2 h HM /4/A.11, MB Jong N. de (050)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 h HM 2010 2010-01442/4/A.11, MB 229513 Jong N. de (050)316 4624"

Transcriptie

1 ^ Ël^toL^.'^^rf js? gi'oningen O o bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan de leden van Provinciale Staten postadres: Postbus AP Groningen algemeen teiefoonnr: II algemeen faxnr.: info@provinciegroningen.nl.jis.m.j», LU 1/) LU er Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage Onderwerp Geachte dames en heren. 2 h HM /4/A.11, MB Jong N. de (050) Eerste uitvoeringsprogramma 2e programma LvDo In september 2008 hebben wij u geïnformeerd over het Noordelijk Ambitiestatement voor het tweede programma "Leren voor Duurzame Ontwikkeling", waarin is aangegeven op welke manier de provincies Groningen, Fryslan en Drenthe in de periode invulling willen geven aan dit (Rijks)programma. Op basis van het Ambitiestatement krijgt de provincie Groningen over de periode jaarlijks ,-van het Rijk voorde uitvoering van dit programma. Daarnaast is jaarlijks ,- aan co-financiering beschikbaar, zodat in totaal in de periode ieder jaar ,- beschikbaar is voorde ondersteuning van projecten op dit gebied. Het Noordelijke projectteam "Leren voor Duurzame Ontwikkeling", bestaande uit de provinciaal regisseurs Leren voor Duurzame Ontwikkeling, heeft nu het eerste uitvoeringsprogramma opgesteld, waarmee aan de drie Noordelijke Colleges van GS een advies wordt uitgebracht voor een eerste serie projecten in het kader van het programma Leren voor Duurzame ontwikkeling Dit eerste uitvoeringsprogramma is tot stand gekomen op basis van projectideeën die vanaf het begin van 2009 bij het projectteam zijn aangedragen. In het Ambitiestatement is aangegeven dat in het nieuwe programma gewerkt zou worden met een zgn. aanjaagteam, dat het projectteam zou adviseren over binnengekomen projectideeën en de uitwerking daarvan. Omdat het samenstellen van dit aanjaagteam meer tijd kostte dan aanvankelijk gedacht en in het belang van de snelheid van handelen, is bij dit eerste uitvoeringsprogramma gekozen voor een opzet waarbij het projectteam de indieners primair heeft geadviseerd over de verdere uitwerking van de projectideeën, in plaats van het aanjaagteam. Bij het in de praktijk uitwerken van het ambitiestatement en het opstellen van het eerste uitvoeringsprogramma, is het projectteam ondersteund door een drietal adviseurs van KNN-advies en Noordtij. O 06-HB-SG-001 Ds provincie Groningen werkt volgens normen die zijn vastgelegd in een handvest voor dienstverienmg. Oït handvest vindt u op onze website of kunt u opvragen bt] de afdeling Commuriicstle en Kabinet, Publieksvoorüchting:

2 Het projectteam heeft uiteindelijk de volgende project^/oorstellen beoordeeld; 1. Cradle-to-cradie, Kennisontwikkeling in Noord Nederland. Hiervoor is een bijdrage gevraagd van ,- over een periode van twee jaar (50% van de projectkosten) 2. Het Faire Noorden. Hiervoor is een bijdrage gevraagd van ,- over een periode van twee jaar (65% van de projectkosten) 3. Samen-Scholen?!: naar een duurzame portfoliostrategie voor Noordelijke basisscholen. Hiervoor wordt een bijdrage gevraagd van over een periode van twee jaar. (55% van de projectkosten) 4. Voortgezet onderwijs sluit duurzaamheidsconvenant met lokale partners; Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt concreet Hiervoor wordt een bijdrage gevraagd van ,- over een periode van 3 jaar. Voor al deze projecten is een positief advies uitgebracht. Daarnaast is op dit moment van twee projecten aangegeven dat deze kansrijk zijn voor een volgend uitvoeringsprogramma. Daarbij moet worden aangetekend dat er voortdurend nieuwe ideeën binnenkomen, waarover ook in een nieuw programma adviezen uitgebracht zullen worden In bijlage I, het Uitvoeringsprogramma, zijn de projecten nader beschreven, waarbij ook het advies van het projectteam is opgenomen. De projecten 1en 2 worden uitgevoerd in alle drie Noordelijke provincies. De bijdragen voor deze projecten worden dan ook gelijk over de drie provincies verdeeld. Project 3 wordt in eerste instantie alleen in Groningen en Drenthe uitgevoerd. In een volgende ronde zal ook voor Fryslan een dergelijk project worden opgezet. De bijdrage voor project 3 wordt dan ook over twee provincies verdeeld. Project 4 heeft op dit moment de vorm van een pilot op een school in de provincie Groningen. Om die reden wordt daaraan alleen door de provincie Groningen een bijdrage geleverd. Het is de bedoeling dat het project wel zo wordt opgezet dat het potentie heeft voor opschaling naar de andere provincies. In de voortgang van het project zal dat ook scherp in de gaten worden gehouden. Voor de provincie Groningen is met de projecten is een totaal bedrag van ,- gemoeid. De provincie staat tot en met 2011 in totaal ,- ter beschikking (van het rijk 4x ,- en aan eigen provinciale bijdragen 4x ,-). In totaal dient in de provincie Groningen over de komende twee jaar (2010 en 2011) dan ook nog een bedrag van ,- in projecten te worden weggezet. Wij zien daartoe goede mogelijkheden met behulp van komende uitvoeringsprogramma's. Hoewel in het Ambitiestatement was aangekondigd dat er in dit programma meer met opdrachten zou worden gewerkt, is in deze eerste uitvoeringsronde opnieuw gekozen voor een bijdrage in de vorm van subsidieverlening aan de projectuitvoerders. Deze keuze had praktische en juridische redenen. In de volgende uitvoeringsrondes zal steeds kritisch naar de projecten worden gekeken. Als de inhoud van het project daartoe aanleiding geeft zal opdrachtverlening kunnen worden overwogen.

3 In het Ambitiestatement is wel aangegeven dat de provincies meer controle over de uitvoering van de projecten willen krijgen en duidelijker ook naar buiten over de projecten willen communiceren. In de subsidiebrieven zal een aantal voonwaarden omtrent tussenrapportages en deelname aan communicatieactiviteiten worden opgenomen die daarvoor zorg moeten dragen. Volgend programma De voorbereiding voor het eerstvolgende Uitvoeringsprogramma is inmiddels gestart. NaarvenA/achting zal er voor de zomereen tweede uitvoeringsprogramma kunnen worden aangeboden. Tegelijk zal worden begonnen met het uitwerken van de communicatiestrategie. Bedoeling daarvan is onder andere om de indieners van projecten en projectideeën bij elkaar te brengen en op die manier te zorgen voor synergie tussen projecten en het netwerk voor nieuwe projectideeën uit te breiden. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen;, secretans.

4 Uitvoeringsprogramma 2009/2010 Leren voor Duurzame Ontwikkeling Noord Nederland Van agenderen naar doen - IVIet sterke slagen en een groot bereik -

5 Uitvoeringsprogramma LvDO Inhoudsopgave H.1 Aanleiding 1 H.2 Noordelijk Ambitiestatement 2 H.2.1 Basisambitie en theme's 2 H.3 Projectcriteria 3 H.3.1 Specifieke noordelijke criteria 3 H.4 Werkwijze 4 H.4.1 Net projectteam 4 H.4.2 Hat aanjaagteam 4 H.4.3 Werkproces 5 H.5 Projecten: beoordeling en advies van de projectgroep 6 H.5.1 Projecten eerste uitvoeringsprogramma H.5.2 Kansrijke projecten tweede uitvoeringsprogramma 16 H.6 Financieel overzicht 18 H.6.1 inkomsten 18 H.6.2 Projectkosten 18 H.6.3 Verdeling LvDO bijdrage per provincie per jaar.18 H.6.4 Mandatering 19

6 H.1 Aanleiding Het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling richt zich op iedereen die geïnteresseerd is in (sociaal) leren én duurzame ontwikkeling en in het bijzonder op de rijksoverheid, provincies, waterschappen en de onderwijssector. In het eerste programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling hebben de drie noordelijke provincies gekozen voor een gezamenlijke aanpak. Dit heeft ertoe geleid dat er in die periode verschillende projecten zijn gefinancierd die een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling in het noorden. Vooral op het gebied van samenwerking zijn in het eerste progamma grote slagen gemaakt. Om dit succes voort te zetten hebben de provincies er in het tweede programma ( ) voor gekozen de gezamenlijke aanpak te continueren. Waar het eerste programma vooral gericht was op het agenderen van duurzame ontwikkeling, is het tweede programma gericht op duurzaam aan de slag gaan. Niet voor niets heeft het tweede programma de titel 'Van agenderen naar doen'. Met het tweede programma willen de provincies inzetten op: Duurzaamheid nog meer verankeren in de samenleving. Duurzaamheid als integraal onderdeel bij het uitvoeren van (inter)provinciale onderwerpen en projecten. De landelijke doelstelling uit de eerste nota Leren voor Duurzame Ontwikkeling blijft daarbij wel van kracht. Deze doelstelling luidt: Hef op gang brengen van effectieve leerprocessen, gericht op een meer duurzame afweging, bij maatschappelijke actoren om zodoende een bijdrage te leveren aan een duurzame kwaliteit van de leefomgeving voor alle burgers en een leefbaar land voor toekomstige generaties. Daarnaast streeft het Rijk in het tweede progamma naar intensivering van de activiteiten zodat een groter deel van de bevolking wordt bereikt. Voor u ligt het eerste uitvoeringsprogramma met de projecten die voor het jaar 2010 worden uitgevoerd. In dit programma is rekening gehouden met bovenstaande criteria, het Noordelijk Ambitiestatement en de daarin vastgestelde ambities en thema's. Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterile slagen en een groot bereik 1

7 H.2 Noordelijk Ambitiestatement In het Noordelijk Ambitiestatement is vastgelegd hoe de drie provincies zich voor het programma inzetten voor Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Meer dan in het eerste programma is dit programma gericht op: Aansluiting zoeken bij actuele onderwerpen in de provinciale politiek. Een werkwijze ontwikkelen die gericht is op het tot stand brengen van projecten die zich daadwerkelijk richten op actuele onderwerpen in de provinciale politiek (o.a. door het inzetten van een aanjaagteam). Ook is besloten met een lager subsidiebedrag te werken. In het vorige programma lag dit percentage maximaal op 85% van de totale projectkosten. Voor dit programma hebben de provincies afgesproken om maximaal 65% van de projectkosten te subsidiëren. Deze aanpassing is gedaan omdat de meeste partijen nu beter bekend zijn met de uitgangspunten van het programma. Bovenstaande punten dragen bij aan het realiseren van projecten die: De door het Rijk gewenste verankering in het (provinciaal) beleid hebben. Een groot bereik hebben bij de bevolking. Beter inspelen op de onderwerpen die in de (inter)provinciale politiek een hoge prioriteit hebben. H.2.1 Basisambitie en thema's Het noorden wil zich onder andere ontwikkelen als energieregio, maar ook de toenemende ontwikkeling van toerisme biedt veel mogelijkheden. Het noorden wil deze kansen op een duurzame manier benutten en heeft een basisambitie voor het noordelijke programma LvDO geformuleerd. Door middel van het uitvoeren van diverse projecten wordt een positieve bijdrage geleverd aan een duurzame samenleving in de drie noordelijke provincies. In deze projecten worden duurzame afwegingen in de praktijk gebracht via het met en van elkaar leren door de projectuitvoerders en andere actoren. Deze ambitie vormt de basis voor ieder project met de nadruk op de onderlinge leerprocessen bij het werken aan duurzame ontwikkeling en wordt ondersteund door vier thema's: Energiebesparing, duurzame energie & klimaatverandering Leefomgeving & leefbaarheid - Water Duurzaam produceren en consumeren Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik 2

8 H.S Projectcriteria De projecten binnen het progamma LvDO moeten voldoen aan de algemene, landelijke criteria en aan een aantal specifieke noordelijke criteria. De basisambitie blijft het uitgangspunt zodat er ruimte blijft om de projecten op een adequate en actuele manier aan te laten sluiten op het (inter)provinciaal beleid. De projectvoorstellen in dit uitvoeringsprogramma zijn op basis van deze criteria uitgewerkt. Een overzicht van de landelijke criteria staat vermeld in het NAS. Hieronder staan de specifieke noordelijke criteria kort benoemd. H.3.1 Specifieke noordeliike criteria Naar aanleiding van de ambities in het NAS hebben de noordelijke provincies een aantal specifieke criteria geformuleerd voor het tweede programma van LvDO. Deze aanvullende criteria zijn: De financiële bijdrage vanuit de provincies is maximaal 65% van de projectkosten en ten hoogste ,- per provincie per jaar per project (in bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend). Het resterende bedrag dient door de gezamenlijke partners uit het project te worden opgebracht. Vastgestelde terugkoppelmomenten over de voortgang van projecten. Voor een financiële bijdrage komen niet in aanmerking: o Projecten met een winstoogmerk (dat wil overigens niet zeggen dat bedrijven geen partners bij projecten kunnen zijn), o Projecten die tot het reguliere aanbod of takenpakket van instellingen gerekend kunnen worden, o o Structurele personeelskosten van de aanvragende of uitvoerende organisaties, Verder vinden de provincies het bij het invullen van projecten belangrijk dat er specifieke aandacht wordt besteed aan de mondiale dimensie. Op deze manier wordt binnen de duurzaamheidafwegingen rekening gehouden met de mondiale gevolgen van bepaalde keuzes. Uitvoeringsprogramma 2009/ Met steri<e slagen en een groot bereik 3

9 H.4 Werkwijze De organisatie van het programma LvDO bestaat uit twee teams, het projectteam en het aanjaagteam. Het projectteam bestaat uit provinciale regisseurs en een externe projectcoördinator. Het aanjaagteam uit enthousiaste en betrokken mensen uit het veld van duurzame ontwikkeling in Noord Nederland. H.4.1 Het proiectteam Het projectteam is verantwoordelijk voor de algemene organisatie van het programma. Het team bestaat uit de provinciale regisseurs (per provincie twee personen) die moeten zorgen voor een goede inbedding van het LvDO-programma in de provinciale organisatie. De provinciale regisseurs zijn verantwoordelijk voor de terugkoppeling van ontwikkelingen en resultaten uit het programma naar de colleges van GS. Daarnaast wordt het projectteam versterkt met een externe projectcoördinator. In het geval van dit tweede programma zijn dat de bureaus Noordtij en KNN. Deze coördinerende functie speelt een belangrijke rol bij de identificatie en formulering van nieuwe projecten. Ook is de communicatie (intern en extern) en de begeleiding van gehonoreerde projecten een belangrijke taak van de programmacoördinator. De samenstelling van het projectteam in het eerste uitvoeringsprogramma 2010 is als volgt: Regisseurs per provincie Externe programmacoördinatie Provincie Groningen Guus Hoen Nynke de Jong Provincie Fryslan Gerard Jonker Nynke Blijham Provincie Drenthe Marjan Ytsma (per 1 januari 2010 Sander Bakker) Karina Blanke Noordtij - Jaap Jepma Daan Borjeson KNN Gerwin Wiersma H.4.2 Het aaniaaqteam In het aanjaagteam worden ideeën en projecten aangedragen. Deze ideeën en projecten worden vervolgens verder uitgewerkt, waarna ze de basis vormen voor het advies dat het projectteam uitbrengt aan de colleges van GS. De uiteindelijke inzet van middelen is aan de colleges van GS. De leden uit het aanjaagteam zijn evenredig verdeeld over de drie P's van duurzame ontwikkeling (People, planet, profit). Het gaat om personen uit de hoek van de natuur- en milieuorganisaties, bedrijfsleven, waterschappen, welzijnsorganisaties, woningbouwcorporaties en kennisinstellingen. Taak van het aanjaagteam is om mee te denken en te helpen bij het identificeren en stimuleren van kansrijke projecten. De leden uit het team hebben zitting vanuit persoonlijke titel. De samenstelling van het aanjaagteam in het eerste uitvoeringsprogramma 2010 is als volgt: People Planet Profit Greet Ruitenberg, SenterNovem All van der Schaaf, COS Sjikke Mulder, CMO Groningen Siegbert van der Velde, Milieufederaties Kees Siderius, IVN Nico van der Woude, De Watertafel Elena Cavagnaro, Stenden Hogeschool Jurjen Kingma, LTO Noord Jan Dijk, Rabobank Midden Groningen uitvoeringsprogramma 2009/ Met steri<e slagen en een groot bereik 4

10 H.4.3 Werkproces In de uitvoering van het tweede programma voor LvDO is gekozen voor samenwerking tussen de provinciale regisseurs en de externe projectcoördinatie in de vorm van een projectteam. De onderlinge taakverdeling tussen de regisseurs en de externe projectcoördinatie is hier uitgewerkt: Opbouw projectteam Werkzaamheden en taken Provinciale regisseurs - Voorleggen van uitgewerkte projecten van het projectteam aan de colleges van GS. Zorgen voor goede afstemming met gemeenten, waterschappen en maatschappelijke partners in de uitvoering van het programma. Afwikkelen van de financiën van het provinciale progamma en de daar uit voortvloeiende projecten. Een keer per jaar achteraf rapporteren over de voortgang van het progamma en de bereikte resultaten aan de landelijke stuurgroep LvDO. Externe projectcoördinatie Samen met de aanjaaggroep partijen interesseren en stimuleren deel te nemen aan het programma. (Mede) formuleren en uitwerken van projecten met betrokken partijen en het beoordelen in hoeverre het project past binnen het progamma LvDO. Ondersteunen, begeleiden en afstemmen van lopende projecten Afstemming zoeken met andere relevante progamma's en projecten in de drie provincies. Verzamelen van gegevens t.b.v. monitoring en voortgang (evaluatie, communicatie, kennismanagement en operationele organisatieondersteuning). Zorgen voor communicatie over het programma en de projecten binnen de provincies. Kennismanagement op provinciaal niveau (bijvoorbeeld: uitwisselen van ervaringen tussen projecten en acfiviteiten). Begeleiden van het proces van sociaal leren bij de opzet en uitvoering van de projecten. Voeren van de financiële administratie van het LvDO programma Het projectteam wordt geadviseerd door het aanjaagteam. In tegenstelling tot het vorige progamma heeft het aanjaagteam geen formele bevoegdheid ten aanzien van de beoordeling van projecten en/of ideeën. Uit ervaringen van het vorige programma blijkt namelijk dat sommige leden uit het team het lastig vonden om over eikaars projecten te adviseren. De werkzaamheden van het aanjaagteam bestaan uit: Identificeren en stimuleren van kansrijke projecten. Beoordelen van de mate van duurzaamheid van de afzonderlijke projecten. Aanwenden van hun deskundigheid en bestaande netwerk voor versterking van de projecten. De stroom van projecten tijdens de looptijd van het programma op gang houden. Partijen bij projecten betrekken die normaal gesproken niet mee doen. De projectcoördinatie ondersteunen bij het uitwerken van projectvoorstellen binnen een of meerdere thema's. Tweemaandelijks overieg. Het aanjaagteam wordt een keer per jaar geëvalueerd. Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik

11 H.S Projecten: beoordeling en advies van de projectgroep Voor het eerste uitvoeringsprogramma 2010 zijn verschillende projecten geselecteerd. Deze projecten dragen bij aan de werktitel 'Van agenderen naar doen'. Meer dan in het eerste programma van LvDO ligt het accent van de projecten op concreet resultaat. Ook hebben de provincies aangegeven projecten te willen ondersteunen die een hoog bereik hebben en kans op een goede spin-off. In het programma zijn projecten uitgewerkt met een hoog interprovinciaal karakter en goede kans op vervolg of uitbreiding. Bij het samenstellen van de projecten is in deze eerste ronde nog geen gebruik gemaakt van de leden uit het aanjaagteam, gezien de samenstelling van dit team in deze ronde nog niet definitief was. Op basis van de expertise van de regisseurs en de projectcoördinator is daarom een eerste selectie gemaakt van een aantal kansrijke projecten en zijn verschillende partijen gevraagd deze uit te werken voor het uitvoeringsprogramma. Daarbij is bewust gekozen om aansluiting te zoeken met andere projecten, waardoor de kans op vervolg en uitbreiding groot is. Bovendien versterkt dit het leerproces omdat projecten worden samengevoegd en onderling van elkaar kunnen leren. Bij de selecfie is verder rekening gehouden met een zo goed mogelijke spreiding van projecten over de vier thema's uit het NAS. H.5.1 Proiecten eerste uitvoerinqsproaramma 2010 Voor het eerste uitvoeringsprogramma 2010 zijn vier projecten uitgewerkt door inifiatiefnemers. Deze zijn: I. Cradle-to-CradIe: Kennisontwikkeling in Noord-Nederiand II. Het Faire Noorden III. 'SamenrScholen?!': naar een duurzame portfoliostrategie voor Noordelijke scholen IV. Voortgezet onderwijs sluit duurzaamheidconvenant met lokale partners Hieronder zijn deze projecten uitgewerkt in voorstellen die inzichtelijk maken wat de projecten inhouden, welke partijen samenwerken, wat de beoogde resultaten zijn en wat de totale inzet is om het project succesvol uit te voeren. Elk voorstel is voorzien van een beoordeling van de projectgroep en een advies met betrekking tot het leveren van een bijdrage vanuit het LvDO programma. Let op: in de uitwerking van de projectvoorstellen zijn de kosten voor de totale looptijd van de projecten weergegeven. Dit geldt ook voor de LvDO bijdrage die daardoor hoger uitkomt dan de maximale bijdrage die jaarlijks wordt verstrekt! De jaarlijkse LvDO bijdrage per provincie blijft maximaal ,- per provincie, per project, per jaar (zie hoofdstuk 6). lxero'q^emensibiio;ië^hli pkph^^bhs^^^^fir ^H^ ^ Jb^^aé^SÉS^^ n&gjiê*tis^ nadl6'ïivenniis0ntwikkelincifinin00rd NederlaiiidÉ^'^^^^^^^'^ mm" ' : (L ^ _..._., lr]ai(ïidêoeg: :g)sii) aiifi (yg^^ nieeiïiiekgiioin rno igoqbtiihiihhmftifianiqaniewj^ ilj p^lë t'l^fë 3fe^^ lm\smmmmemmm ^^^as!l 'S\ ^ ^ ^ P ^ ^ ^ 9 ^ ^ ^ «^ I^^^^Gronin^^ Projectdoel en leerdoelen Het project bouwt voort op ervaringen van het Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland (CODIN) met de reeks inifiatieven op C2C gebied. CODIN wil duurzame innovatie bevorderen, onder meer door kennis en ervaring te verzamelen en beschikbaar te stellen. Duurzame innovatie, gebaseerd op C2C, staat nog in de kinderschoenen. Het projectvoorstel beoogt het stimuleren van de ontwikkeling ervan in Noord-Nederiand. Kennis en ervaring opdoen in een beperkt aantal concrete projecten, onder deskundige begeleiding. Vervolgens die kennis en ervaring delen met anderen om hen op diezelfde weg vooruit te helpen. Van 'marge naar mainstream' dus. Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik 6

12 Hoofddoelstelling van het project is dat zoveel mogelijk bedrijven, adviseurs, kennisinstellingen en overheden in Noord-Nederiand ervaring opdoen met duurzame innovatie, gericht op C2C. Het achteriiggende doei is dat de toepassing van C2C-principes in bedrijven in Noord-Nederland op grotere schaal gaat plaatsvinden. Realisering van het doel vindt plaats door opschaling van lokale initiatieven, waarbij in enkele bedrijven onder deskundige begeleiding C2C-productontwikkeling plaatsvindt. De ervaringen in het ontwikkelproces en de resultaten worden gedeeld met andere geïnteresseerden, die met die informatie in staat zijn om zelf weer initiafieven te nemen. Leren voor Duurzame Ontwikkeling dus. De leerdoelen kunnen als volgt worden benoemd: Deelnemende bedrijven: leren de C2C-beginselen toepassen in hun bedrijfsvoering; leren waar ze de benodigde kennis over stoffen en materialen kunnen opdoen, welke adviseurs ondersteuning kunnen bieden, hoe kenniscentra kunnen worden ingeschakeld, hoe financiering van ontwikkelingskosten mogelijk is, hoe certificatie is geregeld enz. Betrokken adviseurs: verbreden en vergroten hun kennis en ervaring in de prakfische toepassing van C2C-beginselen in diverse bedrijven. Betrokken gemeenten: leren hoe ze bedrijfsinitiatieven kunnen bevorderen en ondersteunen, met inschakeling van intermediaire organisaties, kenniscentra, enz. De niet rechtstreeks bij ontwikkelingsprojecten in bedrijven betrokken partijen (andere bedrijven, brancheorganisaties, kenniscentra, adviseurs, gemeenten, provincies) leren van de ervaringen van de betrokken partijen. Het project is geslaagd als aan het eind van het project tenminste de volgende resultaten zijn behaald: 6 producten zijn ontwikkeld waarvoor minimaal een C2C-basiscertificaat kan worden verieend. 4 gemeenten en een aantal adviseurs en kenniscentra praktische ervaring heeft opgedaan met C2C-toepassing in concrete product-ontwikkeling bij bedrijven. Tenminste 30 gemeenten en 120 bedrijven hebben kennis genomen van de ervaringen bij die product-ontwikkeling. NB. In het projectplan is een + variant op genomen waarin 2 extra gemeenten worden betrokken, het dubbele aantal bedrijven mee zal gaan doen en tenminste 50 gemeenten en 240 bedrijven kennis zullen nemen van de ervaringen in onderhavig project. Projectorganisatie en aanpak In elk van de drie provincies worden deelprojecten uitgevoerd op initiatief en onder regie van een gemeente. Deze deelprojecten bestaan uit drie componenten: Individuele C2C-productontwikkelinas-proiecten. In elk van de vier deelprojecten worden drie individuele bedrijven begeleid in een ontwikkeltraject. Deelnemende bedrijven worden daartoe doorgelicht d.m.v. een Duurzame Innovatie-Advies. Het resultaat van die dooriichting is een plan van aanpak voor de realisering van een product waarvoor tenminste een C2C-basiscertificaat kan worden afgegeven. Bedrijven worden ven/olgens ondersteund bij het uitvoeren van het plan van aanpak, onder andere met het oog op het beschikbaar krijgen van financiering voor productinnovatie en het verkrijgen van een C2C basiscertificaat. Kennisdelinq in C2C-ateliers. Per (gemeentelijk) deelproject worden in C2C-ateliers met de betrokken bedrijven periodiek de voortgang besproken, ervaringen uitgewisseld en collectieve ondersteuning aangereikt. Netwerkbiieenkomsten. Het geheel aan ervaringen en kennis dat wordt opgedaan in het project en de deelprojecten wordt beschikbaar gesteld aan andere bedrijven, overheden e.d. door middel van zg. netwerkbijeenkomsten. Dat gebeurt op regionale of provinciale schaal. Daarbij kan eventueel worden aangesloten bij bestaande netwerken. CODIN organiseert in dit verband in het voorjaar van 2010 een C2C-symposium. De netwerkbijeenkomsten bieden tevens een platform voor andere C2C initiatieven in Noord-Nederland, zoals activiteiten van de Milieufederatie Groningen. Daarmee wordt ook uitwisseling met andere bestaande en/of nieuwe initiatieven gewaarborgd. Beoordeling projectteam Het LvDO projectteam is van mening dat dit project een krachtige impuls kan geven aan innovafieve en duurzame productontwikkeling in Noord-Nederiand. De heldere visie van opdrachtnemers, de kwantitatieve doelstellingen en concreet benoemde resultaten die dit project moet opleveren en vooral Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik 7

13 ook de ervaring van projectpartijen met pilotprojecten op het terrein van Cradle-to-CradIe maken dat het projectteam vertrouwen heeft in een succesvolle uitvoering van het project. Het project sluit goed aan bij het thema duurzaam produceren en consumeren. Vooral ook de grote betrokkenheid van bedrijven in dit project heeft een specifieke toegevoegde waarde voor het LvDO programma. Waar in het verleden wel werd geconstateerd dat de betrokkenheid van bedrijven in het programma gering was, wordt met dit project zichtbaar gemaakt dat ook deze doelgroep actief kan worden betrokken bij duurzame ontwikkelingsvraagstukken. Een sterk punt van het project is verder dat projectpartners bereid zijn om een fors aandeel van de kosten voor eigen rekening te nemen. Ook het feit dat participerende bedrijven een eigen bijdrage wordt gevraagd, maakt zichtbaar dat de projectpartners ook commitment verwachten van de doelgroep van het project. Deze inzet maakt dat de LvDO bijdrage beperkt is tot 50% van de totale projectkosten. Het projectteam is van mening dat de + variant van het projectplan, waarbij het dubbele aantal bedrijven betrokken zullen worden, gering is (optie met 24 bedrijven). Opdrachtnemer heeft onvoldoende zichtbaar gemaakt welke aanvullende lessen getrokken kunnen worden door deelname van meer bedrijven en gemeenten. Er is feitelijk alleen sprake van extra opschaling van het concept. Zeker gelet op de meerkosten van deze variant (70% hogere projectkosten en 66% meer subsidie) achten we een extra bijdrage niet gerechtvaardigd. Zorgpunt is wel de mate waarin opdrachtnemers erin zullen slagen om bedrijven daadwerkelijk bij het project te betrekken. De risico's van het project op dit punt zijn echter helder in kaart gebracht in het projectplan. De projectgroep is van mening dat opdrachtnemers voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat dit risico gering is, mede ook gelet op ervaringen van betrokken partijen (waaronder Syntens). Het project voldoet aan de inhoudelijke criteria van het Noordelijk Ambitiestatement met betrekking tot mainstream, integrale benadering, sociaal leren en het minimaal aantal (meefinancierende) projectpartners. Ook wordt voldaan aan de wens om te komen met substantiële projectvoorstellen. Eindadvies projectteam Op grond van de beoordeling adviseert het projectteam om onderhavig project (optie met 12 bedrijven) te ondersteunen met een LvDO bijdrage van ,- (49,6 %) van de totale projectkosten) en subsidie te verlenen aan de Kamer van Koophandel Noord-Nederland om dit project uit te voeren conform voorstel. De provincie Groningen zal optreden als coördinerende provincie en door de provincies Drenthe en Fryslan gemandateerd worden met betrekking tot de financiële afhandeling. -*' o0rflinerenae?prmineië»^mêr0vincie^f"r,y<..pr^7^.^ : Projectdoel en leerdoelen De initiatiefnemers van het project Het Faire Noorden willen in de komende twee jaar bereiken dat gemeenten, scholen en bedrijven in de provincies Fryslan, Groningen, en Drenthe in acfie komen op het gebied van duurzaamheid en Fair Trade. Hiermee kan de noordelijke regio als potentiële koploper inspelen op een brede maatschappelijke tendens op het gebeid van duurzaamheid. Het Faire Noorden richt zich op gemeenten en provincies, maatschappelijke instellingen, leeriingen en docenten bovenbouw MBO en eventueel HBO en studenten van de lerarenopleiding. Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik 8

14 Het project heeft de ambitie uit te groeien tot een structureel programma om het Noorden op de kaart te zetten als koploper bij de implementatie van internationale duurzaamheid in meerdere sectoren. Het Faire Noorden bestaat uit een procesmatig traject gericht op de verschillende doelgroepen met daarin een aantal synergiemomenten (Wereldzaken) waarop deze doelgroepen bij elkaar komen. Gedurende het hele jaar wordt parallel gewerkt met de doelgroepen om hen vertrouwd te maken met fairtrade en internationaal duurzaam ondernemen. Voor gebruik binnen het procesmafige traject worden drie producten ontwikkeld: Fairtrade Dichterbij, een toolkit voor duurzame en Fair Trade bedrijfsvoering; Wereldzaken, een educatieve happening voor toekomstige beroepsbeoefenaren gecombineerd met een symposium voor óndernemers en lokale overheden; Wereldzaken In de beroepsopleiding, een educatief programma met handleiding voor gebruik in de beroepsopleiding. Alle producten zijn inzetbaar voor verdere opschaling. Gedurende de looptijd van Hef Faire Noorden worden er in de drie provincies verder ludieke acties georganiseerd om aandacht van de media te genereren. Deze acfies zullen op geplande momenten plaatsvinden, maar ook op een spontane manier ontstaan door in te spelen op actuele ontwikkelingen. Het doel van het project is drieledig: 1. Het creëren van dwarsverbanden en synergie op het gebied van internafionale duurzaamheid tussenbedrijfsleven, lokale overheden en beroepsopleidingen. 2. Het sfimuleren van bedrijven, lokale overheden en beroepsopleidingen om duurzame afwegingen te maken in hun bedrijfsvoering en te kiezen voor Fair Trade. 3. Jonge toekomstige beroepsbeoefenaren en hun docenten toerusten om het maatschappelijke concept van internationaal duurzaam ondernemen toe te passen in hun (toekomstige) werk. Het project is geslaagd als aan het eind van het project tenminste de volgende resultaten zijn behaald: 1. Vertegenwoordigers van bedrijfsleven, overheden en beroepsopleidingen zijn gekoppeld, geïnspireerd en doen (goede) zaken met elkaar. Zo zijn noordelijke bedrijven gekoppeld aan beroepsonderwijs en lokale overheden. Deze laatste groep wordt geacht per 1 januari 2010 voor 50% duurzaam in te kopen. Er is sprake van uitwisseling van kennis via bijv. stages gemeenten in de drie Noordelijke provincies zijn geadviseerd of op een andere manier ondersteund bij duurzaam inkopen en Fair Trade binnen de eigen organisafie. Zij zijn goed geïnformeerd over de mogelijkheden van internationaal duurzaam inkopen in verschillende branches, bijv. natuursteen, horeca, toerisme, energie. 3. Er is een actief netwerk gevormd van Het Faire Noorden dat bestaat uit ondernemers van verschillende branches, vertegenwoordigers van gemeenten en beroepsopleidingen. Ze participeren in eikaars netwerken. Bovendien zijn alle partners betrokken in de samenstelling van diverse werk- en of stuurgroepen van het project gemeenten in de drie provincies participeren in de Fair Trade campagne en hebben de ambitie het Fair Trade predikaat te verkrijgen. Deze gemeenten hebben Fair Trade daadwerkelijk als concept in de bedrijfsvoering geïntegreerd. Zij maken gebruik van het pakket Fairtrade Dichterbij. 5. Drie instellingen voor beroepsonderwijs (MBO, één in elke provincie) zitten in het traject om Fair Trade te worden of zijn het al geworden. Zij gebruiken Fair Trade producten en besteden in PR en opleidingen aandacht aan het thema. Noordelijke bedrijven worden gekoppeld aan deze opleidingen om zakelijke contacten te leggen. 6. Onder de werktitel 'Wereldzaken' is drie keer een combinatie van symposium en educatieve happening uitgevoerd. 7. Wereldzaken heeft de volgende resultaten: 400 jongeren uit MBO en 20 docenten zijn goed geïnformeerd over eerlijk en duurzaam ondernemen en hebben geoefend met de praktische toepassingsmogelijkheden ervan. Vertegenwoordigers van overheden, bedrijven en beroepsopleidingen hebben van eikaars 'good practices' geleerd en zakelijke contacten gelegd. Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik 9

