1. Opening en mededelingen

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van de statencommissie Bestuur en Financiën, gehouden op woensdag 20 september 2006 van uur tot uur in Zaal A6 van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezig: dhr. F.C.A. Jaspers (PvdA, waarnemend voorzitter), dhr. W.J. Moorlag (PvdA), dhr. F.F.H. Lenselink (PvdA), mw. W.J. Mansveld (PvdA), dhr. P.H.R. Brouns (CDA), mw. A.A. Waal-Van Seijen (VVD), dhr. R.C.E. Neef (VVD), dhr. W. van der Ploeg (GroenLinks), mw. T. Deinum-Bakker (D66), dhr. H. Staghouwer (ChristenUnie), mw. I.S. Bulk (SP), dhr. H. Hoiting (plv. lid, PvhN), dhr. T.J. Zanen (PvhN). Afwezig: dhr. J.G.M. Alders (CdK, voorzitter GS), dhr. R.A.C. Slager (voorzitter, ChristenUnie), dhr. D.A. Hollenga (CDA), dhr. C. Swagerman (SP), dhr. E.A. van Zuijlen (GroenLinks) en mw. Hoekzema-Buist (PvhN). Voorts aanwezig: dhr. M.A.E. Calon (gedeputeerde), mw. C.A.M. Mulder (gedeputeerde), dhr. H. Bleker (gedeputeerde), dhr. B. van Dam (presentatie, hoofd afdeling Milieubeleid en Bodemsanering), dhr. J.M.C.A. Berkhout (griffier), dhr. J.C.F. Broekhuizen (secretaris), dhr. Th. Poggemeier (Verslagbureau Groningen, verslag). 1. Opening en mededelingen Dhr. Jaspers (PvdA, waarnemend voorzitter) heet de aanwezigen van harte welkom. Hij deelt mee dat dhr. Slager in het buitenland verblijft en dat hij daarom het voorzitterschap vervult. Voorafgaand aan de officiële vergadering wordt door de projectleider van het Metamorfoseproject, de heer Bernard van Dam, een presentatie over het project gegeven. De voorzitter bedankt de inleider en informeert of er vragen naar aanleiding van de presentatie bij de aanwezigen leven. Dat blijkt niet het geval te zijn. Hij opent de vergadering en deelt mee dat berichten van verhindering zijn binnen gekomen van de heren Alders, Slager, Hollenga, Van Zuijlen en Swagerman. 2. Regeling van werkzaamheden - voorstellen vreemd aan de orde van de dag Er zijn geen voorstellen ingediend. - vaststellen van de agenda De voorzitter deelt mee dat een agendapunt 15 is toegevoegd: de voordracht betreffende het nieuwe contract met de accountant. In deze voordracht is opgenomen dat voor het einde van dit jaar afgesproken moet worden hoe op een aantal punten de accountant in de pre-auditmeeting wordt geïnstrueerd en geïnformeerd over de punten die bij de accountantscontrole van de jaarrekening aan de orde moeten komen. Het voorstel is dat dhr. Slager, voorzitter van de commissie Bestuur en Financiën, dit en de bijeenkomst met de accountant voorbereidt en daarover rapporteert in de volgende vergadering van deze commissie Bestuur en Financiën. Ook zou hij dit traject door kunnen spreken met de leden van de voormalige rekeningcommissie, mogelijk middels een bijeenkomst voorafgaand aan de volgende vergadering van de commissie Bestuur en Financiën. Voorts stelt de voorzitter voor om, mede op verzoek van het College, bij de bespreekpunten als eerste het agendapunt over de huisvesting te behandelen. 1

2 De voorstellen worden door de vergadering aanvaard. 3. Gelegenheid tot spreken voor niet-statenleden (m.b.t. geagendeerde onderwerpen) Er heeft zich niemand aangemeld. 4. Vaststelling verslag Commissie Bestuur en Financiën van 24 mei en 14 juni 2006 Dhr. Moorlag (PvdA) merkt naar aanleiding van pagina 11 van het verslag van 14 juni 2006 op dat het woord mediakamer vervangen moet worden door mediacampagne. Met inachtneming van deze opmerking worden beide verslagen vastgesteld. Naar aanleiding van de verslagen worden geen opmerkingen gemaakt. 5. Toezeggingenlijst bij het verslag van 14 juni 2006 Toezeggingen 2 (internationale samenwerking) en 8 (nadere informatie huisvesting) staan op de agenda en kunnen worden geschrapt. Toezegging 3 (notitie overschotten 2006/2007) speelt in de volgende periode commissie vertrouwd op geheugen van het college en besluit deze toezegging van de lijst te halen. De overige toezeggingen blijven staan. 6. Mededelingen gedeputeerde(n)/commissaris van de Koningin Dhr. Bleker (gedeputeerde) deelt mee dat het IPO een commissie onder leiding van de heer Jansen zal instellen om zich te beraden over de Europa-strategie. De commissie zal kennis kunnen nemen van de uitkomsten daarvan, terwijl niet tussentijds zal worden gerapporteerd. 7. Rondvraag Niemand wenst het woord te voeren. 8. Ingekomen stukken (ter kennisneming) a. Brief van GS van 24 juli 2006, nr b/26/a.26, GMO (+bijlage) betreffende conceptnotitie bestuurlijke ontwikkeling in de provincie Groningen, met name op het punt van de intergemeentelijke samenwerking b. Aanvullende brief van GS van 7 augustus 2006, nr b/31, MT (+bijlagen) betreffende aangepaste conceptvisie op de bestuurlijke organisatie in de provincie Groningen, met name op het punt van de intergemeentelijke samenwerking c. Verslag van de vergadering van de commissie van Georganiseerd Overleg d.d. 28 februari 2006 d. Brief van de commissaris van de Koningin van 22 juni 2006, nr /25/a.7, CK (+bijlage) betreffende Burgercomité Witte Zakdoek e. Brief van GS van 23 juni 2006, nr /25/a.6, CK (bijlage 1 en bijlage 2) betreffende Provinciaal Veiligheidsbeleid 2005 f. Brief van GS van 13 juli 2006, nr /28/A.6, ABJ (bijlage) betreffende tussenevaluatie Mediation g. Brief van GS van 11 augustus 2006, nr , EZ (+bijlage) betreffende verkoop Essent Kabelcom (brief is tevens geagendeerd als ingekomen stuk bij 2

3 commissie EM) De ingekomen stukken worden ter kennisneming aangenomen. Bespreekstukken 9. Brief van de voorzitter van het Presidium van 8 augustus, nr , SG betreffende programmabegroting 10. Voordracht betreffende Programmabegroting 2007, (19/2006) De voorzitter stelt voor om beide agendapunten tegelijk te bespreken. Aldus wordt zonder nadere discussie of stemming besloten. Dhr. Moorlag (PvdA) refereert aan de begroting 2007 van het kabinet, in het nieuws aangeduid als feestbegroting die met veel gejubel in Den Haag werd gepresenteerd. De PvdA-fractie kreeg echter een wat bittere smaak in de mond bij het horen van de term feestbegroting, want zij had het idee dat een aantal veren op de feestmuts afkomstig waren van deze provincie. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt hoe dhr. Moorlag dit bedoelt. Dhr. Moorlag (PvdA) antwoordt dat het gunstige financiële resultaat van de rijksoverheid deels is veroorzaakt door bezuinigingen die hard zijn neergeslagen in deze provincie. Een voorbeeld is de korting op het budget voor de stimulering van de regionale economie en zo zijn er meer voorbeelden. Vandaar deze kanttekening bij de feestbegroting. De provinciale begroting. De term feestbegroting past hier niet, maar wel de termen solide begroting en werkbegroting. Een solide begroting omdat het meerjarenperspectief gezond is. Er is een begrotingsoverschot van ca. 5,4 miljoen. Voor de komende periode ligt er een flexibel budget, inclusief het vrijvallend feitelijk beleid, van 30 miljoen klaar voor de volgende collegeperiode. Als het gaat om de term werkbegroting kan worden vastgesteld dat veel zaken in de uitvoeringsfase zijn en de PvdA-fractie is er in grote lijnen mee tevreden. De politieke beoordeling zal worden uitgesproken tijdens de komende statenvergadering, maar hier en nu wil dhr. Moorlag een aantal zaken die van bestuurlijk-financiële aard zijn, aan de orde stellen. ICT. De PvdA constateert met tevredenheid dat het College het pad van het verleden verlaat en geen groot meerjarenprogramma presenteert op het terrein van de ICT. De kritiek van de PvdA-fractie gedurende de afgelopen jaren betrof dit meerjarige ICTprogramma waar veel geld naar toe ging en waar veel projecten uit gefinancierd werden die over een langere tijd waren uitgesmeerd en waardoor het moeilijk was om de effectiviteit van het beleid te toetsen. Bij het toekomstige ICT-beleid zou volgens de PvdA-fractie het accent op twee punten moeten komen te liggen. Op de eerste plaats de aanpassing van de ICT aan het nieuwe huisvestingsconcept en op de tweede plaats dient de ICT bij te dragen aan de verbetering van de relatie tussen provincie en burger. Er loopt op dit moment een nationale agenda Andere Overheid waarbij wordt uitgegaan van andere concepten en principes van de relatie burger-overheid en de ICT kan daarbij een belangrijke rol in spelen. Daar zou wat de PvdA-fractie het zwaartepunt moeten komen te liggen. Dat sluit aan bij de wens van de PvdA-fractie om te komen tot een betere vorm van interactieve beleidsontwikkeling. In het verleden heeft de PvdA gevraagd om een check bij ieder beleidsvoorstel om na te gaan of het voorstel zich leent voor interactieve beleidsontwikkeling, het betrekken van de burger bij de totstandkoming van het beleid, als alternatief voor de formele inspraakprocedures die doorgaans door de burger als te technocratisch worden ervaren. In het huidige ICT-beleid komt dit nog te weinig uit de verf en de PvdA-fractie vraagt het College om daar een zwaarder accent op te leggen. 3

4 Huisvesting. Zojuist is daarover gedebatteerd, maar dat ging over de binnenzijde van het provinciegebouw. De PvdA-fractie heeft een vraag over wat er aan de buitenkant gaat gebeuren. Op pag. 222 van de begroting staat dat er nog een fors onderhoudsprogramma voor de buitenzijde van het pand St. Jansstraat 4 aan de orde kan komen en dat daarover nadere voorstellen zullen worden gedaan. De PvdA-fractie heeft er behoefte aan om in dit stadium daarover nader geïnformeerd te worden. Wat is de omvang van het programma en wat zijn de kosten die ermee gemoeid zijn en wat behelst dit precies? Welke voorzieningen en reserves zijn hiervoor gecreëerd of zijn die er niet? Het derde punt betreft de technische verwerking van het ILG en het Provinciaal Meer Jaren Programma (PMJP) in de begroting. In de begroting is dit als nieuw thema geïntroduceerd. Het is voor de PvdA-fractie niet helder hoe de geldstromen nu precies zijn verlegd. Uit de opzet van de begroting 2006 blijkt dat er een zevental sporen zijn die in het PMJP gevolgd moeten gaan worden. Er kwamen middelen voor beschikbaar uit andere programma s en thema s. Hoe die geldstromen precies zijn verlegd is niet helder en nader inzicht is geboden om een goede vergelijking te maken en te achterhalen waar de accenten worden verlegd. Waar de PvdA-fractie behoefte aan heeft is een was-wordt - overzicht, zodat uit de verschillende productgroepen wordt gedestilleerd hoe de geldstromen zijn verlegd. Voorts heeft de PvdA-fractie behoefte aan meer inzicht in de verdeling van de ILG-gelden over de provincies. Indertijd is geconstateerd dat de inzet van de provincie Groningen spaarzaam en sober was inzake de onderhandeling van het budget tot Gedeputeerde Bleker heeft daarover opgemerkt dat dit een realistische inzet was en dat andere provincies Friesland en Drenthe flink overvragen. Uit de uitkomst zou blijken dat Friesland en Drenthe zullen moeten constateren dat hun lange verlanglijst lang niet op alle punten wordt gehonoreerd. De PvdA-fractie wil nu graag zien hoe de verhoudingen tussen de provincies zijn. Ook wil zij inzicht in hoe dat budget bij de twee andere noordelijke provincies verdeeld wordt over de zeven sporen. Meer informatie op dat punt is zeer welkom en dat hoeft niet nu geleverd te worden bij de beantwoording, maar kan ook als opmaat naar de begroting in de vorm van een brief of notitie. Het SNN. De PvdA-fractie heeft behoefte aan helderheid over de toekomstige taken en positionering van het noordelijk samenwerkingsverband. De PvdA-fractie zou het op prijs stellen dat over niet al te lange termijn een brief van het College wordt ontvangen waarin de precieze betekenis en de rol van het SNN zijn aangegeven in het licht van allerlei veranderingen die zich voltrekken. De begroting van het SNN staat vol met Pro Memoria-posten, simpelweg omdat er nog geen helderheid is over de toekomstige geldstromen vanuit Den Haag en Brussel. Het Kompas-programma stopt per 31 december Wat betekent dit voor de taak en omvang van het SNN en hoe ziet het College de organisatie van het SNN voor de toekomst in het licht van alle veranderingen? Daarbij dringt zich tevens de vraag op wie de samenwerkingspartners zijn in de toekomst. De PvdA-fractie heeft begrepen dat een aantal grote gemeenten de ambitie heeft om te participeren in het SNN, terwijl het SNN op dit moment een gemeenschappelijke regeling is van de drie noordelijke provincies. De vraag is hoe de collega-provincies Friesland en Drenthe daar in staan. Kortom, de PvdA-fractie heeft behoefte aan een visie van de kant van het College. Bij voorkeur wordt die op korte termijn ontvangen omdat de veranderingen zich momenteel razendsnel voltrekken. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) interrumpeert, stellende dat vlak voor de vakantie een notitie vanuit Friesland is ontvangen waarbij per motie gevraagd werd aan GS van Friesland om dit jaar nog in november vijf varianten voor te leggen. Het komt uit het AB en daarover is in de Staten gesproken. Het is dus allemaal al gepland. Dhr. Moorlag (PvdA) merkt op dat dit een vraag is die in de Staten van Friesland is gesteld. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) antwoordt dat hij refereert aan een in Friesland aangenomen motie waarop positief is geantwoord en waar GS van Groningen zich bij hebben aangesloten. 4

5 Dhr. Moorlag (PvdA) concludeert dat de vraag dan is wanneer de reactie van het College op die in Friesland aangenomen motie tegemoet gezien kan worden. De PvdA-fractie vindt toch dat er helderheid moet komen over de toekomstige positionering van het SNN. De risicoparagraaf. Een kwart van het totale weerstandvermogen van ruim 24 miljoen is verbonden met een risico dat voortvloeit uit Europese programma s. Op pag. 194 blijkt dat er kans is op een negatieve correctie van de kant van Brussel ter hoogte van 9 miljoen voor Groningen en Drenthe waarvan 6 miljoen tot het risico behoort van de provincie Groningen. Dat is een groot bedrag en dat stemt de PvdA bezorgd en graag wil zij geïnformeerd worden over het verdere verloop van die mogelijke claim vanuit Brussel. Het BTW-compensatiefonds. De PvdA constateert met tevredenheid dat er in IPOverband voortgang is geboekt met het vereenvoudigen van deze buitengewoon complexe constructie. De vertaling van de Voorjaarsnota 2006 in de begroting Het oordeel van de PvdA-fractie is dat deze financieel correct is verwerkt. Echter, een aantal punten die door de PvdA-fractie bij de Algemene Beschouwingen naar voren zijn gebracht, zijn onvoldoende herkenbaar in deze begroting. Dhr. Moorlag doelt hierbij op een sociale component in een nieuw POP-3-programma. Een notitie is vanmiddag in een andere commissie besproken, maar in die notitie is van een accentverlegging naar een sociale component niets terug te vinden. De structuur- en gebiedsvisies die de PvdA heeft voorgesteld voor het Lauwersmeergebied en de Veenkoloniën. Ook daarvan is niets terug te vinden in de begroting. De PvdA-fractie is benieuwd hoe het College deze terug wil laten komen en vraagt zich af of dit punt wel voldoende is doorgedrongen bij GS. Dhr. Brouns (CDA) heeft gemerkt dat dhr. Moorlag de landelijke begroting gedetailleerd heeft doorgelezen, want het is inderdaad een feest voor het Noorden, gezien het geld dat is binnengehaald voor onderzoek, speerpunten en de smeerpijp. Bij lezing van de begroting van de provincie kwam dhr. Brouns tot de conclusie dat dit eigenlijk ook wel een feest was. Het is een degelijke en goed leesbare begroting en deze gaf aanleiding tot slechts een handjevol vragen die uitvoerig zijn beantwoord. Daarom is er geen aanleiding voor de CDA-fractie om op die punten tijdens deze vergadering terug te komen. Het is dus een gedegen, verantwoorde en goed leesbare begroting, kortom een waar feest! Ook geldt dat voor de inhoud, want de beleidslijnen zijn duidelijk terug te vinden. Door dhr. Moorlag is al gezegd dat de behandeling van de Voorjaarsnota 2006 helder en inzichtelijk is terug te vinden. Zo hoort dat ook en daarvoor wordt het College gecomplimenteerd. Deze complimenten impliceren niet dat de CDA-fractie geheel geen commentaar heeft. Er is sprake van de laatste begroting van dit College en de vraag komt op wat er de afgelopen jaren is gerealiseerd van datgene wat was voorgenomen. Er blijkt uit de aangereikte notitie veel gerealiseerd te zijn. Ten aanzien van een tweetal punten heeft de CDA-fractie nadere vragen. In het collegeprogramma is een helder standpunt ingenomen ten aanzien van de vervreemding van de aandelen Essent. Dat is in de afgelopen jaren in deze Staten gekoppeld aan een discussie waar de CDA-fractie zich niet zeer intensief heeft geroerd, maar waar zij een afwachtende houding heeft aangenomen in verband met de discussie over privatisering van energiebedrijven die in Den Haag speelt. Inmiddels is het standpunt van het kabinet al een tijd bekend. Bekend is ook hoe de Tweede Kamer daarmee is omgegaan en de verwachting is dat de Eerste Kamer het dossier afhandelt voor de komende verkiezingen. De CDA-fractie wil dan wel eens van het College vernemen hoe het College denkt om te gaan met de voorgenomen snelle vervreemding van de aandelen Essent. Dit is de eerste vraag en er is enig verband met de toegezegde vertrouwelijke financierings- en investeringsstrategie zoals die op de beslui- 5

6 tenlijst staat van deze commissie. Het (eventueel vertrouwelijke) antwoord ziet de CDAfractie graag op korte termijn tegemoet. De besteding van het flexibel budget. Het College heeft voor de komende jaren ten aanzien van dit punt een duidelijk standpunt ingenomen, namelijk: er wordt zo veel mogelijk overgelaten aan het nieuwe College. Er was in een eerder stadium een kanttekening bij gemaakt die in de begroting is terug te vinden, namelijk: er wordt zo veel mogelijk geld gereserveerd voor de cofinanciering. Echter, op pag. 27 van de evaluatie van het collegeprogramma valt te lezen dat een groot deel van het flexibele budget vermoedelijk wel zal opgaan aan de maatregelen die noodzakelijk zijn in het kader van de jeugdzorg en dat is een nieuwe! Ook daarover hoort de CDA-fractie graag een toelichting van het College. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt inzake de begroting hoe omgegaan wordt met een politiek besluit ten aanzien van het Fonds van het Huis van de Groninger Cultuur. Het budget daarvan is verdubbeld, omdat er vele verzoeken tot subsidie binnen kwamen en het een succesvol instrument is. In de begroting loopt dat niet verder dan tot volgend jaar. Dat betekent dat dit aan het nieuwe college wordt overgelaten en eigenlijk vindt de PvhNfractie dat hierover het standpunt wordt ingenomen dat dit tot het staande beleid gaat behoren. Graag hoort dhr. Zanen of het College dit ook zo ziet. De vraag is eigenlijk iets breder, want bij de financiering van de N33 is dhr. Zanen opgevallen dat die evenmin in de begroting staat genoemd. Dat betekent dat er op een bepaald moment een nieuwe voordracht komt en dat er ergens middelen gezocht moeten worden. Opvallend is dat dit in de meerjarenraming niet is terug te vinden. Dit in tegenstelling tot de middelen die zijn gereserveerd voor de bijdrage aan de rondweg rond de Stad. Daarvoor is duidelijk een spaarpot gecreëerd waarin per jaar wordt gestort als financiering van de kant van de provincie. Internationale contacten. Op de begroting staat een minimaal postje en verder staat nergens een post voor dit doel vermeld. Weliswaar wordt opgemerkt dat internationale contacten in alle portefeuilles thuishoort en dat dit daardoor niet is geëxpliciteerd. Echter, als je bijvoorbeeld een diplomatieke reis naar Bremen wilt organiseren in het kader van bijvoorbeeld een werf, dan moet dat toch mogelijk zijn. De vraag is of het College dat niet onmogelijk maakt. Het SNN. Dhr. Zanen dacht dat die motie in Friesland niet zo n positieve achtergrond had. Er werd een debat gevoerd over de Noordelijke Rekenkamer en over de manier waarop projecten in SNN-verband verliepen. De strekking van de motie was min of meer dat de projecten weer in eigen provinciale hand moesten komen. Dhr. Zanen vraagt het College of zij zich inderdaad achter het voornemen om een notitie op te stellen heeft opgesteld. Als dat zo is, lijkt het dhr. Zanen belangrijk dat die notitie er zo snel mogelijk komt, want dan kan die ook in de verkiezingsstrijd een rol spelen. ILG. Dhr. Zanen is het met dhr. Moorlag eens dat er sprake is van ondoorzichtigheid. De vraag is dan hoe de Staten daar nog greep op kunnen houden. Deze ondoorzichtigheid kan aanleiding zijn tot een zorgelijke situatie. Mw. Deinum (D66) heeft geen vragen over de begroting, maar wil graag ingaan op het begin van het betoog van dhr. Moorlag. ICT voor het huisvestingsconcept, het contact met de burger en de interactieve beleidsontwikkeling zijn zaken die mw. Deinum als muziek in de oren klinken. De D66- fractie heeft er al jaren voor gepleit en mw. Deinum vindt het geweldig dat nu de grootste fractie in de Staten hier zo n punt van maakt. Met elkaar samenwerkend zal vast wel vooruitgang worden geboekt! De brief over de programmabegroting. Bij de jaarrekening heeft dhr. Jaspers een interessante opmerking gemaakt. De vraag was of de Staten voor de mensen in de provincie de goede dingen doen en of wordt bereikt wat wordt nagestreefd en of waar voor het geld wordt verkregen. Wordt dat slechts gedaan door het schrijven van nota s en het uitvoeren daarvan? De gedachte is dan dat het wel goed zal zijn. Dan is de provincie een overheid als bedrijf. Gesteld wordt dat de ontwerpfunctie van de overheid uit beeld raakt. Het politieke verhaal wordt niet teruggezien. De D66-fractie kan met die gedach- 6

7 tegang meevoelen, maar, de brief lezend, is de beschrijving daarin wel heel erg abstract. Mw. Deinum vraagt zich af hoe dat concreet moet gebeuren. Graag hoort mw. Deinum daarop een toelichting door dhr. Jaspers, zodat alle statenleden daarover kunnen meepraten in alle commissies. Dhr. Jaspers (PvdA) antwoordt dat de beschrijving van de programmathema s in het programma Bestuur en de bijbehorende prestatie-indicatoren ingrijpende wijzigingen hebben ondergaan. Daar staat nu het politieke verhaal, terwijl de bureaucratische rimram is weggehaald en een onderdeel daarvan staat nu in de productenbegroting. Bij het thema Bestuurlijke Samenwerking staan bij het SNN zeer technisch gerichte prestatieindicatoren. Eigenlijk zou deze gewijzigd moeten worden volgens de discussie zoals nu wordt gevoerd inzake de SNN. Volgend jaar dient gesproken te worden over de toekomst van het SNN. De Staten moeten aangeven wat de toekomst is van het SNN en dat zou tevens de prestatie-indicator moeten zijn voor het thema Bestuurlijke Samenwerking betreffende het SNN, als tenminste de lijn wordt gevolgd die door de PvdA is voorgesteld bij de Voorjaarsnota. Dhr. Moorlag (PvdA) merkt aanvullend op dat nog bij andere thema s te vaak als indicator is aangemerkt dat er een bepaald aantal nota s moeten worden geschreven, etc. Het gaat eigenlijk veel meer om de maatschappelijke uitkomst. Bij de weidevogels gaat het er niet om dat een x-aantal projecten worden geïnitieerd, maar het gaat uiteindelijk om het resultaat. Dat is de politieke uitkomst die je als fractie wilt en die dient te worden gedefinieerd in de thema s en de programma s. In de fractie van de PvdA is hierover gediscussieerd en men vindt dat met het smart omschrijven van indicatoren dit vaak te technocratisch gebeurt en te weinig politiek. Mw. Deinum (D66) dankt de collega s voor de toelichting. Zelf heeft zij daar altijd het voorbeeld bij van de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Op papier lijkt alles altijd prachtig, maar de vraag is wie er nu echt mee geholpen is en dat is wat mw. Deinum terug wil zien en daarom kan zij de denkrichting van de PvdA-fractie volgen. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) deelt mee geen inhoudelijke vragen te hebben en dat hij met zijn fractievoorzitter heeft afgesproken dat hij dit verder in de komende statenvergadering zal behandelen. Mw. Waal (VVD) merkt op dat de PvdA en het CDA spreken van een feest als zij de (landelijke) begroting lezen. Zij echter heeft een geheel andere beleving van het woord feest dan het lezen van welke begroting ook. Voor het nieuwe College zou het wel eens een feestje kunnen worden, want dat heeft 5 miljoen om vrij te besteden en dat is niet verkeerd. De brief onder agendapunt 9. Deze houdt in dat getracht moet worden om de burgers nog beter te betrekken bij de provinciale politiek en daar is uiteraard niemand op tegen, in welke vorm dan ook. Voorts deelt mw. Waal mee dat de VVD-fractie in de komende statenvergadering op de begroting terug zal komen. Mw. Bulk (SP) bedankt allereerst het CDA voor de gestelde vragen. De antwoorden waren van een dusdanige kwaliteit dat zij over het PAF niets meer hoeft te vragen. Evaluatie. Mw. Bulk merkt op dat deze vergadering inmiddels de vijfde is en tot nu toe heeft geen enkel statenlid iets opgemerkt over de evaluatie van de uitvoering van het collegeprogramma. Zij raadt het College aan die voor de volgende keer maar te schrappen, want er gaat niemand op in. 7

8 Dhr. Brouns (CDA) protesteert. Hij heeft er complimenten over gemaakt en twee vragen over gesteld. Mw. Bulk (SP) merkt op dat het een aardige opsomming is waarover veel meer te zeggen valt. Wat er dan is gezegd, valt haar tegen. Dhr. Brouns (CDA) stelt dat als de CDA-fractie uit een evaluatie concludeert dat een groot deel van wat in het collegeprogramma is afgesproken, ook inderdaad is gerealiseerd, zij daarmee een belangrijke politieke conclusie uitspreekt. Dhr. Brouns concludeert dat hij dus heel veel heeft gezegd met weinig woorden. Mw. Bulk (SP) stelt dat de SP-fractie ongeveer dezelfde vragen heeft en zij vreest dat het antwoord van de SP-fractie in de Staten wat langer zal duren. Dhr. Moorlag (PvdA) reageert op de opmerking van mw. Bulk dat van de uitvoering slechts nog maar het eerste bedrijf aan de orde is en dat het tweede bedrijf nog in de Staten komt. Een evaluatie van de hoofdlijnen van het gevoerde beleid is passender in de Staten dan hier en nu in de commissie. Hier heeft dhr. Moorlag zich beperkt tot het financieel-bestuurlijke aspect en hij verzekert mw. Bulk dat zij nog wat tegoed heeft van de PvdA-fractie. Mw. Bulk (SP) is daarmee gerustgesteld. De SP-fractie zal er in de Staten ook verder op ingaan. Het voorstel van de PvdA is daarin uitgebreid besproken en net als D66 wist de fractie niet precies wat het voorstel nu precies inhoudt. Welke zaken wil de PvdA-fractie verbeteren en hoe? De zojuist gegeven toelichting was niet voldoende helder en mw. Bulk is voornemens de betrokkenen voor een nadere opheldering direct te benaderen. De begroting. Er zijn veel mooie staatjes met het bedrag van de Rekening 2005 en de Begroting 2006, na correctie, maar die staatjes zijn afwezig op pag Dat betreft de vergoedingen van PS en GS. Voor 2007 is er een leuk bedrag opgenomen, terwijl iedereen weet dat er minder statenleden zullen zijn, alhoewel de vergoeding flink wordt verhoogd. De vraag aan het College is waarom dat staatje op die pagina ontbreekt. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) wijst erop dat dit de laatste begroting is van dit College. Met de kanttekening dat bij de Voorjaarsnota de bijbehorende politieke debatten hebben plaatsgevonden wijst een analyse van de vertaling van die debatten met deze begroting uit dat die heel goed klopt. Daarom kan dhr. Van der Ploeg deze bespreking met slechts enkele opmerkingen kan afdoen. Over de besteding van de overschotten is al een politiek besluit genomen. De GroenLinks-fractie kan akkoord gaan met de extra toevoeging aan de ruimte voor de toekomst, gegeven die discussies. Opgemerkt is dat er dan heel veel geld is te besteden, maar dhr. Van der Ploeg denkt dat het geld al is uitgegeven nog voordat het jaar is begonnen. Dat is ook wel logisch als men met het PMJP en ILG en het vervolg op Kompas aan de slag wil gaan. Hij constateert echter dat als het om het betreffende bedrag van ca. 7 miljoen gaat, dit slechts 2,5 % van de begroting is en dat het vrij besteedbare bedrag voor het nieuwe College eigenlijk heel gering is. In die zin denkt dhr. Van der Ploeg dat de Staten de ambitie zouden moeten hebben om dat bedrag te verhogen. De mogelijkheden? Als gekeken wordt naar wat er op de provincie afkomt bijvoorbeeld de aandelen Essent dan kunnen een aantal middelen vrijgespeeld worden. Daar heeft de GroenLinks-fractie al eerder opmerkingen over gemaakt. Met de aanstaande verkoop van Kabelcom komt dit perspectief dichterbij. De relatie tussen de verkoop enerzijds en het splitsingsdossier anderzijds is in de beantwoording van de schriftelijke vragen die dhr. Van der Ploeg heeft gesteld, benoemd, maar de conclusie was dat het College van mening is dat een deel van die opbrengsten rechtstreeks ten goede zouden moeten komen aan de provincie. Over de manier waarop valt dan verder te discussiëren en dat ligt dan deels ook nog bij Essent. De vraag is op welke termijn de besluitvorming daarover is te verwachten voor de Staten. Gegeven de onzekerheid over het splitsingsdossier verwacht dhr. Van der Ploeg in tegenstelling tot 8

9 dhr. Brouns dat de besluitvorming na de verkiezingen plaats zal vinden, maar het kan vriezen of dooien... Een volgend kabinet kan zelfs het voorstel intrekken, want alles is op dit punt nog mogelijk. In ieder geval kan de komende periode een verkooptraject worden verwacht. Dat betekent voor de lange termijn dat er volgens de GroenLinksfractie ruimte moet zijn en is voor de financiering van projecten. De huisvesting van Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (AMA's) in de stad Groningen vormt een probleem. De beoordeling van de GroenLinks-fractie is dat dit primair een gemeentelijke taak betreft. Desalniettemin is de betrokkenheid van de fractie bij deze problematiek zeer groot en de vraag aan het College is of zij op dit punt de communicatie met de Stad wil aangaan om ervoor te zorgen dat dit soort problemen worden opgelost. Als dat nodig mocht blijken is de GroenLinks-fractie bereid om daarvoor middelen ter beschikking te stellen bij de integrale bijstelling. De begroting. Dhr. Van der Ploeg heeft daarin weinig nieuwe dingen gezien en voelt niet de behoefte om daar nu verder op in te gaan. In het algemene verhaal wordt naar de Netwerkanalyse Zuidelijke Ringweg verwezen. Hij had verwacht dit stuk te ontvangen, maar vergeefs. Toch zijn er middelen vrijgemaakt bij het betreffende ministerie. Er wordt dus intensief overlegd over grote bedragen en de Staten weten geheel niet welke kant het op gaat. Wellicht kan hierover tijdens deze bijeenkomst een nadere toelichting gegeven worden in afwachting van de stukken inzake dit dossier. Groningen Seaports. Uit het stuk blijkt dat nog steeds aan de verzelfstandiging wordt getrokken. Die zou nog het liefst deze periode moeten plaats hebben. De vraag is hoe reëel dit nu is. Dhr. Calon (gedeputeerde) dankt de commissie voor de complimenten. Het was vrij duidelijk, want eigenlijk hadden de Staten middels de woorden van dhr. Jaspers voorgeschreven dat de begroting niet meer moet zijn dan een financieel-technische uitwerking van datgene dat de Staten bij de politieke discussie over de Voorjaarsnota aannemen. De Staten vroegen om extra geld voor het Huis van de Groninger Cultuur en daarom is er een bedrag van ,00 extra ter beschikking gesteld. Dhr. Zanen vroeg daarnaar. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt of dit éénmalig ter beschikking is gesteld. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat dit geldt voor 2006 en Inzake de vraag van dhr. Brouns antwoordt de gedeputeerde dat hij op pag. 27 heeft staan dat de extra ruimte grotendeels nodig zal zijn om de opgaven met betrekking tot cofinanciering en jeugdzorg te financieren. Die cofinanciering betreft ook de cofinanciering in de toekomst voor werkgelegenheidprojecten. Nu is nog onbekend hoeveel daarvoor nodig is vanwege onduidelijkheid vanuit Brussel. Meer vrije ruimte? Dhr. Van der Ploeg meent dat meer vrije ruimte moet worden gecreëerd. Dhr. Calon merkt op dat zijn voorganger Gerard Beukema daar ook naar heeft gestreefd. Hij wilde een vrije ruimte van ƒ 10 miljoen per jaar. Dat is ook gerealiseerd waarna dat bedrag op basis van politieke urgentie werd verdeeld. De vrije ruimte is veel groter gemaakt, maar tijdens de vorige collegeperiode is eens bij de Voorjaarsnota aangegeven hoeveel daarvan aan nieuw beleid is weggezet. Het probleem is dat er vrije ruimte wordt gecreëerd en vervolgens wordt die vrije ruimte structureel ingezet, waarmee de vrije ruimte afneemt. De vrije ruimte is alleen op niveau te houden indien ofwel de belastingen steeds tijdens elke nieuwe collegeperiode worden verhoogd, ofwel de kosten worden verlaagd. Dat betekent bezuinigingen ofwel taken niet uitvoeren en overlaten aan andere overheden. Daarover is ook al eens gedebatteerd naar aanleiding van een analyse die door het College is uitgevoerd. Dhr. Calon acht de suggestie sympathiek, maar hij denkt dat de praktische uitwerking niet tot het resultaat zal leiden als dhr. Van der Ploeg bedoelt. Er zijn niet veel statenperioden geweest waarin de vrije ruimte zo groot was als in de periode Er is voorts heel veel structureel vastgelegd. Als alleen al de cofinanciering Kompas in de begroting en de Regiovisie in ogenschouw worden genomen, dan zijn dat allemaal structureel vastgelegde zaken in de begroting. 9

10 De aandelen Essent. Dit is een der zwaarste punten die deze herfst in de commissie besproken moet gaan worden. Dhr. Calon weet niet hoe het gaat uitpakken. De Tweede Kamer is voor splitsing en de behandeling in de Eerste kamer moet nog plaatsvinden. Mogelijk gebeurt dat vóór de volgende verkiezingen. Vervolgens wordt er mogelijk geprocedeerd. Delta (Zeeland) heeft al aangekondigd te gaan procederen. De vraag is dan of zij gaan winnen of verliezen. Dezelfde vraag zal ook bij Essent spelen. Deze zomer heeft het College als aandeelhouder namens de provincie Groningen bereikt dat de kwestie eerst in de aandeelhouderscommissie moet worden besproken voordat er geprocedeerd gaat worden. GS willen eventueel met terugkoppeling naar de Staten nader bepalen of zij dat willen toestaan. De verkoop Kabelcom heeft er een relatie mee, namelijk met de crossborderleases en de inschatting hoe groot het risico is. De meningen verschillen van 0,00 tot 2 miljard. Dhr. Calon heeft in de aandeelhouderscommissie de positie ingenomen dat het niet zo kan zijn dat de opbrengsten van de verkoop automatisch in het bedrijf blijven zitten. Het geld zou op zijn vroegst pas volgend voorjaar uitgekeerd kunnen worden. Er vinden nu boekenonderzoeken plaats. De hele zaak wordt geëffectueerd per 1 januari Het geld zal er wel zijn in februari 2007 als alles goed gaat. Vóór die tijd dient er een besluit genomen te zijn en dat heeft een relatie met de splitsingsdiscussie en tevens hoe het op het Europese speelveld zich verder ontwikkeld met fusies en samenwerking en investeringen in energiecentrales. Dhr. Calon is van mening dat de aandeelhouders over de bestemming van de opbrengst van de verkoop beslissen. Er kan van worden uitgegaan dat niet het gehele bedrag ter beschikking zal komen en ook niet dat niets zal worden uitgekeerd. Deze herfst zal een gefundeerde discussie moeten plaatsvinden met de Raad van Bestuur en daarvoor zal een notitie worden opgesteld. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt naar de positie van de andere aandeelhouders. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat die posities wat verdeeld zijn. De provincie Brabant bijvoorbeeld ontvangt een grote som aan dividenden en zit niet direct te wachten op veel geld. Kleinere gemeentelijke aandeelhouders, bijvoorbeeld Stadskanaal, hebben vaak krappe begrotingen en zij zullen blij zijn als zij hun aandelen kunnen vervreemden. Het is niet duidelijk voor welke positie een meerderheid bestaat. Wel is duidelijk dat de opbrengst van Kabelcom niet automatisch in het bedrijf blijft zitten. Er dient een gefundeerd voorstel te komen waarom het bedrag niet volledig uitgekeerd kan worden en dan kunnen de aandeelhouders bepalen of zij er wel of niet in mee kunnen gaan. De verhoudingen tussen de Raad van Commissarissen en de grote aandeelhouders vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie zijn overigens buitengewoon goed. Er is wederzijds sprake van een open houding en van een eerlijk en fair debat. De provincies Brabant, Limburg, Overijssel en Groningen hebben een extern bureau opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar hoe deze provincies als aandeelhouders zich moeten positioneren ten aanzien van de vervreemding van de aandelen. De eerste resultaten van het onderzoek zijn ongeveer een maand geleden gepresenteerd. Dhr. Calon is voornemens om dit in het College te laten presenteren en vervolgens in de Staten, zodat deze herfst een goed debat gevoerd kan worden over wat er gedaan moet worden. Er is sprake van twee scenario s: een splitsingsscenario en een niet-splitsingsscenario. Dat laatste is van belang om te voorkomen dat alleen maar wordt afgewacht. In het onderzoek is goed neergezet wat je zou kunnen doen in welke situatie. Of deze herfst een conclusie getrokken kan worden wat er gedaan moet worden, is nog onduidelijk. Het debat over deze zaken dient nog in deze collegeperiode met elkaar gevoerd te worden. In november of december zal dit mogelijk kunnen plaatsvinden. De N33. De N33 is inderdaad niet terug te vinden en de Ringweg wel en daarvoor is een spaarfonds gecreëerd. Er is een regulier budget voor wegen en daarvoor wordt zowel door de Stad als de provincie gespaard om de kruisingen ongelijkvloers te maken, te weten de Noordzeebrug, Reitdiepplein en Hoendiep. De N33 moet worden gefinancierd uit het fonds waar de dividenden Essent in worden gestort en daaruit kan dat worden betaald. 10

11 De vergoedingen voor PS en GS. Dhr. Calon merkt niet daarover te gaan, want dat behoort tot de begroting van de Staten. De voorzitter merkt op dat die vraag door hem namens het Presidium zal worden beantwoord. Dhr. Calon (gedeputeerde) vervolgt. De netwerkanalyse. Het is de bedoeling dat de netwerkanalyse zal worden gepresenteerd, indien de Staten dat wensen, op de eerstvolgende vergadering van de commissie Economie en Mobiliteit. Dan zullen ook de stukken aanwezig zijn. Het is niet zo dat er al in de begroting concessies gedaan zijn in verband met de opname van geld dat nodig is voor de verkenningsfase. Op 5 oktober aanstaande zal worden verzocht tijdens het bestuurlijk overleg over het MIT (Meerjaren Investeringsprogramma) of een en ander in de planstudiefase kan worden meegenomen. Pas na 5 oktober zal bekend worden hoe het ministerie daarover denkt. Dit overleg wordt gevoerd in noordelijke verband met het kabinet. Mw. Mulder (gedeputeerde) gaat in op de vraag over de AMA s. Met de gemeente Groningen wordt een aantal projecten rond de AMA s uitgevoerd. De gemeente verzoekt momenteel de provincie mee te doen in het studiefonds. Mw. Mulder is van mening dat de problematiek rond de AMA s op de provinciale agenda moet komen. Dhr. Bleker (gedeputeerde) gaat in op een viertal punten. Het ILG en het PMJP. De gedeputeerde zal bij het verslag de commissie informeren hoe het provinciale aandeel van het ILG bij het PMJP wordt gevoed. Dat is overigens voor een belangrijk deel op te maken uit het derde concept-pmjp dat binnenkort op ieders deurmat valt. Toevoeging aan het verslag: Herschikking financiële middelen t.b.v. thema ILG in 2007 Oorspronkelijk programma bedrag voor waarvan PMJP/ILG apparaatskosten programmakosten Ondernemend Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid c.a Totaal F&C/FB 28 september 2006 Tevens is bijgevoegd als separate toevoeging de conversietabel inzet financiële middelen 2007 (Programma begroting 2007). Dhr. Bleker schetst kort de problematiek van de verdeling van de betreffende middelen over de verschillende provincies. Een groot deel van het geld heeft betrekking op natuur, op de aankoop en inrichting van natuurgebieden. Hoe is dat geld verdeeld? Er is 1995 bepaald dat ha nieuwe natuur moet worden gerealiseerd. Elke provincie heeft daarin een bepaalde opgave. Groningen heeft een opgave van ha. In 2018 moet die opgave zijn gerealiseerd. De verdeling van het geld voor de komende zeven jaren 11

12 heeft nu als volgt plaatsgevonden. De vraag is allereerst wat de resterende taakstelling is. Zuid-Holland heeft een taakstelling van ca ha. Verhoudingsgewijs heeft deze provincie nog maar weinig gerealiseerd. Groningen heeft een bescheidener taakstelling, maar heeft juist veel gerealiseerd. Dat betekent dat Groningen verhoudingsgewijs weinig geld zal krijgen, omdat de resterende taakstelling vele malen lager is dan die van de provincie Zuid-Holland. Zo werkt dat ook voor de landbouw, zij het dat Groningen er wat gunstiger uitkomt. Zo werkt het ook bij groen in en om de stad. Gelukkig heeft Groningen via Meerstad al een heleboel gedaan gekregen en is dat groen niet object van een landelijke verdeling. Zo is de systematiek. Deze systematiek kan tot bizarre situaties aanleiding geven. Er zijn provincies met heel veel geld voor de komende zeven jaren - dit zijn dus provincies die nog weinig op dit vlak hebben gepresteerd - en zij kunnen niet garanderen dat zij de komende jaren wel in staat zijn om de vele middelen weg te zetten. Daarom hebben andere provincies waaronder Groningen, na wat drukken en duwen, aangedrongen op een gentleman s agreement om tussentijds de stand op te maken, zodat kan worden voorkomen dat aan het eind van het traject er bij Groningen heel veel kansen voorbij zijn gegaan, omdat het geld op was, en elders nog tientallen miljoenen ongebruikt op de plank liggen. De transparantie van het PMJP. Het is mogelijk nog niet voldoende transparant, maar het is in ieder geval transparanter dan 30 of 40 verschillende subsidieregelingen waarbij cofinanciering op wordt gepleegd. Dat was de situatie tot nu toe. Er is dus sprake van verbetering, maar de programmering zal nog verder goed beheersbaar gemaakt moeten worden. Budget voor grensoverschrijdende activiteiten. Om budgettaire redenen heeft dit College nog nooit een buitenlandse activiteit, een samenwerkingsproject, afgeblazen. Dat probleem bestaat dus niet. Het SNN. Het College van GS van Groningen vindt net als Friesland en Drenthe dat de wereld om het Noorden heen verandert. Dit in verband met de nieuwe Kompasperiode, Pieken in de Delta, etc. Er is voor een deel minder geld en voor een ander deel ander geld en er zijn andere beslissers op het toneel verschenen. Dat betekent dat de structuur van het SNN kritisch tegen het licht moet worden gehouden en daarin loopt Groningen niet achteraan. Het College meent dat een en ander heel serieus moet gebeuren met het uitgangspunt dat er een goede, effectieve noordelijke lobbyorganisatie moet zijn waarbij ook de steden in het gebied partner in business zijn. Verzelfstandiging van Groningen Seaports. Het College voert gesprekken met de medeoverheden, de gemeente Delfzijl en Eemsmond. Er is wel overeenstemming over de wens dat er het een en ander moet veranderen, ook omdat Seaports in een steeds interessantere omgeving moet functioneren en met grote spelers van doen heeft. Echter, voor verzelfstandiging van Seaports, zoals de wens was van de Staten, kan niet worden gerekend op support van Delfzijl en Eemsmond. Die support is daarvoor wel nodig, dus het kan zijn dat, met behoud van het eindbeeld, toch verbeteringen inzake een verdere professionalisering worden gerealiseerd die opgevat kunnen worden als tussenstappen. De kans dat men tot verzelfstandiging tijdens deze collegeperiode zal komen, acht dhr. Bleker nihil. Dhr. Calon (gedeputeerde) gaat in op de koppeling van werk en sociaal. Dit is ook aan de orde geweest bij de discussie over het POP-3 in een andere commissie, evenals de structuurvisies die als gebiedsopgaven worden opgevat. Zij worden vermeld in de startnotitie voor het POP-3, zoals besproken in de commissie Omgevingsbeleid en Wonen. Daarmee is voldaan aan het verzoek van de Staten. 12

13 De eventuele claim van 6 miljoen vanuit Brussel. Dhr. Calon zegt toe de Staten op de hoogte te houden van eventuele ontwikkelingen op dat vlak. De ICT en de relatie met de huisvesting en de burgers. Het antwoord op de vraag van dhr. Moorlag is ja. In november of december zal hierover een stuk besproken kunnen worden door de Staten. Onderhoud gebouw. Dhr. Calon zal het antwoord op de betreffende vraag van dhr. Moorlag aan het verslag toevoegen. Opmerking sec: Toevoeging was nog niet beschikbaar. Opmerking zal deel uitmaken van de toezeggingenlijst. De voorzitter gaat in op de vraag van mw. Bulk over de statenbegroting. Hij heeft van de statengriffie begrepen dat er geen truc achter zit. De systematiek vanaf het volgende jaar zal dezelfde systematiek zijn als gevolgd wordt in de rest van de begroting. Dat betekent dat deze ook wordt opgenomen in de Rekening. Ook van het vorige jaar zullen cijfers worden opgenomen zodat ook de eventuele trend in de kosten valt waar te nemen. Mw. Bulk (PS) stelt dat het niet zozeer om haar persoon gaat. Het is een openbaar stuk en die ene burger die de moeite neemt om het stuk door te bladeren valt het misschien op. Vandaar haar vraag. De voorzitter bevestigt dat dit in de toekomst hersteld zal worden. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) merkt naar aanleiding van het verhaal van dhr. Bleker over Seaports op dat tijdens de vergadering van de commissie Economie en Mobiliteit dhr. Gerritsen een heel ander verhaal hield dan dhr. Bleker nu. Er is expliciet gevraagd naar de mogelijkheid tot verzelfstandiging en of dhr. Gerritsen dat deze collegeperiode nog voor mogelijk hield. Hij heeft deze vraag bevestigend beantwoord, aldus dhr. Staghouwer. Dhr. Bleker (gedeputeerde) stelt dat het bijzondere is dat de gesprekken namens het College door dhr. Gerritsen en hemzelf, gezamenlijk worden gevoerd. Dhr. Bleker heeft zijn eigen impressie van de uitkomst gegeven en hij verklaart in dezen wel een weddenschap met dhr. Gerritsen aan te durven. De voorzitter informeert of er nog nadere vragen naar aanleiding van de beantwoording zijn gerezen. Dhr. Moorlag (PvdA) heeft nog een paar opmerkingen. ILG. Dhr. Moorlag concludeert dat een overzicht is toegezegd over hoe de geldstromen oorspronkelijk liepen en hoe dat nu loopt. Zijn vraag betrof ook een overzicht van welke gelden nu precies aan de verschillende provincies zijn toegekend en hoe de relatie ligt tussen provinciaal en rijksgeld met betrekking tot de zeven sporen. Het gaat dhr. Moorlag met name om de drie noordelijke provincies, daar indertijd niet is gekozen voor een noordelijk provinciaal meerjarenprogramma is het voor de PvdA-fractie interessant te zien hoe een en ander zich met elkaar verhoudt en waar eventueel ruimte zit om in gemeenschappelijkheid toch nog iets te gaan doen. De woorden die de gedeputeerde heeft gewijd aan het SNN worden door de PvdA-fractie onderschreven. De vraag was ook om op enig moment een visie van de Colleges te ontvangen over hoe het SNN er in de toekomst uit zou moeten gaan zien en wat de waarde daarvan voor de burgers van de provincie is. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt of gedeputeerde Bleker dat inderdaad heeft toegezegd. 13

14 Dhr. Moorlag (PvdA) antwoordt dat dit niet is toegezegd, maar gevraagd wordt om dit toe te zeggen. Dhr. Bleker (gedeputeerde) zegt toe dat dit zal gebeuren. overzicht van Rijks en provinciale geldstromen in PMJP's van Groningen, Drenthe en Fryslan (in * miljoen) GRONINGEN DRENTHE FRYSLAN provincie rijk provincie rijk rijk provincie Natuur 67,2 14,0 100,0 11,0 98,6 33,4 Recreatie en toerisme 3,6 0,8 6,0 1,1 4,9 10,8 Landschap en cultuurhistorie 3,5 2,2 6,0 2,6 8,9 8,1 Landbouw (incl. lopende verplichtingen landinrichting) 20,1 8,2 36,0 16,0 31,6 9,6 Sociaal Economische Vitalisering - 8,5-2,0-40,7 Bodem 4,5 1,2 12,0 0,5 9,9 0,5 Water 1,5 2,8 1,3 4,5 3,6 5,5 totaal ,6 161,3 37,7 157,6 108,6 Dhr. Moorlag (PvdA) wacht ten aanzien van het eerste punt inzake het PMJP het antwoord van de gedeputeerde nader af. In reactie op de andere fracties inzake de middelen bij Essent merkt dhr. Moorlag op dat de PvdA-fractie niet de ambities heeft om die middelen zo snel mogelijk liquide te maken. Hij stelt dat het te overwegen is om de verschillende aandeelhouders verschillende arrangementen aan te bieden. Zij die grote behoefte voelen om liquide middelen in handen te krijgen zouden de mogelijkheid moeten krijgen om deze aan Essent te verkopen. Essent zou die aandelen dus moeten inkopen. Andere aandeelhouders dienen de mogelijkheid te hebben om hun aandelen in Essent aan te houden. Bij de PvdA-fractie is geen behoefte aan een soort superdividend op korte termijn dat in de reguliere exploitatie van de provincie wordt gestoken. De opbrengsten van de Essent-middelen zouden in lijn met het collegeprogramma gebruikt moeten worden voor structuurversterkende maatregelen in deze provincie. De statenbegroting. Deze is in het Presidium aan de orde geweest. Afgesproken is om bepaalde zaken van dit jaar één op één door te trekken naar de volgende periode totdat duidelijk is wat de uitkomst is van de discussie over de rechtspositie van statenleden. Dhr. Brouns (CDA) deelt mee dat zijn fractievoorzitter terug zal komen op de politieke hoofdlijnen in de komende statenvergadering. Hijzelf gaat in op het antwoord van dhr. Calon inzake het flexibel budget. Hij heeft de zin gelezen als door dhr. Calon werd aangegeven, namelijk dat het flexibel budget wordt aangewend voor cofinanciering èn maatregelen in het kader van de jeugdzorg. Dhr. Brouns is benieuwd naar deze laatste maatregelen, want daarover is nooit gesproken. 14

15 Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt inzake de discussie over het SNN dat een toezegging is gedaan over een notitie. Van de kant van de GroenLinks-fractie geeft hij mee dat structuren niet heilig zijn. He gaat om de effectiviteit van de samenwerking en de positionering ten aanzien van partners zoals met name het Rijk. Over de motie die in Friesland is aangenomen stelt dhr. Van der Ploeg dat deze een wat sceptisch negatief karakter had. Hij vindt het verrassend dat dhr. Zanen deze motie heeft betiteld zoals hij deed, terwijl de motie werd ingediend door een partner van hem in SNN-verband. Dhr. Van der Ploeg acht de partnerkeuze van dhr. Zanen, gezien de motie, vreemd. Dhr. Zanen (PvhN) werpt tegen dat hij niets van een partner af weet. Hij pakt de motie daarentegen positief op en is blij met de toezegging van de gedeputeerde. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat zijn partner, volgens de eigen woorden van dhr. Zanen, de motie negatief bedoelde. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt welke partner dhr. Van der Ploeg bedoelt. De voorzitter geeft het woord aan het College. Dhr. Calon (gedeputeerde) gaat in op de opmerking van dhr. Brouns. Volgens de gedeputeerde is er extra geld bij de Voorjaarsnota voor de jeugdzorg ter beschikking gesteld en dat is begrotingstechnisch geïmplementeerd. Tot de cofinanciering was al besloten. Er klopt wat er staat. Mogelijk is er misverstand. Dhr. Brouns (CDA) verzoekt er toch nog eens naar te kijken, want het gaat om een vooruitblik voor de flexibele ruimte ook na het jaar Daarom vraagt hij zich af welke maatregelen in het kader van de jeugdzorg er dan nog aankomen. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat hij hier een punt heeft. Het zou zo kunnen worden gelezen dat er naast de vrije ruimte die er nu is, nog extra middelen voor de jeugdzorg nodig zijn. Als dit zo wordt gelezen, staat het er verkeerd. Dat is niet de bedoeling en dan zal dit moeten worden aangepast. Dhr. Bleker (gedeputeerde) gaat in op de overgebleven vraag van dhr. Moorlag. Een vergelijking met de provincies Drenthe en Friesland zal bij het verslag worden gevoegd. Seaports. De verzelfstandiging waartoe in 1999 door de Staten is besloten hield in dat in een gemeenschappelijke regeling alleen het onroerend goed blijft, terwijl alle overige activiteiten onderdak moeten krijgen in een privaatrechtelijke rechtspersoon, een NV of BV. De kans dat die constructie in deze collegeperiode wordt geëffectueerd, acht dhr. Bleker nihil. Het College zal zich wel inzetten om structuuraanpassingen, personele mutaties en aanvullingen te realiseren om de gewenste effecten althans ten dele te bereiken. Daarop heeft de gedeputeerde hoop. Mw. Deinum (D66) vraagt of dat betekent dat een geheel nieuwe situatie ontstaat. Tussen 1999 en 2006 is natuurlijk veel gebeurd bij Seaports. Komt er een nieuwe notitie met een nieuw uitgangspunt of gaat het College voort op de oude voet? Dhr. Bleker (gedeputeerde) antwoordt dat de doelen voor ogen worden gehouden en dat de vorm, in overeenstemming met collega-overheden, nader inhoud wordt gegeven. Als je je zin niet krijgt in Groningen Seaports en je wilt je zin toch hebben, dan is er uiteindelijk maar één mogelijkheid en dat is uittreding. Echter, dat acht het College politiek en maatschappelijk een onbegaanbare weg. 15