association. Witte, K. (1998). Fear as motivator, fear as inhibitor: Using the extended parallel process model to explain fear appeal successes and failures. In P.A. Andersen & L.K. Guerrero (Eds.), The handbook of communication and emotion: Research, theory, applications, and contexts (pp ). San Diego, CA: Academic Press. Witte, K., & Allen, M. (2000). A Meta-Analysis of Fear Appeals: Implications for Effective Public Health Campaigns. Health Education & Behaviour, 27,

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING Kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging 1 Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING De invloed van kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging op informatieverwerking en overtuiging

Nadere informatie

Interventie overgewicht bij studenten

Interventie overgewicht bij studenten Interventie overgewicht bij studenten Experiment naar het effect van fear appeals op het geïntendeerde gedrag van studenten met betrekking tot ontbijten Désirée Boerema (s1810898) Dr. J. C. Hartogslaan

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Masterscriptie. Silke Hattink. sahattink@gmail.com. s1768581. Communicatie- en Informatiewetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen.

Masterscriptie. Silke Hattink. sahattink@gmail.com. s1768581. Communicatie- en Informatiewetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen. Masterscriptie Zij heeft niet gedronken of Ik heb wel gedronken : Een onderzoek naar het gebruik van exemplars met een citaat of parafrase in angstaanjagende teksten waarbij de exemplar slaagt of faalt

Nadere informatie

"Niet jij, zij!" Onderzoek naar de verwerking van indirecte fear appeals in communicatie over telefoon- en alcoholgebruik achter het stuur.

Niet jij, zij! Onderzoek naar de verwerking van indirecte fear appeals in communicatie over telefoon- en alcoholgebruik achter het stuur. "Niet jij, zij!" Onderzoek naar de verwerking van indirecte fear appeals in communicatie over telefoon- en alcoholgebruik achter het stuur. Masterscriptie Persuasieve Gezondheidscommunicatie Dr. W. Vuijk

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Afbeeldingen als anti-rook fear appeals

Afbeeldingen als anti-rook fear appeals Rian Timmers & Per van der Wijst Is een fear appeal effectief in het overtuigen van een doelgroep als deze inspeelt op angsten die daadwerkelijk leven bij die doelgroep? In een experiment is onderzocht

Nadere informatie

Tussentijds Toetsen als Leerstrategie. Dirkx, K.J. H., Kester, L., Kirschner, P.A.

Tussentijds Toetsen als Leerstrategie. Dirkx, K.J. H., Kester, L., Kirschner, P.A. Tussentijds Toetsen als Leerstrategie Dirkx, K.J. H., Kester, L., Kirschner, P.A. Overzicht Welk doel kan een tussentijds toetsen hebben? Tussentijds toetsen als leerstrategie: het testing-effect 4 studies

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten. Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen Universiteit

Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten. Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen Universiteit Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten Roxanne I van Giesen a*, Arnout RH Fischer a, Heleen van Dijk a, Hans CM van Trijp a a Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen

Nadere informatie

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s.

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten VGCT najaarscongres 2011 Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten Elske Salemink, Universiteit van Amsterdam In samenwerking met Reinout Wiers (Universiteit van

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Emoties in de reclame: Het effect van de doelentheorie op de relatie tussen fear appeals en productevaluatie.

Emoties in de reclame: Het effect van de doelentheorie op de relatie tussen fear appeals en productevaluatie. Emoties in de reclame: Het effect van de doelentheorie op de relatie tussen fear appeals en productevaluatie. Naam : Bas Eggink ANR : 167677 Begeleidster : Dr. A.M.M. Bosmans Studie : Pre-master Marketing

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden. op de beoordeling van nieuwe objecten

Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden. op de beoordeling van nieuwe objecten Vergelijken of corrigeren? 1 VERGELIJKEN OF CORRIGEREN? Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden op de beoordeling van nieuwe objecten Wouter M. van den

Nadere informatie

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Fear appeals Informatie bevat vaak onbewust al persuasieve

Nadere informatie

Eerste- en tweedehands ervaringen

Eerste- en tweedehands ervaringen Eerste- en tweedehands ervaringen Een onderzoek naar het verschil tussen het gebruik van eigen- en andermans ervaringen in narratieve fear appeals Masterscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks

Nadere informatie

Beangstigende feiten en verhalen

Beangstigende feiten en verhalen Beangstigende feiten en verhalen Een onderzoek naar het effect van statistische en narratieve berichten in combinatie met waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid Michelle Huisman 10385037 Masterscriptie

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Voorlichting over de gevaren van alcohol gericht op jongeren

Voorlichting over de gevaren van alcohol gericht op jongeren Voorlichting over de gevaren van alcohol gericht op jongeren Het gebruik van fear appeals en de rol van betrokkenheid in voorlichtingsboodschappen gericht op jongeren Noor Buijvoets 6017703 BA Thesis Afdeling

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking.

De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking. De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking. Tessa te Kaat Enschede, augustus 2008 Abstract Dit onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch) 1. Het overtuigingsproces Op basis van modellen als het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986a; Petty & Wegener, 1999), het Heuristic-Systematic

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p.

Inhoudsopgave. Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p. Inhoudsopgave Inleiding p. 1 Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p. 5 Methode p. 6 Procedure en respondenten p. 6 Meetinstrument

Nadere informatie

Ik zou maar stoppen, als ik jou was.

Ik zou maar stoppen, als ik jou was. Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Media & Communicatie Instituut Ik zou maar stoppen, als ik jou was. Een onderzoek naar het effect van fear appealing foto s

Nadere informatie

Bachelorwerkstuk Fear appeals in Zuid-Afrika

Bachelorwerkstuk Fear appeals in Zuid-Afrika Bachelorwerkstuk Fear appeals in Zuid-Afrika Wieneke Gommers Nijmegen, 5 juli 2004 Begeleider: Prof. Dr. C. Jansen Bedrijfscommunicatie, Katholieke Universiteit Nijmegen Inhoudsopgave 1. Achtergrond en

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Het effect van handgebaren in politieke speeches op overtuiging van het publiek via de perifere en de centrale route

Het effect van handgebaren in politieke speeches op overtuiging van het publiek via de perifere en de centrale route Bachelorscriptie 2016/2017 Het effect van handgebaren in politieke speeches op overtuiging van het publiek via de perifere en de centrale route Judith Peters Radboud Universiteit Nijmegen S4071417 j.l.peters@student.ru.nl

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

OVERTUIGEND OVERTUIGEN

OVERTUIGEND OVERTUIGEN OVERTUIGEND OVERTUIGEN Experimenteel onderzoek naar de rol van gender van de bron, waargenomen bronkwaliteit en type evidentie in een persuasieve boodschap Bachelor Eindwerkstuk, derde versie Communicatie-

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Onderzoeksrapport KANS OP WERK Spirit4you

Onderzoeksrapport KANS OP WERK Spirit4you Onderzoeksrapport KANS OP WERK Spirit4you Zijn vmbo-scholieren ervan te overtuigen om een mbo-opleiding te kiezen die kans op werk biedt? NAAM: Oscar van Elferen STUDENTNUMMER: 3390160 STAGEBEDRIJF: Spirit4you

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In het promotieonderzoek dat wordt beschreven in dit proefschrift staat schade aan de bloedvaten bij dementie centraal. Voordat ik een samenvatting van de resultaten geef zal ik

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

D U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Jongeren van de drank af

Jongeren van de drank af Jongeren van de drank af Een onderzoek naar het effect van humor op de overtuigingskracht van bedreigende voorlichtingsboodschappen over alcoholgebruik Masterscriptie Communicatie & Beïnvloeding Student:

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Aanleiding CheckTeen. Zwolle gezonde stad ( ) JOGG: Jongeren op Gezond Gewicht (2010) ChecKid: kinderen basisonderwijs 2006 en 2009 (en 2012)

Aanleiding CheckTeen. Zwolle gezonde stad ( ) JOGG: Jongeren op Gezond Gewicht (2010) ChecKid: kinderen basisonderwijs 2006 en 2009 (en 2012) Aanleiding CheckTeen Zwolle gezonde stad (2010 2013) JOGG: Jongeren op Gezond Gewicht (2010) ChecKid: kinderen basisonderwijs 2006 en 2009 (en 2012) CheckTeen: kinderen voortgezet onderwijs (2010/2011)

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

!!!!!!!!! Want of omdat?

!!!!!!!!! Want of omdat? Want of omdat? Een experimenteel onderzoek naar het effect van het gebruik van connectieven en de kwaliteit van argumenten op de overtuigingskracht. Universiteit Utrecht Eindwerkstuk Communicatiestudies

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Wilt u meewerken aan een onderzoekje van 1 minuut, want ik doe een experiment?

Wilt u meewerken aan een onderzoekje van 1 minuut, want ik doe een experiment? Wilt u meewerken aan een onderzoekje van 1 minuut, want ik doe een experiment? Een onderzoek naar het effect van argumentkwaliteit en causale connectieven op overtuiging Abstract Hoewel er al onderzoek

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het gebruik

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Bachelorscriptie De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S4517954 29-1-2016 Begeleidster: Anneke de Graaf Thema 3: Winst- en verliesframing

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Framing van een gezondheidsboodschap

Framing van een gezondheidsboodschap Framing van een gezondheidsboodschap Een experimenteel onderzoek naar de rol van emoties en gewicht in de effectiviteit van een winst- en verliesframe bij een boodschap over het eten van minder suiker.

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april 2009 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het

Nadere informatie

Discussie De invloed van boodschappen met meerderheids- en minderheidssteun

Discussie De invloed van boodschappen met meerderheids- en minderheidssteun 5 Discussie De theorievorming over meerderheids- en minderheidsinvloed is door de jaren heen gekenmerkt geweest door een aantal controverses. De eerste controverse betreft de verwerking van boodschappen

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

16. Statistische analyse Meldpunt

16. Statistische analyse Meldpunt 16. Statistische analyse Meldpunt Statistische analyse Meldpunt Inleiding In de periode 19 juli 2010 tot en met 16 maart 2012 ontving de commissie zevenhonderdeenenveertig meldingen van seksueel misbruik.

Nadere informatie

De rol van identificatie in narratieve overtuiging 1

De rol van identificatie in narratieve overtuiging 1 Anneke de Graaf, José Sanders, Hans Beentjes en Hans Hoeken De rol van identificatie in narratieve overtuiging 1 1 Inleiding Samenvatting 1.1 Aanleiding. Er wordt regelmatig van uitgegaan dat verhalen,

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het

Nadere informatie

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014 1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Zelfredzame Burger & Zeelandveilig.nl. Onderzoeksresultaten Samenvatting

Zelfredzame Burger & Zeelandveilig.nl. Onderzoeksresultaten Samenvatting Zelfredzame Burger & Zeelandveilig.nl Onderzoeksresultaten Samenvatting ONDERZOEKSGROEP RESILIENT DELTAS 10-NOVEMBER-2016 INLEIDING Voor u ligt de samenvatting van het onderzoek naar de mate van zelfredzaamheid

Nadere informatie

WANNEER IS VOOR JOU HET PUNT BEREIKT OM TE GAAN STEMMEN?

WANNEER IS VOOR JOU HET PUNT BEREIKT OM TE GAAN STEMMEN? WANNEER IS VOOR JOU HET PUNT BEREIKT OM TE GAAN STEMMEN? Onderzoek naar de inzet van fear appeals in de opkomstbevorderende verkiezingscampagne van Waterschap Groot Salland Onderzoek masterstage Mirthe

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Logo s spelen een cruciale rol in de marketing communicatie en bij besluitvorming van consumenten: 70% van alle aankoopbeslissingen wordt namelijk in de winkel zelf gedaan

Nadere informatie