Afleiding statistiek van zomerhoogwaters

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Afleiding statistiek van zomerhoogwaters"

Transcriptie

1 Prepared for: DG Rijkswaterstaat, RIZA Afleiding statistiek van zomerhoogwaters Rapport november, 26 Q4297.

2 Prepared for: DG Rijkswaterstaat, RIZA Afleiding statistiek van zomerhoogwaters Ir. H.J.M. Ogink november, 26

3 Contents 1 Inleiding Achtergrond en doelstelling Achtergrond Doelstelling Aanpak Inleiding Activiteiten Basisgegevens en homogenisatie Inleiding Historische dagafvoeren Gegenereerde afvoeren Maand- en seizoenstatistieken van afvoermaxima Inleiding Vergelijking werklijnen jaarextremen Statistiek van afvoermaxima per maand Statistiek van afvoermaxima per seizoen Ontwerpafvoer bij zomervegetatieruwheid Vergelijking werklijnen met frequentieverdelingen van gegenereerde afvoer Inleiding Werklijn van jaarextremen Werklijnen van maand- en seizoensextremen Vergelijking statistieken jaarextremen en maand/seizoensextremen i

4 8 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Literatuur A Gehomogeniseerde reeksen van dagafvoerextremen...a 1 B Statistieken van maandextremen... B 1 C Statistieken van seizoensextremen...c 1 ii

5 1 Inleiding Per brief van 3 oktober 26 met kenmerk Bestelnummer heeft RWS RIZA van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat WL Delft Hydraulics opdracht gegeven voor de uitvoering van het project: Afleiding statistiek van zomerhoogwaters, conform de aanbieding van 17 oktober met kenmerk ZWS/2133/Q4297/lj. Het onderzoek betreft het afleiden van afvoerstatistiek van de Rijn bij Lobith per maand op een wijze die aansluit bij de gevolgde procedure voor de herberekening van de werklijn HR 26 (Diermanse, 24). Onderscheid naar de afvoerstatistieken per maand wordt nodig geacht om een koppeling te kunnen maken met de vegetatiekarakteristieken. Want hoewel extreme afvoeren in de winter de hoogste kans van voorkomen hebben zou een combinatie van een lagere afvoer in een andere periode van het jaar maar met een hogere ruwheid in de uiterwaard tot een hogere waterstand kunnen leiden. Auteurs en organisatie De uitvoering en projectleiding van dit project was in handen van ir. H.J.M. Ogink. Adviezen zijn ingewonnen bij en de resultaten zijn besproken met dr. ir. F.L.M. Diermanse, die eerder verantwoordelijk was voor de herberekening van de werklijn HR 26 en dr. ir. H. van der Klis. Namens de opdrachtgever trad ir. E.H. van Velzen van RWS RIZA op als projectbegeleider. Leeswijzer De opzet van het rapport is als volgt. In hoofdstuk 2 worden de achtergrond van het project geschetst en de doelstelling van het project besproken. De gevolgde werkwijze bij de uitvoering van het project is behandeld in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 worden de basisgegevens en de homogenisatie van deze gegevens besproken, gevolgd door de statistiek van de afvoerextremen per maand in hoofdstuk 5. Een vergelijking van de resultaten met de frequentieverdelingen van afvoerextremen van de Rijn te Lobith per jaar, seizoen en maand, verkregen met het instrumentarium van de neerslaggenerator, is beschreven in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 worden de statistieken van de maand- en seizoensextremen vergeleken met de HR26 resultaten voor de jaarextremen. Ten slotte volgen in hoofdstuk 8 de conclusies en aanbevelingen. 1 1

6 2 Achtergrond en doelstelling 2.1 Achtergrond Door het RIZA is in opdracht van Dienst Oost Nederland een verkenning uitgevoerd naar de mogelijke bedreiging door zomerhoogwaters (zie: Van Velzen en Jesse, 25, RIZA werkdocument x, Extreme hoogwaters in de zomer, iets om rekening mee te houden? ). Daaruit kwam naar voren dat de bedreiging niet groot was. In de bovenloop van de IJssel werd het grootste risico gevonden. Een betere onderbouwing van het resultaat werd echter wenselijk geacht, vooral met betrekking tot de statistiek van de zomerhoogwaters. Om tot een reële vergelijking te komen is het nodig aan te sluiten bij de methode die ook voor de herberekening van de werklijn is gebruikt (zie: Diermanse, 24, HR26- herberekening werklijn Rijn ). Hierbij wordt een middeling toegepast over een aantal kansverdelingen voor gehomogeniseerde reeksen van afvoerextremen (jaarmaxima en pieken boven een drempel). Voor dit onderzoek is van belang dat de statistiek per maand wordt vastgesteld. Hierdoor is het beter mogelijk bij de hoogwaterberekeningen de afvoer van voorgeschreven herhalingstijd met de juiste uiterwaardruwheid te combineren. Immers, eenzelfde afvoer bij Lobith leidt in de winterperiode tot een andere waterstand dan in de zomer of in de herfst omdat de vegetatieruwheid verandert met de seizoenen. 2.2 Doelstelling Het doel van het onderzoek betreft het afleiden van de statistiek van zomerhoogwaters op een manier die aansluit bij de methode die is gebruikt voor de herberekening van de werklijn HR26. Onderscheid per maand is nodig om in een hydraulisch model de koppeling met de vegetatie-karakteristieken te kunnen maken. Het resultaat is dit rapport waarin de methode, de aanpak en de statistiek is beschreven. 2 1

7 3 Aanpak 3.1 Inleiding Voor de herberekening van de werklijn HR26 zijn de afvoerextremen van de Rijn bij Lobith beschreven met de volgende kansverdelingen: 1. voor herhalingstijden tot en met 25 jaar met de Paretoverdeling toegepast op afvoerpieken boven een drempel met een zichtduur van 15 dagen, en 2. voor herhalingstijden groter dan 25 jaar: a) extreme waarden verdeling type I of Gumbel verdeling met een drempelwaarde b) 3 parameter log-normale verdeling, c) 3 parameter gamma of Pearson-III verdeling, en d) exponentiele verdeling. De verdelingen a) t/m c) zijn toegepast op de jaarmaxima, d.w.z. de reeks van de hoogste afvoer in het hydrologisch jaar in de periode De exponentiele verdeling beschrijft de overschrijdingsfrequentie van pieken boven een drempel met een zichtduur van 15 dagen, dezelfde reeks als voor de toepassing van de Paretoverdeling voor kleine herhalingstijden wordt gebruikt. De hoogte van de drempel wordt zo gekozen dat het aantal pieken boven de drempel gelijk is aan het aantal jaren in de reeks: jaarextremen. Een zichtduur van 15 dagen wordt toegepast om er voor te zorgen dat onafhankelijke pieken worden geselecteerd. Omdat de op één na hoogste piek in een jaar (en nog lagere) groter kan zijn dan de piek in een ander jaar zijn de laagste waarden in de reeks van jaarextremen hoger dan die de reeks van jaarmaxima. Vervolgens zijn de met de verdelingen berekende afvoeren voor vaste herhalingstijden gemiddeld tot een werklijn. Alvorens de frequentieanalyse is uitgevoerd, zijn de basisgegevens gehomogeniseerd naar de riviercondities van Hiervoor is een door RIZA voorgeschreven procedure gevolgd. Voor het onderhavige onderzoek is dezelfde methode toegepast, maar dan voor de afvoermaxima/extremen in de maanden en seizoenen afzonderlijk: reeksen van maand/seizoensmaxima, d.w.z. de hoogste afvoer voor een maand/seizoen in het jaar uit de periode reeksen van maand/seizoensextremen, d.w.z. pieken boven een drempel in een maand/seizoen uit de periode met een zichtduur van 15 dagen. Opgemerkt wordt dat bij de pieken boven een drempel voor de maanden de drempel zo is gekozen dat een goede fit wordt verkregen met de theoretische verdeling, waarbij het aantal extremen voor een maand niet steeds overeenkomt met het aantal jaren. Daar de interesse ligt bij schattingen van de afvoer bij de maatgevende frequentie is alleen gekeken naar het resultaat van de verdelingen voor T > 25 jaar; de Paretoverdeling is dus niet toegepast. Ter verificatie zijn de resultaten vergeleken met frequentieverdelingen op 3 1

8 basis van synthetische reeksen. Dit betreft 1 reeksen van 1. jaar afvoer voor de Rijn bij Lobith op basis van de neerslaggenerator, onder de aanname van oneindig hoge dijken in Duitsland. Deze vergelijking werd nodig geacht om eventuele uitbijters in de reeksen van maandextremen (of te beperkte reeksen) en de gevolgen voor de maandstatistieken beter te kunnen beoordelen. 3.2 Activiteiten Het project omvat de volgende activiteiten: 1. Homogeniseren van de beschikbare data. 2. Afleiden van de statistiek per maand en per seizoen met de beschikbare informatie. 3. Bewerken van de data van de neerslaggenerator (1 x 1. jaar, oneindig hoge dijken in Duitsland) en op basis daarvan eventuele correcties op de onder 2 gevonden statistiek. 4. Vergelijking van de maandstatistieken met de jaarstatistieken. De uitvoering van deze activiteiten is beschreven in de volgende hoofdstukken. 3 2

9 4 Basisgegevens en homogenisatie 4.1 Inleiding Bij de frequentieanalyses is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: 1. historische dagafvoeren van de Rijn bij Lobith in de periode en , uit het DONAR bestand van RWS, en 2. 1 x 1. jaar dagafvoeren van de Rijn bij Lobith, die zijn afgeleid uit gegenereerde neerslag in het stroomgebied van de Rijn. De gegevens en de bewerking op deze gegevens worden in dit hoofdstuk besproken. 4.2 Historische dagafvoeren Basisgegevens De afvoermaxima/extremen per jaar, per maand en per seizoen, die in deze studie zijn gebruikt, zijn geselecteerd uit het DONAR bestand van historische dagafvoeren (RIZAbestand Rijntakken7.xls, blad Afvoeren). In de beschrijving van de reeks is aangegeven, dat de afvoeren zijn gecorrigeerd voor perioden met ijsgang. De afvoermaxima/extremen per jaar, die uit de reeks van historische dagafvoeren zijn af te leiden, wijken voor een aantal jaren iets af van de officiële lijst van jaarlijkse piekafvoeren die is gebruikt bij de afleiding van de werklijn voor de Rijn HR26 (Diermanse, 24). Dit komt deels door een verschil in correctie (periode ) en verschil in bron (periode ), zie Tabel 4-1: Tot 1971 is de bron hetzelfde nl. de 8 uur meetwaarden. Echter voor de officiële piekenlijst is hierop een regressievergelijking toegepast om de 8 uur waarden te vertalen naar momentane piekwaarden. Deze correctie is hier niet toegepast. Vanaf 1971 is de officiële piekenlijst gebaseerd is op uurwaarden, terwijl de hier gebruikte piekenlijst is gebaseerd op dagwaarden. Een vergelijking tussen beide reeksen is gegeven in Figuur 4-1. De figuur geeft aan dat de hier gebruikte piekafvoeren gelijk zijn aan of kleiner zijn dan de afvoeren in de officiële piekenlijst. Over de hele periode bedraagt het verschil tussen onze piekenlijst en de officiële piekenlijst 38 m 3 /s met als uitschieter de afvoer op 4 januari 1926, waar het verschil 32 m 3 /s bedraagt. Zoals hierna zal worden aangetoond hebben de verschillen slechts een marginale invloed op de te berekenen werklijnen. Het eindresultaat is echter wel gecorrigeerd voor het verschil in piekenlijsten. 4 3

10 1 Verschil tussen officiele toppenlijst voor de Rijn bij Lobith en jaarextremen van dagafvoeren Q(dag) - Q(top) (m 3 /s) gemiddeld verschil = 38 m 3 /s Figuur 4-1 Verschil tussen jaarmaxima uit de hier gebruikte reeks en de officiële lijst van jaarlijkse piekafvoeren van de Rijn bij Lobith Tabel 4-1 Overzicht van gebruikte basisreeksen voor de selectie van extremen bij HR26 en in deze studie Basisreeks voor: Periode Officiële piekenlijst gebruikt voor HR26 Lijst van piekafvoeren zoals gebruikt in deze studie DONAR 8-uur waarden + correctie naar momentane piekwaarde DONAR 8-uur waarden DONAR uurwaarden DONAR dagwaarden Homogenisatie van piekenlijst voor HR26 Bij de berekening van de werklijn HR26 is de officiële piekenlijst voor de Rijn bij Lobith gehomogeniseerd naar de riviertoestand van Deze homogenisatie betreft effecten van uitgevoerde rivierwerken langs de Oberrhein in de periode Bij HR26 is geen rekening gehouden met effecten van ingrepen langs de Niederrhein. De aanpassing van de reeksen van piekafvoeren (partiële reeks van pieken met een zichtduur van 15 dagen en jaarmaxima) voor de rivierwerken is aangegeven in Figuur 4-2. De figuur toont aan dat de piekafvoeren tot 1955 zijn verhoogd met gemiddeld 237 m 3 /s. Volgens Parmet et al. (21) is in de homogenisatie van lijst van piekafvoeren voor die periode een correctie op de meetwaarden uitgevoerd ter grootte van Q 1977 = 1,2 Q ,28 m 3 /s. De correctie loopt vervolgens lineair terug naar m 3 /s in Daarna is met uitzondering van de hoogwaters van maart 1988, februari 199 en februari 1999 geen correctie meer uitgevoerd op de meetwaarden. 4 4

11 Homogenisatie van piekenlijst in deze studie Op basis van het voorgaande zijn voor deze studie de geselecteerde extreme afvoeren uit de in Tabel 4-1gedefinieerde basisreeks (8 uurafvoeren en dagafvoeren) op de volgende wijze gehomogeniseerd: Voor de periode 1/1/191-31/12/1954: een correctie met +237 m 3 /s Voor de periode 1/1/ /12/1976: een correctie van +237 m 3 /s op 1/1/1955 lineair aflopend tot m 3 /s op 31/12/1976, en Voor de periode : geen correctie. Deze homogenisatie is uitgevoerd voor de maand- en seizoensextremen (de maxima en pieken boven een drempel in een maand/seizoen per jaar). Hierbij is de volgende definitie van seizoenen toegepast: Winter: 1 december 29 februari Lente: 1 maart 31 mei Zomer: 1 juni 31 augustus Herfst: 1 september 3 november. 3 Homogenisatie van lijst van afvoerpieken van de Rijn te Lobith Afvoercorrectie Q(gehomogeniseerd) - Q(gemeten) (m 3 /s) partiele reeks jaarmaxima Figuur 4-2 Correctie van de piekafvoeren van de Rijn te Lobith voor rivierwerken langs de Oberrhein in de periode Toets op homogeniteit De resulterende reeksen van maxima voor het hydrologisch jaar, de maanden en de seizoenen zijn afgebeeld in Appendix A. In de figuren zijn ook trendlijnen (lineaire trend en 1-jaar voortschrijdend gemiddelde) aangegeven. Een samenvatting van de trendlijnen is in de onderstaande Tabel 4-2 weergegeven. 4 5

12 De tabel geeft aan dat de afvoermaxima in de maanden december tot en met juni (m.u.v. mei) enigszins lijken toe te nemen terwijl in de maanden juli tot en met november er juist sprake is van een dalende tendens. De t-toets op significantie van de richtingscoëfficiënt in een lineaire regressievergelijking voor de trend is toegepast om te bepalen of er sprake is van een significante trend. De kritieke t-waarde voor de richtingscoëfficiënt bij een significantieniveau van =,5 en 12 c.q. 11 vrijheidsgraden bedraagt t = 1,98 (tweezijdige toets). Wordt deze kritieke waarde overschreden dan wordt de nul-hypothese van geen trend verworpen. Kolom 6 in de tabel geeft aan dat deze kritieke waarde alleen door de extremen in de maand augustus wordt overschreden. Voor deze maand is dus sprake van een significante trend, d.w.z. een daling van de piekafvoer. De t-waarden voor februari (stijgend) en vooral september (dalend) komen in de buurt van de kritieke waarde maar overschrijden deze niet, hoewel de trendlijn ook hier een aanzienlijke helling vertoont; de standaardfout in de ruis om de regressie is hier echter te groot om tot een significante trend te kunnen besluiten. Tabel 4-2 Overzicht van trends in afvoermaxima van jaren, maanden en seizoenen voor de Rijn bij Lobith, periode Gegevenssoort dagextremen Richting trendlijn Correlatie coëfficiënt R Q/1 jaar (m 3 /s) Q/1 jaar als % van gemiddelde t-waarde regressie coëfficiënt Trend jaar stijgend, ,13 geen januari stijgend, ,34 geen februari stijgend, ,69 geen maart stijgend, ,86 geen april stijgend, ,36 geen mei dalend, ,52 geen juni stijgend, ,85 geen juli dalend, ,86 geen augustus dalend, ,1 dalend september dalend, ,9 geen oktober dalend, ,44 geen november dalend, ,74 geen december stijgend ,91 geen winter (dec-feb) stijgend, ,24 geen lente (mrt-mei) stijgend, ,82 geen zomer (jun-aug) stijgend, ,3 geen herfst (sep-nov) dalend, ,85 geen De trendanalyse geeft aan dat de afvoermaxima voldoen aan de basisvoorwaarde voor toepassing van frequentieanalyse van afwezigheid van trend, met uitzondering van de extremen voor augustus. Dit laatste vormt geen probleem voor het verdere onderzoek omdat de extremen voor augustus te laag zijn om een interessante combinatie te creëren van het optreden van hoge afvoeren bij verhoogde ruwheidscondities in de uiterwaard die tot zeer hoge waterstanden aanleiding geven. 4 6

13 4.3 Gegenereerde afvoeren Naast de historische afvoeren is ook gebruik gemaakt van 1 x 1. jaar synthetische afvoerreeksen voor de Rijn bij Lobith (Buiteveld, 25). Deze reeksen zijn vervaardigd met het FEWS instrumentarium op basis van gegenereerde neerslag en temperatuur voor het stroomgebied van de Rijn (Buishand en Brandsma, 21) en (Werner en Reggiani, 22). Gegenereerde neerslag en temperatuur De samenstelling en evaluatie van de neerslag- en temperatuurreeksen, die aan de afvoerreeksen ten grondslag liggen, zijn beschreven in Beersma (22). De eigenschappen van de neerslaggeneratieprocedure zijn verweven in de index van de bestandsnamen: ue241_k=1_1_ran1.x_leapyr_chck.log met X = 1,2,.,1 De betekenis van de index is in Tabel 4-1 weergegeven. Tabel 4-1 Overzicht van details van neerslaggeneratiemodelparameters Beschrijving Waarde Gebruikte afkorting in de bestandnaam Type zonder voorwaarden unconditional u Selectie van naaste buren Euclidische afstand e Elementen van de kenmerkenvector * P,, t F T * * -1 t-1 t-1 - Gewichten (elementen van de kenmerkenvector) 2,4,1 241 Aantal k naaste buren k = 1 k=1 Aantal gegeneerde jaren 1 1 Generator willekeurige getallen numeriek voorschrift ran1 ran1 Startwaarde willekeurige getallen 1,..,1 1-1 Schrikkeljaren elke 4 jaar (ook eeuwjaren) leapyr Verschuiving in Duitse dagelijkse neerslagcijfers vóór 1971 Aantal gebruikte stations is voor gecorrigeerd 34 (Zwitserse stations Davos en Säntis niet gebruikt) chck - De methode voor de generatie van neerslag en temperatuurscijfers in het stroomgebied van de Rijn is een nearest-neighbour resampling methode. De methode is een herbemonstering van historische weerssituaties per dag. Uitgaande van de huidige weerstoestand wordt op basis van de elementen in de kenmerkenvector een naar kenmerk gewogen trekking gedaan uit historische weerssituaties die sterk lijken op de huidige toestand (bepaald door de Euclidische afstand). De weerssituatie die historisch volgde op de getrokken situatie wordt de nieuwe weerstoestand, enz. In de voor trekking beschikbare weerssituaties wordt rekening gehouden met de seizoenen. De herbemonstering vindt plaats uit de weerssituaties in de periode

14 Gegenereerde afvoer De transformatie van neerslag naar afvoer wordt verzorgd door het FEWS-instrumentarium (Werner en Reggiani, 22). De gegenereerde neerslag en temperatuur vormen de invoer voor het neerslag-afvoermodel van de Rijn. Dit model, gebaseerd op het HBV-neerslagafvoermodel, beschrijft de afstroming van 134 deelstroomgebieden. De afstroming van deze deelstroomgebieden door de Rijn wordt vervolgens met een eenvoudig tweelagen Muskingum-model gesimuleerd. Tenslotte worden de hoge afvoeren uit de afvoerreeksen van het Muskingum-model geselecteerd om nauwkeuriger gesimuleerd te worden met de hydrologische en hydraulische open leiding modellen resp. SYNHP van Basel tot Maxau en SOBEK van Maxau tot Lobith. In de door RIZA aangeleverde 1 dagafvoerbestanden voor Lobith zijn zowel de Muskingum als de SOBEK afvoerreeksen beschikbaar voor een periode van 1. jaar per bestand, waarbij de laatste dus incompleet is. Deze reeksen zijn vervolgens samengesteld door de Muskingumafvoeren voor Lobith te vervangen door de SOBEK resultaten voor die dagen waarvoor SOBEK-resultaten beschikbaar zijn. Uit deze samengestelde reeksen van 1 x 1. jaar dagafvoeren is per jaar voor iedere maand de grootste waarde geselecteerd. De maxima per maand van de 1 runs zijn per run afzonderlijk beschouwd en samengevoegd om voor elke maand een reeks van 1. afvoermaxima te creëren. Uit deze maandmaxima zijn eveneens de jaar- en seizoenextremen afgeleid. In een notitie bij de afvoerreeksen (Buiteveld, 25) is aangegeven dat er een correctie (verlaging) van ongeveer 5% op de afvoeren op de Rijn heeft plaatsgevonden om de gegenereerde afvoer beter te laten aansluiten bij de gemeten afvoer. Dit geldt voor de jaarmaxima voor de periode , die met SOBEK zijn berekend. Voorts is geconstateerd dat in het neerslag-afvoermodel met een te hoge verdamping voor de maand februari is gewerkt, waardoor de afvoeren in die maand en van die erna zijn onderschat. Meer (kwalitatieve) informatie over de betrouwbaarheid van deze neerslaggeneratormethode is te vinden in (Passchier et al., 24; Van der Klis, 25). Een kwantitatieve analyse naar het effect van onzekerheid in de HBV-parameters op de gegenereerde afvoerreeksen is beschreven in (Weerts en Van der Klis, 26). 4 8

15 5 Maand- en seizoenstatistieken van afvoermaxima/extremen 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de analyse van de afvoermaxima/ extremen van de maanden in het jaar. Bij het afleiden van de statistiek van afvoermaxima/extremen per maand is dezelfde methode toegepast als voor HR26 voor herhalingstijden groter dan 25 jaar (Diermanse, 24). Dit houdt het volgende in: het modelleren van de frequentieverdeling van de afvoermaxima per maand met de 3 parameter log-normale verdeling, de Pearson-III verdeling en de Gumbel verdeling, en het modelleren van de partiele reeksen van afvoerextremen per maand boven een drempel met een zichtduur van 15 dagen door de exponentiele verdeling. De met deze verdelingen berekende afvoeren voor herhalingstijden van 25, 5, 1, 25, 5, 1., 1.25, 2.5, 5. en 1. jaar zijn vervolgens gemiddeld om een werklijn per maand te kunnen vaststellen van de volgende algemene soort: Q = aln( T) + b (5-1) T waarin: Q T = afvoer bij een herhalingstijd van T jaar [m 3 /s] T = herhalingstijd [jaar] a, b = regressiecoëfficiënten Op analoge wijze als voor de maanden zijn voor de seizoenen werklijnen bepaald. 5.2 Vergelijking werklijnen jaarmaxima/extremen Alvorens de statistieken van de maxima/extremen per maand te bespreken is eerst een vergelijking gemaakt tussen de werklijn volgend uit onze piekenlijst (zie hoofdstuk 4) en de werklijn HR26 volgend uit de officiële lijst van piekafvoeren. De bepaling van de werklijn voor T > 25 jaar op basis van de hier gebruikte piekenlijst is weergegeven in de kolommen 2 t/m 5. Voor de Gumbelverdeling is een censoring toegepast op afvoeren kleiner dan 7. m 3 /s. In de partiele reeks van afvoerextremen voor de exponentiele verdeling zijn conform de werklijnprocedure de 13 hoogste afvoerpieken met een zichtduur van 15 dagen beschouwd. De werklijn als gemiddelde van deze 4 verdelingen (kolom 6) is in de kolommen 7 en 8 vergeleken met de werklijn HR26. In het waargenomen bereik tot T = 1 jaar bedraagt het verschil 1-15 m 3 /s terwijl de maatgevende afvoer 227 m 3 /s lager is dan volgens HR26. De tabel toont aan dat de verschillen beperkt blijven tot globaal 1,4 % van de HR26 afvoer. 5 1

16 Tabel 5-1 Resultaten van de frequentieanalyse van onze piekenlijst voor de Rijn bij Lobith, meetreeks gehomogeniseerd naar de toestand van de Rijn in 1977, in vergelijking met de werklijn HR26; afvoeren in m 3 /s T LN-3 P-III Gumbel Q =7 Exponentieel Werklijn-1 HR26 HR26 - Werklijn Uit het voorgaande volgt dat een bijtelling van 227 m 3 /s op de afvoeren bij de maatgevende frequentie uit deze studie nodig is om de resultaten te laten aansluiten bij de resultaten die worden verkregen met de officiële lijst van piekafvoeren (zie paragraaf 4.2). 5.3 Statistiek van afvoermaxima/extremen per maand De resultaten van de frequentieanalyses op de afvoermaxima/extremen van de Rijn bij Lobith voor de maanden in de vorm van werklijnen zijn weergegeven in Tabel 5-2 en Tabel 5-3 en in Figuur 5-1. De werklijnen zijn bepaald met de procedure die in sectie 5.1 is beschreven. De details van de frequentieanalyse en de aanpassing van de werklijn aan de maandmaxima zijn gepresenteerd in Appendix B. Analyse van de resultaten in de appendix toont aan dat de waargenomen extreme afvoeren in het algemeen goed aansluiten bij de werklijnen. Alleen voor de herfstmaanden is sprake van enige afwijking bij de hogere herhalingstijden. Voor een vaste herhalingstijd is de piekafvoer Q T het grootst in januari. Deze grootheid neemt geleidelijk af in de opeenvolgende maanden tot aan augustus, waar het minimum wordt bereikt. Daarna neemt Q T weer toe tot januari. Merk op dat de Q T -waarden voor november en december vrijwel gelijk zijn. Vergelijkt men de resultaten voor de maanden met die voor het hydrologisch jaar uit Tabel 5-1 dan valt op dat de piekafvoer voor januari bij de ontwerpfrequentie hoger uitvalt dan die voor het hydrologisch jaar. Dit is een gevolg van de hefboom -werking die optreedt bij de beschouwing van afvoeren in één enkele maand, zoals is gevisualiseerd in Figuur 5-2. De figuur geeft aan dat, hoewel de reeksen 32 getallen gemeen hebben, de lagere waarden in de reeks van hydrologische jaarmaxima groter zijn dan die in de reeks van januarimaxima. Dit verschil is bepalend voor de helling van de werklijn, die voor de januarimaxima groter is. 5 2

17 Het gevolg is dat hoewel de werklijn voor januari in het gemeten bereik onder de werklijn voor de jaarmaxima ligt, deze de lijn voor de jaarmaxima voor zeer grote herhalingstijden (T > 3 jaar) kruist en vervolgens bij gegeven herhalingstijd tot hogere afvoeren leidt. Deze niet logische uitkomst is een direct gevolg van een onzuivere reeks van afvoermaxima van de Rijn indien alleen januari afvoeren worden beschouwd: onzuiver omdat de januari maxima in een onzuiver beeld geven van de populatie van jaarlijkse afvoerpieken. Tabel 5-2 Werklijnen afvoermaxima/extremen voor de Rijn bij Lobith voor de maanden januari t/m juni, meetreeks gehomogeniseerd naar de toestand van de Rijn in 1977; afvoeren in m 3 /s en a en b gedefinieerd volgens vergelijking 5-1 jan feb mrt apr mei jun a 1743,6 144,2 1291, , ,99 944,71 b 391,8 435, , , ,15 213,99 T Tabel 5-3 Werklijnen afvoermaxima/extremen voor de Rijn bij Lobith voor de maanden juli t/m december, meetreeks gehomogeniseerd naar de toestand van de Rijn in 1977; afvoeren in m 3 /s en a en b gedefinieerd volgens vergelijking 5-1 jul aug sep okt nov dec a 753,92 394,76 81, , ,12 149,73 b 2282, , , , ,1 335,81 T Belangrijk voor dit onderzoek zijn de Q T -waarden voor die maanden waarin bij de hoogwaterberekeningen rekening moet worden gehouden met verhoogde vegetatieruwheid in de uiterwaard. Dit is vooral van toepassing voor de maanden mei t/m november. Uit de tabellen en de figuur blijkt dat de Q T -waarden voor november het hoogst zijn. Voor deze maand dient men rekening te houden met een 1/1.25-afvoer van bijna 14. m 3 /s. Om na te gaan in hoeverre dit laatste bedrag wordt beïnvloed door de hefboom -werking zoals ook is waargenomen voor de frequentieverdeling van januari, zijn naast de maandextremen 5 3

18 ook de seizoensextremen onderworpen aan een statistische analyse. Het resultaat hiervan wordt in de volgende sectie besproken. 25, Piekafvoer per maand voor geselecteerde herhalingstijden Afvoer (m 3 /s) 2, 15, 1, T=25 T=5 T=1 T=25 T=5 T=1 T=125 T=25 T=5 T=1 5, jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jaar Figuur 5-1 Maximale afvoer voor de Rijn bij Lobith per maand en hydrologisch jaar voor geselecteerde herhalingstijden 2, vergelijking frequentieverdelingen van hydrologisch jaarmaxima en januarimaxima 18, 16, 14, januari maxima jaar maxima werklijn januari werklijn jaar Afvoer (m 3 /s) 12, 1, 8, 6, 4, 2, herhalingstijd (jaren) Figuur 5-2 Hefboomwerking in het modelleren van de frequentieverdeling van afvoermaxima in hydrologische jaren t.o.v. die in de maand januari 5 4

19 5.4 Statistiek van afvoermaxima/extremen per seizoen Eenzelfde analyse als hiervoor is besproken voor de maanden is ook uitgevoerd voor de seizoenen. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 5-4, Figuur 5-3 en Figuur 5-4. Voor de details van de werklijnberekeningen en de kwaliteit van de aanpassing wordt verwezen naar Appendix C. Uit de tabel en de figuren blijkt dat de kans op een extreme afvoer het grootst is in de winter en het laagst in de zomer. Lente en herfst laten vrijwel identieke kansen zien, waarbij de hellingen van de werklijnen licht verschillen. Tabel 5-4 Werklijnen afvoermaxima/extremen voor de Rijn bij Lobith voor de seizoenen, meetreeks gehomogeniseerd naar de toestand van de Rijn in 1977; afvoeren in m 3 /s en a en b gedefinieerd volgens vergelijking 5-1 winter lente zomer herfst sep-dec *) a 1376,71 161,46 138,21 155,64 144,32 b 638,71 526,1 2276, , ,96 T *) Herfst verlengd met de maand december, zie paragraaf 5.5 2, Piekafvoer per seizoen en hydrologisch jaar voor geselecteerde herhalingstijden 18, 16, 14, Afvoer (m 3 /s) 12, 1, 8, 6, 4, 2, T=25 T=5 T=1 T=25 T=5 T=1 T=125 T=25 T=5 T=1 winter lente zomer herfst jaar Figuur 5-3 Maximale afvoer voor de Rijn bij Lobith per seizoen en hydrologisch jaar voor geselecteerde herhalingstijden 5 5

20 2, Werklijnen seizoenen 18, 16, 14, afvoer (m 3 /s) 12, 1, 8, 6, 4, winter lente zomer herfst 2, 1 1 1, 1, herhalingstijd (jaar) Figuur 5-4 Werklijnen voor de maximale afvoer per seizoen voor de Rijn bij Lobith Een overzicht van het aantal keren dat het seizoensmaximum in een bepaalde maand is gemeten, is weergegeven in Tabel 5-5. Voor de winter scoren januari en februari vrijwel even hoog, terwijl maart voor de lente en juni voor het zomerseizoen veruit het hoogst scoren. Voor de herfst is de kans dat het seizoensmaximum in november optreedt het hoogst. Tabel 5-5 Frequentie van optreden van seizoensmaximum in de verschillende maanden winter aantal lente aantal zomer aantal herfst aantal dec 18 maart 59 jun 56 sep 34 jan 46 april 29 jul 29 okt 17 feb 39 mei 16 aug 18 nov 52 totaal Vergelijking seizoenswerklijnen met maandwerklijnen Een vergelijking tussen de maand- en seizoenswerklijnen is gegeven in de figuren 5-5 t/m 5-8 (vergelijk Tabel 5-2 en Tabel 5-3 met Tabel 5-4). Uit de figuren wordt duidelijk dat: in het gemeten bereik de seizoenswerklijn inderdaad steeds boven de werklijn van de maand met de hoogste afvoerextremen in dat seizoen ligt, maar in het geëxtrapoleerde gebied de werklijn van de maand met de hoogste afvoerextremen in een seizoen steeds boven de werklijn van het seizoen ligt, m.u.v. de zomer. Dit laatste verschijnsel duidt erop dat er ook bij de maanden t.o.v. de seizoenen sprake is van hefboom -werking. De hefboom -werking t.g.v. een incompleet gegevensbestand van maximale afvoeren zorgt ervoor, dat uitspraken over extremen in een seizoen op basis van de maand met de hoogste afvoerpieken tot te hoge afvoerwaarden bij zeer hoge herhalingstijden leidt. 5 6

21 Werklijnen winterseizoen en de maanden december, januari en februari 2, 19, 18, 17, 16, 15, afvoer (m 3 /s) 14, 13, 12, 11, 1, 9, 8, winter januari februari december 7, 6, 1 1 1, 1, herhalingstijd (jaar) Figuur 5-5 Vergelijking tussen de werklijnen van de Rijn bij Lobith voor het winterseizoen en de maanden december, januari en februari Werklijnen lenteseizoen en de maanden maart, april en mei 17, 16, 15, 14, 13, afvoer (m 3 /s) 12, 11, 1, 9, 8, 7, lente maart april mei 6, 5, 1 1 1, 1, herhalingstijd (jaar) Figuur 5-6 Vergelijking tussen de werklijnen van de Rijn bij Lobith voor het lenteseizoen en de maanden maart, april en mei 5 7

22 Werklijnen zomerseizoen en de maanden juni, juli en augustus 12, 11, afvoer (m 3 /s) 1, 9, 8, 7, zomer juni juli augustus 6, 5, 4, 3, 1 1 1, 1, herhalingstijd (jaar) Figuur 5-7 Vergelijking tussen de werklijnen van de Rijn bij Lobith voor het zomerseizoen en de maanden juni, juli en augustus Werklijnen herfsteizoen en de maanden september, oktober en november 18, 17, 16, afvoer (m 3 /s) 15, 14, 13, 12, 11, 1, 9, herfst september oktober november 8, 7, 6, 5, 4, 3, 1 1 1, 1, herhalingstijd (jaar) Figuur 5-8 Vergelijking tussen de werklijnen van de Rijn bij Lobith voor het herfstseizoen en de maanden september, oktober en november 5 8

23 5.5 Ontwerpafvoer bij verhoogde vegetatieruwheid Uit de analyse volgt dat de kans op extreme afvoer in de wintermaanden het grootst is; de werklijnen voor de jaarmaxima/extremen en voor de wintermaxima/extremen zijn vrijwel identiek. In de hoogwaterberekeningen wordt daarom terecht de ontwerpafvoer volgens HR26 gekoppeld aan de ruwheid van wintervegetatie in de uiterwaard. Echter voor de veiligheid is niet de afvoer van belang maar de waterstand die bij een afvoer van de maatgevende frequentie optreedt. Buiten de winter dient men in de hoogwaterberekeningen rekening te houden met verhoogde vegetatieruwheid in de uiterwaard, waarbij zich situaties zouden kunnen voordoen dat bij een lagere afvoer maar met een hogere uiterwaardruwheid hogere maatgevende waterstanden worden verkregen. In de periode maart t/m november is de kans op extreem hoge afvoer in de maand november het grootst. Uit het voorgaande volgt dat door afwezigheid van hefboom -werking de werklijn van de herfst en niet de werklijn van november het meest geschikt is als model voor de frequentie van optreden van extreme afvoeren op de Rijn bij een hydraulisch ruwere uiterwaard. Volgens deze werklijn bedraagt de 1/1.25-afvoer m 3 /s. Telt men hierbij het verschil tussen de werklijnen voor de officiële lijst van piekafvoeren en de hier gebruikte piekenlijst van 227 m 3 /s dan volgt uit deze analyse als beste schatting voor de ontwerpafvoer voor de Rijn bij Lobith bij verhoogde vegetatieruwheid een waarde van afgerond 13.5 m 3 /s. Deze waarde is 65 m 3 /s lager dan op basis van de werklijn voor november zou worden geschat. Indien ook in de maand december nog met verhoogde vegetatieruwheid rekening moet worden gehouden dan dient volgens Tabel 5-4 de eerder genoemde ontwerpafvoer met 1. m 3 /s te worden verhoogd tot 14.5 m 3 /s. Deze waarde is bepaald op basis van het herfstseizoen gedefinieerd als de periode september-december, waarbij dezelfde procedure als voorheen is gevolgd. 5 9

24 6 Vergelijking werklijnen met frequentieverdelingen van gegenereerde afvoer 6.1 Inleiding In sectie 4.3 is aangegeven op welke manier reeksen van 1 x 1. en 1. jaar gegenereerde afvoerpieken van de Rijn bij Lobith per hydrologisch jaar, per maand en per seizoen zijn bepaald met behulp van de neerslaggenerator en het FEWS instrumentarium. Door deze reeksen te sorteren wordt per interval een frequentieverdeling verkregen die kan worden vergeleken met de hiervoor bepaalde werklijnen. De frequentie, die aan het i- grootste element van de gesorteerde reeks in de N = 1. jaar reeks is toegekend, bedraagt i/n. Omdat voldoende getallen per reeks aanwezig zijn hoeft voor een afvoer met frequentie van voorkomen van gemiddeld 1/1.25 niet te worden geëxtrapoleerd. Voor de 1. jaar reeksen is de frequentietoekenning geschied volgens Gringorten: (i-.44)/(n+.12). In dit hoofdstuk worden de resultaten van de vergelijking met de werklijnen voor het hydrologisch jaar, de maanden en de seizoenen besproken. 6.2 Werklijn van jaarextremen In Figuur 6-1 is een vergelijking gemaakt tussen de frequentieverdeling van de gegenereerde maximale afvoer per hydrologisch jaar, de werklijn HR26 en de werklijn die in deze studie is bepaald voor de waargenomen maximale afvoer en extremen boven een drempel. De figuur toont aan dat tot een herhalingstijd van orde 2-3 jaar de werklijnen de gegenereerde frequentieverdeling elkaar goed volgen. Daarna is sprake van een licht verschil, maar voor de hoogste waarden is de aanpassing weer goed. In Figuur 6-2 is de gegenereerde frequentieverdeling van afvoermaxima op de Rijn bij Lobith vergeleken met de verdelingen die aan de werklijn ten grondslag liggen: de 3- parameter log-normale, de Pearson-III, de Gumbel en de exponentiele verdeling. De figuur geeft aan dat de Gumbelverdeling, gefit op de waargenomen jaarmaxima, een uitstekende beschrijving geeft van de gegenereerde frequentieverdeling. De goede aanpassing is een direct gevolg van de correctie van 5% die is toegepast op de afvoeren in het neerslagafvoermodel om een goede aanpassing te krijgen met de werklijn. Bij een integrale verlaging of verhoging van de afvoer met een bepaald percentage is geen sprake meer van een goede aanpassing, echter de helling van de lijnen blijven wel ongewijzigd en blijven afwijken van de overige verdelingen. In analyses van de gegenereerde neerslag is aangetoond dat de verdeling van de extreme n-daagse neerslagsommen goed beschreven wordt door een Gumbel verdeling (Wójcik, 2). De jaarlijks maximale afvoer treedt vrijwel zonder uitzondering op in de winterperiode, wanneer alle berging in het stroomgebied vrijwel is opgevuld. Een zeer groot deel van de extreme neerslag komt dan tot afstroming. Aangezien in de simulaties in Duitsland oneindig hoge dijken zijn verondersteld, die significante topvervlakking t.g.v. overstromingen elimineert, is het resultaat dat onder die omstandigheden de piekafvoer eenzelfde verdeling volgt als de neerslagsom misschien niet bijzonder. 6 1

25 2, hydrologisch jaar 19, 18, 17, piekafvoer (m 3 /s) 16, 15, 14, 13, 12, Gegenereerd Werklijn-dagextremen Werklijn HR26 11, 1, herhalingstijd (jaren) Figuur 6-1 Vergelijking tussen de frequentieverdeling van 1. jaar gegenereerde afvoer van de Rijn bij Lobith met de werklijn HR26 en de werklijn van maximum dagafvoeren per jaar 2, hydrologisch jaar 19, 18, 17, Gegenereerd Log-normaal-3 Pearson-3 Gumbel Exponentieel piekafvoer (m 3 /s) 16, 15, 14, 13, 12, 11, 1, herhalingstijd (jaren) Figuur 6-2 Vergelijking tussen de frequentieverdeling van 1. jaar gegenereerde afvoer van de Rijn bij Lobith met de 3-parameter log-normale verdeling, Pearson-III verdeling, de Gumbel verdeling gefit op de jaardagmaxima en de exponentiele verdeling voor de dagextremen boven een drempel uit de periode

26 Dit houdt ook in, indien topvervlakking wel in beschouwing wordt genomen omdat de rivier in Duitsland buiten haar oevers treedt, dat de Gumbelverdeling en zeker de exponentiele verdeling tot een overschatting leiden van de maatgevende afvoer. In de huidige methode wordt de werklijn mede bepaald door de resultaten met de log-normale en de Pearson-III verdeling, die aanmerkelijk lagere maatgevende afvoerwaarden geven. Hierdoor is de maatgevende afvoer volgens HR26 ruim 75 m 3 /s lager dan op basis van de Gumbelverdeling wordt geschat. Met enige topvervlakking wordt dus (toevallig) impliciet rekening gehouden. Dit geeft ook de zwakte aan van de huidige methode op basis van kansverdelingen alleen, die èn geen fysische basis bezitten èn geijkt worden op basis van afvoeren die geen informatie bevatten over het gedrag van de rivier buiten het waargenomen bereik. Met het nieuwe instrumentarium, mits goed geijkt en met realistische interne en externe randvoorwaarden, is een betrouwbaarder resultaat te verkrijgen. Zoals hierna wordt aangetoond komen de synthetische verdelingen op basis van het instrumentarium voor afvoerextremen per maand op dit moment nog maar matig overeen met de waarnemingen; het resultaat voor de seizoenen is aanmerkelijk beter. Optreden jaarmaxima Het optreden van de afvoermaxima in het hydrologisch jaar in de synthetische reeksen is in Figuur 6-3 vergeleken met de waarnemingen uit de periode De figuur geeft aan dat het algemene patroon goed wordt gevolgd, maar dat het optreden van het maximum in december in de gegenereerde reeksen aanzienlijk wordt overschat. Het geeft een eerste indruk van de mate van overeenstemming die tussen de werklijn en de synthetische frequentieverdeling verwacht mag worden. 35 Optreden van jaarmaximum in maand percentage optreden jaarmaximum in maand gegenereerd historisch jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur 6-3 Optreden van maximum afvoer op de Rijn te Lobith in hydrologisch jaar zoals is waargenomen in de periode en in de 1 x 1. jaar gegenereerde afvoerreeksen 6 3

27 6.3 Werklijnen van maand- en seizoensextremen Een vergelijking tussen de frequentieverdeling van de gegenereerde maximale afvoer per maand en per seizoen en de werklijn voor de waargenomen maximale afvoer en extremen boven een drempel per maand en seizoen is gegeven in Figuur 6-4 t/m Figuur Winter De resultaten van de vergelijking voor de winter en de wintermaanden zijn gepresenteerd in Figuur 6-4 t/m Figuur Figuur 6-4 laat zien dat de synthetische frequentieverdeling voor het winterseizoen goed aansluit bij zowel de waarnemingen uit de periode , die als basis is genomen voor de generatie van de neerslag, als bij de werklijn. In Figuur 6-5 is aangetoond dat ook hier, net als voor de jaarmaxima, de fit van de Gumbelverdeling superieur is aan die van de andere verdelingen. De overeenkomst voor de maand december (Figuur 6-6 en Figuur 6-7) is slecht. Er is sprake van een verschuiving. De werklijn ligt aanzienlijk onder de synthetische verdeling. De helling van de werklijn is echter wel in overeenstemming met het gesimuleerde resultaat. Het verschil tussen de synthetische verdeling en de werklijn is conform de verwachting op basis van de te hoge frequentie van voorkomen van de jaarpiek in december in het gegenereerde resultaat, zie sectie 6.2. Mogelijk is de overschatting voor december een gevolg van het toegepaste seizoensvenster in de neerslaggeneratie of van het te snel vollopen van de berging in de bodem in het model door onderschatting van óf de berging óf de verdamping in de voorafgaande maanden. De overeenkomst voor de maand januari is beter dan voor december, zie Figuur 6-8 en Figuur 6-9. Er is echter wel sprake van een verschil in helling. De synthetische verdelingen geven aan dat voor hoge herhalingstijden de werklijn de afvoer overschat. De te steile helling van de werklijn voor januari ondersteunt het eerder waargenomen hefboom -effect voor die maand in vergelijking met het jaar- en seizoensmaximum. De frequentieverdelingen van gegenereerde afvoeren voor december en januari laten voor herhalingstijden van 1 tot 1 jaar een vrijwel identieke verdeling zien. In vergelijking met de waargenomen reeks van extremen zijn in de synthetische reeks de maxima voor december te hoog en die voor januari te laag. De resultaten voor februari zijn weergegeven in Figuur 6-1 en Figuur Er is sprake van een aanzienlijk verschil. Het verschil voor februari wordt deels verklaard door de foutieve verdamping die is toegepast in het HBV-model voor die maand (juni-verdamping voor februari) zoals in sectie 4.3 is aangegeven. Door de te hoge verdamping zijn de afvoerpieken in die maand (en de maanden daarna) sterk gereduceerd (zie ook Buiteveld, 25). Lente De resultaten van de vergelijking voor de lente en de lentemaanden zijn gepresenteerd in Figuur 6-12 t/m Figuur Figuur 6-12 laat zien dat de synthetische frequentieverdeling voor het lenteseizoen, ondanks de matige aanpassing aan de waarnemingen uit de periode , redelijk aansluit bij de werklijn. Figuur 6-13 laat zien dat geen van de individuele verdelingen goed past bij de synthetische frequentieverdeling. 6 4

28 De synthetische frequentie verdelingen voor maart (Figuur 6-14, Figuur 6-15) liggen gemiddeld genomen onder de werklijn, hoewel de werklijn nog juist binnen de range van mogelijke realisaties ligt. De afwijking is een voortzetting van de trend die voor februari al werd waargenomen. Het opgebouwde vochttekort in februari - door de te grote verdamping - is daar mede debet aan. Het resultaat voor april is globaal gelijk aan dat voor maart, zie Figuur 6-16 en Figuur Ook hier ligt de werklijn aan de bovenrand van mogelijke realisaties volgens het model. De synthetische verdelingen voor mei liggen duidelijk onder de werklijn voor die maand, zie Figuur 6-18 en Figuur Geen van de realisaties komt in de buurt van de werklijn. De trend van onderschatting van de afvoerpiek bij gegeven herhalingstijd, die in februari is ingezet, loopt door tot mei. Het model is niet in staat om de werkelijkheid in de overgang van winter naar zomer goed weer te geven, althans niet m.b.t. de afvoerpieken. Zomer De resultaten van de vergelijking voor de zomer en de zomermaanden zijn gepresenteerd in Figuur 6-2 t/m Figuur Figuur 6-2 laat zien dat de synthetische frequentieverdeling voor de zomer, ondanks de zeer matige aanpassing aan de waarnemingen uit de periode , redelijk aansluit bij de werklijn. Figuur 6-21 toont aan dat voor de zomer evenals voor de lente geen van de individuele verdelingen goed past bij de synthetische frequentieverdeling. Voor juni volgt de werklijn de synthetische verdeling goed, zie Figuur 6-22 en Figuur 6-23, hoewel de helling van de verdelijng voor de grotere herhalingstijden in de synthetische reeksen groter is. Voor juli ligt de werklijn gemiddeld hoger dan de synthetische verdeling, zie Figuur 6-24 en Figuur De werklijn ligt op de grens van mogelijke realisaties volgens het model. In vergelijking met juli zijn voor augustus de rollen omgedraaid, zie Figuur 6-26 en Figuur 6-27; voor augustus ligt de werklijn duidelijk onder het gemiddelde van de synthetische verdelingen. De werklijn ligt buiten de grens van mogelijke realisaties volgens het model. Herfst De resultaten van de vergelijking voor de herfst en de herfstmaanden zijn gepresenteerd in Figuur 6-28 t/m Figuur Figuur 6-28 laat zien dat de synthetische frequentieverdeling voor de herfst, ondanks de matige aanpassing aan de meest extreme waarnemingen uit de periode , zeer goed aansluit bij de werklijn. Figuur 6-29 toont aan dat alle individuele verdelingen goed passen bij de synthetische frequentieverdeling. De resultaten voor september, zie Figuur 6-3 en Figuur 6-31, laten een goede overeenkomst zien tussen de werklijn en de synthetische frequentieverdelingen. Evenals voor september, laat ook oktober een goede overeenstemming zien tussen de werklijn voor die maand en de synthetische verdelingen. Voor grotere herhalingstijden leidt het model tot iets grotere piekafvoeren, door verschil in helling. De resultaten van de vergelijking tussen de werklijn en de synthetische frequentieverdelingen voor november zijn weergegeven in Figuur 6-34 en Figuur Gemiddeld genomen is de werklijn steiler dan de synthetische verdeling, en leidt het model tot lagere maatgevende afvoeren voor november. De laatste figuur toont echter aan dat de werklijn past in het scala van mogelijke realisaties met het model. 6 5

29 2, winter 18, 16, waarnemingen werklijn gegenereerd maximum afvoer (m 3 /s) 14, 12, 1, 8, 6, 4, 2, herhalingstijd (jaren) Figuur 6-4 Vergelijking tussen de frequentieverdeling van gegenereerde afvoermaxima in het winterseizoen, de werklijn voor de winterextremen en de waargenomen afvoermaxima in de periode , winter 21, maximum afvoer (m 3 /s) 2, 19, 18, 17, 16, 15, 14, gegenereerd Log-normaal-3 Pearson-3 Gumbel Exponentieel 13, 12, 11, 1, herhalingstijd (jaren) Figuur 6-5 Vergelijking tussen de frequentieverdeling van 1. jaar gegenereerde afvoer van de Rijn bij Lobith met de 3-parameter log-normale verdeling, Pearson-III verdeling, de Gumbel verdeling gefit op de winterdagmaxima en de exponentiele verdeling voor de dagextremen boven een drempel uit de periode

30 2, december 18, 16, piekafvoer (m 3 /s) 14, 12, 1, Gegenereerd Werklijn 8, 6, herhalingstijd (jaren) Figuur 6-6 Vergelijking tussen de frequentieverdeling van gegenereerde afvoermaxima (1. jaar) en de werklijn voor de maand december 2, december 18, afvoer (m 3 /s) 16, 14, 12, 1, run1 run2 run3 run4 run5 run6 run7 run8 run9 run1 werklijn 8, 6, herhalingstijd (jaar) Figuur 6-7 Vergelijking tussen de frequentieverdelingen van gegenereerde afvoermaxima (1 x 1. jaar) en de werklijn voor de maand december 6 7

31 2, januari 18, 16, piekafvoer (m 3 /s) 14, 12, 1, Gegenereerd Werklijn 8, 6, herhalingstijd (jaren) Figuur 6-8 Vergelijking tussen de frequentieverdeling van gegenereerde afvoermaxima (1. jaar) en de werklijn voor de maand januari 2, januari 18, afvoer (m 3 /s) 16, 14, 12, 1, run1 run2 run3 run4 run5 run6 run7 run8 run9 run1 werklijn 8, 6, herhalingstijd (jaar) Figuur 6-9 Vergelijking tussen de frequentieverdeling van gegenereerde afvoermaxima (1 x 1. jaar) en de werklijn voor de maand januari 6 8

Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas

Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq RIZA Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas Onderzoek

Nadere informatie

Analyse van de maatgevende afvoer van de Maas te Borgharen

Analyse van de maatgevende afvoer van de Maas te Borgharen Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq RIZA Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling Analyse van de maatgevende afvoer van de Maas te Borgharen Onderzoek in het kader

Nadere informatie

Hydrologische Hindcast APL

Hydrologische Hindcast APL Opdrachtgever: DG Rijkswaterstaat, RIZA Hydrologische Hindcast APL rapport mei 2006 Q4025.00 Opdrachtgever: DG Rijkswaterstaat, RIZA Hydrologische Hindcast APL Albrecht Weerts, Jaap Kwadijk rapport mei

Nadere informatie

Analyse van de maatgevende afvoer van de Rijn te Lobith

Analyse van de maatgevende afvoer van de Rijn te Lobith Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq RIZA Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling Analyse van de maatgevende afvoer van de Rijn te Lobith Onderzoek in het kader

Nadere informatie

Toetsing uitgangspunten rivierdijkversterkingen

Toetsing uitgangspunten rivierdijkversterkingen YY01 h Ml i h i ste f i e vall/è r kee r en WMe rsta at Toetsing uitgangspunten rivierdijkversterkingen Aanvullend rapport 3: Dagfrequenties zomer en winterafvoeren Rijn en Maas waterloopkundig laboratorium

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE

Nadere informatie

Toetspeilen Oude IJssel

Toetspeilen Oude IJssel Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIZA Auteurs: A.A.J. Botterhuis H.J. Barneveld K. Vermeer PR1011 december 2005 december 2005 Inhoud 1 Inleiding...1-1 1.1 Aanleiding tot het project...1-1 1.2 Probleembeschrijving...1-1

Nadere informatie

Nieuwe statistiek voor extreme neerslag

Nieuwe statistiek voor extreme neerslag Nieuwe statistiek voor extreme neerslag J.B. Wijngaard (KNMI) M. Kok (HKV LIJN IN WATER) A. Smits (KNMI) M. Talsma (STOWA) Samenvatting In dit artikel wordt de nieuwe statistiek voor extreme neerslaghoeveelheden

Nadere informatie

OVERSCHRIJDINGSDUUR VAN STORMEN 1. INLEIDING

OVERSCHRIJDINGSDUUR VAN STORMEN 1. INLEIDING OVERSCHRIJDINGSDUUR VAN STORMEN 1. INLEIDING De marginale kansverdeling van de significante golfhoogte HS duidt aan met welke kans HS gemeten op een willekeurig tijdstip een bepaalde waarde overschrijdt.

Nadere informatie

ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING

ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING Rapport aan Dienst der Kustwegen betreffende ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING Dit rapport beschrijft de analyse resultaten van de windsnelheidgegevens voor de meteopaal

Nadere informatie

De invoering van nieuwe waarnemingsmethoden in de Consumentenprijsindex (CPI) Nieuwe methoden voor vliegtickets en pakketreizen

De invoering van nieuwe waarnemingsmethoden in de Consumentenprijsindex (CPI) Nieuwe methoden voor vliegtickets en pakketreizen Centraal Bureau voor de Statistiek Economie, Bedrijven en NR Overheidsfinanciën en Consumentenprijzen Postbus 24500 2490 HA Den Haag De invoering van nieuwe waarnemingsmethoden in de Consumentenprijsindex

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Hollandsche IJssel (dijkring 14 en 15) Auteurs: Bastiaan Kuijper Nadine Slootjes

Nadere informatie

Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14

Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14 Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14 Van: Jules Beersma (KNMI) (mmv Geert Lenderink en Adri Buishand) Aan: Paul Fortuin (RWS-WVL) 20161214 (definitief) Inleiding RWS-WVL

Nadere informatie

3 november 2014. Inleiding

3 november 2014. Inleiding 3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013 Kenmerkende waarden Getijgebied 2011.0 Datum 22 juli 2013 Status Definitief Kenmerkende waarden 2011.0 Getijgebied Colofon Uitgegeven door RWS Centrale Informatievoorziening Informatie Servicedesk Data

Nadere informatie

Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor

Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor Hans Hakvoort (HKV), Jules Beersma (KNMI), Theo Brandsma (KNMI), Rudolf Versteeg (HKV), Kees Peerdeman (Waterschap Brabantse Delta/STOWA)

Nadere informatie

GPD verdeling in de GRADE onzekerheidsanalyse voor de Maas

GPD verdeling in de GRADE onzekerheidsanalyse voor de Maas GPD verdeling in de GRADE onzekerheidsanalyse voor de Maas GPD verdeling in de GRADE onzekerheidsanalyse voor de Maas Mark Hegnauer Henk van den Boogaard 1230045-006 Deltares, 2016 Deltares Titel GPO verdeling

Nadere informatie

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi. Lotos-Euros v1.7: validatierapport voor 10 en bias-correctie Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.nl Conclusies Bias-correctie:

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397.

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397. Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte Willemskade 19-20 postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014 CPB Achtergronddocument Schatting effect btw-verhoging op inflatie Behorend bij de Macro Economische Verkenning 4 7 september Martin Mellens Centraal Planbureau M.C.Mellens@cpb.nl Jonneke Dijkstra Centraal

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20 Januari 2016 Vrijdag 1-jan 6:44 8:50 11:41 12:44 14:55 16:41 18:45 Zaterdag 2-jan 6:44 8:50 11:41 12:45 14:56 16:42 18:46 Zondag 3-jan 6:44 8:50 11:42 12:45 14:57 16:43 18:47 Maandag 4-jan 6:44 8:49 11:42

Nadere informatie

Waar komt het water vandaan

Waar komt het water vandaan Waar komt het water vandaan Veiligheidssituatie van Nederland Staat van de Delta Waar komt het rivierwater vandaan Inleiding Het water in Nederland komt voor het grootste deel uit de rivieren de Rijn en

Nadere informatie

NOG MEER NATTIGHEID? Door John van Boxel en Erik Cammeraat

NOG MEER NATTIGHEID? Door John van Boxel en Erik Cammeraat NOG MEER NATTIGHEID? Door John van Boxel en Erik Cammeraat Het jaar 1998 was in Nederland het natste van deze eeuw. De afgelopen jaren zijn we echter vaker geconfronteerd met grote neerslaghoeveelheden.

Nadere informatie

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 5. Verdamping Voor de verdamping in het stroomgebied de Goorloop is de gemiddelde referentiegewasverdamping van het KNMI weerstation in Eindhoven gebruikt. Dit station is het dichtstbij gelegen KNMI station

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme

Nadere informatie

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Extreme neerslaggebeurtenissen nemen toe en komen vaker voor

Extreme neerslaggebeurtenissen nemen toe en komen vaker voor Nieuwe neerslagstatistieken voor het waterbeheer: Extreme neerslaggebeurtenissen nemen toe en komen vaker voor 2015 10A In 2014 heeft het KNMI met het oog op klimaatverandering nieuwe klimaatscenario s

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

statviewtoetsen 18/12/ Statview toets, 2K WE, 30 mei Fitness-campagne Dominantie bij muizen... 4

statviewtoetsen 18/12/ Statview toets, 2K WE, 30 mei Fitness-campagne Dominantie bij muizen... 4 statviewtoetsen 18/12/2000 Contents............................................................ 1 1 Statview toets, 2K WE, 30 mei 1995 2 1.1 Fitness-campagne................................................

Nadere informatie

De vergeten klimaatontwikkeling en het effect op hoogwaterstatistiek en maatregelen

De vergeten klimaatontwikkeling en het effect op hoogwaterstatistiek en maatregelen De vergeten klimaatontwikkeling en het effect op hoogwaterstatistiek en maatregelen Bertus de Graaff 1, Rudolf Versteeg 2 en Jeroen Tempelaars 3 Na de extreme neerslaggebeurtenissen in 1998 en de daaropvolgende

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0)

Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan RWS-WVL (Robert Vos) Datum Van Alfons Smale Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 8208 Aantal pagina's 5 E-mail alfons.smale@deltares.nl Onderwerp OI2014 voor dijkring 44 (Lek) 1 Inleiding In het

Nadere informatie

Memo. Management samenvatting

Memo. Management samenvatting Memo Aan Gerard van Meurs Datum Van Nienke Kramer Aantal pagina's 17 Doorkiesnummer (088) 33 58 134 E-mail nienke.kramer @deltares.nl Onderwerp Aanpassing Hydra-VIJ statistiekbestanden voor KNMI klimaatscenario

Nadere informatie

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0)

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum Van Joost den Bieman Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 8292 Aantal pagina's 10 E-mail joost.denbieman@deltares.nl Onderwerp OI2014

Nadere informatie

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Project: NAUTILUS Werkdocument: RIKZ/OS-98.145X Ministerie van Verkeer en Waterstaat In opdracht van: Directie Noordzee Directie Zuid-Holland

Nadere informatie

Klimaatverandering & schadelast. April 2015

Klimaatverandering & schadelast. April 2015 Klimaatverandering & schadelast April 2015 Samenvatting Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek, onderdeel van het Verbond, heeft berekend in hoeverre de klimaatscenario s van het KNMI (2014) voor klimaatverandering

Nadere informatie

MEDIA-ANALYSE 1 JANUARI 2018 T/M 31 DECEMBER 2018 PRINT & INTERNET FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE. in opdracht van BEDRIJF A

MEDIA-ANALYSE 1 JANUARI 2018 T/M 31 DECEMBER 2018 PRINT & INTERNET FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE. in opdracht van BEDRIJF A MEDIA-ANALYSE 1 JANUARI 218 T/M 31 DECEMBER 218 PRINT & INTERNET FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE in opdracht van BEDRIJF A Media Info Groep 1 januari 219 in opdracht van BEDRIJF A MEDIA-ANALYSE FICTIEVE VOORBEELDRAPPORTAGE

Nadere informatie

Evaluatie Waterproject Ruinen

Evaluatie Waterproject Ruinen Evaluatie Waterproject Ruinen Waterproject Ruinen 2 Een praktijktoepassing van interventieanalyse met Menyanthes Grondwaterstand (m+nap) 5,8 5,6 5,4 5,2 5 4,8 4,6 Zand: lage gws Keileem: hoge gws Water

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie 1 Inleiding In de CPB Policy Brief over de positie van de middeninkomens op de woningmarkt (CPB, 2016) spelen subsidies in de verschillende segmenten van de woningmarkt een belangrijke rol als verklaring

Nadere informatie

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford april 2007 Waterbalansen Quarles van Ufford Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford April

Nadere informatie

Droog, droger, droogst

Droog, droger, droogst KNMI-publicatie; 199-II Droog, droger, droogst KNMI/RIZA-bijdrage aan de tweede fase van de Droogtestudie Nederland Jules J. Beersma, T. Adri Buishand en Hendrik Buiteveld De Bilt, 2004 KNMI-publicatie;

Nadere informatie

1. Algemene meteorologische situatie

1. Algemene meteorologische situatie Koninklijk Meteorologisch Instituut Wetenschappelijke Dienst meteorologische en klimatologische Inlichtingen Ringlaan, 3 B-1180 Brussel Tél.: +32 (0)2 373 0520 Fax : +32 (0)2 373 0528 Vlaamse Overheid

Nadere informatie

Effect overstorten op de wateroverlast

Effect overstorten op de wateroverlast Effect overstorten op de wateroverlast Kennisvraag: wat als er geen overstorten waren geweest? Wat is het effect daarvan op de waterstanden en overstromingen? Antwoord: lokaal kunnen overstorten een grote

Nadere informatie

Land + Water jaargang 40, nummer 9, pag , Auteurs: M.T. Duits H. Havinga J.M. van Noortwijk ISBN

Land + Water jaargang 40, nummer 9, pag , Auteurs: M.T. Duits H. Havinga J.M. van Noortwijk ISBN Land + Water jaargang 40, nummer 9, pag. 59-61, 2000 Auteurs: M.T. Duits H. Havinga J.M. van Noortwijk ISBN 90-77051-06-6 nummer 6 april 2002 Onzekerheden in waterstanden en kosten onderzocht M.T. Duits

Nadere informatie

BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT. S.A.R. Bus

BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT. S.A.R. Bus BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT S.A.R. Bus WAAR DENK JE AAN BIJ BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN? Wie van jullie gebruikt betrouwbaarheidsintervallen? WAAROM BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN???

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica

Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica Gemeente Nijmegen 1 oktober 2010 Definitief rapport 9V0718.05 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. KUST & RIVIEREN Barbarossastraat

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1

Examen VWO. wiskunde A1 wiskunde A1 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het examen bestaat uit 21 vragen. Voor

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek 1 Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen»

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling Bijlage II Aanvullende analyses 1 Inleiding In aanvulling op de kwantitatieve informatie over de diverse arbeid-en-zorg thema s, is een aantal analyses verricht Aan deze analyses lagen de volgende onderzoeksvragen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio / datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y 1 Regressie analyse Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y Regressie: wel een oorzakelijk verband verondersteld: X Y Voorbeeld

Nadere informatie

9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s. neerslag en potentiele verdamping. Aad van Ulden en Geert Lenderink

9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s. neerslag en potentiele verdamping. Aad van Ulden en Geert Lenderink 9:30 Inleiding ochtendvoorzitter Gerbrand Komen 9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s Bart van den Hurk 10:15 Constructie van scenario s voor temperatuur, neerslag en potentiele verdamping Aad

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Kennisvraag: wat waren de herhalingstijden van de neerslag-, afvoer- en grondwatersituatie? In beeld brengen situatie zoals die buiten geweest is.

Kennisvraag: wat waren de herhalingstijden van de neerslag-, afvoer- en grondwatersituatie? In beeld brengen situatie zoals die buiten geweest is. Herhalingstijden Kennisvraag: wat waren de herhalingstijden van de neerslag-, afvoer- en grondwatersituatie? In beeld brengen situatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: de herhalingstijden die berekend

Nadere informatie

Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer

Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Karen Meijer Joachim Hunink 1205221-002 Deltares,

Nadere informatie

Het raadsel van de verdwenen hittegolven

Het raadsel van de verdwenen hittegolven Het raadsel van de verdwenen hittegolven Aantal hittegolven vóór homogenisatie Aantal hittegolven na homogenisatie Tropische dagen vóór en na homogenisatie Gemiddelde dagelijkse Tx en Tn per maand

Nadere informatie

Bathse spuikanaal zuid (Volkerak-Zoommeer)

Bathse spuikanaal zuid (Volkerak-Zoommeer) Bathse spuikanaal zuid (Volkerak-Zoommeer) 1 mei 1987 Aanvang metingen Gemiddelde etmaalwaarden Datum Afvoer kenmerkende waarden periode 27 jan 1988 120 Hoogste (periode 1988...1990) 14 Gemiddelde (periode

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Regionale verschillen in extreme neerslag. 18 februari 2010 Rudmer Jilderda, Adri Buishand, Janet Wijngaard

Regionale verschillen in extreme neerslag. 18 februari 2010 Rudmer Jilderda, Adri Buishand, Janet Wijngaard Regionale verschillen in extreme neerslag 18 februari 2010 Rudmer Jilderda, Adri Buishand, Janet Wijngaard Meetgegevens over neerslag Egmond, 14 augustus 2006 2 Jaarnormalen van enkele stations jaargemiddelden

Nadere informatie

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode.

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode. Verificatie Shen en Carpenter RDEC methodiek voor de karakterisering van asfaltvermoeiing; vergelijking van verschillende methoden voor het berekenen van de parameters. Jan Telman, Q-Consult Bedrijfskundig

Nadere informatie

3. Structuren in de taal

3. Structuren in de taal 3. Structuren in de taal In dit hoofdstuk behandelen we de belangrijkst econtrolestructuren die in de algoritmiek gebruikt worden. Dit zijn o.a. de opeenvolging, selectie en lussen (herhaling). Vóór we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en Midden-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en Midden-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Elektrisch Rijden Personenauto s en laadpunten Analyse over 2018

Elektrisch Rijden Personenauto s en laadpunten Analyse over 2018 Pagina 1/5 Elektrisch Rijden Analyse over 2018 Elektrisch Rijden Personenauto s en laadpunten Analyse over 2018 INHOUD 1. Ontwikkeling van het en personenauto wagenpark in de afgelopen 5 jaren... 1 2.

Nadere informatie

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses Vandaag Onderzoeksmethoden: Statistiek 3 Peter de Waal (gebaseerd op slides Peter de Waal, Marjan van den Akker) Departement Informatica Beta-faculteit, Universiteit Utrecht Recap Centrale limietstelling

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie De problemen op de wereldwijde financiële markten hebben de economie inmiddels meer dan twee jaar in haar greep. Vanaf oktober 28 zijn de gevolgen

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 35 27 augustus 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid verder gedaald 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumenten zijn

Nadere informatie

Een alternatieve GHG analyse

Een alternatieve GHG analyse Een alternatieve GHG analyse Drs. D.H. Edelman, Ir. A.S. Burger 1 Inleiding Nederland raakt steeds voller. Daardoor wordt er op steeds meer locaties gebouwd die eerdere generaties bestempelden als niet

Nadere informatie

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen Lesbrief: Correlatie en Regressie Leerlingmateriaal Je leert nu: -een correlatiecoëfficient gebruiken als maat voor het statistische verband tussen beide variabelen -een regressielijn te tekenen die een

Nadere informatie

Weerkundig jaarverslag 2018

Weerkundig jaarverslag 2018 Weerkundig jaarverslag 2018 1.1 BEKNOPT JAAROVERZICHT 1.2 DE SEIZOENEN Dec 17 JAN FEB 2018 De sneeuw van enige betekenis viel op 10/12: 2-3cm, 11/12 in de voormiddag tot 7 cm en op 12/12 s morgens 5 cm.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Flevoland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Flevoland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp

1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp 1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 26/08/15 06-83 98 30 64 claus@uflow.nl www.uflow.nl Hoenloseweg 3 8121 DS Olst Aan: Mevr. I. Dibbets, Dhr. F. Berben Cc Mevr. S. Malakouti Rijkswaterstaat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Limburg datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Maascollege Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Inhoud presentatie kararkteristiek stroomgebied waar komt het water vandaan hoogwater en lage afvoer hoogwaterbescherming De Maas MAAS RIJN

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Friesland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Friesland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

RISICOSIGNALERING Droogte

RISICOSIGNALERING Droogte RISICOSIGNALERING Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut IEIDING heeft invloed op de groei van planten en gewassen, op de grondwaterstanden en daarmee indirect op bijvoorbeeld energiebedrijven

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden / Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden / Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio / datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Monitor Steun en Draagvlak

Monitor Steun en Draagvlak Bezoekadres: Alexanderkazerne Van Alkemadelaan 357 Postadres: MPC 58 A Postbus 90701 2509 LS Den Haag Nederland Monitor Steun en Draagvlak Steller: Drs. A.J.V.M. Vos Februari 2008 Rapportnummer GW-08-022A

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Naam:... Studentnr:...

Naam:... Studentnr:... Naam:...... Studentnr:..... FACULTEIT CONSTRUERENDE TECHNISCHE WETENSCHAPPEN WATERBEHEER Tentamen: Waterbeheer Examinator: M.J. Booij Vakcode: 201400144 Datum: Tijd: 13:45-16:45 uur Plaats: Dit tentamen

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Vastgoedbericht juni 2008

Vastgoedbericht juni 2008 Vastgoedbericht juni 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex en het aantal verkochte

Nadere informatie

Woning verkopen? Juli en december beste maanden

Woning verkopen? Juli en december beste maanden Woning verkopen? Juli en december beste maanden Het effect van seizoenen op de koopwoningmarkt Frank van der Harst, Paul de Vries 3 juli 208 Seizoenpatronen zorgen jaarlijks voor structureel terugkerende

Nadere informatie

Toetsing uitgangspunten rivierdijkversterkingen

Toetsing uitgangspunten rivierdijkversterkingen YY01 f Ministerie van Verkeer en Waterstaat Toetsing uitgangspunten rivierdijkversterkingen Aanvullend rapport 1: Maatgevende Afvoer Maas waterloopkundig laboratorium WL (^ - European-American Center for

Nadere informatie