ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM"

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

2 Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Peter Van Herreweghe City Atrium Vooruitgangstraat Brussel Tel.: Peter.Vanherreweghe@economie.fgov.be 2

3 Inleiding In dit verslag wordt het verloop van de consumptieprijzen in België in het derde kwartaal 2013 onderzocht. Zoals bepaald in de wet van 8 maart 2009 werd deze taak van prijsobservatie en prijsanalyse toevertrouwd aan de FOD Economie voor rekening van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR). Met de Wet van 3 april 2013, houdende de invoeging van boek V in het Wetboek van economisch recht (getiteld De mededinging en de prijsevoluties ), wordt gesteld dat het Prijzenobservatorium onderzoek kan uitvoeren vanuit de invalshoeken prijsverloop, prijsniveau, marges en tenslotte marktwerking. Het spreekt voor zich dat het Prijzenobservatorium deze verschillende benaderingen zoveel mogelijk zal integreren in zijn toekomstige verslagen. Het derde kwartaalverslag 2013 focust op de totale inflatie in België en het prijsstijgingstempo van de vijf grote productgroepen: energiedragers, bewerkte en niet-bewerkte levensmiddelen, diensten en tenslotte industriële, niet-energetische goederen. Voor elke productgroep wordt eerst de inflatie in België toegelicht, welke vervolgens vergeleken wordt met die in de buurlanden. Het geharmoniseerd indexcijfer der consumptieprijzen (GICP), dat opgesteld wordt conform de Europese methodologie, vormt veruit de belangrijkste gegevensbron voor het verslag. De analyse werd uitgebreid met detailgegevens van de nationale consumptieprijsindex of met andere statistieken van officiële instanties (IMF, EC, ). De Raad van Bestuur van het INR heeft dit verslag goedgekeurd op 25 oktober en het Wetenschappelijk Comité voor prijsobservatie en -analyse verleende op 30 oktober een gunstig advies. 3

4 Inhoudstafel Inleiding... 3 Inhoudstafel... 4 Samenvatting... 5 I Totale inflatie in het derde kwartaal I.1 Totale inflatie in België... 7 I.2 Totale inflatie in de voornaamste buurlanden II Inflatie voor energie in het derde kwartaal II.1 Inflatie voor energie in België II.2 Inflatie voor energie in de voornaamste buurlanden Focus: Evolutie en niveau van de elektriciteits- en aardgasprijzen in België en in de buurlanden III Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in het derde kwartaal III.1 Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in België Focus: Accijnzen voor alcoholische dranken en tabak III.2 Inflatie voor bewerkte levensmiddelen in de voornaamste buurlanden IV Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in het derde kwartaal IV.1 Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in België IV.2 Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in de voornaamste buurlanden V Inflatie voor diensten in het derde kwartaal V.1 Inflatie voor diensten in België V.2 Inflatie voor diensten in de voornaamste buurlanden VI Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in het derde kwartaal VI.1 Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in België VI.2 Inflatie voor niet-energetische industriële goederen in de voornaamste buurlanden Lijst van afkortingen Bijlagen Bijlage 1A: Overzicht van de producten en diensten waarvan de prijzen tussen het derde kwartaal 2012 en 2013 het sterkst zijn veranderd Bijlage 1B: Overzicht van de producten en diensten waarvan de prijzen in het derde kwartaal 2013 de grootste impact op de inflatie hebben Bijlage 2: Inflatie in het derde kwartaal 2013 zonder en met gewijzigde indirecte belastingen in België en de drie buurlanden

5 Samenvatting 1. De totale inflatie bleef in het derde kwartaal 2013 stabiel op gemiddeld 1,2 % (gemeten aan de hand van het GICP). De neerwaartse impact van de energieproducten (elektriciteit, aardgas, motorbrandstoffen en huisbrandolie) op de totale inflatie viel het afgelopen kwartaal iets terug tot 0,5 procentpunt. 2. De onderliggende inflatie liep het afgelopen kwartaal iets op en kwam gemiddeld uit op 1,8 % (tegen 1,7 % in het voorgaande kwartaal). Voor diensten en niet-energetische industriële goederen, was er immers een toename van het prijsstijgingstempo, welke slechts gedeeltelijk gecompenseerd werd door een lagere inflatie van bewerkte levensmiddelen. Bij de twee productgroepen die geen deel uitmaken van de onderliggende inflatie, was de jaar-op-jaar prijsdaling voor energetische producten dit kwartaal minder uitgesproken dan in het voorgaande en viel de inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen fors terug. 3. Anders dan in België, nam de totale inflatie in onze voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) toe tot gemiddeld 1,5 % in het derde kwartaal 2013 (dus een inflatieverschil ten gunste van België ten belope van 0,3 procentpunt). Het verschillende prijsverloop voor energieproducten lag opnieuw aan de basis van de lagere totale inflatie in België. Alle andere productgroepen hadden voor België een ongunstige, zij het beperkte(allen 0,1 procentpunt), impact op het inflatieverschil. De onderliggende inflatie nam ook toe in onze voornaamste buurlanden (van gemiddeld 1,1 % tot 1,4 %), maar ze bleef wel lager dan in België (hoewel het verschil in onderliggende inflatie iets terug liep). 4. In België viel de jaar-op-jaar prijsdaling voor energieproducten in het derde kwartaal 2013 terug tot gemiddeld 4,7 % (tegen een daling met 5,4 % in het tweede kwartaal). De koers voor ruwe aardolie, uitgedrukt in dollar, kwam het afgelopen kwartaal weliswaar iets hoger uit dan in de overeenstemmende periode in 2012, maar dankzij de waardevermeerdering van de euro ten opzichte van de dollar kwam de aardoliekoers uitgedrukt in euro 4,2 % lager uit dan vorig jaar (tegen 6,9 % lager in het tweede kwartaal). Als gevolg daarvan, was ook de inflatie voor motorbrandstoffen (-4,6 % tegen -5,5 % in het tweede kwartaal) en huisbrandolie (-5,3 % tegen -7,7 % in het tweede kwartaal) minder uitgesproken. Ten opzichte van het overeenstemmende kwartaal 2012, kwamen de elektriciteitsprijzen 1,0 % lager uit (net zoals het voorgaande kwartaal). De neerwaartse impact van de jaar-op-jaar prijsdaling van de energiecomponent (-10,9 %) werd immers grotendeels teniet gedaan door de stijging op jaarbasis van de netwerktarieven (+5,9 %). De consumptieprijzen voor aardgas lagen het afgelopen kwartaal 9,5 % lager dan verleden jaar (tegen een jaar-opjaarprijsdaling van 9,2 % in het tweede kwartaal), als gevolg van de prijsdaling van de energiecomponent (- 14 %), bij nagenoeg gelijk gebleven netwerktarieven. 5. Het prijsstijgingstempo voor energie nam verder af in onze buurlanden, maar het bleef positief (gemiddeld 1,2 % in het derde kwartaal 2013, tegen 1,5 % in het voorgaande). Alle energiedragers hebben bijgedragen aan het inflatieverschil voor energie in het voordeel van België, maar de grootste bijdrage kwam van elektriciteit en gas. Wat het prijsniveau betreft, lag, volgens de meest recente cijfers van de CREG, de elektriciteits- en aardgasprijs in september 2013 respectievelijke 4,0 en 3,7 % lager in België dan gemiddeld in onze voornaamste buurlanden (tegen respectievelijke 1,2 en 3,0 % lager in juni), terwijl voor gas 3,7 % minder betaald werd in België (tegen -3,0 % in juni). Met elk land afzonderlijk blijven wel uitgesproken prijsverschillen bestaan. 6. De diensteninflatie in België steeg tot 1,9 % in het derde kwartaal 2013 (tegen 1,7 % in het tweede kwartaal), voornamelijk ten gevolge van de categorieën reizen en communicatie. Deze productgroep zorgde voor de belangrijkste bijdrage tot de totale inflatie (0,8 procentpunt), mede door het grote gewicht in de gehele consumptiekorf (bijna 40 %). Ook in onze buurlanden versnelde het prijsstijgingstempo voor diensten (van gemiddeld 1,2 % naar 1,5 %), maar de inflatie bleef er dus lager dan in België. 5

6 7. Nadat de inflatie voor bewerkte levensmiddelen gestabiliseerd was in het tweede kwartaal (op 3,4 %), viel het prijsstijgingstempo het afgelopen kwartaal terug tot gemiddeld 3,1 %. De bijdrage tot de totale inflatie kwam uit op 0,4 procentpunt. Binnen deze productgroep, versnelde de inflatie enkel voor de categorie alcoholhoudende dranken (hogere accijnzen) en oliën en vetten. In onze buurlanden nam de inflatie voor deze productgroep toe tot gemiddeld 2,8 % (tegen 2,0 % in het voorgaande kwartaal). Vooral brood en granen (3,2 % in België tegen gemiddeld 1,5 % in onze buurlanden) en wijn (5,8 % tegen 2,2 %) hebben het afgelopen kwartaal een belangrijke bijdrage geleverd aan het inflatieverschil in het nadeel van België voor deze productgroep. 8. Na een inflatiepiek in het tweede kwartaal van 2013 (+6,8 %) vertraagde het prijsstijgingstempo van de groep niet-bewerkte levensmiddelen het afgelopen kwartaal tot gemiddeld 4,4 %. De minder uitgesproken prijsbewegingen van groenten, fruit en vis liggen aan de basis van de inflatievertraging. Ook in onze buurlanden nam de inflatie voor deze productgroep af en ze kwam net zoals in België uit op gemiddeld 4,4 %. 9. De inflatie voor niet-energetische industriële goederen in België bedroeg 0,9 % in het derde kwartaal 2013 (tegen 0,8 % in het tweede kwartaal), in onze buurlanden vertraagde ze daarentegen tot gemiddeld 0,5 %. 6

7 I Totale inflatie in het derde kwartaal I.1 Totale inflatie in België Gemeten aan de hand van het GICP en met als basisjaar 2005=100, kwam het algemene consumptieprijspeil in september 2013 uit op 120,1, iets hoger dan in juni. De index van de onderliggende inflatie, die geen rekening houdt met het prijsverloop van de niet-bewerkte levensmiddelen en energetische producten, klom licht op tot 116,6. Beide curves vertoonden in juli een knik naar beneden als gevolg van de soldenperiode en ook in september was er telkens een kleine correctie. Aan de, sinds september 2012, voornamelijk neerwaarts gerichte trend van de consumptieprijzen voor energiedragers kwam het afgelopen kwartaal een einde. De totale inflatie bleef in het derde kwartaal 2013 stabiel op 1,2 %, en in september bedroeg ze amper 1,0 %. De jaar-op-jaar prijsdaling voor energiedragers in het derde kwartaal 2013 was iets minder uitgesproken dan in het voorgaande kwartaal (-5,4 % in het tweede kwartaal 2013, tegen -4,7 % het afgelopen kwartaal). Grafiek 1A: Recent verloop van het GICP, de onderliggende inflatie en de consumptieprijzen voor energiedragers (Index 2005=100) GICP (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) 1 De gemiddelde inflatie voor een kwartaal wordt berekend als de procentuele variatie van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van het betrokken kwartaal ten opzichte van het rekenkundige gemiddelde van de indexcijfers van het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar. 2 Omwille van de vergelijkbaarheid met de evoluties in andere Europese landen gebeurt de analyse op grond van het geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfer (GICP). Waar nodig wordt voor de Belgische cijfers nog verder in detail getreden op basis van de gegevens afkomstig van de nationale consumptieprijsindex. 7

8 Grafiek 1B: Recent verloop van het GICP, de onderliggende inflatie en de consumptieprijzen voor energiedragers (Veranderingspercentage ten opzichte van de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar) GICP (linkerschaal) Onderliggende inflatie (linkerschaal) Energiedragers (rechterschaal) Meer in het bijzonder werden voor de vijf grote productgroepen van het GICP de volgende prijsbewegingen vastgesteld: Ten opzichte van het derde kwartaal 2012, betaalde de consument het afgelopen kwartaal gemiddeld 4,7 % minder voor energetische producten (tegen -5,4 % in het tweede kwartaal 2013). De energie-inflatie is nu al negen maanden op rij negatief (-5,3 % in september). De neerwaartse impact op de totale inflatie viel het afgelopen kwartaal iets terug tot 0,5 procentpunt. De diensteninflatie steeg tot 1,9 % in het derde kwartaal 2013 (tegen 1,7 % in het tweede kwartaal). Deze productgroep zorgde voor de belangrijkste bijdrage tot de totale inflatie (0,8 procentpunt), onder meer door het grote gewicht in de gehele consumptiekorf (bijna 40 %). Bewerkte levensmiddelen kostten het afgelopen kwartaal gemiddeld 3,1 % meer dan in 2012 (tegen een inflatie van 3,4 % in het tweede kwartaal 2013). De opwaartse impact op de totale inflatie kwam uit op 0,4 procentpunt. Het prijsstijgingstempo van niet-bewerkte levensmiddelen viel terug tot gemiddeld 4,9 % (tegen 6,8 % in het voorgaande kwartaal). De niet-bewerkte levensmiddelen hebben een beperkt gewicht in de gehele consumptiekorf en leverden een bijdrage tot de totale inflatie ten belope van 0,3 procentpunt. De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedroeg 0,9 % in het derde kwartaal 2013 (tegen 0,8 % in het tweede kwartaal). Deze productgroep droeg zo 0,2 procentpunt bij tot de totale inflatie

9 Aangezien de toename van de inflatie voor diensten en niet-energetische industriële goederen slechts gedeeltelijk gecompenseerd werd door een lagere inflatie van de bewerkte levensmiddelen, liep de onderliggende inflatie in het derde kwartaal iets op tot gemiddeld 1,8 % (tegen 1,7 % in het voorgaande kwartaal). Het viermaands voortschrijdende gemiddelde van de gezondheidsindex bedroeg in september 120,9 en de spilindex, nu vastgelegd op 122,0, werd aldus niet overschreden 3. Tabel 1: Geharmoniseerde consumptieprijsindex Totaal Energiedragers Diensten (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) Bewerkte levensmiddelen Nietbewerkte levensmiddelen a Nietenergetische industriële goederen p.m. Onderliggende inflatie b p.m. Gezondheidsindex c ,3 10,0 1,4 1,0 3,5 0,8 1,1 1, ,4 17,0 1,9 3,1 0,2 1,0 1,8 3, ,6 6,0 2,5 3,1 3,4 0,9 2,1 2, III 2,4 4,4 2,6 2,7 4,1 0,7 1,9 2,4 IV 2,2 2,4 2,5 3,2 4,8 0,8 2,0 2, I 1,4-2,8 1,8 3,4 4,7 0,7 1,6 1,2 II 1,2-5,4 1,7 3,4 6,8 0,8 1,7 1,4 III 1,2-4,7 1,9 3,1 4,4 0,9 1,8 1, III jul 1,6-3,0 1,8 3,3 5,2 1,1 1,8 1,6 aug 1,1-5,8 2,0 3,1 4,1 0,8 1,8 1,2 sep 1,0-5,3 1,9 2,8 3,8 0,8 1,7 1,1 Gewicht 2013 (in %) 100,0 11,3 39,6 13,2 8,0 27,9 80,7 92,5 a Fruit, groenten, vlees en vis. b Gemeten aan de hand van het GICP, zonder niet-bewerkte levensmiddelen en energiedragers. c Nationale consumptieprijsindex, zonder tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel. Grafiek 2: Bijdrage tot de inflatie 6 (In procentpunt, jaar- en kwartaalgemiddelden) Niet-energetische industriële goederen Bewerkte levensmiddelen Energie Diensten Niet-bewerkte levensmiddelen GICP 3 In haar meest recente inflatievooruitzichten gaat het Federaal Planbureau er van uit dat de spilindex pas in juni 2014 opnieuw overschreden zal worden. 9

10 I.2 Totale inflatie in de voornaamste buurlanden Na een lange periode van vertraging die in het eerste kwartaal 2012 van start is gegaan, is de totale inflatie in de buurlanden in het derde kwartaal 2013 gemiddeld 4 lichtjes gestegen tot 1,5 % (tegen 1,4 % in het vorige kwartaal; ter herinnering de inflatie in België in dit kwartaal is met 1,2 % stabiel gebleven). De gemiddelde inflatie van de buurlanden is dus voor het derde kwartaal op rij hoger dan de Belgische inflatie. Het verschil in het voordeel van België is in dit kwartaal ook groter geworden: 0,3 procentpunt (tegen 0,2 procentpunt in het tweede kwartaal 2013). Alleen Frankrijk had met een inflatie van 1,1 % (0,9 % in het vorige kwartaal) opnieuw een lager cijfer dan ons land. In Duitsland bedroeg de inflatie 1,7 % (1,5 % in het vorige kwartaal) en in Nederland 2,8 % (3,0 % in het vorige kwartaal). Ter herinnering: het btw-tarief in Nederland werd in oktober 2012 verhoogd van 19 naar 21 % (het verlaagde btw-tarief bleef echter op 6 %), wat een opwaartse impact had op de consumptieprijzen. Op basis van het GICP bij ongewijzigde btw- en accijnstarieven, welke door Eurostat wordt gepubliceerd, wordt vastgesteld dat de totale inflatie in Nederland in het derde kwartaal ,2 % bedroeg (tegenover 2,8 % nu) 5. Voor België zou de totale inflatie bij ongewijzigde indirecte belastingen 1,1 % bedragen hebben tegenover 1,2 % nu 6. Grafiek 3: Kwartaalevolutie van de totale inflatie en van de onderliggende inflatie in België en in de belangrijkste buurlanden (Jaarlijks veranderingspercentage) 6 5 Totale inflatie 3,5 3,0 Onderliggende inflatie 4 2, ,0 1,5 0 1,0-1 0, , België Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden Net zoals in België is de onderliggende inflatie in de buurlanden in het derde kwartaal 2013 gemiddeld opnieuw gestegen: van 1,1 % tot 1,4 %, of een niveau dat nog steeds lager ligt dan in België (ter herinnering: die klom van 1,7 % naar 1,8 % tussen het tweede en het derde kwartaal 2013). Het verschil in onderliggende inflatie ten nade- 4 Gewogen gemiddelde op basis van de gewichten van elk land in 2013 die door Eurostat werden gepubliceerd. 5 Onder de vijf productgroepen zouden alleen de niet-bewerkte levensmiddelen, waarop de wijzigingen van de belastingtarieven niet van toepassing zijn, een identiek inflatiecijfer hebben gehad. Het gaat hier om een theoretische berekening waarbij wordt verondersteld dat de wijzigingen in de btw- en accijnstarieven volledig en onmiddellijk worden doorgerekend naar de consument. De berekening van de inflatie bij ongewijzigde indirecte belastingen werd toegevoegd in bijlage 2 voor België en de buurlanden, 6 In België is er alleen voor de bewerkte levensmiddelen een in inflatieverschil ten opzichte van de huidige situatie. Dit is onder andere te wijten aan de hogere accijnzen voor tabak en alcohol. 10

11 le van ons land is dus lichtjes gedaald van 0,6 tot 0,4 procentpunt tussen het tweede en derde kwartaal In de beschouwde periode, lopende vanaf het eerste kwartaal 2008, lag de onderliggende inflatie in België elk kwartaal boven het gemiddelde in de drie buurlanden. De onderliggende inflatie in het derde kwartaal 2013 bedroeg 0,9 % in Frankrijk (0,7 % in het vorige kwartaal) en 1,5 % in Duitsland (1,1 % in het vorige kwartaal). In Nederland was de onderliggende inflatie dit kwartaal echter opnieuw hoger dan in de andere landen, namelijk 3,0 % (3,1 % in het vorige kwartaal) omwille van onder meer de verhoging van het btw-tarief in oktober 2012 (zie hierboven). Grafiek 4: Driemaandelijkse bijdrage van elke component van het GICP aan het inflatieverschil tussen België en de buurlanden (In procentpunt) 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1,0-1,5 Niet-energetische industriële goederen Bewerkte levensmiddelen Energie Diensten Niet-bewerkte levensmiddelen Geheel GICP Net zoals in het vorige kwartaal was het verschil in totale inflatie tussen België en de buurlanden dit kwartaal in het voordeel van ons land en nam het toe tot 0,3 procentpunt. De lagere totale inflatie in België is opnieuw te danken aan de energieproducten, waarvan de bijdrage tot het inflatieverschil ten voordele van België 0,7 procentpunt bedroeg. Alle andere productgroepen hadden een invloed in het nadeel van België: de diensten, de bewerkte levensmiddelen, de niet-bewerkte levensmiddelen en de niet-energetische industriële goederen hadden allen een bijdrage van 0,1 procentpunt in het nadeel van ons land. Tabel 2: GICP en haar componenten in België en in de drie voornaamste buurlanden voor het derde kwartaal 2013 (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) België Gewicht 2013 (in %) Gemiddelde Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden België buurlanden Onderliggende inflatie 1,8 1,4 1,5 0,9 3,0 80,7 82,4 Bewerkte levensmiddelen 3,1 2,8 3,1 1,9 4,6 13,2 11,8 Niet-energetische industriële goederen 0,9 0,5 0,7-0,1 2,3 27,9 27,1 Diensten 1,9 1,5 1,6 1,1 3,1 39,6 43,5 Energie -4,7 1,2 1,5 0,8 0,3 11,3 11,2 Niet-bewerkte levensmiddelen 4,4 4,4 5,6 3,4 3,9 8,0 6,4 GICP 1,2 1,6 1,7 1,1 2,8 100,0 100,0 11

12 II Inflatie voor energie in het derde kwartaal 2013 II.1 Inflatie voor energie in België De inflatie voor energie nam in de loop van 2012 steeds verder af. In het eerste kwartaal 2013 werd ze vervolgens negatief (-2,8 %) en de daling nam in het daaropvolgende kwartaal zelfs toe (-5,4 %). Die trend stabiliseerde zich enigszins in het derde kwartaal 2013, met een prijsdaling op jaarbasis van gemiddeld -4,7 %. Sinds 2012 nam de bijdrage van de energieproducten tot de totale inflatie dus voortdurend af, waardoor de totale inflatie meer en meer ging vertragen. In het derde kwartaal 2013 leverde deze productgroep een negatieve bijdrage van 0,5 procentpunt tot de totale inflatie (1,2 %) (tegenover een bijdrage van -0,6 procentpunt op een totale inflatie van 1,2 % in het tweede kwartaal 2013). Die negatieve bijdrage van de energieproducten, die sinds begin 2013 wordt waargenomen, resulteert voornamelijk uit een forse daling van de prijzen voor aardgas en voor olieproducten (motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen). Tabel 3: Recent verloop van de consumptieprijzen voor energiedragers (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) III III IV I II III jul aug sep Bijdrage 1 Gewicht 2 Vaste brandstoffen 0,9 2,6 3,9 4,1 4,0 2,9 3,6 3,9 4,1 3,6 4,1 0,02 0,6 Elektriciteit 4,1 11,8 1,9-2,2-0,3-0,1-0,8-1,0-0,5-1,3-1,3-0,26 25,5 Vloeibare brandstoffen 28,0 27,8 10,1 11,0 4,9-3,8-7,7-5,3-1,4-8,3-6,0-0,78 14,9 Brandstoffen voor wegvervoer 14,9 15,6 6,5 6,8 4,5-2,3-5,5-4,6-1,9-5,9-5,9-1,78 39,4 Gas -1,7 19,1 8,0 4,6 0,7-6,7-9,2-9,5-9,1-10,0-9,5-1,90 19,7 Totaal energiedragers 10,0 17,0 6,0 4,4 2,4-2,8-5,4-4,7-3,0-5,8-5,3-4,70 100,0 1 Bijdrage tot de inflatie van de groep in het derde kwartaal 2013 (in procentpunt), 2 p.m. Gewicht in 2013 in % De schommelingen van de consumptieprijzen voor huisbrandolie en motorbrandstoffen worden voornamelijk bepaald door de evolutie van de olieprijzen op de internationale markten. De elektriciteits- en aardgasprijzen daarentegen zijn grotendeels losgekoppeld van de olieprijzen sinds de inwerkingtreding van de koninklijke besluiten van 21 december 2012 betreffende deze twee energieproducten 7. Immers, in het derde kwartaal namen enkel de aardgascontracten van Electrabel de olie-index nog in rekening in de tariefformules. Niettemin zal Electrabel vanaf 1 oktober 2013 zijn contracten met variabele gasprijzen indexeren volgens een nieuwe parameter, de TTF103 (Heren), die de gasprijs op de groothandelsmarkt in Nederland weerspiegelt (ESGM, European Spot Gas Markets). Na tussen het eerste en tweede kwartaal 2013 met 8,5 % te zijn gedaald, is de olieprijs uitgedrukt in USD weer beginnen stijgen (+7,5 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal), en kwam gemiddeld uit op 111 USD/vat dit kwartaal. De gemiddelde prijs van een vat Brent-olie nam in het derde kwartaal 2013 toe ten opzichte van een jaar eerder (+1,4 %). Anderzijds is de wisselkoers van de euro tegenover de dollar in de beschouwde periode sterk gestegen (+5,9 % ten opzichte van het derde kwartaal 2012). De koers voor ruwe olie, uitgedrukt in euro, zijn daardoor op jaarbasis met gemiddeld 4,2 % gedaald (tegenover -6,9 % in het tweede kwartaal), en kwam uit op 84 EUR/vat. 7 Zoals vermeld in de vorige verslagen vaardigde de regering op 21 december 2012 twee koninklijke besluiten uit (Belgisch Staatsblad van 15 januari 2013), waardoor een exhaustieve lijst werd vastgelegd met toegelaten criteria voor de indexering van de elektriciteits- en gasprijzen door de leveranciers. Die criteria hebben onder meer tot doel de aardgas- en elektriciteitsprijzen los te koppelen van de olieprijs, zodat de indexeringsparameters de reële kosten voor de energieleveranciers beter zouden weerspiegelen. Enkel voor aardgascontracten, en indien de leverancier kan aantonen dat zijn reële bevoorrading bestaat uit gas waarvan de indexering ten minste gedeeltelijk gebeurt op basis van de olie-index, is het niettemin nog toegestaan om tijdens een overgangsperiode van twee jaar rekening te houden met de olie-index. 12

13 De prijsstijging voor ruwe olie tussen het tweede en derde kwartaal 2013 valt grotendeels te verklaren door de bezorgdheid om het wereldaanbod van ruwe olie, ingegeven door een gespannen geopolitieke toestand in Libië, Nigeria en Irak. Bovendien had het aanbod aan olie en olieproducten ook te lijden onder de onrust in Egypte, waar het Suez-kanaal een cruciale doorgangsweg betekent voor het olietransport, onder de overstromingen in Alberta (Canada) en onder de productiedaling in Amerikaanse raffinaderijen 8. Ook de verwachte stijging van de vraag in 2014 (wegens een conjunctuurverbetering van de wereldeconomie) heeft bijgedragen tot de stijging van de petroleumprijs. Grafiek 5: Consumptieprijzen voor energiedragers (Index 2005=100) Electriciteit Gas Vloeibare brandstoffen Motorbrandstoffen Totaal energiedragers Brent (euro) Met de recente stijging van de olieprijzen (+4,5 % uitgedrukt in euro ten opzichte van het tweede kwartaal) lieten de prijzen voor motorbrandstoffen en voor vloeibare brandstoffen (huisbrandolie), die vrijwel ogenblikkelijk reageren op schommelingen van de olieprijzen, dit kwartaal een stijging optekenen van respectievelijk 1,9 % en 4,2 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Desondanks vertoonden die producten nog steeds een negatieve inflatie, en wel voor de derde opeenvolgende keer. Voor vloeibare brandstoffen werd met name gemiddeld 5,3 % minder betaald in het derde kwartaal vergeleken met een jaar eerder (tegenover -7,7 % in het tweede kwartaal). De prijzen voor motorbrandstoffen namen dit kwartaal met 4,6 % af vergeleken met een jaar eerder (tegenover -5,5 % in het vorige kwartaal). Meer bepaald bedroeg de gemiddelde maximumprijs voor dieselolie 1,49 euro per liter (inclusief btw) in het onderzochte kwartaal, zijnde een daling van 6 cent ten opzichte van dezelfde periode in De gemiddelde maximumprijs van benzine (super 95) bereikte dit kwartaal 1,67 euro per liter (inclusief btw), 7 eurocent minder dan een jaar eerder. 8 International Energy Agency, IEA releases Oil Market Report for July, August, September, 13

14 De consumptieprijzen voor aardgas en elektriciteit worden voornamelijk bepaald door de kost van de energiecomponent en door de nettarieven (distributie en transport). Verschillende belastingen en taksen oefenen eveneens een niet te verwaarlozen invloed uit op de prijsevolutie 9. Zoals in de vorige rapporten al werd uiteengezet, worden sinds het exploitatiejaar 2009 de distributietarieven door de CREG goedgekeurd voor vier jaar. Ze worden niettemin geïndexeerd en kunnen in bepaalde gevallen in de loop van de beschouwde periode worden aangepast wanneer er zich veranderingen voordoen in de kosten voor de netbeheerders (maar steeds na goedkeuring door de CREG). Door een beslissing van de CREG werden de voor de periode geldende vierjaarlijkse tarieven verlengd tot eind Daarnaast keurt de CREG sinds het exploitatiejaar 2008 ook de transporttarieven goed voor een duur van vier jaar. In 2012 werd een nieuwe meerjaarlijkse ( ) tarifering goedgekeurd. Toch werden de transporttarieven voor elektriciteit door de beslissing van de CREG van 16 mei laatstleden gecorrigeerd 10. De nieuwe tariefbeslissing van de CREG heeft voornamelijk tot gevolg dat de tarieflasten gedeeltelijk worden doorgeschoven van de elektriciteitsproducenten naar de elektriciteitsconsumenten. Aldus gingen de transportkosten in de elektriciteitstarieven op 1 juni 2013 naar omhoog (verhoging die vanaf juli in aanmerking werd genomen voor de berekening van het GICP 11 ). Deze kosten zullen opnieuw toenemen in januari De verkoopprijs van de energiecomponent wordt door de leveranciers vrij bepaald sinds de vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkt. Zo bepaalt elke leverancier voor zowel vaste als variabele contracten zijn eigen tariefformules, indexparameters (die echter vanaf 1 april 2013 moeten beantwoorden aan de criteria van de koninklijke besluiten van 21/12/2012) en wegingscoëfficiënten. Daarnaast zijn de energieleveranciers voor de variabele contracten verplicht om alle wijzigingen in de prijsformules en tariefaanpassingen op voorhand ter controle bij de CREG in te dienen (wet van 8 januari ). Sedert 1 januari 2013 moeten de leveranciers het aantal indexeringen van de variabele contracten beperken tot vier keer per jaar telkens aan het begin van het kwartaal (voor de residentiële klanten en de kmo's): de indexeringen van de variabele contracten voor elektriciteit en aardgas werden zodoende toegelaten op 1 juli voor de toegepaste prijzen in het derde kwartaal Het gewicht van de verschillende componenten kan sterk verschillen al naargelang het type klant (consumptieprofiel en spanningsniveau van de aansluitingen), de distributiezone, het gewest en de leverancier. 10 Ter herinnering: de vroegere transporttarieven van Elia voor de regulatoire periode werden door het hof van beroep van Brussel geannuleerd op 6 februari Het hof oordeelde immers dat de injectietarieven (kosten voor aansluiting van de centrales op het elektriciteitsnet en kosten van een onevenwicht tussen injecties en afnames op het net) die aan de elektriciteitsproducenten gefactureerd werden, geen wettelijke grondslag hadden, discriminerend waren, de reële kosten niet weergaven en het maximale injectietarief overschreden dat door het Europees recht wordt toegestaan. Derhalve werd de CREG door het hof verzocht een nieuwe tariefbeslissing te nemen (beslissing van de CREG van 16 mei 2013 betreffende het gecorrigeerde tariefvoorstel van ELIA SYSTEM OPERATOR NV van 2 april 2013 voor de regulatoire periode met toepassing van artikel 12quater, 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt). 11 Voor meer informatie over de gebruikte methodologie: FOD Economie, Jaarverslag 2011 van het Prijzenobservatorium, 12 Het gaat om de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen (van kracht sinds 21 januari 2012). 13 De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie ontvangt de gegevens van de CWaPE en de VREG met een maand vertraging. De indexen die daarop gebaseerd zijn hebben dus betrekking op de voorgaande maand. Hierdoor zullen de in het derde kwartaal 2013 doorgevoerde indexeringen van de variabele contracten voor elektriciteit en gas pas vanaf augustus in het GICP-berekening worden opgenomen voor het Vlaamse en Waalse Gewest. Dat is echter niet het geval voor Brussel, waar de gegevens in de loop van de maand zelf al beschikbaar zijn. 14

15 Vergeleken met een jaar eerder daalde de eindprijs van elektriciteit gemiddeld met 1,0 % dit kwartaal, zijnde een stabilisering van de inflatie t.o.v. het vorige kwartaal (-0,8 %). De elektriciteitsprijzen gingen ook tussen het tweede en derde kwartaal 2013 omlaag (-1,5 % gemiddeld). Op basis van de indicator "gemiddelde Belgische elektriciteitsfactuur" 14 kan de evolutie van de verschillende componenten van de elektriciteitsprijs worden geëvalueerd, namelijk de energiecomponent, de nettarieven en de taksen en belastingen. De kost van de energiecomponent van de elektriciteitsprijs (inclusief kosten voor groene energie en warmtekrachtkoppeling), die sinds het tweede kwartaal 2012 in dalende lijn is gegaan, bedroeg gemiddeld 7,9 cent/kwh in het derde kwartaal 2013 (ofwel 34,3 % van de totale prijs van elektriciteit). Er was dus dit kwartaal nogmaals een forse inkrimping van de genoemde component, en deze kwam 10,9 % lager uit dan in de overeenkomstige periode in 2012 (tegenover een inflatie van -9,2 % in het tweede kwartaal). Deze dalende trend is hoofdzakelijk te verklaren door de wijzigingen in het aanbod van de elektriciteitscontracten vanaf januari, de neerwaartse indexering van de variabele contracten, de gemiddelde daling van de vaste tarieven dit kwartaal, alsook de marktdynamiek (substitutie-effect). De kosten met betrekking tot de bijdrage groene stroom en warmtekrachtkoppeling, die goed zijn voor ongeveer 17,9 % van de energiecomponent (dit is 6,1 % van de totale prijs van elektriciteit), stegen met gemiddeld 37,5 % ten opzichte van een jaar tevoren 15. De nettarieven bedroegen gemiddeld 10,5 cent/kwh in het derde kwartaal 2013, goed voor 45,9 % van de totale prijs voor elektriciteit. Hun prijsstijgingstempo op jaarbasis ligt op 5,9 % dit kwartaal, tegenover 5,6 % in het vorige kwartaal. Deze tendens valt voornamelijk te verklaren door de forse verhoging van de transporttarieven (7,4 % in de totale prijs) met gemiddeld 60,2 % op jaarbasis. Deze stijging is grotendeels het gevolg van de sterke verhoging van deze tarieven in het Waals Gewest begin dit jaar, nadat Elia de financiële lasten veroorzaakt door energie uit zonnepanelen doorrekende op de elektriciteitsfactuur van de Waalse consumenten 16, alsook het gevolg van de inwerkingtreding op federaal niveau van de nieuwe transporttarieven sinds 1 juni (verwerkt in het GICP en in de indicator vanaf juli 17 ), zoals hierboven vermeld. De component taksen en belastingen stabiliseerde zich dit kwartaal vergeleken met een jaar voordien (+0,5 % gemiddeld). Uit dit alles blijkt dat de daling op jaarbasis van de consumptieprijzen voor elektriciteit hoofdzakelijk het gevolg is van de sterke daling van de verkoopprijs van de energiecomponent, grotendeels teniet gedaan door de stijging van de nettarieven. 14 Voor meer informatie over de uitwerking van de indicator van de gemiddelde elektriciteitsfactuur voor de consument: FOD Economie, Jaarverslag 2011 van het Prijzenobservatorium, 15 Ter herinnering: de Belgische consument betaalt als onderdeel van zijn elektriciteitsfactuur een groenestroombijdrage (in de drie gewesten) en een bijdrage voor warmtekrachtkoppeling (enkel in Vlaanderen). Deze worden vrij bepaald door de elektriciteitsleveranciers en dienen om de aankoopkosten van verplichte groenestroomcertificaten te recupereren (quota vastgelegd per decreet). Voor meer informatie: FOD Economie, "Eerste kwartaalverslag 2013 van het Prijzenobservatorium, 16 Ter herinnering : in Wallonië en Brussel is de transportnetwerkbeheerder Elia verplicht groenestroomcertificaten te kopen tegen een gegarandeerde minimumprijs (in Vlaanderen zijn het de uitbaters van de distributienetwerken die daartoe verplicht zijn). Door de toename van het aantal groenstroomcertificaten in de loop van 2012 in Wallonië moest Elia zijn tarief in verband met zijn openbare-dienstverplichtingen fors bijsturen voor de financiering van de steunmaatregelen voor hernieuwbare energie in Wallonië: op 1 oktober 2012 en op 1 januari FOD Economie, "Eerste kwartaalverslag 2013 van het Prijzenobservatorium, 17 Voor meer informatie in verband met de gebruikte methodologie: FOD Economie, "Jaarverslag 2011 van het Prijzenobservatorium, 15

16 In het derde kwartaal 2013 bedroegen de totale uitgaven voor elektriciteit in een gemiddeld huishouden (jaarlijks verbruik van kwh aan enkelvoudig tarief) gemiddeld 803 euro, een vermindering van 16 euro vergeleken met een jaar geleden 18. Grafiek 6A: Indicator voor een gemiddelde elektriciteitsfactuur en zijn componenten 25 (Consumptieprofiel Dc1 - In cent/kwh) Energiecomponent Nettarieven Taksen en heffingen Btw (21 %) Bronnen: Eigen berekeningen, VREG, CWaPE, BRUGEL, FOD Economie Opm. 1: Op de elektriciteitsfactuur dekken de nettarieven de kosten voor het gebruik van de distributienetwerken en voor het transport. Opm. 2: De hoeveelheid gratis elektriciteit die in het Vlaamse Gewest wordt toegekend, werd opgenomen in de energiecomponent. Voor wat betreft de consumptieprijzen voor aardgas, moest de consument in de beschouwde periode gemiddeld 9,5 % minder betalen op jaarbasis, tegenover -9,2 % in het vorige kwartaal. De gasprijs viel met 1,4 % terug tussen het tweede en het derde kwartaal De evolutie van de indicator "gemiddelde Belgische aardgasfactuur" 19 laat opnieuw een inkrimping zien van de kost van de energiecomponent (inclusief transportkost) in het derde kwartaal Deze noteerde een daling op jaarbasis van gemiddeld 14,0 %, tegenover -13,2 % in het voorgaande kwartaal. De energiecomponent was zodoende goed voor gemiddeld 57,9 % (dit is 3,7 cent/kwh) van de totale prijs voor aardgas in de beschouwde periode. Net als voor elektriciteit valt de daling van deze kost grotendeels te verklaren door de wijzigingen in het aanbod van de gascontracten vanaf januari, de neerwaartse indexering van de meeste variabele contracten in 18 Ter herinnering: de berekeningsmethode steunt op de verwervingsbenadering, overeenkomstig de richtlijnen van Eurostat voor het GICP. Deze benadering houdt rekening met een geschatte aankoopprijs (op jaarbasis) bij ondertekening van een contract. Deze geschatte prijs is dus gebaseerd op één enkele waarde (met name de actuele waarde) van de verschillende componenten in de door de energieleveranciers gehanteerde prijzen in tegenstelling tot de betalingsbenadering die rekening houdt met het gemiddelde van de maandelijkse prijzen van de afgelopen 12 maanden gewogen naar de maandelijkse verbruikshoeveelheden. 19 Voor meer informatie over de uitwerking van de indicator van de gemiddelde gasfactuur voor de consument: FOD Economie, Jaarverslag 2011 van het Prijzenobservatorium, 16

17 de voorbije maand juli, de gemiddelde daling van de vaste tarieven en de marktdynamiek (substitutie-effect) tijdens dit kwartaal. De nettarieven (distributie en huur van gasmeter) bleven sinds het tweede kwartaal 2013 stabiel ( 0,0 %). Ze hebben een aandeel van gemiddeld 22,5 % in de totale aardgasprijs tijdens het derde kwartaal (met andere woorden 1,4 cent/kwh). Taksen en heffingen lieten dit kwartaal een daling op jaarbasis van 10,0 % optekenen, tegenover -11,7 % in het vorige kwartaal. Deze negatieve inflatie wordt hoofdzakelijk verklaard door een neerwaartse herziening van de toeslag beschermde klanten voor 2013, bestemd voor de financiering van de kost verbonden aan de toepassing van maximumprijzen (zogenaamde sociale tarieven). De afname op jaarbasis van de consumptieprijzen voor gas in het derde kwartaal 2013 is met andere woorden hoofdzakelijk te danken aan de sterke daling van de energiecomponent en van de taksen en belastingen, terwijl de nettarieven constant bleven. In het derde kwartaal 2013 bedroeg de totale aardgasprijs voor een gemiddeld huishouden (jaarlijks verbruik van kwh) gemiddeld euro, een vermindering van 173 euro vergeleken met een jaar geleden 20. Grafiek 6B: Indicator voor een gemiddelde aardgasfactuur en zijn componenten 8 (Consumptieprofiel D3, In cent/kwh) Energiecomponent Nettarieven Taksen en heffingen Btw (21 %) Bronnen: Eigen berekeningen, VREG, CWaPE, BRUGEL, FOD Economie Opm. 1: Op de aardgasfactuur dekken de nettarieven de kosten voor het gebruik van de distributienetwerken. Opm. 2: De meerkost voor beschermde klanten is niet onderworpen aan de btw 21. De marktdynamiek (dit is het aantal huishoudens die van energieleverancier zijn veranderd) lijkt zich in het derde kwartaal voort te zetten, maar op een trager tempo. Volgens de jongste statistieken van de VREG bedroeg 20 Ter herinnering: de berekeningsmethode is gebaseerd op de verwervingsbenadering, overeenkomstig de richtlijnen van Eurostat voor het GICP. 21 Zie artikel 3 van het koninklijk besluit van 24 maart 2003, dat een federale bijdrage voorzag, bestemd voor de financiering van bepaalde openbaredienstverplichtingen en van kosten verbonden aan de regulering en controle van de aardgasmarkt. 17

18 Tabel 4: Percentage switches op de residentiële gas- en elektriciteitsmarkt 22 (Per gewest, kwartaal- en jaarlijkse bewegingen, in %) het aantal residentiële klanten in het Vlaams Gewest dat van leverancier veranderde in het derde kwartaal ,1 % voor elektriciteit en 3,6 % voor gas, tegenover respectievelijk 3,7 % en 4,3 % in het vorige kwartaal. Ook in het Waalse Gewest daalde het cijfer voor elektriciteit van 5,0 % naar 4,1 % tussen het eerste en het tweede kwartaal Elektriciteit (1) T T T T T1-2013(2) T T Vlaanderen 3,5 3,5 4,9 4,8 5,7 3,7 3,1 10,2 16,7 Wallonië 3,3 3,1 4,0 4,3 5,0 4,1 Nb 10,8 14,7 Brussel 1,4 1,6 2,3 3,0 3,3 Nb Nb 4,1 8,3 Gas (1) T T T T T1-2013(2) T T Vlaanderen 3,5 4,3 5,3 5,6 6,9 4,3 3,6 8,6 18,7 Wallonië 4,6 3,6 4,6 5,1 Nb Nb Nb 14,8 17,9 Brussel 1,6 1,8 2,5 3,4 3,7 Nb Nb 4,7 9,3 Bronnen: VREG, CWaPE en BRUGEL Opm. 1: De definitie van percentage switches varieert naargelang het gewest. De percentages zijn dus niet vergelijkbaar en tonen alleen een tendens per gewest. Opm. 2: De statistieken van het eerste kwartaal 2013 werden vooral bepaald door de cijfers van januari. Volgens de VREG wordt 1 januari 2013 beschouwd als een belangrijke overgangsdatum. Bovendien hebben de campagne Durf vergelijken en de groepsaankopen voor energie geleid tot een sterke stijging van het percentage switches in januari. Nb: niet beschikbaar Uit de beschikbare gegevens blijkt dat het marktaandeel van de historische operator Electrabel weliswaar opnieuw is geslonken, maar minder uitgesproken dan tevoren. Andere leveranciers (Lampiris en Eni) zagen hun marktaandeel lichtjes stijgen in dezelfde periode. Het marktaandeel van Luminus lijkt zich te stabiliseren. Grafiek 7: Evolutie van het marktaandeel van de elektriciteits- (links) en gasleveranciers (rechts) op de huishoudelijke markt, per gewest (Aandeel in totaal aantal leveringspunten) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 0% K4-11 K1-12 K2-12 K3-12 K4-12 K1-13 K2-13 K3-13 K4-11 K1-12 K2-12 K3-12 K4-12 K1-13 K2-13 K3-13 K4-11 K1-12 K2-12 K3-12 K4-12 K1-13 K2-13 K3-13 K4-11 K1-12 K2-12 K3-12 K4-12 K1-13 K2-13 K3-13 K4-11 K1-12 K2-12 K3-12 K4-12 K1-13 K2-13 K3-13 K4-11 K1-12 K2-12 K3-12 K4-12 K1-13 K2-13 K3-13 Vlaanderen Wallonië Brussel Electrabel Luminus Nuon/Eni Vlaanderen Wallonië Brussel Essent Lampiris Andere Bronnen: VREG, CWaPE, BRUGEL Opmerking: Kwartaalgegevens weerspiegelen de situatie van de laatste maand van het kwartaal. Het marktaandeel van het derde kwartaal 2013 komt dus overeen met dat van september. 22 De regionale regulatoren publiceren statistieken over klanten die van energieleverancier veranderen (overstap naar de concurrentie). Die switch -cijfers houden geen rekening met een verandering van contract bij eenzelfde leverancier. Er bestaan vier soorten veranderingen: de move-in (vraag voor het openen van een teller), de supplier switch (wanneer een klant van leverancier verandert), de customer switch (wanneer bij een open leverpunt de klant verandert maar dezelfde leverancier als voordien behouden blijft) en de combined switch (wanneer bij een open leverpunt de klant verandert en de nieuwe klant een andere leverancier dan voordien kiest). 18

19 II.2 Inflatie voor energie in de voornaamste buurlanden In België is de prijsdaling van de energieproducten, in vergelijking met een jaar eerder, dit kwartaal minder uitgesproken (-4,7 % tegen -5,4 % in het vorige kwartaal). De inflatie voor energie is in de buurlanden echter positief gebleven; maar is gedaald en kwam gemiddeld uit op 1,2 % (tegen 1,5 % in het vorige kwartaal). Het inflatieverschil voor energie tussen België en de buurlanden is dit kwartaal dus in het voordeel van ons land en leverde een bijdrage van 0,7 procentpunt tot het totale inflatieverschil ten voordele van België. In Duitsland bedroeg de inflatie voor energieproducten dit kwartaal 1,5 % (2,0 % in het vorige kwartaal), in Nederland 0,3 % (1,2 % in het vorige kwartaal) en in Frankrijk 0,8 % (0,5 % in het vorige kwartaal) 23. Grafiek 8: Kwartaalevolutie van de energie-inflatie in België en in de voornaamste buurlanden (Jaarlijks veranderingspercentage) België Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden In het derde kwartaal 2013 droeg elke energiedrager bij tot het behoud van het inflatieverschil ten voordele van ons land. In de eerste plaats gaat het om elektriciteit en gas en in mindere mate om motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen. De inflatie voor elektriciteit is dit kwartaal in de buurlanden gemiddeld genomen gedaald tot 9,4 % (tegenover 9,7 % in het vorige kwartaal). Dat is veel hoger dan de inflatie in ons land (-1,0 %). In Duitsland bereikte de inflatie voor elektriciteit 11,7 % (12,3 % in het vorige kwartaal) 24, in Frankrijk 6,5 % (6,3 % in het vorige kwartaal) en in Nederland 4,1 % (net zoals in het vorige kwartaal). 23 Op basis van het GICP met ongewijzigde btw- en accijnstarieven, dat door Eurostat wordt gepubliceerd, zou de inflatie voor energie in Nederland -3,6 % bedragen hebben (geen verschil in België). 24 Ter herinnering: de sterke stijging van de consumptieprijzen van de elektriciteit in Duitsland is het gevolg van de verhoging van een belasting om de investeringen in groene energie (windmolenparken, zonne-energie,...) te financieren. 19

20 Het prijsstijgingstempo van gas vertraagde in het derde kwartaal 2013 opnieuw in de buurlanden maar bleef met 1,7 % positief (tegenover 3,0 % in het vorige kwartaal), terwijl de daling van de consumentenprijzen van gas in België met 9,5 % in het derde kwartaal 2013 (tegenover -9,2 % in het vorige kwartaal) nog meer uitgesproken is. In Frankrijk bereikte de inflatie voor gas 3,6 % (5,1 % in het vorige kwartaal), in Duitsland 1,1 % (1,2 % in het vorige kwartaal) en in Nederland 0,4 % (4,0 % in het vorige kwartaal). In de focus wordt dieper ingegaan op de tegengestelde bewegingen tussen België en de buurlanden, zowel voor de prijs van aardgas als voor elektriciteit. De inflatie van motorbrandstoffen en smeermiddelen bleef met gemiddeld -3,0 % negatief in alle buurlanden (tegenover -3,3 % in het vorige kwartaal, in België van -5,5 % naar -4,6 %). In het derde kwartaal 2013 betaalde de consument in de buurlanden gemiddeld 4,8 % minder voor vloeibare brandstoffen 25 ten opzichte van vorig jaar (4,6 % in het tweede kwartaal 2013). Ter herinnering: in België daalde de inflatie van de vloeibare brandstoffen tussen het tweede en het derde kwartaal 2013 van -7,7 % naar -5,3 % 26. Tabel 5: Energie en voornaamste componenten in België en in de drie voornaamste buurlanden voor het tweede kwartaal 2013 (Jaarlijks veranderingspercentage, tenzij anders vermeld) België Gewicht 2013 (in %) Gemiddelde Duitsland Frankrijk Nederland Gemiddelde buurlanden België buurlanden Elektriciteit -1,0 9,4 11,7 6,5 4,1 2,9 2,7 Gas -9,5 1,7 1,1 3,6 0,4 2,2 1,7 Vloeibare brandstoffen -5,3-4,8-5,8-3,2 0,0 1,7 1,0 Vaste brandstoffen 3,9 3,3 4,9 0,5 Nb 0,1 0,1 Motorbrandstoffen en smeermiddelen -4,6-3,0-4,0-2,3-1,2 4,5 4,7 Energie -4,7 1,2 1,5 0,8 0,3 11,3 11,2 Nb: niet beschikbaar. Focus: Evolutie en niveau van de elektriciteits- en aardgasprijzen in België en in de buurlanden Zoals vermeld in het vorige kwartaalverslag lagen de verschillende regeringsmaatregelen en andere initiatieven die in 2012 en 2013 in België zijn genomen ten grondslag aan een inhaalbeweging van de consumptieprijzen voor elektriciteit en aardgas in België en in de buurlanden. Wat elektriciteit betreft begonnen de Belgische prijzen te dalen in het tweede kwartaal 2013 en heeft die daling zich voortgezet in het derde kwartaal. Daarentegen vertoonden de gemiddelde elektriciteitsprijzen in de buurlanden in het derde kwartaal 2013 nog steeds een opwaartse tendens. Voor aardgas bleven de gemiddelde prijzen in de buurlanden min of meer stabiel in 2013, maar zakten daartegenover fors in België. Sinds 2005 is de prijs van elektriciteit met 39,4 % toegenomen in België en met gemiddeld 44,2 % in onze buurlanden. Voor aardgas stegen de consumptieprijzen in dezelfde tijdspanne met 49,5 % in ons land en met gemiddeld 43,1 % in de buurlanden. 25 Vloeibare brandstoffen worden niet opgenomen in het indexcijfer van Nederland. 26 De sterkere daling van de inflatie van de vloeibare brandstoffen in België wordt verklaard door de lagere accijnzen en andere forfaitaire taksen in ons land voor dit product, waardoor het sterker reageert op de schommelingen in de prijs voor de aardoliecomponent. 20

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2013 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: I. TOTALE INFLATIE PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2014 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: DERDE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Totale inflatie in 2017 FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Prijzenobservatorium: Historiek en werking

Prijzenobservatorium: Historiek en werking Prijzenobservatorium: Historiek en werking Seminarie FEVIA - BABM 17 september 2013 Peter Van Herreweghe Agenda 1. Prijzenobservatorium : Historiek en taken 2. Werking : Gegevens, aanpak, procedure, timing

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2015 De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex stijgt in november naar 1,4%, ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 1. Consumptieprijsindex Brussel, 27 september 2012 De consumptieprijsindex stijgt in september 2012 met 0,21 punt ten opzichte van vorige maand en bedraagt

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in november 1,7% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - september 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in september 1,8% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - augustus 2017 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in augustus 2,0% ten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 4 de kwartaal 2012 + Januari 2013 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM INLEIDING Zoals bepaald in de wet van 8 maart

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Deel I. De totale inflatie in 2018 PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 11 januari 2019 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2011 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Voorwoord In het tweede kwartaalverslag van

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de Nationale Rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2016 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 3 de kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel elk

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

Evolutie van de gasprijzen op de residentiële markt maart 2008

Evolutie van de gasprijzen op de residentiële markt maart 2008 1/9 Evolutie van de gasprijzen op de residentiële markt maart 2008 Waarschuwing Het doel van dit document bestaat erin de evolutie van de gasprijzen op de markt van de huishoudelijke klanten sinds de vrijmaking

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: TWEEDE KWARTAALVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Voorwoord Met de publicatie in augustus van

Nadere informatie

Energieprijzen en energiearmoede. S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont

Energieprijzen en energiearmoede. S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont Energieprijzen en energiearmoede S. Bonnard C. Bruynoghe M. Deprez B. Kestemont Jean-Marc Delporte stond in voor de coördinatie. Met dank aan Chantal Binotto, Marie Castaigne, Lien Tam Co, Vincent Coutton,

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: EERSTE KWARTAALVERSLAG 2012 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt

Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt Evolutie van het sociaal elektriciteitstarief op de residentiële markt December 0 Het doel van dit document bestaat erin de evolutie van de prijs van de elektriciteit verkocht aan de beschermde klanten

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene

Nadere informatie

ENERGIEPRIJZEN VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS VOOR KMO S EN ZELFSTANDIGEN PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT

ENERGIEPRIJZEN VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS VOOR KMO S EN ZELFSTANDIGEN PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT ENERGIEPRIJZEN VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS VOOR KMO S EN ZELFSTANDIGEN PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT - - - overzicht jongste 6 maanden met vergelijking tov duurste/goedkoopste product op de Belgische

Nadere informatie

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT - - - overzicht jongste 6 maanden met vergelijking tov duurste/goedkoopste product op de Belgische

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Studie (BRUGEL-STUDIE-20171208-25) Betreffende de OBERVATORIUM VAN DE PRIJZEN PROFESSIONELE KLANTEN 2009-2016-Executive summary Opgesteld

Nadere informatie

Jaarlijks evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit

Jaarlijks evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit Jaarlijks evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit Mechanisme ingevoerd door de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Periode februari - juni 2013 Inleiding Bedoeling is om de overheid informatie te verstrekken over de evolutie van de elektriciteits-

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1 ste kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, is het Brugel die sinds

Nadere informatie

Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit

Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit Mechanisme ingevoerd door de wet van 8 januari 2012 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende

Nadere informatie

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT - - - overzicht jongste 6 maanden met vergelijking tov duurste/goedkoopste product op de Belgische

Nadere informatie

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT

ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT ENERGIEPRIJZEN VOOR DE RESIDENTIELE CONSUMENT VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS PER LEVERANCIER EN PER PRODUCT - - - overzicht jongste 6 maanden met vergelijking tov duurste/goedkoopste product op de Belgische

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Analyse van de prijzen: derde kwartaalverslag 2009 van het Instituut voor de nationale rekeningen Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel Ondernemingsnummer: 0314.595.348

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 4 de kwartaal 2011 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel sinds

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 3de kwartaal 2011 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel sinds

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 14 juni 2018 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

Liberalisering van de energiemarkten. Algemene context. Dag 1:

Liberalisering van de energiemarkten. Algemene context. Dag 1: Liberalisering van de energiemarkten Algemene context Dag 1: Agenda van de opleiding I. Energieprijzen II. Institutionele context van de energie in België III. Organisatie van de elektriciteit- en gasmarkt

Nadere informatie

Zelfs met hoge energieprijzen op de internationale markten kan de stijging van de eindfactuur van de Belgische verbruiker worden ongedaan gemaakt

Zelfs met hoge energieprijzen op de internationale markten kan de stijging van de eindfactuur van de Belgische verbruiker worden ongedaan gemaakt Persbericht Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. 02/289.76.11 Fax 02/289.76.09 18 januari 2008 Zelfs met hoge energieprijzen op de internationale

Nadere informatie

BRUSSEL-HOOFDSTAD PARTICULIERE KLANTEN

BRUSSEL-HOOFDSTAD PARTICULIERE KLANTEN Tariefkaart Geldig voor de contracten gesloten in AUGUSTUS 2015 in BRUSSEL-HOOFDSTAD PARTICULIERE KLANTEN Pagina 1 : Aanbod Poweo Fix Elektriciteit Pagina 5 : Aanbod Poweo Fix Gas Pagina 8 : Kortingen

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2 de kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel sinds

Nadere informatie

Methodologie. A. Bronnen. B. Marktaandelen

Methodologie. A. Bronnen. B. Marktaandelen Methodologie A. Bronnen 1. Statistische gegevens, afkomstig van Sibelga (www.sibelga.be), netwerkbeheerder in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2. Statistische gegevens, afkomstig van Elia (www.elia.be),

Nadere informatie

STUDIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

STUDIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN EERSTE KWARTAALVERSLAG 2019 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Nadere informatie

WALLONIË PARTICULIERE KLANTEN

WALLONIË PARTICULIERE KLANTEN Tariefkaart Geldig voor de contracten gesloten in OKTOBER 2015 in WALLONIË PARTICULIERE KLANTEN Pagina 1 : Aanbod Poweo Fix Elektriciteit Pagina 5 : Aanbod Poweo Fix Gas Pagina 8 : Kortingen Uitgebracht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015 Residentiële vastgoedprijsindex 4e kwartaal 2014 o De Belgische residentiële vastgoedprijsindex steeg in het vierde kwartaal van 2014 met 1,0% ten opzichte van het vorige

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-007 11 februari 2010 9.30 uur Inflatie omlaag door gas en elektriciteit Energie ruim 17 procent goedkoper dan een jaar eerder Voeding goedkoper Nederlandse

Nadere informatie

VLAANDEREN PARTICULIERE KLANTEN

VLAANDEREN PARTICULIERE KLANTEN Tariefkaart Geldig voor de contracten gesloten in OKTOBER 2015 in VLAANDEREN PARTICULIERE KLANTEN Pagina 1 : Aanbod Poweo Fix Elektriciteit Pagina 5 : Aanbod Poweo Fix Gas Pagina 8 : Kortingen Uitgebracht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 23 december 2015 Inflatie bedraagt in december 1,50% Consumptieprijsindex van december 2015 o De inflatie daalt in december van 1,52% naar 1,50%. o De gemiddelde inflatie van 2015

Nadere informatie

van 31 augustus 2006

van 31 augustus 2006 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Persmededeling

Nadere informatie

Evolutie van de elektriciteitsprijzen op de residentiële markt

Evolutie van de elektriciteitsprijzen op de residentiële markt Evolutie van de elektriciteitsprijzen op de residentiële markt Maart 0 Waarschuwing : Het doel van dit document bestaat erin de evolutie van de prijzen op de markt van de aan de huishoudelijke klanten

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Inflatie

Hoofdstuk 3: Inflatie Hoofdstuk 3: Inflatie 3.1. Begrippen A. Inflatie is een algemene prijsstijging of een stijging van het algemene prijspeil over een langere periode. De levensduurte stijgt. De waarde van het geld kunnen

Nadere informatie

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar

CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar Persbericht PB15-001 8 januari 2015 9.30 uur CBS: Inflatie december naar laagste niveau in ruim 5 jaar Inflatie december daalt naar 0,7 procent Goedkopere autobrandstoffen verlagen inflatie Inflatie eurozone

Nadere informatie

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent

CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent Persbericht PB14 054 4 september 2014 9.30 uur CBS: Inflatie stijgt licht naar 1 procent Prijsontwikkeling vliegtickets en kleding verhoogt inflatie Weinig impact boycot Rusland op prijzen voor consument

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

BRUSSEL-HOOFDSTAD PROFESSIONELE KLANTEN

BRUSSEL-HOOFDSTAD PROFESSIONELE KLANTEN Tariefkaart Geldig voor de contracten gesloten in OKTOBER 2015 in BRUSSEL-HOOFDSTAD PROFESSIONELE KLANTEN Pagina 1 : Aanbod Poweo Fix Elektriciteit Pagina 5 : Aanbod Poweo Fix Gas Pagina 8 : Kortingen

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN: JAARVERSLAG 2010 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM 2 INLEIDING Met dit document publiceert het INR voor

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 23 december 2016 01/2007 05/2007 09/2007 01/2008 05/2008 09/2008 01/2009 05/2009 09/2009 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie gestegen naar 1,9 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-001 6 januari 2011 9.30 uur Inflatie gestegen naar 1,9 procent Duurdere autobrandstoffen verhogen inflatie Inflatie in 2010 gemiddeld 1,3 procent Inflatie

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit met betrekking tot het jaar 2014

Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit met betrekking tot het jaar 2014 Evaluatieverslag over het vangnetmechanisme van de detailhandelsprijzen voor gas en elektriciteit met betrekking tot het jaar 2014 In het kader van de verlenging van het mechanisme ingevoerd bij de wet

Nadere informatie

STUDIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

STUDIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax:02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE

Nadere informatie

Persmededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt

Persmededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Persmededeling

Nadere informatie