Boekverslag Nederlands Het dolhuis door Boudewijn B?ch

Transcriptie

1 Boekverslag Nederlands Het dolhuis door Boudewijn B?ch Boekverslag door een scholier 2394 woorden 8 maart ,4 10 keer beoordeeld Auteur Genre Boudewijn Büch Psychologische roman Eerste uitgave 1987 Vak Nederlands Voorwerk: Algemene informatie: - De titel van het boek is Het Dolhuis is de auteur van dit boek is Boudewijn Büch.. Het boek is uitgegeven door uitgeverij De Arbeiderspers in Amsterdam. De eerste druk van het boek was in augustus Omslag: - De omslag is heel grauw alleen de letters van de titel zijn in dof licht blauw, maar dat maakt het ook niet vrolijker op. Er staat ook een illustraties op. Op de voorkant zie je een ouderwetse ruimte waar het heel grauw is met ouderwets meubilair. Ik denk dat een ruimte is uit het gekkenhuis zoals Winkler het beschrijfde komt het aardig overeen met de foto. Dan staat er op de achterkant nog een foto van een man dat is de schrijver van het boek, Boudewijn Büch ook deze is in het zwart wit. Deze manier van kleuren gebruik geeft het boek een sombere uitstraling. Indeling: - De indeling van het boek is een beetje vaag je hebt wel twee aparte gedeeltes ik denk dat dat de hoofdstukken zijn er zijn dus twee hoofdstukken, en je hebt dan open ruimtes met sterretjes ertussen, maar dat zijn geen genummerde hoofdstukken. Ik denk dat dat aan geeft dat er een nieuw gedeelte van de tekst begint. Ook zijn deze dan totaal verschillend van elkaar op het ene moment wordt er geschreven over zijn verleden in het gekkenhuis. Het andere moment ligt hij met een vrouw in bed. De hoofdstukken en de tekst gedeelten hebben geen namen of kleine titels. Het boek telt in het totaal 186 bladzijden. Motto: - Voor in het boek staan drie stukjes tekst het eerste stukje tekst gaat er over wat krankzinnigheid in houd volgens de A. Winkler Prins Encyclopedie Het tweede stukje tekst is in het Duits dat gaat over wat een kind in houd. Dat gaat over iets geloofings, wat precies is mij niet helemaal duidelijk. Samenvatting: Pagina 1 van 6

2 Beginsituatie: - In het begin van het schrijft de schrijver over het moment dat Winkler word weg gebracht door mevrouw Sprong. Ze zitten met z n tweetjes in de trein op weg naar Brabant, waar het gekkenhuis staat. Dat is dus eigenlijk niet aan het begin van de gebeurtenis want je weet niet waarom Winkler en mevrouw Sprong naar het gekkenhuis reizen, en waarom de ouders van Winkler hem niet gewoon wegbrengen. Dat kom je allemaal later pas te weten. Je krijgt geen echte inleiding in het verhaal. Het verhaal begint dus eigenlijk meer midden in de gebeurtenissen van het leven van Winkler Brockhaus. Ik vind het dus eigenlijk niet echt een begin. Personages: - De hoofdpersoon in het verhaal is natuurlijk Winkler. Daar gaat het hele verhaal over zijn manier van denken voelen en doen. Hij is de gene die in het tehuis heft gezeten. Een ander heel belangrijk persoon in het verhaal is de vader van Winkler, hij is de man waarom Winkler eigenlijk naar het te huis ging. Er werd incest met hem gepleegd en het dorp begon dat door te krijgen en daarom moest Winkler voor een tijdje weg. De moeder van Winkler, haar man had wel veel invloed op haar. Ze liet haar gebruiken en ze wou niets horen en geloven van de incest. Ze hielp Winkler dus ook niet. Zuster Makela, zij was het persoon die in het gekkenhuis de grootste rol voor Winkler speelde. Zij legde hem meestal de straf op en zij commandeerde de kinderen Ik denk dat zij het hoofd zuster in het gekken huis was. Solange, was ook wel belangrijk voor Winkler zij was zijn vriendin voor een tijdje, ze hadden een vrij oppervlakkige Ze praatte wel heel veel met elkaar, maar over het verleden van Winkler werd weinig gepraat. Plaats: - In het begin van het verhaal speelt het zich af in en rondom een dorpje dat vlak bij zee ligt en op fietsafstand van Den Haag is. Een groot gedeelte van Winklers jeugd speelt zich af in het gekkenhuis, dat Huize Kindervrede word genoemd. Dat ligt in een plaats ergens in Noord-Brabant. Als hij volwassen is, speelt het verhaal zich op verschillende plaatsen af, in de stad waar hij woont, in de kroeg en op plaatsen in verre landen waar hij voor zijn werk moet zijn. Afloop: - Het eind loopt misschien ook wel goed af het is, maar net hoe je ertegenaan kijkt. Aan het eind van het verhaal is het Winkler duidelijk geworden wat er met hem gebeurd is. Hij weet dus ook wat de reden is waarom hij in het te huis werd geplaatst Hij had op het eind aan het verhaal geen onduidelijkheden meer. Het eind was een gesloten stuk. Persoonlijke reactie: 1. Leesgedrag; Keuze: - Ik heb eigenlijk niet speciaal voor dit boek gekozen. Ik had aan u gevraagd of u nog een leuk boek had. U heeft toen dit aan mij gegeven. Leestijd: - Ik weet het niet meer precies hoe lang ik er over gedaan ik denk ongeveer een week en dan s avonds en Pagina 2 van 6

3 op school steeds stukjes lezen. Plaats van lezen: - De plaatsen waar ik het boek heb gelezen is erg verschillend. Ik heb een gedeelte op school gelezen een gedeelte thuis en een gedeelte in de auto toe we ergens heen gingen. Boeiend? - Ja ik was wel snel geboeid door het verhaal. Vooral het begin van het boek sprak mij heel erg aan Dat Winkler in zijn eentje naar het te huis moest gaan en dat er niemand was die hem even bracht of steunde, dat greep mij best wel aan en dat spoorde mij ook aan om verder te lezen. 2. Onderwerp; Onderwerp: - Het belangrijkste onderwerp in het verhaal was denk ik het gekkenhuis dat bleef constant een rol spelen in zijn vragen en hoe hij later is geworden. Realistisch: - Ja ik denk wel dat het mogelijk is. Het is niet zo dat er paarse draken in het te huis rond vliegen dus het is best wel geloofwaardig. En ik denk helemaal in de jaren 50 dat dat wel mogelijk was. Wat geleerd? - Ik denk dat ik geleerd heb dat ik heel blij moet zijn dat ik zo n makkelijk leven heb. Als je daar in dat gekkenhuis de situaties zag en de manier van behandelen dat is niet normaal denk ik. En dat er dan ouders zijn die hun kinderen in de steek laten dat is iets wat mijn ouders nooit zouden doen. Ook ben ik wel blij dat ik in deze tijd leef alles is wat gemoedelijker en niet meer zo streng. 3. Gebeurtenissen; Meeslepend: - Ja, gelijk het eerste stukje tekst vond ik al heel aan grijpend dat hij niet eens wist waarom hij weg moest en dat zijn eigen ouders niet eens met hem mee gingen weg brengen. Ik weet niet precies wat voor gevoel het bij mij opriep ik denk dat het medelijden met hem was. En dan dat stukje dat Tommie in die met kokend heet water gevulde ketel viel. Dat vond ik wel heel erg. Ik schrok daar ook wel van ik had niet zoiets verwacht in het verhaal. Aangrijpendste gebeurtenis: - Dat is op bladzijde 73 dat Tommie in die ketel valt en dat Winkler dat ziet. Dat vond ik echt heel erg. Ergernis: - Dat zijn ouders op het strand liggen en de vader van Winkler wil gaan vrijen met zijn vrouw waar zijn kinderen bij zijn en zijn vrouw begint dan erover dat hij meet aandacht aan zijn zoon besteedt. Ik heb me daar best wel aan geërgerd ik had zoiets van dat doe je toch niet op het strand en niet waar je kinderen bij zijn bladzijde 102 t/m 104. Een ander iets waar ik mij aan heb geërgerd waren de praktijken in het gekkenhuis hoe de kinderen daar werden behandeld. Zo ook toen Winkler weer praatte toen hij niet mocht praten hij moest toen in zijn nakie op de vierde tegelrij in het washok uren stil staan. Dat vond ik wel zo dom en gemeen bladzijde 80, 81. Veranderd hoofdpersoon: - Ja hij verandert wel in het verloop van het verhaal. Het meest denk ik waarneer hij wordt vrij gelaten uit het gekkenhuis, hij wordt dan niet meer gecommandeerd en daar heeft hij het wel wat moeilijk mee. Ook Pagina 3 van 6

4 aan het eind van het boek kan hij meer rust vinden in het verleden van hem hij weet nou waarom. Andere wendind van verhaal: - Als zijn zelfmoordpoging op een van de Nederlandse eilanden wel gelukt was, was hij dood geweest. Ik weet niet hoe het verhaal dan verder had gemoeten ik denk dat ze dan meer over zijn verleden had verteld. 4. Personages; Personage s waar ik mij het slechts inleven kon: - Ik kon mij het slechts in zuster Makela inleven. Ik kan mij niet voor stellen dat iemand zo kan zijn en dat je een leven van iemand anders kan verwoesten. Ik vond haar soms zo onmenselijk dat ik mij dat echt niet kon voorstellen dat iemand zo kan zijn. - Ik kan me niet voorstellen dat de moeder van Winkler nooit er wat aan heeft gedaan dat er incest werd gepleegd en dat ze toen de kinderen uit het huis waren ook niet van hem gescheiden is. Bij bedachte personage: - Iemand in het te huis waar hij later nog steeds mee bevriend was. Die gene hielp hem dan in moeilijke tijden als hij er niet meer uit kwam. En hij zou hem ook helpen om antwoorden te vinden opzijn vragen. 5. Algemene waardering; Drie kernwoorden: - *Grof, hoe de zusters zich tegenover de kinderen in het te huis gedroegen bladzijde 70. *Ontroerend, als Tommie in de ketel valt en daarna overlijdt bladzijde 73. *Gedetailleerd, als Winkler in een omgeving is word deze vaak goed omschreven bladzijde 43. Beste van boek: - Het beste van het boek vond ik dat het heel goed werd verteld je leerde de gevoelens van Winkler heel goed kennen dat sprak mij heel erg aan. Het boek was ook helemaal niet langdradig wat ik in het begin wel verwachte. Slechtste van boek: - Het slechtste van het boek vond ik dat er heel veel sprongen in de tijd maakte. Als je een flashback kreeg dan ging het daarna niet terug in de tijd waarin het begon dat was soms heel verwarrend. Cijfer: - Ik zou het boek wel een 7 geven. Analyse en interpretatie: Titelverklaring; - Het grootste gedeelte gaat er toch over dat Winkler in een gekkenhuis heeft gezeten waar het er soms Pagina 4 van 6

5 dol aan toe ging ik denk dat de schrijver deze twee heeft samengevoegd en er dolhuis van heeft gemaakt. Motto; - Er staan er drie voorin het boek. De eerste gaat over een stukje uit een encyclopedie waarin word uit gelegd wat krankzinnigheid inhoud. Dat heeft wel een verband met het verhaal, Winkler zat in het tehuis omdat men dacht dat hij gek was dat staat wel een beetje met elkaar in verband. Het tweede stukje is in het Duits het gaat over een kind. Dat is ook zo met Winkler het grootste gedeelte van het verhaal gaat er over wat er met hem gebeurd was toen hij kind was. Het derde stukje gaat iets over god. Ik weet niet wat dit met het boek te maken heeft. Genre: - Een roman, waarin het leven van een man word beschreven. Thema: - Het thema van het boek is identiteit of zoeken naar jezelf. Motieven; - Incest, gesticht, de dood, 'Huize Kindervrede', Winklers relatie met zijn vader, het visplekje en het telkens terugkeren van Winklers herinneringen. Opbouw; - ik denk dat er niet voor echte hoofdstukken is gekozen, omdat het verhaal heel erg van tijden veranderd en, omdat het en levensverhaal is dat is moeilijk in te delen. Hoogte punt: - Aan het einde van het boek denk ik als er antwoorden op de vragen van Winkler. Personages; - * Winkler Brockhaus, hij is iemand die van geordende dingen houd, Mijn fiets moet precies recht staan, evenredig met de paal dat vind ik netjes, zei Winkler, bladzijde 35. Hij was ook vaak nerveus, Elke keer als wij ruzie hebben word Winkler gek en hij drukt zijn handen op zijn oren, bladzijde 35. Ook is hij een somber persoon, Ik bezit niet het geluk om gelukkig te worden, bladzijde 50. * De vader van Winkler, het was een kille man Zijn vader verwijderde zich achterwaarts en hij hoorde hem tegen zijn moeder zeggen: Dat kind word steeds gekker, hij moet worden opgenomen anders hebben we binnen de kortste keren een psychopaatje, bladzijde 37. Hij is soms heel erg grof en houd dan geen rekening met de kinderen, Laroux had het laast pappa horen praten over een vaginale klem, daar had mamma last van, volgens pappa, bladzijde 27. Hij maakte zijn vrouw soms minderwaardig, Goed gezegd mamma, zei Winklers vader. dat hoor ik niet vaak van u pappa, zei Winklers moeder, bladzijde 36. Tijd: - Het verhaal speelt zich ongeveer af vanaf in de periodes tussen 1945 en 1960 en tussen 1975 en 1985 (zie Pagina 5 van 6

6 blz. 103). Vertelde tijd: - De vertelde tijd beslaat een groot gedeelte van zijn jeugd als klein jongetje tot een jongen van ongeveer 15 jaar. Daarna heb je een grote tijdsprong en is Winkler een volwassen man van tussen de dertig en veertig jaar. Het is heel moeilijk om de vertelde tijd uit te leggen omdat het boek begint met zijn jeugd en een stukje verder is hij ineens volwassen en dat gaat zo het hele boek door. Het boek zit dus vol met flashbacks en flash-forwards, het hele verhaal loopt dus door elkaar heen. Het verschil in de tijd is in het boek duidelijk gemaakt met witregels. Volgorde: - Het verhaal is absoluut niet chronologisch verteld. Perspectief; - Dit boek is geschreven in het persoonaal perspectief dat ligt bij Winkler Brockhaus. Je weet alleen de gevoelens en gedachten van Winkler, als hij iets niet weet, weet jij het ook niet. Een voorbeeld van dit perspectief: "De jongens bewogen verder nauwelijks, maar hij zag dat dertig paar ogen iedere stap van hem meedraaiden. Winkler voelde zich ongemakkelijk. Zo ongemakkelijk dat hij het spreekverbod vergat en op een verkeerde toon en met een foute intonatie groette: "Dag allemaal." Plaats; - De plaats weet ik niet precies. Dat wordt ook niet verteld. Wel wordt er gezegd dat het dorpje waar Winkler woont vlak aan zee ligt en dat het tien minuten van Den Haag. Het gekkenhuis ligt in Brabant in welke plaats word niet verteld. Taalgebruik; - Er stonden wel wat moeilijke woorden in; Ofschoon - terwijl/maakt niet uit. Rul duin - helling. Kazuifels - soort priesters/gelovigen. Zonderling gevoel - eenzaam gevoel/apart gevoel. Wikt - regelt/bepaald. Loom levenloos/langzaam. Harmonische vredige. Timide rustige/ stile. Dispuut bijeenkomst. Verworven gevonden/opgezocht. - Drie woorden die opvallendezijn, veel betekenis voor verhaal, steeds terug komend. Ofschoon, ik weet niet of die echt veband heeft met het verhaal, maar word wel vaak gebruikt. Seks, daar had Winkler veel problemen mee. De dood, daar had Winkler het vaak over en hij vond het fascinerend. Pagina 6 van 6