Medische vignetten. r.m.w.hofstra, r.b.van der luijt en c.j.m.lips

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Medische vignetten. r.m.w.hofstra, r.b.van der luijt en c.j.m.lips"

Transcriptie

1 13 Koeleman BP, Reitsma PH, Allaart CF, Bertina RM. Activated protein C resistance as an additional risk factor for thrombosis in protein C-deficient families. Blood 1994;84: Lensen RP, Rosendaal FR, Koster T, Allaart CF, Ronde H de, Vandenbroucke JP, et al. Apparent different thrombotic tendency in patients with factor V Leiden and protein C deficiency due to selection of patients. Blood 1996;88: Lensen R, Bertina RM, Vandenbroucke JP, Rosendaal FR. High factor VIII levels contribute to the thrombotic risk in families with factor V Leiden. Br J Haematol 2001;114: Bloemenkamp KWM, Helmerhorst FM, Rosendaal FR, Vandenbroucke JP. Venous thrombosis, oral contraceptives and high factor VIII levels. Thromb Haemost 1999;82: Visser MC de, Rosendaal FR, Bertina RM. A reduced sensitivity for activated protein C in the absence of factor V Leiden increases the risk of venous thrombosis. Blood 1999;93: Kamphuisen PW, Lensen R, Houwing-Duistermaat JJ, Eikenboom JCJ, Harvey M, Bertina RM, et al. Heritability of elevated factor VIII antigen levels in factor V Leiden families with thrombophilia. Br J Haematol 2000;109: Schambeck CM, Hinney K, Haubitz I, Taleghani BM, Wahler D, Keller F. Familial clustering of high factor VIII levels in patients with venous thromboembolism. Arterioscler Thromb Vasc Biol 2001; 21: Mansvelt EPG, Laffan M, McVey JH, Tuddenham EGD. Analysis of the F8 gene in individuals with high plasma factor VIII:C levels and associated venous thrombosis. Thromb Haemost 1998;80: Ørstavik KH, Magnus P, Reisner H, Berg K, Graham JB, Nance W. Factor VIII and factor IX in a twin population. Evidence for a major effect of ABO locus on factor VIII level. Am J Hum Genet 1985;37: Vlot AJ, Mauser-Bunschoten EP, Zarkova AG, Haan E, Kruitwagen CLJJ, Sixma JJ, et al. The half-life of infused factor VIII is shorter in hemophiliac patients with blood group O than in those with blood group A. Thromb Haemost 2000;83: Folsom AR, Rosamond WD, Shahar E, Cooper LS, Aleksic N, Nieto FJ, et al. Prospective study of markers of hemostatic function with risk of ischemic stroke. The Atherosclerosis Risk in Communities (ARIC) Study Investigators. Circulation 1999;100: Kopitsky RG, Switzer ME, Williams RS, McKee PA. The basis for the increase in factor VIII procoagulant activity during exercise. Thromb Haemost 1983;49: Kaufmann JE, Oksche A, Wolheim CB, Gunther G, Rosenthal W, Vischer UM. Vasopressin-induced von Willebrand factor secretion from endothelial cells involve V2 receptors and camp. J Clin Invest 2000;106: Thompson SG, Duckert F, Haverkate F, Thomson JM. The measurement of haemostatic factors in 16 European laboratories: quality assessment for the Multicentre ECAT Angina Pectoris Study. Report from the European Concerted Action on Thrombosis and Disabilities (ECAT). Thromb Haemost 1989;61: Aanvaard op 24 september 2001 Medische vignetten Van gen naar ziekte; van het RET-gen naar type 2A en 2B, sporadisch en familiair, ziekte van Hirschsprung en papillair r.m.w.hofstra, r.b.van der luijt en c.j.m.lips de ziekten Medullair. Ongeveer 75% van alle gevallen van betreft de sporadische, dat wil zeggen niet-erfelijke vorm. De resterende 25% is wel erfelijk. De meerderheid van de erfelijke e schildkliercarcinomen maakt deel uit van de kankersyndromen (MEN) type 2A en type 2B. Deze syndromen worden gekarakteriseerd door tumoren, goed- of kwaadaardig, in diverse klieren. MEN2A wordt gekarakteriseerd door het vóórkomen van bij vrijwel alle patiënten, feochromocytoom bij ongeveer de helft van de patiënten en hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren bij ongeveer 10%. MEN2B kenmerkt zich eveneens door het optreden van en feochromocytoom, Rijksuniversiteit, Disciplinegroep Medische Genetica, Groningen. Dr.R.M.W.Hofstra, moleculair geneticus. Universitair Medisch Centrum, Postbus , 3508 GA Utrecht. Divisie Medische Genetica: dr.r.b.van der Luijt, moleculair geneticus. Divisie Interne Geneeskunde en Endocrinologie: prof.dr.c.j.m.lips, internist-endocrinoloog. Correspondentieadres: prof.dr.c.j.m.lips (c.j.m.lips@digd.azu.nl). Zie ook het artikel op bl maar hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren komen zelden voor. Tevens zijn er ganglioneuromen in het maag-darmkanaal aanwezig, meestal al zichtbaar op de tong en op het wangslijmvlies. Vaak bestaat er een megacolon, waardoor hardnekkige obstipatie reeds op jonge leeftijd een ernstige klacht kan zijn. Uiterlijk kenmerkend voor MEN2B is de gelaatsuitdrukking, waarbij verdikking van de lippen en ptosis van de bovenste oogleden opvallen. MEN2B-patiënten kunnen een habitus hebben die gelijkenis vertoont met die van patiënten met het Marfan-syndroom, maar kunnen bovendien holvoeten, een versterkte kyfose en proximale spierzwakte van de extremiteiten hebben. In sommige families komt alleen familiair voor en is het ziektebeloop gunstig in vergelijking met dat bij MEN2A of MEN2B. In dergelijke families wordt bij een percentueel klein aantal patiënten met of MEN2A tevens de ziekte van Hirschsprung aangetroffen. 1 Elders in dit tijdschrift wordt nader ingegaan op de Ned Tijdschr Geneeskd november;145(46) 2217

2 klinische aspecten van erfelijk. 2 Ziekte van Hirschsprung. De ziekte van Hirschsprung is een aangeboren aandoening die gekenmerkt wordt door afwezigheid van ganglia in het distale gedeelte van het maag-darmkanaal, dat wil zeggen het colon, sigmoïd of rectum. Het gevolg is ernstige obstipatie, die al gedurende de eerste weken van het leven ontstaat en waarbij een megacolon met een vernauwing van het distale segment aanwezig is. Papillair. Dit is de meest voorkomende vorm van (75% van alle schildkliertumoren) en heeft van alle vormen de beste prognose. Papillair ontstaat in de epitheliale cellen van de schildklierfollikels, terwijl in de parafolliculaire C- cellen ontstaat. Personen die blootgesteld werden aan ioniserende straling (zoals bij de ramp in Tsjernobyl) hebben een verhoogde kans om papillair te krijgen. mrna inactiverend mutaties activerend eiwit exon ziekte van Hirschprung type 2A familiair type 2A of familiair, en ziekte van Hirschprung type 2B sporadisch chromosoom 10 RET-gen basenparen (20 exonen) codon NH 3 + COO signaalpeptide transmembraandomein cadherineachtig domein cysteïnerijk domein tyrosinekinasedomein celmembraan tyrosinekinasedomein 20 kiembaanmutaties somatische mutaties het gen Zowel MEN2A, MEN2B, familiair als de ziekte van Hirschsprung wordt veroorzaakt door kiembaanmutaties in het RET-protooncogen (figuur 1). Het RET-gen werd in 1985 geïdentificeerd en is gelegen op chromosoom 10, vlakbij het centromeer (10q11.2). Het gen is ongeveer basenfiguur 1. Overzicht van mutaties in het RET-proto-oncogen en de hiermee geassocieerde ziektebeelden. De structuur van het RET- messenger -RNA en het RET-eiwit is schematisch weergegeven. Per ziektebeeld zijn de verantwoordelijke mutaties en hun ligging ten opzichte van de exonen en de functionele domeinen weergegeven. De meest voorkomende RET-mutaties zijn in rood afgebeeld. Bij type 2 (MEN2A), familiair (FMTC), FMTC of MEN2A in combinatie met ziekte van Hirschsprung, MEN2B en sporadisch zijn specifieke codons van het cysteïnerijke domein of het tyrosinekinasedomein gemuteerd. Dit in tegenstelling tot de ziekte van Hirschsprung, waarbij de mutaties verspreid liggen over vrijwel het gehele RET-gen Ned Tijdschr Geneeskd november;145(46)

3 paren groot en bevat 20 exonen; het laatste exon kent drie verschillende (splice)vormen. Het RET-gen codeert voor een eiwit, RET (figuur 2), dat door de celmembraan heen steekt en fungeert als een receptor voor verschillende boodschappermoleculen (zogenaamde liganden ). Na binding van een ligand met een coreceptor vindt dimerisatie van twee RET-moleculen plaats, gevolgd door fosforylering van intracellulaire substraatmoleculen en daardoor een veranderde celactiviteit. De relatie tussen mutaties in het RET-gen en het MEN2A-syndroom werd in 1993 ontdekt. 45 Bij MEN2A worden (vrijwel) alle kiembaanmutaties gevonden in de RET-exonen 10 en 11 en deze resulteren op eiwitniveau in het vervangen van een cysteïneaminozuur door een ander aminozuur. Door een dergelijke mutatie van het RET-proto-oncogen vinden dimerisatie en activatie van het RET-eiwit plaats zonder dat hier een ligand voor nodig is (zie figuur 2). Van alle MEN2B-mutaties wordt 95% gevonden in exon 16 van het RET-gen, op eiwitniveau resulterend in de substitutie van een methionineaminozuur door een threonine. 6 Door deze mutatie vindt er zonder interactie met een ligand of dimerisatie een intensieve fosforylering van het intracellulaire tyrosinekinasegedeelte plaats. In de families met alleen familiair worden dezelfde mutaties gevonden als in MEN2A, maar ook mutaties in de exonen 13, 14 en 15. Al deze mutaties hebben een specifieke lokalisatie in het gen en resulteren in het (constant) activeren van het mutante RET-eiwit zonder dat hiervoor binding van een ligand is vereist (voor een recent overzicht zie Hansford en Mulligan) 3. In 40% van de gevallen van sporadisch worden somatische mutaties van het RET-gen gevonden. Bij ongeveer 30% van de gevallen van papillair wordt tumorspecifieke, somatische herrangschikking van het RET-gen aangetroffen, resulterend in de vorming van een zogenoemd chimaera-gen. Hierbij wordt het RET-gen als het ware gefuseerd met een ander gen, hetgeen leidt tot stimulatie van de fosforyleringsactiviteit. Bij de ziekte van Hirschsprung zijn, in tegenstelling tot bij MEN2A, MEN2B en familiair, de mutaties niet specifiek gelokaliseerd: ze worden gevonden in alle exonen van het RET-gen en kunnen verschillend van aard zijn: truncerende mutaties, missense -mutaties, deleties et cetera (zie figuur 1). De mutaties bij de ziekte van Hirschsprung zorgen voor een verminderde of afwezige functie van het mutante RET-eiwit. RET-mutaties worden aangetoond in ongeveer 40% van de families met de ziekte van Hirschsprung en in 10% van de sporadische gevallen. 7 In tegenstelling tot de MEN2-syndromen en het familiair is de ziekte van Hirschsprung genetisch heterogeen: behalve mutaties in het RET-gen kunnen hierbij ook mutaties in andere genen aangetoond worden. 8 Bij de ziekte van Hirschsprung is er waarschijnlijk tevens polygene overerving: 9 de ziekte coreceptor a Cys634Arg b RETeiwit ligand continu groeisignaal tumorvorming Met918Thr figuur 2. Model voor de werking van het normale (a) en het bij (MEN) type 2 gemuteerde RET-eiwitcomplex (b en c). In de afwezigheid van een ligand komt zowel het RET-eiwit (= tyrosinekinasereceptor) als de coreceptor in de niet-gedimeriseerde vorm voor. Er vindt geen activatie van het RET-eiwit en de tyrosinekinasesignaaltransductieroute plaats. Indien een ligand beschikbaar is, gaat deze een interactie aan met de coreceptor. Vervolgens gaat de coreceptor tevens een interactie aan met het RET-eiwit. Achtereenvolgens vinden dimerisatie en autofosforylatie van het RETeiwit plaats, waarna de tyrosinekinasesignaaltransductieroute geactiveerd wordt en er uiteindelijk (normale) celdeling optreedt. Specifieke mutaties kunnen leiden tot voortdurende autofosforylering en activatie van de tyrosinekinasesignaaltransductieroute. De verstoorde regulatie van de celdeling leidt uiteindelijk tot het ontstaan van tumoren in de schildklier en de bijnieren. De cellulaire processen die stroomafwaarts in het RET-traject liggen en uiteindelijk leiden tot celtransformatie en tumorvorming zijn overigens nog niet volledig opgehelderd. 3 Andere specifieke mutaties, zoals Met918Thr, gelegen in het intracellulaire tyrosinekinasedomein van het RET-eiwit, veroorzaken autofosforylering en activatie van de tyrosinekinasesignaaltransductieroute zonder dat dimerisatie van RET behoeft op te treden. De door deze mutatie (M) veranderde specificiteit van het tyrosinekinase leidt tot tumorvorming. kan het gevolg zijn van een combinatie van mutaties in verschillende genen (waaronder RET). het eiwit Zoals eerder vermeld, codeert het RET-gen voor een tyrosinekinasereceptor (zie figuur 2). Tyrosinekinasereceptoren zijn membraangebonden eiwitten die geactiveerd worden door binding van specifieke liganden. c signaal continu groeisignaal tumorvorming Ned Tijdschr Geneeskd november;145(46) 2219

4 Door de activatie van het tyrosinekinase treedt autofosforylatie van de receptor op, gevolgd door tyrosinefosforylering van andere (membraan)eiwitten. Het RET-receptoreiwit wordt geactiveerd doordat een eiwitcomplex wordt gevormd, bestaande uit het RET-eiwit, een oplosbaar ligand en een membraangebonden coreceptor. Er zijn inmiddels vier liganden en evenzoveel coreceptoren bekend die met RET in een multi-eiwitcomplex kunnen voorkomen. De liganden zijn leden van de glial cell-line-derived neurotrophic factor (GDNF)-familie van neurotrofe peptiden, te weten GDNF, neurturine, persefine en artemine. De coreceptoren behoren tot de GDNF-receptor-α(GFRα)- eiwitfamilie, bestaande uit GFRα-1 tot en met GFRα-4. Het RET-eiwit is de constante factor in de verschillende eiwitcomplexen. 3 Vorming van het multi-eiwitcomplex gaat gepaard met dimerisatie en autofosforylatie van het RET-eiwit, waarna de tyrosinekinasesignaaltransductieroute geactiveerd wordt, en uiteindelijk differentiatie, migratie of celdeling plaatsvindt. de cel Het RET-eiwit wordt gemaakt in specifieke cellen, alle behorende tot de zogenaamde neurale lijst. Uit bepaalde neurale-lijstcellen ontwikkelen zich onder meer de intramurale ganglia, het bijniermerg en de C-cellen van de schildklier. In deze cellen worden hoge concentraties van het RET-eiwit aangetroffen. Ook muizen waarin het Ret-gen (het muizenhomoloog van het humane RET) is uitgeschakeld, laten zien dat dit gen een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van de neurale lijst en specifiek in de migratie van ganglioncellen naar de nieren en het uiteinde van de dikke darm. Er is dus een duidelijke correlatie tussen het expressiepatroon van het RET-gen enerzijds en anderzijds de organen waar ontwikkelingsstoornissen (de ziekte van Hirschsprung) of tumorvorming (MEN2 en familiair ) optreden ten gevolge van RET-mutaties. de populatie In Nederland zijn ongeveer 40 families bekend met MEN2A of familiair, waarbij een kiembaanmutatie in het RET-gen is aangetoond. Voor MEN2B bedraagt dit aantal momenteel 10. Bij 25 patiënten met de ziekte van Hirschsprung zijn RET-kiembaanmutaties gevonden. De kans op een kind met de ziekte van Hirschsprung is ongeveer 1 op Ouderparen die eerder een kind met de ziekte van Hirschsprung kregen, hebben een herhalingskans op het krijgen van een kind met de ziekte van Hirschsprung die ligt tussen de 0,6 en 18%. Deze kans wordt geschat op grond van empirische gegevens, die afhankelijk blijken van het geslacht van het aangedane kind en de lengte van het aganglionaire darmsegment. 8 diagnostiek en therapie Aan gerelateerde ziektebeelden. Klinische verschijnselen van de MEN2-syndromen kunnen door middel van biochemisch onderzoek tabel 1. Aanbevolen periodiek klinisch onderzoek bij dragers van een RET-mutatie specifiek voor (MEN) type 2, afhankelijk van de specifieke DNA-mutatie in de familie vooraf en na totale jaarlijks de plasmacalcitoninespiegel thyreoïdectomie feochromocytoom codons:* 634, 918 vanaf 5e levensjaar jaarlijks de metane frineconcentratie in 24-uursurine 609, 768, 804, vanaf 10e levensjaar elke 2 jaar de (nor)- 891 metanefrineconcentratie in 24-uursurine hyperpararathyreoïdie codons:* 634 jaarlijks de serumconcentraties calcium, fluoride en fosfaat 609, 611, 618, vanaf 10e levensjaar elke 2 jaar de 620, 790, 791 serumconcentraties calcium, fluoride en fosfaat *De nummers hebben betrekking op het gemuteerde codon van het RET-gen; dit komt overeen met het gemuteerde aminozuur van het RET-eiwit. Bij mutaties in de codons 768, 804 en 891 komt zelden hyperparathyreoïdie voor en bij mutaties in de codons 883, 918 en 922 is hyperparathyreoïdie geen onderdeel van het ziektebeeld; onderzoek is alleen geïndiceerd bij klachten. tabel 2. Indicaties voor presymptomatische thyreoïdectomie bij (MEN) type 2 of familiair, afhankelijk van de specifieke DNA-mutatie in het RET-gen maligniteits- gemuteerd tijdstip graad* RET-codon 1 918, 883, 922 bij voorkeur vroeg in het 1e levensjaar 2 634, 611, 618, 620, 891 vóór het 6e levensjaar 3 609, 768, 790, 791, 804 na abnormale C-celstimulatietestuitslag (verhoogde plasmacalcitoninespiegel) *De maligniteitsgraad is gerelateerd aan de oncogene eigenschappen van de specifieke RET-mutatie. reeds in een vroeg stadium worden vastgesteld: C-celhyperplasie, het voorloperstadium van, kan aangetoond worden door middel van de bepaling van in bloed circulerend calcitonine (pentagastrine- of calciumstimulatietest), een eiwithormoon dat specifiek door de C-cellen wordt geproduceerd. Feochromocytoom kan worden gediagnosticeerd met de bepaling van catecholaminen in het bloed of de urine en in beeld worden gebracht met MRI. Problemen bij deze tests vormen de belasting voor de patiënt, alsmede fout-positieve en -negatieve uitslagen. Totale thyreoïdectomie is de belangrijkste behandeling bij MEN Ned Tijdschr Geneeskd november;145(46)

5 Dra(a)g(st)ers van een MEN2-specifieke RET-mutatie kunnen een keuze maken tussen periodieke (halfjaarlijkse) intensieve biochemische screening of profylactische thyreoïdectomie. De standaardbehandeling van feochromocytoom is adrenalectomie. Het beleid ten aanzien van periodiek klinisch onderzoek en operatieve therapie bij bewezen gendra(a)g(st)erschap is sterk afhankelijk van de specifieke mutatie in het RET-gen (tabel 1 en 2). De kans op het krijgen van bij dragers van RET-kiembaanmutaties bedraagt vrijwel 100%. 10 DNA-diagnostiek voor MEN2A, MEN2B en familiair wordt in Nederland verricht te Utrecht (Divisie Medische Genetica van het Universitair Medisch Centrum). Het mutatieonderzoek bij MEN2A en familiair bestaat uit een directe bepaling van de basenvolgorde ( sequencing ) van de RET-exonen 10, 11, 13, 14 en 15, terwijl bij MEN2B de exonen 13 tot en met 16 worden onderzocht. Bij al de nu onderzochte Nederlandse MEN2A-families is een mutatie in het RET-gen aangetoond, terwijl de recente uitbreiding van het RETonderzoek geleid heeft tot een verdere toename van het aantal families met mutatiepositieve MEN2B en familiair. Bij 30-40% van de patiënten met sporadisch kan een erfelijke aanleg worden uitgesloten door middel van het aantonen van een somatische (verworven) RET-mutatie in tumormateriaal (M918T of A883F: een mutatie waardoor het 918e aminozuur in het eiwit niet methionine is, maar threonine, of waardoor op de 883e plaats alanine is vervangen door fenylalanine). In tabel 3 zijn de criteria voor DNA-diagnostiek bij weergegeven. De ziekte van Hirschsprung. De klinische diagnose wordt bepaald met behulp van röntgenonderzoek, anorectale manometrie en pathologisch onderzoek van een zuigbiopt van het rectumslijmvlies. Diagnostiek voor de ziekte van Hirschsprung op DNA-niveau wordt in tabel 3. Personen met een indicatie voor DNA-onderzoek* naar (MEN) type 2 of familiair patiënten met klinisch aangetoond MEN2-syndroom, dat wil zeggen bilateraal of feochromocytoom patiënten met of feochromocytoom en een familielid met of feochromocytoom eerstegraadsfamilieleden van een drager van een MEN2-specifieke kiembaanmutatie in het RET-gen eerstegraadsfamilieleden van een patiënt met bilateraal patiënten met schijnbaar sporadisch en verhoogd risico voor MEN2, dat wil zeggen: jonger dan 35 jaar en/of met bilateraal en/of met en feochromocytoom *Mutatieanalyse van RET-gen. Groningen uitgevoerd. Deze bestaat uit het zoeken naar mutaties in alle exonen van het RET-gen. Naast de families met de ziekte van Hirschsprung zijn er ook families met MEN2A of familiair bekend waarin patiënten voorkomen die zowel de ziekte van Hirschsprung als hebben. Bij dergelijke families/patiënten worden specifieke RET-mutaties gevonden, alle gelegen in exon 10 (codon 609, 618 en 620). Wij denken dat deze specifieke mutaties beide ziektebeelden kunnen verklaren. Complicatie hierbij is dat er ook patiënten met de ziekte van Hirschsprung zijn met dergelijke mutaties die (nog) geen MEN2 hebben ontwikkeld of die geen familiehistorie van MEN2 hebben. De algemene gedachte is dat deze patiënten een met MEN2-patiënten vergelijkbaar risico hebben op het krijgen van MEN2-gerelateerde tumoren. 1 abstract From gene to disease: from the RET gene to multiple endocrine neoplasia types 2A and 2B, sporadic and familial medullary thyroid carcinoma, Hirschsprung disease and papillary thyroid carcinoma. The RET gene encodes a receptor tyrosine kinase involved in normal and neoplastic development of neural crest cell lineages. Activating RET mutations are present in patients with multiple endocrine neoplasia types 2A and 2B (MEN2A, 2B) and in familial medullary thyroid carcinoma (FMTC) patients, whereas inactivating RET mutations are found in patients with Hirschsprung (HSCR) disease. In particular for MEN2A and FMTC, the clinical management largely depends on the specific mutation found. literatuur 1 Sijmons RH, Hofstra RMW, Wijburg FA, Links TP, Zwierstra RP, Vermey A, et al. Oncological implications of RET gene mutations in Hirschsprung s disease. Gut 1998;43: Jansen M, Jansen-Schillhorn van Veen JM, Vroom ThM, Vroonhoven ThJMV van, Lips CJM. Een knobbeltje in de hals: 4 patiënten met een. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145: Hansford JR, Mulligan LM. Multiple endocrine neoplasia type 2 and RET: from neoplasia to neurogenesis. J Med Genet 2000;37: Mulligan LM, Kwok JB, Healey CS, Elsdon MJ, Eng C, Gardner E, et al. Germ-line mutations of the RET proto-oncogene in multiple endocrine neoplasia type 2A. Nature 1993;363: Donis-Keller H, Dou S, Chi D, Carlson KM, Toshima K, Lairmore TC, et al. Mutations in the RET proto-oncogene are associated with MEN 2A and FMTC. Hum Mol Genet 1993;2: Hofstra RM, Landsvater RM, Ceccherini I, Stulp RP, Stelwagen T, Luo Y, et al. A mutation in the RET proto-oncogene associated with multiple endocrine neoplasia type 2B and sporadic medullary thyroid carcinoma. Nature 1994;367: Hofstra RMW, Wu Y, Stulp RP, Elfferich P, Osinga J, Maas SM, et al. RET and GDNF gene scanning in Hirschsprung patients using two dual denaturing gel systems. Hum Mutat 2000;15: Maas SM, Brooks AS, Hennekam RCM, Heydendael VMR, Wijburg FA, Hofstra RMW. Genen en genetica bij de ziekte van Hirschsprung. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143: Bolk S, Pelet A, Hofstra RMW, Angrist M, Salomon R, Croaker D, et al. A human model for multigenic inheritance. Proc Natl Acad Sci USA 2000;97: Lips CJM, Landsvater RM, Höppener JWM, Geerdink RA, Blijham GH, Jansen-Schillhorn van Veen JM, et al. Clinical screening as compared with DNA analysis in families with multiple endocrine neoplasia type 2A. N Engl J Med 1994;331: Aanvaard op 24 april 2001 Ned Tijdschr Geneeskd november;145(46) 2221

22. Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2)

22. Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2) 22. Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het RET-proto-oncogen Er zijn drie subtypen beschreven: MEN2A, MEN2B en Familiair

Nadere informatie

Genen en genetica bij de ziekte van Hirschsprung

Genen en genetica bij de ziekte van Hirschsprung abstract Clinical investigators and the pharmaceutical industry. The diminished financial support by the government of clinical investigation has led to clinical units that depend for their infrastructure

Nadere informatie

Hoge concentratie van stollingsfactor VIII als risicofactor voor trombose

Hoge concentratie van stollingsfactor VIII als risicofactor voor trombose 13 Eder JP, Clark JW, Supko JG, Shulman LN, Garcia-Carbonero R, Roper K, et al. Recombinant human endostatin demonstrates safety, linear pharmacokinetics and biological effects on tumor growth factors.

Nadere informatie

PALB2 en het risico op borstkanker

PALB2 en het risico op borstkanker PALB2 en het risico op borstkanker Deze informatie is tot stand gekomen met hulp van de werkgroep Oncogenetica (WKO) van de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) Maart 2018 Inleiding Met betrekking

Nadere informatie

Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van

Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van Hirschsprung (ook wel afgekort als HSCR). HSCR is een aangeboren afwijking gekenmerkt door de afwezigheid

Nadere informatie

5.2.1.3 Restrisico na laboratoriumtesten (tekst 2008, update in 2014)

5.2.1.3 Restrisico na laboratoriumtesten (tekst 2008, update in 2014) 53 54 55 56 57 58 59 530 53 53 533 534 535 536 537 538 539 540 54 54 543 544 545 546 547 548 549 550 55 55 553 554 555 556 557 558 559 560 56 56 563 564 565 566 567 568 569 570 57 57 573 574 575 5...3

Nadere informatie

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) 21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het MEN1-gen Combinatie van hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren, neuroendocriene

Nadere informatie

The RET gene and its associated diseases Hofstra, Robert Martinus Wouter

The RET gene and its associated diseases Hofstra, Robert Martinus Wouter The RET gene and its associated diseases Hofstra, Robert Martinus Wouter IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Genetic Counseling en Kanker

Genetic Counseling en Kanker Genetic Counseling en Kanker (erfelijke en familiaire kanker in de praktijk) dr Rolf Sijmons, klinisch geneticus afdeling Genetica UMC Groningen (Theoretische en) Practische aspecten Erfelijke Kanker Counseling

Nadere informatie

Eind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU

Eind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU Eind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU Darmkanker in de familie? familie anamnese negatief: 85% -sporadische vorm- familie anamnese positief:

Nadere informatie

Robert Hofstra Afdeling Genetica, UMCG. Erfelijkheidsonderzoek bij Lynch syndroom: wat zijn de klinische consequenties?

Robert Hofstra Afdeling Genetica, UMCG. Erfelijkheidsonderzoek bij Lynch syndroom: wat zijn de klinische consequenties? Robert Hofstra Afdeling Genetica, UMCG Erfelijkheidsonderzoek bij Lynch syndroom: wat zijn de klinische consequenties? Lynch syndroom of Hereditair Non-Polyposis Colorectaal Carcinoom (HNPCC) Bewezen Lynch

Nadere informatie

Familiair Melanoom. Genetische predispositie melanoom: wanneer indicatie voor erfelijkheidsonderzoek en consequenties voor de behandeling en follow up

Familiair Melanoom. Genetische predispositie melanoom: wanneer indicatie voor erfelijkheidsonderzoek en consequenties voor de behandeling en follow up Familiair Melanoom Genetische predispositie melanoom: wanneer indicatie voor erfelijkheidsonderzoek en consequenties voor de behandeling en follow up Remco van Doorn Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dikkedarmkanker is na longkanker de meest voorkomende doodsoorzaak ten gevolge van kanker in de westerse wereld. Dikkedarmkanker manifesteert zich na een accumulatie van verscheidene genetische veranderingen.

Nadere informatie

Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra

Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra Medische Publieksacademie UMCG Thema: Dikkedarmkanker Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra (moleculair geneticus). Dikkedarmkanker is één van de meest voorkomende

Nadere informatie

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek? Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud

Nadere informatie

Wanneer NET aan MEN doet denken

Wanneer NET aan MEN doet denken Wanneer NET aan MEN doet denken Prof. Dr. Bruno Lapauw Dienst Endocrinologie UZ Gent NET & MEN Infodag, 29 november 2015 Gent 1 Inhoud Wat is MEN? Wanneer aan MEN denken? Andere genetische syndromen bij

Nadere informatie

De rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom

De rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom De rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom Marjolijn Ligtenberg Laboratorium specialist klinische genetica Klinisch moleculair bioloog in de Pathologie VAP dag 28-3-2017

Nadere informatie

Pharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie

Pharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie Pharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie Winand Dinjens Afdeling Pathologie Josephine Nefkens Instituut Erasmus MC, Rotterdam w.dinjens@erasmusmc.nl Werkgroep Moleculaire

Nadere informatie

Molecular analysis and biological implications of STAT3 signal transduction Schuringa, Jan Jacob

Molecular analysis and biological implications of STAT3 signal transduction Schuringa, Jan Jacob University of Groningen Molecular analysis and biological implications of STAT3 signal transduction Schuringa, Jan Jacob IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

Samenvatting van de richtlijn erfelijke darmkanker, revisie

Samenvatting van de richtlijn erfelijke darmkanker, revisie Samenvatting van de richtlijn erfelijke darmkanker, revisie WKO 3 sept Uitgangspunt richtlijn Welke aanbevelingen over genetische counseling en diagnostiek, preventie, surveillance, behandeling voor mensen

Nadere informatie

M.J.A. Alleman, MDL arts 22 december 2009

M.J.A. Alleman, MDL arts 22 december 2009 M.J.A. Alleman, MDL arts 22 december 2009 1 3 1 4 5 2 Risico ColoRectaalCarcinoom 6 7 3 Terminologie Syndroom van Lynch (HNPCC) Vermoedelijk syndroom van Lynch Familiaire darmkanker Sporadische darmkanker

Nadere informatie

Genetica van hemochromatose

Genetica van hemochromatose Genetica van hemochromatose 28-11-2015 Prof.Dr. M.H. Breuning, klinisch geneticus M.H.Breuning@lumc.nl Wat is ijzer? Twee oxidatietoestanden: Fe 2+ Fe 3+ (divalent) (trivalent) IJzer is noodzakelijk voor

Nadere informatie

5.2Diagnostiek Laboratoriumonderzoek Diagnostische tests Diagnostische tests (tekst 2008, update in 2014)

5.2Diagnostiek Laboratoriumonderzoek Diagnostische tests Diagnostische tests (tekst 2008, update in 2014) 1219 1220 1221 1222 1223 1224 1225 1226 1227 1228 1229 1230 1231 1232 1233 1234 1235 1236 1237 1238 1239 1240 1241 1242 1243 1244 1245 1246 1247 1248 1249 1250 1251 1252 1253 1254 1255 1256 1257 1258 1259

Nadere informatie

Kenmerken Overervingspatroon: Autosomaal dominant, penetrantie vrijwel 100%

Kenmerken Overervingspatroon: Autosomaal dominant, penetrantie vrijwel 100% 6. PTEN Hamartoom Tumor Syndroom (PHTS) Voorheen Cowden syndroom en Bannayan-Riley-Ruvalcaba syndroom (BRRS) Richtlijn 2015 Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het PTEN-gen Daarnaast

Nadere informatie

Wanneer is dementie erfelijk? Dr. Harro Seelaar Neuroloog-in-opleiding & arts onderzoeker Alzheimercentrum Erasmus MC 14 april 2018

Wanneer is dementie erfelijk? Dr. Harro Seelaar Neuroloog-in-opleiding & arts onderzoeker Alzheimercentrum Erasmus MC 14 april 2018 Wanneer is dementie erfelijk? Dr. Harro Seelaar Neuroloog-in-opleiding & arts onderzoeker Alzheimercentrum Erasmus MC 14 april 2018 Opbouw presentatie Wat is dementie Wat is DNA Wat is erfelijkheid Erfelijkheid

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING X-gebonden creatine transporter deficiëntie. Creatine is een natuurlijke stof die vooral in de spieren zit. De stof heeft een belangrijke rol in de energiehuishouding van de cel. Creatine

Nadere informatie

Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld

Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld Wat is FAP? Familiaire adenomateuze polyposis (FAP) is een erfelijke ziekte die zich kenmerkt door het ontstaan van honderden poliepen

Nadere informatie

(MAP) Informatie over het ziektebeeld

(MAP) Informatie over het ziektebeeld MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP) Informatie over het ziektebeeld Wat is MAP? Polyposis coli is een erfelijke aandoening die wordt D gekenmerkt door de ontwikkeling van poliepen in de dikke darm. De

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Burzynski, G. M. (2006). Hirschsprung disease - genetics and development. s.n.

Citation for published version (APA): Burzynski, G. M. (2006). Hirschsprung disease - genetics and development. s.n. University of Groningen Hirschsprung disease - genetics and development Burzynski, Grzegorz Maciej IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Genetische testen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.

Genetische testen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Genetische testen Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Inzicht krijgen in genetische testen en testresultaten Inhoud Wat is genetisch testen? Klinische toepassingen

Nadere informatie

Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld

Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld Wat is FAP? Familiaire adenomateuze polyposis (FAP) is een erfelijke ziekte die zich kenmerkt door het ontstaan van honderden poliepen

Nadere informatie

Chapter 10. Nederlandse samenvatting

Chapter 10. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Hereditair Nonpolyposis Colorectaal Carcinoom, afgekort als (HNPCC), ook wel Lynch syndroom genoemd, is een autosomaal dominante erfelijke aandoening met een hoge penetrantie (80-85%),

Nadere informatie

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Het onstaan van chronische myeloide leukemie

Werkstuk Biologie Het onstaan van chronische myeloide leukemie Werkstuk Biologie Het onstaan van chronische myeloide leukemie Werkstuk door een scholier 1565 woorden 6 februari 2006 6,3 32 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding: Leukemie is een vorm van kanker, namelijk

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter 7.2

Samenvatting. Chapter 7.2 Samenvatting Chapter 7.2 Samenvatting In mijn proefschrift geef ik een overzicht van het Li-Fraumeni syndroom in Nederland, zowel klinisch als moleculair. Het belangrijkste doel van mijn studie was om

Nadere informatie

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen Moleculaire mechanismen De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen The Hallmarks of Cancer Hanahan and Weinberg, Cell 2000 Niet afhankelijk van groei signalen Apoptose ontwijken

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Kanker en Erfelijkheid

Kanker en Erfelijkheid Kanker en Erfelijkheid Em. Prof. dr. Joep Geraedts Gezondheidsuniversiteit Maastricht 3 december 2014 Borstkanker Kans op borstkanker afhankelijk van leeftijd waarop puberteit begint Jaarlijks bij ongeveer

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

Zorgpad MEN1 syndroom. Informatie voor patiënten

Zorgpad MEN1 syndroom. Informatie voor patiënten Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Dit Zorgpad MEN1 syndroom, informatie voor patiënten, is tot stand gekomen met medewerking van: Belangengroep M.E.N. drs. C.R.C. Pieterman, M. Aarts bestuur

Nadere informatie

Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind

Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind Duizenden grootvaders liepen rond met onbegrepen neurologische klachten totdat de Amerikaanse kinderarts Randi Hagerman een verband legde tussen de klachten

Nadere informatie

Workshop DNA-schade. Erfelijkheidsonderzoek bij borstkanker: met welk doel? Dr. Jan C. Oosterwijk klinisch geneticus, UMCGroningen

Workshop DNA-schade. Erfelijkheidsonderzoek bij borstkanker: met welk doel? Dr. Jan C. Oosterwijk klinisch geneticus, UMCGroningen Workshop DNA-schade Erfelijkheidsonderzoek bij borstkanker: met welk doel? Dr. Jan C. Oosterwijk klinisch geneticus, UMCGroningen Erfelijkheidsonderzoek ging over Down syndroom, Duchenne spierdystrofie,

Nadere informatie

Promotor: Prof. dr. E.J. Kuipers Prof. dr. E.W. Steyerberg. Co-promotors: Dr. W.N.M. Dinjes Dr. M.E. van Leerdam Dr. A. Wagner

Promotor: Prof. dr. E.J. Kuipers Prof. dr. E.W. Steyerberg. Co-promotors: Dr. W.N.M. Dinjes Dr. M.E. van Leerdam Dr. A. Wagner Samenvatting van het proefschrift Celine H.M. Leenen Diagnostic strategies for early Lynch syndrome detection Promotiedatum: 28 januari 2015 Universiteit: Erasmus Universiteit Rotterdam Promotor: Prof.

Nadere informatie

Oncogenetica. Divisie Medische Genetica. 11 februari Oncogenetica Genetische aspecten van kanker. Genetische aspecten van kanker

Oncogenetica. Divisie Medische Genetica. 11 februari Oncogenetica Genetische aspecten van kanker. Genetische aspecten van kanker 2 Oncogenetica Genetische aspecten van kanker en DNA-diagnostiek Oncogenetica Genetische aspecten van kanker en DNA-diagnostiek Onderwerpen:. Inleiding oncogenetica 2. Genetica van borstkanker 3. DNA-diagnostiek

Nadere informatie

Calcitonine en PCT als tumormerker

Calcitonine en PCT als tumormerker Calcitonine en PCT als tumormerker Marlies Oostendorp Symposium Genetische endocriene ziekten 2 SKML Sectie Endocrinologie 10 december 2014 PCT en calcitonine: fysiologie Calcitonine 32 aminozuren Productie

Nadere informatie

Van gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek

Van gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek Van gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek Anne Herkert, klinisch geneticus Jan Jongbloed, moleculair geneticus Landelijke dag erfelijke hartziekten 29 oktober 2016 Erfelijkheid

Nadere informatie

Zit t nou in de familie of in de genen?

Zit t nou in de familie of in de genen? Zit t nou in de familie of in de genen? klinisch genetische introductie 3 e congres werkgroep erfelijke borst- en eierstokkanker BVN Nieuwegein,18 april 2009 Dr. Jan C. Oosterwijk klinisch geneticus, UMCGroningen

Nadere informatie

Moleculaire Diagnostiek binnen een routine Pathologie Laboratorium

Moleculaire Diagnostiek binnen een routine Pathologie Laboratorium Moleculaire Diagnostiek binnen een routine Pathologie Laboratorium Winand N.M. Dinjens Laboratorium voor Moleculaire Diagnostiek Afdeling Pathologie Josephine Nefkens Instituut (JNI) Erasmus MC, Universitair

Nadere informatie

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

Chapter 6. Nederlandse samenvatting Chapter 6 Nederlandse samenvatting Chapter 6 122 Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Het immuunsysteem (of afweersysteem) beschermt het lichaam tegen lichaamsvreemde en ziekmakende organismen zoals

Nadere informatie

Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het

Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het 1 Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het kort 2 Cystic Fibrosis = CF = Taaislijmziekte Cystic

Nadere informatie

Signaaltransductie en celcyclus (COO 6)

Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 12 van Unit 1 van Campbell, 10 e druk versie 2014-2015 Communicatie 1. Hier zie je drie manieren waarop een

Nadere informatie

Multipele endocriene neoplasie type 1: recente ontwikkelingen en richtlijnen

Multipele endocriene neoplasie type 1: recente ontwikkelingen en richtlijnen Capita selecta Multipele endocriene neoplasie type 1: recente ontwikkelingen en richtlijnen voor DNA-diagnostiek en periodiek klinisch onderzoek k.m.a.dreijerink, j.f.m.roijers, r.b.van der luijt, j.w.m.höppener

Nadere informatie

Ziekte van von Hippel-Lindau Neurologische richtlijn hemangioblastoom Algemene informatie von Hippel-Lindau

Ziekte van von Hippel-Lindau Neurologische richtlijn hemangioblastoom Algemene informatie von Hippel-Lindau Disclaimer 1 januari 2015 De Richtlijnen van de afdeling Neurologie Erasmus MC zijn met zorg samengesteld op basis van de stand van de wetenschap ten tijde van het vaststellen van de Richtlijn. Deze Richtlijnen

Nadere informatie

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)

Nadere informatie

Signaaltransductie versie

Signaaltransductie versie Signaaltransductie versie 2015-2016 Vragen bij COO over hoofdstuk 16 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier weergegeven. Het is de

Nadere informatie

Chapter 10. Nederlandse samenvatting

Chapter 10. Nederlandse samenvatting Chapter 10 Nederlandse samenvatting Samenvatting Dunnevezelneuropathie (DVN) is een aandoening waarbij selectief of overwegend de dunne zenuwvezels (Aδ en C) zijn aangedaan. Het klinisch beeld wordt gekenmerkt

Nadere informatie

Kanker en genetisch testen

Kanker en genetisch testen Kanker en genetisch testen Dirk Jan Boerwinkel Freudenthal Instituut voor didactiek van wiskunde en natuurwetenschappen Nascholing Reizende DNA labs als voorbereiding voor het examen 4 november 2011 Definitie

Nadere informatie

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek Het lange QT-syndroom Het lange QT-syndroom (LQTS) is een erfelijke aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Hierdoor is er een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Het

Nadere informatie

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent

Nadere informatie

Samenvatting 95 SAMENVATTING

Samenvatting 95 SAMENVATTING Samenvatting Samenvatting 95 SAMENVATTING Tijdens de ontwikkeling en groei van een solide tumor, staan de tumorcellen bloot aan een gebrek aan zuurstof (hypoxie). Dit is het gevolg van de snelle groei

Nadere informatie

Hartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog

Hartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog Hartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog Patiëntendag PLN vereniging Paul van Haelst, cardioloog Antonius Ziekenhuis Sneek Erfelijke hartziekten Welke hartziekten kunnen erfelijk zijn?

Nadere informatie

Medullary Thyroid Carcinoma Verbeek, Hans

Medullary Thyroid Carcinoma Verbeek, Hans Medullary Thyroid Carcinoma Verbeek, Hans IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document

Nadere informatie

Family cancer syndroms and cancer risk. Martine Folsche, verpleegkundig specialist Erasmus MC Kanker Instituut

Family cancer syndroms and cancer risk. Martine Folsche, verpleegkundig specialist Erasmus MC Kanker Instituut Family cancer syndroms and cancer risk Martine Folsche, verpleegkundig specialist Erasmus MC Kanker Instituut Disclosure belangen Potentiele belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relatie

Nadere informatie

Themaweek dikke darmkanker

Themaweek dikke darmkanker Themaweek dikke darmkanker AZ Sint-Lucas Gent Workshop 4 De artsen van AZ Sint-Lucas hebben deze presentatie met zorg opgemaakt. De inhoud ervan is echter algemeen en indicatief. AZ Sint-Lucas en de artsen

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter12

Samenvatting. Chapter12 Samenvatting Chapter12 Coinfectie met Mycobacterium Tuberculose tijdens HIV-infectie is een groot probleem in de derde wereld, daar dit leidt tot een grotere sterfte. (hoofdstuk I) In de studies beschreven

Nadere informatie

DNA knip techniek (CRISPR/Cas9) bij cystinose

DNA knip techniek (CRISPR/Cas9) bij cystinose Technologie & Innovatie DNA knip techniek (CRISPR/Cas9) bij cystinose Dr. Manoe Janssen Onderzoeker bij de afdeling Farmaceutische wetenschappen, Universiteit Utrecht David de Wied building Opbouw presentatie

Nadere informatie

Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune

Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune Nederlandse samenvatting Het menselijk lichaam bestaat uit meer dan 100.000 miljard cellen die we in grote groepen

Nadere informatie

Genetica en borstkanker voor de patholoog

Genetica en borstkanker voor de patholoog Genetica en borstkanker voor de patholoog Giuseppe Floris Pathologische Ontleedkunde, UZ Leuven Multidisciplinair Borst Centrum (MBC) Symposium 2017 21/10/2016; Leuven Morfologische heterogeneiteit van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1, doelstellingen en algemene inleiding Ziektebeeld

Hoofdstuk 1, doelstellingen en algemene inleiding Ziektebeeld Hoofdstuk 1, doelstellingen en algemene inleiding Dit hoofdstuk bevat de inleiding van dit proefschrift en beschrijft de doelstelling en methoden van het onderzoek. Tevens komen hierin de geschiedenis

Nadere informatie

Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid

Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid Genetics 1 Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid Fleur Vansenne/Corien Verschuuren Klinisch genetici UMCG Erfelijkheid 2 Waar denk je aan? Genetics Wat is genetisch onderzoek?

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Nederlandse samenvatting Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Baarmoederhalskanker is de op een na meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Elk jaar krijgen wereldwijd ongeveer 500.000

Nadere informatie

Kanker in de familie.

Kanker in de familie. Inhoud workshop Kanker in de familie. Dr. Margreet Ausems klinisch geneticus UMCU Introductie Verwachtingen deelnemers Achtergrondinformatie (cijfers!) Hoe ontstaat kanker? Erfelijke kanker en erfelijkheidsonderzoek

Nadere informatie

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek Het lange QT-syndroom Het lange QT-syndroom (LQTS) is een erfelijke aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Hierdoor is er een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Het

Nadere informatie

CARDIOGENETICA. Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013

CARDIOGENETICA. Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013 CARDIOGENETICA Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013 Inhoud Polikliniek Cardiogenetica DNA en mutaties Erfelijkheid en gedilateerde cardiomyopathie Taken Verpleegkundig

Nadere informatie

Wil ik het wel weten?

Wil ik het wel weten? Wil ik het wel weten? Vera Hovers en Joyce de Vos-Houben 3 oktober 2015 Wil ik het wel weten? De consequenties van erfelijkheidsonderzoek Vera Hovers en dr. Joyce de Vos-Houben Genetisch consulenten polikliniek

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands

Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands 135 Inleiding Het stoppen van een bloeding bestaat uit twee processen: bloedstelping en bloedstolling. Tijdens de bloedstelping worden bloedplaatjes aan de beschadigde

Nadere informatie

1 (~20 minuten; 20 punten)

1 (~20 minuten; 20 punten) TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik

Nadere informatie

Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken

Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken Zaterdag 17 maart 2018 De Landgoederij, Bunnik Naam Functie Maaike Vos Neuroloog Haaglanden Medisch Centrum Opbouw Inleiding Klachten en verschijnselen

Nadere informatie

Erfelijkheid & Borstkanker

Erfelijkheid & Borstkanker Erfelijkheid & Borstkanker Borstkanker komt veel voor en heeft meestal geen erfelijke oorzaak. Bij 5 tot 10% is een erfelijke aanleg de oorzaak van de ziekte. Deze aanleg wordt door de vader of moeder

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen en elke cel bevat de volledige genetische informatie van het organisme, het genoom, opgeslagen in het DNA. De coderende delen van het DNA worden genen genoemd,

Nadere informatie

BRCA diagnostiek en PARP inhibitoren

BRCA diagnostiek en PARP inhibitoren BRCA diagnostiek en PARP inhibitoren Ovariumcarcinoom Hooggradig sereus ovariumcarcinoom (HGSOC) Ongeveer 50% vertoont een defect in een gen betrokken bij homologe recombinatie gemedieerde DNA reparatie

Nadere informatie

Draagsterschap Paula Helderman-van den Enden, klinisch geneticus

Draagsterschap Paula Helderman-van den Enden, klinisch geneticus 13-04-2013 Draagsterschap Paula Helderman-van den Enden, klinisch geneticus Draagsterschap Paula Helderman 13-04-2013 2 Draagsterschap Paula Helderman 13-04-2013 3 Vrouw Man Draagsterschap Paula Helderman

Nadere informatie

Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting voor leken)

Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting voor leken) Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting voor leken) 13_Smakman.indd 173 10-02-2006 11:30:37 Het menselijk lichaam bestaat uit een groot aantal organen en weefsels die zijn opgebouwd uit miljarden cellen.

Nadere informatie

Mammacarcinoom en erfelijkheid. Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud

Mammacarcinoom en erfelijkheid. Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud Mammacarcinoom en erfelijkheid Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud Mammacarcinoom Life time risk 12-13% Meest voorkomende kanker bij vrouwen Circa 20% hiervan heeft een

Nadere informatie

Erfelijkheid van Darmkanker Nieuwe Richtlijn (selectie)

Erfelijkheid van Darmkanker Nieuwe Richtlijn (selectie) 4e verpleegkundig congres GE-Oncologie 2015 Erfelijkheid van Darmkanker Nieuwe Richtlijn (selectie) Rolf Sijmons, klinisch gene2cus Afdeling Gene2ca, UMCG Evidence- based Richtlijn Ontwikkeling (mul2-

Nadere informatie

Het bi-allelisch Lynch syndroom

Het bi-allelisch Lynch syndroom Het bi-allelisch Lynch syndroom Wat is het bi-allelisch Lynch syndroom? Het biallelisch Lynch syndroom is een erfelijke ziekte veroorzaakt door twee foutjes in het erfelijk materiaal waardoor kinderen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Faaij, Claudia Margaretha Johanna Maria Title: Cellular trafficking in haematological

Nadere informatie

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek Hypertrofische Cardiomyopathie Een hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is een erfelijke aandoening waarbij de hartspier, met name het tussenschot tussen de hartkamers, is verdikt. Een verdikking van de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het aantal ouderen boven de 70 jaar is de laatste jaren toegenomen. Dit komt door een significante reductie van sterfte op alle leeftijden waardoor een toename van de gemiddelde

Nadere informatie

Mee-naar-huis-neem boodschappen 2013

Mee-naar-huis-neem boodschappen 2013 COIG cursusdag klinische genetica in de interne geneeskunde Mee-naar-huis-neem boodschappen 2013 Bredenoord, Deegens, Helderman-van der Enden, Hes, Knoers, Menko, Rennenberg, van Tintelen, Vasen, Wilde

Nadere informatie

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek Familiaire Hypercholesterolemie (FH) is een van de meest voorkomende ernstige metabole aandoeningen die wij kennen. De incidentie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De rol van proteïne kinase A in de vorming van galkanaaltjes door levercellen Een mens is opgebouwd uit cellen. Iedere cel is omgeven door een membraan die de inhoud van de cel

Nadere informatie

Vraag & Antwoord over PLN. Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016

Vraag & Antwoord over PLN. Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016 Vraag & Antwoord over PLN Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016 Indeling 1. Preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) en andere mogelijkheden rondom de zwangerschap

Nadere informatie

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek Dilaterende Cardiomyopathie Een dilaterende cardiomyopathie (DCM) is een aandoening waarbij de hartspier is verwijd. Dit gaat doorgaans gepaard met het dunner worden van de hartspier. DCM kan veel verschillende

Nadere informatie

Borstkanker en Erfelijkheid

Borstkanker en Erfelijkheid Borstkanker en Erfelijkheid Algemeen In Nederland wordt per ar bij ongeveer 10.000 vrouwen borstkanker vastgesteld. Het is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen: in Nederland krijgt 1 op de

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting Veneuze trombose is een aandoening waarbij een bloedprop (stolsel) ontstaat in één van de bloedvaten van het lichaam. Een dergelijk stolsel ontstaat meestal in de bloedvaten

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE

NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING INTRODUCTIE Dementie komt veel voor, met name op oudere leeftijd. Dementie is een term die wordt gebruikt wanneer hersenfuncties zodanig zijn aangetast

Nadere informatie

SAMENVATTING Samenvatting Coeliakie is een genetische aandoening waarbij omgevingsfactoren en meerdere genen bijdragen aan de ontwikkeling van de ziekte. De belangrijkste omgevingsfactor welke een rol

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43112 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rutten, J.W. Title: NOTCH3 cysteine correction : developing a rational therapeutic

Nadere informatie

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek Non-compactie Cardiomyopathie Een non-compactie cardiomyopathie (NCCM) is een aandoening waarbij er diepe groeven in de hartspier zitten. NCCM kan het enige verschijnsel zijn, maar kan ook worden gevonden

Nadere informatie