Masterscriptie. Silke Hattink. s Communicatie- en Informatiewetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie. Silke Hattink. sahattink@gmail.com. s1768581. Communicatie- en Informatiewetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen."

Transcriptie

1 Masterscriptie Zij heeft niet gedronken of Ik heb wel gedronken : Een onderzoek naar het gebruik van exemplars met een citaat of parafrase in angstaanjagende teksten waarbij de exemplar slaagt of faalt om een bepaalde maatregel uit te voeren. Silke Hattink sahattink@gmail.com s Communicatie- en Informatiewetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Masterscriptie Begeleider: K. de Glopper Tweede lezer: J. Hoeks Datum:

2 Voorwoord Voor u ligt mijn masterscriptie, het laatste onderzoek dat ik heb afgerond voor het behalen van de titel Master of Arts. Na 5,5 jaar Communicatie- en Informatiewetenschappen gestudeerd te hebben aan de Rijksuniversiteit Groningen is het einde in zicht. En toch bekruipt mij een gemengd gevoel... Het afronden van een master zou toch een euforisch gevoel moeten geven? Natuurlijk ben ik trots op het resultaat, waar een jaar lang overal aan gewerkt is: van Groningen tot Rotterdam en van Ermelo tot Uppsala in Zweden. Makkelijk was het niet altijd. Het studentenleven in Groningen en Uppsala was soms aantrekkelijker dan een avondje aan een scriptie werken en de laatste loodjes wogen naast een fulltime stage in Rotterdam wel erg zwaar. Toch heb ik een goede balans weten te vinden en is het gelukt. Waarom dan toch het gemengde gevoel? Omdat het behalen van mijn diploma onlosmakelijk is verbonden met het afsluiten van mijn studententijd. Zoals ik hierboven al aangaf heb ik genoten van het studentenleven in Groningen. Studeren, sporten, colleges volgen, uren in de UB doorbrengen (om koffie te drinken in plaats van te studeren), borrels, feestjes, op exchange naar Uppsala, commissies en als kers op de taart een bestuursjaar bij ESN: alles wat mijn studententijd onvergetelijk heeft gemaakt en waar ik met een beetje pijn in mijn hart afscheid van neem. Maar waar één hoofdstuk wordt afgesloten, begint er ergens anders een nieuw hoofdstuk. Net zoals bij veel afgestudeerden is dat het hoofdstuk Het werkende leven. Ik heb er al even aan mogen proeven als stagiair bij Deloitte en eerlijk gezegd bevalt het me goed. Met frisse moed en een diploma op zak ga ik op zoek naar een baan, in binnen- of buitenland. Hoewel ik natuurlijk het onderzoek zelf heb opgezet, uitgevoerd en vastgelegd, was dit niet zonder hulp en steun van anderen. Ten eerste wil ik mijn scriptiebegeleider Kees de Glopper bedanken voor zijn expertise en altijd kritische blik. Zijn advies en hulp tijdens het proces heeft mij zeer geholpen bij het uitvoeren van het onderzoek. Ook heb ik vanuit familie en vrienden veel steun gehad. In de eerste plaats mijn ouders, die ik wil bedanken voor de onvoorwaardelijke steun en het feit dat ik altijd op jullie terug kan vallen. Daarnaast wil ik een vriendin bedanken die altijd voor me klaar staat, waar ter wereld we ook zijn. Annemieke, bedankt voor alle keren dat je me (medisch) advies hebt gegeven, met beide benen op de grond zette wanneer dat nodig was en me steunde wanneer dat nodig was. Verder zijn er nog veel andere mensen wiens benoeming hier niet had misstaan, maar deze mensen bedank ik liever persoonlijk. Ermelo, 29 december 2013 Silke Hattink 1

3 Samenvatting Het huidige onderzoek is opgezet naar aanleiding van diverse onderzoeken naar het gebruik van exemplars in teksten of advertenties. Tot op heden is er weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van exemplars, in het bijzonder het verschil tussen de notatie van een exemplar (Hoeken, Hornikx en Hustinx, 2009). Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen het parafraseren en citeren van een exemplar. Het citeren van een exemplar zou volgens Hoeken, Hornikx en Hustinx (2009) overtuigender zijn omdat de exemplars rechtstreeks tegen de ontvanger vertelt terwijl dat bij een geparafraseerde exemplar niet zo is. Naast een gebrek aan inzicht in het verschil tussen geparafraseerde en geciteerde exemplars, ontbreekt er ook kennis over het verschil in overtuigingskracht bij het gebruik van een exemplar die slaagt of faalt om een bepaalde maatregel uit te voeren, zoals Hoeken & Geurts (2005) in hun onderzoek aangeven. Om inzicht te krijgen in het verschil in overtuigingskracht tussen een exemplar die geparafraseerd of geciteerd is en tussen een exemplar die slaagt of faalt om een bepaalde maatregel uit te voeren, is er onderzoek uitgevoerd met een factorieel 2 x 2 design met een tussenproefpersoon ontwerp. Het onderzoek maakt gebruik van teksten. Als onderwerp is er gekozen voor rijden onder invloed omdat daar nog weinig onderzoek naar gedaan is. Als onderzoeksmateriaal zijn er vier verschillende teksten opgesteld. 107 respondenten hebben op basis van één van de vier teksten hun mening kunnen geven over de overtuigingskracht en de angstaanjagendheid van de boodschap. De respondenten zijn random verdeeld toen zij de teksten te lezen kregen. Om de mate waarin de boodschap angst aanjaagt te meten is gebruik gemaakt van verschillende elementen uit het EPPM van Witte (1992), zoals perceived severity, perceived susceptibility, perceived self-efficacy en perceived response efficacy. Ook is gemeten of de respondenten de boodschap accepteren en of de tekst overtuigend is. Uit het onderzoek is gebleken dat de drie opgestelde hypotheses verworpen kunnen worden. Er is geen statistisch significant bewijs gevonden dat een geciteerde exemplar overtuigender is dan een geparafraseerde exemplar. Daarnaast is er ook geen statistisch significant bewijs gevonden dat een exemplar die slaagt om een bepaalde boodschap uit te voeren een positieve invloed heeft op selfefficacy. Ten slotte is er geen statistisch significant bewijs gevonden dat een geciteerde exemplar die slaagt om een bepaalde maatregel uit te voeren het meest overtuigend. Ondanks dat de hypothesen alle drie zijn verworpen, zijn er wel relaties gevonden die statistisch significant zijn. Zo leidt een hogere perceived threat tot een hogere mate van acceptatie van de boodschap. Dit geldt ook voor perceived efficacy: een hogere perceived efficacy leidt tot een hogere mate van acceptatie van de boodschap. Echter, de interactie tussen perceived threat en perceived efficacy leidt tot een lagere acceptatie van de boodschap. Daarnaast is gebleken dat wanneer een exemplar slaagt om een bepaalde maatregel uit te voeren een negatief effect heeft op de mate waarin de boodschap angst aanjaagt. 2

4 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding... 5 Hoofdstuk 2. Theoretisch kader Wat is overtuigingskracht? Wat is gezondheidscommunicatie? Fear Appeals Definitie Fear Appeals Fear Appeal Modellen Het EPPM Individuele effecten op EPPM Toevoegen van plaatjes bij fear appeals Andere emotionele reactie bij het gebruik van fear appeals Verschillende soorten evidentie Exemplars Definitie exemplars De overtuigingskracht van exemplars De verantwoordelijkheid van exemplars voor een nadelige situatie Visuele vorm Exemplars met statistische evidentie Geciteerde en geparafraseerde exemplars Het slagen en falen van exemplars Hypotheses Hoofdstuk 3. Methode Design Proefpersonen Vragenlijst Procedure Pretest Operationalisatie afhankelijke variabelen Mate van acceptatie van de boodschap Mate waarin een boodschap angst aanjaagt Operationalisatie onafhankelijke variabelen Notatie van de exemplar Succes van de exemplar Interfererende variabelen Mediërende variabelen Algemeen oordeel over de tekst Perceived severity

5 3.9.3 Perceived susceptibility Perceived self-efficacy Perceived response-efficacy Hoofdstuk 4. Resultaten Betrouwbaarheidsanalyses Beschrijving statistieken Correlatieanalyse Correlatieanalyse Perceived Threat Correlatieanalyse Perceived Efficacy Regressieanalyses Regressieanalyses Message Acceptance Regressieanalyses Fear Arousal Regressieanalyses Perceived Threat en Perceived Efficacy Hoofdstuk 5. Conclusie & Discussie Discussie Literatuurlijst Bijlage Bijlage I Materiaal Bijlage II Vragenlijst Pretest Bijlage III Resultaten pretest Bijlage IV - Vragenlijst V. Syntax

6 Hoofdstuk 1. Inleiding Millennia geleden schreven Aristoteles en Cicero hun klassieke theorieën over overtuigingskracht (O Keefe, 2009). Dit geeft aan dat overtuiging altijd deel heeft uitgemaakt in het leven van de mens en dat is nog steeds het geval in de hedendaagse cultuur. Echter, sinds de theorieën van Aristoteles en Cicero is er een hoop veranderd. Er is veel onderzoek uitgevoerd naar het concept overtuigingskracht en daaruit zijn vele theorieën naar voren gekomen, zoals het Elaboration Likelihood Model van Petty & Cacioppo (O Keefe, 2009). De theorieën over overtuigingskracht kunnen een goede basis vormen voor verschillende uitingen die men anno 2013 overal tegenkomt. Gedurende de dag komt men overtuigende uitingen tegen op straat of op de universiteit, maar ook online wordt veel gebruik gemaakt van overtuigende uitingen. Het doel is echter bij elke reclame-uiting verschillend. Een uiting kan men proberen te overtuigen om een bepaald product te kopen of een dienst af te nemen. Bedrijven proberen hun producten of diensten zo aantrekkelijk mogelijk aan te prijzen en geven bijvoorbeeld statistische informatie om de potentiële consument te overtuigen van het feit dat hun product of dienst de beste keus is. Een ander doel van overtuigende boodschappen is om mensen over te halen bepaald gedrag te vertonen. Dit is het geval bij gezondheidscommunicatie. In de regel heeft gezondheidscommunicatie betrekking op ernstige problemen. Daarom is er in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar gezondheidscommunicatie met betrekking tot het stoppen met roken (Jansen, 2005), internetverslaving (Hoeken & Geurts, 2005), het gebruik van voorbehoedsmiddelen in Afrika (Jansen, 2011; Jansen et al., 2009; Janssen & Jansen, 2009) en overgewicht (Hertgers & Jansen, 2006). Rijden onder invloed is ook één van de vele onderwerpen waarbij onderzoek gedaan kan worden naar de overtuigingskracht van gezondheidsboodschappen. Er is tot nu toe weinig onderzoek gedaan naar uitingen met betrekking tot rijden onder invloed, terwijl het onderwerp van groot belang is voor de gezondheid van de bevolking (Openbaar Ministerie, 2012). Daarom is er besloten onderzoek te doen naar dit onderwerp. Koppen als Rijbewijs ingevorderd na rijden onder invloed, of Alcohol in het spel bij dodelijk ongeluk, staan nog regelmatig in kranten of op nieuwssites op internet, waaruit blijkt dat rijden onder invloed nog steeds regelmatig voorkomt in Nederland. Het is niet zonder gevaar om te rijden onder invloed: het drinken van drie glazen alcohol verhoogt het ongevalrisico met 100% blijkt uit een rapport van het Openbaar Ministerie. In hetzelfde rapport van het Openbaar Ministerie staat dat er in 15% van de verkeersongevallen drank in het spel is. Dat betekent dat er ieder jaar door alcohol ongeveer 150 doden vallen en er tussen de en mensen in het ziekenhuis belanden na een verkeersongeval met alcohol (Openbaar Ministerie, 2012). Voornamelijk jonge mannen van 18 tot 24 jaar zijn sterk oververtegenwoordigd bij alcohol gerelateerde verkeersongevallen. Zij vormen slechts 4% van de bevolking maar zijn bij 23% van de ongevallen in het verkeer waarbij alcohol is betrokken het slachtoffer (Veilig Verkeer Nederland, 2013). Bij het ontwerpen van gezondheidscommunicatie moeten er veel keuzes gemaakt worden om de boodschap zo overtuigend mogelijk te maken. Er moeten allerlei keuzes gemaakt worden met betrekking tot inhoud, structuur, stijl en het gebruik van illustraties. Hier wordt veel onderzoek naar gedaan, ook op het gebied van overtuigende gezondheidscommunicatie. Eén van de vele manieren om overtuigingskracht te manipuleren is het gebruik van anekdotische, statistische, causale en expert evidentie. Een vorm van anekdotische evidentie is het gebruik van een exemplar. Hoeken et al. (2009) beschrijft een exemplar als een levendige, verhalende vorm waarin meestal één en soms meerdere personen worden opgevoerd om bepaalde gevolgen van een maatregel of van een onwenselijke gebeurtenis te illustreren. Het gaat hier om een bepaalde situatie die representatief is voor een grote groep gebeurtenissen. Binnen exemplars kan verschil gemaakt worden tussen geciteerde en geparafraseerde exemplars. Bij een geparafraseerde exemplar wordt degene die een bepaalde situatie heeft meegemaakt beschreven. Bij geciteerde exemplars is degene 5

7 die een bepaalde situatie heeft meegemaakt zelf aan het woord en wordt er geschreven in de ik-vorm. Hoeken et al. (2009) geven aan dat er nog weinig onderzoek is gedaan naar de mate van overtuigingskracht van geciteerde en geparafraseerde exemplars. Daarom zal in dit onderzoek onderscheid gemaakt worden tussen beide manieren van noteren. In onderzoek naar exemplars zijn al verschillende manieren om een exemplar te gebruiken onderzocht. Hoeken & Geurts (2005) hebben een onderzoek gedaan naar exemplars waarbij de exemplar geslaagd is of gefaald heeft om een aanbevolen maatregel voor bepaald gezondheidsgedrag uit te voeren. Hieruit blijkt dat de exemplar waarbij de persoon erin slaagt om het aanbevolen gedrag uit te voeren een positievere invloed heeft op de mate waarin lezers denken dat zij zelf ook de maatregel uit kunnen voeren dan een exemplar waarbij de persoon er niet in slaagt om het aanbevolen gedrag uit te voeren. Ook leidde de exemplar die erin slaagt om een bepaalde maatregel uit te voeren tot een hogere acceptatie van de boodschap. Om deze theorie van Hoeken & Geurts (2005) verder te onderzoeken zal er in dit onderzoek onderscheid gemaakt worden tussen een exemplar die slaagt om een bepaalde maatregel uit te voeren en een exemplar die faalt om een bepaalde maatregel uit te voeren. In het onderzoek van Hoeken & Geurts (2005) is er gebruik gemaakt van exemplars in combinatie met fear appeals. Fear appeals worden regelmatig gebruikt in gezondheidscommunicatie om ontvangers door middel van een angstaanjagende boodschap ervan te overtuigen een gedragsverandering te weeg te brengen. Om een gedragsverandering te weeg te brengen kan er bijvoorbeeld een tekst of advertentie opgesteld worden waarin wordt benadrukt wat de voordelen zijn van stoppen met roken of waarin de nadelen van roken worden benadrukt en wat men eraan kan doen om te stoppen met roken. Door de nadelen te benadrukken wordt er een schrikreactie bij mensen veroorzaakt wat hopelijk tot gedragsverandering leidt bij de lezer. Het EPPM van Witte (1992) is een model gericht op fear appeals en zal de theoretische basis vormen voor dit onderzoek. Het model zal in hoofdstuk 2 verder uitgelegd worden. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan welk effect de notatie en het succes van de exemplar in een tekst heeft op de overtuigingskracht van de tekst. Is een tekst met een geciteerde exemplar angstaanjagender dan een tekst met een geparafraseerde exemplar? En heeft het feit dat de exemplar faalt of slaagt om een bepaalde maatregel uit te voeren invloed op de overtuigingskracht van de tekst? Ook wordt er gekeken naar de fear appeal in de boodschap: In hoeverre jaagt de tekst angst aan? Hoe reageren respondenten op een angstaanjagende boodschap? Accepteren ze de boodschap in de tekst of negeren ze deze juist? In dit onderzoek wordt er onder meer onderzoek gedaan naar deze vragen. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen relevant zijn omdat ze bijdragen aan theorieën over overtuigingskracht en angstaanjagende boodschappen. De uitkomsten van dit onderzoek kan een theoretische basis vormen voor het ontwerpen van overtuigende boodschappen in de praktijk, gericht op gezondheidscommunicatie en specifiek voor boodschappen gericht op rijden onder invloed. Daarnaast is uit eerder onderzoek gebleken dat een exemplar die zelf aan het woord is meer effect heeft en overtuigender is dan een geparafraseerde exemplar (Brosius & Bathelt, 1994; Gibson & Zilmann, 1998) maar dat er meer onderzoek nodig is om deze uitkomsten te onderbouwen (Hoeken et al, 2009). De resultaten van dit onderzoek kunnen in combinatie met eerdere literatuur gebruikt worden bij het ontwikkelen van gezondheidscampagnes om zo de ontvangers van de boodschap te overtuigen dat gedragsverandering een positieve invloed kan hebben op de eigen gezondheid en op gezondheid van anderen. Dit kan het geval zijn bij rijden onder invloed. Zoals eerder gesteld, is er in 15% van de verkeersongevallen drank in het spel en dat er jaarlijks 150 verkeersdeelnemers overlijden door rijden onder invloed (Openbaar Ministerie, 2012). Het is dus van belang om de nadelige gevolgen van rijden onder invloed te communiceren naar verkeersdeelnemers zodat het aantal deelnemers in het verkeer 6

