Investments. Het belang om de portefeuille groen te maken

Transcriptie

1 Investments November 2018 Het belang om de portefeuille groen te maken De index MSCI, die de ondernemingen omvat die als doelstelling hebben om hun koolstofemissie te verlagen (index MSCI All Countries Low Carbon Target), doet het met een meerprestatie van bijna 9% (in euro) sinds het einde van 2014 overigens niet slecht in vergelijking met de rest van de markt (index MSCI World All Countries). Dit lijkt erop te wijzen dat de ondernemingen die hun koolstofvoetafdruk het sterkst willen verkleinen het op de beurs beter doen dan diegene die dit niet doen! De meeste landen die het Akkoord van Parijs hebben ondertekend, hebben zich ertoe verbonden hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het akkoord beoogt namelijk de klimaatopwarming te beperken tot minder dan 2 C onder de gemiddelde temperatuur die waargenomen werd vóór de industriële revolutie. Hiertoe leggen de Europeanen de klemtoon op meer energie-efficiëntie, terwijl de opkomende landen, zoals India en China, zich toespitsen op de ontwikkeling van minder vervuilende alternatieve energiebronnen (wind, zon, enz.). De gemeenschappelijke doelstelling bestaat erin om tegen 2100 de drempel van miljard ton koolstofdioxide die in de atmosfeer wordt uitgestoten, te voorkomen. Het knelpunt is dat meer dan de helft van dit theoretische "CO2-budget" reeds opgebruikt werd tussen het begin van de industriële revolutie en Maar nog slechter is dat, aan het huidige tempo (40 miljard ton per jaar) ons koolstofbudget binnen een twintigtal jaren al volledig opgebruikt zal zijn. Dit wil zeggen dat, wanneer men zich wil houden aan het aangegane engagement, we volgens het World Resources Institute er van moeten afzien om de drie vierde van de bewezen reserves aan gas, steenkool en olie te exploiteren! De uitdaging is van kolossale omvang: de gevolgen van de ontregeling van het klimaat zouden elk jaar tot in 2100 becijferd kunnen worden op tussen 5 en 20% van het wereldwijde bruto binnenlands product. Het gaat hierbij niet enkel om schade die veroorzaakt wordt door ingrijpende klimatologische fenomenen (orkanen, overstromingen, droogtes, enz.) die steeds vaker voorkomen, maar ook om de kosten die inherent zijn aan strengere klimaatreguleringen, alsook aan de noodzakelijke technologische aanpassingen, zoals diegene die worden geïmplementeerd in de domeinen van de hernieuwbare energie of de batterijen. Zelfs al lijkt de uitdaging immens, toch mogen we de schouders niet laten hangen. De strijd tegen de opwarming van het klimaat en van de perverse effecten ervan is niet bij voorbaat verloren. Het bewijs: sinds het Montrealprotocol dat 30 geleden werd ondertekend, kon dankzij de vermindering van de uitstoot van chloorfluorkoolstoffen (CFK's) in de atmosfeer het gat dat zich elke lente vormt in de ozonlaag worden verkleind. Sinds het jaar 2000 is dit gat gekrompen tot een oppervlakte die het equivalent is van de grootte van India!

2 Hoewel overheden, beleggers en consumenten de tijd hebben genomen om de omvang van de uitdagingen die moeten worden aangegaan, te integreren en te evalueren, krijgen ze nog een duwtje in de rug door het veelvuldig voorkomen van vernietigende klimaatfenomenen. Deze evolutie houdt voor beleggers die bekommerd zijn om hun portefeuilles zo goed mogelijk te beheren, niet alleen grote risico's in maar ook grote opportuniteiten. De hele uitdaging bestaat er vanzelfsprekend in om zich zo goed mogelijk aan te passen (de risico's tot een minimum beperken en de opportuniteiten maximaliseren) aan de onvermijdelijke overgang naar een economie die weinig koolstof uitstoot. Inzetten op "groene" energievormen en technologieën Dit is mogelijk door middel van twee benaderingswijzen. De eerste bestaat erin om de portefeuilles te beschermen tegen stuiptrekkingen van het klimaat. De tweede bestaat erin te bepalen welke de ondernemingen zijn die mogelijk het meest zullen profiteren van de overgang van een economie die fossiele energiebronnen ruim bedeelt, naar een economie die minder energieverslindend en vervuilend is. Ongeacht de weg die wordt ingeslagen, zijn we er rotsvast van overtuigd dat het integreren van overwegingen inzake milieu en duurzame ontwikkeling in het beleggingsproces steeds meer een noodzaak gaat blijken te zijn. Maar het koppelen van de financiële prestaties van een onderneming aan haar milieu-impact betekent daarom nog niet dat verzaakt moet worden aan de rendementsvereisten. De index MSCI World, die de ondernemingen omvat die als doelstelling hebben om hun koolstofemissie te verlagen (index MSCI All Countries Low Carbon Target), doet het met een meerprestatie van bijna 9% (in euro) sinds het einde van 2014 overigens niet slecht in vergelijking met de rest van de markt (index MSCI World All Countries)... Dit lijkt erop te wijzen dat de ondernemingen die hun koolstofvoetafdruk het sterkst willen verkleinen het op de beurs beter doen dan diegene die dit niet doen. Het Akkoord van Parijs gaat leiden tot een versnelling van de investeringen in "groene" technologieën, hernieuwbare energiebronnen en elektrische voertuigen.

3 De Verenigde Staten waarderen de noodzakelijke uitgaven op meer dan miljard dollar voor het "koolstofvrij maken" van de wereldeconomie en voor het voorkomen van temperatuurstijgingen die volgens wetenschappers zouden kunnen leiden tot overstromingen van kuststeden, tot het overhoop gooien van de landbouwpraktijken en tot het vernietigen van tal van ecosystemen. Volgens een scenario dat werd uitgewerkt door het Internationaal Energieagentschap (IEA), zullen de hernieuwbare energiebronnen 59% aantrekken van de investeringen in de elektriciteitssector in de loop van het komende decennium en zou dit aandeel tussen 2026 en 2040 moeten stijgen tot bijna 65%. De ondernemingen die actief zijn binnen de sectoren van de toekomst, zoals hernieuwbare energie en energie-efficiëntie (zonnepanelen, hoogtechnologische isolatie, energiezuinige verlichting,...) maken zich klaar om opportuniteiten zonder voorgaande aan te grijpen. Anderzijds lopen de producenten van fossiele energievormen, en dan vooral binnen de sector van de steenkool, en de landen die er afhankelijk van zijn, het risico dat ze een zware tol zullen moeten betalen voor de paradigmawijziging. Dit is overigens ook het beeld dat op de beurs overheerst. Zo presteert de index die de 26 belangrijkste steenkoolproducenten groepeert sinds het einde van 2012 bijna 40% minder goed, terwijl de aandelen die verband houden met hernieuwbare energiebronnen met 70% in waarde gestegen. De "groene" obligaties zouden ook promotie moeten maken Ook de obligatiebeleggers kunnen een invloed hebben op de problematiek van de klimaatuitdagingen via groene obligaties ("green bonds"). Deze beogen de financiering van projecten, en dan vooral binnen de sectoren van het transport, de hernieuwbare energie en de energie-efficiëntie, die ernaar streven de negatieve gevolgen die ingegeven worden door de klimaatveranderingen te beperken.

4 Hoewel de markt van de groene obligaties slechts over een beperkt uitstaand bedrag beschikt (Bloomberg waardeert dit op 350 miljard dollar, ofwel slechts 0,40% van de volledige obligatiemarkt), lijkt ze de wind in de zeilen te hebben en zou ze zich beetje bij beetje moeten opwerken tot de rang van een volledig aparte activaklasse. Maar zelfs al blijven de prestaties van groene obligaties iets hoger op die van de obligaties van ontwikkelde landen (sinds eind 2015 laten ze een gemiddeld rendement optekenen van 6,2% in euro, tegenover 2,7% voor de werelde obligaties), toch zouden ze in de toekomst aanspraak kunnen maken op een premie ten opzichte van hun tegenhangers wanneer men de toenemende bereidheid van beleggers voor dit type instrumenten in ogenschouw neemt. Aangezien de infrastructuren, die als noodzakelijk worden beschouwd om de klimaatontregeling te beperken, tegen 2030 financieringen nodig hebben ten belope van miljard dollar, zullen de green bonds ontegensprekelijk een belangrijke rol spelen. Te meer wanneer men weet dat het deel dat het aandeel dat door de pensioenfondsen wordt toebedeeld aan de duurzame infrastructuren volgens de OESO voor de periode slechts 3,5% heeft vertegenwoordigd. Een gediversifieerde beleggingsportefeuille Groen of niet, een goed gediversifieerde beleggingsportefeuille is essentieel. Daarom is een brede aanpak aan te raden. In deze optiek adviseert ING een duurzame beleggingsoplossing ( die - aan de hand van een belegging in de beste duurzame fondsen in de markt - internationaal gespreid is over de drie voornaamste activaklassen (aandelen, obligaties en cash) en daarbij de beleggingsstrategie van ING weerspiegelt.

5 Disclaimer "Deze documenten zijn commerciële documenten opgesteld en verdeeld door ING Private Banking, een commerciële afdeling binnen ING België, en zijn uitsluitend opgemaakt voor informatiedoeleinden. De huidige documenten vormen noch een persoonlijk advies, een aanbod of een uitnodiging tot het kopen of verkopen, noch het deelnemen aan een beleggingsstrategie. De inhoud is gebaseerd op informatiebronnen die betrouwbaar worden geacht. De gepresenteerde informatie kan zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd. Er wordt door ING België, of een andere entiteit die deel uitmaakt van de ING Groep, geen enkele uitdrukkelijke of impliciete garantie, waarborg of verklaring gegeven omtrent de juistheid, geschiktheid of volledigheid van de beschikbaar gestelde informatie. De gepresenteerde informatie kan zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd. Noch ING België, noch een andere entiteit die deel uitmaakt van de ING Groep, noch haar functionarissen, directeuren of medewerkers aanvaarden enige aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid ten aanzien van de verstrekte informatie. Dit materiaal is niet voor een specifieke belegger bedoeld. Evenmin wordt in dit materiaal rekening gehouden met bijzondere beleggingsdoelstellingen, financiële omstandigheden of financiële behoeften en kan dit aldus in geen geval beschouwd worden als investeringsadvies. De waarde van effecten en van inkomstenstromen kan zowel stijgen als dalen en is niet gegarandeerd. Feitelijke resultaten, prestaties en gebeurtenissen kunnen wezenlijk afwijken van de gepresenteerde gegevens. De oorzaken hiervan kunnen zeer divers zijn, met name (i) de algemene economische omstandigheden in de kernmarkten van ING; (ii) de algehele prestaties van financiële markten, waaronder de opkomende markten; (iii) renteniveaus en wijzigingen in renteniveaus; (iv) wisselkoersen; (v) algemene concurrentiefactoren; (vi) wijzigingen in de wet- en regelgeving en (vii) veranderingen in het beleid van overheden en/of toezichthouders. Beleggers dienen te beseffen dat op de producten en effecten die hier genoemd worden hun eigen specifieke bepalingen en voorwaarden van toepassing zijn. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande toestemming van de houder van het auteursrecht is het niet toegestaan om enig deel van deze publicatie in enige vorm of op enige wijze (mechanisch, door middel van fotokopie, opname of anderszins) te kopiëren, op te slaan in een informatiesysteem of te verzenden. Bovenvermelde bepalingen beletten niet dat ING België, haar functionarissen, directeuren of medewerkers in geval van grote nalatigheid aansprakelijk gesteld kunnen worden. "