ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN"

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

2 Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Peter Van Herreweghe City Atrium Vooruitgangstraat Brussel Tel.: Peter.Vanherreweghe@economie.fgov.be

3 Voorwoord Toen de inflatie in 2008 piekte (gemiddeld 4,5 %, met een maximum in juli 2008 van 5,9 %), besliste de toenmalige federale Regering een Observatorium van de prijzen te installeren, dat moest toezien op de verschillende componenten van de eindprijzen aan de consumenten 1. Gelet op de grote ervaring en kennis over de prijzen van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), werd het Observatorium binnen de schoot van deze instelling opgericht. Met de wet van 8 maart 2009 (Belgisch Staatsblad - 30 april 2009) werd de wet van 21 december 1994 houdende diverse en sociale bepalingen gewijzigd. Aan de opdrachten van het INR werd het luik prijsobservatie en prijsanalyse toegevoegd. De wet stipuleert dat het de FOD Economie is die deze taak in de praktijk zal uitvoeren. Binnen de FOD Economie werd de opdracht toevertrouwd aan de dienst Sector- en marktmonitoring, die ook het voorzitterschap waarneemt van het Wetenschappelijk Comité voor Analyse van de Prijzen, dat zich uitspreekt over de wetenschappelijke waarde en objectiviteit van de analyses en gebruikte methoden en over de resultaten van de werkzaamheden 2. Het bestek dat, conform artikel 110 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, de modaliteiten bepaalt voor de uitvoering van de opdrachten van het Prijzenobservatorium voorziet dat de resultaten van het onderzoek van deze laatste worden gepubliceerd in kwartaalverslagen, jaarverslagen, gerichte analysen op vraag van de bevoegde ministers en via thematische rapporten die op eigen initiatief worden genomen. Dat bestek stelt verder dat analyses over de transmissie van de kosten en prijzen tussen de verschillende schakels van de productie- en distributieketen een bijzondere aandacht moeten krijgen. Meer bepaald wordt aangehaald dat onderzoek naar de structuur van de finale prijzen (aandeel grondstoffen, verwerkingskosten, distributiekosten groot- en kleinhandel en marges) van groot belang is en dat daarbij in de mate van het mogelijke een micro-economische aanpak moet worden gevolgd. Het bestek werd intussen aangepast (BS 7/4/2010 en BS 6/5/2011) waardoor het onderzoek naar de marges nog meer benadrukt wordt, de link met de mededingingsautoriteiten wordt beklemtoond en de toegang van de analisten tot de cijfergegevens van de directie Statistiek en Economische informatie wordt gefaciliteerd. Ongeveer drie jaar na zijn oprichting kan gesteld worden dat het Prijzenobservatorium heel wat heeft verwezenlijkt. Tegelijkertijd geldt de vaststelling dat het Observatorium meermaals in haar onderzoekswerkzaamheden wordt geremd door een gebrek aan gedetailleerde, cijfermatige informatie, vooral op het vlak van de intermediaire prijzen (afzetprijzen tussen leveranciers en distributie). In de kwartaal- en jaarverslagen wordt de nadruk gelegd op de recente evolutie van de Belgische inflatie en haar bestanddelen. Systematisch wordt een vergelijking gemaakt met het consumptieprijsverloop in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Bij de voorbereiding van die rapporten worden de prijswijzigingen van alle 520 getuigen die deel uitmaken van de korf van goederen en diensten waarvan de prijzen gevolgd worden voor de berekening van de index der consumptieprijzen (en dus ook de HICP) systematisch gescreend. De producten en diensten waarvoor de recente prijsevoluties aanzienlijk (in positieve of negatieve) zijn en/of afwijken van hun normale tendens of in vergelijking met de ontwikkelingen in de drie buurlanden worden in de verslagen behandeld. 1 Cfr. Hoofdstuk drie van het Federale Regeerakkoord van 18 maart Cfr. Wet van 8 maart 2009 tot wijziging van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen.

4 In de mate van het mogelijke wordt onderzocht in hoeverre de onder de aandacht gebrachte prijsaanpassingen kunnen worden verklaard. Dat gebeurt meestal aan de hand van een van de drie volgende invalshoeken: De transmissiebenadering, waarbij getracht wordt te berekenen in hoeverre de kostenevoluties van de verschillende bestanddelen van een finale consumptieprijs (de basisgrondstof, de verwerking, het transport, de distributie, ) stroken met de aanpassingen van de consumptieprijs. Het Observatorium heeft die benadering reeds toegepast voor de prijzen van melk, boter, varkensvlees, rundvlees, deegwaren, koffie, bakkerijproducten en chocolade. Een van de vrijwel steeds terugkerende conclusies is dat de consumptieprijzen t.a.v. de kostenevoluties een asymmetrisch verloop vertonen: terwijl de finale prijzen bij stijgende kosten meestal snel en evenredig worden verhoogd, is dat veel minder (of nauwelijks) het geval als de kosten dalen; De prijszetting per winkelketen of per merk. Op basis van de individuele prijsnoteringen kan er via micro-economisch onderzoek worden nagegaan in hoeverre prijsaanpassingen voor een bepaald product algemeen zijn of eerder kunnen worden toegeschreven aan een deel van de winkels of de merken. Dat soort analyse laat ook toe om verschillen in de prijszetting tussen soorten winkels (zoals grootdistributie en kruidenierszaken) of types van producten (A-merken, huismerken en eersteprijsproducten) te onderzoeken. Die benadering werd reeds toegepast voor koffie, maïsolie, braadmargarine, boter, chocolade, trappistenbier, witbier,centwafels, eieren, yoghurt, smeltkaas, halfafgeroomde melk, bruinbrood, rozijnenkoeken en broodjes, bloem, tomatensoep en witte bonen in tomatensaus; De wijze van prijsaanpassing, waarbij wordt onderzocht of een gemiddelde prijsverhoging of verlaging veeleer het resultaat is van meerdere kleinere prijswijzigingen of veeleer van beperkte (of zelf eenmalige), maar vrij forse prijsveranderingen. In dat verband werden melk, kaas en eieren, boter, spaghetti, brood, oliën en vetten, suiker, jam, honing, chocolade en suikerwaren, koffie, thee en cacao en bieren onderzocht. Uit het voorgaande blijkt dat het Prijzenobservatorium sinds haar ontstaan heel wat aandacht heeft besteed aan de consumptieprijzen van levensmiddelen. Dat komt in de eerste plaats omdat het vooral in die categorie van goederen (samen met de categorie van de energieprijzen) is dat de consument de jongste jaren geconfronteerd werd met sterk schommelende prijzen. Gelet op het feit dat het Observatorium toegang heeft tot niet-publieke, individuele prijsnoteringen, wordt er trouwens terecht verwacht dat de instelling zeker in dit domein de ontwikkelingen op de voet volgt. Gezien de grote impact die de energieprijzen de laatste jaren op de inflatie hebben uitgeoefend, spreekt het voor zich dat ook zij systematisch in de verslagen aan bod kwamen. Vooral de gas- en elektriciteitsprijzen die de consument betaalt werden aandachtig gevolgd. In dat verband heeft het Observatorium trouwens recent een eigen indicator ontwikkeld, die toelaat om de gemiddelde prijs die de consument betaalt in detail uit te splitsen over de componenten energie, nettarieven, btw en taksen en heffingen (cfr. box in onderhavig verslag). Herhaaldelijk heeft het Prijzenobservatorium er op gewezen dat er een antwoord moet komen op de vraag of de tariefformules die de energieleveranciers hanteren bij de indexering van de prijzen aan de consument een goede afspiegeling zijn van het verloop van hun kosten. Op vraag van de regering voerde de CREG een onderzoek uit naar de prijzen voor gas en elektriciteit, de productiewijze van beide energiedragers en mogelijke maatregelen om het prijsverloop van beide wat te temperen. Maar ook voor andere specifieke producten en diensten heeft het Prijzenobservatorium diepgaand studiewerk afgeleverd. Dat was o.m. het geval voor een reeks industriële, niet-energetische goederen (kleding en schoeisel, drukwerk en schrijfwaren, speelgoed- en hobbyartikelen, ), die samen verantwoordelijk waren voor de tijdens de periode vastgestelde snellere stijging in België dan gemiddeld in de buurlanden van de inflatie voor de productgroep niet-energetische industriële goederen. Daarbij bleek dat slechts een derde van het inflatieverschil met Duitsland kon worden verklaard door verschillen in consumptiepatroon of door methodologische verschillen (andere definities, andere opgevolgde producten, andere classificaties), 4

5 wat betekent dat meer fundamentele factoren, zoals de impact van de structuur van de distributie, de concurrentie of de evolutie van kosten en lonen. Specifiek onderzoek naar de recente sterke stijging van de waterprijzen heeft uitgewezen dat deze voor meer dan de helft het gevolg is van de forse toename van de waterzuiveringsheffing. Daarnaast werd tevens aandacht besteed aan een aantal methodologische aspecten, zoals de berekening van de energie-indices in de buurlanden, de impact van het gewijzigde gewichtenschema op de geharmoniseerde consumptieprijsindex, Het Prijzenobservatorium beperkt haar interessesfeer niet tot de goederen en diensten die gevolgd worden in het kader van de index der consumptieprijzen. Zo werd in het jaarverslag van 2009 een hoofdstuk gewijd aan de immobiliënprijzen. Meer recent werd op verzoek van de vorige minister van Ondernemen een studie gemaakt over de billijkheid van de verhoging van de premies voor auto-omniumverzekeringen (de resultaten van dit onderzoek worden in onderhavig verslag samengevat). Ten slotte is het Prijzenobservatorium voortdurend op zoek naar internationaal vergelijkbare gegevens over prijsniveaus. Terwijl er met betrekking tot de inflatiemetingen (met andere woorden de procentuele jaar-opjaar evoluties in de consumptieprijzen) op Europees vlak veel inspanningen zijn geleverd om tot geharmoniseerde cijfers en methoden te komen, was dit tot voor kort immers minder het geval voor de prijsniveaus. Uit de partiële informatie die het Observatorium tot op heden heeft kunnen onderzoeken blijkt dat de prijsniveaus in ons land doorgaans gemiddeld hoger liggen dan in de drie buurlanden en dat het verschil de jongste jaren stilaan groter is geworden. Ook in dit jaarverslag wordt het thema van de prijsniveaus behandeld, dit keer op basis van gegevens die AC. Nielsen in opdracht van de FOD Economie heeft verzameld. Het Prijzenobservatorium is vastberaden zijn monitoringopdracht van de prijzen voort te zetten en zelfs uit te breiden. Zowel in de regeringsverklaring (Ontwerpverklaring over het algemeen beleid, 1 december 2011) als in de beleidsnota van de Minister voor Economie wordt de rol van het Prijzenobservatorium als waakhond voor de consumptieprijzen bevestigd. Initiatieven zoals de aanpassing van het Koninklijk Besluit met betrekking tot kortetermijnstatistieken (waartoe de afzetprijzen van de verwerkende nijverheid en van de dienstensectoren behoren) zorgen ervoor dat het Prijzenobservatorium nog nadrukkelijker deze rol zal kunnen spelen. Om een grondig onderzoek uit te kunnen voeren naar de (bruto-) marges van de diverse schakels in een markt, is een goede kwaliteit van afzetprijsstatistieken een noodzakelijke voorwaarde. 5

6 Inhoudstafel Voorwoord...2 Inhoudstafel...6 Samenvatting...8 I. Inflatie in I.1 Totale inflatie I.1.1 Totale inflatie in België I.1.2 Totale inflatie in de voornaamste buurlanden I.2 Energie I.2.1 De inflatie voor energie in België BOX: Uitwerking van een indicator voor de gemiddelde elektriciteits- en gasfactuur van de consument I.2.2 De inflatie voor energie in de voornaamste buurlanden I.3 Bewerkte levensmiddelen I.3.1 De inflatie voor bewerkte levensmiddelen in België I.3.2 De inflatie voor bewerkte levensmiddelen in de voornaamste buurlanden I.4 Niet-bewerkte levensmiddelen I.4.1 De inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in België I.4.2 De inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in de voornaamste buurlanden I.5 Diensten I.5.1 De inflatie voor diensten in België I.5.2 De inflatie voor diensten in de voornaamste buurlanden I.6 Niet-energetische industriële goederen I.6.1 De inflatie voor niet-energetische industriële goederen in België I.6.2 De inflatie voor niet-energetische industriële goederen in de voornaamste buurlanden.. 41 II. Micro-onderzoek voor bewerkte levensmiddelen II.1 Micro-onderzoek voor producten die substantieel bijdroegen tot de inflatie voor bewerkte levensmiddelen II.2 Prijsverloop voor de verschillende types bewerkte levensmiddelen tussen 2007 en III. Onderzoek naar de forse prijsstijgingen voor chocoladeproducten III.1 Verloop van de consumptieprijs voor chocolade in België en in de buurlanden III.2 Enquête naar de aankoopprijzen voor chocolade van de Belgische grootdistributie III.3 Verloop van aankoop- en consumptieprijzen voor chocoladeproducten

7 IV. Vergelijking van het consumptieprijsniveau voor bewerkte levensmiddelen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland IV.1 Samenstelling van het onderzoeksstaal IV.2 De consument betaalt gemiddeld meer in België voor identieke bewerkte levensmiddelen dan in Duitsland, Frankrijk en Nederland IV.3 Overzicht van variabelen die aan de basis kunnen liggen van een verschillend prijsniveau 61 V. Onderzoek naar de premiestijging voor de omniumverzekeringen auto in Lijst van afkortingen Bijlagen Bijlage 1A: Overzicht van de producten en diensten waarvan de prijzen tussen het jaar 2010 en 2011 het sterkst zijn veranderd Bijlage 1B: Overzicht van de producten en diensten waarvan de prijzen in 2011 de grootste impact op de inflatie hebben Bijlage 2: Enquêteformulier melkchocolade Bijlage 3: Gedetailleerde prijsvergelijking België ten opzichte van Frankrijk, Nederland en Duitsland

8 Samenvatting 1. In 2011 kwam de totale inflatie in België uit op 3,5 %, gemeten aan de hand van de HICP, dat is 1,2 procentpunt meer dan het jaar ervoor. Net als in 2010 verklaarde de aanhoudende toename van de prijzen voor energiedragers in 2011 het grootste deel van de totale inflatie. De consumptieprijzen voor energie lagen in 2011 gemiddeld 17 % hoger dan in 2010 en droegen, 1,9 procentpunt bij tot de totale inflatie. 2. Ook voor bewerkte levensmiddelen, diensten en, zij het in mindere mate, niet-energetische industriële goederen werd de Belgische consument in 2011 geconfronteerd met gemiddeld hogere prijsstijgingen dan het jaar ervoor. De onderliggende inflatie is dan ook geklommen van 1,1 % in 2010 tot 1,9 % in Voor niet-bewerkte levensmiddelen bleven de prijzen gemiddeld vrijwel stabiel in vergelijking met In de buurlanden versnelde de inflatie tijdens het verslagjaar ook, maar met gemiddeld 2,4 % bleef het prijsstijgingstempo er wel ruim onder dat van België. Bijna drie vierde van het inflatieverschil in 2011 is toe te schrijven aan de energieprijzen, die in de voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) gemiddeld met 10,4 % zijn gestegen. Met uitzondering van de niet-bewerkte levensmiddelen stegen de consumptieprijzen van al de overige grote productgroepen in 2011 eveneens sneller in België dan gemiddeld in de drie buurlanden. 4. Zowel vloeibare brandstoffen (voor vervoer of voor verwarming), gas als elektriciteit waren in 2011 gemiddeld veel duurder dan het jaar ervoor. De prijs van huisbrandolie lag ruim een kwart hoger en voor motorbrandstoffen werd gemiddeld 15,6 % meer betaald. De prijzen voor gas en elektriciteit zijn toegenomen met gemiddeld respectievelijk 19,1 en 11,8 %. Het prijsverloop van de aardolienoteringen ligt aan de basis van de fors gestegen prijzen voor energiedragers: uitgedrukt in euro is de prijs van een vat ruwe olie tussen 2010 en 2011 gestegen met 33 %. Wat de gas- en elektriciteitsprijzen betreft, zijn bovendien ook de distributienettarieven aanzienlijk verhoogd. Vergeleken met de drie buurlanden lag het prijsstijgingstempo voor alle energiedragers in ons land hoger, maar de verschillen waren het grootst voor gas en elektriciteit. Er is in het verleden reeds herhaaldelijk gewezen op de vaststelling dat de Belgische gasen elektriciteitsprijzen veel sneller dan elders reageren op bewegingen in de internationale aardolieprijzen, wat te maken heeft met de maandelijkse indexeringsmechanismen die door energieleveranciers in ons land worden toegepast. Daarbij is het helemaal niet zeker of die indexeringsmechanismen een goede weerspiegeling garanderen van het verloop van de kosten van de energieleveranciers (of bijvoorbeeld de aardolieprijzen in 2011 nog een even belangrijke rol als vroeger spelen in de kosten van de energieleveranciers). Het voornemen van de Federale Regering om de CREG hierin klaarheid te laten scheppen, kan dan ook worden aangemoedigd. 5. Ook de prijsstijgingen voor bewerkte levensmiddelen baren zorgen: niet alleen lag de gemiddelde inflatie voor die categorie in 2011 veel hoger dan in 2010 (3,1 % tegen 1,0 %), het prijsstijgingstempo versnelde van kwartaal tot kwartaal. In het vierde kwartaal van het verslagjaar betaalde de consument in ons land gemiddeld 3,6 % meer dan in de overeenstemmende periode van Worden alcoholhoudende dranken en tabak buiten beschouwing gelaten dan was er zelfs sprake van een prijsstijging van meer dan 5 %. De internationale noteringen voor voedingsgrondstoffen zijn weliswaar sterk gestegen in de loop van 2010 en de eerste helft van 2011, maar in de tweede helft van het verslagjaar lagen ze al een stuk lager dan in de eerste zes maanden. Uit een gedetailleerde analyse van het prijsverloop van acht getuigen in de categorie van de bewerkte levensmiddelen waarvan de prijzen in 2011 fors zijn toegenomen (chocolade, bloem, broodje, Luikse wafel, spaghetti, cornflakes, viervruchtenjam en tomatensoep), is gebleken dat niet steeds hetzelfde type van product (A-merk, huismerk of eersteprijsproduct) verantwoordelijk was voor (het grootste deel van) de prijsverhoging. 6. Op langere termijn beschouwd moet worden vastgesteld dat het prijsverloop van de bewerkte levensmiddelen in België ongunstiger is geweest dan in de buurlanden: in vergelijking met de periode voorafgaand aan het begin van de grote schommelingen van de internationale noteringen (begin 2005 tot medio 2007) betaalde de consument in België in december 2011 gemiddeld 20 % meer, terwijl de prijsver- 8

9 hoging in de buurlanden gemiddeld slechts 13 % bedroeg. In 2011 was het vooral de productgroep Suiker, jam, honing, chocolade en suikerwerk waarvoor de prijzen in België sterker stegen dan gemiddeld in de buurlanden (+6,1 % tegen +1,3 %). Vooral voor chocoladeproducten moest de consument in België meer betalen dan in 2010 (gemiddeld ruim 10 % meer). Micro-economisch onderzoek heeft uitgewezen dat vooral de A-merken duurder zijn geworden. Die verhoging had, zo bleek uit een specifieke enquête bij de grootdistributie, in de eerste plaats te maken met een nieuwe prijsstijging van de chocoladeproducenten: in het tweede kwartaal van 2011, toen de grondstoffennoteringen voor chocoladeproducten nochtans heel wat lager lagen dan een jaar ervoor, verhoogden de chocoladeproducenten van A-merken hun verkoopprijzen in nog vrij aanzienlijke mate. De distributie rekende die verhoging niet alleen door aan de consument maar maakte ook van de gelegenheid gebruik om de brutomarges, alvast tijdelijk, op te voeren. 7. Uit een analyse van het prijsverloop van een korf van 36 getuigenproducten uit de productgroep bewerkte levensmiddelen (goed voor ongeveer een derde van het totaal van deze productgroep) tussen begin 2007 en eind 2011, werd een gelijklopende dynamiek vastgesteld tussen de gewogen prijsbewegingen van A-merken, private labels en eersteprijsproducten bij grote winkelketens. Mochten echter de mogelijke substitutie-effecten (wanneer de consument bijvoorbeeld distributiemerken gaat aankopen in plaats van duurdere A-merken) als dusdanig in rekening worden gebracht bij de berekening van de consumptieprijsindex, dan zou dat gevolgen hebben voor het gemiddelde prijsniveau, en (bijgevolg) de inflatie. 8. Voor diensten betaalde de consument in België in 2011 gemiddeld 2,2 % meer dan in 2010, eveneens een versnelling van het inflatietempo (1,4 % in 2010). Voor alle subcategorieën van diensten lag het prijsstijgingstempo hoger dan tijdens het voorgaande jaar. Opvallend is ook dat er een eind is gekomen aan de jarenlange prijsdalingen voor communicatiediensten. Dat is trouwens een van de voornaamste redenen waarom de inflatie voor diensten in het verslagjaar in België hoger lag dan in de buurlanden (gemiddeld 1,5 %). Beschouwd over een langere periode van zes jaar lieten de diensten in België, Frankrijk en Nederland een vergelijkbaar prijsverloop optekenen. In Duitsland daarentegen stegen de dienstenprijzen veel minder snel. Dat is allicht te verklaren door de meer gematigde stijging van de loonkosten in dat land (het gewicht van de loonkosten in de diensten ligt immers vrij hoog). 9. Niet-energetische industriële producten werden in 2011 gemiddeld 1 % duurder (tegen 0,8 % in 2010). In de buurlanden was de gemiddelde prijsstijging iets lager (+0,7 %). Ook voor deze categorie van producten is het prijsverloop over de laatste jaren ongunstiger geweest in België dan in de buurlanden. 10. Op basis van gegevens over de prijsniveaus van ruim bewerkte levensmiddelen die in België en minstens in een van de drie buurlanden aan de consument worden aangeboden (waarbij het gaat om telkens exact dezelfde producten, wat in de praktijk vooral neerkomt op zogeheten A-merken) raamt het Prijzenobservatorium dat de consument in 2010 in België gemiddeld 7 % meer betaalde dan in Duitsland, 9 % meer dan in Frankrijk en zelfs 12 % meer dan in Nederland. Deze resultaten sluiten aan bij de studie door de directie Mededinging van de FOD Economie, die voor een groter aantal productitems, iets minder uitgesproken verschillen naar voorbracht. 11. Hoewel auto-omniumverzekeringen geen deel uitmaken van de korf van producten waarvan de prijzen worden opgevolgd voor het opstellen van de index der consumptieprijzen heeft het Prijzenobservatorium aandacht besteed aan de aangekondigde verhoging van de tarieven. De jongste jaren was de rendabiliteit van dit soort verzekering fors achteruit gegaan en zelf negatief geworden. Dat was niet enkel het gevolg van meer schadegevallen (onder andere als gevolg van minder gunstige weersomstandigheden in de jaren 2008 tot 2010), maar ook van hogere kosten per schadegeval. Een verhoging van de tarieven lag dan ook in de lijn van de verwachtingen. 9

10 I. Inflatie in I.1 Totale inflatie I.1.1 Totale inflatie in België Het gemiddelde Belgische consumptieprijspeil steeg (afgezien van korte dipjes in de traditionele soldenmaanden januari en juli) onafgebroken sinds begin 2010 (na een nulinflatie in 2009). Aan het einde van het verslagjaar (in december 2011) was de geharmoniseerde index der consumptieprijzen in België (uitgedrukt in basisjaar 2005=100) zodoende opgeklommen tot een maximumwaarde van 116,8 punten. In 2011 kwam de totale inflatie gemiddeld uit op 3,5 %, tegen 2,3 % in Op kwartaalbasis werden al vanaf het vierde kwartaal 2010 inflatiecijfers van meer dan 3 % opgetekend. Grafiek 1A: Recent verloop van de HICP, de onderliggende inflatie en de prijzen voor energiedragers (Index 2005=100) HICP (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) 100 Bronnen: EC, FOD Economie, ADSEI 3 De gemiddelde inflatie voor een kwartaal wordt berekend als de procentuele variatie van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van het betrokken kwartaal ten opzichte van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar. 4 Omwille van de vergelijkbaarheid met de evoluties in andere Europese landen gebeurt de analyse op grond van de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP). Waar nodig wordt voor de Belgische cijfers nog verder in detail getreden op basis van de gegevens afkomstig van de nationale consumptieprijsindex. 10

11 Grafiek 1B: Recent verloop van de HICP, de onderliggende inflatie en de prijzen voor energiedragers (Veranderingspercentage ten opzichte van de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar) HICP (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) Bronnen: EC, FOD Economie, ADSEI Zowel in 2010 als in 2011 verklaarde de aanhoudende toename van de prijzen voor energiedragers het grootste deel van de totale inflatie. De consumptieprijzen voor energie lagen in 2011 gemiddeld 17 % hoger dan in Terwijl de hoge inflatie voor energie in 2010 nog deels kon worden verklaard door een basiseffect (de energieprijzen hadden in 2009 immers erg lage niveaus bereikt), was dat in 2011 nauwelijks het geval. In de loop van 2011 is de consument zelfs meer gaan betalen voor energie dan in juli 2008, het vorige recordniveau, en in december 2011 kwam de factuur al 5,3 % hoger uit. Met uitzondering van de niet-bewerkte levensmiddelen lag het prijsstijgingstempo voor alle productgroepen in 2011 hoger dan in Ook voor wat betreft de onderliggende inflatie, die tijdens het verslagjaar uitkwam op gemiddeld 1,9 % (tegenover 1,1 % in 2010), is er dus sprake van een versnelling. Bij de verschillende componenten van de onderliggende inflatie (diensten, niet-energetische industriële goederen en bewerkte levensmiddelen) was de toename van het prijsstijgingstempo het grootst bij de bewerkte levensmiddelen (gemiddeld van 1,0 % in 2010 naar meer dan 3,1 % in 2011). Samen met de energiedragers zal deze productgroep in dit jaarverslag daarom meer in detail behandeld worden. Tabel 1: Geharmoniseerde consumptieprijsindex (Veranderingspercentage ten opzichte van de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) Totaal Energiedragers Diensten Bewerkte levensmiddelen Nietbewerkte levensmiddelen a Nietenergetische industriële goederen p.m. Onderliggende inflatie b p.m. Gezondheidsindex c ,0-14,0 2,6 1,7 0,4 1,4 2,0 0, ,3 10,0 1,4 1,0 3,5 0,8 1,1 1, ,5 17,0 2,2 3,1 0,2 1,0 1,9 3, IV 3,2 15,3 1,7 1,7 4,8 0,7 1,4 2, I 3,5 17,4 2,5 2,3 0,7 0,8 1,9 2,8 II 3,3 16,5 2,3 3,0-0,1 0,7 1,8 3,0 III 3,6 18,0 2,0 3,5-0,4 1,2 2,0 3,1 IV 3,4 16,3 2,1 3,6 0,4 1,1 2,0 3, IV Okt 3,4 17,4 2,0 3,4-0,3 1,0 1,9 3,1 Nov 3,7 17,9 2,1 3,6 1,0 1,1 2,0 3,4 Dec 3,2 13,5 2,2 3,8 0,4 1,1 2,1 3,2 Gewicht 2011 (in ) 1000,0 110,2 385,8 135,6 83,1 285,3 806,7 924,8 Bronnen: EC, FOD Economie, ADSEI a Fruit, groenten, vlees en vis. b Gemeten aan de hand van de HICP, zonder niet-bewerkte levensmiddelen en energiedragers. c Nationale consumptieprijsindex, zonder tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel. 11

12 Wat de vijf grote productgroepen 5 betreft, kunnen de voornaamste prijsbewegingen tussen 2010 en 2011 als volgt worden samengevat: De consumptieprijzen voor energiedragers lagen in 2011 gemiddeld 17 % hoger dan in De inflatie voor energetische producten is vooral in de loop van 2010 versneld en heeft zich tijdens het verslagjaar min of meer gestabiliseerd op een heel hoog niveau. Ondanks een relatief beperkt gewicht in de consumptiekorf (11 %), verklaart deze productgroep meer dan de helft (1,9 procentpunt) van de algemene inflatie in België. De consument betaalde in 2011 gemiddeld 3,1 % meer voor bewerkte levensmiddelen dan in Op kwartaalbasis was er al voor de zevende opeenvolgende keer (vanaf het tweede kwartaal 2010) sprake van een toename van de inflatie en in december 2011 lagen de prijzen zelfs 3,8 % hoger dan een jaar ervoor. De bijdrage tot de algemene inflatie nam toe van 0,1 procentpunt in 2010 tot 0,4 procentpunt in De inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen (vlees, vis, fruit en groenten) is fors teruggelopen, van 3,5 % in 2010 tot 0,2 % in De impact van deze productgroep op de algemene inflatie was in 2011 dan ook verwaarloosbaar. In vergelijking met 2010 lagen de consumptieprijzen voor diensten tijdens het verslagjaar gemiddeld 2,2 % hoger. Omwille van het grote gewicht van deze categorie in de consumptiekorf (meer dan een derde), droegen ze 0,9 procentpunt bij tot de algemene inflatie in Voor de niet-energetische industriële goederen stegen de prijzen in het verslagjaar met gemiddeld 1 %. Deze productgroep leverde een bijdrage van 0,3 procentpunt tot de algemene inflatie, iets meer dan verleden jaar. De groeivoet van de gezondheidsindex, die onder meer gebruikt wordt voor de berekening van de indexering van de sociale uitkeringen en de overheidswedden, bedroeg in ,1 %. De spilindex werd eenmaal, in april 2011, overschreden. 5 Zoals toegelicht in het eerste kwartaalverslag 2011, werd het gewichtenschema van de geharmoniseerde consumptieprijsindex in 2011 slechts minimaal gewijzigd. Dat gebeurde aan de hand van de meest recente versie van de nationale rekeningen. Zo nam van 2010 naar 2011 het belang toe van de onbewerkte (van 7,8 % naar 8,3 %) en van de bewerkte levensmiddelen (van 13,1 % naar 13,6 %), net als het gewicht van de diensten (van 37,9 % naar 38,6 %). Voor zowel energiedragers (van 11,2 % naar 11,0 %) als de niet-energetische industriële goederen (van 30,0 % naar 28,5 %) daalde het gewicht. 12

13 Grafiek 2: Bijdrage tot de inflatie (In procentpunt, jaar- en kwartaalgemiddelden) K1-08 K2-08 K3-08 K4-08 K1-09 K2-09 K3-09 K4-09 K1-10 K2-10 K3-10 K4-10 K1-11 K2-11 K3-11 K4-11 Energie Bewerkte levensmiddelen Niet-energetische industriële goederen Niet-bewerkte levensmiddelen Diensten HICP Bronnen: EC, FOD Economie, ADSEI I.1.2 Totale inflatie in de voornaamste buurlanden Ook in onze voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) versnelde de totale inflatie in 2011 tot gemiddeld 2,4 % (1,4 % in 2010). Toch lag de inflatie in België met 3,5 % nog altijd hoger. Het inflatieverschil tussen België en de buurlanden is zelfs een beetje groter geworden tegenover het jaar tevoren. In 2011 bedroeg het verschil 1,1 procentpunt 6 (1,0 procentpunt in 2010). In de onderzochte landen kende Nederland de sterkste versnelling van de inflatie. Daar ging ze van 0,9 % in 2010 naar 2,5 % in In Duitsland liep de inflatie op van 1,2 % naar 2,5 % en in Frankrijk van 1,7 % naar 2,3 % 7. Daarenboven zien we in het laatste kwartaal van 2011 (behalve in Frankrijk) een algemene lichte vertraging van de inflatie. Over een langere periode beschouwd moeten we vaststellen dat de evolutie van het gemiddelde niveau van de consumptieprijzen in België sinds het vierde kwartaal van 2007 duidelijk afwijkt van de indexcijfers in de buurlanden en dat die kloof sinds 2010 verder toenam. In vergelijking met de periode januari 2005 tot en met 6 Dat is minder dan in 2008, het vorige jaar waarin de inflatie flink versnelde. Toen bedroeg het inflatieverschil met de buurlanden 1,6 procentpunt. 7 Sinds januari 2011 is een nieuwe richtlijn in werking getreden in het kader van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen HICP voor de berekening van de indexcijfers voor de seizoensgebonden producten. Deze richtlijn wil de berekeningsmethodes van de indexcijfers voor de seizoensgebonden producten (vis, fruit, groenten, kleding en schoeisel) tot op zekere hoogte harmoniseren. Voor de Belgische HICP werd de richtlijn al toegepast sinds 1 januari In Nederland stemde de methodologie al overeen met de richtlijn. In Duitsland had de nieuwe berekeningsmethode in maart, april en mei een impact van +0,1 procentpunt op de totale inflatie en in december bedroeg de impact -0,1 procentpunt. In de andere maanden was de impact niet significant. In Frankrijk had de nieuwe methodologie een neerwaartse impact op de totale inflatie van 0,2 procentpunt in februari en juli en van 0,1 procentpunt in maart en augustus. Ook in Frankrijk was de impact in de andere maanden niet significant. Hoewel de gevolgen voor de totale inflatie onbeduidend blijken te zijn, is het niet uitgesloten dat de impact op de prijsevolutie van de deelcomponenten groter zou kunnen zijn.. Aangezien we echter niet over gegevens beschikken over de impact per categorie, kunnen we er in de volgende analyse geen rekening mee houden. Dat betreft voornamelijk de component niet-energetische industriële producten en dus ook de onderliggende inflatie, evenals de categorie niet-bewerkte levensmiddelen. 13

14 juni 2007 (de periode die voorafgaat aan de sterke prijsschommelingen voor grondstoffen op de wereldmarkt), betaalde de Belgische consument in december 2011 gemiddeld ongeveer 14% meer voor het geheel aan goederen en diensten in de consumptiekorf, terwijl de consument in de buurlanden, gemiddeld, slechts geconfronteerd werd met een prijsstijging van 10 %. Grafiek 3A: Kwartaalevolutie van de totale inflatie in België en de voornaamste buurlanden (Links: Veranderingspercentage ten opzichte van het voorgaande jaar - Rechts: Index gemiddelde januari 2005 tot juni 2007 =100) 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0-1,0-2, België Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden Bronnen: EC, FOD Economie België Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden Grafiek 3B: Kwartaalevolutie van de onderliggende inflatie in België en de voornaamste buurlanden (Links: Veranderingspercentage ten opzichte van het voorgaande jaar - Rechts: Index gemiddelde januari 2005 tot juni 2007 =100) 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0, België Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden Bronnen: EC, FOD Economie België Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden Net als de totale inflatie, lag de onderliggende inflatie in België (1,9 %) in 2011 hoger dan het gemiddelde van de drie buurlanden. Deze laatste is dit jaar nochtans eveneens sterk versneld tot 1,4 % (0,8 % in 2010). Per land afzonderlijk bekeken, kende Nederland een onderliggende inflatie van 1,8 % (0,8 % in 2010), dus ongeveer even hoog als België. Daarenboven was de onderliggende inflatie tijdens de laatste twee kwartalen van het jaar hoger in Nederland dan in België (in het derde en vierde kwartaal 2,2 % in Nederland, tegen 2,0 % in België). In Duitsland kwam de onderliggende inflatie uit op 1,5 % in 2011 (0,6 % in 2010) en in Frankrijk op 1,4 % (0,9 % in 2010). Over een langere periode beschouwd blijkt het Belgische indexcijfer van de onderliggende inflatie (januari 2005 tot juni 2007=100) sinds het tweede kwartaal van 2006 hoger te liggen dan de indexcijfers van de buurlanden en sinds het tweede kwartaal 2008 is er sprake van een duidelijke afwijking ten opzichte van het gemiddelde. De indexcijfers van de drie buurlanden daarentegen bleven in heel de beschouwde periode tamelijk gelijklopend. In vergelijking met het gemiddelde in de periode januari 2005 tot en met juni 2007, kwam de onderliggende inflatie in december ,7 % hoger uit in België, tegenover gemiddeld 8,9 % in de drie buurlanden. Zoals in hoofdstuk I.3 werd uitgelegd, is dat voornamelijk toe te schrijven aan de groep van de bewerkte levensmiddelen, waarvan de consumptieprijzen in België sneller evolueerden dan in de buurlanden. 14

15 Grafiek 4: Jaarlijkse bijdrage van elke component van de HICP aan het inflatieverschil tussen België en de voornaamste buurlanden 2,0 (In procentpunt) 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1, Energie Niet-bewerkte levensmiddelen Bewerkte levensmiddelen Diensten Niet-energetische industriële goederen Geheel HICP Bronnen: EC, FOD Economie Sinds 2008 zijn vooral de prijzen van energieproducten bepalend voor het jaarlijks inflatieverschil tussen België en de buurlanden, zowel ten voordele (in 2009) als ten nadele van ons land (in 2008, 2010 en 2011). In 2011 waren de energieproducten goed voor bijna ¾ (of 0,8 procentpunt) van het inflatieverschil tussen België en de buurlanden, dat is nog meer dan in De evolutie van de prijzen van de diensten heeft in 2011 voor 0,2 procentpunt bijgedragen tot het inflatieverschil ten nadele van België. Ook dat is meer dan in De niet-energetische industriële goederen en de bewerkte levensmiddelen hebben eveneens licht bijgedragen (elk 0,1 procentpunt) tot het inflatieverschil ten nadele van ons land in De bijdrage van nietbewerkte levensmiddelen aan het inflatieverschil in 2011 was dan weer licht in het voordeel van België (-0,1 procentpunt). Het dient dus onderstreept te worden dat behalve de niet-bewerkte levensmiddelen alle productgroepen in 2011 een positieve bijdrage leverden tot het inflatieverschil ten nadele van België. Tabel 2: HICP en voornaamste componenten in België en in de drie voornaamste buurlanden in 2011 (Veranderingspercentage ten opzichte van 2010, tenzij anders vermeld) België Gewicht in 2011 (in %) Gemiddelde van Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde de buurlanden België buurlanden Onderliggende inflatie 1,9 1,4 1,5 1,3 1,8 80,7 82,7 Bewerkte levensmiddelen 3,1 2,9 3,0 2,9 2,7 13,6 11,7 Niet-energetische industriële goederen 1,0 0,7 1,0 0,5 0,6 28,5 29,0 Diensten 2,2 1,5 1,4 1,6 2,4 38,6 42,0 Energie 17,0 10,4 10,0 12,0 7,9 11,0 11,0 Niet-bewerkte levensmiddelen 0,2 1,5 1,4 1,4 2,0 8,3 6,3 HICP 3,5 2,4 2,5 2,3 2,5 100,0 100,0 Bronnen: EC, FOD Economie 15

16 I.2 Energie I.2.1 De inflatie voor energie in België Na een gemiddelde stijging van 10 % in 2010, bleven de energieprijzen in 2011 verder stijgen. Zo moest de consument in 2011 gemiddeld 17 % meer uitgeven voor energiedragers dan het jaar voordien. In het vierde kwartaal van 2011 nam het groeitempo van de energieprijzen op jaarbasis echter lichtjes af: de gemiddelde inflatie kwam dan uit op 16,3 %. Afgelopen december bedroeg ze zelfs maar 13,5 %. Terwijl in 2010 nog de consumptieprijzen voor olieproducten (motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen) aanzienlijk sterker gestegen waren dan in 2009, waren het in 2011 vooral gas en elektriciteit (producten waarvan de prijzen iets later reageren op prijsschommelingen van de grondstoffen) die hun prijstoenames zagen versnellen ten opzichte van een jaar eerder, en zo een sterke inflatiedruk uitoefenden in de loop van het verslagjaar. De invloed van alle energiedragers op de totale inflatie kwam uit op 1,9 procentpunt in 2011 (waarvan 0,7 procentpunt voor rekening van gas en elektriciteit), waardoor ze meer dan de helft bijdragen tot de gemiddelde stijging van de consumptieprijzen. Tabel 3: Recent verloop van de prijzen voor energiedragers (Veranderingspercentage ten opzichte van de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) IV p.m Gewicht IV I II III IV Okt Nov Dec in 2011 (in %) Brandstoffen voor wegvervoer -15,7 14,9 15,6 14,5 17,7 15,3 15,7 14,0 16,2 15,9 10,0 41,4 Vloeibare brandstoffen -34,9 28,0 27,8 26,2 33,2 25,2 26,6 26,8 26,0 32,8 22,1 12,9 Vaste brandstoffen 4,7 0,9 2,6 1,6 2,0 2,5 2,6 3,0 3,1 3,2 2,8 0,6 Elektriciteit -3,8 4,1 11,8 6,9 7,2 11,9 15,0 13,0 13,5 13,0 12,4 25,1 Gas -9,5-1,7 19,1 20,0 18,8 20,6 20,0 17,3 17,3 17,6 17,0 20,1 Totaal energiedragers -14,0 10,0 17,0 15,3 17,4 16,5 18,0 16,3 17,4 17,9 13,5 100,0 Bronnen: EC, FOD Economie, ADSEI De evolutie van de olieprijzen op de internationale markten bepaalt grotendeels de variaties in de consumptieprijzen van de energiedragers. Van begin 2009 tot april 2011 kenden de olieprijzen een bijzonder sterke stijging (de prijs van een vat ging van $ 43,9 tot $ 123,6 tussen januari 2009 en april 2011, een stijging van 182 %), waardoor de consumptieprijzen van de verschillende energieproducten aanzienlijk stegen. Tussen mei en december 2011 gingen de prijzen vervolgens lichtjes naar beneden: de prijs van een vat daalde opnieuw tot $ 108,1, een daling van 13 %. Gemiddeld stegen de olieprijzen in 2011 daardoor tot $ 111, een stijging van 39,6 % ten opzichte van De waardestijging van de euro ten opzichte van de dollar (5 %) zorgde ervoor dat de gemiddelde prijsstijging van een vat Brentolie in euro in 2011 gemiddeld 33 % bedroeg. De scherpe stijging van de olieprijzen kan worden verklaard door een aanhoudende toename van de wereldwijde consumptie dankzij de vraag uit de opkomende landen. Bovendien hebben de politieke spanningen in het Midden-Oosten en in Noord-Afrika tijdens het eerste semester van 2011 de situatie verergerd, doordat ze onrust veroorzaakten over het olieaanbod. In het tweede semester werd de stijging van de olieprijzen echter afgeremd door de vertraging van de wereldwijde economische groei. Sinds november stijgen de olieprijzen opnieuw door de toenemende spanningen over het Iraanse nucleaire programma. De brandstoffen voor wegvervoer en de vloeibare brandstoffen, waarvan de prijzen vrijwel meteen reageren op de schommelingen in de noteringen voor aardolie, zijn in 2011 gemiddeld met respectievelijk 15,6 % en 27,8 % gestegen ten opzichte van het jaar voordien. De maximumprijs van diesel bedroeg gemiddeld 1,44 euro per liter in 2011 (inclusief btw), 24 eurocent meer dan een jaar voordien. In november bereikten de prijzen zelfs een recordpeil van 1,50 euro/liter (inclusief btw). Benzine (super 95) behaalde in 2011 een gemiddelde maximumprijs van 1,60 euro/liter (inclusief btw), een stijging van 15 eurocent in vergelijking met Een piek werd bereikt in april en mei, met een prijs van 1,65 euro/liter (inclusief btw). 16

17 Het positieve cliquetsysteem, dat vanaf 1 januari 2010 opnieuw werd ingevoerd, bleef ook in 2011 van toepassing. Dat systeem, dat uitsluitend voor diesel wordt toegepast, zorgt ervoor dat wanneer de officiële maximumprijs daalt, de accijnzen worden verhoogd met de helft van de prijsdaling zonder btw. Het systeem werd vijf keer toegepast in , vooraleer in mei de voorziene maximumstijging van 4 eurocent/liter (exclusief btw) bereikt werd. Bovendien riep de vorige federale regering het omgekeerde cliquetsysteem 9 terug in het leven om de prijsstijgingen van motorbrandstoffen te beperken. Dat systeem was van toepassing van 12 mei 2011 tot eind 2011 en voorzag een vermindering van de accijnzen met eenzelfde waarde als de toename van de btwontvangsten bij stijgende brandstofprijzen en dit van zodra de prijzen voor diesel boven de 1,5 euro/liter uitkomen en de prijzen voor loodvrije benzine boven de 1,7 euro/liter liggen. Het systeem werd in 2011 twee keer toegepast op diesel, waardoor die op 10 november met 0,24 eurocent/liter daalde en op 17 november met 0,28 eurocent/liter. Het mechanisme werd niet toegepast voor benzine, omdat de drempel van 1,70 euro/liter niet bereikt werd. Grafiek 5: Consumptieprijzen voor energie (Index 2005=100) jan/06 apr/06 jul/06 Bronnen: EC, FOD Economie, ADSEI okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 Elektriciteit Gas Vloeibare brandstoffen Motorbrandstoffen Totaal energiedragers Brent (euro) De consumptieprijzen voor gas en elektriciteit worden beïnvloed door de leveranciersprijzen voor energie ( energiecomponent ), die zich na enige tijd aan de prijsschommelingen voor ruwe olie aanpassen, door de prijzen van het distributienetwerk en het transport, en door verschillende belastingen en taksen 10. Na de liberalisering van de energiemarkt, wordt de verkoopprijs van de component energie door de leveranciers vrij bepaald. Zij bepalen hun eigen tariefformules (gebaseerd op maandelijkse indexeringen of een vaste prijs 8 De vijf aanpassingen waren de volgende: 11,60 euro/1000 liter op 4 januari, 6,20 euro/1000 liter op 25 januari, 5,80 euro/1000 liter op 20 april, 14,10 euro/1000 liter op 6 mei, en 2,30 euro/1000 liter op 13 mei. 9 Het omgekeerde cliquetsysteem staat in de programmawet van Het gewicht van de verschillende componenten kan sterk verschillen al naargelang het type klant (consumptieprofiel en spanningsniveau van de aansluitingen), de distributiezones, de regio s en de leveranciers. 17

18 voor een tot drie jaar), indexparameters en wegingscoëfficiënten. De nettarieven daarentegen worden sinds het exploitatiejaar 2009 goedgekeurd voor een periode van vier jaar door de CREG, maar worden tijdens de regulatoire periode van vier jaar wel geïndexeerd en kunnen in bepaalde gevallen worden aangepast 11. De consumptieprijzen voor elektriciteit zijn in stijgende lijn sinds het derde kwartaal van Het prijsstijgingstempo op jaarbasis versnelde, en bereikte gemiddeld 11,8 % in 2011 tegenover 4,1 % in De consument betaalde in het derde kwartaal van 2011 zelfs 15 % meer dan een jaar voordien. In het laatste kwartaal van het jaar vertraagde de inflatie echter lichtjes (13 %). Om de evolutie van de verschillende componenten van de elektriciteitsprijs beter te kunnen evalueren, heeft het Prijzenobservatorium een eigen indicator uitgewerkt, die gebaseerd is op de tariefevolutie van de belangrijkste energieleveranciers. De toegepaste methodologie wordt voorgesteld in de box (blz. 20). De indicator "gemiddelde Belgische elektriciteitsfactuur" laat toe om vast te stellen dat de prijsstijging van elektriciteit in 2011 hoofdzakelijk het gevolg is van het maandelijkse indexatiesysteem van de energieprijzen (die 35 % van de prijsstijging verklaart) en van de verhoging van de nettarieven (die 45 % van de prijsstijging verklaart). Meer specifiek bedroeg het groeitempo van de energiecomponent op jaarbasis in 2011 gemiddeld 10,9 %, en dit ondanks een zekere vertraging in het laatste kwartaal (7,5 %) in vergelijking met de overeenkomstige periode in Deze component vertegenwoordigt in 2011 gemiddeld 40,2 % (9,25 eurocent/kwh) van de totale elektriciteitsfactuur. Al verschillende jaren gebruiken diverse leveranciers de parameter Nc voor de indexering van hun tarieven. Deze parameter houdt rekening met de evolutie van de prijs van brandstoffen voor de productie van elektriciteit op het Belgische netwerk. De Nc wordt echter berekend via een formule uitgewerkt op basis van het Belgische productiepark in Hij houdt dus geen rekening met recente evoluties op de elektriciteitsmarkt, zoals de aankoop van elektriciteit op de Belpex- en Endex-beurzen, de import van elektriciteit, de productie op basis van hernieuwbare energiebronnen, de afbouw van de elektriciteitsproductie op basis van steenkool, de stijging van de productie op basis van aardgas,. Bovendien wordt de representativiteit van de parameter Nc nog verder verminderd door de evolutie van prijsbepalingsmechanismen en bevoorradingscontracten voor energie. Na een grondige studie naar de kwaliteit van deze parameter 12, besloot de CREG dat de relevantie ervan niet langer gegarandeerd was. Sinds april 2011 heeft de CREG de beslissing genomen om de parameter niet langer te publiceren. Hoewel verschillende leveranciers hun tariefformules hebben aangepast, kan vastgesteld worden dat de historische operator zijn formules nog niet heeft veranderd (en daarvoor zelf de parameter Nc berekent). De prijsaanpassingen bij sommige leveranciers, die het resultaat zijn van een automatisch indexeringsmechanisme, weerspiegelen met andere woorden niet noodzakelijk de evolutie van hun kosten. De nettarieven gingen dit jaar sterk naar omhoog: hun groeitempo op jaarbasis lag zo op 14,8 %. De nettarieven zijn gemiddeld gestegen tot 9,10 eurocent/kwh, goed voor 39,6 % van de totaalfactuur in De toename van de nettarieven kan door verschillende factoren worden verklaard. In de eerste helft van 2011 werden de distributietarieven verhoogd door het indexatiemechanisme van die tarieven en door het feit dat sommige netbeheerders de kost voor de uitvoering van openbare dienstverplichtingen laattijdig ingevoerd hebben (+3,4 % tussen begin 2010 en begin 2011). De sterke stijging van de distributietarieven in 2011 wordt echter hoofdzakelijk verklaard door een stijging van de distributietarieven in het Vlaamse Gewest. De CREG keurde namelijk de tariefverhogingen goed van Eandis en Infrax (distributiebedrijven in het Vlaamse Gewest) als gevolg van het succes van de investeringen in zonnepanelen. Eandis en Infrax moesten immers 11 De netbeheerders kunnen immers hun tarieven aanpassen wanneer er wordt overgeschakeld naar nieuwe diensten en/of bestaande diensten worden aangepast. Ze kunnen eveneens hun tarieven herzien in uitzonderlijke omstandigheden die buiten de wil van de netbeheerder voorkomen. Bovendien evolueren de bestanddelen van het totale inkomen van de netbeheerder, die overeenkomen met de uitgaven die door de tarieven worden gedekt, tijdens de regulatoire periode op basis van een indexatiemechanisme zoals gedefinieerd in de koninklijke besluiten die daarop betrekking hebben. 12 CREG, De kwaliteit van de Nc - parameter, 9 september

19 meer betalen dan aanvankelijk voorzien voor groenestroomcertificaten van energieproducenten. Die tariefverhoging werd in de eerste helft van 2011 doorgevoerd (mei 2011 voor Eandis, juni 2011 voor Infrax) 13. De stijging van de distributietarieven heeft een niet te verwaarlozen permanente impact op het prijsniveau, in tegenstelling tot een stijging van de energiecomponent, waarvan de evolutie normaal gezien symmetrisch aan de schommelingen van de energetische grondstoffen verloopt. De component taksen en belastingen" oefende tot slot een beperkte invloed uit op de evolutie van de consumptieprijzen. Ondanks een stijging met 12,1 % verklaart ze 2,7 % van de prijsstijging. De belasting op de toegevoegde waarde (btw) tenslotte bepaalt 17,4% van de prijsstijging van elektriciteit tussen 2010 en Zo kostte de totale elektriciteitsfactuur voor een gezin met een verbruik van kwh gemiddeld 804,9 euro in 2011, een stijging met 91,2 euro in vergelijking met Grafiek 6A: Indicator voor een gemiddelde elektriciteitsfactuur en zijn componenten (In eurocent/kwh) K1/2010 K2/2010 K3/2010 K4/2010 K1/2011 K2/2011 K3/2011 K4/ Energieprijs Nettarieven Taksen en heffingen Btw (21 %) Bronnen: VREG, CWaPE, BRUGEL, FOD Economie, eigen berekeningen Opm. 1: Op de elektriciteitsfactuur dekken de nettarieven de kosten voor het gebruik van de distributienetwerken en voor het transport. Opm. 2: De hoeveelheid gratis elektriciteit die in het Vlaamse Gewest wordt toegekend, werd opgenomen in de energiecomponent. De consumptieprijzen voor gas werden in 2011 voor de consument gemiddeld 19,1 % duurder dan het jaar voordien. Het prijsstijgingstempo vertraagde echter in de loop van het jaar en de inflatie kwam in het vierde kwartaal uit op 17,3 %. Om de evolutie van de verschillende componenten van de gasprijs op de voet te kunnen volgen, heeft het Prijzenobservatorium net als voor elektriciteit een eigen indicator uitgewerkt die gebaseerd is op de evolutie van de tarieven van de voornaamste gasleveranciers (de toegepaste methodologie wordt voorgesteld in de box op pagina 20). De indicator "gemiddelde Belgische gasfactuur" geeft aan dat de prijsstijging voor gas in 2011 hoofzakelijk te wijten is aan het effect van de maandelijkse indexaties van de parameters die gebruikt worden in de formules van de energieleveranciers (die 74,8 % van de prijsstijging voor gas in 2011 verklaart). Meer specifiek bedraagt het prijsstijgingstempo op jaarbasis van de energiecomponent gemiddeld 25,6 % in Zijn aan- 13 Zie ook de verslagen van het tweede en derde kwartaal

Prijzenobservatorium: Historiek en werking

Prijzenobservatorium: Historiek en werking Prijzenobservatorium: Historiek en werking Seminarie FEVIA - BABM 17 september 2013 Peter Van Herreweghe Agenda 1. Prijzenobservatorium : Historiek en taken 2. Werking : Gegevens, aanpak, procedure, timing

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2015 De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex stijgt in november naar 1,4%, ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 1. Consumptieprijsindex Brussel, 27 september 2012 De consumptieprijsindex stijgt in september 2012 met 0,21 punt ten opzichte van vorige maand en bedraagt

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in november 1,7% ten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM INLEIDING Zoals bepaald in de wet van 8 maart

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - september 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in september 1,8% ten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - augustus 2017 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in augustus 2,0% ten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: I. TOTALE INFLATIE PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Voorwoord In het tweede kwartaalverslag van

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Totale inflatie in 2017 FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Voorwoord Met de publicatie in augustus van

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Studie (BRUGEL-STUDIE-20171208-25) Betreffende de OBERVATORIUM VAN DE PRIJZEN PROFESSIONELE KLANTEN 2009-2016-Executive summary Opgesteld

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Analyse van de prijzen: derde kwartaalverslag 2009 van het Instituut voor de nationale rekeningen Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel Ondernemingsnummer: 0314.595.348

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM 2 INLEIDING Met dit document publiceert het INR voor

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Deel I. De totale inflatie in 2018 PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent

Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent Persbericht PB14-001 9 januari 2014 9.30 uur Inflatie stijgt in december naar 1,7 procent - Prijzen van benzine en kleding verhogen inflatie - Inflatie in 2013 gemiddeld 2,5 procent - Inflatie eurozone

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 11 januari 2019 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

Laagste inflatie sinds november 2010

Laagste inflatie sinds november 2010 Persbericht PB13-067 7 november 2013 9:30 uur Laagste inflatie sinds november 2010 - Inflatie daalt sterk naar 1,6 procent - Effect btw op inflatie uitgewerkt - Nederlandse inflatie blijft hoger dan in

Nadere informatie

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Inflatie daalt licht naar 1,5 procent

Inflatie daalt licht naar 1,5 procent Persbericht PB13 077 5 december 2013 9:30 uur Inflatie daalt licht naar 1,5 procent Pakketreizen en voeding verlagen inflatie Benzine verhoogt inflatie Inflatie eurozone stijgt De inflatie is in november

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt naar 2,4 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt naar 2,4 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-029 10 mei 2012 9.30 uur Inflatie daalt naar 2,4 procent Inflatie omlaag door voeding en tabak Vakanties duurder Inflatie in Nederland nog steeds hoger

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Voorwoord In dit verslag van het Prijzenobservatorium

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-007 11 februari 2010 9.30 uur Inflatie omlaag door gas en elektriciteit Energie ruim 17 procent goedkoper dan een jaar eerder Voeding goedkoper Nederlandse

Nadere informatie

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar Persbericht PB15-001 8 januari 2015 9.30 uur CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar Inflatie december daalt naar 0,7 procent Goedkopere autobrandstoffen verlagen inflatie Inflatie eurozone

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,1 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,1 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-034 10 mei 2011 9.30 uur Inflatie stijgt naar 2,1 procent Inflatie stijgt vooral door duurdere benzine Tabak, voedingsmiddelen en koffie ook duurder

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-001 6 januari 2011 9.30 uur Inflatie gestegen naar 1,9 procent Duurdere autobrandstoffen verhogen inflatie Inflatie in 2010 gemiddeld 1,3 procent Inflatie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 Inflatie bedraagt in december 1,50% Consumptieprijsindex van december 2015 o De inflatie daalt in december van 1,52% naar 1,50%. o De gemiddelde inflatie van 2015

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016 01/2007 05/2007 09/2007 01/2008 05/2008 09/2008 01/2009 05/2009 09/2009 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015

Nadere informatie

CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties

CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties Persbericht PB14-029 8 mei 2014 9.30 uur CBS: inflatie omhoog door autobrandstoffen en vakanties Inflatie stijgt van 0,8 procent naar 1,2 procent Inflatie omhoog na drie maanden daling Verschil met eurozone

Nadere informatie

Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk

Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk Persbericht PB14-008 13 februari 2014 9.30 uur Inflatie daalt Inflatie in januari 1,4 procent Halvering in halfjaar tijd Inflatie Nederland en eurozone nagenoeg gelijk De inflatie is in januari 2014 gedaald

Nadere informatie

Persbericht. Dure benzine verhoogt inflatie. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Dure benzine verhoogt inflatie. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-026 8 april 2010 9.30 uur Dure benzine verhoogt inflatie Inflatie in maart omhoog door prijsstijging benzine Groenteprijzen stijgen door strenge winter

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de Nationale Rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt December 0 Het doel van dit document bestaat erin de evolutie van de prijs van de elektriciteit verkocht aan de beschermde klanten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-064 7 oktober 2010 9.30 uur Inflatie licht omhoog naar 1,6 procent Inflatie iets omhoog door prijsontwikkeling benzine Nederlandse inflatie blijft lager

Nadere informatie

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent Persbericht PB14-046 7 augustus 2014 9.30 uur CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent Inflatie in juli onveranderd laag op 0,9 procent Huren weer fors omhoog Inflatie eurozone gedaald De inflatie in

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in december licht gestegen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in december licht gestegen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-001 10 januari 2013 9.30 uur Inflatie in december licht gestegen Inflatie in december 2,9 procent Prijzen van voedingsmiddelen verhogen inflatie Inflatie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie stijgt naar 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-062 6 oktober 2011 9.30 uur Inflatie stijgt naar 2,7 procent Inflatie hoger door duurdere kleding en benzine Telefoon- en internetdiensten drukken de

Nadere informatie

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent Persbericht PB14 054 4 september 2014 9.30 uur CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent Prijsontwikkeling vliegtickets en kleding verhoogt inflatie Weinig impact boycot Rusland op prijzen voor consument

Nadere informatie

Jaarlijks evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit

Jaarlijks evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit Jaarlijks evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit Mechanisme ingevoerd door de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 4 de kwartaal 2012 + Januari 2013 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie opnieuw hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie opnieuw hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-078 3 december 2009 9.30 uur Inflatie opnieuw hoger Benzineprijs verhoogt inflatie in november Inflatie in Nederland en eurozone nu vrijwel gelijk De

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt, huurstijging historisch laag. Daling gasprijs sterkste in jaren

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt, huurstijging historisch laag. Daling gasprijs sterkste in jaren Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-056 9 augustus 2007 9.30 uur Inflatie daalt, huurstijging historisch laag De inflatie is in juli 2007 gedaald naar 1,5 procent. Dat is 0,2 procentpunt

Nadere informatie

Inflatie zakt naar 0,8 procent

Inflatie zakt naar 0,8 procent Persbericht PB14-022 10 april 2014 9.30 uur Inflatie zakt naar 0,8 procent Laagste inflatie in bijna vier jaar tijd Tabak en identiteitsbewijzen drukken inflatie Kleding goedkoper De inflatie is in maart

Nadere informatie

Energieprijzen en energiearmoede. S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont

Energieprijzen en energiearmoede. S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont Energieprijzen en energiearmoede S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont Jean-Marc Delporte stond in voor de coördinatie. Met dank aan Chantal Binotto, Marie Castaigne, Lien Tam Co, Vincent Coutton,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds 1987

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds 1987 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-052 6 augustus 2009 9.30 uur Laagste inflatie sinds 1987 Inflatie duikt naar 0,2 procent Prijsdaling gas verlaagt inflatie met 1,0 procentpunt Huurstijging

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie lager in december

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie lager in december Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-001 5 januari 2012 9.30 uur Inflatie lager in december Inflatie in december omlaag naar 2,4 procent Benzineprijzen en beltarieven verlagen inflatie Inflatie

Nadere informatie

Inflatie en indexering in België : oorzaken en mogelijke gevolgen van de huidige inflatieopstoot

Inflatie en indexering in België : oorzaken en mogelijke gevolgen van de huidige inflatieopstoot INFLATIE INFLATIE EN INDEXERING EN INDEXERING BELGIË IN : BELGIË OORZAKEN : OORZAKEN MOGELIJKE EN MOGELIJKE GEVOLGEN GEVOLGEN VAN DE VAN HUIDIGE DE HUIDIGE INFLATIEOPSTOOT INFLATIEOPSTOOT Inflatie en indexering

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september 2,0 procent. Inflatie afgelopen halfjaar vrijwel stabiel

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september 2,0 procent. Inflatie afgelopen halfjaar vrijwel stabiel Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-195 30 oktober 2003 9.30 uur Inflatie in september 2,0 procent De inflatie in Nederland is in september 2003 uitgekomen op 2,0 procent. Dat is een lichte

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex juni

Persbericht. Consumentenprijsindex juni Persbericht PB99-176 9 juli 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex juni De consumentenprijzen zijn tussen mei en juni met 0,4 procent gedaald. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Vergeleken met vorig jaar

Nadere informatie

Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit

Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit Mechanisme ingevoerd door de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in december gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Prijzen in december gedaald. Inflatie naar laag niveau

Persbericht. Inflatie in december gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Prijzen in december gedaald. Inflatie naar laag niveau Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-002 8 januari 2004 9.30 uur Inflatie in december gedaald De inflatie in Nederland is in december 2003 uitgekomen op 1,7 procent. Dit is de laagste uitkomst

Nadere informatie

MAXIMUMPRIJZEN VOOR BENZINE EN DIESEL EN KORTINGEN AAN DE POMP

MAXIMUMPRIJZEN VOOR BENZINE EN DIESEL EN KORTINGEN AAN DE POMP Instituut voor de nationale rekeningen MAXIMUMPRIJZEN VOOR BENZINE EN DIESEL EN KORTINGEN AAN DE POMP FOCUS TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Nadere informatie

CBS: inflatie blijft laag

CBS: inflatie blijft laag Persbericht PB14 039 10 juni 2014 9.30 uur CBS: inflatie blijft laag Inflatie in mei 0,8 procent Vakanties en voedingsmiddelen goedkoper Autobrandstoffen duurder De inflatie in mei was 0,8 procent. Na

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Inflatie

Hoofdstuk 3: Inflatie Hoofdstuk 3: Inflatie 3.1. Begrippen A. Inflatie is een algemene prijsstijging of een stijging van het algemene prijspeil over een langere periode. De levensduurte stijgt. De waarde van het geld kunnen

Nadere informatie

CBS: inflatie stijgt licht

CBS: inflatie stijgt licht Persbericht PB14-042 10 juli 2014 9.30 uur CBS: inflatie stijgt licht Inflatie in juni 0,9 procent Kleding, vakanties en vliegtickets verhogen inflatie Verschil met eurozone kleiner De inflatie in juni

Nadere informatie

Verloop van de kostprijs. van een zichtrekening tot

Verloop van de kostprijs. van een zichtrekening tot Verloop van de kostprijs van een zichtrekening 01.01.2011 tot 01.01.2016 De studie werd afgesloten op 26 mei 2016. Auteurs zijn: Jean-Paul Theunissen, Mathias Ingelbrecht, Peter Van Herreweghe FOD Economie,

Nadere informatie

CBS: Inflatie weer onder de 1 procent

CBS: Inflatie weer onder de 1 procent Persbericht PB14-059 9 oktober 2014 9.30 uur CBS: Inflatie weer onder de 1 procent Inflatie in september 0,9 procent Vliegtickets verlagen inflatie Inflatie in Nederland iets lager dan in de eurozone De

Nadere informatie

WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN?

WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN? Instituut voor de nationale rekeningen WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN? FOCUS DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Van dit persbericht is een herziene versie verschenen (zie persbericht PB04-036)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Van dit persbericht is een herziene versie verschenen (zie persbericht PB04-036) Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-035 11 maart 2004 9.30 uur Van dit persbericht is een herziene versie verschenen (zie persbericht PB04-036) Inflatie in februari gedaald naar 1,2 procent

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2010 60%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2010 60% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2010 20% 80% 60% 40% Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 1210 BRUSSEL Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999 Persbericht PB99-085 9 april 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex maart 1999 In maart was de consumentenprijsindex 0,9 procent hoger dan in februari. De stijging is vooral een gevolg van de stijging van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie weer onder 3 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie weer onder 3 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-072 6 november 2008 9.30 uur Inflatie weer onder 3 procent Inflatie lager door sterkste daling benzineprijs in dertig jaar Ook inflatie eurozone flink

Nadere informatie