Milieueffectrapportage aanpassing kruising Ganzenweg - Knardijk

Transcriptie

1 Projectnummer: Referentienummer: 110/365290/CvD Datum: Milieueffectrapportage aanpassing kruising Ganzenweg - Knardijk Notitie reikwijdte en detailniveau Opdrachtgever: Gemeente Zeewolde Sweco De Holle Bilt HM De Bilt Postbus AE De Bilt T Sweco Nederland B.V. De Bilt Handelsregister Statutair gevestigd te De Bilt Cor van Duin Projectleider milieueffectrapportage T M

2 2 (17)

3 Verantwoording Titel Subtitel Projectnummer Referentienummer Revisie Milieueffectrapportage aanpassing kruising Ganzenweg - Knardijk Notitie reikwijdte en detailniveau 110/365290/CvD Definitief Datum Auteurs adres Cor van Duin cor.vanduin@sweco.nl Gecontroleerd door Luuk Vranken Goedgekeurd door Lourens Hogenbirk 3 (17)

4 4 (17)

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Aanleiding m.e.r.-procedure Doel Notitie Reikwijdte en Detailniveau Leeswijzer Voorgenomen activiteit en alternatieven Voorgenomen activiteit Resultaat verkenning Uitwerking voorkeursoplossing in twee varianten Te onderzoeken milieugevolgen Beoordelingskader MER Mitigerende maatregelen Leemten in kennis Procedure (17)

6 6 (17)

7 1 Inleiding 1.1 Achtergrond De provincie Flevoland heeft in 2014 een verkenning 1 laten uitvoeren naar de turborotonde Ganzenweg (N302) - Knardijk (N307) om inzicht te krijgen in de huidige en toekomstige afwikkelingsproblematiek. Uit de verkenning blijkt dat de huidige rotonde, die is aangelegd in 2002, zijn capaciteitsgrens ruimschoots heeft bereikt. Met name door de opengestelde verdubbeling van de N302 ter hoogte van Harderwijk in 2010 is het verkeersaanbod sterk toegenomen. De locatie van de rotonde is weergegeven in figuur 1.1. Figuur 1.1 Luchtfoto rotonde met kaart en impressiefoto s (Bron: Luchtfoto en impressiefoto s: Cyclomedia, Kaart: PDOK, Kadaster) Zowel in de ochtend- als de avondspits en bij de uitstroom van evenementen op en rond de Flevoboulevard treedt vertraging op nabij de rotonde. In de avondspits treedt zelfs ernstige filevorming op voor het verkeer vanuit de richting Lelystad in de richting van Harderwijk en is er sprake van afwikkelingsproblemen in de overige richtingen. Op basis van de verkeergegevens in het Nederlands Regionaal Model (NRM) 2010 en 2030 wordt verwacht dat de jaarlijkse verkeersgroei met 1,74% zal toenemen. Dit zal leiden tot een verdere toename van de wachttijden tijdens de spitsen en afnemende verkeersveiligheid bij de rotonde. Om het capaciteitsprobleem van de rotonde op te lossen zijn in de verkenning diverse oplossingsrichtingen onderzocht (zie paragraaf 2.2). Uit deze studie komt naar voren dat de oplossingsrichting "ongelijkvloerse kruising" de meest robuuste oplossing is en het beste scoort op life cycle kosten (investeringen en onderhoudskosten) en maatschappelijke kosten (meest verkeersveilig en minste voertuigverliesuren). 1 Verkenning rotonde N302 Knardijk, Ganzenweg (Anteagroup, 2014) 7 (17)

8 Om dit verkeersknelpunt in het provinciale wegennetwerk aan te pakken is de provincie Flevoland voornemens het kruispunt aan te passen tot een ongelijkvloerse kruising. Voor de ongelijkvloerse kruising zijn twee varianten uitgewerkt (zie paragraaf 2.3). Omdat het voor één van de varianten noodzakelijk is om de primaire waterkering te verleggen, is het opstellen van een m.e.r.-beoordeling verplicht. De provincie heeft er echter voor gekozen om in het kader van een zorgvuldige besluitvorming direct een MER op te stellen (zie paragraaf 1.2). Om de aanpassing van de kruising ruimtelijk mogelijk te maken wordt door de gemeente Zeewolde een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Het milieueffectrapport biedt de informatie om een goede afweging te maken tussen de twee alternatieven én om het voorkeursalternatief vast te leggen in het bestemmingsplan. 1.2 Aanleiding m.e.r.-procedure In Nederland is het verplicht voor ontwikkelingen met mogelijk belangrijke milieugevolgen een zogenaamde milieueffectrapportage-procedure te doorlopen (afgekort als m.e.r.) en een milieueffectrapport op te stellen (afgekort als MER, dit betreft het uiteindelijke rapport). Het doel van een m.e.r. is om het milieubelang een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming. Het op te stellen MER geeft aan burgers en bestuurders inzicht in milieugevolgen en dient zo ter ondersteuning van het te nemen besluit. In het Besluit milieueffectrapportage is vastgelegd voor welke activiteiten een m.e.r.-plicht kan ontstaan. In bijlage C en D bij dit Besluit zijn de activiteiten opgesomd en is aangegeven voor welke plannen een plan-m.e.r.-plicht ontstaat en voor welke besluiten een project-m.e.r.(beoordelings)-plicht. De wijziging van een autoweg, zoals de Knardijk, is niet m.e.r-beoordelingsplichtig omdat de wijziging betrekking heeft op een tracélengte van minder dan 5 kilometer. Echter, als onderdeel van de aanpassing van de kruising wordt bij één variant ook de primaire waterkering enkele tientallen meters verschoven. De bestaande kruising ligt namelijk op de primaire waterkering langs de Wolderwijd en Veluwemeer. De wijziging van een primaire waterkering is als activiteit genoemd onder D3.2. Voor de wijziging van een primaire waterkering geldt geen drempel, dat betekent dat de vaststelling van het bestemmingsplan voor de wijziging van de primaire waterkering direct m.e.r.-beoordelingsplichtig is. De provincie heeft er echter voor gekozen om in het kader van een zorgvuldige besluitvorming vrijwillig een MER op te stellen. Omdat sprake is van een bestemmingsplan geldt de uitgebreide m.e.r.-procedure. Dat betekent onder andere dat de betrokken bestuursorganen worden geraadpleegd over de reikwijdte en het detailniveau en dat het bevoegd gezag de Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna: Cie-m.e.r.) vraagt om advies uit te brengen over het milieueffectrapport. 1.3 Doel Notitie Reikwijdte en Detailniveau De publicatie van de NRD vormt de start van de m.e.r.-procedure. Deze NRD is bedoeld om belanghebbenden, waaronder betrokken bestuursorganen, vooraf te informeren en te raadplegen over de gewenste reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen milieueffectrapport. De reikwijdte geeft aan wat het voornemen is, welke alternatieven en/of varianten in het MER worden vergeleken en welke milieu- en omgevingsthema's worden onderzocht. Het detailniveau betreft de diepgang en methode van het onderzoek (kwalitatief of kwantitatief). 8 (17)

9 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de voorgenomen activiteit beschreven en het resultaat van de uitgevoerde verkenning toegelicht. Dit hoofdstuk eindigt met de beschrijving van de varianten die in het MER nader wordt onderzocht op milieueffecten. Het beoordelingskader, aan de hand waarvan de effecten worden onderzocht, wordt beschreven in hoofdstuk 3. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 de verdere procedure beschreven. 9 (17)

10 10 (17)

11 2 Voorgenomen activiteit en alternatieven 2.1 Voorgenomen activiteit De voorgenomen activiteit betreft de aanpassing van de kruising Ganzendijk - Knardijk. De aanpassing is noodzakelijk om het capaciteitsprobleem (vertraging en filevorming in de spitsen) op te lossen. Om inzicht te krijgen in mogelijke oplossingsrichtingen is een verkenning (Anteagroup, 2014) uitgevoerd. De resultaten van deze verkenning zijn beschreven in paragraaf 2.2. In paragraaf 2.3 is de voorkeursoplossing uitgewerkt in twee varianten. 2.2 Resultaat verkenning In de uitgevoerde verkenning zijn een drietal oplossingsrichtingen uitgewerkt en onderzocht op milieueffecten. De onderzochte oplossingsrichtingen zijn: 1. Het uitbouwen van de bestaande rotonde tot een turboverkeersplein. 2. Het terugbrengen van een verkeerslichtenregeling. 3. Het realiseren van een ongelijkvloerse oplossing. De onderzochte oplossingsrichtingen zijn beoordeeld op milieu (woon- en leefmilieu), archeologie en bodem, ecologie en landschap, water, verkeer en haalbaarheid. Uit de beoordeling komt naar voren dat het "turboverkeersplein" voor de meeste criteria matig scoort en een groot ruimtebeslag kent. Daarnaast is dit type oplossing onbekend, waardoor de effecten op verkeersveiligheid en de maatschappelijke kosten van doorstroming onzeker zijn. Geconcludeerd wordt dat het turboverkeersplein niet de best passende oplossing is voor het voorliggend probleem en deze locatie. De oplossing met verkeerslichten scoort voor de meeste criteria goed, waarbij de impact voor de omgeving duidelijk het minst is. Bij deze oplossing kan veel gebruik worden gemaakt van de reeds aanwezige voorzieningen, waardoor de initiële investering voor dit alternatief het laagst is. De houdbaarheid van deze oplossing is wel het minst met een verloopdatum van naar verwachting Verkeersveiligheid vormt bij deze oplossing een aandachtspunt. Voor aanleg van de bestaande rotonde werd het verkeer afgewikkeld middels een verkeerslicht. In deze periode zijn meerdere ongevallen geregistreerd, wat één van de redenen was om de verkeerslichten te verwijderen. De Life Cycle Costs (over 20 jaar) vallen voor deze oplossing hoger uit van voor de ongelijkvloerse kruising. Ook deze oplossing blijkt niet de best passende oplossing te zijn als wordt gekeken naar de aspecten verkeersafwikkeling en kosten op de iets langere termijn. De verkeersafwikkeling verloopt het best bij de ongelijkvloerse oplossing. De maatschappelijk kosten voor verkeersafwikkeling en -veiligheid zijn nihil en Life Cycle Cost (over 20 jaar) zijn 0,6 mln. lager dan het alternatief met verkeerslichten. Een ongelijkvloerse kruising noodzaakt wel een groter ruimtegebruik doordat onder meer hoogteverschillen overbrugd moeten worden. Omgevingscriteria zijn daardoor vaak redelijk gescoord. Al met al is deze oplossing, kijkende tot tenminste 2040, als best passende oplossing voor de verkeersproblematiek benoemd. Gedeputeerde Staten heeft op 27 januari 2015 de ongelijkvloerse kruising aangewezen als voorkeursvariant. 11 (17)

12 Haalbaarheid Verkeer Water Ecologie en landschap Archeol ogie en Milieu Tabel 2.1 Overzicht effecten oplossingsrichtingen (Anteagroup, 2014) Criterium A: Turboverkeersplein B: Kruispunt met VRI C: Ongelijkvloerse kruising Externe veiligheid nvt nvt nvt Geluid Tzt onderzoek Wgh, geen Tzt onderzoek Wgh, geen Tzt onderzoek Wgh, geen problemen verwacht problemen verwacht problemen verwacht Luchtkwaliteit Geen overschrijding normen Geen overschrijding normen Geen overschrijding normen Archeologisch onderzoek Archeologisch onderzoek nodig, maar geen knelpunten verwacht nodig, maar geen knelpunten maar geen knelpunten verwacht verwacht Bodem Geen (zware) vervuiling bekend, Geen (zware) vervuiling Geen (zware) vervuiling bekend, wel kostenverhogend bekend, wel kostenverhogend wel kostenverhogend Ecologie Ruimtebeslag, gering effect Geen negatief effect Meeste impact, maar ook kansen voor maatregelen die leiden tot natuurwinst bodem Archeologie Archeologisch onderzoek nodig, Landschap Waterkering Waterhuishouding Doorstroming Robuustheid (1.5 % groei tov 2013) Robuustheid (1.0 % groei tov 2013) Verkeersveiligheid Aantasting van de kernkwaliteit (bosrand), daarnaast negatieve impact vanwege groot verhard oppervlak Geen tot beperkte invloed, wel werkzaamheden nodig Geen tot beperkte invloed, wel werkzaamheden nodig Lage cyclustijd en gekoppelde richtingen Maatschappelijke kosten circa ,- per jaar Tot 2040 Tot 2050 Kernkwaliteit wordt niet/nauwelijks aangetast Geen invloed op en ook geen werkzaamheden aan de waterkering nodig Geen invloed op en ook geen werkzaamheden aan de waterkering nodig Acceptabele cyclustijd Maatschappelijke kosten circa ,- per jaar Tot 2035 Tot 2045 Onbekende oplossing, kans op kop-staart ongevallen Kans op kop-staart ongevallen en onveilige situaties wanneer het verkeerslicht storing heeft. Maatschappelijke kosten circa ,- per jaar Maatschappelijke kosten circa ,- per jaar Logica routes Directe routes Directe routes Niet in omgeving passende In omgeving passende oplossing oplossing Fietsverkeer Directheid fietsroutes neemt af Fietsoversteken blijven op hun huidige plek liggen Openbaar vervoer Landbouwverkeer Grootschalige aanpassingen nodig voor de halteplaatsen Indirecte routes en grootschalige aanpassingen noodzakelijk voor de inpassing van wachtvoorziening Niet bepaald Directe route en de zuidelijke halteplaats kan gehandhaafd blijven. De noordelijke halteplaats zal naar buiten verlegd te worden Routering blijft gehandhaafd evenals de wachtvoorziening Aantasting van de kernkwaliteit (bosrand), daarnaast negatieve impact vanwege ruimtebeslag, maar minder groot dan alternatief A Aanpassingen noodzakelijk en aanzienlijke werkzaamheden nodig Aanpassingen noodzakelijk en aanzienlijke werkzaamheden nodig Verkeer op N302 rijdt ongehinderd door Geen maatschappelijke kosten Tot 2050 Tot 2065 Goed Maatschappelijke kosten circa ,- per jaar. Directe routes In omgeving passende oplossing Directheid fietsroutes neemt af Directe route en de halteplaatsen kunnen tussen de toe- en afrit gecreëerd worden waardoor de omrijd-beweging beperkt is Directe routes en aparte stroken mogelijk Investering (ex. BTW) 3.9 miljoen (=budgetraming 8.2 miljoen (=budgetraming) Life Cycle Cost Niet bepaald ,- + 0,- (100 jaar) Grondeigendom Grondaankoop benodigd Geen grondaankoop benodigd Grondaankoop benodigd Bestemmingsplan Bestemmingsplanprocedure Bestemmingsplanprocedure nodig nodig Geen bestemmingsplanprocedure nodig 12 (17)

13 2.3 Uitwerking voorkeursoplossing in twee varianten Uit de uitgevoerde verkenning (Anteagroup, 2014) blijkt dat de ongelijkvloerse kruising de voorkeur heeft. De oplossing met ongelijkvloerse kruising is op 27 januari 2015 door Gedeputeerde Staten aangewezen als voorkeursvariant. Er zijn verschillende vormen voor de ongelijkvloerse kruising op schetsontwerpniveau onderzocht 2, waarbij aandacht is besteed aan de optimale verkeerskundige situatie, het benodigde ruimtebeslag en de effecten op naastliggende Natura 2000-gebieden en het Nationaal Natuurnetwerk (NNN). Dit heeft geleid tot twee varianten voor de ongelijkvloerse kruising. Bij variant 1 kruist het doorgaande verkeer op de Knardijk de Ganzenweg onderlangs (zie figuur 2.1). Hierbij passeert het doorgaande verkeer twee rotondes, die op geruime afstand van de Ganzenweg liggen. Via deze rotondes zijn de toeritten naar de Ganzenweg bereikbaar en verkeer afkomstig van de Ganzenweg kan via de rotondes zijn weg vervolgen op de Knardijk. Figuur 2.1 Variant 1 2 Ombouw rotonde Ganzenweg-Knardijk, rapportage optimalisatie ongelijkvloers kruising. Provincie Flevoland, (17)

14 Variant 2 betreft een zogenaamde Haarlemmermeeraansluiting, die ook veelal bij snelwegaansluitingen wordt toegepast. De Ganzenweg ligt bij deze variant iets verdiept ten opzichte van de bestaande situatie. Doorgaand verkeer op de Knardijk kruist de Ganzenweg bovenlangs en passeert hierbij twee rotondes, die vrijwel direct aan de Ganzenweg liggen. Via deze rotondes zijn de toeritten naar de Ganzenweg bereikbaar en verkeer afkomstig van de Ganzenweg kan via de rotondes zijn weg vervolgen op de Knardijk. Figuur 2.2 Variant 2 14 (17)

15 3 Te onderzoeken milieugevolgen 3.1 Beoordelingskader MER In het MER worden de effecten van de twee varianten beschreven en beoordeeld ten opzichte van de referentiesituatie, zijnde de huidige situatie plus autonome ontwikkeling. De effecten worden beschreven voor zowel de aanleg- als gebruiksfase. In onderstaande tabel zijn de beoordelingscriteria en de wijze van beoordelen (kwalitatief of kwantitatief) aangeduid. Tabel 3.1 Beoordelingskader Milieuaspect Beoordelingscriterium Wijze van beoordeling Bodem en water Beïnvloeding geologische en geomorfologische (aardkundige) waarden Beïnvloeding bodemopbouw Beïnvloeding bodemkwaliteit Grondverzet/grondbalans Semi-kwalitatief Beïnvloeding oppervlaktewater Beïnvloeding grondwater Beïnvloeding grond- en oppervlaktewaterkwaliteit Beïnvloeding primaire waterkering Natuur Beïnvloeding Natura 2000-gebieden /kwantitatief (incl. stikstofdepositie) Beïnvloeding beschermde plant- en diersoorten Beïnvloeding NNN Landschap, cultuurhistorie en archeologie Verkeer Beïnvloeding bijzondere landschappelijke gebieden, structuren en elementen Verlies of aantasting cultuurhistorische gebieden, structuren en elementen Verlies of aantasting archeologische waarden Beïnvloeding doorstroming en verkeersafwikkeling Beïnvloeding verkeersveiligheid Gevolgen voor langzaam verkeer Kwantitatief Woon-, werk- en leefmilieu Geluidbelasting t.g.v. verkeer Kwantitatief Beïnvloeding luchtkwaliteit (NO2, PM10, Kwantitatief PM2,5) Beïnvloeding door externe veiligheid Gezondheid Kwantitatief 15 (17)

16 3.2 Mitigerende maatregelen In het MER worden per milieuthema maatregelen voorgesteld die belangrijke nadelige gevolgen op het milieu kunnen voorkomen, beperken of zoveel mogelijk teniet kunnen doen. 3.3 Leemten in kennis In het MER wordt aangegeven welke belangrijke informatie ontbreekt en welke gevolgen dit heeft voor de effectbepaling en -beoordeling, en daarmee de besluitvorming. Waar mogelijk wordt aangegeven welke aanvullende onderzoeken deze leemten kunnen wegnemen. 16 (17)

17 4 Procedure Voorliggende Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) ligt voor een periode van 6 weken ter inzage. Gedurende deze zes weken kan een ieder een zienswijze geven over de manier waarop de effecten van de nieuwe kruising worden onderzocht en met welke diepgang dit gebeurt. Na de terinzagelegging wordt gestart met het uitvoeren van de onderzoeken ten behoeve van het MER en de voorbereiding van het bestemmingsplan. Het MER wordt uiterlijk met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd en voor advies aan de Ciem.e.r. gestuurd. Gedurende die periode kan een ieder een zienswijze indienen op het MER en het ontwerpbestemmingsplan. Na beantwoording en verwerking van de zienswijzen wordt het bestemmingsplan vastgesteld. Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden in beroep bij de Raad van State. 17 (17)