ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN"

Transcriptie

1 Instituut voor de Nationale Rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

2 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie Vooruitgangsstraat Brussel Tel.: Verantwoordelijke uitgever: Jean-Marc Delporte Vooruitgangsstraat Brussel Internetversie Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Peter Van Herreweghe City Atrium Vooruitgangstraat Brussel Tel.: Peter.Vanherreweghe@economie.fgov.be 2

3 Inleiding Voor de achtste keer publiceert het INR het jaarverslag over het verloop van de consumptieprijzen. De wet van 8 maart 2009, tot wijziging van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, voorziet dat de FOD Economie de taak van prijsobservatie en prijsanalyse voor rekening van het INR uitvoert. Met de wet van 3 april 2013 houdende de invoeging van boek V in het Wetboek van economisch recht (getiteld De mededinging en de prijsevoluties ), werd het onderzoeksdomein van het Prijzenobservatorium uitgebreid en voortaan kan onderzoek uitgevoerd worden vanuit de invalshoeken prijsverloop, prijsniveau, marges en ten slotte marktwerking. In 2016 publiceerde het Prijzenobservatorium zijn kwartaalverslagen binnen de voorziene tijdsbestekken. Het Prijzenobservatorium heeft in 2016 ook twee punctuele studies gepubliceerd over de marktwerking in de cinemasector (NACE 5914) en in de suikerkolom (NACE 1081). Daarnaast werd ook de horizontale screening naar sectoren gerealiseerd over de marktwerking in België. 1 Dit jaarverslag werd als volgt gestructureerd: In het eerste deel van het jaarverslag focust het Prijzenobservatorium op de totale inflatie in België en het prijsstijgingstempo van de vijf grote productgroepen: energiedragers, bewerkte en niet-bewerkte levensmiddelen, diensten en ten slotte industriële, niet-energetische goederen. Voor elke productgroep wordt eerst de inflatie in België toegelicht, welke vervolgens vergeleken wordt met die in de voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland). Het geharmoniseerd indexcijfer der consumptieprijzen (GICP), dat opgesteld wordt conform de Europese methodologie, vormt veruit de belangrijkste gegevensbron voor het verslag. Het GICP wordt maandelijks gepubliceerd door Eurostat volgens de COICOP-classificatie. De analyse werd uitgebreid met detailgegevens van de nationale consumptieprijsindex (voor individuele bewegingen van bepaalde producten of diensten) of met andere statistieken van officiële instanties (AD Statistiek-Statistics Belgium, EC, IMF, ). In het tweede deel van het verslag komt een aparte analyse aan bod over de diensteninflatie. Het zijn immers meer bepaald de dienstenprijzen die de laatste jaren het meest bijdroegen aan de hogere inflatie in België in vergelijking met de buurlanden. Op vraag van de minister van Economie, werkten de FOD Economie (Prijzenobservatorium en Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium), de Nationale Bank van België en het Federaal Planbureau binnen het kader van het Instituut voor de Nationale Rekeningen samen aan dit onderzoek. Dit deel start met een gedetailleerde beschrijving van het verloop van de totale inflatie en zijn verschillende componenten in België en in de drie buurlanden over de periode Het belang van de diensteninflatie komt hier duidelijk naar voren. Het tweede deel buigt zich over de verklarende factoren van macro-economische aard en van institutionele aard voor de hogere diensteninflatie in België. In het laatste deel ten slotte wordt voor de twee categorieën met de grootste impact op het inflatieverschil tussen België en de voornaamste buurlanden (restaurants en cafés, telecomdiensten) een in-depth analyse uitgevoerd. Conform het bestek dat de modaliteiten bepaalt van de wijze waarop de aan het INR geassocieerde instellingen hun opdrachten zullen uitvoeren, werd dit jaarverslag begin maart goedgekeurd door de Raad van bestuur van het INR en werd het gevalideerd door het Wetenschappelijk Comité. De volgende medewerkers van de FOD Economie hebben meegewerkt aan dit verslag: Christine Bruynoghe, Myrle Claessens, Mathias Ingelbrecht, Jean-Yves Jaucot, Lucas Mariën, Heidi Pustjens, Céline Rigby, Els Somers, Jean-Paul Theunissen, Lidia Tsyganok, Sarah Van Cauwenbergh, Peter Van Herreweghe, Erwin Van Hirtum, Ken Van Loon en Patrick Vranken. Voor de Nationale Bank van België waren dit: Philippe Delhez, Jana Jonckheere en Hélène Zimmer. Voor het Federaal Planbureau: Luc Avonds, Ludovic Dobbelaere, Bart Hertveldt en Chantal Kegels. 1 Voor de studies van het Prijzenobservatorium: 3

4 Inhoudstafel Inleiding...3 Inhoudstafel...4 Samenvatting...5 I Inflatie in I.1 Totale inflatie in I.1.1 Totale inflatie in België...7 I.1.2 Totale inflatie in de voornaamste buurlanden I.2 Inflatie voor energie in I.2.1 Inflatie voor energie in België I.2.2 Inflatie voor energie in de voornaamste buurlanden I.3 Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in I.3.1 Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in België I.3.2 Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in de voornaamste buurlanden I.4 Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in I.4.1 Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in België I.4.2 Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in de voornaamste buurlanden I.5 Inflatie voor diensten in I.5.1 Inflatie voor diensten in België I.5.2 Inflatie voor diensten in de voornaamste buurlanden I.6 Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in I.6.1 Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in België I.6.2 Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in de voornaamste buurlanden Lijst van afkortingen Bijlagen Bijlage 1. Overzicht van de prijsbewegingen van producten en diensten tussen 2015 en Bijlage 2. Inflatie in 2016 met en zonder gewijzigde indirecte belastingen in België en in de voornaamste buurlanden Bijlage 3. Inflatie in België en in de voornaamste buurlanden in het vierde kwartaal

5 Samenvatting 1. In 2016 kwam de totale inflatie in België, gemeten aan de hand van het GICP, uit op gemiddeld 1,8 %, tegenover 0,6 % in Deze versnelling van de inflatie kan voornamelijk worden toegeschreven aan de minder uitgesproken prijsdaling voor energetische producten (van -8,0 % in 2015 naar -0,6 % in 2016) en aan de stijging van de inflatie voor bewerkte levensmiddelen. (van 1,6 % in 2015 tot 3,5 % in 2016). 2. De onderliggende inflatie, die geen rekening houdt met het prijsverloop voor niet-bewerkte levensmiddelen en energie, nam ook toe ten opzichte van het voorgaande jaar en bedroeg gemiddeld 2,0 % in 2016 (tegenover 1,6 % en 2015). De vertraging van het prijsstijgingstempo van diensten (2,4 % in 2015 tegenover 2,2 % in 2016) werd namelijk meer dan gecompenseerd door een hogere inflatie voor bewerkte levensmiddelen en nietenergetische industriële goederen (0,5 % in 2015 tegen 1,0 % in 2016). 3. In onze voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) kwam een einde aan de vertraging van de totale inflatie die in 2012 begon. De totale inflatie nam echter slechts licht toe tot gemiddeld 0,3 % en kwam dit jaar dus veel lager uit dan die van België. Voor alle productgroepen lag de inflatie in België in 2016 hoger dan gemiddeld in de buurlanden. Vooral diensten, bewerkte levensmiddelen en energie droegen het meest bij tot dit inflatieverschil van 1,5 procentpunt ten nadele van ons land. Iets minder dan de helft van dit inflatieverschil komt op rekening van de verhoogde indirecte belastingen in België, als financiering van de taxshift: tegen constante btw- en accijnstarieven in België, zou het totale inflatieverschil met de buurlanden beperkt gebleven zijn tot 0,7 procentpunt. De onderliggende inflatie stabiliseerde zich in onze voornaamste buurlanden op 0,8 % en kwam dus ook veel lager uit dan in België. 4. Na de opeenvolgende prijsdalingen gedurende de afgelopen jaren bleven de consumptieprijzen van energieproducten in 2016 nagenoeg stabiel ten opzichte van 2015 (-0,6 % gemiddeld). De dalende consumptieprijzen voor motorbrandstoffen, huisbrandolie, en aardgas werd bijna volledig gecompenseerd door de hogere inflatie voor elektriciteit in De toegenomen inflatie voor elektriciteit, van 11,9 % in 2015 naar 28,3 % in 2016, is voornamelijk het gevolg van de btw-verhoging van 6 % naar 21 % sinds september 2015, de stijging van de andere taksen (voornamelijk de bijdrage voor het Energiefonds in Vlaanderen sinds maart 2016), en in mindere mate de afschaffing van gratis elektriciteit in Vlaanderen (in de index sinds mei 2016) en de verhoging van de distributietarieven in Bij ongewijzigde belastingen (behoud van de btw op 6 % en van de energiebijdrage in Vlaanderen op het niveau van 2015) zou de inflatie voor elektriciteit in ,7 % bereikt hebben. In 2016 bedroeg de prijsdaling op jaarbasis voor motorbrandstoffen en huisbrandolie respectievelijk gemiddeld 5,3 % en 17,4 %. Het prijsverloop van deze twee producten is sterk afhankelijk van de prijs van aardolie die, uitgedrukt in euro, met gemiddeld 15,6 % zakte tussen 2015 en De consumptieprijzen van aardgas zijn op jaarbasis met 11,8 % gedaald vooral omwille van de meer uitgesproken daling van energiecomponent. 5. Onze voornaamste buurlanden kenden wel nog uitgesproken dalende consumptieprijzen voor energie (ten belope van 4,5 %) in Voor deze productgroep was het inflatieverschil dus in het nadeel van België, vooral omwille van de sterkere prijsstijging op jaarbasis voor elektriciteit. Voor aardgas namen de prijzen dan weer meer uitgesproken af in België. Uit de cijfers van de CREG blijkt dat de totale elektriciteitsfactuur (het totaal voor alle componenten, inclusief nettarieven, btw en taksen) in 2016 gemiddeld 4,8 % hoger lag in België dan in de voornaamste buurlanden. De aardgasfactuur was dan weer 14,1 % goedkoper in België. De prijsverschillen van land tot land blijven echter aanzienlijk. 5

6 6. De prijzen voor voedingsgrondstoffen (uitgedrukt in euro) kwamen in 2016 gemiddeld 5,3 % lager uit dan een jaar voordien. In vergelijking met het voorgaande jaar lagen de consumptieprijzen voor bewerkte levensmiddelen niettemin 3,5 % hoger. De versnelling van de inflatie voor deze productgroep (1,6 % in 2015) is vooral het gevolg van een sterkere prijstoename op jaarbasis voor alcoholhoudende dranken en in mindere mate tabak, die op hun beurt te wijten zijn aan verhoogde accijnzen ter financiering van de taxshift. De impact van deze accijnsverhoging op de totale inflatie kan worden geraamd op 0,2 procentpunt. In 2016 kwam de Belgische inflatie voor bewerkte levensmiddelen dan ook veel hoger uit dan het gemiddelde van de buurlanden (0,4 %). Zonder tabak en alcoholhoudende dranken namen de prijzen van bewerkte levensmiddelen in 2016 in België immers met 1,5 % toe, tegenover een prijsdaling van gemiddeld 0,2 % in de drie buurlanden. Het inflatieverschil verkleint dus zonder tabak en alcohol, maar bleef bestaan onder meer omwille van het prijsverloop voor zuivelproducten (meer bepaald door de hogere melkprijzen tijdens het melkakkoord). 7. Na een prijsstijging op jaarbasis van 2,1 % in 2015 waren de prijzen van niet-bewerkte levensmiddelen in 2016 opnieuw opwaarts gericht, met een gemiddelde inflatie van 2,6 %. De versnelling van het inflatiecijfer is het gevolg van een sterkere prijsstijging voor vis (+7,7 % in 2016, vooral door duurdere grijze garnalen) en in mindere mate vlees (+1,0 %, hoofdzakelijk vleesbereidingen werden duurder). In onze buurlanden nam de inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen ook verder toe (tot 2,0 % in 2016). 8. Het prijsstijgingstempo voor diensten vertraagde in 2016 tot 2,2 % (tegenover 2,4 % in 2015), onder meer als gevolg van het verdwijnen van de opwaartse impact op de inflatie van de prijsverhoging in 2015 voor riolering en medische diensten (de verhoging begin 2015 van zowel de bovengemeentelijke als de gemeentelijke saneringsbijdrage, en het geharmoniseerde remgeld voor een bezoek aan de specialist, vielen immers per definitie weg uit de berekening van de inflatie 2016). In de voornaamste buurlanden kenden diensten ook een vertraging van het prijsstijgingstempo: van 1,3 % in 2015 tot 1,0 % in Voor het negende jaar op rij kwam de diensteninflatie dus hoger uit in België. Gelet op het belang van de diensteninflatie in het inflatieverschil tussen België en de buurlanden, wijden we er in dit verslag, op vraag van de minister van Economie, een extra hoofdstuk aan. In 2016 kwam dit verschil vooral op rekening van telecommunicatiediensten (waarvan in België de prijzen met 4,2 % gestegen zijn in 2016, o.a. door de tariefverhoging voor bundels), restaurant en cafébezoek en onderwijs (het inschrijvingsgeld voor hogescholen en universiteiten is sterk gestegen in Vlaanderen in oktober 2015). 9. In 2016 versnelde de inflatie voor niet-energetische industriële goederen in België tot gemiddeld 1,0 % (0,5 % in 2015), hetzij een hoger peil dan in onze voornaamste buurlanden (0,6 %). Vooral auto s hebben bijgedragen aan het inflatieverschil ten nadele van België, wat te wijten is onder andere aan de gestegen belasting op inverkeersstelling in Vlaanderen in januari

7 I Inflatie in I.1 Totale inflatie in 2016 I.1.1 Totale inflatie in België In 2016 is het gemiddelde niveau van de consumptieprijzen in België, gemeten aan de hand van het geharmoniseerde indexcijfer der consumtieprijzen (GICP) gestegen in vergelijking met het gemiddelde niveau van Op de traditionele soldenmaanden januari en juli na, kenden de prijzen vooral in de eerste jaarhelft een duidelijk opwaartse trend. De consumptieprijzen voor energie bereikten in februari 2016 hun laagste niveau sinds begin 2010, maar doorheen het verslagjaar vertoonden ze een sterke opwaartse tendens. De index van de onderliggende inflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en van de niet-bewerkte levensmiddelen, tekende een stijging op. Grafiek 1. Recent verloop van het GICP, de onderliggende inflatie-index en de consumptieprijzen voor energiedragers (Index 2010=100) GICP (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) 2 De gemiddelde inflatie voor een periode wordt berekend als de procentuele variatie van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van de betrokken periode ten opzichte van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar. 3 Omwille van de vergelijkbaarheid met de evoluties in andere Europese landen, gebeurt de analyse op basis dat van het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen (GICP). 7

8 De totale inflatie bedroeg in 2016 gemiddeld 1,8 % tegenover 0,6 % in Doorheen het jaar liep de inflatie elk kwartaal hoger op. In het vierde kwartaal bereikte de inflatie haar hoogste niveau in 2016 (2,0 %, en zelfs 2,2 % in december 2016, ten overstaan van een inflatie van 1,5 % in het eerste kwartaal 2016). Vooral de energiedragers (met een inflatie van -0,6 % in 2016, en -8,0 % in 2015) hebben bijgedragen tot de toename van de totale inflatie tussen 2015 en Daar waar deze energiedragers in 2015 nog een heel sterk negatieve bijdrage tot de inflatie leverden van 0,9 procentpunt, is de impact in 2016 teruggevallen tot -0,1 procentpunt. Ook de stijging van de inflatie voor bewerkte levensmiddelen in 2016 (tot 3,5 % op jaarbasis ten overstaan van +1,6 % in 2015) heeft de totale inflatie in 2016 doen versnellen. Ook de onderliggende inflatie nam toe in 2016 in vergelijking met 2015 en bedroeg gemiddeld 2,0 % in 2016 (1,6 % in 2015). De vertraging van de inflatie voor diensten werd meer dan gecompenseerd door de versnelling van de inflatie voor bewerkte levensmiddelen en niet-energetische industriële goederen (zie hieronder). De totale inflatie en de onderliggende inflatie zijn sterk onderhevig geweest aan de verhoging van indirecte belastingen. Hun inflatievoeten zouden bij ongewijzigde indirecte belastingen respectievelijk slechts 1,0 % en 1,7 % hebben bedragen. De indirecte belastingen hebben vooral de categorieën energie en bewerkte levensmiddelen beïnvloed. Beide categorieën zouden slechts een inflatie opgetekend hebben van respectievelijk-6,3 % en 1,9 % bij ongewijzigde indirecte belastingen. Grafiek 2. Recent verloop van de totale inflatie, de onderliggende inflatie en de consumptieprijzen voor energiedragers (Veranderingspercentage ten opzichte van de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar) Totale inflatie (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) 8