15 Vijftien van de deelnemende groepen jongeren hebben de directie van hun opleiding gevraagd om een Fair Trade maatregel te nemen. Na elke ronde Wereldzaken zijn twee advies- of ontwerpopdrachten van ondernemers of beleidsambtenaren uitgezet bij de deelnemende jongeren (te denken valt aan productontwikkeling, ketenverbetering, marketing, PR). 8. Bij bewezen succes is Het Faire Noorden klaar voor een doorstart naar een structureel programma. Projectorganisatie en aanpak Hef Faire Noorden bestaat uit een procesmatig traject met daarin een aantal synergiemomenten (wereldzaken) waarop de verschillende doelgroepen bij elkaar komen. Gedurende het hele jaar wordt parallel gewerkt met de doelgroepen om hen vertrouwd te maken met Fair Trade en internationaal duurzaam ondernemen. Ook zijn er tussendoor activiteiten in de drie provincies die aandacht vragen voor deze thema's. Het project wordt in 5 fasen ingedeeld en uitgevoerd: I. Definitiefase o Een eenduidige formulering van doelstellingen, resultaten en de begrenzing van het project. Concreet houdt dit in dat het plan nader uitgewerkt wordt, vooral het plan van aanpak en de uitvoering van activiteiten. In deze fase worden ook de potentiële cofinanciers benaderd. II.,Ontwerpfase o III. Voorbereiding o Onderzoek naar behoeften en wensen van potentiële deelnemers aan het project, binnen alle genoemde doelgroepen. Hierdoor kan de werving bij alle drie doelgroepen gerichter uitgevoerd worden. Werven projectdeelnemers. Tijdens de werving wordt het thema Fair Trade en duurzaamheid bij alle doelgroepen op de kaart gezet. Daarnaast worden de bestaande contacten en netwerken van de projectuitvoerders geïnventariseerd en geselecteerd. IV. Uitvoering activiteiten o o V. Evaluatie en nazorg o o o o Een brede campagne vraagt aandacht voor het project en in het bijzonder voor het pakket Fairtrade Dichterbij. Met het uitzetten van één of meer modules van het pakket bij lokale overheden, maatschappelijke organisafies en het bedrijfsleven worden de deelnemende organisaties actief voorgelicht en ondersteund bij de toepassing van duurzaamheidaspecten in de praktijk. Met drie praktijkgerichte educatieve happenings gecombineerd met symposia (Wereldzaken) wordt tijdens de projectperiode een verbindende activiteit neergezet, die de resultaten van het procesmatige werk zichtbaar maakt, verdere synergie genereert en ervoor zorgt dat de ingezette beweging toekomst-proof wordt. Er vinden meerdere evaluatierondes plaats, aangezien het project twee jaar duurt. Aan het begin van het project wordt één keer per kwartaal een intern voortgangsgesprek gevoerd (fasen voorbereiding en start uitvoering activiteiten) en later één keer per halfjaar. Daarnaast worden alle drie provinciale evenementen direct na afloop apart geëvalueerd. Deze evaluaties worden schriftelijk vastgelegd en eventuele verbeterpunten direct doorgevoerd. Het educatieve draaiboek, dat voortkomt uit de drie provinciale evenementen wordt opgenomen in het onderwijsaanbod van COS en Tümba en biedt de mogelijkheid tot verdere opschaling. De ontstane netwerken worden verder uitgebreid en beheerd door alle partners. Hef Faire Noorden gaat, bij bewezen succes, actief op zoek naar mogelijkheden om een doorstart te maken naar een structureel programma. Beoordeling projectteam Projectidee Bij het beoordelen van het projectidee heeft het projectteam vastgesteld dat het project nog te weinig concrete producten levert. In de uitwerking van het voorstel is aan de projectindieners meegegeven hier extra aandacht aan te besteden. Ook is geconstateerd dat de combinatie met het project Goeie v Uitvoeringsprogramma 2009/ Met steri<e slagen en een groot bereik 10

16 Zaken (educafieve happening) nog verder uitgewerkt moest worden. Er zijn bedenkingen of dit project past bij het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Belangrijk punt is dat de projecfindieners duidelijk maken hoe de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven zorgt voor een versterking van het 'agenderen naar doen'. Wat levert de samenwerking concreet op voor het bedrijfsleven en visa versa. Projectvoorstel In het projectvoorstel zijn grote slagen gemaakt. Er ligt een concreet product in de vorm van een handreiking voor gemeenten, organisafies en maatschappelijke organisaties dat landelijk kan worden toegepast. Dit zorgt voor een goede landelijke spin-off van het project. Ook wat betreft het betrekken van het onderwijs is helder omschreven wat de combinafie met het MKB oplevert. Leeriingen helpen bedrijven bij het uitwerken van duurzaam en Fair Trade ondernemen en bedrijven helpen scholen om duurzaamheid en Fair Trade in het onderwijs op te nemen. Het accent ligt daarbij niet op de leergang maar op de uitwerking in de praktijk. Eindadvies projectteam Op grond van de beoordeling adviseert het projectteam om onderhavig project te ondersteunen met een LvDO bijdrage van ,00 (65 % van de totale projectkosten) en subsidie te verienen aan COS Groningen om dit project uit te voeren. Als aandachtspunt stelt het projectteam wel dat het belangrijk is om in de begin periode van het project de vinger goed aan de pols te houden zodat het project conform voorstel wordt uitgevoerd. De provincie Fryslan zal optreden als coördinerende provincie en door de provincies Drenthe en Groningen gemandateerd worden met betrekking tot de financiële afhandeling. Kerngegevens Project III Titel: 'Samen-Scholen?!': naar een duurzame portfoliostrategie voor Noordelijke basisscholen Thema's: Energiebesparing, duurzame energie & klimaatverandering en Leefomgeving & leefbaarheid Penvoerder; de Kervanseray v.o.f. Partners: Servicecentrum Scholenbouw, gemeente Delfzijl, gemeente De Marne, gemeente Leek, gemeente Winschoten, gemeente Tynaario, gemeente Emmen en Openbaar Onderwijs Emmen, gemeente Vlagtwedde en Openbaar Onderwijs Vlagtwedde, Openbaar Onderwijs gemeente Aa en Hunze, Marenland (Openbaar Onderwijs in Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en Ten Boer), SOOOG: Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen, Noordkwartier (VPCPO Appingedam, Delfzijl en Loppersum), Penta Primair (Christelijk Onderwijs Westerkwartier-Noordenveld), VCO Oost-Groningen (Bellingwedde, Pekela, Oidambt, Mentenwolde, Veendam). Looptijd: 1 januari december 2011 (2 jaar) Projectkosten: ,- LvDO bijdrage: ,- Coördinerende provincie: Provincie Drenthe Projectdoel en leerdoelen Het huidige gebouwenbestand voor het basisonderwijs kenmerkt zich enerzijds door grote energetische en klimaattechnische problemen en anderzijds door funcfionele ongeschiktheid en de onmogelijkheid om te anficiperen op onderwijsvernieuwingen en/of demografische veranderingen (zie o.a. Kabinetsvisie Binnenmilieu Scholen februari 2008 en Gezond en Goed, rapport van het Atelier Rijksbouwmeester 2009). Dit geldt voor minimaal 80% van de bestaande gebouwenvoorraad (is ongeveer 75% van het maatschappelijk vastgoed). Voor alle plattelandsgebieden in Nederiand en Europa geldt dat deze de komende decennia (verder) te maken zullen krijgen met de gevolgen van krimp - en vooral relafieve krimp van de O tot 12 jarigen. Het gebied van Noord- en Oost-Groningen, Tynaario, Aa en Hunze, Emmen en de voormalige Veenkoloniën zijn hierdoor de afgelopen jaren al getroffen en voor de komende tien jaar wordt een verdere terugloop van 25 tot plaatselijk 60% voorzien. Hierdoor ontstaat een stapeling van Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik 11

