CENTRUM VOOR OPERATIONEEL ONDERZOEK IN VOLKSGEZONDHEID COLORECTALE KANKER MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CENTRUM VOOR OPERATIONEEL ONDERZOEK IN VOLKSGEZONDHEID COLORECTALE KANKER MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP"

Transcriptie

1 CENTRUM VOOR OPERATIONEEL ONDERZOEK IN VOLKSGEZONDHEID COLORECTALE KANKER huidige toestand en bijdrage van informatie voor het opbouwen van een gezondheidsbeleid MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP ADMINISTRATIE GEZONDHEIDSZORG WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID - LOUIS PASTEUR EPISERIE N 17

2 CENTRUM VOOR OPERATIONEEL ONDERZOEK IN VOLKSGEZONDHEID EPISERIE N 17 Colorectale kanker : huidige toestand en bijdrage van informatie voor het opbouwen van een gezondheidsbeleid Auteurs : Francis Capet Sabine Drieskens Greet Haelterman Herman Van Oyen Jean Tafforeau Referentie: Francis Capet, Sabine Drieskens, Greet Haelterman, Herman van Oyen, Jean Tafforeau; «Colorectale kanker huidige toestand en bijdrage van informatie voor het opbouwen van een gezondheidsbeleid» WIV / EPISERIE N 17 C.R.O.S.P. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur, Brussel, 1999 Depotnr. D/1999/2505/05 Contact : C.O.O.V. Dienst Epidemiologie Wetenschappelijjk Instituut voor Volksgezondheid Juliette Wytsmanstraat, Brussel tel fax jean.tafforeau@iph.fgov.be Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Gezondheidszorg Markiesstraat, Brussel tel fax heidi.cloots@wvc.vlaanderen.be

3 WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID - LOUIS PASTEUR

4 Depotnr. D/1999/2505/05 Deze tekst is vertrokken van de herwerking van het hoofdstuk "colorectale kanker" door Haelterman, M., in "Ziekten en Aandoeningen" Episerie n 5 Van Oyen, H, Tafforeau, J. (eds.) CROSP / IHE Brussel 1995 depot D/1995/2505/31 laatste bijwerking woensdag 3 maart 1999 herlezen en verbeterd door Dr. Greet Haelterman (Vlaams Kankerregister) nkr.rnc@nkr.eunet.be Dr. Chantal Bourdon (Ecole de Santé Publique, UCL) chantal.bourdon@esp.ucl.ac.be Drs. Wim Aelvoet, Marijke Fortuin, Peter Hooft (administratie van de Vlaamse Gemeenschap): Drs. Yvo Pirenne, Jérome de Roubaix, Jacques Binon (administration de la Communauté Française) Met dank Uittreksels mogen gekopieerd worden op voorwaarde dat de bron juist vermeld wordt. Auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventueel verkeerd gebruik van dit werk. 1/37

5 Inhoudstafel COLORECTALE KANKER 1 Samenvatting Definitie - Classificatie Definities Databronnen Risicofactoren Risicofactoren voor colorectale kanker Exogene factoren (gevoelig voor interventie) Incidentie In België Internationale vergelijkingen Sterftematen Sterftecijfer in België Overleving Internationale vergelijkingen Preventie Primaire Preventie Secundaire preventie: screening en vroegtijdige behandeling Activiteiten in België Behandeling Gezondheidsindicatoren en wetgeving Volksgezondheidsstrategieën Besluit Bibliografie /37

6 Tabellen Tabel 1 Voeding en colorectale kanker : risico- en beschermingsfactoren, volgens zekerheidsgraad...5 Tabel 2 Incidentiecijfer (/ , gestandaardiseerd op wereldbevolking) van colorectale kanker, geregistreerd door huisartsenpeilpraktijken, door het NKR en door enkele andere Europese kankerregisters (Haelterman, M. Capet F. in (1)) (2)...7 Tabel 3 Schatting van de volledigheid van het kankerregister : colorectale kanker, longkanker, borstkanker. Incidentiecijfer 1994, Sterftecijfer 1992* België (/ )...8 Tabel4 Voeding en colorectale kanker : risico- en beschermingsfactoren, volgens zekerheidsgraad ("evidence")...10 Tabel 5 Gestandaardiseerde incidentieratio's (SIR) (betrouwbaarheidsintervallen) Tabel6 Internationale vergelijking colorectale incidentiecijfers (/ ) gestandaardiseerd op leeftijd, periode (bron: Cancer Incidence in Five Continents, volume 6)...18 Tabel7 Leeftijdsgestandaardiseerde sterftecijfers (/ ) per leeftijd en geslacht België (directe standaardisatie op de Belgische bevolking voor elk jaar en SMR voor de zeven jaren samen)...19 Tabel 8 SMR colorectale kanker : arrondissementen met significant hogere en lagere sterfte, na Bonferroni correctie...20 Tabel9 Proportionele sterftecijfers (%) door colorectale kanker per gewest en per geslacht België Tabel10 Verloren Potentiële levensjaren door colorectale kanker: (jaren per 1000 personen), gestandaardiseerd op leeftijd, België (SPMA 1992)...22 Tabel 11 Relatieve overlevingscijfers (%) per leeftijdsgroepen. Rectum- en colonkankers (ICD en 154) Europese registers (3)...23 Tabel12: Evolutie van de relatieve overlevingscijfers (%) vijf jaar na de diagnose, totale bevolking colon- en rectumkankers (ICD en 154) Europese registers (3)...23 Figuren Figuur 1 Schematische voorstelling van de voornaamste determinanten van colorectale kanker en hun interactie. Aanduiding van aangrijpingspunten voor primaire preventie...13 Figuur 2 Leeftijdspecifieke incidentiecijfers en sterftecijfers voor colorectale kanker...15 Figuur 3 Incidentiecijfer en aantal gevallen colorectale kanker, in vergelijking met longkanker, mannen,...16 Figuur 4 Incidentiecijfer en aantal gevallen colorectale kanker, in vergelijking met borstkanker, vrouwen,...16 Figuur 5 Gestandaardiseerde Sterfte (SMR) colorectale kanker per arrondissement /37

7 1 Samenvatting 1. Definitie Colon(ICD-9 153) en rectum (ICD-9 154) kanker worden gezamelijk besproken, vnl. omdat het onderscheid in de databronnen niet duidelijk zijn. Databronnen De voornaamste bronnen zijn het Nationaal Kanker Register of xxxlinkxxx) en het huisartsenpeilpraktijken netwerk (xxxlinkxxx) voor incidentie gegevens en oorzaakspecifieke sterftegegevens. 2. Risicofactoren. Alhoewel enkele erfelijke aandoeningen vermeld worden als risicofactoren, zijn het tocht leefstijlfactoren, en dan nog vooral voeding, die in de eerste plaats een verklaring kunnen bieden voor de vastgestelde verschillen in het voorkomen van die kankers (tabel1). Bepaalde aandoeningen verhogen het risico een darmkanker te ontwikkelen : de adenoom-carcinoom sequens. Het vroegtijdig opsporen van adenomateuze poliepen, erkende kankerprecursoren, en hun heelkundige verwijderen zou een effectieve preventie moeten mogelijk maken. 4. Epidemiologische beschrijvende gegevens 4.1. Incidentie In 1994 was het incidentiecijfer van colorectale kanker 40,5/ bij mannen en 39,6/ bij vrouwen (fig 2). De cumulatieve incidentie tot 75 jaar is respectievelijk 3,0% en 2,2%. Bij mannen is het de derde kanker, na long- en prostaatkanker. Bij vrouwen is het de tweede kanker na borstkanker. Voor de periode wordt geen duidelijke evolutie waargenomen in het incidentiecijfer. Het incidentiecijfer is voor beide geslachten substantieel lager in het Waals en Brussels Gewest in vergelijking met het Vlaams Gewest Sterfte Het sterftecijfer bedroeg in ,6/ bij mannen en 25,3/ bij vrouwen (Fig 2). Trend analyse voor de periode heeft geen aanwijzingen gegeven voor een periode of een cohort effect. Het sterftecijfer is voor beide geslachten substantieel lager in het Waals en Brussels Gewest in vergelijking met het Vlaams Gewest. De 5-jaar overleving is 35%-40% 5. Preventie 5.1. Primaire preventie. De voornaamste strategie voor de primaire preventie is het verminderen van de vetinname en het verhogen van de inname van groeten, fruit en plantaardige vezels 5.2. Secundaire preventie. Er is momenteel geen voldoende evidentie voor het aanraden van een algemeen bevolkingsonderzoek. 4/37

8 Personen met persoonlijke of familiale antecedenten worden wel opgevolgd in functie van het persoonlijk risiconiveau. 6. Strategieën voor de volksgezondheid Primaire preventie is de beste methode om colorectale kanker te vermijden. De westerse voedingsgewoonten verbeteren zou 30 à 40 % van de colorectale kankers kunnen voorkomen: verminderen van de vetinname en het verhogen van de inname van groeten, fruit en plantaardige vezels. Bevordering van lichaamsbeweging en sport en tabakspreventie zijn ook belangrijk. Tabel 1 Voeding en colorectale kanker : risico- en beschermingsfactoren, volgens zekerheidsgraad. Zekerheidsgraad : Waarschijnlijk Verminderd risico Lichaamsbeweging Groenten Geen verband Verhoogd risico Rood vlees Alcohol Mogelijk Onvoldoende Voedingsvezels (=polysacchariden, behalve zetmeel) Zetmeel Carotenoïden Niet verteerbaar zetmeel Vitamine C, D, E Foliumzuur Methionine Granen Koffie Calcium Selenium Vis Hoge BMI Grotere volwassen gestalte Frekwente maaltijden Suiker Totaal vet Verzadigd / dierlijk vet Bereid vlees Eieren Hard gebakken vlees Ijzer World Cancer Research Fund, American Institute for Cancer Research, /37

9 2 Definitie - Classificatie 2.1 Definities Colon en rectum (dikdarm en endeldarm) zijn twee organen die vaak samen bestudeerd worden: zo zal de clinicus bijvoorbeeld niet altijd een onderscheid maken tussen sigmoïd en recto-sigmoïd. De Internationale Classificatie maakt een onderscheid tussen de dikdarm (ICD-9 153) enerzijds en de endeldarm (ICD-9 154)anderzijds. Verschillen in de certificatie van de doodsoorzaken kunnen dus aan de basis liggen van ogenschijnlijke verschillen in de orgaanspecifieke sterfte. In het verleden werden meer overlijdens vermeld met als oorspronkelijke doodsoorzaak dikdarmkanker dan endeldarmkanker. Dit brengt dus een onderschatting van deze laatste doodsoorzaak met zich mee. Het samenbrengen van deze kankers zal juistere sterftecijfers geven (4). Meer dan 90%van de colorectale kankers zijn adenocarcinomen, en komen bijna allemaal voort uit een goedaardig adenoom of een poliep (5,6) de adenoom-carcinoom sequentie. Een ontaarding van genetisch materiaal (ADN) zou opeenvolgend poliepen, kankers en tenslotte metastasen veroorzaken (7). 2.2 Databronnen Incidentiematen : Kankerregister, huisartsenpeilpraktijkennetwerk Het Nationaal KankerRegister (NKR) nkr.rnc@nkr.eunet.be werd in 1983 opgestart en registreert sindsdien alle types van kwaadaardige gezwellen, waarvan ook colorectale kanker. Het is een "population-based" register: alle gevallen die voorkomen in een bepaald geografisch gebied worden geregistreerd. Volgende informatie wordt opgetekend: persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, residentie) en gezwelkenmerken (aangetast orgaan, histologisch type, wijze van diagnosestelling en datum van behandeling). De aandoening wordt ingebracht met een code volgens een aangepaste versie van de 7de Internationale Classificatie van Ziekten en Doodsoorzaken). Het ingangspunt in het registratieproces is de aanvraag, bij een verzekeringsinstelling, voor terugbetaling van een kankerspecifieke behandeling. 99% van de bevolking is verzekerd. De geneesheren-adviseurs van de verzekeringsinstelling, het NKR sturen een formulier dat door de behandelende geneesheer ingevuld dient te worden, de gegevens worden gecodeerd en ingebracht door de verzekeringsinstellingen, en op informatica drager overgebracht naar het NKR. Deze gegevens zijn anoniem. Er bestaan ook andere kankerregisters, maar dezeze zijn niet "population-based". De enen berusten op gegevens die actief opgehaald worden in ziekenhuizen (IKSA(8), VRGT voor longkanker), andere hebben de anatoompathologische laboratoria als databronnen (LIKAS). Deze laatste zijn misschien wel meer volledig en beter gecontroleerd, registreren meer informatie, maar hebben het nadeel geen incidentiecijfers te kunnen leveren, daar de betrokken populatie niet gekend is. Het huisartsenpeilpraktijken netwerk (2) heeft ook het voorkomen van enkele kankers, waaronder colorectale, bij de patiënten van een honderdtal huisartsen geregistreerd. De geregistreerde parameters zijn: omstandigheden van diagnosestelling, het kankerstadium (TNM) en het al dan niet deelgenomen hebben in een secundaire kankerpreventie (screening). De vergelijking van de door verschillende registers bekomen informatie geeft een zicht op de validiteit van de incidentiematen (9,10). 6/37

10 Tabel 2 Incidentiecijfer (/ , gestandaardiseerd op wereldbevolking) van colorectale kanker, geregistreerd door huisartsenpeilpraktijken, door het NKR en door enkele andere Europese kankerregisters (Haelterman, M. Capet F. in (1)) (2) Huisartsen peilpraktijken : Nationaal Nederland Bas Rhin Saarland 1990 England & België Kankerregister : België Wales mannen vrouwen Validiteit van de incidentiecijfers De vergelijking van de kankerincidentie, zoals die gerapporteerd werd door het NKR met de overlijdensstatistiek, in zoverre deze laatste als referentie kan dienen, biedt een inzicht in de volledigheid van dit registratiesysteem. Normaliter zou het aantal geregistreerde gevallen hoger moeten liggen dan het aantal sterfgevallen, daar niet alle incidente gevallen een dodelijke afloop kennen: De verhouding sterftecijfers/incidentiecijfers bedraagt 0.7 voor mannen en 0.8 voor vrouwen. Dit duidt waarschijnlijk op een onderregistratie: de vijfjaarsoverleving bedraagt immers ongeveer 40 %. In de hogere leeftijdscategorieën, waar deze kankers frequenter voorkomen, kan men een hogere graad van onderregistratie aantonen: het aantal nieuwe (geregistreerde) gevallen ligt er lager dan het aantal sterfgevallen in dezelfde periode. Deze onderregistratie is meer uitgesproken voor mannen dan voor vrouwen (11). De Tabel 2 illustreert dit voor longkanker, die meestal een overlijden tot gevolg heeft. De verhouding sterfte/incidentie tot de dood benadert 1. Deze waarde mag niet worden overschreden als alle gevallen geregistreerd zijn. Deze onderschatting kan grotendeels door de meldingsmethode uitgelegd worden : de registratie begint met de melding van een verzekeringsorganisme van een aanvraag voor terugbetaling van een kankerspecifieke behandeling of hospitalisatie. Een kankerpatiënt waarvoor deze specifieke aanvraag niet ingediend werd zal dus niet in het bestand opgenomen worden. Bvb een hoogbejaarde, een gezwel dat pas in een zeer laat (en onbehandelbaar) stadium vastgesteld werd en waarvoor enkel palliatieve zorgen zullen voorgeschreven worden. N.B. een leeftijdsgroepspecifieke ratio sterfte/incidentie hoger dan één mag niet volledig aan een onderschatting van de incidentie toegeschreven worden. Voor een kankergezwel dat gewoonlijk nogal traag evolueert bvb zal een incident geval in één leeftijdsgroep leiden tot een sterfgeval in de volgende. Netwerking kankerregistraties In 1995 werden alle Vlaamse kankerregistraties aan een evaluatiestudie onderworpen, waarna correctieve maatregelen genomen werden (merk wel dat de hier voorgestelde gegevens voortkomen uit een vroegere situatie). Sinds 1996 werken de verschillende Vlaamse kankerregisters samen in een netwerk dat door de VLK gecoördineerd wordt. De verschillende bestanden worden daar samengebracht. De bescherming van de privé-sfeer wordt gewaarborgd door het gebruik van encrypteringsalgoritmen, zo kunnen gegevens op individueel niveau gekoppeld worden. In de kader van dit project wordt ook operationeel meegewerkt aan de secundaire preventie van cervix- en borstkanker door screeningsdata voor call-recall beschikbaar te maken op regionaal vlak. 7/37

11 Tabel 3 Schatting van de volledigheid van het kankerregister : colorectale kanker, longkanker, borstkanker. Incidentiecijfer 1994, Sterftecijfer 1992* België (/ ) Colorectale kanker (ICD-9: ) Mannen Alle leeftijden Sterftecijfer Incidentiecijfer Sterfte / Incidentie Vrouwen : Sterftecijfer Incidentiecijfer Sterfte / Incidentie Longkanker (ICD-9:162 / ICD-7 : 162 ), Mannen : Alle leeftijden Sterftecijfer Incidentiecijfer Sterfte / Incidentie Borstkanker (ICD-9:174 / ICD-7 : 170 ) Vrouwen : Sterftecijfer Incidentiecijfer Sterfte / Incidentie *(meest recente gegevens beschikbaar) Sterftematen Zelfs met de beste certificatie en een zeer strikte kwaliteitscontrole van de codering en de datainbreng, zal de sterfte door colorectale kanker slechts een benaderende schatting bieden voor het belang van dit gezondheidsprobleem. Als een colonkankerpatient door een andere doodsoorzaak overlijdt, zal de colonkanker niet als doodsoorzaak op het overlijdensattest voorkomen. Hierin komt evenwel binnenkort verbetering door het in voege brengen van de nieuwe overlijdensattesten (1/1/1998) en het gebruik van de ICD-10 koderingsregels en door het meer systematisch gebruiken van initiële en bijkomende doodsoorzaken. Verschillen (geografische-, - in de tijd) in de sterfte door colorectale kanker moeten dus niet enkel toegeschreven worden aan verschillen in de prevalentie van specifieke risicofactoren, er dient ook rekening gehouden te worden met de sterfte door andere doodsoorzaken. Deze problematiek wordt belangrijker naarmate men op oudere leeftijd overlijdt, en de aanwezigheid van andere tegelijk bestaande aandoeningen meer waarschijnlijk wordt. Daar zowel het kankerregister als de overlijdensregistratie verplicht anoniem gebeuren is het niet mogelijk gegevens te "linken" op individueel niveau om de validiteit van de verschillende informatiebronnen wederzijds te verbeteren. Om dezelfde reden is het onmogelijk de overlijdensstatistieken te gebruiken om bvb overlevingsduur, na diagnose of behandeling, van bepaalde kankers te berekenen. 8/37

12 3 Risicofactoren Welke determinanten nu aan de basis liggen van colon- en rectumkanker is nog niet met zekerheid geweten (7). Er werden wel enkele erfelijke aandoeningen vermeld als risicofactoren, maar in de eerste plaats zijn het toch leefstijlfactoren, en dan nog vooral voeding, die een verklaring kunnen bieden voor de vastgestelde verschillen in het voorkomen van die kankers. Bepaalde aandoeningen verhogen het risico een darmkanker te ontwikkelen : de adenoom-carcinoom sequens. Het vroegtijdig opsporen van adenomateuze poliepen, erkende kankerprecursoren, en hun heelkundige verwijderen zou een effectieve preventie moeten mogelijk maken. Ontwikkelingsmechanisme : Adenomacarcinoma sequens Deze etiologische hypothese werd reeds enkele decennia geleden ontwikkeld door Morson en verder uitgewerkt door Hill (5): een zekere genetische voorbeschiktheid (adenoma prone mucosa) gecombineerd met omgevingsfactoren (voeding) maken dat er adenoma's of poliepen t.h.v. gezonde darmmucosa gevormd worden. Onder invloed van omgevingsfactoren (voeding en galzuurmetabolieten) kunnen deze poliepen beginnen te groeien en later zones van beginnende dysplasie ontwikkelen. Deze dysplastische activiteit kan gestimuleerd worden zodat uiteindelijk een carcinoma ontstaat. Dit stapsgewijze proces zou over vele jaren verlopen. 3.1 Risicofactoren voor colorectale kanker Erfelijke factoren Enkele welomschreven autosoom dominante erfelijke aandoeningen hebben een duidelijk verhoogd risico voor het ontwikkelen van darmneoplasmata: de FAP (Familiale Adenomateuze Polyposis)(7,12) en de zogeheten Erfelijke Non Polyposis Colorectale Kanker families waar men het "Cancer Family Syndrome" van het "Site Specific Colon Cancer Syndrome" onderscheidt. Deze ziekten zijn relatief zeldzaam maar de kans op maligne ontaarding is zeer groot. Gewoonlijk komt de colorectale kanker vooral op oudere leeftijd voor, maar bij personen met deze erfelijke belasting wordt hij op veel jongere leeftijd aangetroffen. Deze hoogrisico groep dient dan ook nauwgezet opgevolgd te worden(14). Minder dan 5 % van alle colorectale gezwellen zijn het gevolg van deze aandoeningen(13) Aanwezigheid van andere aandoeningen Personen met inflammatoire darmaandoeningen (Ulceratieve Colitis en de Ziekte van Crohn) vertonen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een vroegtijdige colorectale kanker(6), zeker wanneer de hele darm is aangetast en de ziekte een langdurig verloop kent (7,12,14,15). Zo bvb. verhoogt colitis ulcerosa de kans op colonkanker : na 18 jaar ziekte bedraagt deze kans 4 à 5 %, het risico is rechtsreeks verbonden met de ernst van de aandoening. Een persoonlijke voorgeschiedenis van borst-, ovarium-, endometrium- en darmkanker, evenals van darmpoliepen verhogen het risico op darmkanker (6,7,14). Eerstegraads verwanten van darmkanker- of darmpolieppatiënten zouden eveneens een verhoogd risico hebben om een kwaadaardig gezwel ter hoogte van de dikke darm te ontwikkelen (6,7,12,14,16). 3.2 Exogene factoren (gevoelig voor interventie) In Tabel4 worden risico- en beschermingsfactoren verdeeld, volgens zekerheidsgraad ("evidence"). Deze laatste werd ingeschat op basis van een kwaliteitsbeoordeling van verschillende studies, en hun onderlinge overeenkomst. 9/37

13 Tabel4 Voeding en colorectale kanker : risico- en beschermingsfactoren, volgens zekerheidsgraad ("evidence") Zekerheidsgraad: Verminderd risico Geen verband Verhoogd risico Waarschijnlijk Lichaamsbeweging Groenten Rood vlees Alcohol Mogelijk Onvoldoende Voedingsgewoonten Voedingsvezels (=polysacchariden, behalve zetmeel) Zetmeel Carotenoïden Niet verteerbaar zetmeel Vitamine C, D, E Foliumzuur Methionine Granen Koffie Calcium Selenium Vis Hoge BMI Grotere volwassen gestalte Frekwente maaltijden Suiker Totaal vet Verzadigd / dierlijk vet Bereid vlees Eieren Hard gebakken vlees Alhoewel niet alle epidemiologische studies dezelfde conclusies naar voor brengen, kan men samenvattend stellen dat een verhoogde inname van voornamelijk dierlijke of verzadigde vetten een verhoogd risico inhoudt, terwijl vezels (fruit en groenten) een beschermend effect zouden hebben. Het is moeilijk na te gaan welke voedingsstoffen en / of micro nutriënten een rol spelen en welke mechanismen aan de basis liggen van het ontstaan van deze tumoren (5,7,16-21). Verschillen in voorkomen bij bepaalde bevolkingsgroepen, migrantenstudies en tijdstrendanalyses hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van etiologische hypotheses, vooral in verband men voedingsgewoonten (5,19,22). Binnen éénzelfde land kan men voor verschillende religieuze of etnische groepen verschillen in incidentie vaststellen, die waarschijnlijk toe te schrijven zijn aan verschillende leefgewoonten (Verenigde Staten, India, Israël en Singapore). Migrantenstudies hebben aangetoond dat migranten uit landen met een lage incidentie (Japan, Polen) reeds vanaf de eerste generatie een verhoogde incidentie gingen vertonen die deze van het gastland (USA, Australië) benaderde. De incidentie is overigens het sterkst gestegen in populaties waar Westerse leefgewoonten in een korte tijdspanne werden aangenomen. Dit was het geval voor bepaalde steden in Zuid-Amerika en Hongkong. Dit fenomeen was trouwens meer uitgesproken in de hogere socioeconomische klassen (6) Alcohol Zowel voor mannen als voor vrouwen werd in meerdere studies een verband aangetoond tussen alcoholgerbruik en colorectale kanker. Dagelijkse bierdrinkers hadden een verhoogd risico t.o.v. geheelonthouders (OR = 1,4) (6). Tuyns A.J. heeft in een Belgische case-control studie aangetooond dat er een verband bestaat tussen de hoeveelheid gedronken bier en het voorkomen van colorectale kanker Tabak Er bestaat een onafhankelijk verband tussen het voorkomen van grote intestinale adenomen en het feit gedurende meer dan 20 jaar gerookt te hebben. Dit risico ligt ongeveer gelijk met dit van een positieve familiegeschiedenis van colorectale kanker (RR = 1,9). Normaal bedraagt de Ijzer 10/37

14 latentieperiode 35 jaar vooraleer een colorectale kanker zich openbaart. Daardoor is het moeilijk het verband aan te tonen tussen roken en colorectale kanker. Het is ook mogelijk dat de diagnose van colorectale kanker minder vaak bij rokers wordt gesteld omdat ze minder voor hun gezondheid zorgen en minder raadplegen (23). De vrouwen in de USA zijn later begonnen roken dan mannen (begin van de jaren 50) ; wegens deze lange latentieperiode werd voor hen nog geen associatie in het licht gesteld. Nochtans beïnvloedt het roken het risisco voor colorectale nieuwvorming in de zelfde mate voor beide geslachten, niettegenstaande mineure, o.a. aan geslachtshormonen toe te schrijven, verschillen (24). Andere studies kunnen deze associatie niet bevestigen Lichamelijke activiteit Het beschermend effect van lichamelijke activiteit overtreft waarschijnlijk de ongunstige invloed van een te rijke voeding (7). Personen die geen enkele sport beoefenen lopen een hoger risico op colorectale kanker, des te meer als ze daarenboven nog te dik zijn (6) Andere factoren Uiteraard is leeftijd determinerend: het risisco stijgt snel tussen 50 en 70 jaar (12). Het histologische type en de afmeting van het adenoom komen ook tussen in het risico op cancereuze ontaarding, het aantal adenomen heeft echter minder belang (14,26,27). Een verminderd risico werd vastgesteld bij mannen en vrouwen die een regelmatig en langdurig gebruik meldden van niet steroide ontstekingswerende medicatie (zoals aspirine, ibuprofen, piroxicam,...) (6,20). 11/37

15

16 Figuur 1 Schematische voorstelling van de voornaamste determinanten van colorectale kanker en hun interactie. Aanduiding van aangrijpingspunten voor primaire preventie (vereenvoudigd naar Potter (6) genetische en familiale voorbeschiktheid bereidings temperatuur vetten rood vlees kankerverwekkende stoffen kanker kankerverwekkend effect hormonale invloeden beschermend effect lichaamsbeweging aanwakkeren van het immunstelsel beperken van de kontaktduur snellere transit Vrije VetZuren bindt de galzuren voedingsvezels en bacteriele gisting stoffen die tegen kanker beschermen vermindert de resorptie door aanzuren van het milieu aanmaak en uitscheiding van galzurenr fruit, groenten, volle granen 13/37

17 14/37

18 4 Incidentie 4.1 In België Incidentie Colorectale kanker is zeer frequent : bij mannen komt hij op de derde plaats (12.7 % van alle door het kankerregister van de VLK geregistreerde gevallen in het jaar 1994, na long-(25.0%) en prostaatkanker(18.2%). Bij vrouwen komt hij op de tweede plaats (14.2%), na borstkanker (34.4 %) (1). Colorectale kanker is de enige kanker die mannen en vrouwen in een bijna gelijke mate treft. In 1994, werden nieuwe gevallen geregistreerd bij mannen, en bij vrouwen (3). Het bruto incidentiecijfer (/ ) bedraagt 40.5 bij mannen en 39.6 bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd op het ogenblik van de diagnosestelling bedraagt 69 jaar voor mannen en 72 jaar voor vrouwen. Dit verschil berust in grote mate op demografische geslachtsverschillen in de hoge leeftijdsgroepen : vanaf 75 jaar is 2/3 van de Belgische bevolking vrouwelijk. Het incidentiecijfer voor colorectale tumoren stijgt met de leeftijd : van minder dan 20/ onder de 50 jaar (beide geslachten), tot meer dan 300/ voor mannen van 75 en ouder, en 200/ voor vrouwen in die leeftijdsgroep. 95% van alle nieuwe darmgezwellen verschijnen na de leeftijd van 50 jaar. De man/vrouw verhouding bedraagt 1.6 voor colon-, 1.2 voor rectumkanker, en 1.2 voor beide kankers samen. Figuur 2 Leeftijdspecifieke incidentiecijfers 1994 en sterftecijfers 1992 voor colorectale kanker, België (NKR, SPMA) cijfers per mannen incidentie mannen sterfte vrouwen incidentie vrouwen sterfte Het relatief belang van deze kankerlokalisatie wordt best geïllustreerd door een vergelijking met de incidentie-en stertecijfers van de meest frequente kankers bij mannen en vrouwen : respectievelijk long- en borstkanker. Zie Figuur 3 en Figuur 4 15 / 37

19 Figuur 3 Incidentiecijfer en aantal gevallen colorectale kanker, longkanker, per leeftijdsgroep, mannen, België 1994 (NKR) 800 mannen : colorectale kanker en longkanker longkanker: aantal 600 colorectale kanker: aantal colorectale kanker: cijfer 400 aantal gevallen longkanker: cijfer cijfer / Figuur 4 Incidentiecijfer en aantal gevallen colorectale kanker, in vergelijking met borstkanker, per leeftijdsgroep, vrouwen, België, 1994 (NKR) borstkanker: aantal colorectale kanker: aantal colorectale kanker: cijfer borstkanker: cijfer vrouwen : colorectale kanker en borstkanker aantal gevallen cijfer / De gecumuleerde incidentie is een maat voor het risico ooit een kwaadaardige tumor te ontwikkelen binnen bepaalde leeftijdsgrenzen, bvb tussen 0 en 65 of 75 jaar, op voorwaarde ondertussen niet te sterven van een andere oorzaak (daarom wordt enkel tot die leeftijden gerekend). Hierbij dient toch opgemerkt te worden dat, daar colorectale kanker vooral op hogere leeftijd voorkomt (na 75 jaar), dit "risico" sterk zal toenemen als de oudere leeftijdsklassen ook in de berekening opgenomen worden. Anders gezegd is de gecumuleerde incidentie 0-75 jaar geen goede maat van de impact van colonkanker op de volksgezondheid. 16 / 37

20 De gecumuleerde incidentie tot 75 jaar bedraagt in % bij mannen en 2.2 % bij vrouwen, en tot 64 jaar 1.2 en 1.0% respectievelijk Verdeling van de lokalisatie, anatoompathologische diagnose en klinisch stadium 0.6% van de gevallen worden met multipele lokalisaties geregistreerd en 22.7% vermeldde enkel "dikdarm". Rectum en anus staan in voor 39.4 % van de gevallen bij mannen en 31.3% bij vrouwen (kankerregister van de VLK 1994) Het kankerregister van de VLK vermeldt anatoompathologie als eerste diagnosemiddel in 68.5 % van de gevallen, voor 13.6% werd de diagnose radiologisch gesteld en voor 16.9 % was ze zuiver klinisch. In meer dan een derde van de gevallen werd de histologische diagnose niet meegedeeld. anatoompathologische diagnose : 84% van de tumoren waarvoor deze vermeld was waren adenocarcinomen, en 14% niet nader bepaalde carcinomen. Het huisartsenpeilpraktijken netwerk vond dat er in 1990 meer gevallen een histologische bevestiging kregen dan in : meer dan 85 % t.g.o. 75 % (2). Klinisch stadium : dit gegeven werd niet geregistreerd door het NKR. Het huisartsenpeilpraktijken netwerk vond dat (1990) 22,4% van de tumoren reeds een diameter van 2 cm hadden. Hieronder de verdeling per invasief stadium op het ogenblik van de diagnose (N=77) (2) gezwel beperkt tot de mucosa Dukes A 13% sub-mucosa aangetast Dukes B 39% invasie van de ganglia Dukes C 48% Tendensen Tussen 1985 en 1994 vertonen de incidentiecijfers van colorectale kanker geen merkbare evolutie. Maar men kan wel met zekerheid een stijging van het aantal gevallen voorspellen, ten gevolge van de veroudering van de bevolking. De analyse van de sterftecijfers van 1970 tot 1990 heeft noch periode, noch cohorte-effect kunnen aantonen Geografische spreiding Voor werden de leeftijdsgestandaardiseerde incidentiecijfers (S.I.R., Standardized Incidence Ratio) berekend volgens de indirecte methode, met de Belgische jaarlijkse incidentiecijfers als standaard. Zowel bij bij mannen als bij vrouwen ligt de incidentie significant lager in het Waals en Brussels Gewest. Tabel 5 Gestandaardiseerde incidentieratio's (SIR) (betrouwbaarheidsintervallen) mannen vrouwen Vlaams Gewest 105 (99,111) 110 (105,116) Brussels Gewest 84 (72,96) 84 (73,95) Waals Gewest 80 (73,87) 78 (71,84) 4.2 Internationale vergelijkingen Het voorkomen van deze tumoren kan men ruwweg opsplitsen in geografische groepen, enerzijds de Westerse landen met hoge incidentiecijfers en anderzijds de ontwikkelingslanden met meestal lagere incidentiecijfers(5). Deze verschillen kunnen slechts gedeeltelijk verklaard worden door een minder volledige registratie van colorectale tumoren in ontwikkelingslanden. Een argument hiervoor is het feit dat het 17 / 37

21 incidentiecijfer in Israël, waar de registratie voor iedereen gelijk is, verschilt naargelang de geboorteplaats: hogere waarden voor Joden afkomstig uit Europa en Amerika en lagere waarden voor Joden afkomstig uit Afrika en Azië (19). In Tabel6 worden voor leeftijd met wereldbevolking gestandaardiseerde incidentiecijfers uit "Cancer Incidence in Five Continents, volume 6", weergegeven (29). Over het algemeen is de ziekte meer frequent bij mannen voor beide lokalisaties samen. De hoogste incidentiecijfers (>40/ ) bij mannen vindt men in Australië en Noord-Amerika. In de Verenigde Staten vertonen blanke mannen een hogere incidentie dan zwarte mannen. Intermediaire incidentiecijfers (20-40/ ) worden opgetekend voor Europa en enkele Aziatische landen zoals Japan, Hongkong en Israël. In België bedraagt de op deze wijze gestandaardiseerde incidentie 28/ Lage incidentiecijfers (<20/ ) registreert men in Azië, Zuid-Amerika en Afrika. Bij vrouwen worden incidentiecijfers boven 20/ genoteerd in Europa, Australië, Noord- Amerika en bepaalde Aziatische landen zoals Japan, Hongkong en Israël. In België bedraagt de incidentie 20/ Merkwaardig genoeg zijn, in tegenstelling tot het mannelijk geslacht, de incidentiecijfers bij zwarte vrouwen hoger dan bij blanke vrouwen in de Verenigde Staten. Lage incidentiecijfers (< 20/ ) vindt men in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Afzonderlijk beschouwd is de incidentie van colontumoren hoger dan deze van rectumtumoren; de spreiding over de beide geslachten verschilt ook. De seksratio voor colontumoren varieert van 0,8 tot 1; er is zelfs een duidelijk vrouwelijk overwicht onder de leeftijd van 60 jaar. De seksratio voor rectumtumoren bedraagt 1,3 tot 2 (1). Tendensen : De sterkste stijging wordt opgemerkt in landen die voorheen een lage incidentie hadden. In landen met een hoge incidentie daarentegen zijn de incidentiecijfers niet veel veranderd in de laatste decennia (19,22). In de USA is de incidentie colorectale kanker de laatste 10 jaar gestegen, maar lijkt nu te dalen. In Nederland wordt ook een stijging gemeld tijdens de periode : van 43 naar 54/ voor mannen en van 41 naar 51/ voor vrouwen (7) (niet op wereldbevolking gestandaardiseerd). Tabel6 Internationale vergelijking colorectale incidentiecijfers (/ ) gestandaardiseerd op leeftijd, periode (bron: Cancer Incidence in Five Continents, volume 6). Mannen > 40 Canada USA (blanke bevolking > zwarte) Australië vrouwen Azië (Japan, Hongkong, Israël) Canada Europa USA (zwarte bevolking > blanke) België Australië Europa Azië (Japan, Hongkong, Israël) België < 20 Afrika Afrika Azië Azië Zuid-Amerika Zuid-Amerika Europa (Spanje, Polen, Slovenië) 18 / 37

22 5 Sterftematen 5.1 Sterftecijfer in België Figuur 2, p 15 toont de leeftijdsspecifieke sterftecijfers : meer dan 96% van de in 1992 aan colorectale kanker overleden personen waren ouder dan 50 jaar. De man/vrouw, ratio, berekend op basis van de leeftijdsgestandaardiseerde sterftecijfers bedraagt 1.4 voor beide lokalisaties. De leeftijdsgestandaardiseerde sterfte door colorectale kanker tussen 1955 en 1985, is constant gebleven voor mannen en vertoont een lichte daling bij vrouwen. Sterfte door colonkanker is licht gestegen bij mannen, waar sterfte door rectale kanker in beide geslachten gedaald is, maar iets meer bij vrouwen. Er is geen cohorte-effect merkbaar (57) Voor de jaren 1987 tot en met 1993 werden de sterftecijfers berekend per gewest (SPMA). Er is een duidelijke oversterfte in het Vlaams Gewest, voor beide geslachten. Brusselse en Waalse cijfers liggen op hetzelfde niveau, en zijn significant lager dan de Belgische (Tabel7). Tabel7 Leeftijdsgestandaardiseerde sterftecijfers (/ ) per leeftijd en geslacht België (directe standaardisatie op de Belgische bevolking voor elk jaar en SMR voor de zeven jaren samen) Gewest SMR Mannen Vlaams 44,5 44,8 43, ( ) Waals 38,2 34,0 33, ( ) Brussels 38,4 36,5 36, ( ) België 41,8 40,6 39, ( ) Vrouwen Gewest Vlaams 28,8 28,9 30, ( ) Waals 22,4 22,9 25, ( ) Brussels 22,0 20,7 24, ( ) België 25,8 26,7 28, ( ) Figuur 5 p 21 illustreert hoe de sterfte door colorectale kanker ( ) duidelijk verschilt tussen de arrondissementen. In tien vlaamse arrondissementen ligt de sterfte hoger dan het nationaal gemiddelde, waar deze in Brussel en in 13 waalse arrondissementen significant lager ligt. Voor de op kaart gearceerde arrondissementen is het verschil statistisch niet significant. Na toepassing van de Bonferroni correctie (om rekening te houden met het feit dat de toets 44 maal wordt toegepast) blijft het verschil statistisch significant voor Brussel, vijf vlaamse en vier waalse arondissementen (Tabel 8) 19 / 37

23 Tabel 8 SMR colorectale kanker : arrondissementen met significant hogere en lagere sterfte, na Bonferroni correctie hoger Totale bevolking Mannen Vrouwen Aalst Antwerpen Antwerpen Mechelen Kortrijk Kortrijk Roeselare Tielt Tielt lager Nivelles Nivelles Charleroi Charleroi Charleroi Thuin Liege Liege Liege Marche-en-Famenne Bruxelles Bruxelles Er werd nog geen verklaring voor deze verschillen. Deze kan uiteraard gezocht worden in regionale verschillen in het voorkomen van risico factoren bij de bevolking, vooral voedingsgewoonten. Dit is echter niet zo eenvoudig, de huidige sterfte is onder invloed van voedingsgewoonten over de laatste 80 jaar, actueel voedselgebruik is daar slechts een gedeeltelijke weerspiegeling van. Bovendien is het niet zo duidelijk welke voedingswaren nu het meest inloed hebben op de adenoom-carcinoom sequens. Er dient ook rekening gehouden te worden met de invloed van andere ddodsoorzaken op het sterftepatroon : het zou immers kunnen dat er in Wallonië minder sterfte is door colorectale kankers (op hogere leeftijd) omdat een aantal mensen met een hoger risico op colorectale kanker deze leeftijd niet bereiken door de hogere sterfte door cardiovasculaire en cerebrovasculaire aandoeningen op jongere leeftijd. 20 / 37

24 Figuur 5 Gestandaardiseerde Sterfte Ratio (SMR) colorectale kanker per arrondissement , totale bevolking (SPMA) colorectale kanker mannen + vrouwen bovengrens 95% BI SMR<90 (2) bovengrens 95 % BI SMR <100 (8) SMR < 100, 100 inbegrepen in de 95% BI (8) SMR >= 100, 100 inbegrepen in 95% IC (12) ondergrens 95% BI SMR > 100 (11) ondergrens 95% BI SMR > 110 (2) Het proportionele sterftecijfer (oorzaakspecifieke sterfte / totale sterfte) bedraagt 2.9 % in België voor de totale bevolking. In de leeftijdsgroep 45 tot 64 jaar overschrijdt het 3,5 % en zelfs 4 % in het Vlaams Gewest. Het is opmerkelijk dat het proportioneel sterftecijfer bij vrouwen in deze leeftijdsgroep dat van mannen ruim overschrijdt. In het Vlaams gewest is dit meer dan 5 %. Tabel9 Proportionele sterftecijfers (%) door colorectale kanker per gewest en per geslacht België Mannen Vrouwen Gewest jaar 65 + jaar alle leeftijden jaar 65 + jaar Alle leeftijden Vlaams Waals Brussels België / 37

25 Verloren Potentiële Levensjaren en Levensverwachting Colorectale kanker staat in voor het verlies van 1.70 jaar/1000 potentiële levensjaren tussen 1 en 74 jaar, en van 3.71 jaren/1000 potentiële levensjaren tussen de leeftijd van één jaar en de levensverwachting op één jaar. (1992, leeftijdsgestandaardiseerde cijfers: zie tabel 8. Tabel10 Verloren Potentiële levensjaren door colorectale kanker: (jaren per 1000 personen), gestandaardiseerd op leeftijd, België (SPMA 1992) tussen 1 jaar en de tussen 1 en 74 jaar levensverwachting op 1 jaar Gewest mannen vrouwen mannen vrouwen Vlaams Waals Brussels België Overleving * Daar het kankerregister de geregistreerde patiënten niet kan opvolgen en het voor het ogenblik niet mogelijk is een link te leggen met het overlijdensregister kunnen de overlevingskansen van kankerpatiënten in België dus niet berekend worden. Een publicatie van het IARC (3) (International Agency for Research on Cancer) biedt de overlevingscijfers voor verscheidene kankers, berekend op basis van de gegevens van een dertigtal Europese kankerregisters. In de periode was de relatieve overleving, 5 jaar na de diagnosestelling, 42 % voor de totale bevolking (tabel 9). Voor rectumkanker was deze proportie 38 %. Daar de meest recente gegevens reeds 13 jaar oud zijn, en het om een set Europese registers gaat en niet enkel de EU, liggen de werkelijke Belgische overlevingscijfers waarschijnlijk iets hoger. Tijdens de periode werd meer kans op overleving vastgesteld (tabel 10). Dit kan toegeschreven worden aan meer effectieve behandelingswijzen (vooral chirurgisch) en/of aan een tijdige diagnosestelling. Voor de overleving na de vastelling van colonkanker is er geen merkenswaardig verschil tussen mannen en vrouwen. Voor rectumkanker was de overlevingskans een beetje beter voor vrouwen (na 5 jaar: 36 % voor mannen, 40 % voor vrouwen). Meer recent werd, niettegenstaande het tot stand komen van nieuwe diagnostische middelen in de loop van de laatste twintig jaar, geen verbetering in de overleving vastgesteld : deze bedraagt niet meer dan 35 à 40 % na vijf jaar (54). De voornaamste reden daarvoor is dat het gezwel reeds in een gevorderd stadium is wanneer de eerste symptomen zich melden. De prognose hangt af van het vorderingsstadium op het ogenblik van de diagnose: de vijfjaarsoverleving bedraagt 90 % als het gezwel beperkt blijft tot de mucosa (Dukes A), 60% voor stadia Dukes B (sub-mucosa aangetast) en daalt tot 30 % voor Dukes C (invasie van de ganglia). * definities : Geobserveerde overleving (crude survival) : proportie patiënten die op het einde van de beschouwde periode nog in leven zijn, zonder rekening te houden met andere mogelijke doodsoorzaken. Uitgedruk in percent Relatieve overleving : Geobserveerde overleving gedeeld door verwachte overleving. Deze laatste wordt berekend gebaseerd op de algemene sterftecijfers in deze leeftijdsgroep in deze streek. Wordt ook in percent uitgedrukt. Deze maat heeft dus enkel betrekking op de beschouwde doodsoorzaak en de sterfte door andere oorzaken wordt eruit gerekend. De relatieve overleving ligt dus altijd hoger dan de geobserveerde overleving. 22 / 37

26 Tabel 11 Relatieve overlevingscijfers (%) per leeftijdsgroepen. Rectum- en colonkankers (ICD en 154) Europese registers (3) colonkanker: mannen + vrouwen Tijd na jaar jaar jaar 75+ jaar Alle leeftijden diagnose 1 jaar 73% 69% 63% 50% 61% 3 jaar 55% 50% 47% 38% 46% 5 jaar 49% 44% 42% 36% 42% 8 jaar 44% 40% 39% 35% 40% 10 jaar 44% 40% 39% 39% 41% rectumkanker: mannen + vrouwen Tijd na jaar jaar jaar 75+ jaar Alle leeftijden diagnose 1 jaar 77% 74% 67% 55% 66% 3 jaar 53% 49% 46% 36% 45% 5 jaar 43% 41% 37% 29% 38% 8 jaar 39% 37% 33% 30% 35% 10 jaar 35% 35% 31% 33% 33% Tabel12: Evolutie van de relatieve overlevingscijfers (%) vijf jaar na de diagnose, totale bevolking colon- en rectumkankers (ICD en 154) Europese registers (3) colon 39% 43% 45% rectum 36% 37% 41% 5.3 Internationale vergelijkingen De leeftijdsgestandaardiseerde sterftecijfers in België (wereldbevolking als referentie) bedragen 17.6 / voor mannen en 12.4 / voor vrouwen (1992) (1) Men stelt hoge sterftecijfers vast in de westerse landen, voor beide geslachte, en meestal is de sterft er hoger voor mannen dan voor vrouwen. Alhoewel de hoogste sterfte (> 20/ ) bij europese mannen geregistreerd werd, vind men relatief lage cijfers in Giekenland, Zweden, IJsland en Finland (< 15 / ). Dezelfde spreiding vindt men ook terug voor het vrouwelijk geslacht, maar met lagere waarden (31). De sterftecijfers in Noord-Amerika bedroegen in de tweede helft van de jaren tachtig 18/ bij mannen en 12-13/ bij vrouwen. In de USA is colorectale kanker de tweede doodsoorzaak door kanker voor beide geslachten (20,23,32,33). Sinds een twintigtal jaar is voor vrouwen van 65 jaar en meer het risico ongeveer hetzelfde als voor borstkanker (20). De evolutie in Europa sinds de jaren '50 wordt gekenmerkt door grote verschillen in de sterftecijfers. Enerzijds was de sterfte door colorectale kankers zeer hoog in een eerste groep landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland; België, Nederland, Frankrijk en Zweden. Hier zijn de voor leeftijd gestandaardiseerde sterftecijfers stabiel gebleven en in sommige landen zelfs gedaald. Anderzijds vertoonden de meeste Zuid- en Oost-Europese landen dertig jaar geleden lagere sterftecijfers (<15/ ) en het is in deze landen dat er een duidelijke stijging op te merken valt, vooral bij mannen. De variatie in het sterftepatroon is dus verminderd in Europa en de gemiddelde waarden zijn gestegen : 18-25/ bij mannen en 13-20/ bij vrouwen. In Nederland zijn de op leeftijd gestandaardiseerde sterftecijfers door colorectale kanker gedurende de periode met 61% gestegen bij mannen en 37% bij vrouwen (31). Een deel van deze 23 / 37

27 variatie in de tijd valt misschien toe te schrijven aan coderingsverschillen, maar kan toch voor een groot deel toegeschreven worden aan verschillen in leefstijl waarvan voedingsgewoonten een belangrijk deel uitmaken. 24 / 37

28 6 Preventie 6.1 Primaire Preventie De groei van een colorectale kanker is het gevolg van een "multistep" proces, beïnvloed door genetische- en omgevingsfactoren. De grote internationale verschillen laten vermoeden dat leefstijl een belangrijk deel van de oorzakelijke factoren uitmaakt. Een evenwichtig, hoofdzakelijk vegetarisch, dieet, met voldoende fruit en vezelrijke groenten, vetarm en met een beperkt alcoholverbruik, kan een goede bescherming bieden tegen colorectale kanker. Het eerste doel van de primaire preventie in dit domein is het gunstig beïnvloeden van de fysiologische processen in de darm (galzuurmetabolisme, bacteriële flora, ph, dilutie, versnellen van de transit). De voeding speelt daar een belangrijke rol in: de aanbevelingen van het programma "Europa Tegen Kanker" houden in het vetverbruik te verminderen, en meer groenten, fruit en plantaardige vezels te eten, zoals ook in de Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen vermeld wordt. Deze voedingsstoffen werken in op de verschillende stadia van de adenoom-carcinoom sequentie. Veranderingen in de voedingsgewoonten kunnen de incidentie in een belangrijke mate verminderen (7, 35, 38). 6.2 Secundaire preventie: screening en vroegtijdige behandeling Hier streeft men naar het opsporen van de kankergezwellen in een zo vroeg mogelijk stadium, zodat een heelkundige behandeling nog een maximale slaagkans heeft. Er is echter momenteel geen bewijs dat screening de sterfte door colorectale kanker kan doen dalen. Vroegtijdige detectie kan immers de morbiditeit verminderen zonder uiteindelijk de overleving te verbeteren (12). Alhoewel screening vanaf 50 jaar aangeraden wordt (58) werd er tot nu toe nog eigenlijk geen consensus bereikt in deze materie. Er is niet genoeg "evidence" om een welbepaalde strategie uit te werken (15). Verscheidene soorten onderzoeken kunnen gebruikt worden in het kader van een systematisch screeningsonderzoek (15,36): a) Rectaal toucher: minder dan 10 % van alle darmkankers kunnen met deze methode opgespoord worden. Dit is dus een methode die in het kader van een bevolkingsonderzoek niet gebruikt kan worden. b) Opsporen van occult bloedverlies in de stoelgang (voortkomend uit gezwellen die gepaard gaan met bloedverlies). De validiteit van deze test staat niet vast: niet alle colorectale kankers gaan met bloedverlies gepaard en vele niet-kwaadaardige letsels doen dit wel. Verschillende studies geven uiteenlopende resultaten (12,16,26,32). Voorlopige resultaten van drie gerandomiseerde studies hebben toch een daling van de sterfte kunnen objectiveren in de gescreende groep. c) De flexibele sigmoïdoscopie gaat tot 60 cm, waar zich 50 tot 60% van de letsels bevinden. T.o.v. het opsporen van occult bloedverlies biedt deze methode het voordeel zeer gevoelig te zijn (gezwelletjes van 5 mm groot kunnen er mee gevonden worden), en veel meer specifiek te zijn. Bovendien kunnen met deze methode letsels uitgesneden worden, zodat ze tegelijk diagnostisch en therapeutisch is. Er zijn echter ook nadelen aan verbonden : de darm dient voorbereid te worden, er bestaat gevaar voor bloeding en perforatie, de interventie vergt veel tijd en ervaring. Zo liggen de kosten nogal hoog. De effectiviteit van screening door sigmoïdoscopie in het verminderen van de sterfte staat nog niet vast. De tot nu toe uitgevoerde studies leverden uiteenlopende resultaten op (36, 37, 38). 25 / 37

29 d) Totale colonoscopie is waarschijnlijk de enige methode die grondig en betrouwbaar genoeg is om colonkanker en -poliepen op te sporen (26). De specificiteit en gevoeligheid zijn zeer hoog. Ze is diagnostisch en therapeutisch :adenomateuze poliepen en kankers kunnen er mee in een zeer vroeg stadium verwijderd worden. Het nadeel is dat er zowel van arts als van patiënt een belangrijke inspanning wordt gevraagd en dat de kosten hoog liggen (12). Sommige specialisten raden een colonoscopie om de 3 tot 5 jaar aan, andere vinden dit te kostelijk en tijdrovend, en beperken het gebruik ervan tot patiënten met een verhoogd risico. Een colonoscopie is aangewezen voor alle patiënten met occult bloedverlies of een afwijkend sigmoïdoscopisch onderzoek. In België werd één enkel onderzoek verricht naar de screening voor colorectale kanker, door het met de Hemocult test opsporen van occult bloedverlies in de stoelgang : Centrum voor Tumoren en Radiotherapie van de UCL (40). In de USA wordt een screeningstest aangeraden vanaf 50 jaar voor personen met een normaal risico (B recommendation : "fair evidence"), en opsporen van occult bloedverlies zowel als sigmoïdoscopie worden er als effectieve methoden beschouwd. Er bestaat echter ook daar geen consensus over welke de beste methode is noch over de optimale screeningsfrequentie. De "evidence" is onvoldoende om zich in dit kader uit te spreken voor of tegen het gebruik van jaarlijks rectaal toucher, bariumlavement of colonoscopie. In het Verenigd Koninkrijk heeft Atkin (41) een eenmalig onderzoek voorgesteld op jaar door flexibele sigmoïdoscopie, waarbij dan verder onderzoeken volgen zo high-risk adenomen opgespoord worden (>1 cm en/of van het villeuze type). In Frankrijk werd onlangs, in 1998 een consensuscongres gehouden. Er werd geoordeeld dat, in strikt gecontroleerde omstandigheden, voor personen met een matig risico, het opsporen van occult fecaal bloedverlies kan gebruikt worden voor massascreening. Deze methode zou niet door een arts aan zijn individuele patiënten mogen aangeraden worden buiten het kader van een georganiseerde massascreening. De problematiek van de vraag van een individuele patiënt ligt op een ander vlak dan deze van een georganiseerd bevolkingsonderzoek (60). Een werkgroep van de Europese Gemeenschap (in het kader van "Europa tegen Kanker" 1992, herzien en behouden in 1996) komt tot het volgende besluit : 1. Opsporen van occult fecaal bloedverlies en rectosigmoïdoscopie vermindert beduidend de sterfte in de onderzochte groep t.o.v. de controlegroep. De Commissie vindt echter dat de huidig beschikbare informatie onvoldoende is om over te gaan tot het aanraden van een algemeen bevolkingsonderzoek. We moeten wachten op de resultaten van de lopende gerandomiseerde studies. 2. Personen met persoonlijke of familiale antecedenten (adenomata, ziekte van Crohn, ulcerohémorragische rectocolitis, familiale colorectale kanker, familiale polyposis) dienen gevolgd te worden in functie van hun persoonlijk risiconiveau. 26 / 37

Colorectale kanker. Stand van zaken in België Elementen voor een gezondheidsbeleid. Marina Puddu, Jean Tafforeau

Colorectale kanker. Stand van zaken in België Elementen voor een gezondheidsbeleid. Marina Puddu, Jean Tafforeau Centrum voor Operationeel Onderzoek in Volksgezondheid Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Welzijn Volksgezondheid en Cultuur Administratie Gezondheidszorg Colorectale kanker Stand van zaken

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2004-2005 Vlaams Gewest. Kanker en andere nieuwvormingen

Gezondheidsindicatoren 2004-2005 Vlaams Gewest. Kanker en andere nieuwvormingen Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers/ziekten/cijfers-over-kanker/ - december 2008 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning

Nadere informatie

DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM

DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM Om te begrijpen wat dikkedarmkanker is, wordt eerst het spijsverteringsstelsel en de werking van de spijsvertering uitgelegd. Om te begrijpen wat dikkedarmkanker is, wordt eerst

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 4 oktober 2012 Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald De kans dat Vlamingen

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Herkenrode. Website : Huisartsen HAK vzw. 22/03/14 Dr. M. Van den Broeck 1

Herkenrode. Website :  Huisartsen HAK vzw. 22/03/14 Dr. M. Van den Broeck 1 Website : www.herkenrodehuisartsen.be 22/03/14 Dr. M. Van den Broeck 1 De aanpak van screening in eerste lijn Dr. Mark Van den Broeck 22/03/14 Dr. M. Van den Broeck 2 Inschatten risicoprofiel patiënt Organisatie

Nadere informatie

Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen

Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 3 februari 2012 Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen Stoelgangtest kan op termijn 400 kankerdoden per jaar

Nadere informatie

Kankerscreening. Jean Tafforeau

Kankerscreening. Jean Tafforeau Kankerscreening Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Alles wat je altijd over darmkanker wou weten (maar niet durfde vragen)

Alles wat je altijd over darmkanker wou weten (maar niet durfde vragen) Alles wat je altijd over darmkanker wou weten (maar niet durfde vragen) Tim Rondou Gastroenteroloog Sint-Jozefkliniek Bornem-Willebroek Bijscholing 2013 vóórkomen ontstaan voorkómen en preventie symptomen

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers.aspx - oktober 2007 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017 Sterftecijfers 25 15.12.27 STERFTECIJFERS 25 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 27 > Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 20 (registratiejaar

Nadere informatie

PSA-screening To do or not to do? Dr. Ludo Vanden Bussche uroloog

PSA-screening To do or not to do? Dr. Ludo Vanden Bussche uroloog PSA-screening To do or not to do? Dr. Ludo Vanden Bussche uroloog CIJFERS VLAANDEREN 2010 - MANNEN AANTAL STERFTE OVERLEVING 5 JAAR STERFTE > 80 JAAR PROSTAAT 5651 916 93% 54% LONG 3348 2937 14% 25,6%

Nadere informatie

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC)

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de BBC Situering Het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker is een initiatief van de Vlaamse

Nadere informatie

Dikke darm kanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. Enkele feiten op een rij:

Dikke darm kanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. Enkele feiten op een rij: COLOgen-Test Dikke darmkanker Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De COLOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op dikke darmkanker te bepalen. In deze

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra

Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra Medische Publieksacademie UMCG Thema: Dikkedarmkanker Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra (moleculair geneticus). Dikkedarmkanker is één van de meest voorkomende

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

Gegevensbronnen? Specialist. Patholoog-anatoom MUTUALITEITEN. Vlaams KR-netwerk NKR. Kortrijk, 11 september 2004, symposium kankerregistratie

Gegevensbronnen? Specialist. Patholoog-anatoom MUTUALITEITEN. Vlaams KR-netwerk NKR. Kortrijk, 11 september 2004, symposium kankerregistratie Gegevensbronnen? Specialist Patholoog-anatoom MUTUALITEITEN AKR LIKAR Vlaams KR-netwerk NKR Definitie Kankerincidentie Aantal nieuw ontdekte kankers Binnen een bepaalde tijdsperiode (bv. 1 jaar) Voor een

Nadere informatie

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING TOESTAND OP 31 DECEMBER 2016 EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV- INFECTIE IN BELGIË

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting 113 Chapter 11 Dikke darmkanker (colorectaal carcinoom, CRC) is een veelvoorkomend gezwel in de westerse wereld en is na longkanker de belangrijkste oorzaak van sterfte aan

Nadere informatie

V OEDING. De juiste keuzes. om de risico s te verminderen EN KANKER

V OEDING. De juiste keuzes. om de risico s te verminderen EN KANKER V OEDING EN KANKER De juiste keuzes om de risico s te verminderen Een studie van het Documentatie- en Informatiecentrum van de Tiense Suikerraffinaderij I N H O U D Waarom kanker? Wat is kanker eigenlijk?

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Dikke darmpoliepen. MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis. www.mdlcentrum.nl

Dikke darmpoliepen. MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis. www.mdlcentrum.nl Dikke darmpoliepen MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Inhoudsopgave 1. Wat zijn darmpoliepen? 2 2. Darmpoliepen en darmkanker 2 3. Wat kunnen de klachten zijn bij dikke darmpoliepen? 3

Nadere informatie

PREVENTIE VAN DARMKANKER. Dr G Deboever gastroenteroloog-digestief oncoloog AZ Damiaan

PREVENTIE VAN DARMKANKER. Dr G Deboever gastroenteroloog-digestief oncoloog AZ Damiaan PREVENTIE VAN DARMKANKER Dr G Deboever gastroenteroloog-digestief oncoloog AZ Damiaan Wat is kanker? Ongecontroleerde woekering van abnormale cellen die alle omgevende organen aantasten en kunnen uitzaaien

Nadere informatie

Medische Publieksacademie

Medische Publieksacademie Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Dinsdag 20 januari 2015 Welkom! #mclmpa 1 Programma 19:30 Welkom door moderator Hans Willems, redacteur gezondheidszorg Leeuwarder

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom

Nederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Nederlandse samenvatting Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Retinoblastoom is een kwaadaardige oogtumor die ontstaat in het netvlies. Deze vorm van oogkanker is zeer zeldzaam

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Dia 1 STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 2005 (registratiejaar 2003)

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Preventie en vroegtijdige opsporing van darmkanker

Preventie en vroegtijdige opsporing van darmkanker Preventie en vroegtijdige opsporing van darmkanker Oncologisch centrum Preventie en vroegtijdige opsporing van darmkanker Inhoud Screening...4 Wie heeft een verhoogd risico?...5 Is dikkedarmkanker erfelijk?...5

Nadere informatie

4. MORTALITEIT IN BRUSSEL

4. MORTALITEIT IN BRUSSEL 1. Inleiding 4. MORTALITEIT IN BRUSSEL Aan de hand van het mortaliteitsonderzoek kan de evolutie van bepaalde aandoeningen over een lange periode worden afgebakend en kan de situatie in verschillende streken

Nadere informatie

Darmkanker opsporen? Poepsimpel!

Darmkanker opsporen? Poepsimpel! Darmkanker opsporen? Poepsimpel! Dokter Luc Colemont was enkele maanden geleden te gast bij LM Limburg om zijn missie uit te dragen. Want de missie van de liberale mutualiteit en de dokter is dezelfde.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/09/106 AANBEVELING NR 09/04 VAN 15 SEPTEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS BETREFFENDE

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Voeding, leefstijl en DARMKANKER DE BESTE ADVIEZEN UIT ONDERZOEK

Voeding, leefstijl en DARMKANKER DE BESTE ADVIEZEN UIT ONDERZOEK Voeding, leefstijl en DARMKANKER DE BESTE ADVIEZEN UIT ONDERZOEK OVER DARMKANKER Wat is darmkanker? Darmkanker kan op verschillende plekken in de darm ontstaan, maar meestal is dit de dikke darm. We hebben

Nadere informatie

Van darmpoliep tot darmkanker:

Van darmpoliep tot darmkanker: Endoscopische Opvolging na poliepen/carcinoom Wetenschappelijke studies beperkt: Richtlijnen voornamelijk gebaseerd op observaties. Sinds screeningsprogramma lopend: toenemend aantal gevorderde adenomen,

Nadere informatie

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn: Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Reeks 12: De eeuwige mens

Reeks 12: De eeuwige mens Reeks 12: De eeuwige mens Hoe proberen we darmkanker in de toekomst te voorkómen Rogier de Ridder MDL-arts, MUMC+ r.de.ridder@mumc.nl Introductie 1. Waarom bevolking onderzoek naar darmkanker 2. Hoe ontstaat

Nadere informatie

Tuberculose in Vlaanderen 2002

Tuberculose in Vlaanderen 2002 Tuberculose in Vlaanderen 2002 Inleiding Tuberculose is nog steeds een van de belangrijkste en meest frequent voorkomende geregistreerde infectieziektes. Exacte cijfers zijn pas te verkrijgen na grondige

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kanker van de dikkedarm en endeldarm (darmkanker of colorectaal carcinoom) is een zeer belangrijke doodsoorzaak in de westerse wereld. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 12.000

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding In veel landen is dikke-darmkanker een belangrijk volksgezondheidsprobleem; zo werden in 1997 ongeveer 8.500 nieuwe gevallen van dikke-darmkanker geconstateerd in Nederland en meer

Nadere informatie

Richtlijnen voor screening en follow-up bij Familiale Adenomateuze Polyposis (FAP)

Richtlijnen voor screening en follow-up bij Familiale Adenomateuze Polyposis (FAP) Richtlijnen voor screening en follow-up bij Familiale Adenomateuze Polyposis (FAP) 12/09/2007 Overzicht Patiënten met klassieke familiale adenomateuze polyposis (FAP) 1. Endoscopische follow-up na heelkunde

Nadere informatie

Minder kans op kanker

Minder kans op kanker Georgie Dom Minder kans op kanker Informatie & preventie 1 e druk, augustus 2012 Copyright 2012 Consumentenbond, Den Haag Auteursrechten op tekst, tabellen en illustraties voorbehouden Inlichtingen Consumentenbond

Nadere informatie

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Het gebruik van tabak

Het gebruik van tabak Het gebruik van tabak Lydia Gisle Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 53 E-mail : lydia.gisle@iph.fgov.be

Nadere informatie

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l. - 217 Auteurs: T. Lernout, M. Depypere, S. Patteet, K. Lagrou, D. Van Cauteren, B. Kabamba- Mukadi Hoofdpunten - In 217 werden

Nadere informatie

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden).

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden). 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Vlaams Indicatoren Project VIP² Vlaams Indicatoren Project VIP² Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject opgericht. Samen met

Nadere informatie

Vlaams bevolkingsonderzoek: + ifobt - St. Andriesziekenhuis Tielt

Vlaams bevolkingsonderzoek: + ifobt - St. Andriesziekenhuis Tielt Vlaams bevolkingsonderzoek: + ifobt - St. Andriesziekenhuis Tielt Dr. S. De Coninck Mede namens: Dr. J. Beyls Dr. C. Baertsoen E. Rysman Dienst interne gastro-entero 24/11/2015 Darmkanker = gezondheidsprobleem!

Nadere informatie

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling Forse daling sterfte Trends in sterfte en ziekenhuisopnamen Meer ziekenhuisopnamen Sterfte neemt af 12 Meer kankerpatiënten Meer nieuwe gevallen, minder sterfte Grootste sterfte door longkanker Sterke

Nadere informatie

Role of nutrition in carcinogenesis and cancer prevention. Prof. dr. ir. Ellen Kampman Wageningen Universiteit & Academisch Medisch Centrum Nijmegen

Role of nutrition in carcinogenesis and cancer prevention. Prof. dr. ir. Ellen Kampman Wageningen Universiteit & Academisch Medisch Centrum Nijmegen Role of nutrition in carcinogenesis and cancer prevention Prof. dr. ir. Ellen Kampman Wageningen Universiteit & Academisch Medisch Centrum Nijmegen Rol van voeding in de carcinogenese en kankerpreventie

Nadere informatie

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen Spreker Functie Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen Inhoud 1. De borst en borstkanker 2. Preventie en vroege opsporing 3. Bevolkingsonderzoek 4. Bevolkingsonderzoek Borstkanker 5. Deelnemen: stap

Nadere informatie

Borstkankerscreening

Borstkankerscreening Borstkankerscreening uit KCE reports vol.11a Voordelen en nadelen van de systematische screening Voordelen De ontwikkeling van borstkankerscreeningsprogramma s steunt op twee argumenten: o de behandeling

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale

Nadere informatie

Programma voor de opsporing van dikkedarmkanker

Programma voor de opsporing van dikkedarmkanker Programma voor de opsporing van dikkedarmkanker Prof Jean-Luc Van Laethem Hoofd van digestieve oncologie Erasmus ziekenhuis Dr. Jean-Benoît Burrion Hoofd van de dienst Preventie en Opsporing - Jules Bordet

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn

Nadere informatie

Mondgezondheidsrapport

Mondgezondheidsrapport Mondgezondheidsrapport sensibiliseringproject Glimlachen.be 2014 Effectevaluatie van een 4-jaar longitudinaal sensibiliseringproject in scholen in Vlaanderen Samenvatting J Vanobbergen Glimlachen - Souriez

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat problemen

Nadere informatie

Uitleg over de interpretatie van de grafiek : De resultaten worden weergegeven via een trechtertechniek (= Funnel plot).

Uitleg over de interpretatie van de grafiek : De resultaten worden weergegeven via een trechtertechniek (= Funnel plot). Het H.-Hartziekenhuis scoort bij het Vlaams Indicatoren Project! Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de

Nadere informatie

voeding en kanker van preventie naar overleving Prof. Ellen Kampman Wageningen Universiteit, UMC st Radboud Nijmegen

voeding en kanker van preventie naar overleving Prof. Ellen Kampman Wageningen Universiteit, UMC st Radboud Nijmegen voeding en kanker van preventie naar overleving Prof. Ellen Kampman Wageningen Universiteit, UMC st Radboud Nijmegen Inhoud Preventie van kanker Overleving van kanker Onderzoeker Consument Patiënt 3 4

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend zijn.

Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend zijn. WELOVERWOGEN BESLISSEN OF U EEN SCREENINGSMAMMOGRAFIE LAAT NEMEN. DE INFORMATIE IN DEZE FOLDER HELPT U DAARBIJ. 1. WAT IS BORSTKANKER? Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET

ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET Brussel, juli 2014 Volgens de nieuwe rookenquête van kent de elektronische sigaret geen doorbraak in België in 2014. Slechts 0,5% van de bevolking

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat

Nadere informatie

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Auteurs: De Gendt

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA

KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA AZ Klina legt hierbij de resultaten voor van de tweede kwaliteitsmeting van onze borstkankerzorg. Deze resultaten werden in januari 2015 meegedeeld door het Kankerregister

Nadere informatie

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus THEMA IV.3. Diabetes Mellitus Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a) en bovendien als hoofddiagnose

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997 7.1.1. Inleiding De huisarts vervult een essentiële rol binnen het geheel van de gezondheidszorg. Deze rol is bovendien in volle evolutie. Thema s zoals het globaal medisch dossier en de echelonnering

Nadere informatie

Darmkanker en het bevolkingsonderzoek (en klein stukje erfelijkheid)

Darmkanker en het bevolkingsonderzoek (en klein stukje erfelijkheid) Darmkanker en het bevolkingsonderzoek (en klein stukje erfelijkheid) Huisartsen nascholing en GIO-keten Marleen de Leest (MDL-arts), Arnhem, 28 mei 2013 Marcel Spanier (MDL-arts), Zevenaar, 11 juni 2013

Nadere informatie

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie

Nadere informatie

Ouderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving. Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens

Ouderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving. Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens Ouderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens Levensverwachting in jaren Nederlandse bevolking 2007 Leeftijd Mannen Vrouwen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker Maaike Fobelets Lore Pil Koen Putman Lieven Annemans 5 oktober 2015 1 Algemene principes

Nadere informatie

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100.

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100. TUBERCULOSE in België Dankzij de verplichte melding van alle gevallen van actieve tuberculose kunnen de VRGT (Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) en de FARES

Nadere informatie

belangrijke cijfers over darmkanker

belangrijke cijfers over darmkanker belangrijke cijfers over darmkanker Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van darmkanker, gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie darmkanker in Nederland Deze

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Geef borstkanker minder kans. Verklein het risico en laat u tijdig onderzoeken

Geef borstkanker minder kans. Verklein het risico en laat u tijdig onderzoeken Geef borstkanker minder kans Verklein het risico en laat u tijdig onderzoeken Deze brochure vertelt hoe u uw risico op borstkanker kan verkleinen en hoe u borstkanker vroegtijdig kan opsporen. De informatie

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

COLOSCOPIE EN PREVENTIE VAN DARMKANKER. Hoe kan darmkanker voorkomen worden? - Patiëntinformatie -

COLOSCOPIE EN PREVENTIE VAN DARMKANKER. Hoe kan darmkanker voorkomen worden? - Patiëntinformatie - COLOSCOPIE EN PREVENTIE VAN DARMKANKER Hoe kan darmkanker voorkomen worden? - Patiëntinformatie - Wat is darmkanker? Kanker van de darm (colorectale kanker) is de 3de meest voorkomende kanker bij mannen,

Nadere informatie

De sterftecijfers voor het jaar 2013 worden vandaag gepubliceerd.

De sterftecijfers voor het jaar 2013 worden vandaag gepubliceerd. Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 2005 (registratiejaar 2003) wordt de nieuwe statistiek van de doodsoorzaken jaarlijks op de website

Nadere informatie

Ziekte van von Hippel Lindau

Ziekte van von Hippel Lindau Ziekte van von Hippel Lindau Kenmerken De ziekte van von Hippel Lindau (VHL) is een zeldzame erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door goed- of kwaadaardige gezwellen (tumoren) op verschillende plaatsen

Nadere informatie

Darmkanker screening zin of onzin? Lisette Saveur, Verpleegkundig specialist MDL-oncologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam

Darmkanker screening zin of onzin? Lisette Saveur, Verpleegkundig specialist MDL-oncologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam Darmkanker screening zin of onzin? Lisette Saveur, Verpleegkundig specialist MDL-oncologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam Agenda Colorectaal carcinoom algemeen Voortraject darmkanker screening Bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

Screening van suikerziekte

Screening van suikerziekte Screening van suikerziekte Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 55 E-mail : edith.hesse@iph.fgov.be

Nadere informatie