9 De belangrijkste prijsbewegingen binnen de vijf grote productgroepen 4 van het GICP tussen 2015 en 2016 kunnen als volgt samengevat worden: In 2016 werden de energiedragers op jaarbasis 0,6 % goedkoper (tegenover een prijsdaling van 8,0 % in 2015). Niettegenstaande voornamelijk aardgas (door de daling van de energiecomponent in de eindfactuur) en aardolieproducten (door de daling van de internationale aardolieprijs) op jaarbasis fors in prijs daalden, werd deze prijsdaling haast volledig tenietgedaan door de stijging van de electriciteitsprijzen. De toename van de inflatie voor elektriciteit was onder meer het gevolg van de btw-verhoging op elektriciteit (van 6 % naar 21 % vanaf september 2015), de verhoging van de bijdrage energiefonds in Vlaanderen (in de index vanaf mei 2016) en de afschaffing van de gratis hoeveelheid kwh in Vlaanderen in januari De energiedragers hadden een negatieve bijdrage tot de totale inflatie in België in 2016 van 0,1 procentpunt en voor het eerst sinds het laatste kwartaal 2012 hadden ze in het vierde kwartaal 2016 zelfs een opwaartse impact op de totale inflatie in België. De inflatie voor bewerkte levensmiddelen steeg tot gemiddeld 3,5 % in 2016 (1,6 % in 2015). Vooral voor alcoholische dranken en tabak nam de inflatie in 2016 toe (respectievelijk tot 8,4 % en 5,5 %), voornamelijk door de verhoging van de accijnzen, één van de financieringsmaatregelen van de taxshift. Zonder tabak en alcohol zou de inflatie voor bewerkte levensmiddelen slechts 1,5 % hebben bedragen. De bijdrage van deze productgroep tot de totale inflatie in 2016 kwam uit op 0,5 procentpunt. De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen nam toe tot gemiddeld 2,6 % in 2016 (2,1 % in 2015), vooral omwille van de sterke prijsstijging op jaarbasis voor vis (+7,7 % in 2016). Ondanks het laagste gewicht in de korf (7,7 %) was deze productgroep goed voor een bijdrage tot de totale inflatie in 2016 van 0,2 procentpunt. De inflatie voor diensten is licht gedaald en bedroeg gemiddeld 2,2 % in 2016 (2,4 % in 2015). Deze productgroep, met het grootste gewicht van de vijf groepen in de consumptiekorf (42,4 %), droeg 0,9 procentpunt bij tot de totale inflatie in De consument betaalde in 2016 gemiddeld 1,0 % meer voor niet-energetische industriële goederen in vergelijking met De bijdrage tot de totale inflatie beperkte zich tot 0,3 procentpunt. De toename van de gezondheidsindex 5, die onder meer wordt gebruikt voor de indexering van de sociale uitkeringen en de lonen in de openbare sector, bedroeg gemiddeld 2,1 % op jaarbasis in 2016 ten overstaan van 1,0 % in In mei 2016 werd de spilindex van 101,02 overschreden met als gevolg een verhoging van 2 % van de sociale uitkeringen in juni en van de lonen in de openbare sector in juli Overeenkomstig de maandvooruitzichten van het Federaal Planbureau, zou de volgende overschrijding van de spilindex (momenteel 103,04) door de afgevlakte gezondheidsindex plaatsvinden in mei Zoals elk jaar werd ook in 2016 het wegingsschema van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (GICP) aangepast. Dat gebeurde op basis van de versie 2015 van de nationale rekeningen (en aangepast in functie van de prijsevolutie in 2015), en aangevuld met gedetailleerde gegevens uit het huishoudbudgetonderzoek (vooral voor de meer gedetailleerde niveaus). Voor de gewichten van de vijf grote productgroepen binnen het GICP in België vonden de volgende verschuivingen plaats: Het gewicht van de energetische producten in de consumptiekorf daalde in 2016 naar 9,2 % (2015: 11,0 %). Het gewicht van de bewerkte levensmiddelen bleef ongewijzigd (13,1 %) terwijl het gewicht van de niet-bewerkte levensmiddelen lichtjes steeg (van 7,6 % in 2015 naar 7,7 % in 2016). Dit geldt ook voor de niet-energetische industriële goederen waarvan het gewicht met 0,2 procentpunt is gestegen tot 27,6 % 2015: 27,4 %). Het gewicht van de diensten is met 1,6 procentpunt gestegen (van 40,8 % in 2015 naar 42,4 % in 2016). Zie focus wijziging in het gewichtenschema (blz. 10) in het eerste kwartaalverslag De gezondheidsindex wordt berekend op basis van de nationale consumptieprijsindex (NCPI) waarvan de methodologie op verschillende punten, onder meer het gewichtenschema, verschilt van die van het GICP. De gezondheidsindex wordt berekend door de voor de gezondheid schadelijke categorieën motorbrandstoffen, alcohol en tabak uit de totale index te weren. 6 Inflatievooruitzichten van het Federaal Planbureau van 7/2/

10 Tabel 1. Recent verloop van de inflatie voor het geharmoniseerde indexcijfer der consumptieprijzen (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) IV Bijdrage 1 Gewicht IV I II III IV okt nov dec Energie -6,0-8,0-0,6-5,0-5,0-2,9 0,3 5,2 3,6 3,0 9,0-0,09 9,2 Bewerkte levensmiddelen 2,1 1,6 3,5 2,5 3,8 3,8 3,5 2,7 3,3 2,6 2,0 0,45 13,1 Niet-bewerkte levensmiddelen a -1,3 2,1 2,6 4,2 3,2 2,6 2,4 2,0 1,6 2,2 2,3 0,20 7,7 Diensten 2,2 2,4 2,2 2,6 2,3 2,4 2,4 1,8 1,9 1,8 1,7 0,93 42,4 Niet-energetische industriële goederen 0,3 0,5 1,0 0,6 1,1 1,0 1,2 0,8 1,0 0,7 0,7 0,27 27,6 p.m. Onderliggende inflatie b 1,6 1,6 2,0 1,9 2,2 2,2 2,1 1,6 1,8 1,6 1,4 1,65 83,1 p.m. Gezondheidsindex c 0,4 1,0 2,1 1,9 2,0 2,4 2,2 1,7 1,6 1,7 1,8 93,6 Totale inflatie 0,5 0,6 1,8 1,3 1,5 1,6 1,9 2,0 1,9 1,7 2,2 1,77 100,0 a Fruit, groenten, vlees en vis. b Gemeten aan de hand van het GICP, zonder niet-bewerkte levensmiddelen en energiedragers. c Nationale consumptieprijsindex, zonder tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel. 1 Bijdrage tot de totale inflatie in 2016 (in procentpunt), 2 p.m. Gewicht in 2016 (in %). Grafiek 3. Bijdrage tot de totale inflatie 4 (In procentpunt, jaar- en kwartaalgemiddelden) K1-10 K2-10 K3-10 K4-10 K1-11 K2-11 K3-11 K4-11 K1-12 K2-12 K3-12 K4-12 K1-13 K2-13 K3-13 K4-13 K1-14 K2-14 K3-14 K4-14 K1-15 K2-15 K3-15 K4-15 K1-16 K2-16 K3-16 K4-16 Bewerkte levensmiddelen Niet-energetische industriële goederen Niet-bewerkte levensmiddelen Diensten Energie GICP 10