17 vraagstukken als het gaat om de voorzieningen die nodig zijn om te zorgen dat ook de komende generaties kinderen een volwaardige opvoeding kunnen genieten. Centraal hierin zijn de basisscholen, maar ook kinderopvang, voorschoolse educafie, cultuur (muziekschool, bibliotheek e.d.) en welzijn (schoolmaatschappelijk werk e.d.) komen onder druk te staan door relatieve onderbezetfing. Deze stapeling kan ervaren worden als een bedreiging, maar ook als een kans om de voorzieningenstructuur in deze gebieden op nieuwe leest te schoeien, voortbouwend op nieuwe inzichten ontstaan vanuit de brede school gedachte (recent Sharon Dijksma) en tegelijk gebruikmakend van alternatievefinancieringsstrategieënen de nieuwste inzichten op het gebied van duurzaam bouwen. Onder het parapluproject Scholen van het Noorderiand zal in twee jaar tijd een uitvoerbaar actieplan inclusief financieringsstrategie voor de 260 scholen in Noord- en Oost-Groningen, Tynaario, Aa en Hunze, Emmen en de voormalige Veenkoloniën worden ontwikkeld. Dit moet leiden tot een kwalitatief gestuurd evenwicht tussen 'nabij' (voorzieningen in de dorpen zelf) en 'bereikbaar' (voorzieningen op realistische afstand). Belangrijk hierbij is dat niet langer gedacht wordt vanuit alleen de directe lokale belangen, maar vanuit een 'maatwerk' afweging tussen lokale belangen en culturele regio. Bij LvDO wordt een bijdrage aangevraagd voor het zelfstandige deelproject 'Samen-Scholen?!'. Doel van dit deelproject is om in samenspraak met vertegenwoordigers uit het veld (gemeenten en schoolbesturen van openbaar en bijzonder onderwijs) te komen tot: 1. een aan de hand van de praktijk getoetst en verfijnd draaiboek dat gemeenten en schoolbesturen in dergelijke processen kan begeleiden; 2. als onderdeel van dit draaiboek een evaluatie te maken van momenteel veel gebruikte onderzoeksmethoden voor evaluatie van de bestaande gebouwenvoorraad om zodoende de betrokken actoren (m.n. gemeenten en schoolbesturen) in staat te stellen de onderzoeksgegevens adequaat te interpreteren; 3. de ontwikkeling van een prototype van de benodigde database met koppeling aan een Geografisch Informatie Systeem (GIS); 4. het ontwikkelen van een communicafiestrategie inclusief het vervaardigen van passend beeldmateriaal (documentaire) om naast gemeenten en schoolbesturen ook begrip en draagvlak te verkrijgen onder de bevolking. Zij zullen immers het meest rechtstreeks geconfronteerd worden met de directe gevolgen. Deze onderdelen zullen direct al functioneren binnen de uitvoering van het parapluproject in Noord- en Oost-Groningen, Tynaario, Aa en Hunze, Emmen en de voormalige Veenkoloniën en daar aan de hand van de praktijl<ervaringen in afstemming met het veld worden bijgesteld. Projectorganisatie en aanpak Het project vindt plaats onder de paraplu van een veel groter project: Scholen van het Noorderiand. Daarbij moet er in twee jaar een uitvoerbaar en financierbaar renovatieplan liggen voor alle 260 basisschoolgebouwen oostelijk van de Hunze en het Rietdiep. In het deelproject Samen-Scholen worden een aantal hulpmiddelen ontwikkeld om dit mogelijk te maken. Verder wordt gewerkt aan bewustwording bij projectpartners en in brede zin ook bij burgers. Activiteiten die in het project worden uitgevoerd, zijn: Inhoudeliik realtime leergeschiedenis Leek: hoe worden de resultaten uit de diverse onderzoeken nu verder verwerkt tot een integraal accommodafiebeleid, welke cruciale beslissingsmomenten blijken er te zijn tijdens de planvorming EPA-U (Energie prestafie advies - Ufiliteitsbouw) afzetten tegen EBA (Energie en Binnenmilieu Advies): detailanalyse van de overeenkomsten en de verschillen plus inschatting welke aanvullingen op de huidige EBA moeten worden gepleegd om in ieder geval een integraal energiebesparing- en binnenmilieu advies voor bestaande basisschoolgebouwen te ontwikkelen leergeschiedenis bestaande oplossingen: er zijn op dit moment voor het leeglopende platteland twee basisstrategieën - samenvoegen meerdere scholen op centrale locafie en/of multifunctionele centra - welke factoren bepalen het succes van deze projecten beoordelen Uitvoeringsprogramma 2009/ Met steri<e slagen en een groot bereik 12

18 onderwijskundige randvoorwaarden waaraan scholen in dunbevolkte gebieden moeten voldoen (minimale omvang peer-group enz.) beoordelen onden/vijskundige oplossingen andere landen voor dunbevolkte gebieden (Zweden, Australië) ontwikkelen werkbarefinancieringsstrategie(n)met geschikte conceptcontracten Datamodellering doorontwikkelen datamodel waarin alle benodigde gegevens historisch (longitudinaal) en multilevel kunnen worden opgeslagen koppelen van het beschikbare datasysteem aan een Geografisch Informafiesysteem zodat de aanpassing van de spreiding van de oplossingen makkelijker geoptimaliseerd kan worden voor de toestaande infrastructuur Communicatiestrategie opstellen eerste versie draaiboek voor gemeenten en schoolbesturen 3 maal herzien draaiboek aan de hand van praktijkervaringen onderzoeken en ontwikkelen communicatiestrategie ontwikkelen van een draaiboek voor een documentaire en begeleiden van het filmen begeleiden van het 'uitzetten' van de film De projectpartners vormen gezamenlijk het projectteam Samen-Scholen?! Deze groep vormt de ruggengraat van het project. Gedurende de looptijd van twee jaar worden elke twee maanden (vijf keer per jaar i.v.m. de zomervakanfie) bijeenkomsten georganiseerd waar de voortgang op de diverse onderdelen wordt doorgesproken. Tussentijds wordt van de leden gevraagd de stukken te bestuderen en te becommentariëren en beschikbaar te zijn voor ruggespraak. Per bijeenkomst zal een voortgangsverslag worden gemaakt dat tevens zal dienen als voortgangsrapportage. De eerste bijeenkomst zal gepland worden voor januari 2010 en dan zal tevens een vergaderschema voor de komende twee jaar worden vastgelegd. De vervolgbijeenkomsten vinden plaats in maart, mei, september en november 2010 en dan in januari, maart, mei, september en afsluitend in november Beoordeling projectteam Het projectteam vindt de integrale aanpak, waarbij krimpproblemafiek, duurzaamheid en onderhoud en beheer van basisscholen wordt aangepakt, aansprekend. Deze aanpak, in combinafie met de beoogde schaalgrootte van het parapluproject Scholen van het Noorderiand, maken innovatieve oplossingsrichfingen mogelijk. Er is in het project sprake van een leertraject, waarbij projectpartners een belangrijke bijdrage leveren aan de te ontwikkelen aanpak die ze uiteindelijk zelf toe moeten passen. Dankzij de brede samenstelling van het Samen-Scholen projectteam, komen leerresultaten beschikbaar aan direct belanghebbende partijen (gemeenten en basisscholen). De resultaten overstijgen daarbij het lokaal belang en zijn ook toepasbaar voor andere regio's en/of opschaalbaar naar andere maatschappelijke gebouwtypen (middelbare scholen, gezondheidszorg). Bovendien wordt met het project een goede basis gelegd voor een breed maatschappelijk draagvlak. Inbedding in het parapluproject Scholen van het Noorderiand garandeert volgens het projectteam dat opfimaal gebruik gemaakt gaat worden van de (leer)resultaten van het project Samen-Scholen. Het Samen-Scholen?! project levert daarbij eigenstandige, concrete en tastbare producten op. Bovendien draagt het project bij aan de opschaling van resultaten uit eerder uitgevoerde pilotprojecten (uit bijv. het Energieconvenant Groningen). In het project was sprake van een beperkt financieel risico, doordat realisering van onderdelen van het project mede afhankelijk is van aanvullende subsidiering (Sfimuleringsfonds voor Architectuur). Inmiddels is de aangevraagde echter toegekend. De penvoerder van het project Samen-Scholen?! is er in korte tijd in geslaagd om deze partners bij het project te betrekken, hetgeen zichtbaar maakt dat er in het onderwijsveld een groot enthousiasme is om dit project uit te voeren. De grote betrokkenheid en inspanningsbereidheid van de projectpartners wordt ook zichtbaar uit het feit dat de projectpartners gezamenlijk 45% van de totale Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik 13

19 projectkosten voor rekening nemen. Het projectteam heeft er dan ook alle vertrouwen in dat de Samen-Scholen?! met succes uitgevoerd zal worden. Eindadvies projectteam Op grond van de beoordeling adviseert het projectteam om onderhavig project te ondersteunen met een LvDO bijdrage van (55 % van de totale projectkosten) en subsidie te verienen aan Kervanseray v.o.f. om dit project uit te voeren conform voorstel. De provincie Drenthe zal optreden als coördinerende provincie en door de provincie Groningen gemandateerd worden met betrekking tot de financiële afhandeling. De provincie Fryslan doet in eerste instanfie nog geen bijdrage omdat het project zich richt op de provincies Groningen en Drenthe en pas later wordt opgeschaald naar de provincie Fryslan. Projectdoel en leerdoelen Het IVN organiseert een 'Scholen voor Duurzaamheid'-project waarbij een school voor voortgezet onderwijs het middelpunt wordt van een duurzaamheidsconvenant met alleriei lokale partners. School en verschillende andere partijen in de schoolomgeving worden zich bewust van duurzaamheid en er wordt concreet aan de doelstellingen van de verschillende partijen gewerkt. Het convenant legt een basis voor samenwerking die zeker enkele jaren resultaten gaat opleveren. Dit project wordt ingezet als een pilot. Het doel is een gezamenlijke werkwijze te ontwikkelen die vervolgens in de drie noordelijke provincies en de rest van het land kan worden toegepast. Het convenant richt zich op thema's als klimaat, energiebesparing en duurzame energie, leefomgeving en leefbaarheid en duurzaam consumeren. Bij het sociale leerproces worden naast eerder genoemde partners allerlei partijen betrokken, zoals het energiebedrijf, installatiebedrijf, winkeliers(vereniging), verzorgingstehuis, COS, Fairtrade-bedrijven. De school nodigt verschillende partijen uit om mee te denken over een gezamenlijke duurzaamheidsambitie. Met elkaar onderzoeken ze de verschillende thema's, laten zich informeren, ontwikkelen eigen ideeën over duurzaamheid en formuleren vervolgens een gezamenlijke doelstelling, waarbij elke partij een eigen rol vervult in de uitvoering. Projectorganisatie en aanpak Het IVN fungeert als trekker van het project. Er wordt nauw samengewerkt met de afdeling Natuur- en duurzaamheidseducatie van de gemeente Groningen voor wat betreft het benaderen van scholen en het educatieve leerlingengedeeite van het project. De Milieufederatie Groningen levert als partner inhoudelijke advies ten aanzien van het formuleren en concrefiseren van duurzaamheidsdoelstellingen. In het projectvoorstel wordt er vanuit gegaan dat het project in nauwe samenwerking met het Duurzaamheidscentrum Groningen (opening 18 februari 2010) zal worden uitgevoerd. Het IVN begeleidt het proces om te komen tot een duurzaamheidsconvenant; afspraken over de precieze verdeling van rollen van de deelnemende partijen is onderdeel van het project. Het project kent verschillende fasen: a. Voorbereidingsfase april -juni 2010 Uitvoeringsprogramma 2009/ Met sterke slagen en een groot bereik 14

20 Onderzoeken welke modellen/werkvormen gevolgd zouden kunnen worden (best practices); wat sluit aan bij doelen en wensen van de samenwerkingspartners. Resultaat: wervend startdocument. b. wervingsfase september - oktober 2010 Zoeken naar een school-instelling en partnerorganisaties die aan dit project mee willen gaan doen. Voorbereiding, oriënterende gesprekken en begeleiding samenwerkingsgesprekken met ca. 6 organisaties/bedrijven. Resultaat; deelname school en partners. c. opstartfase november april 2011 Belangrijk is elkaar te leren kennen en vervolgens samen te onderzoeken wat een gemeenschappelijke (algemene) duurzaamheidsdoelstelling kan zijn. Deze fase wordt afgesloten met de ondertekening van een duurzaamheidsconvenant, waar alle partijen zich in kunnen vinden. Resultaat; duurzaamheidsconvenant. d. concretiseringsfase mei - oktober 2011 De algemene doelstelling uit het duurzaamheidsconvenant wordt vertaald naar een concrete doelstelling voor het komende schooljaar. Duidelijke wordt hoe de partijen elkaar kunnen gaan helpen en welke concrete resultaten er beoogd zijn. Benaderen van eventuele andere partners voor deelname in (de uitvoering van) het project. Resultaat: werkplan (incl. doelen en uitvoeringstraject) e. ultvoerlngsfasenovember2011 -juni 2012 De school en de partnerorganisafies realiseren het werkplan. Vanuit het project is een beperkt budget beschikbaar bedoeld voor educafieve onderdelen en/of materiaalkosten. f. afsluiting juni 2012 Aan het einde van het schooljaar vindt een feestelijke afsluifing plaats met een presentatie van de resultaten van de eerste uitvoeringsfase. Tegelijkertijd wordt de aanpak voor de volgende uitvoeringsperiode aangekondigd. g. evaluatie Tijdens de uitvoering en na afioop van het project vindt er een evaluatie plaats met de schoolinstelling en de betrokken lokale partners. De uitkomsten hiervan kunnen worden benut om een dergelijk duurzaamheidsproject met andere partners en op andere locafies uit te voeren. In oktober 2012 wordt het evaluatieverslag opgeleverd. Beoordeling projectteam Met het project wordt een bestaand instrument (convenant) op innovatieve wijze toegepast om nieuwe doelgroepen bewust te maken van mogelijkheden voor duurzaamheid in de eigen organisatie en in de betekenis van de eigen organisatie voor de 'omgeving'. In het project kunnen partijen ervaring opdoen hoe het duurzaamheidsconvenant optimaal ingezet kan worden. Het project richt zich daarmee met name op het doodopen van het leerproces, waarbij concrete duurzaamheidmaatregelen het resultaat zijn van gezamenlijke gemaakte afspraken. Er zijn voldoende opschalingsmogelijkheden, terwijl bij opschaling tot steeds sprake kan zijn van maatwerk afhankelijk van betrokken partijen. Dit maakt het duurzaamheidsconvenant tot een flexibel in te zetten instrument. Betrokken partijen beschikken over een goed netwerk om het project na afioop uit te rollen, zowel in Noord-Nederland als in andere delen van het land. In het project is volop aandacht voor het uitwisselen van ervaring en kennis op het terrein van duurzaamheid. Daarbij sluit het duurzaamheidsconvenant nauw aan bij drie van de vier thema's van het NAS. Een concretere uitwerking van de taakverdeling en van te realiseren resultaten (dwz, welke duurzaamheidsdoelen worden gerealiseerd door middel van het convenant) vindt plaats tijdens het project. Dit betekent dat op voorhand minder inzicht is in de mate waarin 'tastbare en beleefbare' resultaten worden verkregen met de uitvoering van onderhavig project. Tevens is nog geen zicht op Uitvoeringsprogramma 2009/ Met steri<e slagen en een groot bereik 15

Uitvoeringsprogramma 2009/2010. Leren voor Duurzame Ontwikkeling Noord-Nederland. Van agenderen naar doen - Met sterke slagen en een groot bereik -

Uitvoeringsprogramma 2009/2010. Leren voor Duurzame Ontwikkeling Noord-Nederland. Van agenderen naar doen - Met sterke slagen en een groot bereik - Uitvoeringsprogramma 2009/2010 Leren voor Duurzame Ontwikkeling Noord-Nederland Van agenderen naar doen - Met sterke slagen en een groot bereik - Uitvoeringsprogramma LvDO Inhoudsopgave H.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Noordelijk ambitiestatement. Vervolgprogramma Leren voor Duurzame Ontwikkeling

Noordelijk ambitiestatement. Vervolgprogramma Leren voor Duurzame Ontwikkeling Noordelijk ambitiestatement Vervolgprogramma Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2008-2011 Provincie Drenthe Provinsje Fryslân Provincie Groningen juni 2008 Inleiding In het eerste programma Leren voor Duurzame

Nadere informatie

Evaluatie Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling Provincie Drenthe Provinsje Fryslân Provincie Groningen

Evaluatie Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling Provincie Drenthe Provinsje Fryslân Provincie Groningen Evaluatie Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2004-2007 Provincie Drenthe Provinsje Fryslân Provincie Groningen juni 2008 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 2. ERVARINGEN MET LVDO PROGRAMMA IN NOORD-NEDERLAND

Nadere informatie

Nr.: a/38/A.20, MB Groningen, 17 september 2004

Nr.: a/38/A.20, MB Groningen, 17 september 2004 Aan de leden van Provinciale Staten Nr.: 2004-20.425a/38/A.20, MB Groningen, 17 september 2004 Behandeld door : A.M.A. Hoen Telefoonnummer : (050) 316 4964 Antwoord op : Bijlage : 1. Uitnodigingsbrief

Nadere informatie

Actieplan Veilige School 2015-2018

Actieplan Veilige School 2015-2018 Actieplan Veilige School 2015-2018 Inleiding De actieplannen Veilige School 1 van de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat het onderwerp veiligheid goed op de kaart van het Haagse onderwijs staat.

Nadere informatie

Commissie Welzijn, Zorg en Cultuur Commissie Ruimte, Water en Groen (t.k.) 23 april 2002 Nr , PB Nummer 25/2002

Commissie Welzijn, Zorg en Cultuur Commissie Ruimte, Water en Groen (t.k.) 23 april 2002 Nr , PB Nummer 25/2002 Commissie Welzijn, Zorg en Cultuur Commissie Ruimte, Water en Groen (t.k.) 23 april 2002 Nr. 2002-06055, PB Nummer 25/2002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake

Nadere informatie

Factsheet d.d. 11 december 2013 Limburgs plan van aanpak DuurzaamDoor 2013-2016: sociale innovatie voor een groene economie.

Factsheet d.d. 11 december 2013 Limburgs plan van aanpak DuurzaamDoor 2013-2016: sociale innovatie voor een groene economie. Factsheet d.d. 11 december 2013 Limburgs plan van aanpak DuurzaamDoor 2013-2016: sociale innovatie voor een groene economie. Auteur: H.W. (Hein) van der Meer beleidsmedewerker Leefmilieu Werkveld Beleid

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies griffie) Behandelwijze Overlegpunten/ beslispunten Context Agendaverzoek GS: Gelders Provinciaal Ambitie Statement leren voor Duurzame

Nadere informatie

Samen werken aan een duurzame Stad (voorlopige werktitel)

Samen werken aan een duurzame Stad (voorlopige werktitel) Samen werken aan een duurzame Stad (voorlopige werktitel) 1 Aanleiding Groningen heeft een netwerk waarin burgers, organisaties, bedrijven en de gemeente zich inspannen voor een schone, veilige en zich

Nadere informatie

-2 JÜL12013 ULJ. peit'jitïb. Aan Provinciale Staten. 2013-26.828/27/A.41, RS 444841 Lootsma A. (050)316 4295 a.lootsma@provinciegroningen.

-2 JÜL12013 ULJ. peit'jitïb. Aan Provinciale Staten. 2013-26.828/27/A.41, RS 444841 Lootsma A. (050)316 4295 a.lootsma@provinciegroningen. Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten I peit'jitïb Postbus 610 9700 AP Groningen»./" '.(ir ' IUJÏ, I II' 050 316 49 II 050 316 49 33 Datum urief nummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail

Nadere informatie

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie Managementsamenvatting/advies: Meetlat met toetscriteria Toetscriterium 1. Kansen en bedreigingen, behoefte- en omgevingsanalyse Door een analyse te maken

Nadere informatie

fjf^. provincie ^ 1 ^ ^ groningen

fjf^. provincie ^ 1 ^ ^ groningen fjf^. provincie ^ 1 ^ ^ groningen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 wvifw.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

Worden de bedrijven en bedrijventerreinen in Apeldoorn Energieke Regio-deelnemer?

Worden de bedrijven en bedrijventerreinen in Apeldoorn Energieke Regio-deelnemer? Worden de bedrijven en bedrijventerreinen in Apeldoorn Energieke Regio-deelnemer? Mogen wij u helpen te verdienen aan duurzaamheid? 1 Wie wil er geen energie besparen? Hoewel het er vaak niet van komt,

Nadere informatie

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016 SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD & PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Openbaar Onderwerp Rijk van Nijmegen 2025 Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls / T. Tankir Samenvatting De Rabobank Rijk van Nijmegen heeft in 2015 het initiatief genomen

Nadere informatie

Aan de leden van Provinciale Staten

Aan de leden van Provinciale Staten Aan de leden van Provinciale Staten Datum : 1 juni 2007 Briefnummer : 2007-13.141a/22/A.20, CW Zaaknummer : 577/14030 Behandeld door : van Dijk, Mw. N.M. Telefoonnummer : (050) 316 4217 Antwoord op : Bijlage

Nadere informatie

TOELICHTING. Regeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen. Regeling lopende kosten LEADER

TOELICHTING. Regeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen. Regeling lopende kosten LEADER TOELICHTING Regeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen en Regeling lopende kosten LEADER In het kader van het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 (POP 3) wordt het LEADER-programma

Nadere informatie

-5 JU LI 2011. 2011-30.278/27/A.9, CW 334911 Jong F.M. de (050) 316 4388 f.m.de.jong@provinciegroningen.nl 1

-5 JU LI 2011. 2011-30.278/27/A.9, CW 334911 Jong F.M. de (050) 316 4388 f.m.de.jong@provinciegroningen.nl 1 "^s& gi'oningen S 5 bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: www.provinciegronlngen.nl info@provinciegroningen.nl

Nadere informatie

Projectvoorstel: MVO in MKB in Noord Nederland

Projectvoorstel: MVO in MKB in Noord Nederland Projectvoorstel: MVO in MKB in Noord Nederland Indieners Milieudienst Gemeente Groningen en COS Groningen In overleg met de Kamers van Koophandel Noord Nederland Tbv: LvDO Subsidieaanvraag Groningen, juli

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 - PS2008MME13-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 6 mei 2008 Nummer PS : PS2008MME13 Afdeling : ECV Commissie : MME Registratienummer : 2008int221948 Portefeuillehouder : Ekkers Titel

Nadere informatie

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de Kadernota Evenementen 2016-2020 van de Provincie Groningen Kadernota Evenementen 2016-2020 van de provincie Groningen Het huidige evenementenbeleid heeft een looptijd tot en met 2015. In deze kadernota

Nadere informatie

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost Aan de Raadscommissie Agendapunt: 5 Onderwerp: Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost Kenmerk: Status: VROM - Ruimtelijke Ordening / FK Informerend Kollum, 11 januari 2011 Samenvatting

Nadere informatie

Aanvraagformulier subsidie Regionale Cultuurplannen

Aanvraagformulier subsidie Regionale Cultuurplannen 1 Aanvraagformulier subsidie Regionale Cultuurplannen De Regionale Cultuurplannen (RCP) omvatten een subsidiebudget voor het vergroten van cultuurparticipatie, bedoeld voor amateurkunst (alle kunst- en

Nadere informatie

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP)

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP) Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP) Met het Budget Educatie en Participatie Projecten willen de provincie Groningen en het Rijk een aantal doelstellingen bereiken. We hanteren daarbij een

Nadere informatie

Monitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS

Monitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS Monitoring Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V Oktober 2012 Aanvrager: Opdrachtgevers: Uitvoerders: A+O VVT Bestuur A+O VVT en Bestuur SBCM CAOP Disworks DISWORKS

Nadere informatie

Succesvol implementeren

Succesvol implementeren Succesvol implementeren Waarom begeleiding bij implementeren? Idealiter wordt een verandering op een school ingezet vanuit de onderwijsvisie. Deze veranderingen zijn veelal geformuleerd in het schoolplan

Nadere informatie

Vitaliteit. Samen. Lokaal. Integraal. Versterken. Verbinden Vitale regio Fryslân. Bestuurscommissie. 8 december 2016

Vitaliteit. Samen. Lokaal. Integraal. Versterken. Verbinden Vitale regio Fryslân. Bestuurscommissie. 8 december 2016 Vitale regio Fryslân Bestuurscommissie GZH december 201 Samen Verrijken Versterken Vitaliteit Verbinden Integraal Vergroten Lokaal Focus op preventie, gericht op vitaliteit 2-2-201 1 Vitale Regio Fryslân

Nadere informatie

Programma Energie 2012-2015 Samenvatting Projectplan

Programma Energie 2012-2015 Samenvatting Projectplan Programma Energie 2012-2015 Samenvatting Projectplan Lokale Energie Lokale Energie - 4 Lokale energie-initiatieven - Een loket voor buurt- en dorpsinitiatieven Projectnaam : Lokale Energie Opdrachtgever

Nadere informatie

Nr.: a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005

Nr.: a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005 Aan de leden van Provinciale Staten Nr.: 2005-02544a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005 Behandeld door: R. Krämer, F. Martens Telefoonnummer : (050) 316 4457, 3164033 Bijlage : 1 Onderwerp : marsrouteplan

Nadere informatie

Selectie van Meer met Minder -proefprojecten

Selectie van Meer met Minder -proefprojecten Selectie van Meer met Minder -proefprojecten Versie 10 maart 2008 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Wat is een Meer met Minder-proefproject? 4 2.1 MmM-uitgangspunten 4 2.2 MmM-aanpak 5 2.2.1 Verleiden 5 2.2.2

Nadere informatie

Retailagenda provincie Groningen

Retailagenda provincie Groningen Retailagenda provincie Groningen Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen op 29 mei 2018 Retailagenda provincie Groningen 0. Inleiding Retailagenda: waarom als provincie investeren

Nadere informatie

CONVENANT OPLEIDING LERAARPLUS

CONVENANT OPLEIDING LERAARPLUS CONVENANT OPLEIDING LERAARPLUS Onderwijsstichting Arcade (openbaar primair onderwijs Coevorden Hardenberg) Openbaar primair onderwijs gemeente Emmen Stenden Hogeschool (PABO Emmen) 1 INHOUDSOPGAVE PREAMBULE...3

Nadere informatie

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan: penvoerders opleidingsscholen en contactpersonen lerarenopleidingen Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze

Nadere informatie

Toetsing van de herstructureringsplannen

Toetsing van de herstructureringsplannen Aan de leden van de Dialoogtafel Onderwerp Voortgang leefbaarheidsspoor 1 Geachte dames en heren, In uw vergadering van 12 januari 2015 heeft u het herstructureringsprogramma van leefbaarheidsspoor 1 vastgesteld.

Nadere informatie

2 2 JULI 2011 2011-33.240/29/A.41, RP 334842 Horst W.A. ter (050)316 4385 w.a.ter.horst@provinciegroningen.nl

2 2 JULI 2011 2011-33.240/29/A.41, RP 334842 Horst W.A. ter (050)316 4385 w.a.ter.horst@provinciegroningen.nl bezoekadres: fjj,. provincie ItrM m groningen Martinikerkhof i 2 Aan Provinciale Staten postadres: algemeen telefoonnr: Postbus 610 9700 AP Groningen 050 316 49 II algemeen faxnr.: www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013 FRYSLÂN FOAR DE WYN Plan van aanpak Finale versie, 14 november 2013 Albert Koers, Comité Hou Friesland Mooi Hans van der Werf, Friese Milieu Federatie Johannes Houtsma, Platform Duurzaam Friesland FRYSLÂN

Nadere informatie

Hoofdlijnen Meerjarenplan OFOM

Hoofdlijnen Meerjarenplan OFOM Hoofdlijnen Meerjarenplan OFOM 2015-2018 1. Inleiding/aanleiding In 2014 heeft het bestuur van de Stichting OFOM op verschillende momenten overleg gevoerd met het bestuur van NVOS-Orthobanda. Vanuit het

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

CRO Luchthaven Rotterdam

CRO Luchthaven Rotterdam CRO Luchthaven Rotterdam voorstel d.d. 16 april 2019 (CYCLISCHE) PROCEDURES VOOR DE BEOORDELING EN MONITORING VAN VOORSTELLEN VOOR HINDERBEPERKING ACTOREN: CRO: Dit is de plenaire vergadering van de Commissie

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw

Nadere informatie

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Statenmededeling aan Provinciale Staten Statenmededeling aan Provinciale Staten Onderwerp Voortgang streeknetwerken 2012-2014 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van De voortgang van de streeknetwerken Aanleiding In de vergadering

Nadere informatie

Projectplan 'Lelystad Hoogbegaafd' Pilot arrangement meer- en hoogbegaafde leerlingen primair onderwijs Lelystad

Projectplan 'Lelystad Hoogbegaafd' Pilot arrangement meer- en hoogbegaafde leerlingen primair onderwijs Lelystad Projectplan 'Lelystad Hoogbegaafd' Pilot arrangement meer- en hoogbegaafde leerlingen primair onderwijs Lelystad Inhoud Inleiding 2 Projectopdracht 2 Onderzoeksopdracht 2 Ontwerpvereisten 2 Beoogd resultaat

Nadere informatie

b e s l u i t Voor de uitvoering van deze regeling is in 2018 eenmalig een bedrag van ,- beschikbaar.

b e s l u i t Voor de uitvoering van deze regeling is in 2018 eenmalig een bedrag van ,- beschikbaar. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest; gelet op het bepaalde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening

Nadere informatie

besluiten: vast te stellen de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering regio en topsectoren R&D samenwerking Noord-Nederland 2019 als volgt:

besluiten: vast te stellen de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering regio en topsectoren R&D samenwerking Noord-Nederland 2019 als volgt: Regeling van 2 april 2019 houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van innovaties in het midden- en kleinbedrijf in de provincies Drenthe, Fryslân, Groningen. Gedeputeerde

Nadere informatie

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Sociale wijkzorgteams Den Haag Sociale wijkzorgteams Den Haag Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Daarbij is gekeken

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatierapport Kunstraad Groningen Steller M.M.A. Blom De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 62 50 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6616761 Datum Uw brief van

Nadere informatie

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Bijlage 1 Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Vergadering van 7 juli Sociale innovatie Gesproken over sociale innovatie. Er is een eerste gesprek geweest tussen leden van de

Nadere informatie

Haren Fairtrade Gemeente

Haren Fairtrade Gemeente Pagina 1 Verantwoordelijkheid Wereldwinkel Ineke Wielinga Projectgroep Wereldwinkel Adèle Dummer gemeente Haren Hinke de Boer Petronel Rietema Zernike College Martine Slager Kerkelijke gemeenschap Marco

Nadere informatie

BIJLAGE 4 INSTELLINGSBESLUIT NATIONAAL COÖRDINATOR GRONINGEN

BIJLAGE 4 INSTELLINGSBESLUIT NATIONAAL COÖRDINATOR GRONINGEN BIJLAGE 4 INSTELLINGSBESLUIT NATIONAAL COÖRDINATOR GRONINGEN Besluit van de Minister van Economische Zaken van 1 mei 2015, nr. WJZ/15057631, tot instelling van de Nationaal Coördinator Groningen en de

Nadere informatie

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs;

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs; Tijdelijke Regeling Flankerende Projecten Cultuureducatie met Kwaliteit 2014 Fonds voor Cultuurparticipatie Maart 2014 Het bestuur van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, Gelet op artikel 3 van

Nadere informatie

Model beslissingen aanpassing GR. Toelichting

Model beslissingen aanpassing GR. Toelichting Model beslissingen aanpassing GR Toelichting De komende maanden vindt in de colleges en raden van de huidige 23 gemeenten en de provincie Groningen besluitvorming plaats over de aanpassing van de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad

BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad BESTEMD VOOR BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad STATUS Openbaar DATUM BESTUURLIJKE Wethouder F. Strik OPDRACHTGEVER AMBTELIJKE OPDRACHTGEVER H. Damen hoofd Afdeling Beleid

Nadere informatie

W) ^, Pi^ovincie L4f groningen

W) ^, Pi^ovincie L4f groningen W) ^, Pi^ovincie L4f groningen bezoekadres: I Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: algemeen telefoonnr; Postbus 610 9700 AP Groningen 050 316 49 II algemeen faxnr. 050 316 49 33 www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

Activiteitenplan Millenniumwerkgroep 2014

Activiteitenplan Millenniumwerkgroep 2014 Activiteitenplan Millenniumwerkgroep 2014 Inleiding Dit plan bestaat uit vier delen: De voornemens van de Millenniumwerkgroep voor 2014 als overkoepelende werkgroep; Het activiteitenplan van de werkgroep

Nadere informatie

Noordelijk cultuurprogramma We the North

Noordelijk cultuurprogramma We the North Noordelijk cultuurprogramma We the North 2017-2020 Jaarverslag 2017 2 Symposium Zin-tuigen Station Noord 2.0 - Pluk de Dag - Mohamed Yusuf Boss Station Noord 2.0 - Sijas de Groot - Tussenland 3 We the

Nadere informatie

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Statenmededeling aan Provinciale Staten Statenmededeling aan Provinciale Staten Onderwerp Beleidsevaluatie art. 217a Provinciewet van het programma Leefbaarheid@Brabant 2012-2015 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van de beleidsevaluatie

Nadere informatie

1. Programmaonderdeel: Dierenwelzijn in het Voortgezet Onderwijs

1. Programmaonderdeel: Dierenwelzijn in het Voortgezet Onderwijs Uitvoeringsplan 1. Programmaonderdeel: Dierenwelzijn in het Voortgezet Onderwijs Programma: Welzijn van dieren 2. Samenvatting programmaonderdeel: Dierenwelzijn krijgt vanuit de maatschappij steeds meer

Nadere informatie

Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp

Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp S T A T E N V O O R S T E L Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp Titel : Overdracht functie

Nadere informatie

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer a > Retouradres Postbus 2090 2500 EX Den Haag adreslijst Plesmanweg -6 Postbus 2090 2500 EX Den Haag T +3 70 35 67 F +3 70 35 7467 www.verkeerenwaterstaat.nl Contactpersoon drs. A.J. Zinn T 070-35688 :

Nadere informatie

Centrum Management - Plan van Aanpak (2013) 1. Inleiding

Centrum Management - Plan van Aanpak (2013) 1. Inleiding Centrum Management - Plan van Aanpak (2013) 1. Inleiding Deze notitie beschrijft het Plan van Aanpak en stappenplan voor de herinvoering van centrummanagement in Valkenswaard. Achtereenvolgens wordt ingegaan

Nadere informatie

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen Afdeling grondgebied 26-0-205 INLEIDING Voor u ligt het projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen. 2 AANLEIDING PROJECT

Nadere informatie

Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod

Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zandvoort Nr. 120851 13 juli 2017 Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod

Nadere informatie

VGG) VERENIGING VAN _/ GRONINGER GEMEENTEN,

VGG) VERENIGING VAN _/ GRONINGER GEMEENTEN, Van: Sylvia van der Werff [mailto:s.vanderwerff@groninqergemeenten.nl] Verzonden: vrijdag 2 februari 2018 7:37 Aan: Onderwerp: Voortgang project Opgaven, Taken en Rollen Geacht College, Namens de stuurgroep

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

IPC VOOR ARCHITECTEN - PROCESINNOVATIE DOOR WERKEN MET BIM Innoveren op architectenbureaus met behulp van IPC- subsidie

IPC VOOR ARCHITECTEN - PROCESINNOVATIE DOOR WERKEN MET BIM Innoveren op architectenbureaus met behulp van IPC- subsidie IPC VOOR ARCHITECTEN - PROCESINNOVATIE DOOR WERKEN MET BIM Innoveren op architectenbureaus met behulp van IPC- subsidie Tot 20 juni 2013 kan er opnieuw worden ingeschreven voor de IPC- regeling. Deze subsidieregeling

Nadere informatie

Krediet Kwaliteitsfonds Basisonderwijs 2010-2011 provincie Groningen

Krediet Kwaliteitsfonds Basisonderwijs 2010-2011 provincie Groningen Krediet Kwaliteitsfonds Basisonderwijs 2010-2011 provincie Groningen Het krediet Kwaliteitsfonds Basisonderwijs Provincie Groningen 2010-2011 is een krediet waarvoor schoolbesturen uit de provincie Groningen,

Nadere informatie

2 1 OKT. 20U. 2014-43.160/43/A.7, EZP 542347 Otten J.A. (050)316 4292 n.v.t.

2 1 OKT. 20U. 2014-43.160/43/A.7, EZP 542347 Otten J.A. (050)316 4292 n.v.t. provincie groningen Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage nderwerp 2 1 KT. 20U 2014-43.160/43/A.7, EZP 542347 tten

Nadere informatie

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011 KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011 A. Inleiding De gedeputeerden van de 3 noordelijke provincies en de staatssecretaris voor primair onderwijs en kinderopvang hebben de Inspectie van

Nadere informatie

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt

Nadere informatie

Loket leve(n)de dorpen

Loket leve(n)de dorpen Loket leve(n)de dorpen Algemeen De kernkwaliteit van de Groninger dorpen wordt gevormd door een hoge woonkwaliteit met rust en ruimte in een mooi en open landschap. Deze kernkwaliteit moet worden versterkt

Nadere informatie

: G.A. Beeksma / (023) / holland.nl. : Prestatieplannen (reeds in bezit) Motie 14 2 (reeds in bezit)

: G.A. Beeksma / (023) / holland.nl. : Prestatieplannen (reeds in bezit) Motie 14 2 (reeds in bezit) Nota PS-commissie Vergaderdatum : 27 april 2005 Commissie voor : Sociale Infrastructuur Agendapunt nr. : B agenda, punt 5 Commissienr. : 2005 16393 Onderwerp : Prestatieplannen steunfuncties 2005 Opsteller/telefoon/e-mail-adres

Nadere informatie

Call 1: Meer Veerkracht, Langer Thuis

Call 1: Meer Veerkracht, Langer Thuis Call 1: Meer Veerkracht, Langer Thuis Programma voor alleenstaande ouderen met een beperking om hen langer zelfstandig te kunnen laten wonen, zonder verlies van kwaliteit van leven. Oproep tot het indienen

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke

Nadere informatie

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel

Provinciale Staten van Overijssel www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 02 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum EMT/2005/1830

Nadere informatie

Qii BA R organisatie LN GEKOMEN. "2 FEB gem. r3y^ Convenant windenergit stadsregio Rotterdam

Qii BA R organisatie LN GEKOMEN. 2 FEB gem. r3y^ Convenant windenergit stadsregio Rotterdam STADSREGIO «JJW ROTTERDAM reg. nr. Qii BA R organisatie LN GEKOMEN "2 FEB. 2015 gem. r3y^ Aan College van B&W CC ambtenaren platform duurzaamheid dalutt ons kenmerk steller telefoon betreft 7 januari 2015

Nadere informatie

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018 Hoort bij raadsvoorstel 27-2012 BIJLAGE 2 APPENDIX 1. CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018 1. Doel van de opdracht Winnen van de titel Culturele Hoofdstad van Europa voor het project 2018Brabant

Nadere informatie

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Besluit college van Burgemeester en Wethouders Registratienr: 2013/4543 Registratiedatum: Afdeling: Leefomgeving Agendapunt: 49-Va-09 Openbaar: Ja X Nee Reden niet openbaar: Onderwerp: Windpark gemeente Kranenburg (DE) Besluit: Kennis te nemen van

Nadere informatie

Datum Agendapunt Nummer. 9 november R11S007

Datum Agendapunt Nummer. 9 november R11S007 Datum Agendapunt Nummer 9 november 2010 12 R11S007 Onderwerp Duurzaamheidsprogramma Zeewolde Raadsvoorstel Beoogd effect Met het duurzaamheidsprogramma Zeewolde wordt een overkoepelend kader geschetst

Nadere informatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas provincie :: Utrecht Plan van aanpak Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas In samenwerking tussen Veenendaal: 23 oktober 2017 Versie: 0.1 Opgesteld door: Maurice Kassing Gemeente

Nadere informatie

Convenant voor Samenwerking Economische Verkenning Voorzieningenkern Binnenstad

Convenant voor Samenwerking Economische Verkenning Voorzieningenkern Binnenstad Convenant voor Samenwerking Economische Verkenning Voorzieningenkern Binnenstad Stad met een hart Convenant voor Samenwerking Economische Verkenning Voorzieningenkern Binnenstad 1 Economische Verkenning

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid Procesbeschrijving Bij het vormgeven aan het project Hoogbegaafdheid hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden, waaronder met andere samenwerkingsverbanden.

Nadere informatie

Participatieverslag Nieuw & Anders

Participatieverslag Nieuw & Anders Participatieverslag Nieuw & Anders Op 26 en 31 maart vonden twee bijeenkomsten plaats met de titel Nieuw & Anders plaats. Twee bijeenkomsten die druk bezocht werden door vrijwilligers, verenigingen en

Nadere informatie

De rol van de gemeente is het stellen van beleidskaders en het benoemen van de gewenste maatschappelijke effecten, welke de gemeenteraad vast stelt.

De rol van de gemeente is het stellen van beleidskaders en het benoemen van de gewenste maatschappelijke effecten, welke de gemeenteraad vast stelt. Voorsorteren op deel B Deel B van de woonvisie wordt gevormd door het uitvoeringsprogramma. De kaders en doelen worden hierin doorvertaald naar projecten en inspanningen opdat de doelen behaald worden.

Nadere informatie

fjj; K provincie ^S& groningen

fjj; K provincie ^S& groningen fjj; K provincie ^S& groningen m bezoekadres: Martinilcerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: algemeen telefoonnr: Postbus 610 9700 AP Groningen 050 316 49 II algemeen faxnr.: www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

Visiedocument en Activiteitenplan 2013

Visiedocument en Activiteitenplan 2013 Visiedocument en Activiteitenplan 2013 1. Inleiding In Leusden is in september 2006 gestart met het project Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. De Gemeente Leusden, het bedrijfsleven en de maatschappelijke

Nadere informatie

Vacature projectleider landelijke voedsel community building / campagne

Vacature projectleider landelijke voedsel community building / campagne Vacature projectleider landelijke voedsel community building / campagne De NMF s staan voor mooie en duurzame provincies. Lokaal en duurzaam geproduceerd voedsel dat goed is voor onze planeet, onze biodiversiteit

Nadere informatie

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 17: Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 17: Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 Bijlage 17: Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze subsidieregeling wordt

Nadere informatie

PROFIELSCHETS VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT

PROFIELSCHETS VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT PROFIELSCHETS VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT 1. Beschrijving van de aard en de omvang van de stichting Bij de bepaling van de omvang en samenstelling van de Raad van Toezicht wordt rekening gehouden met

Nadere informatie

WZ Memo Jeugdwerkloosheidsvrije zone en middelen ESF Hart van Brabant

WZ Memo Jeugdwerkloosheidsvrije zone en middelen ESF Hart van Brabant Zaaknummer 00437599 Onderwerp WZ Memo Jeugdwerkloosheidsvrije zone en middelen ESF Hart van Brabant Collegevoorstel Inleiding In de regio Hart van Brabant speelt een aantal ontwikkelingen op het gebied

Nadere informatie

logoocw Geadresseerde PO/ZO/2007/30206 koersbrief

logoocw Geadresseerde PO/ZO/2007/30206 koersbrief logoocw Geadresseerde Den Haag Ons kenmerk PO/ZO/2007/30206 Onderwerp koersbrief Samenvatting Vanaf volgend jaar wil het kabinet het beleid op het terrein van brede scholen, sport en cultuur bundelen en

Nadere informatie

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030 Projectvoorstel Projectopdracht / -voorstel Datum: 8 juli 2010 Versie: definitief t.b.v. definitiefase en ontwerpfase Pagina: 1 / 9 Soort project Extern/Lijn Projectnaam MijnBorne2030 (Herijking Toekomstvisie)

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Uitvoeringsregeling innovatieve projecten sociaal domein: Samen voor elkaar 2013 Portefeuille J. van der Hoek/ J. Nieuwenburg Auteur Mevr. ME van der Mede Telefoon 0235115045

Nadere informatie

Beschikking. Beleidsregel sociale veiligheid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking. Beleidsregel sociale veiligheid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 Onderwerp Beleidsregel

Nadere informatie

Regeling samenwerking voor innovaties op lokaal niveau 2016

Regeling samenwerking voor innovaties op lokaal niveau 2016 CVDR Officiële uitgave van Gelderland. Nr. CVDR414664_1 6 december 2016 Regeling samenwerking voor innovaties op lokaal niveau 2016 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 1.3 en paragraaf

Nadere informatie

= = Besluitvormende raadsvergadering d.d. 28 mei 2013 Agendanr. 7.

= = Besluitvormende raadsvergadering d.d. 28 mei 2013 Agendanr. 7. *ZE946A470E0* = = Besluitvormende raadsvergadering d.d. 28 mei 2013 Agendanr. 7. Aan de Raad No.ZA.13-22432/DV.13-190, afdeling Ruimte. Sellingen, 16 mei 2013 Onderwerp: Beleidsvisie Wonen en Leven Inleiding

Nadere informatie

Aan de leden van Provinciale Staten. Nr.: 2003-20.133/47/A.20, EZ Groningen, 20 november 2003

Aan de leden van Provinciale Staten. Nr.: 2003-20.133/47/A.20, EZ Groningen, 20 november 2003 Aan de leden van Provinciale Staten Nr.: 2003-20.133/47/A.20, EZ Groningen, 20 november 2003 Behandeld door : Schouwstra, P. Telefoonnummer : (050) 3164080 Antwoord op : Bijlage : Onderwerp : digitale

Nadere informatie