ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN"

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

2 Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Peter Van Herreweghe City Atrium Vooruitgangstraat Brussel Tel.: Peter.Vanherreweghe@economie.fgov.be 2

3 Inleiding De wet van 8 maart 2009, tot wijziging van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, voorziet dat de FOD Economie de taak van prijsobservatie en prijsanalyse voor rekening van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) uitvoert. Met de wet van 26 april 2013, houdende de invoeging van boek V in het Wetboek van economisch recht (getiteld "De mededinging en de prijsevoluties"), werd het onderzoeksdomein van het Prijzenobservatorium uitgebreid. Het Prijzenobservatorium kan voortaan onderzoek uitvoeren vanuit de invalshoeken prijsverloop, prijsniveau, marges en tenslotte marktwerking. In dit verslag wordt het verloop van de consumptieprijzen in België in het eerste kwartaal 2017 onderzocht. Er wordt aandacht besteed aan de totale inflatie en aan het prijsstijgingstempo van de vijf grote productgroepen: energiedragers, bewerkte en niet-bewerkte levensmiddelen, diensten en tenslotte industriële, niet-energetische goederen. Voor elke productgroep wordt eerst de inflatie in België toegelicht, welke vervolgens vergeleken wordt met die in de buurlanden. Het geharmoniseerd indexcijfer der consumptieprijzen (GICP), dat opgesteld wordt door de Algemene Directie Statistiek conform de Europese methodologie, vormt veruit de belangrijkste gegevensbron voor het verslag. De analyse werd uitgebreid met detailgegevens van het GICP en met andere statistieken van officiële instanties (IMF, EC, ). De volgende medewerkers van het Prijzenobservatorium hebben meegewerkt aan dit verslag: Christine Bruynoghe, Myrle Claessens, Mathias Ingelbrecht, Jean-Yves Jaucot, Pascale Van Baelen en Sarah Van Cauwenbergh. Het Wetenschappelijk Comité voor prijsobservatie en -analyse verleende op 25 april 2017 een gunstig advies en de Raad van Bestuur van het INR heeft dit verslag goedgekeurd op 28 april

4 Inhoudstafel Inleiding... 3 Inhoudstafel... 4 Samenvatting... 5 I Totale inflatie in het eerste kwartaal I.1 Totale inflatie in België... 8 Focus: Wijziging in het gewichtenschema I.2 Totale inflatie in de voornaamste buurlanden II Inflatie voor energie in het eerste kwartaal II.1 Inflatie voor energie in België II.2 Inflatie voor energie in de voornaamste buurlanden III Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in het eerste kwartaal III.1 Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in België III.2 Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in de voornaamste buurlanden IV Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in het eerste kwartaal IV.1 Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in België IV.2 Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in de voornaamste buurlanden V Inflatie voor diensten in het eerste kwartaal V.1 Inflatie voor diensten in België Focus: Evolutie van de kostprijs van een zichtrekening V.2 Inflatie voor diensten in de voornaamste buurlanden VI Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in het eerste kwartaal VI.1 Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in België VI.2 Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in de voornaamste buurlanden Lijst van afkortingen Bijlagen Bijlage 1: Overzicht van de prijsbewegingen van producten en diensten tussen het eerste kwartaal 2016 en Bijlage 2: Gewichten van de voornaamste productgroepen in het GICP in België en de drie voornaamste buurlanden in Bijlage 3: Inflatie in het eerste kwartaal 2017 met en zonder gewijzigde indirecte belastingen in België en in de voornaamste buurlanden

5 Samenvatting 1. In het eerste kwartaal 2017 is de totale inflatie in België, gemeten aan de hand van het GICP, sterk gestegen en bedroeg ze gemiddeld 3,0 % (tegenover 2,0 % in het voorgaande kwartaal). Deze toename van de inflatie op jaarbasis wordt hoofdzakelijk verklaard door de sterke prijsstijging op jaarbasis voor de energieproducten. De onderliggende inflatie daalde lichtjes het afgelopen kwartaal en kwam uit op gemiddeld 1,4 %, vooral omwille van de vertraging van het prijsstijgingstempo voor bewerkte levensmiddelen. 2. De totale inflatie in de voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) versnelde in het eerste kwartaal 2017 (1,7 % tegenover 0,8 % in het vorige kwartaal) en blijft dus lager dan die van België. Het inflatieverschil in het nadeel van België werd groter en is het gevolg van een hogere inflatie voor de energieproducten en, in mindere mate, voor de diensten, de bewerkte levensmiddelen en de niet-energetische industriële goederen. Het afgelopen kwartaal bleef de onderliggende inflatie gemiddeld stabiel op 0,8 % in de buurlanden maar vertraagde ze in België. 3. De energiedragers kenden een sterke inflatie in het eerste kwartaal 2017 van gemiddeld 18,4 % (tegenover 5,2 % in het vierde kwartaal 2016). Voor motorbrandstoffen en huisbrandolie bedroeg de prijsstijging op jaarbasis respectievelijk gemiddeld 19,2 % en 43,8 % (tegenover respectievelijk 5,0 % en 5,1 % in het voorgaande kwartaal) door de sterke stijging van de gemiddelde olieprijs op jaarbasis (+63,1 %, in euro). De consumptieprijzen voor elektriciteit zijn in het eerste kwartaal 2017 met gemiddeld 17,0 % gestegen op jaarbasis (tegenover 16,9 % in het voorgaande kwartaal). Deze hoge inflatie voor elektriciteit is voornamelijk het gevolg van de afschaffing van gratis kwh in Vlaanderen, de stijging van de andere taksen (voornamelijk de bijdrage Energiefonds in Vlaanderen) en, in mindere mate, de toename van de distributietarieven (gemiddeld +7,5 %) en de kost van de pure energiecomponent (gemiddeld +4,6 % voor de prijs/kwh en de heffing). De consumptieprijs voor aardgas is op jaarbasis gestegen met 2,0 % (tegenover -10,0 % in het voorgaande kwartaal) vooral omwille van de toename van de kost van de energiecomponent op jaarbasis (+7,8 % tegenover -12,7 % in het vorige kwartaal). 4. De stijging op jaarbasis van de energieprijzen was gemiddeld zwakker in de buurlanden (+7,4 %) dan in België. Het inflatieverschil voor deze productgroep was dus ten nadele van België, voornamelijk door elektriciteit en de vloeibare brandstoffen en, in veel mindere mate, door de motorbrandstoffen en gas. In het bijzonder zijn de prijzen van de vloeibare brandstoffen gestegen met gemiddeld 22,2 % op jaarbasis in de buurlanden in het eerste kwartaal (tegenover -2,0 % in het vorige kwartaal), of een minder uitgesproken toename dan in België (ter herinnering, 43,8 % tegenover 5,1 % in het vorige kwartaal). De prijzen voor elektriciteit zijn op jaarbasis niet sterk gestegen in de buurlanden, namelijk met gemiddeld 0,7 % (tegenover 0,1 % in het vorige kwartaal), veel lager dus dan in België. Wat de prijsniveaus betreft, tonen de cijfers van de CREG aan dat in het eerste kwartaal 2017 de Belgische consument 16,1 % meer moest betalen voor de totale elektriciteitsfactuur (totale factuur: d.i. omvattende alle componenten, inclusief netwerktarieven, btw en taksen) dan gemiddeld in de buurlanden. De prijsverschillen van land tot land blijven echter aanzienlijk. 5

6 5. In het eerste kwartaal 2017 zijn de prijzen voor voedingsgrondstoffen (uitgedrukt in euro) toegenomen met gemiddeld 8,2 % op jaarbasis. De bewerkte levensmiddelen (tabak inbegrepen) waren 1,6 % duurder in de winkels, d.w.z. een lager inflatieniveau dan in het vorige kwartaal (+2,7 %). Deze terugval van de inflatie kan toegeschreven worden aan de sterke vertraging van het prijsstijgingstempo van de alcoholhoudende dranken (-5,5 procentpunt in het eerste kwartaal 2017 vergeleken met het vorige kwartaal) en de alcoholvrije dranken (-1,7 procentpunt). Deze daling van de inflatie voor die twee categorieën werd voornamelijk in de hand gewerkt door het verdwijnen van het opwaarts effect van de accijnsverhoging op alcoholische dranken (op 1 november 2015) en de gezondheidstaks op frisdranken (1 januari 2016) in het kader van de tax shift. In onze voornaamste buurlanden versnelde de inflatie voor bewerkte levensmiddelen licht (1,0 % tegenover 0,8 % in het vorige kwartaal). Vooral tabak (met een inflatie van +5,2 % in België tegenover gemiddeld +2,3 % in de buurlanden) leverde de grootste bijdrage tot het inflatieverschil ten nadele van België. Laat men tabak en alcoholhoudende dranken buiten beschouwing, dan zijn de prijzen van de bewerkte levensmiddelen in de buurlanden gestegen met gemiddeld 0,7 % (tegen +0,8 % in België). 6. Het prijsstijgingstempo van niet-bewerkte levensmiddelen was vrij stabiel het afgelopen kwartaal (gemiddeld 2,1 % tegenover 2,0 % in het vorige kwartaal) vooral omwille van de versnelling van de inflatie voor groenten (6,6 % in het eerste kwartaal 2017, tegenover 0,2 % in het vierde kwartaal 2016, onder andere als gevolg van een beperkte aanvoer vanuit Zuid-Europese landen wegens slechte weersomstandigheden) die gecompenseerd werd door een vertraging van inflatie voor fruit (-1,8 % in het eerste kwartaal 2017, tegenover 3,3 % in het vierde kwartaal 2016) en vlees (0,3 % in het eerste kwartaal 2017 tegenover 1,3 % in het vierde kwartaal 2016). De inflatie van vis (+7,4 %), die lichtjes gestegen is t.o.v. het vorige kwartaal, is voor een groot deel te wijten aan de sterke prijsstijging van grijze garnalen als gevolg van een beperkt aanbod. In de voornaamste buurlanden versnelde de inflatie voor deze productgroep sterk, van gemiddeld 1,4 % naar 4,0 %. 7. De inflatie voor diensten kwam uit op gemiddeld 1,8 % in het eerste kwartaal 2017, namelijk hetzelfde niveau als in het vorige kwartaal. Deze stabilisering van de inflatie wordt vooral toegeschreven aan de vertraging van de inflatie van de categorieën communicatie (van 4,9 % tot 4,1 %, onder andere omwille van de vertraging van het prijsstijgingstempo voor de telefoondiensten) en reizen (van -0,3 % tot -1,3 %, omwille van een daling van de prijzen van pakketreizen, vooral omdat de paasvakantie dit jaar volledig in april viel terwijl dit deels in maart was in 2016) die gecompenseerd werd door de versnelling van de inflatie voor de overige diensten (van 1,5 % tot 1,9 %, onder andere omwille van de verhoging van de tandartstarieven in januari 2017, als er geen preventief onderzoek bij de tandarts werd uitgevoerd in het vorige jaar). Gezien het grote gewicht ervan in de consumptiekorf (42,3 %) leverden de diensten een grote bijdrage tot de totale inflatie (0,8 procentpunt) in België. Merk op dat de gereglementeerde diensten een grote impact hebben op de inflatie van diensten. Met een gewicht van 28,4 % in het geheel van de diensten, waren ze het afgelopen kwartaal verantwoordelijk voor iets minder dan een derde van de diensteninflatie, vooral als gevolg van de gestegen inflatie voor tandartsen en ziekenhuisdiensten. In de buurlanden daalde de inflatie voor diensten licht en bedroeg gemiddeld 1,0 % dit kwartaal (tegenover 1,1 % in het vorige kwartaal) en ligt dus lager dan in België. De subcategorie telefoon- en faxdiensten droeg veruit het meest bij tot het inflatieverschil voor de diensten met de buurlanden, ten nadele van België. De inflatie voor deze categorie bedroeg 4,3% in België tegenover gemiddeld -2,3 % in de buurlanden (-1,2 % in Duitsland, -2,5 % in Frankrijk en -6,5 % in Nederland). 8. De inflatie voor niet-energetische industriële producten bedroeg gemiddeld 0,8 % in het eerste kwartaal 2017, net zoals in het laatste kwartaal De inflatie stabiliseerde ook op gemiddeld 0,5 % bij onze buurlanden. 6

7 9. De FOD Economie zal, op vraag van de Minister van Economie, jaarlijks de evolutie van de kostprijs van een zichtrekening voor particulieren opvolgen. De berekening is gebaseerd op alle zichtrekeningen en/of pakketzichtrekeningen, weliswaar met enkele uitzonderingen, die worden aangeboden door een representatieve selectie van acht banken. Vier mogelijke profielen van gebruikers worden gehanteerd: een elektronisch profiel met kredietkaart, een elektronisch profiel zonder kredietkaart, een traditioneel profiel met kredietkaart en een traditioneel profiel zonder kredietkaart. Op basis van de tarieflijsten, het aantal verrichtingen onder relevante transacties en het gewicht van elke zichtrekening, werd de kostprijs voor de verschillende gebruikersprofielen berekend. Door de evolutie van de kostprijs van elk gebruikersprofiel (uitgedrukt in indexvorm waarbij de situatie per = 100) te wegen aan de hand van het gewicht van de profielen per en te sommeren voor de vier profielen, werd de evolutie van de kostprijs van een zichtrekening berekend. In vergelijking met 1 januari 2016 daalde de kostprijs per 1 januari 2017 met 1,3 %. In tegenstelling tot de andere gebruikersprofielen (waarvoor de kostprijs steeg) daalde voor de elektronisch gebruiker zonder kredietkaart de kostprijs met 5,8 %. Binnen dit profiel switchten gebruikers van relatief duurdere rekeningen naar relatief goedkopere rekeningen. Voor zichtrekeningen zonder een kredietkaart diende beduidend minder betaald te worden dan voor zichtrekeningen met een kredietkaart. Voor rekeningen zonder kredietkaart betaalde het elektronisch profiel van gebruiker 21,40 euro op 1 januari 2017 tegenover 29,46 euro voor het traditioneel profiel. Voor rekeningen met kredietkaart is de prijs die het elektronisch profiel betaalt nagenoeg gelijk aan de prijs die het traditioneel profiel betaalt (45,75 euro tegenover 45,80 euro). 7

8 I Totale inflatie in het eerste kwartaal I.1 Totale inflatie in België In maart 2017 kwam het gemiddelde niveau van de consumptieprijzen, gemeten op basis van het GICP (index 2010=100), uit op 112,9, een iets hoger niveau dan in december De index van de onderliggende inflatie, die geen rekening houdt met het prijsverloop van niet-bewerkte levensmiddelen en energiedragers, steeg eveneens lichtjes tot 112,8. Gedurende de maand januari lieten beide curves een knik naar beneden zien ten gevolge van de solden. De stijging van de consumptieprijzen voor energieproducten, die in maart 2016 een aanvang nam, zette zich zeer sterk door in januari 2017 om in februari en maart min of meer te stabiliseren op het niveau van januari. De scherpe stijging in januari was vooral het gevolg van de stijging van de prijzen van motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen (stookolie). Grafiek 1. Recent verloop van het GICP, de onderliggende inflatie-index en de consumptieprijzen voor energiedragers (Index 2010=100) GICP (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energie (rechterschaaal) Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. In het eerste kwartaal 2017 steeg de totale inflatie fors en bedroeg ze gemiddeld 3,0 % 3 (tegenover 2,0 % in het vierde kwartaal van 2016). De inflatie is tussen de twee kwartalen toegenomen omwille van de sterke stijging van de inflatie voor energieproducten. 1 De gemiddelde inflatie voor een kwartaal wordt berekend als de procentuele variatie van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van het betrokken kwartaal ten opzichte van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar. 2 Omwille van de vergelijkbaarheid met de evoluties in andere Europese landen, gebeurt de analyse op basis van het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen (GICP). 3 Bij ongewijzigde indirecte belastingen zou de inflatie 2,5 % hebben bedragen. 8

9 Grafiek 2. Recent verloop van de totale inflatie, de onderliggende inflatie en de consumptieprijzen voor energiedragers (Veranderingspercentage ten opzichte van de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar) Totale inflatie (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energie (rechterschaal) Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. Binnen de vijf grote productgroepen van het GICP kunnen de voornaamste prijsbewegingen als volgt samengevat worden: In het eerste kwartaal 2017 werden de energiedragers op jaarbasis 18,4 % duurder (tegenover +5,2 % in het laatste kwartaal 2016). Vanaf het derde kwartaal 2016 is de energie-inflatie terug positief geworden en dit na negatief te zijn geweest sinds het eerste kwartaal De forse versnelling van de inflatie voor energieproducten in het eerste kwartaal 2017 is voornamelijk te verklaren door de versnelling van de inflatie van motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen (stookolie). Daarnaast werd de inflatie voor gas opnieuw positief in het beschouwde kwartaal na lange tijd negatief te zijn geweest terwijl de inflatie voor elektriciteit zich stabiliseerde. De productgroep energiedragers droeg meer dan de helft bij aan de totale inflatie (1,6 procentpunt) ondanks het lage gewicht in de consumptiekorf (9,0 %). De inflatie voor de diensten is in het eerste kwartaal 2017, in vergelijking met het vierde kwartaal 2016, constant gebleven (+1,8 %). Deze productgroep leverde de tweede belangrijke bijdrage tot de totale inflatie (0,8 procentpunt), omwille van het grote gewicht in de consumptiekorf (42,3 %). De inflatie voor bewerkte levensmiddelen is vertraagd van 2,7 % in het vierde kwartaal 2016 tot 1,6 % in het eerste kwartaal 2017, voornamelijk als gevolg van de het wegvallen van de impact van de accijnsverhoging voor alcoholische dranken in november 2015.Deze productgroep leverde een positieve bijdrage van 0,2 procentpunt tot de totale inflatie. De inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen nam lichtjes toe en steeg van gemiddeld 2,0 % in het laatste kwartaal 2016 naar 2,1 % in het beschouwde kwartaal. De impact van deze productgroep op de totale inflatie bedroeg 0,2 procentpunt, ondanks een beperkt gewicht in de consumptiekorf (7,9 %). Het prijsstijgingstempo voor niet-energetische industriële goederen bleef in het eerste kwartaal 2017 constant in vergelijking met het voorgaande kwartaal (0,8 %). Deze productgroep droeg 0,2 procentpunt bij tot de totale inflatie. 9

10 De inflatiedaling voor de bewerkte levensmiddelen zorgde voor een daling van de onderliggende inflatie in het eerste kwartaal Deze onderliggende inflatie bedroeg 1,4 % tegenover 1,6 % in het vierde kwartaal Het viermaandelijks voortschrijdende gemiddelde van de gezondheidsindex 4 vermenigvuldigd met 0,98, ook wel de afgevlakte gezondheidsindex genoemd, kwam in maart 2017 uit op 102,67 punten (index 2013=100). In mei 2016 werd de spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen overschreden. Overeenkomstig de maandvooruitzichten van het Federaal Planbureau, zou de volgende overschrijding van de spilindex (momenteel 103,04) door de afgevlakte gezondheidsindex plaatsvinden in mei Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in juni 2017 en de wedden van het overheidspersoneel in juli 2017 met 2 % aangepast worden aan de gestegen levensduurte. Tabel 1. Recent verloop van de inflatie voor het geharmoniseerde indexcijfer der consumptieprijzen (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) I Bijdrage 1 Gewicht I II III IV I jan feb maa Energie -6,0-8,0-0,6-5,0-2,9 0,3 5,2 18,4 18,2 21,3 15,8 1,59 9,0 Bewerkte levensmiddelen 2,1 1,6 3,5 3,8 3,8 3,5 2,7 1,6 1,5 1,7 1,5 0,21 13,5 Niet-bewerkte levensmiddelen a -1,3 2,1 2,6 3,2 2,6 2,4 2,0 2,1 2,6 2,8 0,8 0,17 7,9 Diensten 2,2 2,4 2,2 2,3 2,4 2,4 1,8 1,8 2,1 1,9 1,5 0,78 42,3 Niet-energetische industriële goederen 0,3 0,5 1,0 1,1 1,0 1,2 0,8 0,8 0,6 0,8 0,8 0,20 27,3 p.m. Onderliggende inflatie b 1,6 1,6 2,0 2,2 2,2 2,1 1,6 1,4 1,5 1,5 1,3 1,20 83,0 p.m. Gezondheidsindex c 0,4 1,0 2,1 2,0 2,4 2,2 1,7 2,1 2,2 2,5 1,8 0,0 Totale inflatie 0,5 0,6 1,8 1,5 1,6 1,9 2,0 3,0 3,1 3,3 2,5 2,96 100,0 Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. a Fruit, groenten, vlees en vis. b Gemeten aan de hand van het GICP, zonder niet-bewerkte levensmiddelen en energiedragers. c Nationale consumptieprijsindex, zonder tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel. 1 Bijdrage tot de totale inflatie in het eerste kwartaal 2017 (in procentpunt), 2 p.m. Gewicht in 2016 (in %). 4 De gezondheidsindex wordt berekend op basis van de nationale consumptieprijsindex (NCPI), waarvan de methodologie op verschillende punten verschilt van die van het GICP (in het bijzonder wat betreft het gewichtenschema). 5 Inflatievooruitzichten van het Federaal Planbureau van 4/4/

11 Grafiek 3. Bijdrage tot de totale inflatie 4 (In procentpunt, jaar- en kwartaalgemiddelden) Bewerkte levensmiddelen Diensten Niet-energetische industriële goederen Energie Niet-bewerkte levensmiddelen GICP Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. Focus: Wijziging in het gewichtenschema Om de nieuwste evoluties rond consumptiegewoontes zo goed mogelijk weer te geven wordt het wegingsschema van het GICP in het begin van elk jaar aangepast. In januari 2017 werd het wegingsschema zo gewijzigd op basis van de jongste versie (2015) van de nationale rekeningen (aangepast naargelang de prijzenevolutie in 2016), aangevuld met informatie uit de huishoudbudgetenquête (vooral voor de meest gedetailleerde niveaus). Voorts wordt gebruik gemaakt van zeer gedetailleerde externe enquêtes om de weging van bepaalde specifieke producten (bijvoorbeeld voertuigen en reizen) te bepalen. 6 Tussen 2016 en 2017 werden de gewichten van de vijf grote productgroepen binnen het Belgische GICP als volgt aangepast: de gewichten van de bewerkte levensmiddelen en de niet-bewerkte levensmiddelen stegen lichtjes en bedragen respectievelijk 13,5 % en 7,9 %. De gewichten van de niet-energetische industriële goederen, de energiedragers en de diensten daalden en bedragen respectievelijk 27,3 %, 9,0 % en 42,3 %. Tabel 2. Evolutie van de gewichten in het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen tussen 2016 en 2017 (In % of in procentpunt) Totaal Energie Diensten Bewerkte Niet-bewerkte Niet-energetische levensmiddelen levensmiddelen industriële goederen Gewicht ,0 % 9,2 % 42,4 % 13,1 % 7,7 % 27,6 % Gewicht ,0 % 9,0 % 42,3 % 13,5 % 7,9 % 27,3 % Evolutie van de gewichten -0,2-0,1 +0,4 +0,2-0,3 Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek - Statistics Belgium. 6 De uitkomsten van de nationale consumptieprijsindex en de geharmoniseerde consumptieprijsindex zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd. Zo gebruikt de CPI hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus en, terwijl de referentiepopulatie van de HICP de privé huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (onder andere rusthuizen en instellingen) zijn, is dit voor de CPI momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd. 11

12 De voornaamste aanpassingen binnen de vijf productgroepen kunnen worden samengevat als volgt 7. Bij de energiedragers neemt het belang van elektriciteit toe (+7,1 procentpunt) terwijl de gewichten van gas, vloeibare brandstoffen en motorbrandstoffen dalen (respectievelijk -3,2, -2,3 en -1,5 procentpunt). Wat de diensten betreft stijgen de gewichten van ziekenhuizen (+1,1 procentpunt), van telefoon- en faxtoestellen en diensten (+1,1 procentpunt) en van restaurants en cafés (+0,6 procentpunt). Het belang van onder meer culturele diensten (-1,1 procentpunt), vervoersdiensten (-0,6 procentpunt), van sociale bescherming (-0,6 procentpunt) en van pakketreizen (-0,5 procentpunt) gaat er op achteruit. In de categorie van de bewerkte levensmiddelen zijn de voornaamste wijzigingen de toename van het gewicht van tabak (+0,3 procentpunt) en van andere voedingswaren (+0,2 procentpunt) terwijl de gewichten van mineraalwater, frisdranken en sappen (-0,3 procentpunt), van wijnen (-0,2 procentpunt) en van bier (-0,2 procentpunt) er op achteruit gaan. Bij de niet-bewerkte levensmiddelen wint vis aan belang (+1,2 procentpunt), terwijl groenten een lager gewicht toegewezen krijgen (-1,2 procentpunt). Bij de niet-energetische industriële goederen nemen de gewichten van meubelen en stoffering (+0,3 procentpunt), van geneesmiddelen (+0,3 procentpunt) en van toestellen en artikelen voor lichaamsverzorging toe (+0,3 procentpunt). De gewichten van onder meer nieuwe en tweedehands auto s (-1,1 procentpunt) en van andere kledingartikelen (-0,2 procentpunt) gaan er daarentegen op achteruit. I.2 Totale inflatie in de voornaamste buurlanden Daar waar de gemiddelde totale inflatie van de buurlanden 8 in vierde kwartaal van 2016 nog relatief beperkt bleef (0,8 %), steeg deze inflatie in het eerste kwartaal 2017 tot 1,7 %. In België nam de totale inflatie in dit kwartaal toe tot 3,0 % (tegenover 2,0 % in het vierde kwartaal van 2016). Het niveau van de totale inflatie is voor de drie voornaamste buurlanden afzonderlijk in het eerste kwartaal 2017 sterk toegenomen met een inflatie van 1,9 % in Duitsland (tegenover 1,0 % in het voorgaande kwartaal), 1,5 % in Frankrijk (tegenover 0,7 % in het voorgaande kwartaal) en 1,3 % in Nederland (tegenover 0,5 % in het voorgaande kwartaal). Het inflatieverschil tussen België en de buurlanden was dus ten nadele van België en bedroeg 1,3 procentpunt (1,2 procentpunt in het laatste kwartaal 2016). In het eerste kwartaal 2017 lag de totale inflatie bij ongewijzigde indirecte belastingen eveneens hoger in België (2,5 %) dan gemiddeld in de buurlanden (1,6 %) 9. 7 In deze analyse wordt de evolutie van de gewichten van de goederen en diensten berekend in verhouding tot het gewicht van elke productengroep en niet in verhouding tot de hele consumptiekorf. 8 Het gemiddelde van de buurlanden wordt gewogen met de gewichten van elk land in 2017 die door Eurostat worden gepubliceerd (relatieve aandeel van de private consumptie). 9 Op basis van het GICP tegen constante btw- en accijnstarieven, die door de Algemene Directie Statistiek wordt berekend en door Eurostat wordt gepubliceerd, zou het inflatieverschil dus minder hoog zijn geweest. De totale inflatie in het eerste kwartaal 2017 in België zou namelijk 2,5 % hebben bedragen (in plaats van 3,0 % nu), 1,3 % in Frankrijk (in plaats van 1,5 % nu) en 1,2 % in Nederland (in plaats van 1,3 % nu). In Duitsland zou er geen verschil in inflatie geweest zijn (1,9 %). In Frankrijk laten vooral de energieproducten een verschil in hun inflatie optekenen bij ongewijzigde indirecte belastingen vergeleken met de actuele situatie. In België en Nederland gaat het vooral om energieproducten en bewerkte levensmiddelen. 12

13 Grafiek 4. Kwartaalevolutie van de totale inflatie en van de onderliggende inflatie in België en in de voornaamste buurlanden (Jaarlijks veranderingspercentage) 4,0 3,5 3,5 Totale inflatie Onderliggende inflatie 3,0 3,0 2,5 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1, ,0 1,5 1,0 0,5 0, Belgïe Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurland Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. De onderliggende inflatie van de buurlanden bleef dit kwartaal gemiddeld stabiel tegenover het vierde kwartaal 2016 (0,8 %). Ter herinnering, in België daalde de onderliggende inflatie van 1,6 % in het laatste kwartaal 2016 naar 1,4 % in dit kwartaal. Bijgevolg nam het verschil in onderliggende inflatie met België in het eerste kwartaal 2017 af ten overstaan van het vierde kwartaal 2016 en bedroeg het 0,6 procentpunt ten nadele van ons land (0,8 procentpunt ten nadele van ons land in het laatste kwartaal 2016). De onderliggende inflatie nam af in Duitsland (van 1,2 % naar 1,1 %) maar nam toe in Nederland (van 0,6 % naar 0,7 %). In Frankrijk is deze inflatie echter onveranderd gebleven (0,4 %) 10. Tabel 3. Totale inflatie en zijn productgroepen in België en in de voornaamste buurlanden in het eerste kwartaal 2017 (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) België Gewicht 2017 (in %) Gemiddelde buurlanden België Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden Energie 18,4 7,4 6,1 10,1 5,4 9,0 9,7 Bewerkte levensmiddelen 1,6 1,0 1,9 0,0 0,9 13,5 11,8 Niet-bewerkte levensmiddelen 2,1 4,0 5,0 3,2 3,4 7,9 6,3 Diensten 1,8 1,0 1,0 1,0 0,8 42,3 45,5 Niet-energetische industriële goederen 0,8 0,5 1,2-0,4 0,5 27,3 26,8 Onderliggende inflatie 1,4 0,8 1,1 0,4 0,7 83,0 84,0 GICP 3,0 1,7 1,9 1,5 1,3 100,0 100,0 GICP (bij ongewijzigde indirecte belastingen) 2,5 1,6 1,9 1,3 1,2 100,0 100,0 Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. 10 Bij ongewijzigde indirecte belastingen zou de onderliggende inflatie in België 1,3 % hebben bereikt (in plaats van 1,4 % nu). De onderliggende inflatie van de buurlanden zou ongewijzigd zijn gebleven. De onderliggende inflatie in België bij ongewijzigde indirecte belastingen (1,3 %) presenteerde zich in het eerste kwartaal 2017 hoger dan gemiddeld in de buurlanden (0,8 %). 13

14 In het eerste kwartaal 2017 was het verschil in totale inflatie tussen België en het gemiddelde van de buurlanden voor het achtste kwartaal op rij ten nadele van ons land, namelijk 1,3 procentpunt (1,2 procentpunt in het vierde kwartaal 2016). Met uitzondering van de niet-bewerkte levensmiddelen waar het inflatieverschil (-0,1 procentpunt) ten voordele van ons land was, liet België voor alle andere productgroepen een hogere inflatie optekenen, en ze leverden dus allemaal een negatieve bijdrage tot het inflatieverschil: 0,9 procentpunt voor energie, 0,3 procentpunt voor diensten, 0,1 procentpunt voor bewerkte levensmiddelen en 0,1 procentpunt voor niet-energetische industriële goederen. Grafiek 5. Bijdrage van elke productgroep aan het inflatieverschil tussen België en de voornaamste buurlanden 2,0 (In procentpunt) 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1,0 Energie Niet-bewerkte levensmiddelen Bewerkte levensmiddelen Niet-energetische industriële goederen Diensten Geheel GICP Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. II Inflatie voor energie in het eerste kwartaal 2017 II.1 Inflatie voor energie in België De energiedragers kenden een sterke inflatie in het eerste kwartaal 2017 van gemiddeld 18,4 % (tegenover 5,2 % in het vierde kwartaal 2016). De versnelling van de inflatie wordt vooral verklaard door de sterke prijsstijging op jaarbasis voor brandstoffen voor wegvervoer en vloeibare brandstoffen (huisbrandolie) en de opnieuw positieve inflatie voor gas. Dit kwartaal bedroeg de bijdrage tot de totale inflatie van deze productgroep 1,6 procentpunt op een totale inflatie van 3,0 % (tegenover een bijdrage van 0,5 procentpunt op een inflatie van 2,0 % in het laatste kwartaal 2016). Deze positieve bijdrage is hoofdzakelijk te verklaren door de belangrijke prijsstijging op jaarbasis van aardolieproducten (vloeibare brandstoffen en brandstoffen voor wegvervoer) en, in mindere mate, de stijging van de elektriciteitsprijs. 14

15 Tabel 4. Recent verloop van de consumptieprijzen voor energiedragers (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) I I II III IV I jan feb maa Bijdrage 1 Gewicht 2 Brandstoffen voor wegvervoer -3,7-12,8-5,3-10,3-10,2-5,0 5,0 19,2 18,3 21,3 18,1 6,72 34,1 Vloeibare brandstoffen -7,1-25,7-17,4-30,6-26,0-14,4 5,1 43,8 47,3 50,6 34,5 6,18 13,9 Elektriciteit -9,6 11,9 28,3 29,4 40,6 29,1 16,9 17,0 19,4 21,2 11,1 5,13 33,9 Gas -5,6-5,4-11,8-10,7-14,5-12,2-10,0 2,0-2,0 3,0 5,1 0,39 17,0 Vaste brandstoffen 0,9 0,4-1,3-1,3-1,6-1,5-1,0-0,4-0,5-0,3-0,4 0,00 1,1 Energie -6,0-8,0-0,6-5,0-2,9 0,3 5,2 18,4 18,2 21,3 15,8 18,41 100,0 Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. 1 Bijdrage tot de inflatie van de groep in het eerste kwartaal 2017 (in procentpunt), 2 p.m. Gewicht in 2017 (in %). De evolutie van de olieprijzen op de internationale markten bepaalt grotendeels de consumptieprijzen van huisbrandolie en brandstoffen voor wegvervoer. De prijzen voor elektriciteit en gas werden uitdrukkelijk losgekoppeld van de olieprijs. Aardolieproducten Nadat de koers van de olieprijs in USD een terugval kende van gemiddeld 15,9 % tussen 2015 en 2016, gaat hij al een jaar in stijgende lijn. In het eerste kwartaal 2017 bedroeg hij gemiddeld 54,1 USD/vat, of zijn hoogste peil sinds medio De gemiddelde prijs van een vat Brentolie steeg met gemiddeld 57,5 % in het eerste kwartaal 2017 vergeleken met een jaar voordien. De waardevermindering van de EUR ten opzichte van de USD (-3,4 % in vergelijking met het eerste kwartaal 2016) versterkte bovendien de stijging van de in EUR uitgedrukte olieprijs. Deze laat een toename optekenen van 63,1 % op jaarbasis tot gemiddeld 50,8 EUR/vat in het eerste kwartaal 2017 (zie grafiek 6) 11. De stijging van de olieprijzen in het eerste kwartaal 2017 wordt hoofdzakelijk verklaard door de daling van het wereldwijde olieaanbod. De OPEC-lidstaten en elf landen die geen lid zijn van deze organisatie hebben in dit kwartaal hun productie verminderd als gevolg van hun verbintenis van eind 2016 om de markt opnieuw in evenwicht te brengen (akkoord van zes maanden, verlengbaar). De olieprijs is echter opnieuw gedaald in maart omwille van de hogere productie van schalieolie in de Verenigde Staten, die gestimuleerd werd door de recente stijging van de olieprijs. 11 Insee, Olieprijzen en geïmporteerde grondstoffen. 15

16 Grafiek 6. Maandelijkse consumptieprijzen voor energiedragers 170 (Index 2010=100) Elektriciteit Gas Vloeibare brandstoffen Motorbrandstoffen Totaal energie Brent (euro) Bronnen: Insee 12, EC, FOD Economie, AD Statistiek-Statistics Belgium. Als gevolg van de sterke stijging van de gemiddelde olieprijzen, ondergingen ook brandstoffen voor wegvervoer en vloeibare brandstoffen (huisbrandolie), waarvan de prijzen bijna onmiddellijk reageren op de schommelingen van de olieprijs, in het eerste kwartaal 2017 een prijsstijging op jaarbasis van respectievelijk gemiddeld 19,2 % en 43,8 % gemiddeld (tegenover een inflatie van 5,0 % en 5,1 % in het laatste kwartaal 2016) De evolutie van de oliekoers is gebaseerd op de gegevens gepubliceerd door Insee, "International prices of imported raw materials - Brent crude oil (London) - Prices in euros per barrel". 13 Ter herinnering : accijnzen op brandstoffen (benzine en diesel) werden verschillende keren gewijzigd in Op 1 januari 2017 werden de accijnzen op benzine en diesel opnieuw verhoogd als gevolg van de indexering ervan. Op 14 januari, 14 maart en 23 maart 2017 werden de accijnzen op diesel verhoogd als gevolg van de toepassing van het positieve cliquetsysteem voor een totaalbedrag van 22,32 EUR/1000 liter. Op 14 en 23 maart 2017 zijn de speciale accijnzen voor benzine gedaald (totale daling van 18,14 EUR/1000 liter), als gevolg van de toepassing van het negatieve cliquetsysteem. Zonder de verschillende wijzigingen van de accijnzen zou de prijsstijging van beide producten verschillend geweest zijn. Bij constante belastingvoet zou de inflatie van benzine en diesel in het eerste kwartaal 2017 respectievelijk 14,1 % en 15,8 % bedragen hebben (tegenover 14,2 % en 23,3 % in werkelijkheid). 14 De evolutie van de officiële tarieven (maximumprijs) van de aardolieproducten in EUR is beschikbaar op de website van de FOD Economie : 16

17 Elektriciteit en gas De consumptieprijzen van elektriciteit en gas worden voornamelijk bepaald door de kost van de energiecomponent en de nettarieven (distributie en transmissie). Verschillende belastingen en taksen oefenen eveneens een niet te verwaarlozen invloed uit op de prijsevolutie. 15 Zoals in de vorige rapporten al werd uitgelegd, wordt de verkoopprijs van de energiecomponent door de leveranciers vrij bepaald sinds de elektriciteits- en gasmarkt werd vrijgemaakt. Niettemin dient, in het kader van het vangnetmechanisme, elke indexering van de variabele elektriciteits- en gascontracten voorafgaand bij de CREG (federale regulator) ter controle ingediend te worden. Deze indexeringen werden toegestaan op 1 januari 2017 voor de prijzen van toepassing in het eerste kwartaal Sinds 2008 worden de transmissietarieven van elektriciteit en gas door de CREG goedgekeurd voor een periode van vier jaar 16. Nieuwe tarieven voor de regulatoire periode zijn sinds 1 januari 2016 van kracht. Deze werden werden echter in het eerste kwartaal 2017 voor zowel gas 17 als elektriciteit naar boven bijgesteld. In het kader van de zesde staatshervorming (bijzondere wet van 6 januari 2014) werd de regulering van de distributietarieven voor elektriciteit en gas op 1 juli 2014 overgeheveld naar de gewesten. In het Vlaams Gewest werden nieuwe distributietarieven goedgekeurd door de VREG voor het jaar Deze tarieven stijgen voor elektriciteit omwille van een begrotingstekort dat in 2015 optrad (onder andere veroorzaakt door de invoering van de vennootschapsbelasting in en door de onderschatting van bepaalde exogene kosten door de meeste beheerders zoals de kosten voor gratis kwh, de steuncertificaten en premies voor rationeel energiegerbruik (REG)) en van de verhoging van de begroting voor het beschouwde jaar voor de financiering van de maatregelen ter bevordering van het REG en de steuncertificaten. De nieuwe distributietarieven voor gas gaan ook in stijgende lijn in vergelijking met de gemiddelde tarieven van 2016, maar de stijging is minder uitgesproken dan voor elektriciteit. Deze stijging wordt hoofdzakelijk verklaard door een begrotingstekort dat in 2015 optrad (als gevolg van de invoering van de vennootschapsbelasting) De gewichten van de verschillende componenten verschillen sterk tussen een elektriciteits- en een gasfactuur. Ze kunnen ook sterk verschillen naargelang het type klant (consumptieprofiel en spanningsniveau van de aansluitingen), het distributiegebied, het gewest en de leverancier. 16 Ze mochten niettemin worden geïndexeerd en, in een aantal gevallen, in de loop van de periode worden aangepast (maar steeds na goedkeuring door de CREG). 17 De transmissietarieven voor gas zijn in stijgende lijn sinds 1 januari 2017 onder andere omwille van de indexering ervan. 18 De stijging van de transmissietarieven van elektriciteit tussen 2016 en 2017 wordt verklaard door de actualisatie van enerzijds een aantal tarieven voor de openbare dienstverplichtingen (ODV's),, en van anderzijds een aantal toeslagen. Deze wijzigingen, die door de CREG werden goedgekeurd, zijn onder andere de verhoging van de tarieven ter financiering van de ODV's betreffende de strategische reserve. Het Vlaams Gewest heeft ook een nieuwe toeslag ingevoerd ter compensatie van de taksen op masten en sleuven, die werd beslist door een aantal Vlaamse gemeenten in Zie persbericht van de CREG: 19 De transmissietarieven voor 2017, die door de energieleveranciers worden aangerekend, zijn sinds 1 maart 2017 van kracht. 20 In het kader van de programmawet van 19 december 2014 heeft de federale regering besloten het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting te wijzigen, zodat voortaan ook de intercommunales eraan zijn onderworpen. Deze vennootschapsbelasting voor intercommunales is op 1 januari 2015 van kracht geworden. De meerderheid van de netbeheerders zijn intercommunales. De meeste betrokken netbeheerders hebben dus een aanvraag tot verhoging van hun distributietarieven ingediend om hun marges te behouden. Dit nieuwe "vennootschapsbelasting"-tarief werd in de eerste twee kwartalen van het jaar 2015 goedgekeurd door de verschillende gewestelijke regulatoren. In het Vlaams Gewest werden de distributietarieven op 1 augustus 2015 gewijzigd. Voor de eerste zeven maanden van 2015 was er dus een tekort, dat nu in de boeken is opgenomen. 21 Zie website van de VREG : 17

18 In het Waals Gewest werden de distributietarieven goedgekeurd door de CWaPE voor de regulatoire periode Deze tarieven stijgen voor elektriciteit als gevolg van onder andere de stijging van de kosten voor de ontwikkeling van slimme netwerken en de ontwikkeling van het platform voor gegevensuitwisseling Atrias (overlegplatform tussen de netbeheerders, de leveranciers en de gewestelijke regulatoren) 23. Voor gas blijven de distributietarieven voor 2017 vrij stabiel. In Brussel zijn de nieuwe distributietarieven voor gas en elektriciteit sinds 1 januari 2015 van kracht, en dit voor een periode van vijf jaar (van 2015 tot 2019). Nadat ze op 1 januari 2016 werden geïndexeerd, heeft de regulator BRUGEL deze tarieven voor 2017 naar beneden aangepast als gevolg van een aanpassing van de tariefmethodologieën 24. Ter herinnering : een aanvullende belasting op elektriciteit is sinds maart 2016 van kracht in Vlaanderen om de schuld in verband met het systeem van groenestroomcertificaten te financieren. Deze belasting werd voor een periode van vijf jaar ingevoerd en maakt deel uit van de bijdrage Energiefonds die al in de elektriciteitsfactuur is opgenomen. Op 1 januari 2017 werd deze bijdrage Energiefonds geïndexeerd en bedraagt ze voortaan 103,37 EUR per jaar voor alle Vlaamse verbruikers die maximum 5000 kwh verbruiken. Elektriciteit Het prijsstijgingstempo van elektriciteit op jaarbasis stabiliseerde in het eerste kwartaal 2017 en bedroeg 17,0 % tegenover 16,9 % in het voorgaande kwartaal. Bij constante belastingvoet (zonder verhoging van de energiebijdrage in Vlaanderen, met invloed op de inflatie tot februari 2017) zou de inflatie voor elektriciteit in het eerste kwartaal ,9 % bereikt hebben, ofwel 11,1 procentpunten minder in vergelijking met de reële situatie. Op basis van de indicator "gemiddelde Belgische elektriciteitsfactuur" 25 kan de evolutie van de verschillende componenten van de elektriciteitsprijs worden geëvalueerd, namelijk de energiecomponent, de nettarieven en de taksen en toeslagen. In de totale elektriciteitsfactuur had de energiecomponent in het eerste kwartaal 2017 een aandeel van 30,3 %, de netwerktarieven een aandeel van 45,8 %, de taksen en heffingen 7,7 %, en de btw 16,2 %. In de totale gasfactuur bedroeg het aandeel van deze componenten respectievelijk 52,1 %, 27,7 %, 3,0 % en 17,2 %. De kost van de energiecomponent van de elektriciteitsprijs (inclusief de kosten voor groene energie en voor warmtekrachtkoppeling) liet een inflatie van gemiddeld 21,8 % optekenen (tegenover 13,3 % in het voorgaande kwartaal). De component kostte dus 8,91 cent/kwh in het eerste kwartaal 2017 (of 30,3 % van de totale elektriciteitsprijs voor een type consumptieprofiel). Deze prijsstijging op jaarbasis wordt hoofdzakelijk verklaard door de afschaffing van gratis elektriciteit in Vlaanderen 26 en in mindere mate door de stijging van de kost van de zuivere energiecomponent (stijging van de waarde van de indexeringsparameters van de variabele contracten en de stijging van de vaste tarieven, of gemiddeld +4,6 % vergeleken met een jaar voordien voor de prijs/kwh en de heffing). De groenestroom- en warmte- 22 Merk op dat de tarieven van Gaselwest en PBE van 2016 werden verlengd tot na 1 januari Zie persbericht van de CWaPE van 15/12/ Volgens het persbericht van 02/12/2016 van BRUGEL: "De bepalingen die aan de tariefmethodologieën werden toegevoegd, maken het mogelijk om het ontstaan van regulatoire saldi in de toekomst te beperken en de bestaande saldi te gebruiken om de tarieven te verlagen tijdens de regulatoire periode. Het effect dat vanaf 2017 onmiddellijk merkbaar zal zijn, is het gebruik van een gedeelte van de beschikbare saldi. Deze aanwending heeft een structurele daling van de tarieven tot gevolg" De gebruikte methodologie voor het uitwerken van de indicator van de gemiddelde elektriciteitsfactuur voor de consument wordt uitgelegd in het "Jaarverslag 2011 van het Prijzenobservatorium". 26 Ter herinnering: de toekenning van gratis elektriciteit in het Vlaams Gewest is afgeschaft sinds 1 januari 2016 hoewel een overgangsmaatregel gold tot april Deze afschaffing was dus pas vanaf mei 2016 in het GICP zichtbaar. 18

19 krachtkoppelingsbijdragen, die goed zijn voor ongeveer 23,1 % van de energiecomponent (7,0 % van de totale prijs van elektriciteit) stegen met gemiddeld 2,0 % ten opzichte van een jaar tevoren 27. De nettarieven (inclusief huur van de meter en prosumententarief) bedroegen gemiddeld 13,48 cent/kwh in dit kwartaal. Ze maakten 45,8 % uit van de totale prijs voor elektriciteit. Hun prijsstijgingstempo op jaarbasis ligt zo op 6,0 % dit kwartaal (tegenover 2,8 % in het vorige kwartaal). De transmissietarieven voor elektriciteit (met een gewicht van 7,0 % in de totale prijs) zijn op jaarbasis licht gestegen met gemiddeld 1,1 % dit kwartaal (en 3,8 % in maart jl.), als gevolg van de toepassing van nieuwe tarieven sinds 1 maart 2017 (zie hierboven). De distributietarieven (met een gewicht van 38,0 % in de totale prijs, inclusief prosumententarief) stegen met 7,5 % op jaarbasis (tegenover 3,5 % in het vorige kwartaal), vooral omwille van de invoering van nieuwe distributietarieven in januari 2017 (zie hierboven). Er zijn echter grote verschillen tussen de gewesten. Op jaarbasis zijn deze tarieven in dit kwartaal gestegen met respectievelijk 4,6 % en 9,9 % in het Waals en het Vlaams Gewest, maar gedaald met gemiddeld 3,6 % in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De component taksen en toeslagen (exclusief btw) 28, met een aandeel van 7,7 % in de totale prijs, is in het eerste kwartaal 2017 gemiddeld verdubbeld vergeleken met het jaar voordien, vooral als gevolg van de verhoging van de bijdrage Energiefonds in maart 2016 in het Vlaams Gewest (en de indexering ervan in januari 2017) om de schuld in verband met het systeem van groenestroomcertificaten te financieren. Hieruit blijkt dat de stijging op jaarbasis van de consumptieprijzen voor elektriciteit in het eerste kwartaal 2017 hoofdzakelijk te wijten is aan de afschaffing van de gratis elektriciteit in Vlaanderen, de verhoging van de andere taksen (meer bepaald de bijdrage Energiefonds in Vlaanderen) en, in mindere mate, de toename van de distributietarieven en de kost van de zuivere energiecomponent. In het eerste kwartaal 2017 bedroeg de totale jaarfactuur voor elektriciteit van een doorsnee huishouden (jaarlijks verbruik van kwh aan enkelvoudig tarief) gemiddeld 1030 EUR, een stijging met 134 EUR vergeleken met een jaar voordien. 29 Er doen zich echter grote verschillen voor tussen de verschillende gewesten. In het eerste kwartaal 2017 bedroeg de totale jaarfactuur voor elektriciteit van een doorsneehuishouden gemiddeld 762 EUR in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 928 EUR in het Waals Gewest. Dit is een stijging met respectievelijk 16 EUR et 39 EUR op één jaar. In het Vlaams Gewest is de factuur gestegen met 207 EUR op één jaar en bedroeg ze EUR in dit kwartaal. 30 Tabel 5. Gemiddelde kost op jaarbasis van de totale elektriciteitsfactuur (jaarlijks verbruik van kwh aan enkelvoudig tarief) (in euro, jaarfactuur) T T Variation Flandre Wallonie Bruxelles Belgique De Belgische consument betaalt op zijn elektriciteitsfactuur een bijdrage groene energie (in de drie gewesten) en een bijdrage warmtekrachtkoppeling (alleen in Vlaanderen). Die worden vrij bepaald door de elektriciteitsleveranciers en dienen om de aankoopkosten van verplichte groenestroomcertificaten te recupereren (quota vastgelegd per decreet). Voor meer informatie: FOD Economie, "Eerste kwartaalverslag 2013 van het Prijzenobservatorium". 28 Deze component omvat onder meer de energiebijdrage, de federale bijdrage en de bijdrage Energiefonds. 29 De berekeningsmethode is gebaseerd op de verwervingsbenadering volgens de richtlijnen van Eurostat voor het GICP. Deze benadering houdt rekening met een geschatte aankoopprijs (op jaarbasis) bij het ondertekenen van het contract. Die geschatte prijs is dus gebaseerd op een enkele waarde (de actuele waarde) van verschillende prijscomponenten die de energieleveranciers toepassen, in tegenstelling tot de betalingsbenadering, die rekening houdt met het gemiddelde van de maandprijzen van de laatste 12 maanden gewogen naargelang het maandelijkse consumptieniveau. 30 De resultaten kunnen sterk verschillen naargelang het consumptieprofiel. 19

20 Bronnen: Eigen berekeningen, VREG, CWaPE, BRUGEL, FOD Economie Grafiek 7. Indicator voor een gemiddelde elektriciteitsfactuur en zijn componenten (Consumptieprofiel Dc kwh per jaar, In cent/kwh) Bronnen: Eigen berekeningen, VREG, CWaPE, BRUGEL, FOD Economie Opm. 1: Op de elektriciteitsfactuur dekken de nettarieven de kosten voor het gebruik van de distributie- en transmissienetwerken. Opm. 2: De hoeveelheid gratis elektriciteit die in het Vlaams Gewest wordt toegekend, werd opgenomen in de energiecomponent. 31 Opm. 3: Tussen april 2014 en augustus 2015 is het btw-tarief gedaald van 21% naar 6%. In september 2015 werd het btw-tarief opnieuw verhoogd tot 21 %. Opm. 4: De federale bijdrage en de bijdrage Energiefonds zijn niet aan de btw onderworpen. Gas Energiecomponent Nettarieven Taksen en heffingen Btw (21 %) De consument betaalde voor gas gemiddeld 2,0 % meer dan tijdens dezelfde periode vorig jaar (tegenover een inflatie van -10,0 % in het vorige kwartaal). De indicator "gemiddelde Belgische gasfactuur" toont dat de kost van de energiecomponent van de gasprijs (inclusief transmissiekosten) een stijging op jaarbasis van gemiddeld 7,8 % liet optekenen in het begin van het jaar (tegenover - 12,7 % in het vorige kwartaal). In het eerste kwartaal 2017 kostte deze component 2,85 cent/kwh (of 52,1 % van de totaalfactuur voor gas voor een standaard consumptieprofiel). De stijging van de kost van deze energiecomponent laat zich verklaren door de stijging van de waarde van de indexeringsparameters van de variabele contracten en door de stijging van de vaste tarieven tijdens dit kwartaal. Merk op dat de transmissietarieven voor aardgas, die deel uitmaken 31 De toekenning van gratis elektriciteit in het Vlaams Gewest is afgeschaft sinds 1 januari 2016, hoewel een overgangsmaatregel gold tot april De gratis elektriciteit wordt uiteraard verrekend via de afrekeningsfactuur. De verbruikers, die hun eindfactuur voor 1 mei ontvangen, krijgen de gratis elektriciteit van het huidige jaar pas verrekend het jaar erop. Bijvoorbeeld, op grond van een contract voor de levering van energie afgesloten op 1 april 2014 moet de leverancier gratis elektriciteit leveren voor het hele jaar Deze gratis elektriciteit zal echter pas in de eindfactuur van het jaar daarop worden toegekend, in april 2015 in ons voorbeeld. De maatregel met betrekking tot de afschaffing van gratis elektriciteit is daarom slechts vanaf 1 mei 2016 werkelijk van kracht geworden aangezien alle verbruikers die hun eindfactuur voor 1 mei 2016 hebben ontvangen nog recht hebben gehad op hun gratis elektriciteit voor het jaar Deze afschaffing is dus pas vanaf mei 2016 in het GICP zichtbaar. 20

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Totale inflatie in 2017 FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: I. TOTALE INFLATIE PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in november 1,7% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de Nationale Rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - september 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in september 1,8% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2015 De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex stijgt in november naar 1,4%, ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - augustus 2017 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in augustus 2,0% ten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Deel I. De totale inflatie in 2018 PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

Prijzenobservatorium: Historiek en werking

Prijzenobservatorium: Historiek en werking Prijzenobservatorium: Historiek en werking Seminarie FEVIA - BABM 17 september 2013 Peter Van Herreweghe Agenda 1. Prijzenobservatorium : Historiek en taken 2. Werking : Gegevens, aanpak, procedure, timing

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 1. Consumptieprijsindex Brussel, 27 september 2012 De consumptieprijsindex stijgt in september 2012 met 0,21 punt ten opzichte van vorige maand en bedraagt

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Verloop van de kostprijs. van een zichtrekening tot

Verloop van de kostprijs. van een zichtrekening tot Verloop van de kostprijs van een zichtrekening 01.01.2011 tot 01.01.2016 De studie werd afgesloten op 26 mei 2016. Auteurs zijn: Jean-Paul Theunissen, Mathias Ingelbrecht, Peter Van Herreweghe FOD Economie,

Nadere informatie

Inflatie daalt licht naar 1,5 procent

Inflatie daalt licht naar 1,5 procent Persbericht PB13 077 5 december 2013 9:30 uur Inflatie daalt licht naar 1,5 procent Pakketreizen en voeding verlagen inflatie Benzine verhoogt inflatie Inflatie eurozone stijgt De inflatie is in november

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 4 de kwartaal 2012 + Januari 2013 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 11 januari 2019 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent

Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent Persbericht PB14-001 9 januari 2014 9.30 uur Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent - Prijzen van benzine en kleding verhogen inflatie - Inflatie in 2013 gemiddeld 2,5 procent - Inflatie eurozone

Nadere informatie

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar Persbericht PB15-001 8 januari 2015 9.30 uur CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar Inflatie december daalt naar 0,7 procent Goedkopere autobrandstoffen verlagen inflatie Inflatie eurozone

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,1 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,1 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-034 10 mei 2011 9.30 uur Inflatie stijgt naar 2,1 procent Inflatie stijgt vooral door duurdere benzine Tabak, voedingsmiddelen en koffie ook duurder

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt naar 2,4 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt naar 2,4 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-029 10 mei 2012 9.30 uur Inflatie daalt naar 2,4 procent Inflatie omlaag door voeding en tabak Vakanties duurder Inflatie in Nederland nog steeds hoger

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 Inflatie bedraagt in december 1,50% Consumptieprijsindex van december 2015 o De inflatie daalt in december van 1,52% naar 1,50%. o De gemiddelde inflatie van 2015

Nadere informatie

Laagste inflatie sinds november 2010

Laagste inflatie sinds november 2010 Persbericht PB13-067 7 november 2013 9:30 uur Laagste inflatie sinds november 2010 - Inflatie daalt sterk naar 1,6 procent - Effect btw op inflatie uitgewerkt - Nederlandse inflatie blijft hoger dan in

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-007 11 februari 2010 9.30 uur Inflatie omlaag door gas en elektriciteit Energie ruim 17 procent goedkoper dan een jaar eerder Voeding goedkoper Nederlandse

Nadere informatie

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent Persbericht PB14-046 7 augustus 2014 9.30 uur CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent Inflatie in juli onveranderd laag op 0,9 procent Huren weer fors omhoog Inflatie eurozone gedaald De inflatie in

Nadere informatie

Inflatie daalt naar 2,8 procent

Inflatie daalt naar 2,8 procent Persbericht PB13-057 5 september 2013 9:30 uur Inflatie daalt naar 2,8 procent - Inflatie daalt van 3,1 naar 2,8 procent - Daling door benzine, kleding en buitenlandse vakanties - Inflatie eurozone gedaald

Nadere informatie

Inflatie zakt naar 0,8 procent

Inflatie zakt naar 0,8 procent Persbericht PB14-022 10 april 2014 9.30 uur Inflatie zakt naar 0,8 procent Laagste inflatie in bijna vier jaar tijd Tabak en identiteitsbewijzen drukken inflatie Kleding goedkoper De inflatie is in maart

Nadere informatie

CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties

CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties Persbericht PB14-029 8 mei 2014 9.30 uur CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties Inflatie stijgt van 0,8 procent naar 1,2 procent Inflatie omhoog na drie maanden daling Verschil met eurozone

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 14 juni 2018 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk

Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk Persbericht PB14-008 13 februari 2014 9.30 uur Inflatie daalt Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk De inflatie is in januari 2014 gedaald

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016 01/2007 05/2007 09/2007 01/2008 05/2008 09/2008 01/2009 05/2009 09/2009 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in december licht gestegen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in december licht gestegen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-001 10 januari 2013 9.30 uur Inflatie in december licht gestegen Inflatie in december 2,9 procent Prijzen van voedingsmiddelen verhogen inflatie Inflatie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-062 6 oktober 2011 9.30 uur Inflatie stijgt naar 2,7 procent Inflatie hoger door duurdere kleding en benzine Telefoon- en internetdiensten drukken de

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-001 6 januari 2011 9.30 uur Inflatie gestegen naar 1,9 procent Duurdere autobrandstoffen verhogen inflatie Inflatie in 2010 gemiddeld 1,3 procent Inflatie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

Persbericht. Dure benzine verhoogt inflatie. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Dure benzine verhoogt inflatie. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-026 8 april 2010 9.30 uur Dure benzine verhoogt inflatie Inflatie in maart omhoog door prijsstijging benzine Groenteprijzen stijgen door strenge winter

Nadere informatie

Verloop van de kostprijs van een zichtrekening tot

Verloop van de kostprijs van een zichtrekening tot Verloop van de kostprijs van een zichtrekening 01.01.2011 tot 0.1.01.2015 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Het verloop van de kostprijs van een zichtrekening tussen 2011 en 2015... 2 2.1. Methode... 2 2.2.

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de Nationale Rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent Persbericht PB14 054 4 september 2014 9.30 uur CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent Prijsontwikkeling vliegtickets en kleding verhoogt inflatie Weinig impact boycot Rusland op prijzen voor consument

Nadere informatie

Technische toelichting

Technische toelichting Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-080 7 april 2000 10.30 uur Inflatie ook in maart stabiel De inflatie is in maart 2000 uitgekomen op 1,9 procent. Dat is ongeveer even hoog als in de

Nadere informatie

CBS: inflatie stijgt licht

CBS: inflatie stijgt licht Persbericht PB14-042 10 juli 2014 9.30 uur CBS: inflatie stijgt licht Inflatie in juni 0,9 procent Kleding, vakanties en vliegtickets verhogen inflatie Verschil met eurozone kleiner De inflatie in juni

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie iets lager. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie iets lager. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-016 4 maart 2010 9.30 uur Inflatie iets lager Kleding en brandstoffen drukken inflatie Beltarieven hoger Nederlandse inflatie blijft duidelijk onder

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 3 de kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel elk

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Studie (BRUGEL-STUDIE-20171208-25) Betreffende de OBERVATORIUM VAN DE PRIJZEN PROFESSIONELE KLANTEN 2009-2016-Executive summary Opgesteld

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM INLEIDING Zoals bepaald in de wet van 8 maart

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie lager in december

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie lager in december Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-001 5 januari 2012 9.30 uur Inflatie lager in december Inflatie in december omlaag naar 2,4 procent Benzineprijzen en beltarieven verlagen inflatie Inflatie

Nadere informatie

CBS: Inflatie weer onder de 1 procent

CBS: Inflatie weer onder de 1 procent Persbericht PB14-059 9 oktober 2014 9.30 uur CBS: Inflatie weer onder de 1 procent Inflatie in september 0,9 procent Vliegtickets verlagen inflatie Inflatie in Nederland iets lager dan in de eurozone De

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex juni

Persbericht. Consumentenprijsindex juni Persbericht PB99-176 9 juli 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex juni De consumentenprijzen zijn tussen mei en juni met 0,4 procent gedaald. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Vergeleken met vorig jaar

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september 2,0 procent. Inflatie afgelopen halfjaar vrijwel stabiel

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september 2,0 procent. Inflatie afgelopen halfjaar vrijwel stabiel Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-195 30 oktober 2003 9.30 uur Inflatie in september 2,0 procent De inflatie in Nederland is in september 2003 uitgekomen op 2,0 procent. Dat is een lichte

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1 ste kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, is het Brugel die sinds

Nadere informatie

CBS: inflatie blijft laag

CBS: inflatie blijft laag Persbericht PB14 039 10 juni 2014 9.30 uur CBS: inflatie blijft laag Inflatie in mei 0,8 procent Vakanties en voedingsmiddelen goedkoper Autobrandstoffen duurder De inflatie in mei was 0,8 procent. Na

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: II. ONDERLIGGENDE INFLATIE: EEN AANHOUDEND VERSCHIL TEN NADELE VAN BELGIË

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds 1987

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds 1987 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-052 6 augustus 2009 9.30 uur Laagste inflatie sinds 1987 Inflatie duikt naar 0,2 procent Prijsdaling gas verlaagt inflatie met 1,0 procentpunt Huurstijging

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie loopt in april licht op. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie loopt in april licht op. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-107 12 mei 2000 10.30 uur Inflatie loopt in april licht op De inflatie is in april 2000 iets hoger uitgekomen dan in het eerste kwartaal dit jaar. Ten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-064 7 oktober 2010 9.30 uur Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent Inflatie iets omhoog door prijsontwikkeling benzine Nederlandse inflatie blijft lager

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie opnieuw hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie opnieuw hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-078 3 december 2009 9.30 uur Inflatie opnieuw hoger Benzineprijs verhoogt inflatie in november Inflatie in Nederland en eurozone nu vrijwel gelijk De

Nadere informatie

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt December 0 Het doel van dit document bestaat erin de evolutie van de prijs van de elektriciteit verkocht aan de beschermde klanten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie weer onder 3 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie weer onder 3 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-072 6 november 2008 9.30 uur Inflatie weer onder 3 procent Inflatie lager door sterkste daling benzineprijs in dertig jaar Ook inflatie eurozone flink

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt, huurstijging historisch laag. Daling gasprijs sterkste in jaren

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt, huurstijging historisch laag. Daling gasprijs sterkste in jaren Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-056 9 augustus 2007 9.30 uur Inflatie daalt, huurstijging historisch laag De inflatie is in juli 2007 gedaald naar 1,5 procent. Dat is 0,2 procentpunt

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie hoger door duurdere kleding. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Zomercollectie kleren duurder

Persbericht. Inflatie hoger door duurdere kleding. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Zomercollectie kleren duurder Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-027 5 april 2007 9.30 uur Inflatie hoger door duurdere kleding De inflatie is in maart 2007 uitgekomen op 1,8 procent. Dat is 0,3 procentpunt hoger dan

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999 Persbericht PB99-085 9 april 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex maart 1999 In maart was de consumentenprijsindex 0,9 procent hoger dan in februari. De stijging is vooral een gevolg van de stijging van

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie