De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

Transcriptie

1 1/15 De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer Beraadslaging STAT nr 32/2010 van 13 oktober 2010 Betreft: aanvraag tot machtiging van de onderzoeksgroep Economie en Overheid, Centrum voor Economische Studiën, van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de K.U.Leuven om vanwege de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie mededeling te verkrijgen van gecodeerde studiegegevens betreffende de cross-sectionele SILC (gegevens 2006 t.e.m. 2009) in het kader van het FLEMOSI project (STAT/MA/2010/034) De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie"); Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek (hierna "wet openbare statistiek"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"); Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "koninklijk besluit van 13 februari 2001"); Gelet op het koninklijk besluit van 7 juni 2007 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van het Statistisch Toezichtscomité opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van de onderzoeksgroep Economie en Overheid, Centrum voor Economische Studiën, van de K.U.Leuven ontvangen op 19/07/2010;

2 Beraadslaging STAT 32 /2010-2/15 Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) op 09/09/2010; Gelet op het technisch en juridisch advies ontvangen op 06/10/2010; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 13 oktober 2010, na beraadslaging, als volgt: I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. De aanvraag strekt ertoe om onderzoeksgroep Economie en Overheid, Centrum voor Economische Studiën (CES), van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven, hierna de Onderzoeker genoemd, te machtigen vanwege de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (hierna ADSEI) mededeling te bekomen van de cross-sectionele enquête SILC (2006 t.e.m. 2009) in het kader van het project FLEMOSI.. 2. De aanvraag strekt er tevens toe het ingevolge die mededeling af te sluiten vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker goed te keuren. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. TOEPASSELIJKE WETGEVING A.1. Wet openbare statistiek 3. Op grond van de artikelen 15 en 15bis van de wet openbare statistiek is ADSEI bevoegd, na toestemming van het Statistisch Toezichtscomité en mits een vertrouwelijkheidscontract goedgekeurd is door datzelfde Comité, gecodeerde studiegegevens te leveren aan de in de wet openbare statistiek vermelde bestemmelingen onder de in de wet openbare statistiek gestelde voorwaarden. 4. Op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 is de Commissie, tot de installatie en de benoeming van de leden van het Comité, belast met de opdrachten die aan het Comité worden toebedeeld door de wet openbare statistiek.

3 Beraadslaging STAT 32 /2010-3/15 A.2. WVP en koninklijk besluit van 13 februari Op grond van artikel 1, 1 van de WVP en artikel 1, 3 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 zijn gecodeerde studiegegevens betreffende geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen persoonsgegevens, waarvan de verwerking slechts mag gebeuren onder de in de WVP en het koninklijk besluit van 13 februari 2001 gestelde voorwaarden. B. RECHTSBASIS 6. De Onderzoeker is één van de in de wet openbare statistiek opgesomde bestemmelingen van gegevens, meer bepaald één in de zin van artikel 15, eerste lid, 4 van de wet openbare statistiek. 7. De Onderzoeker komt derhalve principieel in aanmerking om gemachtigd te worden de gevraagde gegevens te ontvangen. 8. Er blijkt echter uit de aanvraag dat de uitwerking van het FLEMOSI-project niet alleen door de Onderzoeker zal gebeuren, maar ook door andere partners 1. Het geheel of een gedeelte van de individuele data waar voorliggende aanvraag op slaat, zal dus door de Onderzoeker worden doorgegeven aan bedoelde partners. De gegevens zullen door de Onderzoeker tevens worden doorgegeven aan een technische onderaannemer (Virtual Worlds, United Kingdom), dat een contract heeft lopen met de Onderzoeker tot 31/01/2011. De Commissie merkt dienaangaande wel op dat het verwerkingscontract tussen de Onderzoeker en de technische onderaannemer actueel slechts loopt tot en met 31 januari 2011, terwijl het project pas afloopt eind Dit betekent dan ook dat het bestaand verwerkerscontract met Virtual Worlds zal moeten worden verlengd, indien de Onderzoeker van oordeel is dat deze partij tot 31 december 2013 SILC-gegevens mag verwerken. 1 Het betreft een SBO-project (Strategisch Basisonderzoek), gefinancierd door het IWT, opgezet door de partners Katholieke Universiteit Leuven - Centrum voor Economische Studiën (CES), Universiteit Antwerpen - Centrum voor Sociaal Beleid (CSB), Vrije Universiteit Brussel - Interface Demografie, Université de Liege - Centre de Recherche en Économie Publique et de la population (CREPP) en University of Essex - Institute for Social and Economie Research (Microsimulation Unit).

4 Beraadslaging STAT 32 /2010-4/15 9. Onverminderd het voorgaande gaat de aanvraag enkel uit van de Onderzoeker en is alleen het veiligheidsbeleid (onder andere via het veiligheidsevaluatieformulier) van de Onderzoeker goed gekend Om te vermijden dat door de noodzakelijke deling van de gevraagde gegevens met de andere onderzoekspartners, deze laatsten ook zelf door de Commissie moeten worden gemachtigd om bedoelde gegevens te verwerken, worden zij door de Commissie beschouwd als verwerkers in de zin van artikel 1, 5 van de WVP 3. De Onderzoeker, de verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 1, 4 van de WVP, zal daarom moeten toezien op, instructies geven aan, gezag uitoefenen t.a.v. en controle uitoefenen op zijn partners-verwerkers en met deze laatsten tevens een verwerkingscontract afsluiten met minimaal de clausules waarvan sprake in artikel 16 van de WVP 4. Dit standpunt laat tevens toe dat bij vragen over eventuele problemen van privacy, de Commissie opgescheept zou zitten met een situatie waar uiteindelijk niemand kan aangesproken worden, omdat de partners de aansprakelijkheid voor eventuele inbreuken op elkaar afwentelen. Dit is niet mogelijk indien enkel de Onderzoeker wordt beschouwd als de enige verantwoordelijke voor de verwerking. Dit standpunt om in casu de Onderzoeker als enige verantwoordelijke voor de verwerking te beschouwen, is ten slotte logisch omdat, in het dossier zoals het nu voorligt, de Onderzoeker al een verwerkerscontract heeft lopen met de technische onderaannemer Virtual Worlds. Het moet dus de facto zo zijn dat de Onderzoeker in het gehele FLEMOSI microsimulatieproject reeds als hoofdverantwoordelijke voor de verwerking werd beschouwd. 11. Hoewel, strikt bekeken, verwerkers volgens de WVP geen derden zijn t.o.v. de verantwoordelijke voor de verwerking (en derhalve een vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker enerzijds en een verwerkingscontract tussen Onderzoekers en zijn onderaannemers anderzijds zou kunnen volstaan), vraagt de beheersinstelling in het technisch en juridisch advies dat er vertrouwelijkheidscontracten zouden worden gesloten tussen ADSEI en alle in voetnoot 1 vermelde partners. 2 De technische onderaannemer van de Onderzoeker, die tevens de gevraagde gegevens gaat gebruiken, heeft wel een privacy en security undertaking aan de aanvraag toegevoegd. Deze geeft een zekere graad van bescherming aan de gegevens, aldus de beheersinstelling. Zie ook verder onder punt G van deze beraadslaging. 3 Het Sectoraal Comité van het Rijksregister besliste op vergadering van 10 december 2008 dat het volstaat dat de verantwoordelijke voor de verwerking wordt gemachtigd om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken (RR nr. 57/2008 van 10 december 2008): een machtiging van de verwerker (onderaannemer) is dan niet vereist. 4 Dit moet ook het geval zijn wat betreft het verwerkerscontract tussen de Onderzoeker en de technische onderaannemer Virtual Worlds.

5 Beraadslaging STAT 32 /2010-5/ De Commissie begrijpt deze bekommernis van ADSEI die in het vertrouwelijkheidscontract wellicht een bijkomende garantie ziet in de bescherming van het statistisch geheim en de privacy van de datasubjecten, en dus wil vermijden dat de verwerkers de via de Onderzoeker verkregen gegevens zouden doorgeven aan derden. Gelet op deze bekommernis van ADSEI, vraagt de Commissie dan wel dat tevens een vertrouwelijkscontract zou worden afgesloten met Virtual Worlds 5. C. FINALITEIT 13. Persoonsgegevens dienen voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden te worden verkregen (artikel 4, 1, 2 WVP). 14. Het FLEMOSI-project heeft als doel het ontwikkelen van instrumenten voor een socioeconomische ex ante evaluatie van beleidsmaatregelen in Vlaanderen. Grofweg kunnen twee soorten modellen onderscheiden worden welke de verscheiden impact van een beleidsverandering helpen analyseren: geaggregeerde economische modellen en microsimulatiemodellen. Geaggregeerde economische modellen laten toe de geaggregeerde of gemiddelde impact van beleidsmaatregelen te onderzoeken op maatstaven zoals BNP, consumptie, welvaart etc. Microsimulatiemodellen berekenen of schatten de effecten van potentiële beleidswijzigingen op individuele economische agenten, behorend tot een representatieve steekproef van de betrokken populatie. Dit project situeert zich hoofdzakelijk in het microsimulatie-domein, en is in eerste instantie gericht op het ontwikkelen van verschillende types microsimulatiemodellen, welke in een later stadium ook aan de geaggregeerde economische modellen kunnen worden gelinkt, waarbij ook lange termijn demografische projecties kunnen worden opgenomen. Het project start met een rekenkundig simulatiemodel dat abstractie maakt van gedragswijzigingen van de individuen en huishoudens. Met het model worden belastingen, sociale bijdragen en uitkeringen berekend, wat resulteert in het beschikbaar inkomen voor de huishoudens in de gerepresenteerde populatie. Beleidswijzigingen brengen veranderingen in het beschikbaar inkomen met zich mee, en hebben zo impact op de welvaart van de economische agenten. Op die manier laat het simulatiemodel toe om ex ante de effecten van potentiële beleidswijzigingen op indicatoren zoals armoederisico, welvaartsverdeling en de budgettaire kost voor de overheid te onderzoeken. Dit simulatiemodel wordt vervolgens uitgebreid om de socio-economische beleidssfeer zo breed mogelijk te behelzen, door bv. non-cash inkomens (zoals opleiding, gezondheidszorg, kwaliteit van het leefmilieu) te integreren in 5 Deze instelling wordt immers niet vernoemd door ADSEI op pagina 3 van het advies.

6 Beraadslaging STAT 32 /2010-6/15 het hierboven beschreven model. Daarnaast worden ook gedragsreacties gemodelleerd, zoals het opnemen van sociale minima, beslissingen omtrent arbeidsmarktparticipatie en - uittreding en spaargedrag. 15. Deze doeleinden beantwoorden aan de voormelde vereisten van de WVP. 16. Op grond van artikel 15 van de wet openbare statistiek dienen de gecodeerde persoonsgegevens te worden verkregen voor statistische of wetenschappelijke doeleinden. 17. Volgens de beheersinstelling zijn de doelstellingen van het FLEMOSI-project (het project waarbinnen deze aanvraag zich situeert) 'socio-economische ex ante evaluatie' van beleidsmaatregelen. Die doelstellingen zijn strikt wetenschappelijk. Zij vormen als het ware de wetenschappelijk onderbouw waarop het beleid zich kan baseren om haar beslissingen te nemen. De Commissie sluit zich hierbij aan. D. GEGEVENS 18. De gevraagde gegevens betreffen de cross-sectionele SILC-gegevens 2006 t.e.m Het gaat dan blijkens de aanvraag over variabelen zoals de arbeidsmarktsituatie en de job van individuen, het arbeidsinkomen, alle inkomenscomponenten, opleiding, huisvesting en kosten ervan, niet-monetaire indicatoren van armoede, schulden en economische stress, inkomenscomponenten op niveau van het huishouden en kinderopvang. E. PROPORTIONALITEIT E.1. Ten overstaan van de noodzaak tot het verkrijgen van gecodeerde gegevens 19. De Onderzoeker mag de gecodeerde persoonsgegevens enkel ontvangen indien een verwerking van anonieme gegevens niet de mogelijkheid zou bieden de statistische of wetenschappelijke doeleinden die hij beoogt te verwezenlijken (artikel 4 WVP). 20. Enkel het gebruik van niet-geaggregeerde gegevens laat ter zake een zeer gedetailleerde analyse toe en de Commissie erkent bijgevolg de behoefte aan de gevraagde gecodeerde persoonsgegevens voor de beoogde onderzoeksdoelstellingen. Een mededeling van louter anonieme informatie kan hier niet volstaan. 21. De doeleinden rechtvaardigen dus de verwerking van gecodeerde persoonsgegevens.

7 Beraadslaging STAT 32 /2010-7/15 E.2. Ten overstaan van de hoeveelheid aan gegevens 22. De SILC enquête is voor de Onderzoeker bijzonder relevant als één van de databronnen waarop de simulatiemodellen de berekeningen en schattingen uitvoeren. SILC is immers de referentiebron voor socio-economische gegevensverzameling (in België en Europa), en is voor de Onderzoeker ook uitermate interessant omwille van zijn specifieke kenmerken, met name de uitgebreide inkomensbevraging in combinatie met bevraging van thema's als gezondheid, onderwijs en huisvesting. Er wordt in de aanvraag gedetailleerd uiteengezet waarom de mededeling van de gevraagde gegevens een wezenlijk deel uitmaakt van de nagestreefde doelstellingen. 23. Volgens ADSEI hangt de rijkdom en de efficiëntie van het simulatiemodel - dat de kern van het FLEMOSI-project gaat uitmaken - samen met de diversiteit van de input. De keuze voor de SILC-enquête ligt daarom voor de hand omdat SILC een erg rijke, diverse bron is. De aangevraagde informatie is daarenboven evenwichtig op elkaar afgesteld. De aanvragers willen peilen naar verschillende aspecten van het sociale beleid en het geheel van de aangevraagde informatie is noodzakelijk om de interdependenties tussen die verschillende aspecten in het model te operationaliseren. Omdat verschillende beleidsdomeinen van het sociale en economische beleid zich op het federale niveau situeren (sociale zekerheid, fiscale beleid) is een aanvraag voor de Belgische EU-SILC evenredig te noemen. 24. De Commissie sluit zich daarbij aan en besluit dat de dataset die voor het onderzoek zal meegedeeld worden, relevant en derhalve toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is in de zin van artikel 4, 1, 3 van de WVP. E.3. Levertermijn voor de gegevens 25. Volgens de beheersinstelling zijn EU-SILC 2006 t.e.m beschikbaar en meteen leverbaar. EU-SILC 2009 dient contractueel verplicht geleverd te worden op 1 oktober 2010 aan Eurostat en kan bijgevolg pas in de weken daarna geleverd worden. E.4. Ten opzichte van de bewaartermijn van de gegevens 26. Het FLEMOSI-project start in januari 2010 en loopt 4 jaar (tot eind 2013). De gegevens zullen gedurende 5 jaar worden bewaard. 27. ADSEI merkt op dat het onderzoek loopt tot einde 2013, terwijl de Onderzoeker de gegevens 5 jaar wenst te bewaren, hetgeen dus langer is dan strikt noodzakelijk.

8 Beraadslaging STAT 32 /2010-8/ De Commissie sluit zich daarbij aan en beperkt de retentieduur van de gegevens derhalve tot 31 december Na deze bewaartermijn moeten de gegevens en back-ups door de Onderzoeker volledig vernietigd worden. Het is niet toegestaan de gecodeerde studiegegevens voor dezelfde doeleinden langer te blijven gebruiken, behoudens toegekende verlenging. Mochten de doeleinden reeds vóór het vervallen van die termijn zijn bereikt, dienen de gegevens en back-ups nog voor afloop van deze termijn door de Onderzoeker te worden vernietigd, met name meteen nadat de doeleinden zijn verwezenlijkt. F. AANGIFTE 29. De Onderzoeker dient, voordat wordt overgegaan tot één of meer volledig of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerkingen van de gevraagde gecodeerde gegevens die voor de verwezenlijking van de vooropgestelde doeleinden bestemd zijn, daarvan aangifte te doen bij de Commissie. G. BEVEILIGING G.1. Consulent inzake informatieveiligheid 30. Uit de door de Onderzoeker meegedeelde stukken blijkt dat hij over een consulent inzake informatieveiligheid beschikt, wiens identiteit tevens werd meegedeeld. Echter, deze persoon blijkt het diensthoofd ICT te zijn binnen de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de K.U.Leuven. Bijgevolg bestaat er in zijnen hoofde een onverenigbaarheid: als veiligheidsconsulent zou hij zichzelf moeten controleren. In het licht hiervan suggereert de Commissie dat de Onderzoeker een andere persoon als veiligheidsconsulent aanduidt. Een consulent inzake informatieveiligheid moet in alle onafhankelijkheid de informatieveiligheid kunnen appreciëren. Aangezien er geen wettelijke verplichting 6 bestaat in hoofde van begunstigden van een machtiging tot gebruik van 6 Zoals dat bv. wel het geval is voor begunstigden van een machtiging tot het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister en/of een machtiging tot toegang of tot mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister. Zie artikel 10 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen: Iedere openbare overheid, openbare of private instelling die de toegang tot of de mededeling van informatiegegevens van het Rijksregister verkregen heeft, wijst, al dan niet onder haar personeel, een consulent inzake informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan die onder meer de functie vervult van aangestelde voor de gegevensbescherming bedoeld in artikel 17bis van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. De identiteit van de consulent inzake informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer

9 Beraadslaging STAT 32 /2010-9/15 gegevens van ADSEI om een veiligheidsconsulent aan te duiden, blijft het evenwel bij een suggestie. G.2. Veiligheidsbeleid 31. Uit het veiligheidsevaluatieformulier van de Onderzoeker dat de aanvraag tot mededeling van de gegevens en het vertrouwelijkheidscontract vergezelde, kan opgemaakt worden dat van de 14 veiligheidsmaatregelen die door de Commissie in het algemeen worden aanbevolen bij de verwerking van persoonsgegevens, er 13 zijn gerealiseerd. Vraag 3 (geschreven versie van het veiligheidsbeleid) kreeg als evaluatie nee. ADSEI geeft het advies de ontbrekende documentatie op te stellen. De Commissie sluit zich hierbij aan. 32. Zoals reed aangehaald werd de aanvraag ingediend door de Onderzoeker, terwijl er meerdere partners en een onderaannemer (Virtual Worlds, United Kingdom contract met de Onderzoeker tot 31/01/2011) bij het project betrokken zijn. 33. De technische onderaannemer heeft een privacy en security undertaking aan de aanvraag toegevoegd. Dit geeft een zekere graad van bescherming aan de gegevens, aldus ADSEI. De Commissie sluit zich hierbij aan. 34. Voor de andere betrokken partijen kan er op het aspect veiligheid enkel worden afgegaan op de beperkte informatie die de Onderzoeker aan het dossier heeft toegevoegd 7. Omdat deze informatie summier en algemeen voor alle partners is opgesteld, kan ADSEI over deze partners geen gefundeerd advies op het gebied van veiligheid geven. Aangezien de andere betrokken partijen evenwel door de Commissie worden beschouwd als onderaannemers van de Onderzoeker (zie punt 10), gaat de Commissie er van uit dat zij eveneens voldoende waarborgen (moeten) bieden ten aanzien van de beveiliging van de verwerking als deze waarvan sprake in het veiligheidsevaluatieformulier van de Onderzoeker. De verantwoordelijke voor de verwerking moet er inderdaad voor zorgen dat de personen die onder zijn onrechtstreeks gezag handelen (zoals verwerkers doen) voldoende waarborgen bieden ten aanzien van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de te verrichten verwerking. Het is in elk geval zo dat een verwerker wordt meegedeeld aan het sectoraal comité van het Rijksregister bedoeld in artikel 15. Deze mededeling is niet vereist indien ze door of krachtens een andere wet, decreet of ordonnantie dient te geschieden door een ander sectoraal comité. 7 De Onderzoeker vermeldt in het aanvraagdossier dat de gegevens van het FLEMOSI-project zich bevinden op de beveiligde servers van resp. de Universiteit Antwerpen, de Katholieke Universiteit Leuven, de Vrije Universiteit Brussel en de Université de Liège. De nodige fysieke maatregelen zijn genomen voor preventie van niet-bevoegde toegang tot informaticamateriaal en software, verlies, schade of compromitteren van deze middelen. De partners van het FLEMOSI-project verbinden er zich toe enkel gebruik te maken van bestanden die beveiligd zijn met een paswoord en met persoonlijke identificatiegegevens tijdens het volledige proces van dataverwerking. Enkel personen die geïdentificeerd en gemachtigd zijn hebben toegang tot deze bestanden.

10 Beraadslaging STAT 32 / /15 gebonden is door dezelfde verplichtingen als deze waartoe de Onderzoeker in toepassing van deze machtiging is gehouden en het is aan de Onderzoeker om toe te zien op de naleving van deze verplichtingen. G.3. Verantwoordelijke natuurlijke persoon 35. De identiteit van de verantwoordelijke natuurlijke persoon werd meegedeeld. Deze persoon is persoonlijk verantwoordelijk voor het naleven van alle verplichtingen m.b.t. de uitvoering van de wet openbare statistiek, de WVP, hun uitvoeringsbesluiten, elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bepalingen van de onderhavige beslissing van de Commissie, en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract. 36. Deze persoon zal daadwerkelijk toezicht uitoefenen op de rechtmatige aanwending van de verstrekte gegevens. 37. De maatregelen waarvan sprake in G. 1. t.e.m. G.3., die de bescherming en de veiligheid van de verstrekte studiegegevens moeten verzekeren, zoals vereist door artikel 16 WVP en artikel 15bis wet openbare statistiek, zijn doeltreffend, indien ze strikt worden gecontroleerd en (op)gevolgd in de praktijk. G.4. Scheiding van andere verwerkingen 38. De Onderzoeker dient onderhavige gegevensverwerking voor de bedoelde doeleinden gescheiden te houden van de andere verwerkingen van persoonsgegevens waarvoor hij eventueel verantwoordelijk is. G.5. Verbod op decodering 39. De Onderzoeker dient er zich contractueel toe te verbinden alle mogelijke middelen te zullen inzetten om te vermijden dat de identiteit van de personen op wie de meegedeelde persoonsgegevens betrekking hebben, zou worden achterhaald. EU-SILC betreft een steekproef van ongeveer 6000 huishoudens. De kans op indirecte identificatie is dus erg klein.

11 Beraadslaging STAT 32 / /15 G.6. Koppelverbod 40. De Onderzoeker mag geen pogingen ondernemen om de bekomen persoonsgegevens te koppelen aan persoonsgegevens die reeds met toepassing van andere machtigingen aan hem werden overgemaakt. G.7. Vertrouwelijkheid 41. De Onderzoeker verbindt er zich toe de vertrouwelijkheid van de studiegegevens in acht te nemen en ervoor te zorgen dat de studiegegevens uitsluitend gebruikt worden door leden van zijn eigen personeel of door enig ander persoon die deze gegevens in onderaanneming verwerkt ten behoeve van de Onderzoeker, met het oog op de uitvoering van het bedoelde project. Aangezien wordt beroep gedaan op onderaanneming wijst de Commissie erop dat de Onderzoeker zal moeten toezien op, instructies geven aan, gezag uitoefenen t.a.v. en controle uitoefenen op zijn verwerkers en met deze laatsten moet tevens een verwerkingscontract worden gesloten met minimaal de clausules waarvan sprake in artikel 16 van de WVP. G.8. Personen die de studiegegevens gebruiken en de lijst van deze personen 42. De bevoegde personen (26 personen) die de studiegegevens gebruiken zijn in een lijst met naam opgesomd. 43. De Onderzoeker moet inderdaad, gelet op de gevoelige aard (artikel 6 en 7 van de WVP) van bepaalde gegevens, hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 naleven, hetzij: - een lijst opstellen waarop de (categorieën van) personen vermeld worden die de meegedeelde gegevens zullen gebruiken. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd en ter beschikking van de Commissie gehouden worden ; - deze personen moeten door een wettelijke of statutaire verplichting, of door een evenwaardige contractuele bepaling ertoe gehouden zijn het vertrouwelijk karakter van de betrokken gegevens in acht te nemen. Minstens zullen deze personen een verklaring ondertekenen waarin zij zich hiertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de informatiegegevens te bewaren ; - in de aangifte van de geautomatiseerde verwerking van de verkregen gegevens wordt melding gemaakt van de wet of verordening op grond waarvan de verwerking van dergelijke persoonsgegevens is toegestaan.

12 Beraadslaging STAT 32 / /15 H. ANDERE GEBRUIKSVOORWAARDEN H.1. Verspreiding resultaten 44. De stukken vermelden dat enkel die resultaten worden gepubliceerd waarbij de statistische betrouwbaarheid van de analyse sterk getest werd. Cellen met minder dan 5 eenheden worden geweerd. 45. Anderzijds stellen de stukken tevens dat maatregelen worden genomen zodanig dat externen redelijkerwijs geen verbinding kunnen maken tussen enquêtegegevens en identificeerbare personen. 46. Deze laatste opmerking baart ADSEI zorgen: Externen mogen volgens het vertrouwelijkheidscontract geen toegang tot de gevraagde enquêtegegevens hebben, laat staan dat er pogingen tot identificatie kunnen ondernomen worden. Er is bij de Commissie echter een vermoeden dat de Onderzoeker zich ongelukkig heeft uitgedrukt en dat de dataveiligheid wel is gegarandeerd, gezien de rest van de getroffen maatregelen. Om elke twijfel ter zake weg te nemen benadrukt de Commissie dat 1) de individuele enquêtegegevens tijdens de verwerking moeten worden afgeschermd voor derden door adequate technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen en 2) dat externen na de verwerking enkel kunnen beschikken over globale eindgegevens van het doorgevoerde onderzoek. Zo niet zouden de Onderzoeker (en zijn verwerkers) het principe van de statistische geheimhouding overtreden waartoe ze zijn gehouden door het afsluiten van vertrouwelijkheidscontracten met ADSEI. 47. De Onderzoeker moet er inderdaad voor zorgen dat, na analyse en gebruik van de gegevens, de gepubliceerde resultaten anoniem en globaal blijven, zodat de individuele gegevens er niet rechtstreeks of onrechtstreeks uit geïdentificeerd kunnen worden. De resultaten mogen dus enkel onder globale en naamloze vorm worden verspreid. 48. Tenminste vijftien dagen vóór de verspreiding moet de Onderzoeker de voorgenomen publicatie overigens aan ADSEI ter inzage voorleggen. H.2. Wetenschappelijk doel, wetenschappelijke normen en analysemethoden 49. Gezien de Onderzoeker bestemmeling is van gegevens in de zin van artikel 15, eerste lid, 4, van de wet openbare statistiek, verduidelijkt de aanvraag de analysemethoden en de onderzoeksnormen die door de Onderzoeker gehanteerd zullen worden. De te gebruiken methoden zijn enerzijds de gangbare methoden in het kwantitatieve sociaaleconomisch

13 Beraadslaging STAT 32 / /15 wetenschappelijk onderzoek: regressietechnieken, tabelanalyse, armoede- en ongelijkheidsmeting en -verklaring (d.m.v. verschillende types decompositie), en anderzijds de methoden eigen aan het domein van simulatie: statische tax-benefit microsimulatie, arbeidsaanbodmodellen, computable general equilibrium. Alle partners in het FLEMOSIproject zijn onderzoeksgroepen met internationale bekendheid en een gedegen wetenschappelijke reputatie. Volgens de beheersinstelling hebben de aanvragers een bewezen expertise (binnen een breder Europees project) in simulatiemodellen, imputatiemodellen, enz. De analysemethoden die ze voorstellen voldoen tevens aan de hoogst geldende wetenschappelijke normen, aldus ADSEI. Voor zover de Commissie kon oordelen kan de wetenschappelijkheid van zowel de finaliteit als de methodologie van het onderzoeksproject inderdaad niet betwist worden. H.3. Controle 50. De Onderzoeker stemt er uitdrukkelijk mee in dat vertegenwoordigers van de Commissie, te allen tijde zonder voorafgaande ingebrekestelling toegang krijgen tot de lokalen en tot de informatica-infrastructuur waar de verstrekte gegevens worden bewaard, om na te gaan of de bepalingen van de beslissing van de Commissie, de bepalingen van de wet openbare statistiek en haar uitvoeringsbesluiten, alsook de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract worden uitgevoerd. 51. Op eenvoudig verzoek kan de Commissie toegang krijgen tot andere lokalen en ICTsystemen om te controleren of er geen inbreuk gepleegd wordt op de bepalingen van de beslissing van de Commissie, de bepalingen van de wet openbare statistiek en haar uitvoeringsbesluiten en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract. I. HET VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT 52. De studiegegevens worden medegedeeld aan de Onderzoeker krachtens een vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker. 53. Het vertrouwelijkheidscontract, dat als bijlage werd gevoegd bij de aanvraag tot mededeling van de gegevens, legt de voorwaarden vast waaronder de gegevens door ADSEI doorgegeven en door de Onderzoeker gebruikt mogen worden. 54. Het vertrouwelijkheidscontract bevat minstens de wettelijk verplichte vermeldingen als bepaald in artikel 15bis wet openbare statistiek, waaronder de duur van het vertrouwelijkheidscontract, dat, in de ogen van de Commissie, wordt gesloten tot eind Dit laatste betekent geenszins dat na afloop van deze contractuele termijn, de

14 Beraadslaging STAT 32 / /15 vertrouwelijkheid van de gegevens zelf mag worden doorbroken. Die laatste moet dus onbeperkt in de tijd worden gerespecteerd. 55. De contractuele bepalingen die te maken hebben met privacy en vertrouwelijkheid die in het vertrouwelijkheidscontract staan, zijn opgenomen in onderhavige beslissing van de Commissie, waardoor personen vreemd aan het vertrouwelijkheidscontract zich ook kunnen wenden tot de Commissie, die aldus de naleving van de voorwaarden waaronder de gegevens door de Onderzoeker gebruikt mogen worden kan controleren. III. ALGEMEEN BESLUIT 56. De Onderzoeker dient bij de verwerking van de verkregen persoonsgegevens rekening te houden met de WVP, de wet openbare statistiek, hun uitvoeringsbesluiten en elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bepalingen van de onderhavige beslissing van de Commissie, en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker. IV. SPECIFIEK BESLUIT 57. De Commissie is van oordeel dat: - de Onderzoeker over een rechtsgrond beschikt om de verzochte gecodeerde studiegegevens op te vragen; - de mededeling door ADSEI van de gevraagde gecodeerde studiegegevens (zie punt 18) aan Onderzoeker toegelaten is in functie van de beoogde finaliteiten (zie punt 14); - de EU-SILC 2006 t.e.m beschikbaar en meteen leverbaar zijn door ADSEI. EU-SILC 2009 dient contractueel verplicht geleverd te worden op 1 oktober 2010 aan Eurostat en kan bijgevolg pas in de weken daarna geleverd worden door ADSEI; - de retentieduur van de gegevens is beperkt tot 31 december 2013; - de Onderzoeker, gelet op de aard van sommige gegevens in de gevraagde dataset, hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 moet naleven; - de Onderzoeker adequaat moet toezien op zijn onderzoekspartners-verwerkers en met hen een verwerkingscontract sluiten met minimaal de clausules waarvan sprake in artikel 16 van de WVP; - het bestaande verwerkingscontract tussen de Onderzoeker en de technische onderaannemer eveneens minimaal de clausules moet bevatten waarvan sprake in artikel 16 van de WVP; - het bestaande verwerkingscontract tussen de Onderzoeker en de technische onderaannemer, dat actueel slechts loopt tot en met 31 januari 2011, zal moeten worden

15 Beraadslaging STAT 32 / /15 verlengd, indien de Onderzoeker van oordeel is dat deze partij tot 31 december 2013 SILCgegevens mag verwerken; - de Onderzoeker, gelet op een zekere ambiguïteit ter zake in de aanvraag, ervoor moet zorgen dat de individuele enquêtegegevens tijdens de verwerking worden afgeschermd voor derden door adequate technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen en dat externen na de verwerking enkel kunnen beschikken over globale eindgegevens van het doorgevoerde onderzoek; - het ICT-diensthoofd van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven niet tevens kan optreden als veiligheidsconsulent in dit project. OM DEZE REDENEN, De Commissie, machtigt ADSEI om de hogervermelde persoonsgegevens onder de hogervermelde voorwaarden mee te delen aan de onderzoeksgroep Economie en Overheid, Centrum voor Economische Studiën (CES) van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven; keurt het vertrouwelijkheidscontract met de Onderzoeker onder de hogervermelde voorwaarden goed; keurt de nog op te maken vertrouwelijkheidscontracten met de verwerkers van de Onderzoeker onder de hogervermelde voorwaarden goed. Voor de Administrateur m.v., De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Willem Debeuckelaere