ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM"

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

2 Voorwoord Met de publicatie in augustus van het tweede kwartaalverslag 2010 gaat het INR, zoals voorzien in het bestek dat de modaliteiten bepaalt van de wijze waarop de aan het INR geassocieerde instellingen de hun toevertrouwde taken zullen uitvoeren, nader in op de prijsontwikkelingen die de voorbije maanden werden waargenomen. Zoals voorzien in de wet van 8 maart 2009, tot wijziging van de wet van 21 december 1994, is het de FOD Economie die de taak van prijsobservatie en analyse voor rekening van het INR uitvoert. In het eerste deel van het verslag wordt de inflatie in België geanalyseerd, met een opsplitsing over de vijf grote productgroepen. Daarbij wordt aandacht besteed aan het prijsstijgingstempo en de bijdrage tot de inflatie van elk van deze productgroepen. In een tweede deel wordt het verloop van de consumptieprijzen in België vergeleken met dat in de buurlanden. Nadat eerder was gebleken dat de prijzen in België voor de productgroep niet-energetische industriële goederen de laatste vijf jaar sterker waren toegenomen dan in de buurlanden wordt in dit verslag een eerste onderzoek gewijd aan de mogelijke verklaringen. De Raad van Bestuur van het INR heeft dit verslag goedgekeurd op 26 juli 2010 en het Wetenschappelijk Comité voor prijsobservatie en -analyse verleende op 28 juli 2010 een gunstig advies. 2

3 Inhoudstafel Voorwoord...2 Inhoudstafel...3 Samenvatting...4 I. Belgische inflatie tijdens het tweede kwartaal I.1. Algemeen... 6 I.2. Energie I.3. Niet-bewerkte levensmiddelen I.4. Bewerkte levensmiddelen I.5. Diensten I.6. Niet-energetische industriële goederen II. Vergelijking van de inflatie in België en in de buurlanden II.1. Inflatie tijdens het tweede kwartaal II.2. Eerste bevindingen van het onderzoek naar de oorzaken van de in vergelijking met de buurlanden snellere prijsstijging in België voor een aantal niet-energetische industriële goederen Lijst van afkortingen Bijlagen Bijlage 1A Bijlage 1B

4 Samenvatting 1. In het tweede kwartaal van 2010 kwam de inflatie (gemeten aan de hand van de HICP), na een periode van matige en zelfs negatieve cijfers, uit op gemiddeld 2,4%. In de loop van de beschouwde periode is het prijsstijgingstempo versneld van 2,0% in april tot 2,7% in juni. 2. Een klein deel van de inflatieversnelling tijdens de eerste jaarhelft kan worden toegeschreven aan de aanpassing van het gewichtenschema die begin 2010 plaats vond. De gewichten van de gevolgde getuigen zijn sindsdien niet langer gebaseerd op het huishoudbudgetonderzoek maar op de nationale rekeningen. Het aandeel van een aantal getuigen wijzigde daardoor sterk: zo wonnen brandstoffen en huisbrandolie fors aan belang terwijl gas en elektriciteit aan gewicht hebben ingeboet. Gecombineerd met de hogere prijzen voor brandstoffen en huisbrandolie resulteerde het gewijzigde gewichtenschema in een opwaartse impact op de inflatie van 0,2 procentpunt in het tweede kwartaal van Naast met duurdere vloeibare brandstoffen werd de consument in het tweede kwartaal van 2010 ook geconfronteerd met een hogere elektriciteitsfactuur. Enkel voor gas werd in het tweede kwartaal gemiddeld minder betaald dan in het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar (hoewel de gasprijs in juni 2010 die van juni 2009 overtrof). Daardoor kwam de prijstoename voor energiedragers uit op gemiddeld 12%, wat ruim de helft van de totale inflatie verklaart. 4. Niet-bewerkte levensmiddelen, en dan vooral groenten en fruit, werden duurder (gemiddeld + 2,8%) door de uitzonderlijke weersomstandigheden, met een zeer koude meimaand en een lange droogteperiode in juni Voor bewerkte levensmiddelen en diensten bleef de inflatie stabiel (respectievelijk 0,7 en 1,3 % in het tweede kwartaal van 2010). Het prijsstijgingstempo voor niet-energetische industriële goederen vertraagde tot 0,8%, maar lag wel 0,6 procentpunt hoger dan in de buurlanden. 6. Daarmee kwam er in het tweede kwartaal van 2010 een einde aan de daling van de onderliggende inflatie. In april was die gekrompen tot 0,9%, in mei en juni klom zej opnieuw hoger dan 1%. In de buurlanden zette de vertraging van de onderliggende inflatie zich wel door. Ook wat betreft de totale inflatie werd het positieve écart opnieuw groter, wat vooral het gevolg is van het verschil in prijsstijgingstempo bij de energiedragers. Het is immers zo dat de inflatie in België traditioneel gevoeliger is voor schommelingen in de noteringen van ruwe aardolie, gezien het grotere gewicht van energiedragers in de HICP. Deze gevoeligheid wordt nog versterkt door de meer uitgesproken reactie in België, ten opzichte van de buurlanden, van de energieprijzen op een aardolieschok omwille van het relatief beperkte niveau van accijnzen en verwante belastingen in ons land. 7. In het vorige kwartaalverslag werd gewezen op de tijdens de voorbije vijf jaren snellere prijsstijgingen in België dan in de buurlanden voor de heterogene productgroep niet-energetische industriële goederen. Acht onderliggende categorieën lagen hieraan ten grondslag: niet-duurzame huishoudartikelen, kleding en schoeisel, drukwerk en schrijfwaren, speelgoed- en hobbyartikelen, boeken, juwelen, toestellen en artikelen voor lichaamsverzorging en tenslotte water. Bij een meer gedetailleerde vergelijking met de buurlanden stootte het INR op een aantal moeilijkheden. In een groot aantal gevallen waren geen details beschikbaar voor de onderliggende categorieën (noch omtrent de samenstelling, het toebedeelde gewicht of het verloop van de onderliggende indexen). Toch wijzen de eerste resultaten van het onderzoek in de richting van methodologische (zoals een verschillende samenstelling) of eenmalige factoren (zoals de verpakkingsheffing bij aluminiumfolie) als verklarende elementen voor een deel van de uiteenlopende prijsevoluties. Maar die factoren volstaan niet om alle prijsverschillen te verklaren, wat er lijkt op te wijzen dat er ook meer fundamentele redenen meespelen. Maar wegens het gebrek aan meer gedetailleerde informatie kon daar niet dieper op worden ingegaan. Het in de praktijk omzetten door de nationale instituten voor de statistiek van de voorstellen van een HICP- Eurostatwerkgroep (onder meer inzake het gebruik van de nationale rekeningen voor het bepalen van de gewichten, richtlijnen om bepaalde indices te berekenen en meer gedetailleerde publicatie van de HICP) zou hieraan op termijn kunnen verhelpen. 4

5 Wel kon nog worden vastgesteld dat waar er bij de acht onderzochte categorieën ook diensten gevolgd worden als getuige (zoals diensten voor lichaamsverzorging of wassen en stomen van kledij) net daar de prijsverhogingen sinds 2005 het grootst zijn geweest. 5

6 I. Belgische inflatie tijdens het tweede kwartaal I.1. Algemeen Na een periode van matige (en daarvoor zelfs negatieve) inflatiecijfers is de inflatie in het tweede kwartaal 2010 vrij sterk aangetrokken. De stijging van het gemiddelde consumptieprijspeil, die zich sedert het begin van dit jaar manifesteerde, heeft zich immers doorgezet: de HICP-index (2005 = 100) liep in het tweede kwartaal 2010 op tot gemiddeld 111,8 punten, ten opzichte van 109,1 punten een jaar eerder. De opwaartse druk op de prijzen wordt vooral veroorzaakt door de prijzen van energiedragers, die in juni 2010 net geen 15 % hoger lagen dan in oktober 2009, toen ze na een periode van inkrimping aan een geleidelijke remonte begonnen. Ook niet-bewerkte levensmiddelen, vooral groenten en fruit, werden duurder. Nadat ze in de tweede helft van 2009 gemiddeld vrijwel op hetzelfde niveau waren gebleven, namen de prijzen van de goederen en diensten die de basis vormen voor de berekening van de onderliggende inflatie (dus zonder energiedragers en niet-bewerkte levensmiddelen, beide gekenmerkt door een grote prijsvolatiliteit) geleidelijk toe tijdens de eerste helft van dit jaar. Grafiek 1A: Recente evolutie van de HICP, de onderliggende inflatie en de prijzen voor energiedragers (Indexcijfers 2005 = 100) Bron: EC, FOD Economie, ADSEI HICP (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) 1 De gemiddelde inflatie voor een kwartaal wordt berekend als de procentuele variatie van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van het betrokken kwartaal t.o.v. het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar. 2 Omwille van de vergelijkbaarheid met de evoluties in andere Europese landen gebeurt de analyse op grond van de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP). Waar nodig wordt voor de Belgische cijfers nog verder in detail getreden op basis van de gegevens afkomstig van de nationale consumptieprijsindex. 6

7 Grafiek 1B: Recente evolutie van de HICP, de onderliggende inflatie en de prijzen voor energiedragers Inflatie (in %) Bron: EC, FOD Economie, ADSEI HICP (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) De gemiddelde inflatie voor het tweede kwartaal 2010 kwam uit op 2,4 % en is in de loop van de beschouwde periode gaandeweg versneld. Met een inflatiecijfer van 2,7 % in juni bevond de inflatie zich op het hoogste peil sinds december Daarbij moet wel een kanttekening worden geplaatst. Zoals gesteld in het eerste kwartaalverslag 2010 werd het gewichtenschema van de voor de HICP gevolgde producten en diensten in 2010 ingrijpend gewijzigd 3. De gewichten worden niet langer bepaald door de huishoudbudgetenquête maar worden nu afgeleid uit de nationale rekeningen. Op productgroepniveau bleven de wijzigingen eerder beperkt, maar voor een aantal onderliggende producten en diensten zorgt dat soms voor een forse verschuiving van het gewicht. Zo verdubbelde het gewicht van tabak, terwijl dat van bijvoorbeeld gas en elektriciteit kromp van respectievelijk 3,0 en 3,1 procent naar 1,7 en 2,7 procent. Het gewicht van huisbrandolie en van motorbrandstoffen is dan weer toegenomen met respectievelijk 0,6 en 1,5 procentpunt. Het belang van dergelijke verschuivingen in de gewichten heeft uiteraard gevolgen voor de berekening van het indexcijfer en bijgevolg eveneens voor de inflatiecijfers. Een voorbeeld kan dat verduidelijken. Stel, een product wordt over een periode van een jaar 10 % duurder. Als dat product een gewicht heeft van 10 promille dan leidt de prijsstijging tot een bijdrage aan de inflatie van 0,1 procentpunt. Met een gehalveerd gewicht van 5 promille, en steeds met een prijsstijging van 10 %, zou ook de bijdrage aan de inflatie worden gehalveerd en nog slechts 0,05 procentpunt bedragen. Bij wijze van oefening berekende de FOD Economie het inflatiecijfer ook zonder de aanpassingen aan het gewichtenschema. Op basis van de oude gewichten zou het inflatiecijfer voor het eerste en het tweede kwartaal van ,1 en 2,2 % hebben bedragen, respectievelijk 0,1 en 0,2 procentpunt lager dan het inflatiecijfer dat berekend werd op basis van de nieuwe gewichten. Vermits er aan motorbrandstoffen en huisbrandolie een groter gewicht werd toegekend en beide producten gedurende het afgelopen jaar een sterke prijsstijging kenden, verklaren zij bijna 80% van het verschil tussen de inflatie berekend volgens het oude en het nieuwe gewichtenschema. 3 Naast de aanpassing van het globale gewichtenschema kan ook de verandering in het toewijzen van de gewichten van seizoensproducten een, weliswaar kleine, impact hebben op de inflatiecijfers. 7

8 Tabel 1: Impact van de voornaamste verschuivingen in de gewichtenschema s 2009 en 2010 voor de berekening van de HICP Bijdrage tot de inflatie in het 1ste kwartaal van 2010 Met oude Met nieuwe gewichten gewichten Verschil Bijdrage tot de inflatie in het 2de kwartaal van 2010 Met oude Met nieuwe gewichten gewichten Verschil HICP 1,1 1,2 0,1 2,2 2,4 0,2 Bewerkte levensmiddelen 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 Tabak 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 Niet-bewerkte levensmiddelen 0,0 0,1 0,1 0,2 0,2 0,0 Energie 0,0 0,1 0,1 1,1 1,3 0,2 Gas -0,7-0,7 0,0-0,2-0,2 0,0 Elektriciteit -0,1-0,1 0,0 0,2 0,2 0,0 Motorbrandstoffen 0,6 0,6 0,0 0,7 0,8 0,1 Huisbrandolie 0,3 0,3 0,1 0,4 0,5 0,1 Diensten 0,5 0,5 0,0 0,5 0,5 0,0 Werkelijke woninghuur 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 Niet-energetische industriële goederen 0,5 0,4-0,1 0,3 0,3 0,0 Gegevensverwerkende apparatuur 0,0-0,1 0,0 0,0-0,1 0,0 Aankoop nieuwe auto's 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bron: FOD Economie Het verloop van de prijzen tussen het tweede kwartaal van 2009 en dat van 2010 voor de vijf grote productgroepen die samen de HICP vormen wordt hieronder kort toegelicht: De prijzen van bewerkte levensmiddelen stegen met 0,7 % ten opzichte van het tweede kwartaal van vorig jaar en er deed zich een lichte versnelling voor gedurende mei en juni. Hun bijdrage tot de inflatie bleef wel beperkt tot 0,1 procentpunt. Voor niet-bewerkte levensmiddelen betaalde de consument bijna 3 % meer; in juni kostten groenten en fruit bijna 4 % meer dan een jaar voordien. Ondanks hun relatief beperkt gewicht (nog geen tiende van het totale gewicht) leverden ze een bijdrage van 0,2 procentpunt tot de globale inflatie. Energiedragers werden fors duurder. De prijzen lagen in juni zelfs bijna 14% hoger dan een jaar eerder. Met een gemiddelde prijsstijging van 12,0 % in het tweede kwartaal had deze productgroep een impact op de inflatie van 1,3 procentpunt, hetzij ruim de helft van het totaal. Hoewel de diensteninflatie in het tweede kwartaal van 2010 gematigd bleef, leverde deze groep, door zijn grote gewicht (diensten maken 38 % uit van de globale korf van gevolgde producten), toch de tweede grootste bijdrage tot de inflatie (0,5 procentpunt). Bij de heterogene groep niet-energetische industriële goederen zakte de inflatie tot gemiddeld 0,8 % in het tweede kwartaal van 2010, het laagste peil sinds het derde kwartaal van

9 Tabel 2: Geharmoniseerde consumptieprijsindex voor België (Veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) Totaal Energiedragers Diensten Bewerkte levensmiddelen Nietbewerkte levensmiddelen a Nietenergetische industriële goederen p.m. Onderliggende inflatie b p.m. Gezondsheidsindex c ,8 0,2 1,9 4,7 3,0 0,9 1,9 1, ,5 19,8 2,3 7,8 2,8 1,3 2,7 4, ,0-14,0 2,6 1,7 0,4 1,4 2,0 0, I 1,6-5,8 3,0 3,2 4,0 1,2 2,3 2,6 II -0,2-17,5 3,1 1,9 0,7 1,7 2,4 0,7 III -1,2-20,0 2,5 1,0-2,0 1,5 1,9-0,5 IV -0,2-11,6 1,9 0,6-1,1 1,4 1,5-0, I 1,2 0,6 1,4 0,5 1,6 1,1 1,1 0,3 II 2,4 12,0 1,3 0,7 2,8 0,8 1,1 1, Apr 2,0 9,8 1,2 0,5 2,4 0,8 0,9 1,1 Mei 2,5 12,5 1,5 0,8 2,0 1,0 1,2 1,6 Jun 2,7 13,7 1,3 0,8 3,9 0,8 1,0 2,0 Gewichten 2010 (in %) 100,0 11,2 37,9 13,1 7,8 30,0 81,0 92,5 Bron: EC, FOD Economie, ADSEI a Fruit, groenten, vlees en vis. b Gemeten aan de hand van de HICP, ongerekend de niet-bewerkte levensmiddelen en energiedragers. c Nationale consumptieprijsindex, ongerekend tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel. De inflatieversnelling is dus vooral op rekening te schrijven van de energiedragers, maar alle productgroepen leverden het voorbije kwartaal een positieve bijdrage tot de inflatie. Terwijl de prijsstijgingen op het niveau van de productgroepen andere dan energie en niet-bewerkte levensmiddelen in het eerste kwartaal 2010 nog vertraagden, was dat niet langer het geval in het tweede kwartaal. Nadat ze in april 2010 voor het eerst in tien jaar onder 1 procent was gedoken, veerde de onderliggende inflatie in mei enigszins op. In het tweede kwartaal kwam de onderliggende inflatie, net als in het voorgaande trimester, uit op gemiddeld 1,1 %, In juni 2010 bedroeg de gezondheidsindex (die geen rekening houdt met het prijsverloop van alcoholische dranken, brandstoffen en tabak) 112,74 punten (index 2004=100). Het viermaandelijks voortschrijdend gemiddelde kwam daarmee uit op 112,48 punten. De spilindex (de drempelwaarde waaraan de aanpassingen van de sociale uitkeringen en de ambtenarenwedden zijn gekoppeld) ligt op 112,72 punten en werd derhalve niet overschreden. Mocht de huidige stijgende tendens van de gezondheidsindex zich doorzetten, dan zou de spilindex vermoedelijk in augustus of september worden overschreden. 9

10 Grafiek 2: Bijdrage tot de inflatie (In procentpunten, kwartaalgemiddelden) K K K K K K K K K K K K K K Bewerkte levensmiddelen Energie Niet-energetische industriële goederen Bron: EC, FOD Economie, ADSEI Niet-bewerkte levensmiddelen Diensten HICP I.2. Energie Terwijl de gemiddelde jaar-op-jaar prijsstijging van energiedragers in het eerste kwartaal 2010 nog beperkt was gebleven tot 0,6 %, namen de prijzen in het tweede kwartaal fors toe ten opzichte van het overeenstemmende kwartaal in 2009: de gemiddelde prijsverhoging kwam uit op 12,0 %. In juni lagen de prijzen zelfs 13,7 % hoger dan een jaar ervoor. Tabel 3: Recente evolutie van de prijzen voor energiedragers (Veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) p.m Gewicht II III IV I II Apr Mei Jun in 2010 Brandstoffen voor wegvervoer 1,1 10,8-15,7-21,8-18,4-0,9 16,4 17,7 20,4 19,7 13,1 44,9 Huisbrandolie 0,3 32,0-34,9-43,9-39,8-14,6 26,6 36,0 40,6 41,2 27,1 15,5 Vaste brandstoffen 1,8 3,9 4,7 5,8 4,9 1,6 1,0 0,4 0,5 0,2 0,5 0,6 Elektriciteit 4,4 16,5-3,8-5,9-8,8-9,2-4,6 7,4 4,3 8,2 9,7 23,9 Gas -6,8 36,5-9,5-3,5-22,3-28,4-24,3-6,6-15,2-10,6 9,1 15,1 Geheel van de energiedragers 0,2 19,8-14,0-17,5-20,0-11,6 0,6 12,0 9,8 12,5 13,7 100,0 Bron: EC, FOD Economie, ADSEI Veranderingen in de internationale olieprijzen bepalen, zoals geweten, voor een groot deel de variaties in de consumptieprijzen van energie. In het geval van de gas en elektriciteitsprijzen gebeurt deze transmissie met vertraging, terwijl ze vrijwel onmiddellijk plaatsvindt voor de prijzen van huisbrandolie en brandstoffen. In het tweede kwartaal 2010 werd gemiddeld 78,8 dollar per vat ruwe Brent-olie betaald, een stijging met 34 % ten opzichte van het tweede kwartaal Omwille van de recente depreciatie van de euro ten opzichte van de dollar is de prijsstijging in euro nog meer uitgesproken: omgerekend naar euro is de prijs van Brent-olie in het tweede kwartaal met maar liefst 44 % gestegen. 10

11 Voornamelijk de prijzen van huisbrandolie en motorbrandstoffen namen in het tweede kwartaal sterk toe, met respectievelijk 36,0 % en 17,7 %. Naar het einde van de beschouwde periode is het prijsstijgingstempo wel enigszins vertraagd. Grafiek 3: Belgische consumptieprijzen voor energiedragers (Indexcijfers 2005 = 100) jan/05 apr/05 jul/05 okt/05 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 Bron: EC, FOD Economie, ADSEI Elektriciteit Aardgas Huisbrandolie Motorbrandstoffen Brent-olie (Euro) In het tweede kwartaal betaalde de consument 7,4 % meer voor elektriciteit (tegen nog een daling met 4,6 % in het eerste kwartaal). Zoals in voorgaande rapporten gesteld, is de Nc parameter een goede vooruitlopende indicator voor de evolutie van de consumptieprijzen van elektriciteit. Verschillende energieleveranciers maken immers gebruik van deze parameter voor de berekening van hun tarieven. De parameter houdt rekening met de prijsevolutie van aardolie, aardgas en steenkool op de wereldmarkt en met de capaciteitsbezettingsgraad van de Belgische kerncentrales Ondanks de recente stijging van de prijs voor Brentolie, is de waarde van de Nc 4 parameter die gebruikt wordt voor de berekening van de consumptieprijzen in de maanden juli en augustus gedaald. Het lijkt er dus op dat ook de elektriciteitsprijzen de komende twee maanden licht zullen afnemen, maar toch 5 à 10% hoger zullen blijven dan in de overeenstemmende periode van De Nc parameter wordt berekend door de CREG en wordt gebruikt door de energieleveranciers om hun tarieven aan te passen. Deze grootheid houdt rekening met de prijsevolutie van steenkool, aardolie en aardgas op de wereldmarkt en met de capaciteitsbezettingsgraadvan de Belgische kerncentrales (ten opzichte van de gemiddelde benutting in de periode ). 11

12 Grafiek 4A: Elektriciteitsprijzen en determinanten van de energiecomponent (Indexcijfers januari 2008 = 100) jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 Consumptieprijzen elektriciteit (linkerschaal) Parameter Nc (a) (rechterschaal) Brent olieprijs (Euro) (a) (rechterschaal) Bron: FOD Economie, ADSEI (a) De parameter Nc werd met twee maanden vertraagd, de Brent olieprijs met vier maanden, zodat de waarden overeenstemmen met het ogenblik van de verrekening in de consumptieprijsindex voor elektriciteit. In het tweede kwartaal 2010 bevonden de prijzen voor aardgas zich (als enige onder de energiedragers) nog onder het niveau van een jaar ervoor: de consument betaalde gemiddeld 6,6 % minder. Als gevolg van de scherpe daling van de aardgasprijs in juni 2009 was de inflatie in juni 2010 opnieuw positief. Deze tendens lijkt zich de volgende maanden te zullen voortzetten. Het gewogen gemiddelde van de parameters HUB en GOL 5, een goede indicator voor het verloop van de consumentenprijs voor aardgas, is in de maanden mei en juni met respectievelijk 14 % en 18 % toegenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. Aangezien het verloop van deze indicator met twee maanden vertraging tot uiting komt in de consumentenprijs voor aardgas, zal deze laatste in juli en augustus naar alle waarschijnlijkheid verder stijgen. 5 Voor de aardgasprijzen gebeurt de berekening van de energiecomponent sinds begin 2007 meestal op basis van twee parameters: de HUB index, die het prijsverloop van de forward aardgascontracten te Zeebrugge weerspiegelt, en de GOL-603 index, die voor ieder trimester overeenstemt met het gemiddelde van de stookolieprijs tijdens de daaraan voorafgaande zes maanden en een belangrijke indexeringsparameter is voor de bevoorradingscontracten op lange termijn voor gas 12

13 Grafiek 4B: Aardgasprijzen en determinanten van de energiecomponent (Indexcijfers januari 2008 = 100) jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 Consumptieprijzen gas (linkerschaal) gewogen HUB-GOL (0,25HUB+0,0468GOL) (linkerschaal) GOL603 (b) (linkerschaal) HUB (b) (rechterschaal) Bron: FOD Economie, ADSEI (b) De HUB, GOL en gewogen HUB-GOL werden met twee maanden vertraagd, zodat de waarden overeenstemmen met het ogenblik van de verrekening in de consumptieprijsindex voor aardgas. I.3. Niet-bewerkte levensmiddelen De prijzen voor niet-bewerkte levensmiddelen zijn tussen het tweede kwartaal 2009 en 2010 met gemiddeld 2,8 % toegenomen Terwijl de prijsstijging voor vlees veeleer beperkt bleef (+0,8 %), namen de prijzen voor vis, fruit en vooral groenten veel sterker toe. De consument betaalde voor deze producten respectievelijk 3,0 %, 2,6 % en 7,7 % meer dan tijdens de overeenstemmende periode in het voorgaande jaar. Tabel 4: Recente evolutie van de consumptieprijzen voor niet-bewerkte levensmiddelen (Veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) p.m Gewicht II III IV I II Apr Mei Jun in 2010 Vlees 2,7 3,3 2,5 2,9 2,1 1,3 0,7 0,8 0,7 0,7 1,0 55,5 Waarvan Rundsvlees 4,0 2,0 2,2 2,7 1,6 1,5 1,1 0,9 1,0 1,0 1,1 5,5 Varkensvlees 2,4 1,0 0,9 1,6 1,0-1,1-0,1 0,0 0,2-0,8 0,4 2,7 Gevogelte 3,2 6,3 1,9 1,0 1,5 1,6-1,0-0,9-1,1-1,4 0,9 4,6 Vleeswaren 2,5 3,3 2,9 3,5 2,6 1,6 1,0 1,1 1,1 1,3 1,3 30,6 Vis 8,0 4,6-3,2-5,1-4,4-1,2 0,1 3,0 3,5 2,5 3,2 12,3 Fruit 2,4 6,8-4,1-2,9-10,5-4,7-4,0 2,6-4,2 3,1 8,9 14,1 Groenten 1,4-2,7-0,2 0,9-6,0-5,9 8,3 7,7 10,3 4,0 8,7 18,1 Geheel van nietbewerkte levensmiddelen 3,0 2,8 0,4 0,7-2,0-1,1 1,6 2,8 2,4 2,0 3,9 100,0 Bron: EC, FOD Economie, ADSEI Zowel rundvlees (+0,9 %) als vleeswaren (+1,1 %) werden in het tweede kwartaal iets duurder. De prijs voor varkensvlees daarentegen bleef stabiel, terwijl gevogelte goedkoper werd (-0,9 %). Voornamelijk verse vis werd in het tweede kwartaal 2010 duurder (+5,2 %). Zo nam de prijs voor tong met 15,4 % toe ten opzichte van het overeenstemmende kwartaal 2009, toen de prijzen wel uitzonderlijk laag waren. Ook voor zalm diende meer te worden betaald, namelijk 8,5 %. 13

14 Het koude weer in mei en de droogteperiode in juni verklaren uiteraard een groot deel van de prijsbewegingen voor verse groenten en fruit. Zo lagen de gemiddelde prijzen voor fruit in juni zelfs 8,9 % hoger dan een jaar ervoor. De prijsstijging voor fruit tussen het tweede kwartaal 2009 en 2010 is voornamelijk te wijten aan enkele typische seizoensproducten. Zo namen de prijzen van perziken (+37,3 %), kersen (+26,3 %), aardbeien (+26,2 %), meloenen (+24,8 %) en abrikozen (+23,8 %) fors toe. Net als in het eerste kwartaal van 2010, lagen de prijzen voor groenten in het tweede kwartaal opnieuw een flink stuk hoger dan tijdens de overeenstemmende periode in Voor kropsla (+56,6 %), ui (+25,7 %), asperges (+19,0 %), paprika s (+18,4 %), witloof (+17,6 %), broccoli (+13,4 %) en aardappelen (12,3 %) betaalde de consument veel meer dan vorig jaar. I.4. Bewerkte levensmiddelen Theoretisch gezien zou een zekere positieve correlatie kunnen verwacht worden tussen de bewegingen van de internationale noteringen voor voedingsgrondstoffen (uitgedrukt in euro) en de evolutie in de consumptieprijzen voor bewerkte levensmiddelen. In het eerste jaarverslag van het INR over de analyse van de prijzen werd echter vastgesteld dat er sprake is van asymmetrisch gedrag tussen beide prijsevoluties. De consumentenprijs past zich namelijk sneller en sterker aan in een periode van prijshausse dan in een periode van prijsbaisse van de grondstoffen. In het afgelopen kwartaal zijn de internationale prijzen voor voedingsgrondstoffen, uitgedrukt in euro, fors de hoogte ingegaan. In juni lagen ze 6,9 % hoger dan een jaar ervoor en nog maar 4,5 % onder hun piek- van juni De prijsstijging van de afgelopen maanden is bijna volledig toe te schrijven aan de verzwakking van de euro ten opzichte van de dollar. Een verdere depreciatie van de Europese eenheidsmunt had zich, op termijn en via duurdere prijzen voor in euro uitgedrukte voedingsgrondstoffen, kunnen vertalen in hogere consumentenprijzen voor bewerkte levensmiddelen. In dat opzicht is het in de maand juli opgetreden herstel van de euro goed nieuws. Er zij aangestipt dat voor een aantal grondstoffen zoals cacao, koffie en suiker ook de noteringen in dollar de hoogte ingingen. Eind 2007, begin 2008 hadden de prijsstijgingen van andere grondstoffen (zoals granen, rijst, ) voor bewerkte levensmiddelen aanleiding gegeven tot forse verhogingen van de consumptieprijzen voor die voedingsproducten. 14

15 Grafiek 5: Prijzen in de voedingskolom (indexcijfers 2005=100) jan/05 apr/05 jul/05 okt/05 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 Bron: IWH, FOD Economie, ADSEI Internationale noteringen voedingsgrondstoffen in euro Consumptieprijs bewerkte levensmiddelen De consumentenprijzen voor bewerkte levensmiddelen lagen in het tweede kwartaal ,7 % hoger dan in de overeenstemmende periode van Net als in het eerste kwartaal 2010 werden de subcategorieën brood en granen (-0,6 %) en andere voedingsmiddelen (-2,1 %) goedkoper. Bij deze laatste categorie daalde vooral de prijs voor mayonaise (-6,2 %). Naast de prijsstijging voor tabakswaren (+3,5 %) valt voornamelijk de scherpe prijsverhoging voor suiker, jam, honing en chocolade op (+3,8 %). Binnen deze subcategorie namen de prijzen voor melkchocolade, pure chocolade, roomijs en toffees toe met respectievelijk 12,4 %, 8,9 %, 4,1 % en 4,0 %. De prijsstijging bij de belangrijkste chocoladeproducenten is mogelijk een gevolg van de sterk gestegen cacaoprijzen op de internationale markt, die tussen januari 2009 en juni 2010, uitgedrukt in euro, met meer dan 30 % toenamen. Tabel 5: Evolutie van de consumptieprijzen voor bewerkte levensmiddelen (Veranderingspercentages ten opzichte van het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) p.m Gewicht II III IV I II Apr Mei Jun in 2010 Brood en granen 5,8 10,3 1,6 2,3 0,9-0,3-0,7-0,6-0,7-0,4-0,7 24,2 Zuivelproducten 5,0 13,3 0,1-0,7 0,0 0,7 1,2 0,6 0,7 0,8 0,4 15,1 Halfvolle melk 12,4 17,5-0,8-8,3 3,8 9,8 1,7-1,5-2,1-1,7-0,7 1,3 Volle melk 9,9 14,9-0,6-6,5 4,2 8,0 0,4-2,5-2,9-2,8-1,9 0,6 Eieren 12,5 17,6 1,0-1,0-0,3 8,1 22,4 17,8 22,0 19,9 11,4 0,7 Oliën en vetten 3,3 13,8 1,1 1,9-1,4-2,3 0,1-0,3-0,4-0,8 0,3 2,7 Boter 6,4 9,6-3,8-5,0-2,8 0,3 7,2 11,0 9,6 9,5 13,8 0,7 Suiker, jam, honing, chocolade 2,8 4,6 3,1 4,5 2,1 1,1 0,0 3,8 2,8 4,0 4,4 8,9 Andere voedingsmiddelen 5,8 8,3 1,6 2,4-0,3-1,4-2,2-2,1-2,4-2,1-1,9 4,9 Alcoholvrije dranken 3,8 3,7 0,8 0,7 0,0-0,2-0,3 0,3 0,1 0,0 0,7 11,0 Alcoholhoudende dranken 1,0 3,5 3,2 3,3 3,1 2,8 1,8 0,2 0,7 0,0 0,0 15,3 Tabak 10,3 3,7 2,5 2,4 2,2 2,8 3,8 3,5 2,8 3,9 3,8 17,9 Totaal van de bewerkte levensmiddelen 4,7 7,7 1,7 1,9 1,0 0,6 0,5 0,7 0,5 0,8 0,8 100,0 Bron: EC, FOD Economie, ADSEI De prijzen voor oliën en vetten kwamen gemiddeld iets lager uit dan in het tweede kwartaal Binnen deze categorie is de consumentenprijs voor boter nochtans met 11,0% gestegen. In juni werd zelfs 14,0 % 15

16 meer betaald dan een jaar ervoor. Deze prijsverhoging is meer dan waarschijnlijk het gevolg van de sterk gestegen groothandelsprijzen voor boter op de wereldmarkt. In minder dan een jaar tijd zijn de noteringen verdubbeld. De prijzen voor zuivelproducten zijn in het tweede kwartaal met 0,6 % gestegen ten opzichte van de overeenstemmende periode in Binnen deze categorie lagen de consumentenprijzen voor scharreleieren in juni 11 % hoger dan een jaar geleden, maar de afgelopen maanden gingen de prijzen wel opnieuw naar beneden (in maart 2010 lagen de prijzen nog 23 % hoger dan een jaar ervoor). De tijdelijk grote vraag vanuit Duitsland naar Belgische scharreleieren, waarover in het eerste kwartaalverslag 2010 sprake, lijkt over haar hoogtepunt heen. Voor halfvolle melk en volle melk daarentegen werd in het tweede kwartaal 2010 een prijsdaling opgetekend van respectievelijk 1,5 % en 2,5 %. Voor halfvolle melk bleven de prijzen van de premiers prix, vergeleken met een jaar voordien, nochtans relatief stabiel. Ze bevonden zich, net als de afzetprijzen van de melkindustrie, zelfs iets onder het niveau van de zomer van 2008, terwijl de melkprijs voor de melkveehouder wel even hoog lag. De prijs aan de melkveehouder heeft zich de afgelopen maanden trouwens hersteld: in mei 2010 werd gemiddeld 0,30 euro per liter uitbetaald, wat in lijn ligt met de gemiddelde prijs van de afgelopen vijf jaar. Grafiek 6: Consumptieprijs voor halfvolle melk, afzetprijzen van de melkindustrie en melkprijs voor de melkveehouder (per liter, in eurocent ) dec/06 mrt/07 jun/07 sep/07 dec/07 mrt/08 jun/08 sep/08 dec/08 Mar/0 jun/09 sep/09 dec/09 mrt/10 jun/10 Producentenprijs Afzetprijs melkindustrie* Premier prix Bron: FOD Economie, ADSEI * Tot en met oktober 2008 zijn de cijfers m.b.t. de afzetprijzen van de melkindustrie afkomstig van een eenmalige enquête die de FOD Economie toen hield bij de zuivelindustrie; de geraamde waarden voor de daaropvolgende periode (in stippellijn) zijn gebaseerd op de resultaten van de maandelijkse enquête van de ADSEI over de afzetprijzen bij de ondernemingen uit de verwerkende nijverheid. 16

17 I.5. Diensten Het prijsstijgingstempo voor diensten bedroeg in het tweede kwartaal 2010 gemiddeld 1,3 %, ongeveer evenveel als in het voorgaande kwartaal (1,4 %). Aan de daling van de diensteninflatie, die sinds begin 2009 aan de gang was, kwam daarmee een eind. Met uitzondering van de prijzen voor vervoerdiensten bleef de inflatie voor alle grote categorieën van diensten in het tweede kwartaal 2010 nagenoeg stabiel. De inflatie voor vervoerdiensten kwam in het tweede kwartaal 2010 uit op gemiddeld 2,8 %, een lichte toename dus ten opzichte van het voorgaande kwartaal (+2,5 %). De sterke prijsstijgingen van het vervoer per vliegtuig (+7,2 % tegenover +5,2 % in het vorige kwartaal) en over de weg (+3,4 % tegenover +2,4 % in het eerste kwartaal) en de prijsverhogingen bij andere diensten voor privévoertuigen (+2,9 % tegenover +2 % in het eerste kwartaal) liggen aan de basis van die versnelling. Bij die laatste categorie van diensten zijn de tarieven voor de technische controle begin mei met 13,5 % gestegen, de eerste aanpassing sinds De prijzen van autoverzekeringen zijn bijna niet veranderd tussen het tweede kwartaal van 2009 en 2010 (-0,3 %), terwijl ze in het begin van het jaar nog met 1,5 % waren gedaald. Verschillende verzekeringsmaatschappijen hebben in juni immers hun premies voor de autoverzekering "burgerlijke aansprakelijkheid" opgetrokken. De beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen, Assuralia, rechtvaardigt die beslissing door te wijzen op de toename van het aantal ongevallen, de steeds duurdere reparaties en een vermindering van hun financiële reserves, die zwaar te lijden hadden onder de financiële crisis. Zo zijn de premies tussen mei en juni 2010 toegenomen met 2,1 %. Grafiek 7: Recente evolutie van de consumptieprijzen voor diensten , , , , Index 2005 = 100 (linkerschaal) Inflatie (in %) (rechterschaal) Bron: EC, FOD Economie, ADSEI 0 Net zoals in het vorige kwartaal stegen de prijzen van reizen met 1,7% tussen het tweede kwartaal 2009 en De prijsstijging voor huisvestingsdiensten bedroeg gemiddeld 1,1%, eveneens een stabilisering ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Dat is de resultante van een vertraging van de stijging van de woninghuur (+1,1% tegenover +1,4% in het eerste kwartaal), veruit de belangrijkste categorie binnen deze categorie van diensten, enerzijds, en een ietwat minder gunstige prijsevolutie van de andere diensten voor woningen, anderzijds. Hoewel de consument in het tweede kwartaal 2010 minder betaalde voor verzekeringspremies voor 17

18 woningen dan een jaar voordien (de premies lagen gemiddeld 2,6 % lager), was die daling beperkter dan die van het vorige kwartaal (-3,2 %), omdat sommige verzekeringsmaatschappijen de prijzen van hun brandverzekeringspremies hebben herbekeken. Het aandeel van de premie dat het risico natuurrampen dekt, bleek volgens Assuralia onvoldoende te zijn om het hoofd te bieden aan de schadegevallen als gevolg van de herhaaldelijke overstromingen en andere uitzonderlijke klimatologische omstandigheden die België onlangs getroffen hebben. De prijsstijgingen voor diensten van onderhoud en herstellingen van de woning en voor huisvuilophaling zijn versneld: de consument betaalde gemiddeld respectievelijk 1,7 % en 3,4 % meer dan in de overeenstemmende periode in Wat vrije tijd en lichaamsverzorging betreft, zijn de prijzen ook gemiddeld in dezelfde verhoudingen gestegen als in het begin van het jaar. Alleen de prijzen voor culturele diensten stegen gevoelig sneller, namelijk +3,7 % tegenover +2,8 % in het eerste kwartaal van De prijzen van festivals stegen in juni, de traditionele openingsmaand voor dit soort evenementen, immers met 2,3 %..Ook de toegangsprijzen voor pretparken zijn sinds april de hoogte ingegaan (+2,2 % ten opzichte van het begin van het jaar). Wat de prijzen in restaurants en cafés betreft, heeft de BTW-verlaging van 21 % naar 12 %, die sinds 1 januari 2010 van kracht is, slechts een beperkte impact gehad op de rekening van verbruikte maaltijden. Zo toont de analyse van de individuele prijsopnames dat het aantal prijswijzigingen tussen december 2009 en juni 2010 in het merendeel van de restaurants relatief beperkt bleef: 78,6 % van de opgenomen prijzen onderging geen enkele wijziging. In 16 % van de gevallen was er een prijsstijging (tegenover 18,2 % tijdens dezelfde periode een jaar eerder). Daarnaast lag het aantal prijsdalingen iets hoger dan dat in overeenstemmende periode een jaar eerder (5,3 % tegenover 2,4 %). Gemiddeld betaalde de consument 2,2 % meer voor zijn restaurantrekening dan in het tweede kwartaal Tabel 6: Prijswijzigingen in restaurants tussen december 2009 en juni 2010 Aantal Prijsdalingen Gemiddelde omvang (in euro) Aantal Prijsstijgingen Gemiddelde omvang (in euro) Geen prijswijziging Aantal Gemiddelde prijswijziging Aantal Gemiddelde omvang (in euro) Daglunch 5-1,9 23 0, ,1 Pepersteak 15-1,9 36 1, ,1 Salade Niçoise 5 --1,0 36 1, ,2 Gebakken tong of forel 17-1,0 30 2, ,2 Chinese dagschotel 6-3,2 15 1, ,1 Pizza 6-0,6 23 0, % prijswijziging tussen december 2009 en juni , ,6 100 % prijswijziging tussen december 2008 en juni ,4 18,2 79,4 100 Bron: FOD Economie, ADSEI De prijzen van communicatiediensten zijn op jaarbasis sterk gedaald, namelijk met 3,4 %. Dat inflatiecijfer is relatief stabiel ten opzichte van het eerste kwartaal van 2010 (-3,3 %). Niettemin zijn de gemiddelde tarieven voor mobiele telefoongesprekken in juni licht gestegen ten opzichte van de vorige maand, omwille van nieuwe tariefstructuren bij twee van de drie grootste operatoren in België. De prijzen van de overige diensten zijn gemiddeld met 1 % gestegen in het tweede kwartaal. Dat inflatiecijfer is stabiel ten opzichte van het eerste kwartaal (1,1 %). Medische en paramedische diensten tekenden sinds het begin van het jaar een negatieve kwartaalinflatie van -1,4 % op. De prijzen van ziekenhuisdiensten bleven dalen, met 3,2% ten opzichte van het tweede kwartaal van Dat is te verklaren door het afschaffen van de kamersupplementen voor tweepersoonskamers sinds 1 januari 2010, waardoor een ziekenhuisopname in dat soort kamer een kwart goedkoper geworden is. 18

19 Tabel 7: Recente evolutie van de consumptieprijzen voor diensten (Veranderingspercentages ten opzichte van het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) p.m. Gewichten II III IV I II in 2010 Reizen 4,4 2,1 1,4 1,7 1,7 11,7 Huisvestingsdiensten 2,5 2,1 1,8 1,1 1,1 20,0 Huur 2,1 2,1 1,7 1,4 1,1 13,1 Huisvuilophaling 2,4 3,1 3,1 3,1 3,4 0,9 Onderhoud en herstellingen 2,8 2,5 1,4 1,2 1,7 0,9 Verzekeringen 5,7-0,1-0,1-3,2-2,6 1,8 Vrijetijdsbesteding en lichaamsverzorging 3,7 3,5 2,8 2,4 2,5 30,1 Droogkuis, herstelling en verhuur van kleding 4,5 4,3 3,5 2,9 2,4 0,2 Sport 2,4 1,8 1,6 1,7 1,5 2,6 Cultuur 4,0 4,2 4,1 2,8 3,7 5,1 Restaurants en cafés 3,8 3,4 2,7 2,4 2,2 17,6 Kapsalons en schoonheidsinstituten 2,7 2,7 2,1 2,5 2,7 3,3 Vervoer 3,5 3,2 2,6 2,5 2,8 15,2 Onderhoud en herstellingen 5,6 5,5 4,9 4,4 4,0 7,3 Overige vervoersdiensten 1,3 1,9 2,4 2,0 2,9 1,7 Treinvervoer 5,6 5,6 5,6 1,9 0,2 1,3 Wegvervoer 0,8 0,7 0,7 2,4 3,4 1,1 Luchtvervoer 16,0 5,1-0,2 5,2 7,2 0,9 Verzekeringen i.v.m. vervoer -1,3-1,1-2,1-1,5-0,3 2,4 Communicatie 0,3 0,5-2,1-3,3-3,4 8,7 Postdiensten 9,3 9,3 9,3 0,0 0,0 0,3 Telefoon en telefaxdiensten en - uitrusting -0,1 0,1-2,6-3,4-3,6 8,4 Overige 3,0 2,1 1,8 1,1 1,0 15,8 Medische en paramedische diensten 3,6 1,4 1,4-1,4-1,4 2,6 Sociale bescherming 2,9 3,0 3,0 1,5 1,9 4,8 Ziekenhuisdiensten 2,8 2,7 2,7-2,0-3,2 1,8 Zorgverzekeringen 6,4 6,3 6,3 3,5 3,6 1,0 Andere diensten niet anders vermeld 2,3 0,2 0,0-0,9-0,8 2,4 Geheel van de diensten 3,1 2,5 1,9 1,4 1,3 100,0 Bron: EC, FOD Economie, ADSEI I.6. Niet-energetische industriële goederen In het tweede kwartaal 2010 bleef de inflatie van niet-energetische industriële goederen vertragen en kwam ze uit op 0,8 %, tegen 1,1 % in het eerste kwartaal van 2010 en 1,4 % in het laatste kwartaal van Net als in het vorige kwartaal zijn de producten waarvan de prijzen het meest zijn gedaald de dragers voor het opnemen van beeld en geluid, audio- en videoapparatuur en gegevensverwerkende apparaten. Deze nieuwe prijsdaling, die ten opzichte van het tweede kwartaal 2009 gemiddeld ongeveer 7 % bedroeg, deed zich voor ondanks de nieuwe Auvibel-vergoedingen die op 1 februari van kracht gingen voor alle opslagmedia. De vergoeding lijkt op dit moment geen significant effect te hebben op de consumptieprijzen en alles wijst erop dat ze geen trendbreuk zal veroorzaken in de dalende prijzen van de producten in kwestie. Zoals werd uitgelegd in het vorige verslag over het eerste kwartaal 2010, is het aandeel van de Auvibel-bijdrage in de uiteindelijke prijs voor het gros van de producten, die overigens voortdurend onderworpen zijn aan belangrijke prijsdalingen, beperkt. Daarnaast werden er op jaarbasis ook prijsdalingen genoteerd voor foto- en filmapparatuur en optische instrumenten (-6,7 %) en voor geneesmiddelen (-1,5 %). Voor die laatste deden er zich sinds 1 mei 2009 drie soorten prijsdalingen voor: een eenmalige daling van gemiddeld 1,95% voor alle terugbetaalbare geneesmiddelen, een daling van 2,5 % voor geneesmiddelen die meer dan twee jaar in het referentieterugbetalingssysteem zitten en een forse prijsdaling voor geneesmiddelen waarvan het octrooi verlopen is. Voor sommige andere producten zijn de prijzen tussen het tweede kwartaal 2009 en 2010 zo goed als ongewijzigd gebleven. Het gaat om gereedschap voor huis en tuin (0,2%), andere medische producten, therapeutische producten en apparaten (-0,1 %), nieuwe wagens (0,3%), onderdelen en accessoires (0,1 %). Ook kleding kende dit kwartaal een relatieve prijsstabiliteit (+ 0,3%, tegen +2,2 % in het eerste kwartaal). 19

20 Daarentegen zijn er meerdere producten die tussen het tweede kwartaal van 2009 en 2010 duurder zijn geworden. Die prijsstijgingen waren in het algemeen wel minder groot dan tijdens het vorige kwartaal. De grootste prijsverhogingen hadden betrekking op sieraden, klokken en horloges (+9,1 %) omwille van de voortdurende stijging van de goudkoers. Drukwerk, schrijfwaren en tekenartikelen zagen hun prijs met bijna 9% stijgen, terwijl boeken, kranten en tijdschriften ongeveer 3 % duurder werden door de scherpe stijging van de prijzen voor papierpulp. Voor vaat- en glaswerk en huishoudartikelen, bloemen en planten, motorfietsen, fietsen en door dieren getrokken voertuigen lagen de gehanteerde prijzen in het tweede kwartaal van 2010 ongeveer 3% hoger dan een jaar eerder. De prijs voor waterverbruik bleef ook stijgen, maar iets minder dan in de vorige kwartalen Zo betaalde de consument 2,5 % meer dan een jaar voordien, ten opzichte van 3,3 % meer in het eerste kwartaal van 2010 en 5,5 % in het laatste kwartaal van Voor meubelen en stoffering, producten voor onderhoud en reparatie van de woning, huishoudtextiel en huishoudapparaten stegen de prijzen gemiddeld ongeveer 2 %. De prijs van schoeisel, tenslotte, ging met 1,4 % naar boven (ten opzichte van 2,4 % in het eerste kwartaal). 20

21 Tabel 8: Recente evolutie van de consumptieprijzen voor de voornaamste categorieën niet-energetische industriële goederen (Veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) p.m Gewicht II III IV I II Apr Mei Jun in 2010 Kleding 0,1 0,7 0,3 1,0 0,0 0,8 2,2 0,3 0,4 0,3 0,2 16,8 Schoeisel 1,3 2,3 2,0 2,4 2,4 1,6 2,4 1,4 1,4 1,3 1,3 4,1 Producten voor onderhoud en reparatie van de woning 4,1 3,8 4,3 4,5 4,5 3,7 3,3 2,1 2,7 1,9 1,8 3,6 Meubelen en stoffering 1,2 1,9 2,1 2,2 2,1 2,0 2,1 2,0 2,0 2,0 2,0 7,2 Huishoudtextiel 2,1 1,7 2,1 2,4 2,4 2,0 3,4 1,8 1,6 1,8 1,8 2,2 Huishoudapparaten -0,9-0,4 0,6 0,7 0,3 1,2 0,9 1,0 1,4 1,1 0,6 3,6 Vaat- en glaswerk en huishoudartikelen 2,5 3,6 3,2 3,0 3,0 3,2 3,4 3,4 3,5 3,4 3,2 2,1 Gereedschap voor huis en tuin 0,2 2,3 1,8 1,8 1,6 1,4 1,0 0,2 0,4 0,0 0,1 2,0 Niet-duurzame huishoudar- 5,4 5,5 4,1 4,7 4,4 3,5 2,3 1,2 0,9 1,5 1,2 3,8 tikelen Waterverbruik 5,4 7,3 5,1 5,1 5,1 5,5 3,3 2,5 2,4 2,5 2,5 2,4 Geneesmiddelen -0,8-0,4-1,2-0,6-2,0-2,1-2,3-1,5-2,1-1,1-1,1 4,3 Andere medische producten, therapeutische apparaten en toestellen 1,5 0,9 0,4 0,1 0,5 0,6 0,2-0,1-0,1-0,2-0,1 2,2 Nieuwe auto s 0,8 0,6 0,5 0,6 0,5 0,3 0,0 0,3-0,3 0,7 0,7 13,6 Motorfietsen, fietsen en door dieren getrokken voertuigen 0,1-0,2 2,1 2,1 2,4 2,8 2,9 2,8 3,0 2,7 2,6 1,5 Delen en toebehoren 1,4 2,7 3,0 3,5 3,1 1,1 0,5 0,1 0,2 0,1 0,0 1,6 Audio- en videoapparatuur -19,5-13,9-11,4-11,5-11,9-8,8-8,2-8,8-9,4-8,7-8,3 1,7 Foto- en filmapparatuur -12,3-12,6-8,9-9,7-8,9-4,8-5,1-6,7-6,2-6,7-7,2 0,7 Gegevensverwerking apparatuur -13,8-14,0-11,6-12,8-11,0-8,8-8,6-9,0-9,2-9,3-8,5 2,1 Dragers opname beeld en geluid -3,5-4,5-5,1-4,8-5,8-2,2-1,8-3,2-2,9-3,7-3,0 1,5 Speelgoed en hobbyartikelen 1,7 1,0 0,7 0,6 1,2 0,8 1,0 0,9 0,9 1,5 0,3 2,7 Tuinbouw 3,9 1,4 1,4 3,4 1,5-0,1 2,5 3,3 2,2 5,7 1,8 2,6 Producten en diensten voor huisdieren 2,3 3,8 6,3 7,6 8,3 4,8 4,3 1,4 2,1 1,1 1,0 2,8 Boeken 2,0 2,1 1,7 1,4 1,6 3,1 3,9 3,2 3,1 4,5 2,1 2,3 Kranten en tijdschriften 3,3 3,5 3,3 3,5 3,6 3,1 3,7 3,1 3,1 3,1 3,0 2,6 Drukwerk, schrijfwaren en tekenartikelen Toestellen, artikelen en producten voor lichaamsverzorging Sieraden, klokken en horloges Totaal niet-energetische industriële goederen Bronnen: EC, FOD Economie, ADSEI 2,7 4,1 4,8 4,3 4,6 5,6 7,2 8,8 8,7 9,0 8,8 1,4 2,2 3,3 4,5 5,1 4,8 3,7 3,0 1,2 1,7 1,1 0,6 4,6 7,9 8,5 8,4 7,5 8,6 8,2 8,4 9,1 8,9 8,9 9,5 1,0 0,9 1,3 1,4 1,7 1,5 1,4 1,1 0,8 0,8 1,0 0,8 100,0 21

22 II. Vergelijking van de inflatie in België en in de buurlanden II.1. Inflatie tijdens het tweede kwartaal 2010 Hoewel kan worden vermeld dat de inflatie in België in de eerste twee kwartalen licht opwaarts werd beïnvloed door methodologische veranderingen (met 0,2 procentpunt in het tweede kwartaal), werd de Belgische consument hoe dan ook geconfronteerd met hogere prijsstijgingen dan in elk van de drie buurlanden. Tijdens het tweede kwartaal van 2010 bedroeg de inflatie in België gemiddeld 2,4 %, tegenover gemiddeld 1,3 % in onze buurlanden. Dat is een versnelling ten opzichte van het vorige kwartaal, toen de inflatie in België 1,2 % haalde en 1,0 % bij onze buren. Tussen de drie buurlanden bestaan er vrij grote verschillen. Zo is het prijsstijgingstempo ten opzichte van het vorige kwartaal versneld in Frankrijk (1,8 % tegenover 1,5 % in het vorige kwartaal) en in Duitsland (1,0 % tegenover 0,8 % in het vorige kwartaal), maar minder snel dan in België. In Nederland daarentegen vertraagde de inflatie tot 0,4 %, tegenover 0,5 % in het vorige kwartaal. Grafiek 8A: Driemaandelijkse evolutie van de inflatie sinds 2007 (veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar) K1-07 K2-07 K3-07 K4-07 K1-08 K2-08 K3-08 K4-08 K1-09 K2-09 K3-09 K4-09 K1-10 K2-10 België Frankrijk Duitsland Nederland Gemiddelde drie buurlanden Bronnen: EC, FOD Economie De onderliggende inflatie in België was eveneens hoger dan het gemiddelde van de buurlanden (1,1 % tegenover 0,7 %) en het verschil ten opzichte van dat gemiddelde nam met 0,2 procentpunt toe in vergelijking met het vorige kwartaal. Over het algemeen vertraagde de onderliggende inflatie in elk land behalve in België, waar ze stabiel bleef: 1,0 % in Nederland (tegenover 1,2 % in het eerste kwartaal), 0,9 % in Frankrijk (tegenover 1,0 % in het eerste kwartaal) en 0,5 % in Duitsland (tegenover 0,8 % in het eerste kwartaal). 22

23 Grafiek 8B: Driemaandelijkse evolutie van de onderliggende inflatie sinds (veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar) 2,5 2 1,5 1 0,5 0 K1-07 K2-07 K3-07 K4-07 K1-08 K2-08 K3-08 K4-08 K1-09 K2-09 K3-09 K4-09 K1-10 K2-10 Bronnen: EC, FOD Economie België Frankrijk Duitsland Nederland Gemiddelde drie buurlanden Terwijl dit sinds het eerste kwartaal van 2009 niet meer het geval was geweest, stegen de consumptieprijzen voor energie in België sneller dan gemiddeld in de buurlanden tussen het tweede kwartaal 2009 en 2010 (12,0 % tegenover 6,1 %). Daardoor leverden de energiedragers opnieuw een belangrijke positieve bijdrage (0,7 procentpunt) aan het inflatieverschil tussen België en zijn buurlanden. Dat positieve inflatieverschil tussen België en zijn buren wordt voornamelijk veroorzaakt door elektriciteit en huisbrandolie: voor elektriciteit bedroeg de inflatie in het tweede kwartaal 7,4 % in België tegenover gemiddeld 1,5 % in de buurlanden, en voor vloeibare brandstoffen ging het om 36,0 % in België tegenover gemiddeld 30,4 % bij onze buren. Op te merken valt dat tussen de buurlanden de energieprijzen bijzonder uiteenlopend evolueerden: in Frankrijk stegen de prijzen met 11,6 %, in Duitsland met 4,2 % en in Nederland zakten ze met -3,9 %. De sterke stijging van de energieprijzen in Frankrijk in het tweede kwartaal van 2010 is het resultaat van een verhoging van de gastarieven op 1 april 2010, een doorberekening van de stijging van de gemiddelde leveringskosten van de historische operator GDF Suez, die zijn tarieven sinds april 2009 niet meer gewijzigd had 6. De tarieven werden op 1 juli 2010 opnieuw verhoogd om dezelfde redenen 7. De formule voor het doorrekenen van de evolutie van de leveringskosten van GDF Suez in de tarieven is momenteel het onderwerp van een audit door de Franse commissie voor de regulering van de energie. De weerslag op het inflatieverloop van schommelingen in de noteringen van ruwe aardolie is in België traditioneel groter dan in de eurozone en in de buurlanden. Bijgevolg zorgt het duurder worden van aardolieproducten, zoals in 2008, voor een ongunstige evolutie van het inflatieverschil met de buurlanden, terwijl een prijsverlaging van die producten, zoals in 2009, er voor zorgt t dat het inflatieverschil tussen België en de buurlanden krimpt. Een eerste verklarende factor voor die grotere gevoeligheid voor de prijsbewegingen van aardolie is dat Belgische gezinnen een ruimer aandeel van hun budget besteden aan energie, hetgeen resul- 6 Volgens de Franse commissie voor de regulering van de energie heeft deze tariefverhoging de jaarlijkse factuur van een gemiddelde klant die zich met aardgas verwarmt (B1 Eurostat D3) met 9,4 % doen stijgen (exclusief btw en inclusief distributiekosten). 7 Daardoor ontstond opnieuw volgens de Franse commissie voor de regulering van de energie een verhoging van de jaarlijkse factuur voor een gemiddelde klant die zich met aardgas verwarmt (B1 Eurostat D3) van 4,7 % (exclusief btw en inclusief distributiekosten). 23

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar Persbericht PB15-001 8 januari 2015 9.30 uur CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar Inflatie december daalt naar 0,7 procent Goedkopere autobrandstoffen verlagen inflatie Inflatie eurozone

Nadere informatie

Laagste inflatie sinds november 2010

Laagste inflatie sinds november 2010 Persbericht PB13-067 7 november 2013 9:30 uur Laagste inflatie sinds november 2010 - Inflatie daalt sterk naar 1,6 procent - Effect btw op inflatie uitgewerkt - Nederlandse inflatie blijft hoger dan in

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent

Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent Persbericht PB14-001 9 januari 2014 9.30 uur Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent - Prijzen van benzine en kleding verhogen inflatie - Inflatie in 2013 gemiddeld 2,5 procent - Inflatie eurozone

Nadere informatie

Inflatie daalt licht naar 1,5 procent

Inflatie daalt licht naar 1,5 procent Persbericht PB13 077 5 december 2013 9:30 uur Inflatie daalt licht naar 1,5 procent Pakketreizen en voeding verlagen inflatie Benzine verhoogt inflatie Inflatie eurozone stijgt De inflatie is in november

Nadere informatie

Inflatie zakt naar 0,8 procent

Inflatie zakt naar 0,8 procent Persbericht PB14-022 10 april 2014 9.30 uur Inflatie zakt naar 0,8 procent Laagste inflatie in bijna vier jaar tijd Tabak en identiteitsbewijzen drukken inflatie Kleding goedkoper De inflatie is in maart

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt naar 2,4 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt naar 2,4 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-029 10 mei 2012 9.30 uur Inflatie daalt naar 2,4 procent Inflatie omlaag door voeding en tabak Vakanties duurder Inflatie in Nederland nog steeds hoger

Nadere informatie

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 1. Consumptieprijsindex Brussel, 27 september 2012 De consumptieprijsindex stijgt in september 2012 met 0,21 punt ten opzichte van vorige maand en bedraagt

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk

Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk Persbericht PB14-008 13 februari 2014 9.30 uur Inflatie daalt Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk De inflatie is in januari 2014 gedaald

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2015 De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex stijgt in november naar 1,4%, ten

Nadere informatie

CBS: inflatie blijft laag

CBS: inflatie blijft laag Persbericht PB14 039 10 juni 2014 9.30 uur CBS: inflatie blijft laag Inflatie in mei 0,8 procent Vakanties en voedingsmiddelen goedkoper Autobrandstoffen duurder De inflatie in mei was 0,8 procent. Na

Nadere informatie

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent Persbericht PB14-046 7 augustus 2014 9.30 uur CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent Inflatie in juli onveranderd laag op 0,9 procent Huren weer fors omhoog Inflatie eurozone gedaald De inflatie in

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-001 6 januari 2011 9.30 uur Inflatie gestegen naar 1,9 procent Duurdere autobrandstoffen verhogen inflatie Inflatie in 2010 gemiddeld 1,3 procent Inflatie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-007 11 februari 2010 9.30 uur Inflatie omlaag door gas en elektriciteit Energie ruim 17 procent goedkoper dan een jaar eerder Voeding goedkoper Nederlandse

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in december gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Prijzen in december gedaald. Inflatie naar laag niveau

Persbericht. Inflatie in december gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Prijzen in december gedaald. Inflatie naar laag niveau Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-002 8 januari 2004 9.30 uur Inflatie in december gedaald De inflatie in Nederland is in december 2003 uitgekomen op 1,7 procent. Dit is de laagste uitkomst

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds 1987

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds 1987 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-052 6 augustus 2009 9.30 uur Laagste inflatie sinds 1987 Inflatie duikt naar 0,2 procent Prijsdaling gas verlaagt inflatie met 1,0 procentpunt Huurstijging

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Analyse van de prijzen: derde kwartaalverslag 2009 van het Instituut voor de nationale rekeningen Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel Ondernemingsnummer: 0314.595.348

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,1 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,1 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-034 10 mei 2011 9.30 uur Inflatie stijgt naar 2,1 procent Inflatie stijgt vooral door duurdere benzine Tabak, voedingsmiddelen en koffie ook duurder

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt, huurstijging historisch laag. Daling gasprijs sterkste in jaren

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt, huurstijging historisch laag. Daling gasprijs sterkste in jaren Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-056 9 augustus 2007 9.30 uur Inflatie daalt, huurstijging historisch laag De inflatie is in juli 2007 gedaald naar 1,5 procent. Dat is 0,2 procentpunt

Nadere informatie

CBS: Inflatie weer onder de 1 procent

CBS: Inflatie weer onder de 1 procent Persbericht PB14-059 9 oktober 2014 9.30 uur CBS: Inflatie weer onder de 1 procent Inflatie in september 0,9 procent Vliegtickets verlagen inflatie Inflatie in Nederland iets lager dan in de eurozone De

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in december licht gestegen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in december licht gestegen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-001 10 januari 2013 9.30 uur Inflatie in december licht gestegen Inflatie in december 2,9 procent Prijzen van voedingsmiddelen verhogen inflatie Inflatie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties

CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties Persbericht PB14-029 8 mei 2014 9.30 uur CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties Inflatie stijgt van 0,8 procent naar 1,2 procent Inflatie omhoog na drie maanden daling Verschil met eurozone

Nadere informatie

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent Persbericht PB14 054 4 september 2014 9.30 uur CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent Prijsontwikkeling vliegtickets en kleding verhoogt inflatie Weinig impact boycot Rusland op prijzen voor consument

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex juni

Persbericht. Consumentenprijsindex juni Persbericht PB99-176 9 juli 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex juni De consumentenprijzen zijn tussen mei en juni met 0,4 procent gedaald. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Vergeleken met vorig jaar

Nadere informatie

CBS: inflatie stijgt licht

CBS: inflatie stijgt licht Persbericht PB14-042 10 juli 2014 9.30 uur CBS: inflatie stijgt licht Inflatie in juni 0,9 procent Kleding, vakanties en vliegtickets verhogen inflatie Verschil met eurozone kleiner De inflatie in juni

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999 Persbericht PB99-085 9 april 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex maart 1999 In maart was de consumentenprijsindex 0,9 procent hoger dan in februari. De stijging is vooral een gevolg van de stijging van

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex juli 1999

Persbericht. Consumentenprijsindex juli 1999 Persbericht PB99-200 6 augustus 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex juli 1999 In juli zijn de consumentenprijzen in Nederland gemiddeld niet veranderd. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Er waren wel

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-062 6 oktober 2011 9.30 uur Inflatie stijgt naar 2,7 procent Inflatie hoger door duurdere kleding en benzine Telefoon- en internetdiensten drukken de

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM INLEIDING Zoals bepaald in de wet van 8 maart

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-064 7 oktober 2010 9.30 uur Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent Inflatie iets omhoog door prijsontwikkeling benzine Nederlandse inflatie blijft lager

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in november 1,7% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - september 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in september 1,8% ten

Nadere informatie

CBS: Inflatie daalt licht

CBS: Inflatie daalt licht Persbericht PB14-077 4 december 2014 9.30 uur CBS: Inflatie daalt licht Inflatie in november 1 procent Benzine goedkoper Inflatie in Nederland gelijk aan die in de eurozone De inflatie is in november gedaald

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in 1999 is 2,2 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie in 1999 is 2,2 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-008 14 januari 2000 10.30 uur Inflatie in 1999 is 2,2 procent In 1999 lagen de prijzen voor consumenten gemiddeld 2,2 procent hoger dan in 1998. Dit

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Van dit persbericht is een herziene versie verschenen (zie persbericht PB04-036)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Van dit persbericht is een herziene versie verschenen (zie persbericht PB04-036) Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-035 11 maart 2004 9.30 uur Van dit persbericht is een herziene versie verschenen (zie persbericht PB04-036) Inflatie in februari gedaald naar 1,2 procent

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie hoger door duurdere kleding. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Zomercollectie kleren duurder

Persbericht. Inflatie hoger door duurdere kleding. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Zomercollectie kleren duurder Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-027 5 april 2007 9.30 uur Inflatie hoger door duurdere kleding De inflatie is in maart 2007 uitgekomen op 1,8 procent. Dat is 0,3 procentpunt hoger dan

Nadere informatie

Persbericht. Dure benzine verhoogt inflatie. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Dure benzine verhoogt inflatie. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-026 8 april 2010 9.30 uur Dure benzine verhoogt inflatie Inflatie in maart omhoog door prijsstijging benzine Groenteprijzen stijgen door strenge winter

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie opnieuw hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie opnieuw hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-078 3 december 2009 9.30 uur Inflatie opnieuw hoger Benzineprijs verhoogt inflatie in november Inflatie in Nederland en eurozone nu vrijwel gelijk De

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie weer onder 3 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie weer onder 3 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-072 6 november 2008 9.30 uur Inflatie weer onder 3 procent Inflatie lager door sterkste daling benzineprijs in dertig jaar Ook inflatie eurozone flink

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - augustus 2017 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in augustus 2,0% ten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie lager in december

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie lager in december Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-001 5 januari 2012 9.30 uur Inflatie lager in december Inflatie in december omlaag naar 2,4 procent Benzineprijzen en beltarieven verlagen inflatie Inflatie

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-068 9 oktober 2008 9.30 uur Inflatie in september licht gedaald Benzine, diesel en vliegtickets minder duur Inflatie eurozone opnieuw gedaald De Nederlandse

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Prijzen in januari iets hoger dan in december. Daling van inflatie kent meerdere oorzaken

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Prijzen in januari iets hoger dan in december. Daling van inflatie kent meerdere oorzaken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-016 5 februari 2004 9.30 uur Inflatie in januari gedaald naar 1,4 procent De inflatie in Nederland is in januari 2004 uitgekomen op 1,4 procent. Dit

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

Technische toelichting

Technische toelichting Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-080 7 april 2000 10.30 uur Inflatie ook in maart stabiel De inflatie is in maart 2000 uitgekomen op 1,9 procent. Dat is ongeveer even hoog als in de

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie loopt in april licht op. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie loopt in april licht op. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-107 12 mei 2000 10.30 uur Inflatie loopt in april licht op De inflatie is in april 2000 iets hoger uitgekomen dan in het eerste kwartaal dit jaar. Ten

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie loopt verder op. Centraal Bureau voor de Statistiek. Benzineprijs zeer fors gestegen Inflatie Nederland ruim onder eurozone

Persbericht. Inflatie loopt verder op. Centraal Bureau voor de Statistiek. Benzineprijs zeer fors gestegen Inflatie Nederland ruim onder eurozone Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-048 3 juli 2008 9.30 uur Inflatie loopt verder op Benzineprijs zeer fors gestegen Inflatie Nederland ruim onder eurozone De inflatie is in juni uitgekomen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt in juli tot 1,1 procent. Huurstijging gemiddeld 3,1 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt in juli tot 1,1 procent. Huurstijging gemiddeld 3,1 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-121 5 augustus 2004 9.30 uur Inflatie daalt in juli tot 1,1 procent De inflatie is in juli 2004 uitgekomen op 1,1 procent. Dat is 0,3 procentpunt lager

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 15 14 april 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie blijft stabiel in maart 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (11) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 11 17 maart 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie in februari blijft gelijk 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (07) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 41 13 oktober 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie daalt naar 0,1 procent 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (37) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in februari iets hoger. Inflatie gestegen door hogere benzineprijzen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in februari iets hoger. Inflatie gestegen door hogere benzineprijzen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-017 8 maart 2007 9.30 uur Inflatie in februari iets hoger De inflatie is in februari 2007 uitgekomen op 1,5 procent. Dat is iets hoger dan in januari.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Prijsontwikkeling autobrandstoffen en groenten remt inflatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Prijsontwikkeling autobrandstoffen en groenten remt inflatie Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-014 10 februari 2005 9.30 uur Inflatie in januari hoger door energieprijzen De Nederlandse inflatie is in januari 2005 uitgekomen op 1,5 procent. In

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 28 14 juli 2016 Inhoud 1. Macro-economie 3 Koerswaarde van aandelen (25) 3 2. Prijzen 3 Inflatie in juni blijft ongewijzigd op 0 procent 3 I Consumentenprijsindex

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in 2004 op laagste niveau sinds Centraal Bureau voor de Statistiek. Inflatie vooral laag door gedaalde voedingsprijzen

Persbericht. Inflatie in 2004 op laagste niveau sinds Centraal Bureau voor de Statistiek. Inflatie vooral laag door gedaalde voedingsprijzen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-001 6 januari 2005 9.30 uur Inflatie in 2004 op laagste niveau sinds 1989 In 2004 bedroeg de inflatie in Nederland gemiddeld 1,2 procent. Dit is het

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016 01/2007 05/2007 09/2007 01/2008 05/2008 09/2008 01/2009 05/2009 09/2009 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 24 16 juni 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie blijft in mei 0 procent 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (19) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie stabiel ondanks dure energie. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie stabiel ondanks dure energie. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-060 10 maart 2000 10.30 uur Inflatie stabiel ondanks dure energie De inflatie is in februari 2000 uitgekomen op 2,0 procent. Dat is gelijk aan de uitkomst

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in juli 2,1 procent. Prijsontwikkeling volgens Europese norm

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in juli 2,1 procent. Prijsontwikkeling volgens Europese norm Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-165 9 september 2003 9.30 uur Inflatie in juli 2,1 procent De inflatie in Nederland is in juli 2003 uitgekomen op 2,1 procent. Dit is 0,1 procentpunt

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 29 17 juli 2014 Inhoud 1. Prijzen 3 CBS: inflatie stijgt licht 3 Technische toelichting 4 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2006=100) 5 II. Consumentenprijsindex,

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in juli 2,8 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie in juli 2,8 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-179 4 augustus 2000 10.30 uur Inflatie in juli 2,8 procent CBS-Persdienst Postbus 4000 2270 JM Voorburg tel. (070) 337 58 16 fax (070) 337 59 71 E-mail:

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in november iets afgevlakt. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie in november iets afgevlakt. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-277 8 december 2000 10.30 uur Inflatie in november iets afgevlakt De consumentenprijzen lagen in november 3,0 procent hoger dan in november vorig jaar.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in juli ongewijzigd op 1,6 procent. Energie belangrijkste oorzaak inflatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in juli ongewijzigd op 1,6 procent. Energie belangrijkste oorzaak inflatie Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-089 4 augustus 2005 9.30 uur Inflatie in juli ongewijzigd op 1,6 procent De inflatie is in juli 2005 niet gewijzigd. Net als in juni lagen de prijzen

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei 1,3 procent. Geen opvallende prijsveranderingen in mei

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei 1,3 procent. Geen opvallende prijsveranderingen in mei Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-064 8 juni 2006 9.30 uur Inflatie in mei 1,3 procent De inflatie is in mei 2006 uitgekomen op 1,3 procent. Dat is een lichte stijging ten opzichte van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei opnieuw gedaald. Prijzen in mei even hoog als in april

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei opnieuw gedaald. Prijzen in mei even hoog als in april Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-069 9 juni 2005 9.30 uur Inflatie in mei opnieuw gedaald De inflatie is in mei 2005 uitgekomen op 1,3 procent. Dat is 0,2 procentpunt lager dan in april.

Nadere informatie

Prijzenobservatorium: Historiek en werking

Prijzenobservatorium: Historiek en werking Prijzenobservatorium: Historiek en werking Seminarie FEVIA - BABM 17 september 2013 Peter Van Herreweghe Agenda 1. Prijzenobservatorium : Historiek en taken 2. Werking : Gegevens, aanpak, procedure, timing

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei gedaald tot 3,3 procent. Daling inflatie vooral door ontwikkeling vorig jaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei gedaald tot 3,3 procent. Daling inflatie vooral door ontwikkeling vorig jaar Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-112 7 juni 2002 9.30 uur Inflatie in mei gedaald tot 3,3 procent De inflatie in Nederland is in mei 2002 uitgekomen op 3,3 procent. Dit is 0,3 procentpunt

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in juni gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie in juni gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-146 6 juli 2001 9.30 uur Inflatie in juni gedaald In juni is de inflatie gedaald tot 4,5 procent. Vorige maand bedroeg de inflatie nog 4,9 procent. De

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM 2 INLEIDING Met dit document publiceert het INR voor

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie flink lager door goedkopere brandstof

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie flink lager door goedkopere brandstof Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-095 5 oktober 2006 9.30 uur Inflatie flink lager door goedkopere brandstof De inflatie is in september 2006 afgenomen tot 1,1 procent. In augustus lagen

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 15

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 15 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 15 10 april 2015 Inhoud 1. Prijzen 3 CBS: Inflatie stijgt opnieuw 3 Technische toelichting 4 Vanaf 2016 gedetailleerder inzicht in ontwikkelingen consumentenprijzen

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in 2001 hoogste sinds Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie in 2001 hoogste sinds Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-005 11 januari 2002 9.30 uur Inflatie in 2001 hoogste sinds 1982 De inflatie in Nederland is in 2001 uitgekomen op gemiddeld 4,5 procent. Dit is het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in april gelijk gebleven. Verse groenten en vlees dragen minder bij aan inflatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in april gelijk gebleven. Verse groenten en vlees dragen minder bij aan inflatie Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-094 14 mei 2002 9.30 uur Inflatie in april gelijk gebleven De inflatie in Nederland is in april 2002 uitgekomen op 3,6 procent. Dat is even hoog als

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie blijft hoog in september. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie blijft hoog in september. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-220 5 oktober 2001 9.30 uur Inflatie blijft hoog in september In september is de inflatie uitgekomen op 4,7 procent. Dit is even hoog als in de vorige

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Voorwoord Zoals voorzien in het bestek dat

Nadere informatie

Persbericht. Beduidend lagere inflatie in oktober. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Beduidend lagere inflatie in oktober. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-255 9 november 2001 9.30 uur Beduidend lagere inflatie in oktober In oktober is de inflatie gedaald naar 4,3 procent. In september was de inflatie nog

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie loopt in oktober verder op. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie loopt in oktober verder op. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-254 10 november 2000 10.30 uur Inflatie loopt in oktober verder op De inflatie is in oktober uitgekomen op 3,1 procent. Dit is het hoogste cijfer sinds

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 Inflatie bedraagt in december 1,50% Consumptieprijsindex van december 2015 o De inflatie daalt in december van 1,52% naar 1,50%. o De gemiddelde inflatie van 2015

Nadere informatie