11 I.1.2 Totale inflatie in de voornaamste buurlanden In 2016 kwam, met uitzondering van Nederland, een einde aan de vertraging van de totale inflatie in de buurlanden die in 2012 begon. Na in 2015 gedaald te zijn tot 0,1 % op jaarbasis, steeg de gemiddelde totale inflatie in de buurlanden 7 in 2016 naar 0,3 %. Enkel in Nederland vertraagde de inflatie in 2016 verder (0,1 % op jaarbasis tegenover 0,2 % in 2015). In Duitsland en Frankrijk nam de totale inflatie in 2016 toe tot respectievelijk 0,4 % en 0,3 % op jaarbasis (0,1 % in beide landen in 2015). In België kwam in 2015 reeds een einde aan de vertraging van de totale inflatie. In 2016 nam de totale inflatie in België verder toe tot 1,8 %. Net als in 2008, 2010, 2011, 2012 en 2015 lag de totale inflatie in België in 2016 hoger dan het gemiddelde van de buurlanden. Het verschil bedroeg dit jaar 1,5 procentpunt ten nadele van ons land (in 2015 bedroeg het verschil 0,5 procentpunt in ons nadeel). Evenals in 2015 was de totale inflatie in België in 2016 hoger dan in elk van de buurlanden afzonderlijk. De verschillen met Nederland, Frankrijk en Duitsland bedroegen respectievelijk 1,7 procentpunt, 1,5 procentunt en 1,4 procentpunt, telkenmale in het nadeel van België (respectievelijk 0,4 procentpunt, 0,5 procentunt en 0,5 procentpunt in ons nadeel in 2015). De totale inflatie in België begon reeds in het tweede kwartaal van 2015 opnieuw te stijgen. In de volgende kwartalen versnelde de totale inflatie onafgebroken, tot 2,0 % in het vierde kwartaal In Duitsland en Frankrijk trok de totale inflatie zich pas in het derde kwartaal 2016 terug op gang, in Nederland zelfs pas in het vierde kwartaal. In het vierde kwartaal 2016 bedroeg de totale inflatie in Nederland, Frankrijk en Duitsland respectievelijk 0,5 %, 0,7 % en 1,0 % (gemiddelde inflatie in de buurlanden: 0,8 %) tegenover 2,0 % in België. Op basis van het GICP tegen constante btw- en accijnstarieven 8, zou de totale inflatie in België 1,0 % hebben bereikt in 2016 (in plaats van 1,8 % nu), tegenover 0,1 % in Frankrijk (in plaats van 0,3 %). In Nederland zou er weinig verschil in inflatie zijn geweest (0,0 % in plaats van 0,1 %) en in Duitsland geen verschil (0,4 %). In België laten alleen de groepen bewerkte levensmiddelen en energie een niet te verwaarlozen verschil optekenen tussen hun inflatie bij ongewijzigde indirecte belastingen en de eigenlijke situatie. Dat is voornamelijk het resultaat van accijnsverhogingen op tabak en alcohol en de verandering in de btw voor elektriciteit, maatregelen die werden genomen ter financiering van de taxshift. Ook prijsaanpassingen voor gereguleerde diensten (bijvoorbeeld het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs) hebben een impact gehad op de totale inflatie in België. In het extra hoofdstuk over de diensteninflatie in België wordt hier verder op gefocust. In Frankrijk heeft vooral de categorie energie een invloed op de verschillende evolutie van de inflatie op basis van ongewijzigde belastingen. 7 Gemiddelde gewogen met de gewichten van elk land in 2016 die door Eurostat worden gepubliceerd. De gewichtsaandelen die hierbij gebruikt worden, zijn gebaseerd op de finale consumptieve bestedingen van de huishoudens uit de nationale rekeningen. In 2016 bedroeg de weging 52 % voor Duitsland, 39 % voor Frankrijk en 9 % voor Nederland. 8 Het GICP bij constante btw en accijnzen voor België wordt berekend door de Algemene Directie Statistiek en gepubliceerd door Eurostat. 11

12 Grafiek 4. Kwartaalevolutie van de totale inflatie en van de onderliggende inflatie in België en in de voornaamste buurlanden (Jaarlijks veranderingspercentage) 4,0 3,5 Totale inflatie 3,5 Onderliggende inflatie 3,0 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 2,5 2,0 1,5 1,0 0,0-0,5 0,0-1, België Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden 0,5 Daar waar de gemiddelde onderliggende inflatie in de buurlanden in 2016 stabiel bleef ten opzichte van 2015 (0,8 % op jaarbasis), steeg de onderliggende inflatie in België naar 2,0 % op jaarbasis (1,6 % in 2015). Bijgevolg nam het verschil in onderliggende inflatie in 2016 verder toe tot 1,2 procentpunt ten nadele van ons land, het grootste inflatieverschil sinds het begin van de geanalyseerde periode. Elk van de buurlanden afzonderlijk liet in 2016 een lagere onderliggende inflatie optekenen dan ons land, wat al sinds 2008 elk jaar het geval is 9 : in Duitsland bedroeg de onderliggende inflatie 1,1 % (1,0 % in 2015), in Nederland 0,6 % (0,9 % in 2015) en in Frankrijk 0,5 % (0,5 % in 2015) Behalve voor Nederland van eind 2011 tot eind 2013, onder meer door de stijging van het standaard btw-tarief in oktober 2012, van 19 tot 21 % (het verlaagde btw-tarief bleef echter 6 %). 10 Bij ongewijzigde indirecte belastingen zou de onderliggende inflatie in België 1,7 % hebben bedragen (in plaats van 2,0 % nu, voornamelijk als gevolg van de accijnsverhoging bij alcoholische dranken en tabak). De onderliggende inflatie in Duitsland, Nederland en Frankrijk zou niet zijn gewijzigd (respectievelijk 1,1 %, 0,6 % en 0,5 %). 12

13 Tabel 2. Totale inflatie en zijn productgroepen in België en in de voornaamste buurlanden in 2016 (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) België Gewicht 2016 (in %) Gemiddelde Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden België buurlanden Energie -0,6-4,5-5,4-2,6-5,6 9,2 9,7 Bewerkte levensmiddelen 3,5 0,4 0,8-0,1 0,5 13,1 11,8 Niet-bewerkte levensmiddelen 2,6 2,0 2,2 1,6 2,5 7,7 6,2 Diensten 2,2 1,0 1,2 1,0 0,5 42,4 45,4 Niet-energetische industriële goederen 1,0 0,6 1,0 0,0 0,8 27,6 26,9 Onderliggende inflatie 2,0 0,8 1,1 0,5 0,6 83,1 84,1 GICP 1,8 0,3 0,4 0,3 0,1 100,0 100,0 GICP (bij ongewijzigde indirecte belastingen) 1,0 0,2 0,4 0,1 0,0 100,0 100,0 In 2016 was het verschil in totale inflatie tussen België en de buurlanden dus ten nadele van ons land, namelijk 1,5 procentpunt. Voor alle productgroepen lag de inflatie in België in 2016 hoger dan gemiddeld in de buurlanden en hoger dan in elk buurland afzonderlijk 11. Diensten droegen 0,5 procentpunt bij tot dit inflatieverschil (met het gemiddelde van de buurlanden) 12, bewerkte levensmiddelen en energie 0,4 procentpunt en niet-energetische industriële goederen 0,1 procentpunt. Hoewel de bijdrage van niet-bewerkte levensmiddelen positief was, was hun bijdrage dit jaar verwaarloosbaar gezien het beperkte gewicht van deze productgroep. Grafiek 5. Bijdrage van elke productgroep aan het inflatieverschil tussen België en de voornaamste buurlanden 2,0 (In procentpunt, jaar- en kwartaalgemiddelden) 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1, Niet-energetische industriële goederen Diensten Bewerkte levensmiddelen Niet-bewerkte levensmiddelen Energie Geheel GICP 11 Met uitzondering van de productgroep niet-energetische industriële goederen waarvoor de inflatie in Duitsland gelijk was aan deze van België (1,0 %). 12 Diensten hebben ook het meest bijgedragen aan het gecumuleerde inflatieverschil met de buurlanden. Meer detail hierover in het extra hoofdstuk. 13

14 I.2 Inflatie voor energie in 2016 I.2.1 Inflatie voor energie in België Na een negatieve inflatie van -6,0 % in 2014 en van -8,0 % in 2015, zijn de prijzen van energieproducten gestabiliseerd in 2016 (gemiddeld -0,6 %). De negatieve inflatie is inderdaad verminderd in het begin van het jaar, van -5,0 % tot -2,9 % tussen het eerste en het tweede kwartaal In het derde kwartaal 2016, is de inflatie van energieproducten opnieuw licht positief geworden (+0,3 %), wat niet meer gebeurd is sinds het vierde kwartaal 2012, om vervolgens in het vierde kwartaal ,2 % te bedragen. De dalende consumptieprijzen voor motorbrandstoffen, huisbrandolie, en aardgas op jaarbasis werd bijna volledig gecompenseerd door de hogere inflatie voor elektriciteit in 2016 (te wijten aan de verhoging van het btw-tarief van 6 % naar 21 % in september 2015, de verhoging van de andere taksen in Vlaanderen, en de afschaffing van gratis elektriciteit in Vlaanderen), wat geleid heeft tot een quasi prijsstabilisatie van de energieprijzen in 2016 ten opzichte van In 2015 heeft de negatieve inflatie van de energieproducten sterk bijgedragen tot de vertraging van de totale inflatie. In 2016 was de bijdrage van energie zeer beperkt. De bijdrage van deze productgroep kwam uit op -0,1 procentpunt (tegenover -0,9 procentpunt in 2015) ten opzichte van een totale inflatie van 1,8 % (0,6 % in 2015). Deze geringe negatieve bijdrage van energieproducten is hoofdzakelijk te verklaren door een prijsdaling op jaarbasis van aardolieproducten (brandstoffen voor wegvervoer en vloeibare brandstoffen) als gevolg van de terugval van de olieprijs en, in mindere mate, door de daling van de gasprijs, die voor een groot deel gecompenseerd wordt door de sterke stijging van de elektriciteitsprijzen. Tabel 3. Recent verloop van de consumptieprijzen voor energiedragers (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) IV IV I II III IV okt nov dec Bijdrage 1 Gewicht 2 Elektriciteit -9,6 11,9 28,3 31,3 29,4 40,6 29,1 16,9 16,2 16,4 18,0 6,80 26,8 Vaste brandstoffen 0,9 0,4-1,3-0,3-1,3-1,6-1,5-1,0-1,1-0,9-0,9-0,01 1,1 Brandstoffen voor wegvervoer -3,7-12,8-5,3-13,0-10,3-10,2-5,0 5,0 4,3 2,7 8,1-1,94 35,6 Gas -5,6-5,4-11,8-7,1-10,7-14,5-12,2-10,0-12,3-9,6-8,1-2,38 20,3 Vloeibare brandstoffen -7,1-25,7-17,4-28,0-30,6-26,0-14,4 5,1 0,9-2,4 18,0-3,05 16,1 Energie -6,0-8,0-0,6-5,0-5,0-2,9 0,3 5,2 3,6 3,0 9,0-0,59 100,0 1 Bijdrage tot de inflatie van de groep in 2016 (in procentpunt), 2 p.m. Gewicht in 2016 (in %). De evolutie van de olieprijzen op de internationale markten bepaalt grotendeels de consumptieprijzen van huisbrandolie en brandstoffen voor wegvervoer. De consumptieprijzen voor elektriciteit en gas werden losgekoppeld van de olieprijs. Aardolieproducten Nadat de koers van de olieprijs in USD gemiddeld een terugval kende van 47,0 % tussen 2014 en 2015, is hij in het eerste kwartaal 2016 verder gedaald (-20,8 % in vergelijking met het vierde kwartaal 2015) om zijn laagste niveau te bereiken sinds begin In het tweede kwartaal 2016 is hij opnieuw gestegen (+33,8 % in vergelijking met het eerste kwartaal 2016), om zich opnieuw te stabiliseren in het derde kwartaal (-0,4 %). De koers van de olieprijs in USD is opnieuw gestegen in het vierde kwartaal (+9,3 % in vergelijking met het derde kwartaal 2016). Zo daalden de noteringen met gemiddeld 15,9 % op jaarbasis tot 44,1 USD/vat in De geringe daling van de euro ten overstaan van de dollar in de beschouwde periode (-0,4 % tussen 2015 en 2016) heeft overigens zeer licht de daling van de koers van de olieprijs in euro vertraagd. Deze laat een vermindering optekenen van 15,6 % op jaarbasis tot gemiddeld 39,9 EUR/vat in 2016 (zie grafiek 6). De scherpe daling van de olieprijs dit jaar wordt grotendeels verklaard door een mondiale oliemarkt die voortdurend in onevenwicht is, met een overvloedig aanbod en een vraag die te weinig ondersteund wordt door een lichte economische heropleving. De terugkeer van olie uit Iran op de wereldmarkt in 2016, als gevolg van het nucleaire akkoord en de opheffing van de economische sancties, heeft ook een neerwaartse druk uitgeoefend op de olieprijzen. De koers van 14

15 olie is ook onderhevig geweest aan belangrijke schommelingen in de loop van het jaar. Allereerst heeft de daling van de Amerikaanse schalie-olieproductie de oliekoersen in het tweede kwartaal opgedreven. Vervolgens bereikten de OPEC-landen eind september een akkoord om de productie van aardolie te beperken om de olieprijs opnieuw te laten stijgen. Het akkoord werd tijdens de OPEC-top van 30 november beklonken 13. Ook de olieproducerende landen buiten de OPEC 14 hebben zich op 10 december geëngageerd om hun productie te verminderen in het kader van een akkoord met de OPEC-leden. Hierdoor konden de olieprijzen tijdens het vierde kwartaal 2016 ondersteund worden 15. Grafiek 6. Maandelijkse consumptieprijzen voor energiedragers 160 (Index 2010=100) Elektriciteit Gas Vloeibare brandstoffen Motorbrandstoffen Totaal energie Brent (euro) Bronnen: Insee 16, EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. 13 Dit akkoord voorziet een verdeling van de productievermindering van olie van 1,2 miljoen vaten per dag vanaf januari 2017 tussen de lidstaten van de OPEC. Dit akkoord bestrijkt een periode van zes maanden die verlengbaar is. 14 Het gaat over Rusland, Azerbeidzjan, Bahrein, Bolivië, Brunei, Equatoriaal-Guinea, Kazachstan, Maleisië, Mexico, Oman, Soedan en Zuid-Soedan. 15 International Energy Agency, "IEA releases Oil Market Report for 2016". 16 De evolutie van de oliekoers is gebaseerd op de gegevens gepubliceerd door Insee, "International prices of imported raw materials - Brent crude oil (London) - Prices in euros per barrel". 15

16 Als gevolg van de val van de gemiddelde olieprijs in 2016, kenden de brandstoffen voor wegvervoer en vloeibare brandstoffen (huisbrandolie), die bijna ogenblikkelijk reageren op schommelingen van de olieprijzen, een jaarlijkse daling met gemiddeld 5,3 % en 17,4 % (tegenover een inflatie van -12,8 % en -25,7 % in 2015). Zonder wijziging van de accijnzen, zou de prijsdaling nog meer uitgesproken zijn geweest Het valt echter te noteren dat de prijsdaling op jaarbasis van olieproducten tussen het eerste en het derde kwartaal 2016 voortdurend gedaald is. De inflatie is zelfs terug positief geworden (ongeveer +5 %, zowel voor de brandstoffen voor wegvervoer als voor de vloeibare brandstoffen) in het vierde kwartaal Diesel bereikte in 2016 meer bepaald een maximumprijs van gemiddeld 1,19 EUR/liter (inclusief btw), 4 cent minder dan een jaar voordien. De gemiddelde maximumprijs van benzine (super 95) bereikte in ,34 EUR/liter (inclusief btw), 9 cent minder dan in De gemiddelde maximumprijs voor huisbrandolie (minder dan l) bedroeg in ,51 EUR/liter (inclusief btw), 9 cent minder dan een jaar voordien. Elektriciteit en gas De consumptieprijzen van elektriciteit en gas worden voornamelijk bepaald door de kost van de energiecomponent en de nettarieven (distributie en transmissie). Diverse belastingen en taksen oefenen eveneens een aanzienlijke invloed uit op de prijsevolutie. 19 Zoals in de vorige rapporten al werd uitgelegd, wordt de verkoopprijs van de energiecomponent door de leveranciers vrij bepaald sinds de elektriciteits- en gasmarkt werd vrijgemaakt. Sinds het invoeren van het zogenaamde vangnetmechanisme voor de variabele contracten, zijn de energieleveranciers verplicht om elke wijziging in de prijsformules en elke tariefaanpassing voorafgaandelijk bij de CREG, de federale regulator van de elektriciteits- en aardgasmarkt in België, ter controle in te dienen (wet van 8 januari 2012 en KB van 19 december 2014) 20. Bovendien is de indexering van variabele elektriciteits- en gascontracten vier keer per jaar toegelaten, aan het begin van elk kwartaal, namelijk op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. De toekenning van gratis elektriciteit in het Vlaams Gewest is bovendien afgeschaft sinds 1 januari 2016 hoewel een overgangsmaatregel gold tot april Deze afschaffing is dus pas vanaf mei 2016 in het GICP zichtbaar. 17 Ter herinnering : accijnzen op brandstoffen (benzine en diesel) werden vijf keer gewijzigd in 2015 (indexering van de accijnzen op benzine en diesel op 1 januari, vervroegde indexering van de accijnzen op diesel op 1 november, toepassing van het positief cliquetsysteem voor diesel op 20 november, 4 december en 12 december en toepassing van het negatieve cliquetsysteem voor benzine op 12 december). Op 1 januari 2016 werden de accijnzen op benzine opnieuw verhoogd als gevolg van de indexering ervan. Tussen juli en augustus 2016, zijn de accijnzen op diesel vier keer gestegen (op 6, 13 en 27 juli, evenals op 3 augustus), als gevolg van de toepassing van het positieve cliquetsysteem voor een totaalbedrag van 32,1 EUR /1.000 liter. Op 3 augustus 2016 zijn de speciale accijnzen voor benzine gedaald (daling van 9,1 EUR/1.000 liter), als gevolg van de toepassing van het negatieve cliquetsysteem. Zonder de verschillende wijzigingen van de accijnzen zou de prijsdaling van beide producten verschillend geweest zijn. Bij ongewijzigde indirecte belastingen zou de inflatie van benzine en diesel in 2016 respectievelijk -7,2 % en -8,4 % bedragen hebben (tegenover -7,0 % en -4,0 % in werkelijkheid). 18 De accijnzen op stookolie werden op 1 januari 2016 geïndexeerd (KB van 26/10/2015 tot voorlopige wijziging van de programmawet van december 2014). 19 De gewichten van de verschillende componenten verschillen sterk tussen een elektriciteits- en een gasfactuur. Ze kunnen ook sterk verschillen naargelang het type klant (consumptieprofiel en spanningsniveau van de aansluitingen), het distributiegebied, het gewest en de leverancier. 20 Die wet voert onder meer het vangnetmechanisme in, dat op 31 december 2014 ten einde moest lopen. Het KB van 19 december 2014 voorziet echter in de verlenging van het vangnetmechanisme met drie jaar, tot 31 december De gratis elektriciteit wordt namelijk verrekend via de afrekeningsfactuur. De verbruikers, die hun eindfactuur voor 1 mei ontvangen, krijgen de gratis elektriciteit van het huidige jaar pas verrekend het jaar erop. De maatregel met betrekking tot de afschaffing van gratis elektriciteit is daarom slechts vanaf 1 mei 2016 werkelijk van kracht geworden, aangezien alle verbruikers die hun eindfactuur voor 1 mei 2016 hebben ontvangen nog recht hebben gehad op hun gratis hoeveelheid elektriciteit voor het jaar

17 Sinds 2008 worden de transmissietarieven van elektriciteit en gas door de CREG goedgekeurd voor een periode van vier jaar 22. Nieuwe tarieven voor de regulatoire periode zijn sinds 1 januari 2016 van kracht. Deze nieuwe tarieven stijgen zowel voor elektriciteit (lichtjes) 23 als voor gas (voornamelijk) 24. In het kader van de zesde staatshervorming (bijzondere wet van 6 januari 2014) werd de regulering van de distributietarieven voor elektriciteit en gas op 1 juli 2014 overgeheveld naar de gewesten. Deze bevoegdheid wordt voortaan uitgeoefend door de VREG (Vlaams Gewest), de CWaPE (Waals Gewest) en BRUGEL (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) als gewestelijke regulerende overheden. In het Vlaams Gewest werden nieuwe distributietarieven goedgekeurd door de VREG voor de periode van 1 januari 2016 tot 31 december Deze tarieven stijgen voor elektriciteit vooral omwille van de doorrekening van de in het verleden gedane investeringen in de distributienetten en de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen (meer bepaald de steun aan houders van zonnepanelen). Ter herinnering: de distributietarieven voor elektriciteit bevatten sinds juli 2015 in Vlaanderen een "prosumententarief" voor de houders van zonnepanelen, teneinde de kosten van hun gebruik van het distributienet, bij het plaatsen van hun productie op het net, door te rekenen. De nieuwe distributietarieven voor gas zijn vrij stabiel in vergelijking met de gemiddelde tarieven in In het Waals Gewest werden de distributietarieven goedgekeurd door de CWaPE voor de regulatoire periode Deze tarieven zijn niettemin in stijgende lijn sinds 1 januari 2016, voor zowel elektriciteit als gas, onder andere omwille van de indexering ervan 26. In Brussel heeft de regulator BRUGEL de nieuwe distributietarieven vastgelegd voor vijf jaar, van 2015 tot 2019, zowel voor elektriciteit als voor gas. Deze tarieven werden niettemin in januari 2016 naar boven aangepast, ook als gevolg van de indexering ervan. De invloed van de vennootschapsbelasting 27 heeft ook de nieuwe distributietarieven voor elektriciteit en gas in de drie gewesten naar boven beïnvloed. 22 Ze mochten niettemin worden geïndexeerd en, in een aantal gevallen, in de loop van de periode worden aangepast (maar steeds na goedkeuring door de CREG). 23 Volgens Elia wordt de stijging van de transmissietarieven van elektriciteit onder andere verklaard door de verwachte grote investeringen in de komende jaren, de aanzienlijke stijging van de kosten voor ondersteunende diensten (diensten van de netgebruikers - producenten en klanten - om het globale evenwicht van het transmissienet in termen van frequentie en spanning te handhaven) en de daling van de volumes. 24 Fluxys Belgium heeft de transmissietarieven in de totale gasfactuur van de residentiële verbruikers geschat op 1,52 EUR/MWh in 2016 (exclusief btw), tegenover 1,47 EUR/MWh in 2015 (exclusief btw). Deze kosten zijn indicatieve kosten die rekening houden met een aantal factoren zoals de geschatte benuttingsgraad, die ieder jaar met de vroeger waargenomen weersomstandigheden schommelt. Volgens Fluxys ging deze schatting van de transmissietarieven in 2016 omhoog omwille van de zachte winter in De tarieven van Gaselwest van 2014 werden in 2015 verlengd als voorlopige tarieven. Nieuwe voorlopige tarieven werden op 1 januari 2016 toegepast. De "Régie de Wavre" heeft een nieuw tariefvoorstel voor 2016 ingediend bij de CWaPE. De nieuwe tarieven werden van kracht op 1 februari De distributietarieven voor elektriciteit in Wallonië zijn ook in 2016 gestegen omwille van hogere kosten verbonden aan budgetmeters, aan investeringen in het nieuwe Atrias-platform (overlegplatform tussen de netbeheerders, de leveranciers en de gewestelijke regulatoren) en de slimme meters. 27 Ter herinnering: in het kader van de programmawet van 19 december 2014 heeft de federale regering besloten het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting te wijzigen, zodat voortaan ook de intercommunales eraan zijn onderworpen. De meerderheid van de netbeheerders zijn intercommunales. Zo hebben de netbeheerders hun distributietarieven aangepast op 1 maart 2015 in Brussel, op 1 juni 2015 in het Waals Gewest en op 1 augustus 2015 in het Vlaams Gewest. 17

18 Een aanvullende belasting op elektriciteit is sinds maart 2016 van kracht in Vlaanderen om de schuld in verband met het systeem van groenestroomcertificaten te financieren. Deze belasting wordt voor een periode van vijf jaar ingevoerd en maakt deel uit van de bijdrage Energiefonds die al in de elektriciteitsfactuur is opgenomen. Deze bijdrage Energiefonds bedraagt voortaan 100 EUR per jaar voor alle Vlaamse verbruikers die maximum kwh verbruiken 28. Elektriciteit Na een stijging in 2015 van 11,9 % zijn de prijzen van elektriciteit in 2016 opnieuw sterk gestegen met gemiddeld 28,3 % op jaarbasis. In het vierde kwartaal 2016 bedroeg de inflatie van dit product zelfs 16,9 %. De vertraging van de inflatie vanaf het derde kwartaal wordt grotendeels verklaard door enerzijds het wegvallen van de opwaartse impact op de inflatie te wijten aan de verhoging van het btw-tarief in september 2015, en anderzijds aan het wegvallen van het basiseffect te wijten aan de introductie van een "prosumententarief" in de distributietarieven in Vlaanderen in juli 2015 en de invoering van een vennootschapsbelastingtarief in de drie gewesten tussen maart en augustus Op basis van de indicator "gemiddelde Belgische elektriciteitsfactuur" 29 kan de evolutie van de verschillende componenten van de elektriciteitsprijs worden geëvalueerd, namelijk de energiecomponent, de nettarieven en de taksen en toeslagen. In de totale elektriciteitsfactuur had de energiecomponent in 2016 een aandeel van 29,2 %, hadden de nettarieven een aandeel van 47,0 %, de taksen en heffingen een aandeel van 7,2 %, en had de btw een aandeel van 16,6 %. In de totale gasfactuur bedroeg het aandeel van deze componenten respectievelijk 50,0 %, 29,5 %, 3,3 % en 17,1 %. Na een stijging in 2015 van gemiddeld 0,7 % op jaarbasis 30, is de kost van de energiecomponent van de elektriciteitsprijs (inclusief de kosten voor groene energie en voor warmtekrachtkoppeling) in 2016 opnieuw toegenomen, met gemiddeld 0,9 % ten opzichte van Het afgelopen jaar kostte deze component dus 7,9 cent/kwh (of 29,2 % van de totale elektriciteitsprijs voor een standaard consumptieprofiel). Deze lichte inflatiestijging wordt hoofdzakelijk verklaard door de afschaffing van de gratis hoeveelheid elektriciteit in Vlaanderen (zie hierboven) en de stijging van de kosten voor hernieuwbare (groene) energie. De bijdragen voor groene stroom en warmtekrachtkoppeling, die goed zijn voor ongeveer 26,7 % van de energiecomponent (7,8 % van de totale prijs van elektriciteit) stegen met 32,7 % gemiddeld ten opzichte van een jaar tevoren 31. De waarde van de indexeringsparameters voor de variabele contracten en de vaste tarieven daalden bovendien gemiddeld in 2016 (gemiddeld -16,7 % in vergelijking met 2015 voor de prijs per kwh en de heffing zonder gratis hoeveelheid elektriciteit). De nettarieven, (inclusief de huur van de meter en het prosumententarief in Vlaanderen), die in 2015 met 11,2 % op jaarbasis gestegen waren, zijn in 2016 verder toegenomen, namelijk met 6,0 % in vergelijking met het jaar voordien. Ze bedroegen gemiddeld 12,74 cent/kwh en maakten 47,0 % van de totale prijs voor elektriciteit uit. De stijging van de transmissietarieven voor elektriciteit (met een gewicht van 7,5 % in de totale prijs) bereikte gemiddeld 1,3 % op jaarbasis, als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe tarieven sinds 1 januari 2016 (zie hierboven). 28 In juli 2016 heeft de Vlaamse regering beslist de bijdrage Energiefonds aan te passen voor de consumenten die ieder jaar minstens kwh verbruiken. Vanaf 1 januari 2017 zullen de verbruikers die jaarlijks tussen et kwh elektriciteit per jaar verbruiken 290 EUR moeten betalen (tegenover 770 EUR nu). Voor de verbruikers die meer dan kwh verbruiken zal de belasting nog steeds 770 EUR bedragen. 29 De gebruikte methodologie voor het uitwerken van de indicator van de gemiddelde elektriciteitsfactuur voor de consument wordt uitgelegd in het "Jaarverslag 2011 van het Prijzenobservatorium". 30 In 2015 werd de stijging van deze kost in vergelijking met 2014 hoofdzakelijk verklaard door de toename van de kosten van de groenestroom- en warmtekrachtkoppelingsbijdragen, terwijl de pure energiecomponent gemiddeld een beperkte daling liet zien (-1,7 % op jaarbasis voor de prijs per kwh en de heffing). 31 De Belgische consument betaalt op zijn elektriciteitsfactuur een bijdrage groene energie (in de drie gewesten) en een bijdrage warmtekrachtkoppeling (alleen in Vlaanderen). Deze worden vrij bepaald door de elektriciteitsleveranciers en dienen om de kosten van de verplichte aankoop van groenestroomcertificaten te recupereren (quota vastgelegd via decreet). Voor meer informatie: FOD Economie, "Eerste kwartaalverslag 2013 van het Prijzenobservatorium". 18

19 De distributietarieven (met een gewicht van 38,4 % in de totale prijs, prosumententarief inbegrepen) zijn dan weer 7,4 % gestegen op jaarbasis, hoofdzakelijk als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe distributietarieven in het Vlaams Gewest en de indexering van deze tarieven in het Waals Gewest en in Brussel in januari 2016 (zie hierboven). Deze nieuwe tarieven houden nu rekening met een tarief vennootschapsbelasting en een prosumententarief (in Vlaanderen alleen). Er zijn echter grote verschillen tussen de gewesten. Op jaarbasis zijn deze tarieven met gemiddeld 4,3 % gestegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en met respectievelijk 7,1 % en 7,8 % op jaarbasis in het Waals en het Vlaams Gewest. De component taksen en toeslagen (exclusief btw) 32, met een aandeel van 7,2 % in de totale prijs in 2016, is in 2016 gemiddeld meer dan drie maal zo hoog als in 2015, vooral als gevolg van de verhoging van de bijdrage Energiefonds in maart in het Vlaams Gewest om de schuld aangaande het systeem van groenestroomcertificaten te financieren. Daaruit blijkt dat de stijging op jaarbasis van de consumptieprijzen voor elektriciteit in 2016 hoofdzakelijk te wijten is aan de btw-verhoging van 6 % naar 21 % sinds september 2015, de verhoging van de andere taksen (meer bepaald de bijdrage Energiefonds in Vlaanderen), en in mindere mate de afschaffing van de gratis hoeveelheid kwh in Vlaanderen en de toename van de distributietarieven. De "pure" energiecomponent (prijs/kwh en de heffing, zonder bijdrage voor groene energie) heeft bovendien een neerwaartse impact uitgeoefend. In 2016 bedroeg de totale jaarfactuur voor elektriciteit van een doorsneehuishouden (jaarlijks verbruik van kwh aan enkelvoudig tarief) gemiddeld 949 EUR, een stijging van 156 EUR vergeleken met een jaar voordien 33. Er doen zich echter grote verschillen voor tussen de verschillende gewesten. In 2016 bedroeg de totale jaarfactuur voor elektriciteit van een doorsneehuishouden gemiddeld 729 EUR in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 886 EUR gemiddeld in het Waals Gewest. Dit is een stijging met respectievelijk 32 EUR et 63 EUR op één jaar. In het Vlaams Gewest is de factuur gestegen met 229 EUR op één jaar tijd om dit jaar EUR te bedragen 34. Tabel 4. Gemiddelde kosten van de totale elektriciteitsfactuur (jaarlijks verbruik van kwh aan enkelvoudig tarief) Verschil Vlaanderen Wallonië Brussel België Bronnen: Eigen berekeningen, VREG, CWaPE, BRUGEL, FOD Economie. (In EUR) 32 Deze component omvat o.m. de energiebijdrage, de federale bijdrage en de bijdrage Energiefonds. 33 De berekeningsmethode is gebaseerd op de verwervingsbenadering volgens de richtlijnen van Eurostat voor het GICP. Die benadering houdt rekening met een geschatte aankoopprijs (op jaarbasis) bij het ondertekenen van het contract. Die geschatte prijs is dus gebaseerd op een enkele waarde (de actuele waarde) van verschillende prijscomponenten die de energieleveranciers toepassen, in tegenstelling tot de betalingsbenadering, die rekening houdt met het gemiddelde van de maandprijzen van de laatste 12 maanden gewogen naargelang het maandelijkse consumptieniveau. 34 De resultaten kunnen sterk variëren naargelang het beschouwde consumptieprofiel. 19

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Totale inflatie in 2017 FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: I. TOTALE INFLATIE PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Deel I. De totale inflatie in 2018 PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in november 1,7% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2015 De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex stijgt in november naar 1,4%, ten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de Nationale Rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - september 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in september 1,8% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 1. Consumptieprijsindex Brussel, 27 september 2012 De consumptieprijsindex stijgt in september 2012 met 0,21 punt ten opzichte van vorige maand en bedraagt

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Prijzenobservatorium: Historiek en werking

Prijzenobservatorium: Historiek en werking Prijzenobservatorium: Historiek en werking Seminarie FEVIA - BABM 17 september 2013 Peter Van Herreweghe Agenda 1. Prijzenobservatorium : Historiek en taken 2. Werking : Gegevens, aanpak, procedure, timing

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - augustus 2017 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in augustus 2,0% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 11 januari 2019 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 4 de kwartaal 2012 + Januari 2013 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Verloop van de kostprijs. van een zichtrekening tot

Verloop van de kostprijs. van een zichtrekening tot Verloop van de kostprijs van een zichtrekening 01.01.2011 tot 01.01.2016 De studie werd afgesloten op 26 mei 2016. Auteurs zijn: Jean-Paul Theunissen, Mathias Ingelbrecht, Peter Van Herreweghe FOD Economie,

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Studie (BRUGEL-STUDIE-20171208-25) Betreffende de OBERVATORIUM VAN DE PRIJZEN PROFESSIONELE KLANTEN 2009-2016-Executive summary Opgesteld

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 14 juni 2018 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 Inflatie bedraagt in december 1,50% Consumptieprijsindex van december 2015 o De inflatie daalt in december van 1,52% naar 1,50%. o De gemiddelde inflatie van 2015

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 3 de kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel elk

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: IV. HET MELKAKKOORD EN DE IMPACT ERVAN OP DE CONSUMPTIEPRIJZEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016 01/2007 05/2007 09/2007 01/2008 05/2008 09/2008 01/2009 05/2009 09/2009 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM INLEIDING Zoals bepaald in de wet van 8 maart

Nadere informatie

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt December 0 Het doel van dit document bestaat erin de evolutie van de prijs van de elektriciteit verkocht aan de beschermde klanten

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1 ste kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, is het Brugel die sinds

Nadere informatie

Evolutie van de gasprijzen op de residentiële markt maart 2008

Evolutie van de gasprijzen op de residentiële markt maart 2008 1/9 Evolutie van de gasprijzen op de residentiële markt maart 2008 Waarschuwing Het doel van dit document bestaat erin de evolutie van de gasprijzen op de markt van de huishoudelijke klanten sinds de vrijmaking

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Voorwoord Met de publicatie in augustus van

Nadere informatie

Tariefkaart voor klein-professioneel verbruik. Tariefkaart versie 021507 voor België. Geldig van 1 juli 2015 t/m 31 juli 2015.

Tariefkaart voor klein-professioneel verbruik. Tariefkaart versie 021507 voor België. Geldig van 1 juli 2015 t/m 31 juli 2015. Tariefkaart voor klein-professioneel verbruik Tariefkaart versie 021507 voor België. Geldig van 1 juli 2015 t/m 31 juli 2015. eni RELAX 1 jaar Elektriciteit (prijzen exclusief btw) tegen vaste energie

Nadere informatie

Energieprijzen en energiearmoede. S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont

Energieprijzen en energiearmoede. S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont Energieprijzen en energiearmoede S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont Jean-Marc Delporte stond in voor de coördinatie. Met dank aan Chantal Binotto, Marie Castaigne, Lien Tam Co, Vincent Coutton,

Nadere informatie

MAXIMUMPRIJZEN VOOR BENZINE EN DIESEL EN KORTINGEN AAN DE POMP

MAXIMUMPRIJZEN VOOR BENZINE EN DIESEL EN KORTINGEN AAN DE POMP Instituut voor de nationale rekeningen MAXIMUMPRIJZEN VOOR BENZINE EN DIESEL EN KORTINGEN AAN DE POMP FOCUS TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Tariefkaart voor particulieren

Tariefkaart voor particulieren Tariefkaart voor particulieren Tariefkaart versie 011507 voor Vlaanderen en Wallonië. Geldig van 1 juli 2015 t/m 31 juli 2015. eni RELAX 1 jaar Elektriciteit (prijzen inclusief 6% btw) tegen vaste energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: II. ONDERLIGGENDE INFLATIE: EEN AANHOUDEND VERSCHIL TEN NADELE VAN BELGIË

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015 Residentiële vastgoedprijsindex 4e kwartaal 2014 o De Belgische residentiële vastgoedprijsindex steeg in het vierde kwartaal van 2014 met 1,0% ten opzichte van het vorige

Nadere informatie

Agenda VREG VLAAMSE REGULATOR VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT P 1

Agenda VREG VLAAMSE REGULATOR VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT P 1 Agenda Samenstelling energiefactuur Wat zijn distributienettarieven? Tariefbevoegdheid Tariefmethodologie Vergelijking distributienettarieven Redenen evolutie, landschap netbeheer en transmissienettarieven

Nadere informatie

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie

Nadere informatie

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT - - - overzicht jongste 6 maanden met vergelijking tov duurste/goedkoopste product op de Belgische

Nadere informatie

WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN?

WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN? Instituut voor de nationale rekeningen WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN? FOCUS DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 13 december 2017 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

ENERGIEPRIJZEN VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS VOOR KMO S EN ZELFSTANDIGEN PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT

ENERGIEPRIJZEN VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS VOOR KMO S EN ZELFSTANDIGEN PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT ENERGIEPRIJZEN VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS VOOR KMO S EN ZELFSTANDIGEN PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT - - - overzicht jongste 6 maanden met vergelijking tov duurste/goedkoopste product op de Belgische

Nadere informatie

Impact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015

Impact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015 Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten september 2015 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale

Nadere informatie

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT - - - overzicht jongste 6 maanden met vergelijking tov duurste/goedkoopste product op de Belgische

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 21 december 2016 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Voorwoord In het tweede kwartaalverslag van

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 3de kwartaal 2011 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel sinds

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 4 de kwartaal 2011 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel sinds

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Analyse van de prijzen: derde kwartaalverslag 2009 van het Instituut voor de nationale rekeningen Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel Ondernemingsnummer: 0314.595.348

Nadere informatie

Zelfs met hoge energieprijzen op de internationale markten kan de stijging van de eindfactuur van de Belgische verbruiker worden ongedaan gemaakt

Zelfs met hoge energieprijzen op de internationale markten kan de stijging van de eindfactuur van de Belgische verbruiker worden ongedaan gemaakt Persbericht Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. 02/289.76.11 Fax 02/289.76.09 18 januari 2008 Zelfs met hoge energieprijzen op de internationale

Nadere informatie

Tariefkaart september 2015

Tariefkaart september 2015 Tarieven en voorwaarden voor Zakelijke Klanten 1 Tariefkaart september 2015 Nu welkomstvoordeel van 50 EUR* Inhoud Het Tarief voor elektriciteit en/of aardgas... 2 Jaarlijkse vergoeding en energiekost

Nadere informatie

Tariefkaart september 2015

Tariefkaart september 2015 Tarieven en voorwaarden voor Consumenten 1 Tariefkaart september 2015 Nu welkomstvoordeel van 50 EUR* Inhoud Het Tarief voor elektriciteit en/of aardgas... 2 Jaarlijkse vergoeding en energiekost voor Consumenten...

Nadere informatie

Tariefkaart augustus 2015

Tariefkaart augustus 2015 Tarieven en voorwaarden voor Zakelijke Klanten 1 Tariefkaart augustus 2015 Inhoud Het Tarief voor elektriciteit en/of aardgas... 2 Jaarlijkse vergoeding en energiekost voor Zakelijke Klanten... 3 Nettarieven

Nadere informatie

Evolutie van de elektriciteitsprijzen op de residentiële markt

Evolutie van de elektriciteitsprijzen op de residentiële markt Evolutie van de elektriciteitsprijzen op de residentiële markt Maart 0 Waarschuwing : Het doel van dit document bestaat erin de evolutie van de prijzen op de markt van de aan de huishoudelijke klanten

Nadere informatie

WALLONIË PARTICULIERE KLANTEN

WALLONIË PARTICULIERE KLANTEN Tariefkaart Geldig voor de contracten gesloten in OKTOBER 2015 in WALLONIË PARTICULIERE KLANTEN Pagina 1 : Aanbod Poweo Fix Elektriciteit Pagina 5 : Aanbod Poweo Fix Gas Pagina 8 : Kortingen Uitgebracht

Nadere informatie

Tariefkaart oktober 2015

Tariefkaart oktober 2015 Tarieven en voorwaarden voor Consumenten 1 Tariefkaart oktober 2015 Inhoud Het Tarief voor elektriciteit en/of aardgas... 2 Jaarlijkse vergoeding en energiekost voor Consumenten... 3 Nettarieven en heffingen

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BESLISSING (BRUGEL-BESLISSING-20190109-81) Betreffende de aanpassing van de tarieven voor de doorrekening van de kosten voor het

Nadere informatie

Tariefkaart juli 2015

Tariefkaart juli 2015 Tarieven en voorwaarden voor Zakelijke Klanten 1 Tariefkaart juli 2015 Nu 1 maand gratis elektriciteit* Inhoud Het Tarief voor elektriciteit en/of aardgas... 2 Jaarlijkse vergoeding en energiekost voor

Nadere informatie

Tariefkaart augustus 2015

Tariefkaart augustus 2015 Tarieven en voorwaarden voor Consumenten 1 Tariefkaart augustus 2015 Nu 1 maand gratis elektriciteit* Inhoud Het Tarief voor elektriciteit en/of aardgas... 2 Jaarlijkse vergoeding en energiekost voor Consumenten...

Nadere informatie

Verloop van de kostprijs van een zichtrekening tot

Verloop van de kostprijs van een zichtrekening tot Verloop van de kostprijs van een zichtrekening 01.01.2011 tot 0.1.01.2015 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Het verloop van de kostprijs van een zichtrekening tussen 2011 en 2015... 2 2.1. Methode... 2 2.2.

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BESLISSING (BRUGEL-Beslissing-20170113-45) betreffende de aanpassing van de tarieven voor de doorrekening van de kosten voor het

Nadere informatie

Statistisch Product. Geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen

Statistisch Product. Geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen Metadata Statistisch Product Geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen De geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) is een economische indicator de prijsevolutie van goederen en diensten, gekocht

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2 de kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel sinds

Nadere informatie