8 die met een slok op achter het stuur zitten drastisch daalt. Hiermee zullen ook het aantal verkeersslachtoffers dalen. De vraag is echter: hoe kan op een zo effectief mogelijke manier gecommuniceerd worden wat de nadelige gevolgen zijn van rijden onder invloed? Dit geldt natuurlijk niet alleen voor rijden onder invloed. De resultaten kunnen ook toegepast worden op andere gebieden in de gezondheidscommunicatie, zoals stoppen met roken, overgewicht, het gebruik van voorbehoedsmiddelen om SOA s tegen te gaan en bescherming tegen de UV straling van de zon. Daarnaast zouden de uitkomsten van het onderzoek ook toegepast kunnen worden in andere gebieden van overtuigende communicatie. Hierbij kan gedacht worden aan overtuigende boodschappen gericht op producten of diensten. Om tot definitieve hypotheses te komen wordt in het volgende hoofdstuk het theoretisch kader gepresenteerd. Hierin wordt het EPPM van Witte (1992) uitgebreid besproken. Ook wordt er dieper ingegaan op het gebruik van exemplars en het gebruik van fear appeals in teksten. Het hoofdstuk sluit af met de hypothesen waarnaar onderzoek gedaan wordt. In het derde hoofdstuk worden de methodologische aspecten van het onderzoek besproken, zoals het materiaal, de proefpersonen en de opzet. In hoofdstuk 4 wordt de analyse van de uitkomsten van dit onderzoek gepresenteerd. Tot slot zal in hoofdstuk 5 de conclusie worden gepresenteerd en de hypothesen worden verworpen of aangenomen. Daarnaast wordt er een discussie gehouden over de uitkomsten van dit onderzoek. 7

9 Hoofdstuk 2. Theoretisch kader Naar aanleiding van de onderwerpen die in de inleiding naar voren zijn gekomen, zal in dit hoofdstuk een uiteenzetting worden gegeven over alle relevantie theorieën over overtuigingskracht, exemplars, en fear appeals. Daarnaast zal ook het EPPM van Witte (1992) worden beschreven omdat dit model een belangrijke basis vormt voor het onderzoek. Ten eerste wordt er besproken wat overtuigingskracht is en wat gezondheidscommunicatie inhoudt. Daarnaast wordt er ingegaan op het gebruik van fear appeals in gezondheidscommunicatie, waarbij eerst een definitie gegeven wordt van fear appeals voor dit onderzoek. Vervolgens worden er verschillende modellen besproken die eerder gebruikt zijn in persuasieve gezondheidscommunicatie en wordt er een link gelegd met het EPPM van Witte (1992). Dit is een veelgebruikt model in de gezondheidscommunicatie om de reactie van respondenten op fear appeals te voorspellen. Het EPPM wordt uitgelegd en op basis hiervan wordt uitgelegd wat de verwachtingen zijn met betrekking tot het toevoegen van fear appeals in gezondheidscommunicatie. Recent onderzoek over het EPPM wordt besproken, vooral gericht op individuele verschillen die invloed kunnen hebben op de uitkomsten van het EPPM. Vervolgens zal er ingegaan worden op het gebruik van exemplars in (overtuigende) communicatie. Om duidelijkheid te scheppen over wat een exemplar precies is, zal er eerst een definitie gegeven worden en zal vervolgens literatuur over exemplars uiteengezet worden. In de laatste paragraaf zal er vanuit de besproken theorieën worden aangegeven wat de hypotheses zijn voor het onderzoek. 2.1 Wat is overtuigingskracht? In dit onderzoek wordt er gekeken naar de overtuigingskracht van teksten waarin een fear appeal wordt gepresenteerd en waarbij een exemplar wordt gebruikt. Hierbij speelt de overtuigingskracht van de teksten een rol. Maar wat is overtuigingskracht eigenlijk? O Keefe (2002) stelt dat een definitie geven aan een bepaald concept een gebruikelijke manier is om een concept te verklaren. Echter, door definities te geven aan een concept kunnen er ook bepaalde elementen buitengesloten worden die in sommige gevallen wél toegevoegd kunnen worden aan een definitie en in andere gevallen minder gepast zijn. O Keefe (2002) geeft uiteindelijk een definitie die voor dit onderzoek ook geldt en waarbij alle elementen mijn inziens zijn verwerkt: Persuasion is a successful intentional effort at influencing another s mental state through communication in a circumstance in which the persuade has some measure of freedom. O Keefe (2002) beschrijft overtuiging dus als een succesvolle, opzettelijke inspanning om andermans gedachte te beïnvloeden door communicatie in bepaalde omstandigheden waarbij degene die overtuigd wordt vrijheid heeft om zelf te beslissen. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Overtuiging kan plaatsvinden als een persoon iemand anders wil overtuigen van zijn mening over een gebeurtenis. Overtuiging kan ook plaatsvinden op grotere schaal, bijvoorbeeld wanneer een commercieel bedrijf consumenten over wil halen om zijn product te kopen of zijn dienst af te nemen. In dit geval zal het gaan om overtuigende advertenties, teksten of video s waarbij op een zo creatief mogelijke wijze de consument wordt overtuigd tot een bepaalde handeling. Er zijn ook andere gevallen waarbij het hoofddoel van overtuiging niet is om klanten te winnen maar om ontvangers van een boodschap over te halen bepaald gedrag te vertonen. Een voorbeeld hiervan is een advertentie die zich richt op duurzaamheid, bijvoorbeeld om mensen te overtuigen groene stroom te nemen of om waterverspilling tegen te gaan. Een ander voorbeeld hiervan is het overtuigen van mensen om te doneren aan een goed doel, wat bijvoorbeeld in fondswervingbrieven wordt gedaan. Overtuigende communicatie heeft dus als doel om consumenten over te halen bepaald gedrag te vertonen. Dit is ook het geval bij gezondheidscommunicatie. Hieronder wordt besproken wat gezondheidscommunicatie inhoudt en op welke manier er geprobeerd wordt mensen ervan te overtuigen om bepaald gedrag te vertonen met betrekking tot hun gezondheid. 8

10 2.2 Wat is gezondheidscommunicatie? Zoals in paragraaf 2.1 beschreven is, is gezondheidscommunicatie een voorbeeld van communicatie waarbij het hoofddoel is om ontvangers van de boodschap over te halen om bepaald gedrag te vertonen. Witte & Allen (2000) noemen in hun artikel een aantal, zoals het gebruik van condooms om HIV/AIDS tegen te gaan, het stoppen met roken, het verminderen van alcohol tijdens het rijden, het promoten van flossen door tandartsen, het gebruik van zonnebrand om huidkanker tegen te gaan, het promoten van zelf controleren op borstkanker en het promoten van sporten. Dit zijn een aantal voorbeelden waarbij de communicatie is gericht op gedragsverandering van personen. In dit geval zit er minder vaak een commerciële gedachte achter de overtuiging maar is het aanbevolen gedrag in het voordeel van de ontvanger als hij of zij het gedrag uitvoert. Een persoon die niet rookt, niet drinkt, gezond eet en meer sport heeft minder kans op bijvoorbeeld longkanker of hart- en vaatziekten. Er is veel onderzoek gedaan naar overtuigingskracht in gezondheidscommunicatie. Waar is het op gericht en wat is het doel van deze vorm van communicatie? Bij persuasieve gezondheidscommunicatie wordt veel gebruik gemaakt van modellen om een theoretische basis te hebben achter bepaalde uitingen gericht op gezondheid. Eén daarvan is het gebruik van fear appeals. Een veel gebruikt model achter fear appeals is het EPPM van Witte (1992). In de volgende paragrafen zal een overzicht worden gegeven van de literatuur gericht op fear appeals, inclusief de definitie van fear appeals voor dit onderzoek, een beschrijving van theorieën en ander onderzoek gericht op fear appeals. 2.3 Fear Appeals Er wordt al sinds 1953 onderzoek gedaan naar fear appeals (Witte & Allen, 2000). Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende definities en modellen om fear appeal boodschappen zo effectief mogelijk te maken. In deze paragraaf wordt er besproken welke definities er worden gebruikt in de literatuur voor fear appeals en de definitie die gebruikt wordt voor dit onderzoek wordt gepresenteerd. Vervolgens wordt er op de verschillende modellen die gebruikt worden bij het opzetten van fear appeal boodschappen ingegaan, waaronder het EPPM van Witte (1992) Definitie Fear Appeals In de literatuur van de afgelopen jaren over fear appeals wordt gebruik gemaakt van verschillende definities. De meeste definities komen ongeveer overeen met elkaar. Elke definitie bevat dat een fear appeal een angstaanjagende boodschap bevat. Opvallend is echter dat niet elke definitie aangeeft dat het om een overtuigende boodschap moet gaan. Een voorbeeld hiervan is de definitie van Murray- Johnson et al. (2001): Fear appeal messages typically threaten audiences in an attempt to scare people into adopting the recommended responses. Ook in de definities van Dillar et al. (1996), Jansen et al. (2005) en Hertgers & Jansen (2006) wordt niet gesproken dat het over een overtuigende boodschap moet gaan. Wel wordt gedragsverandering genoemd in deze definitie van fear appeals. Hoewel er in de definitie van Hertgers & Jansen (2006) niet staat dat het om een overtuigende boodschap moet gaan, is dit mijn inziens een van de meest complete definitie: Fear appeals zijn boodschappen waarmee getracht wordt een positieve gedragsverandering bij de doelgroep te bereiken door ontvangers angst aan te jagen voor de onwenselijke gevolgen van continuering van hun bestaande gedrag. De enige definitie waarbij er gesproken wordt van een overtuigende boodschap is de definitie van Jansen, van Baal & Bouwmans (2006): A fear appeal is a persuasive communication attempting to arouse fear in order to promote precautionary motivation and self-protective action. 9

11 Als de definitie van Hertgers & Jansen (2006) en Jansen, van Baal & Bouwmans (2006) samengevoegd wordt, ontstaat de definitie voor fear appeals voor dit onderzoek: Een fear appeal is een overtuigende boodschap waarmee getracht wordt een positieve gedragsverandering bij de doelgroep te bereiken door ontvangers angst aan te jagen voor de onwenselijke gevolgen van continuering van hun bestaande gedrag Fear Appeal Modellen In het artikel van Witte & Allen (2000) worden de verschillende theorieën besproken die voorgangers zijn van het EPPM van Witte (1992): Drive Theories, Parallel Response Model en SEU Models. Wetenschappers begonnen met het ontwikkelen en gebruiken van drive theories, waarbij gesuggereerd wordt dat het niveau van opwekken van angst geproduceerd door een fear appeal, dient als een aansporing tot een bepaalde actie (Witte & Allen, 2000). Drive theories suggereerde dat er een U-vormige relatie was tussen angst en gedragsverandering maar deze onderstelling werd verworpen rond 1970 omdat er te weinig empirisch bewijs was voor de theorie. Witte & Allen (2000) geven in hun artikelen aan dat na 1970, Leventhal een ander model voorstelde: the Parallel Response/Process Model. Dit model suggereert dat fear appeals twee verschillende processen opwekken, namelijk danger control process en fear control process. Daarmee is dit model een voorganger van het uiteindelijke EPPM van Witte (1992). Leventhal slaagde er niet in om expliciet uit te leggen wanneer een van deze processen optrad, terwijl dat door Witte (1992) later wel gedaan werd. De laatste theorie die werd gebruikt voor het ontwerpen van fear appeal boodschap, komt samen in het concept SEU Models. In deze modellen werd een poging gedaan om in te schatten op een logische manier wat een fear appeal effectief maakt (Witte & Allen, 2000). In de theorie van Rogers, Protection Motivation Theory (PMT), werd voor het eerst gebruik gemaakt van de concepten severity, susceptibility, response efficacy en self-efficacy. Er zou een interactie zijn tussen deze verschillende dimensies maar ook voor deze theorie is geen empirisch bewijs gevonden dat de theorie werkt. Daarnaast slaagt PMT er niet in om te verklaren wanneer en hoe fear appeals slagen of falen. Echter, de concepten die Rogers presenteert in zijn model, vormen de basis van het EPPM van Witte (1992). Hieronder zal het EPPM van Witte (1992) besproken worden deze nu bekend is en gebruikt wordt door wetenschappers Het EPPM Het is een veel gebruikt model in de persuasieve gezondheidscommunicatie: het Extended Parallel Processing Model (EPPM) van Witte (1992). Dit model legt uit waarom en wanneer fear appeals effectief zijn in communicatie. Fear appeals zijn boodschappen die ontworpen zijn bij om de ontvanger van de boodschap angst aan te jagen (Witte, 1992). In haar artikel maakt Witte (1992) onderscheid tussen vier verschillende elementen die invloed hebben op de uiteindelijke processen die optreden wanneer een ontvanger blootgesteld wordt aan een angstaanjagende boodschap. Witte (1992) beschrijft dat de perceived threat en de perceived efficacy invloed hebben op de mate van angst van de respondenten bij het zien van een angstaanjagende boodschap. De perceived threat bestaat uit susceptibility en severity. Wanneer de overtuiging bestaat dat de bedreiging die in een boodschap wordt gepresenteerd ook voor de ontvanger geldt, heeft men het over susceptibility. Wanneer de overtuiging bestaat dat de bedreiging die wordt gepresenteerd ernstig is, gaat het over severity. De perceived efficacy bestaat uit self-efficacy en response efficacy. Self-efficacy is de mate waarin het vertrouwen bestaat dat de ontvanger van de boodschap de gegeven maatregel uit kan voeren. Response efficacy is de mate waarin het vertrouwen bestaat dat de maatregel die wordt voorgesteld ook daadwerkelijk werkt om het ongewenste effect tegen te gaan. 10

12 Figuur 2.1: Extended Parallel Processing Model van Witte (1992) Er kunnen drie verschillende processen plaatsvinden bij het zien van een angstaanjagende boodschap (Witte, 1992). Als de bedreiging die wordt gepresenteerd niet ernstig genoeg is, dan is de perceived threat laag en zal er geen reactie zijn op de boodschap. Hierbij spelen individuele verschillen een rol. Als een tekst over rijden onder invloed met een fear appeal wordt voorgelegd aan een persoon die geen rijbewijs heeft en niet drinkt, zal de perceived threat laag zijn omdat de advertentie voor hem niet beangstigend zal zijn. Het tweede proces wat plaats kan vinden is wanneer de perceived threat hoog genoeg is voor de ontvanger maar waarbij de ontvanger geen hoge perceived efficacy heeft. De ontvanger gelooft dan wel dat de bedreiging ernstig is en dat de bedreiging ook voor zichzelf geldt, maar hij gelooft niet dat de gegeven maatregel werkt en/of dat hij zelf in staat is om de maatregel uit te voeren. In dat geval zal de ontvanger de boodschap verwerpen en zijn angst proberen weg te stoppen, wat door Witte (1992) aangegeven wordt als fear control process. Bij het ontwerpen van een overtuigende boodschap is een gunstige uitkomst als de ontvanger wat met een gegeven maatregel doet in plaats van de boodschap negeren, wat in het geval van fear control process het geval is. Het derde proces wat plaats kan vinden is wanneer de perceived threat hoog genoeg wordt geacht door de ontvanger en waarbij de perceived efficacy ook hoog is. De ontvanger gelooft dus dat de bedreiging die gepresenteerd wordt ernstig is en dat deze ook voor hem geldt. Daarnaast gelooft hij ook dat de gegeven maatregel werkt en dat hij in staat is om de maatregel uit te voeren. In dit geval zal de ontvanger de boodschap accepteren en zal maatregelen nemen om de bedreiging te minimaliseren. Witte (1992 ) noemt dit danger control process. Met dit proces heeft de fear appeal in de boodschap zijn doel bereikt, omdat er een gedragsverandering plaats vindt bij de ontvanger, wat zijn gezondheid ten goede kan komen. Zoals al aangegeven is, is message acceptance van een bepaalde boodschap dus gewenst omdat het danger control process zorgt voor positieve gedragsverandering bij de ontvanger. In dit onderzoek zal er dan ook gekeken worden naar de invloed van een fear appeal op message acceptance. Er zal dus gekeken worden naar de gepresenteerde bedreiging, de geloofwaardigheid van de gepresenteerde maatregel, of de ontvanger van de boodschap denkt dat hij de maatregel uit kan voeren en in welke 11

13 mate de boodschap angst aanjaagt. In dit onderzoek wordt verschil gemaakt tussen een exemplar waarbij een persoon slaagt dan wel faalt om het gewenste gedrag uit te voeren. Dit kan invloed hebben op de perceived self-efficacy van een respondent. Uit het onderzoek van Hoeken & Geurt (2005) blijkt dat als de persoon in de exemplar erin slaagt om een voorgestelde maatregel uit te voeren, de self-efficacy hoger ligt bij de respondenten Individuele effecten op EPPM Witte (1992) zegt in haar artikel dat individuele verschillen invloed hebben op de verwerking van de fear appeal boodschap. Ze geeft aan dat er geen directe invloed is van verschillende persoonlijkheden op de angstbeleving bij een fear appeal. Zoals in de afbeelding aangegeven wordt aan de hand van de pijlen, gelooft Witte dat er alleen er alleen een indirecte invloed is van individuele persoonlijkheden op angst. Figuur 2.2: Extended Parallel Processing Model van Witte (1992) met indicatie indirecte invloed Er zijn echter ook onderzoeken uitgevoerd waarbij is aangetoond dat individuele verschillen wel degelijk rechtstreeks effect hebben op andere variabelen van het EPPM, zoals hieronder met pijlen aangegeven in het EPPM. De individuele verschillen kunnen dus rechtstreeks invloed hebben op bijvoorbeeld de perceived efficacy of perceived threat en daarmee op danger control process of fear control process. 12

14 Figuur 2.3: Extended Parallel Processing Model van Witte (1992) met indicatie directe invloed Witte & Allen (2000) hebben een meta-analyse uitgevoerd naar de interactie-effecten van fear appeals en persoonlijke kenmerken van de ontvangers waarvoor zij 13 verschillende onderzoeken hebben gebruikt. Volgens Witte & Allen (2000) geven de resultaten geen aanleiding om veel invloed te verwachten van individuele verschillen op variabelen van het EPPM. Zowel voor het persoonskenmerk angstigheid als variabelen als geslacht, leeftijd of culturele afkomst wordt geen invloed verwacht. Er is echter één uitzondering die gemaakt wordt door Witte & Allen (2000) voor het persoonlijke kenmerk need for cognition. Hiermee wordt bedoeld dat de mate waarin een persoon het leuk vindt om bijvoorbeeld raadsels op te lossen effect heeft op de verwerking van een fear appeal boodschap. Deze informatie komt uit het onderzoek van Stout & Sego (1994). Deze uitkomst wordt ondersteund door het onderzoek van Ruiter et al. (2004). Zij verwachten dat ontvangers van een boodschap met een fear appeal met een hoge need for cognition eerder geneigd zijn tot een cognitieve reactie dan ontvangers met een lage need for cognition. Zij verwachten dus een directe invloed van een persoonskenmerk. In hun onderzoek hebben zij aangetoond dat dit ook het geval is, waarmee zij de uitkomsten van Stout & Sego (1994) ondersteunen. In het artikel van Hertgers & Jansen (2006) beschrijven zij ook een onderzoek naar individuele verschillen die invloed kunnen hebben op de uitkomst van het EPPM. Zij hebben gekeken naar persuasieve gezondheidsboodschappen met een fear appeal gericht op obesitas onder jongeren in het voortgezet onderwijs. Een belangrijke variabele in het onderzoek was consequentiebetrokkenheid. Dit is geoperationaliseerd als het oordeel over het eigen gewicht van de respondenten. Uit het onderzoek is gebleken dat consequentiebetrokkenheid een positieve correlatie heeft met de fear appeal variabelen perceived susceptibility, perceived threat, fear arousal en perceived response efficacy. Daarnaast vonden Hertgers & Jansen dat er een positief verband is op de variabele danger control omdat consequentiebetrokkenheid positief samen bleek te hangen met de door de ontvanger ingeschatte kans dat het eigen eetgedrag door de gepresenteerde poster zou worden beïnvloed. Hertgers & Jansen (2006) geven echter aan dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar de effecten bij de verwerking van fear appeal boodschappen van individuele kenmerken als need for cognition en consequentiebetrokkenheid. 13

15 Culturele oriëntatie is een ander individueel kenmerk waar veel onderzoek naar is gedaan. Murray- Johnson et al. (2001) hebben gekeken naar het doelwit van de fear appeal en de mate waarin culturele oriëntatie een rol speelt. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen een zogenoemde familytargeted threat en een self-targeted threat. Voor hun onderzoek hebben ze twee teksten opgesteld waarbij een exemplar (Jenny) is overleden aan AIDS. In de ene tekst is Jenny het slachtoffer omdat zij degene is die is overleden aan AIDS. In de andere tekst is de familie het slachtoffer omdat zij volgens de tekst psychologische en emotionele marteling ondergaan sinds de dood van Jenny omdat ze AIDS had. Een deel van de tekst was: Jenny experienced a lot of physical pain, but it was nothing compared to the psychological and emotional torture her family and friends had to endure because she got AIDS. Her boyfriend Rick suffered from the gossip about his AIDS girlfriend. He was humiliated and ridiculed. De respondenten voor dit onderzoek waren Amerikaanse en Taiwanese studenten. Uit het model van Hofstede werd opgemaakt dat de Amerikaanse respondenten individualistisch zijn en de Taiwanese studenten collectivistisch. Hierdoor werd verwacht dat de Amerikaanse studenten meer angst zouden voelen bij de self-targeted threat en de Taiwanese studenten meer angst zouden voelen bij de family-targeted threat. Uit het onderzoek bleek echter dat de Amerikaanse studenten meer collectivistisch waren ingesteld dan de Taiwanese. Zij bleken juist meer individualistisch ingesteld dan verwacht werd door Murray-Johnson et al. (2001). Zij concluderen echter wel dat er een significant verschil is tussen culturele oriëntatie en de mate waarin een boodschap angst aanjaagt met betrekking tot angst voor HIV/AIDS, ondanks dat de verschillen tussen het model van Hofstede en de uitkomsten met betrekking tot collectivistisch en individualistisch niet verklaard kunnen worden. Volgens Jansen et al. (2007) schortte er veel aan het onderzoek van Murray-Johnson et al. (2001). Zij beargumenteren dat het meetinstrument voor culturele oriëntatie waarschijnlijk niet valide is geweest waardoor de uitkomsten voor de Amerikaanse en Taiwanese respondenten niet overeen komen met het model van Hofstede. Daarnaast was de manipulatie van de tekst in hun ogen niet geslaagd omdat het moeilijk is in te denken dat respondenten dachten dat de ene tekst meer gericht was op het leiden van de familie dan op het leiden van Jenny. In navolging van Murray-Johnson et al. (2001) hebben zij een replicatiestudie uitgevoerd. Ze hebben dezelfde teksten gebruikt als Murray-Johnson en twee extra meetinstrumenten gebruikt voor culturele oriëntatie, namelijk idiocentrism en allocentrism, zoals werd voorgesteld in de aanbevelingen van Murray-Johnson et al. (2001). Het onderzoek is uitgevoerd onder studenten in Nederland, Spanje en Zuid-Afrika. Na het exact uitvoeren van het onderzoek dat Murray-Johnson et al. (2001) hadden gedaan, kwamen zij echter niet tot dezelfde conclusie. Geen van de interacties tussen het doel van de dreiging en culturele oriëntatie werd gevonden, terwijl Murray- Johnson et al. (2001) die effecten wel vonden. Wederom gebruiken zij hiervoor de verklaring dat de teksten tekort deden en dat er de meting voor culturele oriëntatie niet valide is. Een ander onderzoek waarbij gekeken is naar culturele oriëntatie met betrekking tot fear appeals is het onderzoek van Jansen, Hoeken, Ehlers & van der Slik (2008). Zij onderzochten het verschil tussen Afrikaanse en Westerse opvattingen met betrekking tot HIV/AIDS. Zij hebben 40 negatieve effecten van HIV en AIDS voorgelegd en 10 mogelijke maatregelen om HIV en AIDS te voorkomen. Aan de respondenten werd gevraagd om een indicatie te geven van de perceived severity, response efficacy en self-efficacy. De statements die werden gepresenteerd waren vooraf verkregen uit een pilot study. Uit het onderzoek bleek dat Afrikaanse respondenten meer angst voelen bij specifieke negatieve consequenties van HIV of AIDS zoals afwijzing door familie en het teleurstellen van (groot)ouders. Westerse respondenten voelen meer angst bij het vertellen van vrienden en hun vriend/vriendin. Daarnaast zijn ze bang dat anderen geen fysiek contact meer met hen willen en dat ze hun problemen met medisch personeel zouden moeten bespreken. Daarnaast waren er significant hogere uitkomsten bij verschillende maatregelen om HIV of AIDS te voorkomen. Westerse respondenten vonden maatregelen als geen condoom geen seks, trouw zijn aan een vaste partner, het uitstellen van sex en wachten tot het huwelijk, effectieve maatregelen om geen HIV of AIDS op te lopen. Afrikaanse respondenten daarentegen vonden het bidden tot God een goede maatregel om HIV of AIDS te voorkomen. 14

16 Zoals in deze paragraaf beschreven is, is er relatief weinig onderzoek gedaan naar culturele oriëntatie op fear appeals. De uitkomsten van onderzoeken verschillen veel van elkaar en elk artikel sluit af met dezelfde aanbeveling: meer onderzoek is nodig om empirisch bewijs te hebben voor een dan wel niet aanwezige invloed van culturele oriëntatie op de mate waarin een boodschap angst aanjaagt Toevoegen van plaatjes bij fear appeals Naast onderzoek naar individuele verschillen die invloed kunnen hebben op de uitkomst van het EPPM bij een fear appeal boodschap, is er ook onderzoek gedaan naar het toevoegen van angstaanjagende plaatjes aan een fear appeal. Dit is uitgevoerd door Jansen, van den Berg, Buurman & Smits (2005) naar aanleiding van een plan om waarschuwingen op verpakkingen van sigaretten en andere rookwaren effectiever te maken door angstaanjagende plaatjes toe te voegen. In het onderzoek is gekeken naar de effecten die worden verwacht als er een impliciet of expliciet angstaanjagend plaatje aan de boodschap is toegevoegd. In het onderzoek is gebruikt gemaakt van al bestaande teksten op rookwaar, zoals Roken kan leiden tot een langzame, pijnlijke dood en Roken kan het sperma beschadigen en vermindert de vruchtbaarheid. Hier zijn expliciete plaatjes aan toegevoegd, zoals een beschadigd gebit, maar ook impliciete plaatjes, zoals een vrouw die een lege kinderwagen duwt. Uit de resultaten blijkt dat er geen significante effecten op de variabelen perceived susceptibility en fear arousal zijn gevonden. Er zijn echter wel significante effecten gevonden voor de variabelen perceived severity, danger control mode en fear control mode. De versies met zowel tekst als een afbeelding scoren op deze drie variabelen hoger dan de versies met alleen tekst. De duidelijkste effecten op gedragsintenties werden gevonden voor de versies met zowel tekst als een afbeelding, waarbij de afbeelding een expliciete illustratie is Andere emotionele reactie bij het gebruik van fear appeals Een ander onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van fear appeals is het onderzoek van Dillard et al. (1996). Hoewel het onderzoek redelijk gedateerd is, is het toch de moeite waard om het te bespreken omdat het interessante uitkomsten heeft met betrekking tot de variabele message acceptance van het EPPM. Dillard et al. (1996) hebben een onderzoek uitgevoerd om na te gaan welke affectieve reacties, andere dan angst, door fear appeals worden opgeroepen in een gezondheidsboodschap gericht op HIV/AIDS. Het gaat hier om zes verschillende basisemoties: verrassing, raadselachtigheid, geluk, angst, boosheid en verdriet. Uit de gegevens blijkt dat er verschillende affectieve reacties werden opgeroepen, die voornamelijk message acceptance voorspellen. Geluk, boosheid en verdriet hadden geen significante uitkomsten dus deze hadden geen invloed op message acceptance. Angst, verrassing en raadselachtigheid hadden wel significante uitkomsten maar niet allen positief. Angst en verrassing hebben een positieve uitkomst op message acceptance. Raadselachtigheid correleerde negatief met message acceptance. Er wordt dus aangeraden geen raadselachtige elementen toe te voegen aan een fear appeal. De meest effectieve boodschap, concluderen Dillard et al. (1996), is een boodschap die tot angst en verrassing leidt, maar die niet raadselachtig is. 2.4 Verschillende soorten evidentie Om ontvangers van een boodschap of uiting te overtuigen dat de informatie in een boodschap waar is, wordt er gebruik gemaakt van verschillende soorten evidentie. Rieke en Sillars (1984) geven aan dat er vier soorten evidentie zijn, namelijk anekdotische, statistische, causale en expert evidentie. Ook geven zij definities voor evidentie die vele jaren later nog gebruikt worden (Hoeken & Hustinx, 2002; Hornikx, 2005; Hoeken, 2001). Anekdotische evidentie bestaat uit een beschrijving van een specifiek exemplaar, statistische evidentie bestaat uit een numerieke beschrijving van een serie van verschillende exemplaren, causale evidentie bestaat uit een verklaring voor het voorkomen van een bepaald effect en expert evidentie bestaat uit een verklaring van een expert (Rieke en Sillars, 1984). In navolging van Rieke en Sillars (1984) hebben Baesler & Burgoon (1994) onderzoek gedaan naar de overtuigingskracht van verschillende evidentie vormen. Zij onderzochten statistische en 15

17 anekdotische evidentie. Uit hun meta-analyse blijkt dat in dertien van de negentien onderzoeken anekdotische evidentie overtuigender is dan statistische evidentie. Echter, zij merken op dat de anekdotische evidentie vaak langer, begrijpelijker en levendiger was dan statistische evidentie. Uit nader onderzoek bleek dat, mits de levendigheid van de evidentie constant werd gehouden, juist de statistische evidentie overtuigender bleek dan de anekdotische evidentie. Dit is echter in tegenspraak met de uitkomt van Brosius & Bathelt (1994), die uit hun onderzoek concluderen dat levendigheid van een tekst geen invloed heeft op overtuigingskracht. Zij hebben echter vijf verschillende experimenten uitgevoerd waarin wel naar voren kwam dat het gebruik van exemplars een sterker effect had op de attitude van mensen, oordelen en ideeën over een bepaalde kwestie dan wanneer er alleen statistische informatie wordt gegeven, zoals polls of percentages. Dit is in tegenspraak met Hornikx (2005), die na het analyseren van 14 verschillende onderzoeken met betrekking tot verschillende vormen van evidentie de conclusie heeft getrokken dat zowel statische als causale en expert evidentie overtuigender is dan anekdotische evidentie. Dit betekent dat anekdotische evidentie dus het minst overtuigend is van de vier verschillende vormen van evidentie die Rieke en Sillars (1984) als Hornikx (2005) hebben aangegeven. Dit sluit aan bij de uitkomsten van Baesler & Burgoon (1994). 2.5 Exemplars Zoals in paragraaf 2.4 is aangegeven, is er veel onderzoek gedaan naar verschillende vormen evidentie. Hornikx (2005) heeft in de meta-analyse echter één vorm van evidentie niet meegenomen, namelijk exemplars. Deze vorm van evidentie lijkt heel veel op anekdotische evidentie omdat er een beschrijving wordt gegeven van een bepaalde situatie van een persoon die representatief is voor een grote groep (Hoeken et al., 2009). Echter, Hoeken et al (2009) geven aan dat er een verschil is tussen anekdotische evidentie en exemplars. Anekdotische evidentie bestaat slechts uit één of twee zinnen, terwijl exemplars langer en uitgebreider zijn. In de artikelen van Hornikx (2005), Rieke en Sillars (1984) en Brosius & Bathelt (1994) wordt niet gesproken over de lengte van anekdotische evidentie waardoor niet op te maken is uit deze artikelen of anekdotische evidentie gelijk is aan exemplars of verschillend. In dit onderzoek is gekozen om de redenering van Hoeken et al (2009) te volgen. Hiermee wordt bedoeld dat anekdotische evidentie slechts uit één of twee zinnen bestaat, terwijl exemplars langer en uitgebreider zijn. Er is in andere onderzoeken niet gesproken over de lengte van anekdotische evidentie dus kan er niet gezegd worden dat exemplars gelijk zijn aan anekdotische evidentie. De literatuur die in het verdere literatuuronderzoek besproken wordt, is dan ook gericht op literatuur waarin exemplars worden genoemd en niet anekdotische evidentie. Ook is er gekeken naar literatuur waarbij synoniemen zijn gebruikt voor exemplars, zoals exemplifying, exemplification, episodic information, narratieve evidentie en direct quotes. In deze paragraaf wordt de definitie gegeven die gebruikt wordt in dit onderzoek. Verder wordt er in deze paragraaf dieper ingegaan op het gebruik van exemplars in overtuigende communicatie. Hoe overtuigend zijn exemplars eigenlijk? En hoe worden exemplars gemanipuleerd om ontvangers van boodschappen te overtuigen? Definitie exemplars In vele onderzoeken naar het gebruik van exemplars is gebruik gemaakt van verschillende definities. Het verschilt van korte definities zoals een exemplar is een anekdotische narrative over individuals (Jansen et al,2005) tot lange definities als an exemplar is a relatively short story in which the experiences of a (real or fictious) person are described and that is used to illustrate a more general phenomenon (Hoeken & Geurts, 2005). Zoals O Keefe (2002) aangeeft in zijn boek is dat een definitie van een concept een gebruikelijke manier is om een concept te verklaren maar dat er daardoor ook bepaalde elementen buitengesloten kunnen worden die in sommige gevallen wél toegevoegd kunnen worden aan een definitie en in andere gevallen minder gepast zijn. Zoals uit de 16

De rol van consequentiebetrokkenheid bij de verwerking en het resultaat van fear appeal boodschappen in de obesitasvoorlichting

De rol van consequentiebetrokkenheid bij de verwerking en het resultaat van fear appeal boodschappen in de obesitasvoorlichting De rol van consequentiebetrokkenheid bij de verwerking en het resultaat van fear appeal boodschappen in de obesitasvoorlichting Suzan Hertgers & Carel Jansen In dit onderzoek werd de invloed bestudeerd

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Interventie overgewicht bij studenten

Interventie overgewicht bij studenten Interventie overgewicht bij studenten Experiment naar het effect van fear appeals op het geïntendeerde gedrag van studenten met betrekking tot ontbijten Désirée Boerema (s1810898) Dr. J. C. Hartogslaan

Nadere informatie

Onzichtbare voice-over in beeld

Onzichtbare voice-over in beeld Onzichtbare voice-over in beeld Een explorerend onderzoek naar de vormgeving van de documentaire in afstemming op het publiek met betrekking tot de onzichtbare voice-over in tekst en beeld Masterscriptie

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering

Nadere informatie

Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design.

Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design. Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design. Fleur Bukman User Experience Design - Seminar CMD - jaar 3 Studentnummer: 1618817 Docent: Hans Kemp Mei 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding 3

Nadere informatie

Bachelorwerkstuk Fear appeals in Zuid-Afrika

Bachelorwerkstuk Fear appeals in Zuid-Afrika Bachelorwerkstuk Fear appeals in Zuid-Afrika Wieneke Gommers Nijmegen, 5 juli 2004 Begeleider: Prof. Dr. C. Jansen Bedrijfscommunicatie, Katholieke Universiteit Nijmegen Inhoudsopgave 1. Achtergrond en

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

"Niet jij, zij!" Onderzoek naar de verwerking van indirecte fear appeals in communicatie over telefoon- en alcoholgebruik achter het stuur.

Niet jij, zij! Onderzoek naar de verwerking van indirecte fear appeals in communicatie over telefoon- en alcoholgebruik achter het stuur. "Niet jij, zij!" Onderzoek naar de verwerking van indirecte fear appeals in communicatie over telefoon- en alcoholgebruik achter het stuur. Masterscriptie Persuasieve Gezondheidscommunicatie Dr. W. Vuijk

Nadere informatie

Eerste- en tweedehands ervaringen

Eerste- en tweedehands ervaringen Eerste- en tweedehands ervaringen Een onderzoek naar het verschil tussen het gebruik van eigen- en andermans ervaringen in narratieve fear appeals Masterscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen? Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Look! Inspire : De schaduw kant van verslavende middelen Daan Hermans G&I 1B

Look! Inspire : De schaduw kant van verslavende middelen Daan Hermans G&I 1B Look! Inspire : De schaduw kant van verslavende middelen Daan Hermans G&I 1B 1 Inhoudsopgave Inleiding.. 3 Tijdlijn verzameling..4 week 1 & 2..4 week 3 & 4..5 week 5 & 6..6 week 7...7 De verwerkingskeuze....7

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie 2.1 Kernboodschap De kernboodschap is dat Engelstalige advertenties slechter worden gewaardeerd, maar beter worden onthouden dan hun Nederlandstalige

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Carel Jansen, Jos van Baal en Eefje Bouwmans. 1. Inleiding. Samenvatting

Carel Jansen, Jos van Baal en Eefje Bouwmans. 1. Inleiding. Samenvatting Carel Jansen, Jos van Baal en Eefje Bouwmans Angst in voorlichtingsteksten Een replicatieonderzoek naar de effecten van afstemming van fear appeals over HIV/AIDS op de culturele oriëntatie van de lezers

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Fear appeals en shock appeals: een sterke combinatie?

Fear appeals en shock appeals: een sterke combinatie? Fear appeals en shock appeals: een sterke combinatie? Een onderzoek naar de persuasieve effectiviteit van fear appeals en shock appeals in gonorroevoorlichting en de rol van emoties bij de verwerking van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Fear appeals Informatie bevat vaak onbewust al persuasieve

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN Gratis PDF Beschikbaar gesteld door vlewa.nl Geschreven door Bram van Leeuwen Versie 1.0 INTRODUCTIE Welkom bij deze gratis PDF! In dit PDF

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

9 Communicatie-tools. voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie

9 Communicatie-tools. voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie 9 Communicatie-tools voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie Maar één persoon Je hebt maar een persoon nodig om nieuwe ervaringen te introduceren VOORWOORD Geen enkel

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Na het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken.

Na het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken. Je hebt naar de Mythbusters video praten tegen planten gekeken. Het Mythbusterteam doet in deze video onderzoek naar de invloed van praten op de kiemsnelheid en groeisnelheid van planten. De Mythbusters

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht

Nadere informatie

Het effect van humor in bedreigende gezondheidscommunicatie

Het effect van humor in bedreigende gezondheidscommunicatie Het effect van humor in bedreigende gezondheidscommunicatie Radboud Universiteit Faculteit: Letteren Master: Communicatie en Beïnvloeding Cursus: Masterscriptie Communicatie en Beïnvloeding- LETCIW401

Nadere informatie

Communiceren met de achterban

Communiceren met de achterban 1 Communiceren met de achterban Je wilt weten hoe je het beste communiceert met de achterban. Je wilt direct aan de slag en snel resultaten. Je hebt een hoe-vraag. Zoals iedereen. Maar als je werkelijk

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Jongeren van de drank af

Jongeren van de drank af Jongeren van de drank af Een onderzoek naar het effect van humor op de overtuigingskracht van bedreigende voorlichtingsboodschappen over alcoholgebruik Masterscriptie Communicatie & Beïnvloeding Student:

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Eindwerkstuk Communicatie en Informatiewetenschappen. Studentnummer: 3660575

Universiteit Utrecht Eindwerkstuk Communicatie en Informatiewetenschappen. Studentnummer: 3660575 Maakt de bron het verschil? Een experimenteel onderzoek naar de invloed van evidentie en brontype op de overtuigingskracht van een gesproken, audiovisuele boodschap Universiteit Utrecht Eindwerkstuk Communicatie

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014 Growth & Reflection Growth & Reflection Opleverdatum: 18 juni 2014 Multimediaal Reclamebureau 2013/2014 Inleiding Er zit alweer een half jaar bij MMR op en ik heb weer veel nieuwe dingen geleerd en nieuwe

Nadere informatie

Samen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan

Samen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan Project: Communicatieplan Smokeless Nathalie Kooiman, 0863131 Charlotte Voorn, 0847183 Wendy Lanser, 0862815 Rowan Lens, 0857190 CDM1A Hogeschool Rotterdam Rowan Lens - CDM1A - Hogeschool Rotterdam 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie April 2012 Concrete tips voor effectieve interne communicatie Amsterdam, augustus 2012 Geloofwaardige interne communicatie Deze white

Nadere informatie

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld, M. Heijmans, NIVEL, augustus 2013) worden gebruikt.

Nadere informatie

Conversie Plan Kids In Movement

Conversie Plan Kids In Movement Conversie Plan Kids In Movement 1 Inhoud Opgave Inleiding 3 Conversie Doelen 4 Overtuiging principes 5 Triggers 6 Conversieplan 7 Conversie Meten 8 Planning 9 2 Inleiding Het document is geschreven om

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Inhoud. Bijlage A: Ingevulde vragenlijsten 1-80 Bijlage B: Ingevulde vragenlijsten

Inhoud. Bijlage A: Ingevulde vragenlijsten 1-80 Bijlage B: Ingevulde vragenlijsten Inhoud 1. Inleiding Blz. 1 2. Theoretisch kader Blz. 2 2.1 Argumentatietype Blz. 3 2.2 Aantal argumenten Blz. 4 3. Methode Blz. 4 3.1 Design Blz. 4 3.2 Materiaal Blz. 4 3.2.1 Bronnen Blz. 5 3.2.2 Manipulatie

Nadere informatie

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd 1 27-07-2011 13:42:29

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd 1 27-07-2011 13:42:29 ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN Folder Alcohol en opvoeding.indd 1 27-07-2011 13:42:29 ALCOHOL EN OPVOEDING Als kinderen naar het voortgezet

Nadere informatie

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument - Marieke van Westerlaak 2007 - 1. Inleiding Libelle Idee, Libelle Balans, Libelle

Nadere informatie

Feedback voor gevorderden. 14 april 2015 Opleidingssymposium OOR Leiden Monica van de Ridder Yolande van der Meulen

Feedback voor gevorderden. 14 april 2015 Opleidingssymposium OOR Leiden Monica van de Ridder Yolande van der Meulen Feedback voor gevorderden 14 april 2015 Opleidingssymposium OOR Leiden Monica van de Ridder Yolande van der Meulen Introductie Doelen vanmiddag Omgaan met negatieve feedback Omgaan met weerstanden Oefenen

Nadere informatie

RESEARCH & DESIGN. keuzeonderzoeken. Verwondering: het begin van wetenschap. klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A:

RESEARCH & DESIGN. keuzeonderzoeken. Verwondering: het begin van wetenschap. klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A: RESEARCH & DESIGN klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A: Verwondering: het begin van wetenschap keuzeonderzoeken locatie Mariënburg, Leeuwarden Research & Design Project: Verwondering: het begin

Nadere informatie

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers 1. Bepaal uw standpunt. Eenduidigheid over de regels bij beide ouders is cruciaal. Tips: Kies als ouders samen regels voor het gezin. Bepaal als ouders vooraf

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Vanjezelfhouden.nl 1

Vanjezelfhouden.nl 1 1 Kan jij van jezelf houden? Dit ontwerp komt eigenlijk altijd weer ter sprake. Ik verbaas mij erover hoeveel mensen er zijn die dit lastig vinden om te implementeren in hun leven. Veel mensen willen graag

Nadere informatie

Meting september 2013

Meting september 2013 Meting september 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl Donateursvertrouwen daalt in tegenstelling tot consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief.

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief. www.ihots.nl Doel Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief Spel Alle spellen Gebruik deze spiekbrief telkens wanneer je een spel start in de ihots app. Laat je inspireren door de

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Onderzoek Alcohol en Zwangerschap

Onderzoek Alcohol en Zwangerschap Pagina 1 Onderzoek Alcohol en Zwangerschap Juni 2011 - Nieuwsbrief Nr 3 Beste verloskundige en assistente, Dit is de derde nieuwsbrief over het onderzoek Alcohol en Zwangerschap van het Nederlands Instituut

Nadere informatie

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A INLEIDING Ik heb vandaag een cadeautje meegenomen. Niet voor jullie, maar voor mijzelf. Het cadeautje staat voor de verrassingen

Nadere informatie

Een kwalitatieve analyse van het transmedia storytelling project Verhalen voor onder je kussen. Baukje Stinesen en Reint Jan Renes

Een kwalitatieve analyse van het transmedia storytelling project Verhalen voor onder je kussen. Baukje Stinesen en Reint Jan Renes Een kwalitatieve analyse van het transmedia storytelling project Verhalen voor onder je kussen Baukje Stinesen en Reint Jan Renes Doel van het onderzoek Het vergroten van inzicht in de manier waarop jongeren

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30 15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID CSE GL EN TL NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een tekstboekje. Dit examen

Nadere informatie

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector 6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector Hoe kun je dienstverleners het beste betrekken bij klantonderzoek? Ik ben de afgelopen jaren onder de indruk geraakt van een specifieke vorm van 3 e generatie

Nadere informatie

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT INZETBAARHEIDS ASSESSMENT Hoe werkt dat? INSTRUCTIE: Vragenlijst: Dit is een vragenlijst die is gemaakt om een beeld te krijgen van je inzetbaarheid. Het is hierom belangrijk dat je de vragenlijst zo eerlijk

Nadere informatie

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand.

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Theoretische achtergrond: - Miller en Rollnick De motivering van cliënten en het verminderen van weerstand zijn centrale thema's.

Nadere informatie

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Ariane Cuenen Kris Brijs Tom Brijs Karin van Vlierden Stijn Daniëls Overzicht 1. Inleiding Programma

Nadere informatie

NOOIT GENOEG DE KWETSBAARHEID VAN

NOOIT GENOEG DE KWETSBAARHEID VAN TEKST: Annick Geets DE KWETSBAARHEID VAN NOOIT GENOEG Kwetsbaarheid is niet een kwestie van winnen of verliezen, maar een kwestie van inzien en accepteren dat beide bij het leven horen. Een kwestie van

Nadere informatie

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory Pagina 1 van 7 BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory Voorafgaand aan het gebruik van de BECCI checklist: Maak a.u.b. gebruik van de toegevoegde handleiding met een gedetailleerde uitleg over hoe

Nadere informatie

Duurzaamheidk. Denken en doen over groente Duurzaamheidkompas meting #12 Mei 2014

Duurzaamheidk. Denken en doen over groente Duurzaamheidkompas meting #12 Mei 2014 Duurzaamheidk mpas Denken en doen over groente Duurzaamheidkompas meting #12 Mei 2014 Inleiding Het Duurzaamheidkompas Antwoord op duurzaamheidvragen In deze tijd van milieu-, klimaat-, voedsel- en economische

Nadere informatie

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN 10.2.9 Andere verbanden Soms worden ook nog de volgende verbanden onderscheiden: 1 toelichtend verband (komt sterk overeen met het uitleggend verband) 2 argumenterend verband 3 verklarend verband Deze

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Airmax. De verpakking:

Airmax. De verpakking: Airmax Eerder heb ik een review geschreven over The Turbine, een soort van neusplug die er voor zorgt dat je neus (meer) open blijft staan tijdens het sporten waardoor je meer zuurstof krijgt. Nu is er

Nadere informatie

Handleiding Sollicitatiebrief

Handleiding Sollicitatiebrief Handleiding Sollicitatiebrief 1. De gerichte sollicitatiebrief Met een gerichte sollicitatiebrief reageer je op een advertentie waarin een werkgever een vacature vermeldt. Voorafgaand aan het schrijven

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Onderzoek Hoe homotolerant is Holland?

Onderzoek Hoe homotolerant is Holland? Onderzoek Hoe homotolerant is Holland? 16 mei 2013 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 13 tot 15 mei 2013, deden 2.415 jongeren mee. Hiervan zijn er 649 homo, lesbisch of bi. De uitslag

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie