Ruimte voor techniek en wetenschap

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ruimte voor techniek en wetenschap"

Transcriptie

1 Ruimte voor techniek en wetenschap Rapport van het forum Ruimtevaart en Onderwijs

2

3 Ruimtevaart en Onderwijs Ruimte voor techniek en wetenschap Rapport van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs

4 colofon Reeks Ruimtevaart en Onderwijs Ruimte voor techniek en wetenschap Cette publication est également disponible en français sous le titre: De l espace pour la science et la technique Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 te 1000 Brussel Auteur : Wouter Van den Berghe, Studie- en Adviesbureau Tilkon Coördinatie Koning Boudewijnstichting: Guido Knops, directeur Saïda Sakali, projectverantwoordelijke Pascale Criekemans, directieassistente Delphine Saudoyer, assistente Grafische vormgeving: Big Bazart Druk: Boone-Roosens Illustraties: ESA, Frank Toussaint Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website en Deze uitgave kan (gratis) besteld worden : on line via per naar publi@kbs-frb. be of telefonisch bij het contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting, tel , fax Wettelijk depot: D/2008/2893/02 ISBN-13: EAN: NUR: 968 Februari 2008 Met de steun van de Nationale Loterij

5 Voorwoord 3 Ons land kampt met een tekort aan mensen met een technische of wetenschappelijke opleiding. Te weinig jongeren kiezen voor een studie op het vlak van techniek of wetenschappen, al hebben zij er misschien wel belangstelling en talent voor. Het is een belangrijke maatschappelijke uitdaging om die interesses en talenten om te zetten in de nodige competenties. Er is nood aan nieuwe benaderingen om jongeren te laten kiezen voor techniek en wetenschap. De ruimte en de ruimtevaart kunnen daarvoor een dankbare inspiratiebron zijn. Daartoe werd eind 2004 binnen het Prins Filipfonds een Forum Ruimtevaart en Onderwijs opgericht in aanwezigheid van Z.K.H. Prins Filip. Dat Forum bestaat uit een brede representatieve groep van betrokkenen uit het onderwijs en de wereld van de ruimtevaart en sterrenkunde die twee keer per jaar samenkomen. Het initiatief past binnen de bredere doelstelling van het Prins Filipfonds om de contacten tussen de Gemeenschappen in België te bevorderen. Het Forum Ruimtevaart en Onderwijs heeft ideeën ontwikkeld en initiatieven voorgesteld om de belangstelling van jongeren voor de ruimte en de ruimtevaart aan te wakkeren. Het werd gedragen door vijf evenwichtig samengestelde groepen van deskundigen met een duidelijk mandaat. Zij kwamen tot heel concrete resultaten, zoals een reeks zeer informatieve publicaties gericht naar jongeren en leerkrachten. Met de medewerking van tientallen mensen in deze werkgroepen werden catalogi opgesteld met de top 120 van de meest interessante websites, innoverend didactisch materiaal, een overzicht van initiatieven en organisaties in verband met de thematiek en een samenvatting van heel wat beroepen in de ruimtesector. Het Forum stelde zich ook als objectief om tegen einde 2007 beleidsaanbevelingen te formuleren. Deze vinden hun neerslag in dit rapport, waarbij zij eerst binnen een breder Europees kader worden gesitueerd. Het groeiend tekort aan wetenschappers, ingenieurs en technici is immers niet enkel een nationaal maar ook een internationaal probleem. Zo formuleerde de Europese Unie als een van de Lissabon-doelstellingen dat tegen 2010 het aantal gediplomeerden op gebied van wiskunde, wetenschappen en technologie moet stijgen met 15%. Op basis van een aantal onderzoeksresultaten illustreert het rapport dat het thema ruimte erg geschikt is om jongeren te interesseren voor wetenschap en techniek, zowel jongens als meisjes. Bovendien zijn er een aantal gunstige randvoorwaarden in ons land aanwezig om dit thema maximaal te kunnen gebruiken. Het is een belangrijke verdienste van het Forum geweest om dit duidelijker in het licht te stellen. In het rapport komt het Forum tot de algemene conclusie dat door een groter gebruik van het thema ruimte we erin kunnen slagen bij jongeren meer belangstelling op te wekken voor wetenschappelijke en technische studies en loopbanen. Mede in naam van het Prins Filipfonds wil ik iedereen bedanken die de voorbije twee jaar aan de werkzaamheden van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs heeft bijgedragen. In de eerste plaats wil ik uitdrukkelijk Z.K.H. Prins Filip bedanken voor zijn niet aflatende steun gedurende heel dit proces. We geloven met zijn allen dat ruimtevaart en nieuwe technologische ontwikkelingen heel wat kunnen betekenen voor onze jongeren, en dus voor de dragers van onze toekomst. Wij kregen ook de gewaardeerde steun van ESA, van de diensten voor Ruimteonderzoek en -toepassingen van het Federaal Wetenschapsbeleid en van de verantwoordelijken van het onderwijs uit de verschillende Gemeenschappen. We zijn er hen zeer dankbaar voor. Frank De Winne ESA-Astronaut Voorzitter Forum Ruimtevaart en Onderwijs

6 Inhoud Voorwoord 3 Samenvatting 6 1 Ontstaan en opzet van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs Ontstaan van het Forum Het symposium Space serving Education van oktober De rondetafelconferentie van februari De oprichting van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs Operationalisering van het Forum Algemene organisatie De vijf werkgroepen Structuur van dit rapport 11 2 Het cruciaal belang van wetenschap en technologie Internationale context De nood aan voldoende wetenschappers en ingenieurs Actuele situatie De toenemende behoefte aan wetenschappers en ingenieurs Verdeling van diploma s en aandeel van vrouwen Evolutie van het aantal WWT-gediplomeerden Attitudes en studiekeuzen van jongeren Inleiding Situatie in het secundair onderwijs Situatie in het hoger onderwijs Oorzaken van de beperkte belangstelling voor WWT-studies Beleidsontwikkelingen Op niveau van de Europese Unie Vanuit ESA (Europese Ruimtevaartorganisatie) In België De ruimte als middel om jongeren te sensibiliseren Inleiding Argumenten van kwalitatieve aard Onderzoeksresultaten van het ROSE-project Resultaten van de Eurobarometer-enquête uit Het Britse onderzoek The education and skills case for space Het IPSOS-onderzoek in Vlaanderen 29 3 Resultaten van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs De inventarisatie van beschikbare informatie De verschillende catalogi De cataloog websites De cataloog didactisch materiaal De cataloog organisaties De cataloog initiatieven De cataloog beroepen Visibiliteit van het Forum Inleiding Samenwerkingsprojecten tussen scholen De website Ruimtevaart en Onderwijs Evenementen gekoppeld aan de bijeenkomsten van het Forum Externe communicatieactiviteiten Communicatietraining voor wetenschappers 40

7 5 4 Het onderzoek naar impactfactoren bij sensibilisering Inleiding Opzet en doel Betrokkenheid van de respondenten bij de problematiek Wenselijk formaat en doelgroep van sensibiliseringactiviteiten Te viseren leeftijdscategorieën Binnenschools of buitenschools? Duur en spreiding van activiteiten Binnen- en buitenschoolse sensibiliseringsactiviteiten Impactcriteria voor binnenschoolse activiteiten Soorten binnenschoolse sensibiliseringsactiviteiten Impactcriteria voor buitenschoolse sensibiliseringsactiviteiten Soorten buitenschoolse activiteiten in verband met de ruimte Aanbevelingen van de respondenten Besteding van overheidsmiddelen Praktische suggesties en reflecties Complementaire resultaten uit andere studies Verschillen tussen jongens en meisjes Het belang van activerend onderwijs 52 5 Conclusies en aanbevelingen Algemene vaststellingen Te weinig jongeren kiezen voor techniek en wetenschap De ruimte is een geschikt thema om te sensibiliseren De benodigde randvoorwaarden zijn aanwezig Algemene beleidsaanbevelingen Specifieke voorstellen en aanbevelingen Algemene principes Vijf concrete actiepunten Aandacht voor informatie en ondersteuning De rol van ESERO Degelijke coördinatie en afstemming Naar een netwerk van Space Schools 59 Bijlagen 61 Leden van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs 61 Leden van de stuurgroep en de verschillende werkgroepen 62 Leden Stuurgroep 62 Leden werkgroep 1: Didactisch materiaal 62 Leden werkgroep 2: Projectoproep scholen 63 Leden werkgroep 3: Opstart ESERO 63 Leden werkgroep 4: Communicatie 64 Leden werkgroep 5: Initiatieven 64 Referenties en bronnen 65

8 6 Samenvatting In mei 2005 richtte het Prins Filipfonds het Forum Ruimtevaart en Onderwijs op. Het Forum bestond uit een dertigtal mensen bijeen uit de overheid, het onderwijs, en de wereld van de ruimtevaart en de astronomie, onder voorzitterschap van ESA-Astronaut Frank De Winne. De doelstelling van het Forum was na te gaan in welke mate het thema ruimte kon gebruikt worden om jongeren te sensibiliseren voor wetenschappelijke en technische loopbanen. Het Forum stelde zich als objectief om tegen einde 2007 een aantal acties te initiëren en om aanbevelingen te formuleren voor de overheid. Dit rapport situeert de werkzaamheden van het Forum eerst binnen een breder Europees kader. Het groeiende tekort aan wetenschappers, ingenieurs en technici is immers niet enkel een nationaal maar ook een internationaal probleem. Zo formuleerde de Europese Unie als een van de Lissabon-doelstellingen dat tegen 2010 het aantal gediplomeerden op gebied van wiskunde, wetenschappen en technologie tegen 2010 moet stijgen met 15%. Het eerste deel van het rapport toont aan dat de situatie in België niet rooskleurig is. Het aantal leerlingen dat in het secundair onderwijs kiest voor technische studierichtingen neemt zelfs nog af. In het hoger onderwijs daalt het aandeel van de wetenschappelijke en technisch gediplomeerden in de studentenbevolking eveneens, in tegenstelling tot de meest Europese landen, waar een stijging aan de gang is. Op basis van een aantal onderzoeksresultaten illustreert het rapport dat het thema ruimte erg geschikt is om jongeren te interesseren voor wetenschap en techniek, zowel jongens als meisjes. Bovendien zijn er een aantal gunstige randvoorwaarden in ons land aanwezig. Het is een belangrijke verdienste van het Forum geweest om dit duidelijker in het licht te stellen. Een belangrijk aandachtspunt bij de werking van het Forum was de inventarisatie van beschikbare informatie. Dit leidde tot de productie van een aantal catalogi m.b.t. het thema ruimte die bruikbaar zijn voor jongeren en scholen: websites, didactisch materiaal en voorbeelden van lesbenaderingen, relevante organisaties, specifieke activiteiten, en mogelijke beroepen. Er waren ook 16 scholen uit de Vlaamse en Franstalige gemeenschap die onderling samenwerkten binnen projecten. Verder vond een communicatietraining voor wetenschappers plaats en trad het Forum naar buiten n.a.v. een aantal evenementen. Het Forum Ruimtevaart en Onderwijs onderzocht ook de voorwaarden waaraan sensibiliseringsinitiatieven voor wetenschap en technologie moeten voldoen, willen ze een grote impact hebben op jongeren. Dit gebeurde op basis van een web gebaseerde enquête die werd ingevuld door 463 respondenten. Uit deze enquêteresultaten bleek o.a. het belang van een goede spreiding van sensibiliseringsactiviteiten over het schooljaar en het belang van interactiviteit en doe-ele men ten bij dergelijke activiteiten. Ook de beschikbaarheid van attractief didactisch materiaal blijkt een belangrijke voorwaarde voor succes te zijn. Opvallend was verder dat veel respondenten van mening waren dat s avonds onder begeleiding naar sterren kijken met een telescoop bijzonder geschikt is om bij jongeren interesse voor wetenschap en techniek op te wekken. Uit het onderzoek bleek dat er naar de toekomst vooral nood is aan de ontwikkeling van aangepast didactisch materiaal, aan bijscholing en ondersteuning van leerkrachten en aan ondersteuning van de werking van centra zoals sterrenwachten, planetaria, en wetenschapsen technologiecentra.

9 In het rapport komt het Forum tot de algemene conclusie dat door meer gebruik te maken van het thema ruimte ons land er in zou kunnen slagen om bij jongeren meer belangstelling op te wekken voor wetenschappelijke en technische studies en loopbanen. Het Forum Ruimtevaart en Onderwijs formuleert daarom drie algemene beleidsaanbevelingen: 1. Natuurwetenschappen en techniek moeten een belangrijker plaats innemen in de opleiding van alle jongeren. 2. Er moeten meer mogelijkheden gecreëerd worden zodat jongeren meer in aanraking kunnen komen met aspecten van ruimtevaart en sterrenkunde. 3. De bevoegde politieke overheden zouden van het thema ruimte de komende jaren een vlaggenschip - the ma moeten maken bij de sensibiliseringsinitiatieven voor jongeren m.b.t. wetenschap en techniek. 7 Hierbij aansluitend wordt voorgesteld om vijf zeer concrete acties en programma s te lanceren: 1. Creatie van een netwerk van Ruimtescholen ( Space Schools ) 2. Ontwikkeling van didactisch materiaal 3. Versterking van de basisinfrastructuur van centra 4. Organisatie van een grote ruimtevaartwedstrijd voor jongeren 5. Oprichting van een fonds voor kleine projecten. Verder pleit het Forum voor degelijke informatie en ondersteuning van scholen en leerkrachten, wordt voorgesteld dat er meer communicatietraining voor wetenschappers komt en wordt gesuggereerd om een pool van ruimteambassadeurs te creëren. Een voortzetting van het Forum onder een gewijzigde vorm, o.m. als adviesorgaan naar de overheid voor het gebruik van het thema ruimtevaart in het onderwijs en als klankbord voor de ontwikkeling van de ESERO België (een initiatief van ESA), wordt eveneens bepleit.

10 8 1 Ontstaan en opzet van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs 1.1 Ontstaan van het Forum Het symposium Space serving Education van oktober 2004 Op initiatief van Dirk Frimout, de eerste Belgische astronaut, organiseerde de Euro Space Society, in samenwerking met het Federaal Wetenschapsbeleid en het Education Office van de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA), op 12 oktober 2004 een symposium met als thema Space serving Education. Een belangrijk onderwerp van dit symposium was de mogelijke impact die het thema ruimtevaart zou kunnen hebben op jongeren tijdens hun studies, op hun studieoriëntering en op hun latere loopbaan. Er werd van gedachten gewisseld over de vraag hoe ruimtevaart 10- tot 18-jarigen warm kon maken voor wetenschap en techniek en hun studiekeuze en latere loopbaan in die zin kon beïnvloeden. Verschillende sprekers uit binnen- en buitenland stelden tijdens het symposium hun educatieve programma s voor en gaven een antwoord op vragen zoals: hoe de impact evalueren van educatieve programma s en pedagogische middelen rond ruimtevaart hoe het internet optimaal aan te wenden om ruimtevaart in de lessen wetenschap en techniek te introduceren hoe de (bemande) ruimtevaart een rol kan spelen in de motivatie van jongeren voor wetenschap en techniek. De belangstelling voor dit symposium was groot. Vele aanwezigen vonden ook dat verdere actie aangewezen was De rondetafelconferentie van februari 2005 Mede daarom organiseerde het Prins Filipfonds, op initiatief van Frank De Winne, de tweede Belgische astronaut, op 18 februari 2005 een rondetafelconferentie over deze problematiek. Aan deze rondetafelconferentie namen ruim 45 personen deel vanuit heel België, zowel uit de ruimte- als uit de onderwijssector 1. Tijdens geanimeerde debatten werd gediscussieerd over hoe belangrijk het was dat voldoende jongeren wetenschappelijke en technische studierichtingen zouden kiezen en over hoe het onderwijs deze keuze zou kunnen beïnvloeden. Onderliggende vraagstelling was daarbij opnieuw hoe het thema ruimte (ruimtevaart en sterrenkunde) daarbij een rol zou kunnen spelen. In wezen was de vraagstelling: is het mogelijk om de spontane interesse en enthousiasme die jongeren hebben voor de ruimte te gebruiken zodanig dat ze in het hoger onderwijs meer kiezen voor wetenschap en techniek? De conclusies van de rondetafelconferentie waren affirmatief. De ruimte was volgens de deelnemers in staat om veel jonge mensen te passioneren en hen ook te enthousiasmeren voor technische en wetenschappelijke vakken. De deelnemers vonden wel dat het niet nodig was dat ruimte in het secundair onderwijs een nieuwe discipline zou worden. Ruimtevaart en sterrenkunde hebben immers van zichzelf al een interdisciplinair karakter dat kan geïncorporeerd worden in vele vakken, bijv. onder projectvorm. Aspecten van de ruimte 1 De ruimtesector omvat alle organisaties die actief zijn op het gebied van ruimtevaart en sterrenkunde.

11 kunnen een boeiende manier zijn om vele facetten van de schoolleerstof te illustreren en aan te leren. De deelnemers aan de rondetafelconferentie gaven aan dat leraren meestal onvoldoende vertrouwd zijn met het thema ruimte en het potentieel ervan voor hun vakken. Daarom zouden er goede hulpmiddelen, handleidingen en gebruiksklare oplossingen voorhanden moeten zijn waaruit ze zouden kunnen putten. Eenmaal dergelijke pedagogische instrumenten beschikbaar zouden zijn zou dit op ruime schaal bekend gemaakt moeten worden. Uit de rondetafelconferentie bleek ook dat niet enkel het reguliere onderwijssysteem een rol te spelen heeft bij de sensibilisering van jongeren (en het brede publiek) voor wetenschap en technologie. Ook de zogenaamde informele sector heeft hier zijn plaats: verenigingen actief op gebied van sterrenkunde en ruimtevaart, volkssterrenwachten, centra voor wetenschapspopularisering,... Hier leek een zekere coördinatie en betere communicatie aangewezen De oprichting van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs Veel deelnemers aan de rondetafelconferentie vonden dat het momentum dat was gecreëerd diende behouden te blijven en dat het goed zou zijn om over te gaan tot concrete actie. Daarom richtte het Prins Filipfonds in mei 2005 het Forum Ruimtevaart en Onderwijs op. Het algemeen doel van dit Forum was om te fungeren als ontmoetingsplaats en denktank voor concrete acties om de bevolking en in het bijzonder de jeugd te sensibiliseren voor wetenschap en technologie via activiteiten die betrekking hadden op het thema ruimte en die bij voorkeur verliepen via en samen met onderwijsinstellingen. Het Forum stelde zich als objectief om tegen einde 2007 een aantal acties te initiëren die in de lijn lagen van de conclusies van de rondetafelconferentie en om aanbevelingen te formuleren voor de betrokken overheden in ons land. Het Forum bestond uit een dertigtal personen uit de overheid, het onderwijs, en de ruimtesector in België. ESA-Astronaut Frank De Winne aanvaardde enthousiast het voorzitterschap van het Forum. De lijst van de leden van het Forum is te vinden in bijlage. 1.2 Operationalisering van het Forum Algemene organisatie Het Forum Ruimtevaart en Onderwijs kwam een eerste maal bijeen op 20 mei 2005 in Brussel in de lokalen van Federaal Wetenschapsbeleid. Toen werd het algemeen doel van het Forum bepaald en werden er vijf werkgroepen opgericht die specifieke aspecten van de behandelde thematiek dienden te concretiseren (zie verder). Nadien volgden nog vier bijeenkomsten van het Forum: op 23 september 2005 in het Kasteel van Seneffe op 21 september 2006 in Technopolis te Mechelen op 27 april 2007 in het Planetarium in Brussel op 16 januari 2008 bij de Koning Boudewijnstichting in Brussel. Tijdens de laatste bijeenkomst van het Forum werd een bespreking gewijd aan een draft versie van dit rapport, en in het bijzonder aan de aanbevelingen. De leden van het Forum ontmoetten elkaar ook nog op andere ogenblikken. Zo organiseerde het Forum op 14 november 2005 een persconferentie in de Senaat, waarbij veel leden van het Forum aanwezig waren. Verder vond een informele bijeenkomst van de leden van het Forum en de verschillende werkgroepen plaats op 22 februari 2006 in het Planetarium te Brussel, n.a.v. Europalia Rusland. Om de werkzaamheden van de werkgroepen te coördineren en de vergaderingen van het Forum goed voor te bereiden, werd een stuurgroep in het leven geroepen. Deze bestond uit enkele sleutelfiguren van 1 Ontstaan en opzet van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs

12 10 het Forum en de vijf voorzitters van de werkgroepen. Frank De Winne was voorzitter van de stuurgroep; de twee ondervoorzitters, Lise-Anne Hanse en Gaby Hostens, vertegenwoordigden respectievelijk de Franse en Vlaamse Gemeenschap. Projectleider vanuit het Prins Filipfonds was Saïda Sakali, onder toezicht van Guido Knops. De administratieve ondersteuning werd geleverd door Delphine Saudoyer en Pascale Criekemans. Voor de ondersteuning van de activiteiten van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs putte het Prins Filipfonds deels uit eigen middelen. Daarnaast werd ook financiële steun verkregen vanuit ESA en Federaal Wetenschapsbeleid. Dit liet o.m. toe om voor het onderzoekswerk en de ondersteuning van de werkgroepen een externe consultant in te schakelen (Wouter Van den Berghe van het Studie- en Adviesbureau Tilkon) en voor de realisatie van de finale outputs een professioneel communicatiebureau (Big Bazart). Ook voor enkele specifieke taken en voor vertaalwerk werden occasioneel externe specialisten aangetrokken. Afgezien daarvan dient onderstreept te worden dat de werking en de resultaten van het Forum grotendeels gebaseerd waren op de vrijwillige en onbezoldigde inzet van de vele tientallen personen die aan de werkgroepen hebben meegewerkt. In het totaal ging het over bijna tachtig personen die de verschillende stakeholders in deze problematiek vertegenwoordigden: overheidsinstanties, de ruimtesector en het onderwijs (zie bijlage voor een lijst van de deelnemers) De vijf werkgroepen De vijf werkgroepen waren de volgende: Werkgroep 1: Pedagogisch materiaal m.b.t. ruimtevaart Werkgroep 2: Samenwerkingsprojecten tussen scholen inzake ruimtevaart Werkgroep 3: Oprichting ESERO in België Werkgroep 4: Communicatie over ruimtevaart aan het grote publiek Werkgroep 5: Wedstrijden en stimuli voor jongeren en scholen. Via verschillende kanalen werden mogelijke leden van deze werkgroepen geïdentificeerd en uitgenodigd. De meeste daarvan gingen enthousiast op deze uitnodiging in. Voor elk van de werkgroepen stelde het Forum een voorzitter aan. In de periode september 2005 tot maart 2007 legden de werkgroepen zich toe op hun thema. In het totaal werd door alle werkgroepen samen ongeveer dertig keer samengekomen. Bovendien werd heel wat werk verzet tussen de vergaderingen door. Werkgroep 1, Pedagogisch materiaal in verband met de ruimte, werd voorgezeten door Elke Delvoye. De groep kreeg als opdracht mee om bestaand pedagogisch materiaal op gebied van ruim te vaart en sterrenkunde te inventariseren en te ordenen. Concreet realiseerde de groep drie producten : een cataloog met interessante websites een cataloog met bestaand educatief materiaal een reeks korte presentaties die aangeven hoe de themas ruimtevaart en sterrenkunde in verschillende vakken kunnen worden geïntegreerd. Werkgroep 2, Samenwerkingsprojecten tussen scholen inzake ruimtevaart, werd voorgezeten door prof. Gaston Moens. De werkgroep diende voorstellen te formuleren over hoe samenwerking tussen scholen van verschillende Gemeenschappen in ons land kon bevorderd worden door concrete projecten met betrekking tot de ruimte. De werkgroep bereidde een projectoproep naar scholen voor die in 2006 door het Prins Filipfonds werd gelanceerd. Werkgroep 3, Oprichting ESERO onder voorzitterschap van Hugo Maré, had als taak om de oprichting van de Belgische ESERO ( European Space Education Resource Office ) te begeleiden. Meer specifiek was het de bedoeling dat de werkgroepleden zouden figureren als klankbord en reflectiegroep voor dit initiatief. De werkgroep diende ondersteunend te werken door informatie aan te dragen, contacten te faciliteren en voorstellen tegen het licht te houden. Omdat de opstart van de ESERO later plaatsvond dan initieel voorzien konden de doelstellingen van deze werkgroep slechts in beperkte mate gerealiseerd worden. Werkgroep 4, Communicatie over de ruimte, onder voorzitterschap van Yaël Nazé (initieel Christian Dubrulle), had de taak om na te denken over hoe de communicatie aan het grote publiek over ruimtevaart

13 en sterrenkunde kon verbeterd worden. Dit resulteerde in aanbevelingen die zijn opgenomen in dit rapport en in twee concrete ouputs: een communicatietraining van wetenschappers een document met interviews van mensen met verschillende achtergrond en diploma s die actief zijn in de ruimtesector. Er werd ook voorbereidend onderzoek uitgevoerd om uit te maken of het mogelijk was om het concept ambassadeurs voor de ruimtevaart, dat al in Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten bestaat, ook in België te introduceren. Werkgroep 5, Wedstrijden en stimuli voor jongeren en scholen werd geleid door Camille Goossens. Deze werkgroep diende een inventaris te maken van de bestaande initiatieven die beogen om bij jongeren en in scholen belangstelling op te wekken voor ruimtevaart. Dit resulteerde in twee catalogi: één met een overzicht van de verschillende organisaties die in België actief zijn op het gebied van ruimtevaart en sterrenkunde een cataloog van specifieke initiatieven van deze organisaties gericht naar jongeren en scholen. De werkgroep organiseerde ook een enquête naar de voorwaarden waaraan initiatieven moeten voldoen als ze succesvol willen zijn in het sensibiliseren van jongeren. De conclusies en aanbevelingen hiervan werden verwerkt in dit rapport. 1.3 Structuur van dit rapport Dit rapport is verder als volgt gestructureerd: In het volgend hoofdstuk bespreken we het probleem dat aan de basis ligt van de oprichting van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs: de te beperkte belangstelling van jongeren voor technische en wetenschappelijke studierichtingen en loopbanen. We onderbouwen dit met cijfers over de situatie in binnen- en buitenland. Vervolgens geven we een aantal argumenten waarom het thema ruimte bijzonder geschikt is om leerlingen te enthousiasmeren voor wetenschap en techniek. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten die het Forum reeds heeft bereikt. Daarbij gaat zowel aandacht naar de concrete outputs die werden gerealiseerd als naar de wijze waarop de probleemstelling en de aanpak van het Forum werden gecommuniceerd. Hoofdstuk 4 bevat een samenvatting van de resultaten van de enquête die werd uitgevoerd over de factoren die van belang zijn opdat sensibiliseringsactiviteiten voor wetenschap en techniek voldoende effect zouden hebben. Zowel binnenschoolse als buitenschoolse activiteiten komen aan bod. In het laatste hoofdstuk komen we tot de conclusie dat het thema ruimte zeer geschikt is om binnen het onderwijs jongeren warm te maken voor wetenschappelijke en technische studierichtingen, en dat in België nu ook de randvoorwaarden aanwezig zijn om dit concreet te implementeren. Finaal worden een aantal zeer concrete beleidsaanbevelingen geformuleerd, waaronder de oprichting van een netwerk van Space Schools. De bijlage bevat de lijst van de namen van de leden van het Forum en de werkgroepen, evenals de geconsulteerde bronnen Ontstaan en opzet van het Forum Ruimtevaart en Onderwijs

14 12 2 Het cruciaal belang van wetenschap en technologie 2.1 Internationale context De nood aan voldoende wetenschappers en ingenieurs Het wordt algemeen erkend dat het bedrijfsleven en andere maatschappelijke actoren moeten beschikken over een voldoende grote innovatiecapaciteit om concurrentieel te blijven. Dit is dan weer een essentiële voorwaarde om het welvaartsniveau van de bevolking te kunnen vrijwaren. Deze vaststelling geldt niet enkel voor ons eigen land, maar ook voor de Europese Unie als geheel en zelfs daarbuiten. Een cruciale voorwaarde voor een sterk innovatief vermogen is dat er voldoende technici, wetenschappelijk 2 geschoolden en ingenieurs aanwezig zijn op de arbeidsmarkt. De Europese regeringsleiders en de Europese Commissie hebben de jongste jaren reeds herhaaldelijke malen expliciet gesteld dat de beschikbaarheid van voldoende gediplomeerden op gebied van wiskunde, natuurwetenschappen en technologie ( WWT, in het Engels MST, Math Science & Technology) cruciaal is voor de ontwikkeling van de kennismaatschappij en de steeds meer digitale economie. De mondialisering van de economie en de vergrijzing van de bevolking maken van deze vereiste een van de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen voor de komende decennia Actuele situatie Momenteel zijn er in de Europese Unie per werkenden in de leeftijdsgroep van jaar ongeveer mensen met een WWT-diploma. Met andere woorden, van elke leeftijdscohort haalt ongeveer 1,6% een diploma als wetenschapper, ingenieur, ICT-expert of hooggeschoold technicus. Met deze cijfers doet Europa het zelfs iets beter dan zowel de Verenigde Staten als Japan (zie grafiek 3 op de volgende bladzijde bron: OECD 2007a). Deze grafiek geeft ook aan dat er grote verschillen zijn tussen mannen en vrouwen: alhoewel vrouwen tegenwoordig de meerderheid uitmaken van de studenten in het hoger onderwijs, zijn ze sterk ondervertegenwoordigd in de WWT-disciplines in het algemeen, en bij de ingenieurswetenschappen in het bijzonder. Zoals de grafiek aangeeft studeren er momenteel in België per leeftijdscohort minder studenten af met een WWT-diploma dan het gemiddelde van de Europese Unie. We komen hier verder in dit rapport nog op terug. 2 We zullen het in deze tekst vaak hebben over Wetenschappen. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld gaat het hier over exacte en natuurwetenschappen (natuurkunde, scheikunde, biologie, ) m.i.v. wiskunde. In zijn brede betekenis omvat het ook toegepaste wetenschappen zoals de ingenieursdisciplines, informatica en farmaceutische wetenschappen. 3 In deze en enkele andere grafieken verderop in dit rapport geven we, waar beschikbaar, cijfers voor België, onze buurlanden en enkele andere West-Europese landen van vergelijkbare grootte.

15 13 Meer algemeen valt te signaleren dat de Europese Unie zowel in absolute als in relatieve termen een hoger aantal hooggeschoolden onder de bevolking telt dan de Verenigde Staten en Japan. De grafi ek rechts (bron: OECD 2007b) illustreert evenwel dat het totaal aantal onderzoekers lager is. Ook inzake het relatief aantal onderzoekers per hoofd van de bevolking scoort Europa minder goed (zie onderstaande grafi ek - bron: OECD 2007b), al zijn er bepaalde Europese landen zoals de Scandinavische die het beter doen dan de Verenigde Staten en zelfs Japan. België doet het op dit gebied iets beter dan het Europese gemiddelde. 2 Het cruciaal belang van wetenschap en technologie

16 14 De verschillen tussen landen en internationale regio s kunnen in belangrijke mate verklaard worden door de studiekeuzen die universiteits- en hogeschoolstudenten in het verleden hebben gemaakt. De grafiek rechts (bron: OECD 2007a) illus treert hoe er zelfs tussen België en de buurlanden grote ver schillen zijn voor wat betreft het aan deel van weten schap pers en ingenieurs onder de hooggeschoolde bevolking. Zo domineren in Duitsland en ook in België de ingenieurs en technici t.o.v. de wetenschappers, terwijl in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk het omgekeerde het geval is De toenemende behoefte aan wetenschappers en ingenieurs De toenemende vergrijzing van de Europese bevolking heeft onder meer tot gevolg dat de komende tien tot twintig jaar grote aantallen wetenschappelijke en technische gediplomeerden op pensioen zullen gaan. En dit terwijl het aanbod aan jongeren die de arbeidsmarkt betreden zal afnemen of op zijn best stabiel blijven. Het netto saldo tussen instroom en uitstroom van WWT-gediplomeerden is momenteel nog steeds positief en zal dat ook in de nabije toekomst blijven maar zowat alle waarnemers gaan er van uit dat de uitstroom aan WWT-gediplo meerden onvoldoende zal zijn om de vraag op de arbeidsmarkt op te vangen. Indien er geen veranderingen optreden zal er dus een zeer aanzienlijk tekort aan ingenieurs en wetenschappelijk geschoolden ontstaan. Dit zal de economische groei en dus ook de welvaartscreatie afremmen. Dit probleem is nu reeds voelbaar en zal alleen maar in omvang toenemen. De Europese Commissie schat dat alleen al de noodzakelijk toenemende uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling extra wetenschappelijk gediplomeerden zullen vragen, bovenop de voorspelde aangroei. Het recent rapport van de High Level Group on Human Resources for Science and Technology in Europe (Rocard 2007) maakt gewag van een behoefte aan bijkomende onderzoekers. En deze prognoses houden slechts enkel rekening met onderzoeksfuncties, niet met andere loopbanen van WWTgediplomeerden. Ook buiten Europa doet dit fenomeen zich voor. De National Science Foundation in de Verenigde Staten verwacht tussen 2004 en 2010 zo n 2,2 miljoen bijkomende jobs voor ingenieurs en wetenschappers in de Verenigde Staten. Volgens een studie van het Amerikaanse Congres zullen de Verenigde Staten tegen 2010 een tekort hebben van ingenieurs, wetenschappers en technici. Zelfs een land als India, waar jaarlijks zo n ingenieurs afstuderen, zou de komende jaren tekorten hebben aan vele honderdduizenden ICT-profes sio nals. Al deze vaststellingen gelden a fortiori voor een klein land als het onze, dat het bovendien in belangrijke mate moet hebben van export. Een gezonde economie en het schragen van een hoog welvaarts niveau kan niet zonder technologische innovatie. Alleen al in België schat Agoria de behoefte aan bijkomende ICT-ex perts momenteels reeds op meer dan ! Als we in ons land niet in staat zullen zijn de technologische ontwikkelingen te volgen dan zullen we sterk aan economische slagkracht inboeten Verdeling van diploma s en aandeel van vrouwen In Europa (EU-27) behaalden in 2004 ongeveer 3,6 miljoen studenten een diploma hoger onderwijs. Daarvan waren ongeveer 60% vrouwen. Er waren ongeveer diploma s op gebied van WWT (22%). Voor de Masters diploma s situeert ons land met ongeveer 25% WWT-diploma s zich rond het Europese en OECD-gemiddelde (zie grafiek rechts; bron voor deze en volgende grafiek is OECD 2007a).

17 Voor de bacheloropleidingen zitten we onder het gemiddelde. Dit heeft o.m. te maken met het feit dat er wel technologische maar nauwelijks natuurwetenschappelijke opleidingen op bachelorniveau worden aangebo den in België. Ook bij de nieuw gediplomeerden op gebied van WWT zijn vrouwen nog steeds onder vertegenwoordigd: in Europa zijn slechts 40% van de gediplomeerden in de wetenschappen vrouwen en zelfs maar 24% bij de ingenieurs Evolutie van het aantal WWT-gediplomeerden Zoals de grafiek aangeeft (bron: Eurydice 2007) liggen in ons land deze percentages voor vrouwen nog lager (respectievelijk 30% en 20%). Het spreekt voor zich dat indien een veel groter deel meisjes zou kiezen voor wetenschappelijke en technische studies, een groot deel van de verwachte tekorten aan WWT-gediplo meer den zou kunnen ingevuld worden. Vooralsnog is dit echter niet het geval. Integendeel: volgens een recente studie van UNESCO (Huyer 2007) is na een stijging van het vrouwelijk aandeel in WWTstudies in de jaren 80 en 90 er opnieuw in veel landen sprake van een daling. Een van de Lissabon-doelstellingen van de Europese unie is dat dat het jaarlijks aantal gediplomeerden in het hoger onderwijs op gebied van wiskunde, wetenschappen en technologie (WWT) tussen 2000 en 2010 met 15% zou moeten stijgen. Zoals de grafiek rechts illus treert (bron: Eurydice 2007a) is deze oproep niet in dovemansoren gevallen. Mede onder impuls van een sensibiliserings politiek door over he den is de laatste jaren in tal van Europese landen het aantal WWT-gediplomeerden gestegen. Deze stijging is niet spectaculair maar wel gestaag, en situeert zich binnen de algemene groei van de stijging van de participatie van het hoger onderwijs. De grafiek geeft verder aan dat in België de stijging minder groot is dan gemiddeld in Europa, m.a.w. dat het verschil met het Europese gemiddelde nog toeneemt. 2 Het cruciaal belang van wetenschap en technologie

18 16 Dit wordt nog beter geïllustreerd in de volgende twee grafi eken (bron: Europese Commissie 2007b). De eerste toont aan dat waar het totaal aantal WWT-studenten in Europa de laatste jaren blijft stijgen, het in België is beginnen dalen. Enkel Oostenrijk doet het van de vermelde landen nog slechter dan wij. Deze daling moet uiteraard binnen enkele jaren leiden tot een vermindering van het aantal WWT-diploma s. De volgende grafi ek (Europese Commissie 2007b) maakt deze hypothese aannemelijk: waar er in de periode jaarlijks gemiddeld nog een stijging was van het aantal WWT-gediplomeerden in België met zowat 2%, was er in 2005 reeds een daling te merken.

19 Dankzij de algemene stijging in de Europese Unie is wel reeds de Lissabondoelstelling gehaald om 15% meer WWT-afgestudeerden te hebben. Dit was vooral te danken aan een grote groei in enkele Zuid- en Oost-Europese landen. Dit positieve nieuws over de toename van de WWT-afgestudeerden in Europa wordt wel enigszins getemperd door het feit dat deze stijging zich niet in alle landen in dezelfde mate voordeed en ook wel dat deze stijging lager was dan bij andere studiegebieden. Met andere woorden: het relatief aandeel van WWT-gediplo meer den binnen het hoger onderwijs is in het begin van deze eeuw nog afgenomen. De algemene conclusie op Europees niveau is dat de stijging van het aantal WWT-gediplomeerden naar de toekomst toe toch onvoldoende zal zijn om de noden te lenigen. Dit heeft te maken met een combinatie van factoren de grote behoefte aan bijkomende arbeidsplaatsen voor WWT-gediplo meer den om voldoende competitief te blijven de toenemende vervangingsbehoefte op de arbeidsmarkt de verwachte stabilisatie of zelfs afname van het aantal WWT-gediplo meer den na 2010 omwille van demografische redenen indien het patroon aan studiekeuzen ongewijzigd blijft het feit dat er binnen de wetenschappelijke studierichtingen een toenemende interesse is van studenten (i.h.b. vrouwelijke studenten) naar vakgebieden zoals biologie en architectuur waarvoor de economische urgentie minder hoog is dan bijvoorbeeld voor technologie, informatica, fysica en chemie Attitudes en studiekeuzen van jongeren Inleiding Verschillende recente studies (zie bijv. Europese Commissie 2005b, IPSOS 2006, Sjøberg 2007) hebben aangetoond dat jongeren vrij positief staan tegenover het thema wetenschap. Vele jongeren blijken maar al te goed het belang en de toegevoegde waarde te beseffen van wetenschap en techniek voor de maatschappij. Overal in Europa zijn wetenschappelijke televisieprogramma s populair en trekken wetenschaps- en technologiecentra en musea stijgende bezoekersaantallen. Een recente Eurobarometer-survey (2005) gaf zelfs aan dat de algemene kennis over wetenschap en technologie bij de Europese bevolking toeneemt. Enigszins paradoxaal is dat deze positieve houding zich niet vertaalt in bewuste studiekeuzen in het hoger onderwijs. Onderzoek (Borrey 2003) heeft bijvoorbeeld aangetoond dat van de jongeren die in het secundair onderwijs een studierichting volgden met een sterk wetenschappelijke of wiskundige inslag, slechts een minderheid effectief ook hogere studies aanvatte op gebied van WWT. Moens (Inspectie 2001) ontdekte rond de eeuwwisseling dat het vak Technologische Opvoeding in de eerste graad van het secundair onderwijs in Vlaanderen bij jongeren eerder een negatieve dan een positieve houding naar techniek induceerde. Vergelijkbare fenomenen worden ook geobserveerd in het buitenland. Een aantal onderzoeken hebben aangetoond dat de interesse voor wetenschappen en techniek afneemt naarmate leerlingen langer op school zitten. Recente studies (zie o.a. Murphy 2005, Ellermeyer 2005) tonen aan dat op het einde van het lager onderwijs, slechts de helft van de leerlingen zegt dat ze niet geïnteresseerd zijn in wetenschappen en technologie. Op het einde van het secundair onderwijs is dat percentage evenwel opgelopen tot 90%. Een mogelijke, enigszins pijnlijke deductie is dat wetenschapsonderwijs blijkbaar jongeren eerder demotiveert voor wetenschap dan dat het hun belangstelling ervoor aanwakkert. Ook in ons land vertaalt de grote behoefte aan technisch en wetenschappelijk gediplomeerden zich nog steeds niet in een stijgende interesse voor technische en wetenschappelijke studies. Meer nog: het omgekeerde is het geval: de belangstelling neemt af. We illustreren dit eerst met enkele gegevens over het secundair onderwijs en behandelen nadien de situatie in het hoger onderwijs. 2 Het cruciaal belang van wetenschap en technologie

20 Situatie in het secundair onderwijs In het algemeen secundair onderwijs is in België de situatie al bij al nog vrij goed. Veel jongeren kiezen in het algemeen vormend onderwijs ( Algemeen Secundair onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap en Enseignement général in de Franse Gemeenschap) voor studierichtingen met een sterke wiskundige of wetenschappelijke inslag. Borrey en Moens (Borrey 2003) berekenden dat in de derde graad van het Vlaamse ASO bijna de helft van jongeren een studierichting met minstens 4 uur wiskunde volgt en meer dan een derde zowel fysica, chemie als biologie krijgt. De percentages liggen wel hoger bij jongens dan bij meisjes. Bemoedigend is dat de percentages de jongste jaren zelfs zijn gestegen misschien onder invloed van beleidsinitiatieven op gebied van wetenschapspopularisering. Hier dient wel bij vermeld dat in de derde graad van het ASO slechts ongeveer één derde van de leerlingen zit. Ook de kwaliteit van het wiskunde- en wetenschapsonderwijs in ons land is hoog. Dit is geïllustreerd in de volgende grafi ek (OECD 2007c, PISA-onderzoek 2006). De Vlaamse jongeren (niet apart weergegeven) scoren zelfs steevast bij de wereldtop. De situatie is heel wat minder rooskleurig binnen het technisch 4 en het beroepsonderwijs, waar bijna twee derde van de Belgische jongeren school loopt. Binnen deze onderwijsvormen neemt het aandeel van de puur technische opleidingen steeds verder af. We illustreren dit met een aantal gegevens afkomstig uit de offi ciële onderwijsstatistieken van de Franstalige en Vlaamse Gemeenschap. De volgende twee grafi eken slaan op de leerlingen in het Franstalig secundair onderwijs. De grafi ek links illustreert dat er een stijging is van het aantal leerlingen in alle vier de onderwijsvormen. De grafi ek rechts toont evenwel aan dat binnen het technisch en beroepsonderwijs, het aandeel van de studenten in de studierichtingen die vallen onder Industrie en Construction afneemt. 4 We zetten technisch hier tussen aanhalingstekens omdat een belangrijk deel van het technisch onderwijs weinig met techniek te maken heeft.

21 19 Een analoge ontwikkeling is te observeren in Vlaanderen. Het aantal leerlingen in de belang rijkste technische studie gebieden in het secundair onderwijs is op zeven jaar tijd met meer dan 11% afgeno men, terwijl het totaal aantal leerlingen in die periode zowat ongewijzigd bleef. 2 Het cruciaal belang van wetenschap en technologie

22 Situatie in het hoger onderwijs Zoals eerder werd aangegeven is het aantal WWT-gediplomeerden in het hoger onderwijs de jongste jaren in ons land nog licht toegenomen; de stijging was wel minder dan in de meeste andere Europese landen. In 2005 was er al een daling merkbaar. Binnen het WWT-gebied zijn er wel sterke verschillen en schommelingen tussen de studierichtingen. Zo is er bij de burgerlijke ingenieurs sprake van een stabilisatie van het aantal generatiestudenten 5 dat voor deze studie kiest, maar blijft het aantal afnemen bij de industrieel ingenieurs, die een dramatische terugval kennen sinds de jaren 90. De volgende grafi ek, gebaseerd op gegevens van Agoria, illustreert dit ten overvloede (enkel gedetailleerde tijdsreeksen beschikbaar voor Vlaanderen): Noteren we verder dat omwille van de afschaffi ng van het toelatingsexamen de slaagcijfers voor studenten burgerlijk ingenieur gedaald zijn en dat er een boom is bij de ingenieur-architecten. Het is dus helemaal niet evident dat er de ko mende jaren een stijging zou komen van het aantal nieuw afgestudeerde burgerlijke ingenieurs. Kijken we trouwens ook naar andere wetenschappelijke studierichtingen, dan zien we dat er hoe dan ook een daling optreedt van het aantal generatiestudenten. In Vlaanderen daalde het absoluut aantal WWTgeneratiestudenten tussen 1999 en 2005 met 4,2%, terwijl het totaal aantal generatiestudenten aan de universiteiten steeg met 3,2%. Aan de Franstalige universiteiten kalfde het aandeel Sciences eveneens af de jongste jaren, hoewel er aan het einde van de jaren 90 nog sprake was van een stijging. 5 Een generatiestudent is een student die zich voor de eerste maal in het hoger onderwijs inschrijft.

23 Oorzaken van de beperkte belangstelling voor WWT-studies Volgens een internationale werkgroep van de OECD 6 over de redenen waarom studenten niet kiezen voor wetenschappelijke studierichtingen zijn de vijf belangrijkste redenen dat deze studies 1. beperkte beroepsperspectieven hebben (volgens de studenten) 2. te weinig maatschappelijk georiënteerd zijn 3. te gespecialiseerd zijn 4. te theoretisch zijn 5. als te moeilijk worden ervaren. Het gaat hier vooral over de perceptie voor wetenschappelijke studies in het hoger onderwijs. In het rapport Meer Techniek in Algemene Vorming! van de Koning Boudewijnstichting (Van den Berghe 2006) worden de volgende redenen gegeven waarom het secundair technisch onderwijs bij veel jongeren (en hun ouders) een negatief imago heeft en ze bijgevolg niet kiezen voor technische studies in het secundair onderwijs: de kennis over technologie in de samenleving is beperkt, onder meer bij veel leerkrachten het technisch onderwijs is niet erg aantrekkelijk (verouderde infrastructuur, gepercipieerd als minderwaardig, ) binnen het onderwijs heeft technologie geen hoge status (in vergelijking met bijvoorbeeld wiskunde of talen) er is te weinig synergie tussen de vele sensibiliseringsinitiatieven (vele actoren nemen initiatieven op eigen houtje) de houding van het bedrijfsleven versterkt het clichématig denken (de wijze waarop de industrie in de media komt bevestigt ouders en leerlingen in hun vooroordelen). In een enquête bij leerlingen in het Vlaamse onderwijs (IPSOS 2006) werd o.m. de vraag gesteld aan leerlingen waarom ze in de tweede en derde graad een studie richting kozen met weinig lesuren natuur we tenschap pen. 75% gaf aan dat andere vakken interessanter waren, en ook 38% vond dat wetenschappen saai was. Er is dus alleszins werk aan de winkel op gebied van sensibilisering! Interessant is ook het omge keerde resultaat, met name de vraag aan leerlingen die wel veel lesuren 6 OECD Working Group on Declining Interest in Science Studies. Spreekbeurt van de voorzitter van de werkgroep, prof. S.E. Wendalaar Bonga van de Radboud Universiteit Nijmegen tijdens de AWI-Workshop Popularisering WTI en de Lissabon-doelstelling meer W&T-afgestudeerden op 30 september Het cruciaal belang van wetenschap en technologie

24 22 wetenschappen wensten in de derde graad. Als veruit het belangrijkste argument kwam interessante lessen naar boven. Dit resultaat onderstreept het belang van een affectieve of zelfs emotionele band met wetenschap en technologie als trigger voor latere studiekeuzen in die gebieden. Verschillende onderzoekers zoeken de oorzaak van de geringe en verminderende belangstelling voor wetenschappelijke en technische studies bij de perceptie die jongeren hebben over die studierichtingen en latere beroepsuitoefening. Het internationaal ROSE-onderzoek (ROSE staat voor Relevance of Science Education - zie website rose/; Schreiner 2007; Sjøberg 2007) heeft o.a. het volgende aangetoond: In veel landen waar leerlingen hoog scoren inzake wiskunde en wetenschappen (zoals die worden gemeten in de TIMMS- en PISA-studies), haten de leerlingen die onderwerpen. De inspanningen die ze moesten doen om die vakken onder de knie te krijgen en de manier waarop ze werden aangebracht, heeft hen veel goesting doen verliezen om op die gebieden voort te studeren. Zelfs zeer capabele leerlingen met excellente resultaten blijken op school WWT-vakken niet graag te doen en kiezen daarom in het hoger onderwijs een andere weg. Dat geldt in het bijzonder voor meisjes. Hoewel jongeren wel degelijk hun studiekeuze laten beïnvloeden door mogelijke beroepsmogelijkheden, is er niemand die een bepaalde studierichting kiest omdat dat goed is voor de nationale economie Dat is een argument dat jongeren niet beïnvloedt bij hun studiekeuze. In de huidige samenleving is de hogere studiekeuze van jongeren steeds meer bepaald door waarden, interesses en mogelijkheid tot zelfrealisatie. Studies in de WWT worden daar steeds minder mee geassocieerd Jongens willen vaak een job waarbij ze dingen kunnen maken of herstellen met hun handen; meisjes willen dat helemaal niet Meisjes willen in hun job andere mensen helpen (dit is nog meer uitgesproken in ontwikkelingslanden); jongens zijn neutraal of weigerachtig Weinig jongeren willen wetenschapper worden (in het bijzonder meisjes) Zeer weinig meisjes willen een loopbaan op technisch vlak.

25 De laatste twee stellingen zijn geïllustreerd in de volgende grafiek (afkomstig uit Schreiner 2007). 23 Houding 1 van 15-jarigen t.o.v. loopbanen in wetenschap en techniek I would like to become a scientist I would like to get a job in technology Uit een perscommuniqé van Agoria 29/11/07 Haast geen enkele jongere kan een Belgisch technologiebedrijf opnoemen. Meer dan 45% vindt zichzelf ongeschikt om later in een technologisch bedrijf te gaan werken. Op de schoolbanken vindt meer dan 60% het vak technologische opvoeding ronduit oninteressant. Dat de bedrijven hopeloos op zoek zijn naar ingenieurs of informatici, daar heeft de helft nog nooit van gehoord! Hebben ze iets tegen de industrie in het algemeen? Zeker niet! Zo beweert meer dan 80% van de jongeren dat ze industrie en technologie belangrijk vinden voor onze welvaart, jobs en innovatie. Maar tegelijkertijd zit 40% van hen opgescheept met hardnekkige clichés over bandwerk, ontslagen en milieuvervuiling. En bij meisjes is het imago over het algemeen nog veel slechter dan bij jongens. Dat alles blijkt uit een enquête in opdracht van Agoria bij enkele duizenden jongeren tussen 16 en 21 jaar. 2.3 Beleidsontwikkelingen Op niveau van de Europese Unie Het groeiend besef over de maatschappelijke noodzaak voor meer gekwalificeerden op gebied van WWT heeft sinds een goede tien jaar geleid tot een veelheid aan beleidsmaatregelen en initiatieven. Op internationaal niveau zijn er de reeds vermelde Lissabon-doelstellingen van de Europese Unie, en meer algemeen een hele reeks initiatieven van de Europese Commissie naar wetenschapspopularisering en het stimuleren van meer wetenschap en techniek in het onderwijs. In het kader van het Europese werkprogramma Education & Training 2010 hebben de lidstaten van de Europese Unie zich geëngageerd om ervaring uit te wisselen over goede praktijken onder de vorm van Peer learning Activities. Eén van deze PLA s gaat specifiek over WWT. Aan deze groep nemen evenwel geen Belgische vertegenwoordigers deel. 2 Het cruciaal belang van wetenschap en technologie

Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen

Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen 7 Juli 2010 Stéphane THYS Coördinator Opzet van de presentatie Studenten in wetenschappelijke

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie

Ingenieur in de huidige maatschappij Karen Maex Vicerector Exacte Wetenschappen

Ingenieur in de huidige maatschappij Karen Maex Vicerector Exacte Wetenschappen Ingenieur in de huidige maatschappij Karen Maex Vicerector Exacte Wetenschappen Inleiding - Studentenaantallen - Slaagkansen - Vrouwelijke/mannelijke studenten - In Vlaanderen en internationaal - Eerste

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

Fiche 3: tewerkstelling

Fiche 3: tewerkstelling ECONOMISCHE POSITIONERING VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Fiche 3: tewerkstelling In de sector werken meer dan 29.400 personen; het volume van de tewerkstelling stijgt met een constant ritme van 3,7 %,

Nadere informatie

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 Training en opleiding (T&O) van werkzoekenden en werknemers is één van de kerntaken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

STEM monitor 2015. 9 juni 2015 RITA DUNON

STEM monitor 2015. 9 juni 2015 RITA DUNON STEM monitor 2015 9 juni 2015 RITA DUNON Doelstellingen STEM-actieplan STEM-actieplan 2012-2020 streeft op middellange termijn naar: Meer starters en afgestudeerden in STEMopleidingen en richtingen die

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Wetenschap bij jou in de buurt/bib

Wetenschap bij jou in de buurt/bib Januari 2007 Vlaamse Overheid - departement Economie, Wetenschap en Innovatie Nobody s Unpredictable Inhoud I. Inleiding II. Synthese 1 I. INLEIDING 2 Onderzoeksdoelstelling De Vlaamse overheid besteedt

Nadere informatie

STEM monitor april 2015 RITA DUNON

STEM monitor april 2015 RITA DUNON STEM monitor 2015 30 april 2015 RITA DUNON Doelstellingen STEM-actieplan STEM-actieplan 2012-2020 streeft op middellange termijn naar: Meer starters en afgestudeerden in STEM-opleidingen en richtingen

Nadere informatie

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX Leerlingen BSO Slaagkansen hoger

Nadere informatie

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes STEM Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes Opvallende resultaten Nederlandse meisjes negatief over eigen bètavaardigheden Meer dan de helft van de Nederlandse

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL

Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht

Nadere informatie

opgeleiden te Brussel. Trends naar Arbeidsmarktontwikkeling voor hoger 6 juni 2006 Studiedag onderwijsvernieuwing

opgeleiden te Brussel. Trends naar Arbeidsmarktontwikkeling voor hoger 6 juni 2006 Studiedag onderwijsvernieuwing Arbeidsmarktontwikkeling voor hoger opgeleiden te Brussel. Trends naar 2012. Studiedag onderwijsvernieuwing 6 juni 2006 DUALE STRUCTUUR VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Economische rijkdom Uitsluiting

Nadere informatie

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014 Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014 Nieuwe ontwikkelingen en impulsen op sociaal, cultureel,

Nadere informatie

Nationale Social Media Onderzoek 2016

Nationale Social Media Onderzoek 2016 Nationale Social Media Onderzoek 2016 Het grootste trendonderzoek van Nederland naar het gebruik en verwachtingen van social media #NSMO Uitgevoerd door: Auteurs: Newcom Research & Consultancy B.V. drs.

Nadere informatie

Het is dan ook belangrijk dat jongeren bewust kiezen voor STEM-opleidingen.

Het is dan ook belangrijk dat jongeren bewust kiezen voor STEM-opleidingen. VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht

Nadere informatie

Lang naar school en toch werkzoekend! Toestand hooggeschoolden in de werkloosheid

Lang naar school en toch werkzoekend! Toestand hooggeschoolden in de werkloosheid Lang naar school en toch werkzoekend! Toestand hooggeschoolden in de werkloosheid Vlaanderen telt per eind januari 2002 5.380 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) met een universitair diploma. Daarnaast

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

STEM monitor Juni 2016

STEM monitor Juni 2016 monitor Juni 2016 Inleiding In het -actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien dat de doelstellingen van het -actieplan worden opgevolgd aan de hand van een indicatoren. Hiervoor werd de

Nadere informatie

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo 1. Inleiding In de afgelopen jaren is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) gegroeid van 902.000 leerlingen in 2009

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Begrijpend lezen in internationaal perspectief en in vergelijking met 2006 5 december 2017 Kim Bellens, Bieke De Fraine, Kelly Tielemans, Jan Van Damme & Margo

Nadere informatie

PERSBERICHT: Jongens worden ingehaald. Meisjes zijn de toekomstige bèta s

PERSBERICHT: Jongens worden ingehaald. Meisjes zijn de toekomstige bèta s PERSBERICHT: Jongens worden ingehaald. Meisjes zijn de toekomstige bèta s Grootste populariteitsonderzoek naar schoolvakken ooit onder 25. scholieren. De bètavakken natuurkunde, scheikunde, techniek, wiskunde

Nadere informatie

Rapportage cijfers Profielkiezers

Rapportage cijfers Profielkiezers Rapportage cijfers Profielkiezers www.qompas.nl Qompas ProfielKeuze 2012-2013 Gemiddelde cijfers havo en vwo Surrounded by Talent Gemiddelde cijfers 3 havo-vwo 3 havo/vwo Lichamelijke opvoeding 7,42 7,37

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID C158 OND20 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 19 april 2001 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID Vraag om uitleg van de heer Dirk De Cock tot mevrouw

Nadere informatie

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW Periode 1 september 2015-31 augustus 2016 Goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 17/06/2015 1 Inleiding RTC Vlaams-Brabant vzw wil, net als zijn

Nadere informatie

Verbeteren van de slechte schoolresultaten voor wiskunde en wetenschap blijft uitdaging voor Europa

Verbeteren van de slechte schoolresultaten voor wiskunde en wetenschap blijft uitdaging voor Europa EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Verbeteren van de slechte schoolresultaten voor wiskunde en wetenschap blijft uitdaging voor Europa Brussel, 16 november 2011 Beleidsmakers moeten scholen beter ondersteunen

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan. Tweede adviesnota van het STEM-PLATFORM aan de stuurgroep donderdag, 12 december 2013 Brussel, Koning Albert II - Laan Pagina 1 Beoordelingskader voor de subsidiëring van initiatieven ter ondersteuning

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008-147-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008-147- Vlaams Parlement Vragen en Antwoorden Nr.2 November 2008 47 VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTERPRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

nr. 290 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 290 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 290 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig Brussel Lerarentekort

Nadere informatie

Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2015. Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen

Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2015. Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen Onderzoek naar de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Alle schoolverlaters van 2013 worden 1 jaar lang gevolgd (tot en met juni 2014) Succes wordt

Nadere informatie

Tewerkstelling. pharma.be vzw asbl

Tewerkstelling. pharma.be vzw asbl Tewerkstelling In 2012e werkten in de sector meer dan 32.500 personen. Dat is 6,7 % van de totale tewerkstelling in de verwerkende industrie en 1,2 % van de totale tewerkstelling in de private sector.

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Netwerk voor het verbeteren van niet-formele wetenschapseducatie in Europa. Education and Culture Lifelong learning programme COMENIUS

Netwerk voor het verbeteren van niet-formele wetenschapseducatie in Europa. Education and Culture Lifelong learning programme COMENIUS Netwerk voor het verbeteren van niet-formele wetenschapseducatie in Europa Education and Culture Lifelong learning programme COMENIUS Waarom wetenschapseducatie? Eén van de belangrijkste taken van Europa

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

Wijnimport Nederland naar regio

Wijnimport Nederland naar regio DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst

Nadere informatie

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes:

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes: ZER Informatica Resultaten programma-evaluatie Programma-evaluatie 5 enquêtes: - Overgang secundair onderwijs universiteit - Studenten die niet aan examens deelnamen / met hun opleiding stopten - Evaluatie

Nadere informatie

Evaluatie Stichting Onderwijs & Ondernemen

Evaluatie Stichting Onderwijs & Ondernemen 7 oktober 2013 Evaluatie Stichting Onderwijs & Ondernemen Managementsamenvatting www.technopolis-group.com Evaluatie Stichting Onderwijs & Ondernemen Managementsamenvatting technopolis group, oktober 2013

Nadere informatie

Jaarverslag Herplaatsingsfonds. 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding

Jaarverslag Herplaatsingsfonds. 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding Jaarverslag Herplaatsingsfonds 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding Het Herplaatsingsfonds financiert de outplacementbegeleiding van alle ontslagen werknemers tewerkgesteld in bedrijven in het Vlaamse

Nadere informatie

Gezondheidskloof tussen sociale groepen neemt toe

Gezondheidskloof tussen sociale groepen neemt toe Met de steun van PERSBERICHT 4/05/2010 6 blz Gezondheidskloof tussen sociale groepen neemt toe opgeleiden leven langer, lager opgeleiden gaan er niet op vooruit Brussel, 4 mei 2010 Een vrouw van 25 jaar

Nadere informatie

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Onderwijs en vorming Samenvatting 73.609 leerlingen (2012) 16.981 kleuters 26.537 kinderen in het lager

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten Verklaring van Münster omtrent de onderlinge relaties op het gebied van hoger onderwijs, wetenschap en onderzoek tussen Nederland, de Vlaamse Gemeenschap van België, het Groothertogdom Luxemburg, Nederland

Nadere informatie

Contextschets Techniek

Contextschets Techniek Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009-517- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 60 van 29

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Jongeren ten opzichte van hun eerste job 15-09-2008

Jongeren ten opzichte van hun eerste job 15-09-2008 Jongeren ten opzichte van hun eerste job Samenvatting 15-09-2008 van de resultaten a Market Probe division Doelstelling van het onderzoek 2 3 Kennis over de jongeren ten aanzien van het einde van hun studies

Nadere informatie

STEM didactiek - een overzicht Vernieuwde didactiek voor wiskunde, wetenschappen en techniek in het Vlaamse secundair onderwijs

STEM didactiek - een overzicht Vernieuwde didactiek voor wiskunde, wetenschappen en techniek in het Vlaamse secundair onderwijs STEM didactiek - een overzicht Vernieuwde didactiek voor wiskunde, wetenschappen en techniek in het Vlaamse secundair onderwijs Wim Dehaene KULeuven-ESAT-MICAS Wie ben ik prof. dr. ir. Wim Dehaene wim.dehaene@esat.kuleuven.be

Nadere informatie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag Groeiende en 1 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler van wereldformaat

Nadere informatie

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd. Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie DREAM-project Evaluatie DREAM-project De Vlaamse overheid ondersteunt een aantal initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap en de ondernemerszin.

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten

Nadere informatie

Opleidings- en begeleidingscheques

Opleidings- en begeleidingscheques Opleidings- en begeleidingscheques De Maatregel Om werknemers ertoe aan te zetten een leven lang te leren, draagt de Vlaamse overheid financieel een steentje bij. Sinds september 2003 1 kunnen werknemers

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.9 - Juni

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.9 - Juni Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.9 - Juni 2008-299- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

3. Meer dan de helft van de 57 miljoen niet-schoolgaande kinderen leeft in Afrika bezuiden de Sahara. Juist Bron: www.un.org

3. Meer dan de helft van de 57 miljoen niet-schoolgaande kinderen leeft in Afrika bezuiden de Sahara. Juist Bron: www.un.org of fout 1. In Afrika bezuiden de Sahara is het aantal personen in extreme armoede gestegen tussen 1990 en 2010. 290 miljoen in 1990, 414 miljoen in 2010. 2. Tussen 2000 en 2011 is het aantal niet-schoolgaande

Nadere informatie

Hogescholen en Universiteiten met een open blik

Hogescholen en Universiteiten met een open blik Editie 2009-2010 Hogescholen en Universiteiten met een open blik Om elkaar te begrijpen, moet je elkaar kennen. Vanuit die gedachte organiseert het Prins Filipfonds een project dat uitwisseling en samenwerking

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER Erasmusprogramma Evaluatie Het Erasmusprogramma

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

Monitor Haagse Lerarenbeurs. peildatum januari 2015

Monitor Haagse Lerarenbeurs. peildatum januari 2015 Monitor Haagse Lerarenbeurs peildatum januari 2015 Den Haag, april 2015 1 Introductie In december 2011 deed De Rode Loper onderzoek naar het percentage onbevoegd gegeven lessen in de Haagse regio. 1 Uit

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Moderne Talen AO AV 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 28 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 1 De arbeidsmarkt wordt krapper: alle talent is nodig Evolutie van de vervangingsgraad (verhouding 15-24-jarigen

Nadere informatie

Evaluatie Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw

Evaluatie Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw 7 oktober 2013 Evaluatie Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw Managementsamenvatting www.technopolis-group.com Evaluatie Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw Managementsamenvatting technopolis group, oktober 2013

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Chemie: dat ben jij! Module 4. Gelijkheid: Bewustmakende activiteiten over chemie

Chemie: dat ben jij! Module 4. Gelijkheid: Bewustmakende activiteiten over chemie Chemie: dat ben jij! Module 4. Gelijkheid: Bewustmakende activiteiten over chemie 1 INHOUD Module 4. Gelijkheid: Bewustmakende activiteiten over chemie... 2 1. Maken van een portret van een vrouwelijke

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven 1. Referentie Referentie Duqué, H. (1998). Zittenblijven en schoolse vertraging in het Vlaams onderwijs. Een kwantitatieve analyse 1996-1997. Onuitgegeven onderzoeksrapport, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens Inleiding Uit onderzoek blijkt dat vooral jongeren hun weg vinden naar de bibliotheek. 65% van alle jongeren onder de 18 jaar bezochten in hun vrijetijd de bibliotheek en ze waren zo goed als allemaal

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Secundair Onderwijs. Structuur van het rapport. De vraag naar leraren. Arbeidsmarktrapport Basisonderwijs Secundair onderwijs

Secundair Onderwijs. Structuur van het rapport. De vraag naar leraren. Arbeidsmarktrapport Basisonderwijs Secundair onderwijs VVKSO CODIS/DOC/11/09 2011-02-07 Arbeidsmarktrapport 2010 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Departement Onderwijs en Vorming Secundair Onderwijs Basisonderwijs Secundair onderwijs Structuur van

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie