7,4. Profielwerkstuk door een scholier 4564 woorden 1 februari keer beoordeeld. Hoofdvraag: Wat is het syndroom van Down?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7,4. Profielwerkstuk door een scholier 4564 woorden 1 februari keer beoordeeld. Hoofdvraag: Wat is het syndroom van Down?"

Transcriptie

1 Profielwerkstuk door een scholier 4564 woorden 1 februari ,4 190 keer beoordeeld Vak Biologie Hoofdvraag: Wat is het syndroom van Down? 1 Oorzaak syndroom van Down Elke cel bestaat uit twee delen: de kern (nucleus) en het cytoplasma In de kern bevinden zich de chromosomen. Chromosomen kan je het best voorstellen als lange ketens aaneengeschakelde, ingewikkelde, chemische bouwstukjes. Elke schakel (ingewikkeld, chemisch bouwstukje) is anders. Elke schakel draagt gecodeerde informatie. Die gecodeerde informatie regelt en beheerst de deling, groei en functie van de cellen. Die gecodeerde stukjes heten genen. Op ieder chromosoom bevinden zich er vele duizenden ( ieder chromosoom bevat ongeveer genen ). De informatie die de genen bevatten, noemt men de genetische code. Elk diersoort heeft haar eigen genetische code. Mensen hebben 46 chromosomen van verschillende grootte. De genetische code is van ieder persoon uniek. Alle mensen hebben in alle cellen 46 chromosomen (uitgezonderd de rode bloed bloedcellen en de geslachtscellen: de eicel of zaadcel). Deze 46 chromosomen bestaan uit 22 paren identieke chromosomen (autosomen) en twee geslachtschromosomen. De geslachtschromosomen bepalen of de nakomeling van het mannelijk of van het vrouwelijk geslacht is. Om chromosomen te kunnen herkennen geven de wetenschappelijke onderzoekers de paren de nummers 1 t/m 22. Hierbij wordt er gekeken naar grootte. Om dezelfde reden verdelen ze de chromosomen in groepen onder de letters A t/m G: -De zes grootste in groep A; -Dezelfde wat grootte betreft in groep B; -Enz. Tegenwoordig kunnen de chromosomen worden thuisgebracht door de verschillende dwarsstreepjes in de chromosomen zichtbaar te maken. Je hoeft ze dan niet meer in de groepen A t/m G te verdelen. Elk nieuw mens heeft 46 chromosomen nodig: 23 van de vader en 23 van de moeder. De nieuwe cel, de bevruchte eicel, begint zich te delen in twee cellen: de eerste celdeling. Die twee cellen delen zich dan weer bij de tweede celdeling in vier cellen en bij de derde celdeling in acht cellen, enz. Het is belangrijk dat iedere cel een identieke serie chromosomen en dus ook dezelfde genetische instructies krijgt. Om daarvoor te zorgen valt elk chromosoom vóór de cel zich deelt, in twee chromatiden uiteen, en elke chromatide neemt stoffen op uit de cel om twee identieke chromosomen te kunnen voortbrengen. Wanneer de cel zich nu deelt, bevatten de twee nieuwe cellen allebei één kopie van elk chromosoom. Dit houdt in dat iedere cel een identieke serie chromosomen en dus dezelfde unieke Pagina 1 van 11

2 genetische code heeft als de eerste cel. Iemand die geboren wordt met het syndroom van Down heeft in plaats van 46 chromosomen, 47 chromosomen. Iemand met het syndroom van Down heeft chromosoom nr. 21 extra. Er zijn drie manieren voor het krijgen van 47 chromosomen en dus het syndroom van Down. Trisomie 21 (gewone) Tijdens de meiose Tijdens de productie van de eicel of zaadcel kunnen de chromosomen van een paar aan elkaar blijven plakken. De eicel of de zaadcel heeft dan 24 in plaats van 23 chromosomen en een andere zaadcel of eicel heeft dan 22 chromosomen. Vaak gebeurt dit bij de vrouw, omdat die haar eicellen al voor de geboorte heeft. Hierdoor kunnen er eerder foutjes optreden. De man produceert zijn hele leven door zaadcellen, waardoor die minder oud zijn. Als de eicel wordt bevrucht door de zaadcel en een van de twee (de eicel of de zaadcel) heeft chromosoom nr. 21 extra, dan krijgt men een kindje met 47 chromosomen en heeft het het syndroom van Down. Mozaïek trisomie 21 Tijdens de mitose Als één van de chromosomenparen zich niet deelt, dan krijgt een van de twee nieuwe cellen 45 chromosomen en de andere 47 chromosomen. De cel met 45 chromosomen sterft af. De cel met 47 chromosomen deelt zich verder. Er ontstaan nieuwe cellen met ieder 47 chromosomen. Als deze storing optreedt tegen het eind van het groeiproces, als er al duizenden gewone cellen zijn ontstaan, heeft dit meestal geen verdere gevolgen. Tenzij de storing samenvalt met een kritieke periode in het ontwikkelingsprogramma. Maar als de storing optreedt tijdens de eerste celdelingen, wanneer er nog maar een paar cellen zijn, heeft dat wel ernstige gevolgen. Als het tijdens de eerste deling van de bevruchte eicel gebeurt is de kans groot dat alle daaruit voortkomende cellen 47 chromosomen hebben Translocatie-trisomie 21 Tijdens de meiose Bij translocatie heeft het extra chromosoom een bijzondere plaats (locatie) ingenomen. Het zit vast aan een ander chromosoom, meestal het 14e chromosoom. Bij translocatie zijn er ook 3 chromosomen nr. 21, vandaar de naam translocatie-trisomie 21. Het kan zijn dat één van de ouders drager is van een translocatie. Zowel de vader als de moeder kan drager zijn. De drager vertoont uiterlijk geen afwijkingen. Vormt deze drager echter geslachtscellen, dan ontstaan er problemen. Er zijn 4 soorten geslachtscellen mogelijk. A 25% van de geslachtscellen bevat geen chromosoom nr. 21. B 25% van de geslachtscellen bevat één chromosoom nr. 21 boven op een chromosoom nr. 14. C 25% van de geslachtscellen bevat twee chromosomen nr. 21, waarbij er één bovenop een chromosoom nr. 14 zit. D 25% van de geslachtscellen is normaal. Pagina 2 van 11

3 Als één van deze soorten geslachtscellen samengaat met een normale geslachtscel, krijgt men theoretisch vier mogelijkheden. 1) Chromosoom nr. 21 ontbreekt, deze vrucht is niet levensvatbaar. 2) Er is een normaal aantal chromosomen aanwezig; dit wordt een dager. 3) Trisomie 21, ten gevolge van een translocatie. Dit wordt een baby met het syndroom van Down. 4) Een normale vrucht. Het krijgen van een kind met het syndroom van Down door translocatie kan erfelijk zijn, maar het hoeft niet. 2 Geschiedenis syndroom van Down In 1866 werd er voor het eerst over het syndroom van down gepubliceerd door dr. J Langdon Down. Daarna duurde het ruim tien jaar voordat er weer over geschreven werd. En deze schrijvers waren niet bekend met de publicatie van dr. Langdon Down. Hierna kwamen er steeds meer beschrijvingen over allerlei verschillende kanten van het syndroom van Down. Men zag in dat dr. Langdon Down de eerste was met een duidelijke beschrijving van het beeld en men ging dan ook spreken over het syndroom van Down. In 1909 ontdekte men dat kinderen met het syndroom van down vaak geboren werden bij oudere moeders en dat het nogal eens de laatste baby was van een groot aantal kinderen in één gezin. Men kwam er niet uit welke factor het belangrijkste was: de oudere leeftijd van de moeder of het krijgen van veel kinderen. Omdat er in het begin van deze eeuw veel kinderen met het syndroom van Down stierven aan tuberculose, dacht men dat deze ziekte ook de oorzaak van het syndroom van down zou kunnen zijn. In 1898 ontdekte men het samengaan met hartafwijkingen. Dit samengaan bevestigde het vermoeden dat de afwijking al heel vroeg in de zwangerschap zou ontstaan. In 1936 werden de karakteristieke lijnen die op het syndroom van Down wijzen in de handpalm van de pasgeborene ontdekt. Men wist dat handlijnen in de 10e week van de zwangerschap worden gevormd, zodat de afwijking daarvoor zou moeten zijn ontstaan. Het werd duidelijk, dat het syndroom van Down een afwijking was die al heel vroeg in de zwangerschap ontstond. Men heeft ook gedacht dat de oorzaak lag in een te lage schildklierwerking. Dit was niet zo n vreemde gedachte, want er bestaat inderdaad een ziektebeeld, het kretinisme, dat veroorzaakt wordt door een gebrek aan schildklierhormoon. Ook deze mensen blijven klein en ook bij hen is er een vertraging in de verstandelijke groei. Later bleek uit onderzoek dat de schildklier bij mensen met het syndroom van Down meestal normaal werkt. Aanvankelijk dacht men dat het syndroom van Down alleen bij Europeanen voorkwam. In 1932 ontdekte men echter, dat het ook voorkwam bij Indianen in Mexico. In 1934 volgde een verslag over Chinese en Japanse kinderen. Pas in 1955 werd het beschreven bij mensen in Oeganda. Het blijkt dus bij alle rassen voor te komen. In 1926 kwam men op het idee van erfelijke factoren door middel van tweelingenonderzoek. Eeneiige tweelingen vertoonden altijd hetzelfde en bij twee-eiige tweelingen was er meestal één normaal kind bij. Zoals al verteld bleek de leeftijd van de moeder belangrijk te zijn. Hoe ouder de moeder, des te meer kans op een kind met het syndroom van Down. Het bleek niet belangrijk te zijn of de moeder veel kinderen had Pagina 3 van 11

4 gehad. Ook de leeftijd van de vader bleek van geen belang te zijn (tegenwoordig twijfelt men hieraan). Iedere keer ontdekte men weer iets en het werd steeds duidelijker dat erfelijke factoren een belangrijke rol speelden. In de jaren twintig ontdekte men de chromosomen. Pas in 1956 ontdekte men het juiste aantal chromosomen bij de mens. Ieder mens heeft in al zijn cellen 46 chromosomen. Behalve in de geslachtscellen, deze hebben de helft van dit aantal. Ook ging men ook bij mensen met het syndroom van Down de chromosomen bestuderen. In 1959 ontdekte men dat iemand met het syndroom van Down 47 chromosomen heeft, dus één meer dan normaal. 3 De eigenschappen Hoe komt het dat de verkeerde scheiding van de chromosomen voor de kenmerken zorgen die bij het syndroom van Down horen? Het extra chromosoom nr. 21 voegt extra genetische informatie toe. Dit verstoort het normale programma van de groei en ontwikkeling. Doordat mensen met het syndroom van Down ongeveer hetzelfde extra genetisch materiaal hebben (niet alles is natuurlijk hetzelfde, er zijn natuurlijk wel verschillen in kleur ogen, kleur haar etc), hebben zij veelal lichamelijke en geestelijke trekken gemeen. Hierdoor lijken zij min of meer op elkaar. Kenmerken waaraan je kunt zien dat een pasgeborene het syndroom van down heeft: De oogspleten lopen vanaf de neus naar de zijkant van het hoofd nogal schuin omhoog. De oogspleet is vaak smal en kort. Bij ongeveer 30 tot 70% van de baby s is de iris aan de rand wit gevlekt. (vooral goed te zien bij baby s met blauwe ogen.) Het gezicht lijkt vaak vlak, doordat de neusrug meestal laag en de jukbeenderen vrij hoog zijn. Hierdoor lijkt ook de neus klein, kort en dik. Het hoofdje is vaak wat kleiner dan normaal en de achterkant van het hoofd is meestal afgeplat. Hierdoor lijkt het hoofd rond. De zachte plekken (de fontanellen) zijn meestal groter dan normaal, en bij baby s met het syndroom van Down blijf je die zachte plekken langer voelen. Dit komt doordat de baby langzamer groeit dan gewone baby s, zodat het langer duurt vóór de schedelbeenderen met elkaar zijn vergroeid. De mond van de baby is vaak klein en de lippen vrij dun. De mond is van binnen vaak ook kleiner dan die van andere baby s, en het verhemelte vlakker, met een hoge boog in het midden. Vanwege deze kleinere mondinhoud heeft de tong minder ruimte en steekt daarom vaak naar buiten. Ook zijn de kaak - en tongspieren vaak slap, waardoor de mond vaak openstaat. De armen en de benen zijn vaak kort in verhouding tot de romp. De handen van de baby s zijn vak breed en plat en de vingers kort. Bij ongeveer de helft van de kinderen loopt er één plooi dwars over de handpalm. Dit kan in beide handen of maar in één hand worden aangetroffen. De voeten zijn ook vaak breed en de tenen kort. 4 Vroeger Nu Pagina 4 van 11

5 Toen in 1866 dr. J Langdon Down het syndroom van Down voor het eerst beschreef veronderstelde hij dat mensen met het syndroom van Down behoorden tot een primitiever ras, namelijk het Mongoolse ras. Over dit ras had men uitgesproken ideeën: Ze zijn zo sociaal, ze zijn zo muzikaal, het zijn zulke imitatoren. Deze stereotypen zijn door wetenschappelijk onderzoek als onjuist aangetoond. Kinderen met het syndroom van Down zijn niet socialer of muzikaler dan andere kinderen. Imitatie gebruiken zij net als alle andere kinderen als een manier van leren. Het valt misschien wat meer op, omdat de kinderen, door hun trage ontwikkeling, er langer mee doorgaan. Ook het stereotype het zijn de liefste kindertjes, ze zijn zo gemakkelijk of ze zijn zo eigenzinnig en koppig klopt niet. Net als elk ander kind hebben kinderen met het syndroom van Down hun eigen temperament en karakter. Er werd tot ver in de jaren zeventig in medische en psychologische boeken te lezen dat men dacht dat kinderen met het syndroom van Down niet of nauwelijks zouden leren praten en nauwelijks zelfstandig zouden kunnen worden. Het leren van lezen, schrijven en rekenen zou voor enkele uitzonderingen zijn weggelegd. Hoe kwam men aan dit beeld? De schrijvers van medische en psychologische handboeken baseerden zich op onderzoek uit de eerste helft van deze eeuw. In die tijd werd aangenomen dat de aangeboren verstandelijke vermogens van kinderen met het syndroom van Down zeer beperkt waren en dat men daar nu eenmaal weinig of niets aan kon veranderen. Veel kinderen groeiden vanaf jonge leeftijd op in grote instituten. Uit onderzoek naar deze kinderen kwam een beeld naar voren van kinderen die over het algemeen een IQ hadden van tussen de 20-30, dit zijn inderdaad kinderen met een ernstige verstandelijke belemmering. Vanaf de jaren vijftig bleek uit onderzoeken, dat thuis opgevoede kinderen zich veel beter ontwikkelden dan kinderen die in een instituut zaten. De omgeving had dus wel degelijk invloed op de ontwikkeling. Steeds vaker werden kinderen thuis opgevoed. Een tweede verandering kwam aan eind jaren zestig. De Verenigde Staten begon met een programma voor vroegtijdige systematische ontwikkelingsstimulering (early intervention) bij kinderen met het syndroom van Down (oorspronkelijk was dit programma bedoeld voor kinderen uit achterstandsmilieus). De kinderen ontwikkelden zich ontzettend goed, of dit nu alleen kwam door early intervention of dat er ook andere factoren meespeelden (verandering in houding van de omgeving; verbeteringen in medische aanpak; verbeteringen in het onderwijs) blijft ook nu nog de vraag. Wetenschapper Cunningham doet onderzoek naar kinderen met het syndroom van Down dat geboren is tussen augustus 1973 en augustus 1980 in Manchester. Op grond van vergelijkingen met andere recente onderzoeken komt hij tot de volgende conclusie met betrekking tot kinderen met het syndroom van Down van vijf/ zes jaar oud. Hooguit 25% kan gerekend worden tot de categorie kinderen met een ernstige of zeer ernstige verstandelijke belemmering/ handicap. Het IQ is kleiner dan 35. Bij 45-60% zal er sprake zijn van een lichte verstandelijke belemmering/ handicap. Het IQ is Pagina 5 van 11

6 Bij 10-15% is er sprake van zwakbegaafdheid met een IQ van Een enkeling heeft een nog hoger IQ. Begin jaren zestig werd slechts 5-10% tot de categorie kinderen met een lichte verstandelijke belemmering/ handicap gerekend. De laatste jaren wordt er ook in Nederland gebruik gemaakt van zo n soort programma als early intervention bij de opvoeding van kinderen met het syndroom van Down. 5 De ontwikkeling Hypothese bij de bijbehorende deelvraag (hoe ontwikkelen kinderen met het syndroom van Down zich?) luidt: Als iemand met het syndroom van Down geboren wordt, dan zal die persoon zich anders ontwikkelen dan een normaal iemand. Ontwikkeling normale kinderen en kinderen met syndroom van Down Normaal Down Bereikte fase Gemiddelde leeftijd Gemiddelde leeftijd Zitten 7 à 8 maanden 17 maanden Lopen 1½ jaar (18 maanden) 35 maanden Praten 2 jaar 3½ jaar Zindelijkheid 2-3 jaar 4 jaar Praten en zindelijk worden lijken vaak gelijk op te gaan. Door middel van praten begrijpt men wat over zindelijkheid en beseft men de noodzaak van het potje. Dit gaat niet altijd op, de een is al zindelijk voordat het praat. Kinderen met het syndroom van Down hebben een eigen ontwikkeling. Gemiddeld ontwikkelen ze zich traag, trager dan normale kinderen. Toch kan men ook hier van een trage en van een snelle ontwikkeling spreken, er is een spreiding. Bereikte fase Gemiddelde leeftijd Spreiding Omrollen 7,7 maanden maanden Zitten 13,0 maanden 6-30 maanden Staan (zonder steun) 21, 8 maanden 9-48 maanden Lopen 26, 8 maanden maanden Zindelijk met plassen 35,2 maanden maanden Zindelijk voor ontlasting 40,5 maanden maanden Pagina 6 van 11

7 Kinderen met het syndroom van Down die naar school gaan en thuis wonen maken een betere ontwikkeling door dan kinderen met het syndroom van Down die in een inrichting zitten. Tegenwoordig verblijven de meeste niet meer in een inrichting. IQ =( intellectuele leeftijd : kalenderleeftijd) x 100 Bij mensen met het syndroom van Down daalt hun IQ over het algemeen in de loop van hun leven. Een IQdaling betekent echter niet dat iemand niet meer bijleert, maar dat het tempo waarin hij bepaalde dingen bijleert vertraagt ten opzichte van leeftijdgenoten. Het idee dat de ontwikkeling van kinderen met het syndroom van Down ergens in hun kinderjaren definitief tot stilstand komt is onjuist. Uit onderzoek van Cunningham komt zelfs naar voren dat mensen met het syndroom van Down juist lánger door ontwikkelen dan normale mensen. Bij kinderen met het syndroom van Down daalt het IQ, bij hen is sprake van een vertraging van de ontwikkeling. Dit is misleidend, de IQ- daling bij mensen met het syndroom van Down is niet het gevolg van een biologische wetmatigheid, maar eerder het gevolg van een psychologisch proces. (Wishart) Wishart deed onderzoek naar jonge kinderen met het syndroom van Down. Zij volgde gedurende een periode van enkele jaren een aantal kinderen. Het viel Wishart tijdens de afname van onderdelen van IQtests op dat op het niveau van afzonderlijke taken de prestaties van kinderen zeer wisselend waren. Wishart verklaart dit uit twee mechanismen: 1) De kinderen lieten vaardigheden niet zien die zij bijvoorbeeld twee jaar eerder wel goed beheersten. Door oefening konden deze vaardigheden in een opvallend tempo worden herleerd. Volgens Wishart geven kinderen met het syndroom van Down zichzelf onvoldoende oefening. Hierdoor kan het gebeuren dat al gedane vaardigheden geen vast onderdeel van hun repertoire worden. 2) De kinderen zouden iets moeilijkere taken best kunnen, maar zij richten al hun energie erop om überhaupt niet aan zo n opdracht mee te hoeven doen Deze faalangst bij het aanleren van nieuwe vaardigheden, in combinatie met het niet voldoende inoefenen van reeds gedane vaardigheden, zou wel eens een belangrijke oorzaak kunnen zijn van de IQ- daling, de afname van de ontwikkelingssnelheid, bij kinderen met het syndroom van Down. Het is belangrijk niet te snel te denken dat een kind met het syndroom van Down een bepaalde vaardigheid beheerst. Vaardigheden moeten diep ingesleten worden door overlearning : het veelvuldig en langdurig blijven oefenen van de vaardigheid in allerlei verschillende situaties. Verder is het belangrijk het vermijdingsgedrag bij het aanleren van nieuwe vaardigheden te doorbreken. Het geven van meer leiding en aanmoediging, het duidelijk structureren van het leermateriaal en de leersituatie, het inbouwen van kleinere tussenstapjes kan net het opstapje betekenen dat het kind nodig heeft. Pagina 7 van 11

8 Spraak Bij de meeste kinderen met het syndroom van Down is vooral de spraak het zwakste gebied. Mensen met het syndroom van down ondervinden vooral problemen op het gebied van de syntax (zinsbouw), de grammatica en de articulatie (uitspraak). De meeste kinderen hebben last van het gebruik van werkwoordstijden en het gebruik van de kleine woordjes ( de, het een zij, e.d) (grammatica). Een deel van de kinderen spreekt tamelijk onverstaanbaar (bijv. woorden die uit meerdere klanken bestaan, worden als éénlettergrepig uitgesproken). De opbouw van de woordenschat ontwikkelt zich vaak beter, ook zijn kinderen met het syndroom van Down goed in staat hun bedoelingen over te brengen en weten zich aan de regels van een gesprek te houden ( om de beurt praten, ingaan op wat je gesprekspartner zegt, etc). De belemmeringen die veel kinderen met het syndroom van Down ondervinden op het gebied van de spraak kunnen een aantal gevolgen hebben. Ten eerste zouden problemen met de zinsbouw direct van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van het denken. Ten tweede bestaat het gevaar dat de kinderen door de onderlinge afwijking tussen spraak en begrip door de omgeving onderschat worden. Ten derde kan een tamelijk onverstaanbare spraak ertoe leiden dat het sociale leven van de kinderen meer beperkt wordt. Op welke wijze kunnen de spraak- taalbelemmeringen worden verklaard? Mogelijkerwijs ligt een deel van de verklaring in een afwijkende specialisatie van de hersenhelften. Bij de meeste normale mensen is vooral de linkerhersenhelft (hemisfeer) betrokken bij de productie van spraak. Bij veel mensen met het syndroom van Down is juist de rechterhersenhelft actief, terwijl de linkerhersenhelft beter is voor het spreken. De articulatieproblemen van kinderen met het syndroom van Down worden ook wel in verband gebracht met een afwijkende bouw van de mondholte en het strottenhoofd en met de slapte van de spieren die betrokken zijn bij de spraak. Volgens Buckley worden de articulatieproblemen veelal veroorzaakt door het niet goed spontaan in het geheugen kunnen oproepen van de fonologische code (de afzonderlijke spraakklanken netjes op een rijtje zetten - wordt bij normale mensen in de linkerhersenhelft gedaan). Van het woord dat zij op dat moment wil zeggen. Bij zo n 80% van de kinderen met het syndroom van Down komen periodes voor met behoorlijke gehoorverliezen (door ophoping van vocht in het middenoor). Deze gehoorverliezen kunnen uiteraard een negatieve uitwerking hebben op de spraak- ontwikkeling. Een minder goed functionerend auditief korte-termijn-geheugen (het aantal woorden dat iemand kan onthouden nadat hij deze gehoord heeft) heeft vermoedelijk nadelige consequenties voor het kunnen verwerken en produceren van langere zinnen. Omdat veel kinderen met het syndroom van Down functioneel doof zijn voor langere zinnen: tegen het eind van een lange zin zijn zij het begin al vergeten, krijgen de hersenen van deze kinderen niet de juiste Pagina 8 van 11

9 input (invoer). Dit leidt ertoe dat de linkerhersenhelft niet de normale dominantie voor spraak ontwikkelt. In tegenstelling tot het auditieve korte-termijn-geheugen blijkt dat kinderen met het syndroom van Down het visuele korte-termijn-geheugen wel goed functioneert. Lezen Hoezo is het goed voor kinderen met het syndroom van Down dat ze leren lezen? Woorden die bij het leren lezen als visueel globaal woord zijn aangeleerd komen eerder in de spontane spraak terecht. Het twee/drie-woorden stadium (het maken van korte zinnetjes van twee of die woorden) wordt door het leren lezen eerder bereikt. Leren lezen ondersteunt vervolgens het leren spreken in langere en meer complexe zinnen. Het leren lezen helpt bij het zich eigen maken van bepaalde grammatica-aspecten (de kleine woordjes, meervoudsvormen, werkwoordsvormen). Leren lezen leidt (volgens onderzoek van Laws, 1995) tot een aanzienlijke verbetering van het visuele (op basis van wat je ziet) geheugen en het auditieve (op basis van wat je hoort) geheugen. Door het leren lezen wordt de articulatie verbeterd. Normale zesjarigen hebben al een groot stuk spraak- en taalontwikkeling doorlopen. Zij leren dat lezen en schrijven alleen maar een andere manier zijn om de gesproken taal weer te geven die zij hebben geleerd. Jonge kinderen met het syndroom van Down staan daarentegen nog veel meer aan het begin van hun spraaktaalontwikkeling. Zij leren als het ware hun eerste taal lezen. Zeker zo n 80% van de kinderen met het syndroom van Down blijkt te kunnen leren lezen. Sociale relaties Kinderen met het syndroom van Down staan bekend als hartelijk en sociaal. Toch is er een grote variatie tussen de kinderen. Het sociale leven van kinderen met het syndroom van Down ontwikkelt zich niet in alle gevallen voorspoedig. Bij veel adolescenten (net voor het volwassen zijn) met het syndroom van Down blijkt er sprake te zijn van een isolement, zij hebben alleen contacten met gezinsleden. Vaak geldt dit voor adolescenten met de grootste belemmering op het gebied van spraak. Dit omdat er door hun spraakgebrek geen goede gesprekken zijn te voeren met anderen. Men verstaat ze slecht, waardoor communiceren en contacten leggen moeilijker wordt. Uit onderzoek bij jonge kinderen met het syndroom van Down (peuters en kleuters) blijkt dat zij minder omgang hebben met andere kinderen dan normale kinderen van dezelfde leeftijd of van hetzelfde ontwikkelingsniveau. Pagina 9 van 11

10 De tong Kinderen met het syndroom van Down krijgen in tegenstelling tot normale kinderen dwarse groeven in de tong en een vergroting van de smaaknopjes. Veelal blijft de tong ook te groot. Vaak steken kinderen (en uiteraard ook volwassenen) de tong uit hun mond. De lippen Bij jonge kinderen is er vaak niks aan de lippen te zien. Bij wat oudere mensen met het syndroom van Down zij de hoofden vaak erg gegroefd. Dit komt waarschijnlijk door de gewoonte om de mond open te houden en de tong uit te steken. Hierdoor worden de lippen te nat gehouden door het speeksel. Het is dus waarschijnlijk niet aangeboren. De tanden Kinderen met het syndroom van Down krijgen gemiddeld later dan normale kinderen hun eerste tanden. Ook de volgorde van het doorkomen van de tanden is vaak anders. De eerste snijtanden komen meestal niet eerder dan bij 9 maanden, terwijl ze bij normale kinderen met 6 maanden al kunnen verschijnen. Het is mogelijk dat het melkgebit niet eerder compleet is dan met een jaar of 5. bij een normaal kind is het melkgebit met 2 à 2½ jaar volledig. Ook kunnen bij kinderen met het syndroom van Down eerst kiezen komen en later pas tanden. De vorm van de tanden is ook vaak afwijkend. Vaak staan de tanden kleiner dan normaal en staan ze niet mooi symmetrisch in de kaak. De ogen Vaak herkent men iemand met het syndroom van down aan de ogen. Vooral de schuin verlopende oogspleet is een opvallend kenmerk. Er komen veel oogafwijkingen voor bij kinderen met het syndroom van Down. Scheelzien komt ook veel voor bij kinderen met het syndroom van Down. Door de schuine oogstand is het scheelzien vaak moeilijk te beoordelen. De oren Veel kinderen met het syndroom van Down hebben een verminderd gehoor. Vaak komt dit door vocht in het middenoor. De handen Men herkent kinderen met het syndroom naast aan hun ogen ook vaak aan hun handen. De huid is rimpelig. De vingers kunnen ver naar achteren worden gebogen. De vingers zijn kort en breed. De pink is vaak erg klein, ook staat de pink vaak krom. Verder ziet men in de handpalmen van een viervingerplooi : bij een iets gebogen hand één doorlopende plooi van links naar recht. Ieder mens heeft een vast patroon van lijnen op de vingertoppen en in de handpalmen. Iemand met het syndroom van Down heeft karakteristieke lijnen op de vingertoppen en in de handpalmen. Vroeger was dit één van de belangrijkste onderzoekmethoden voor de diagnose syndroom van Down. Pagina 10 van 11

11 De lengte De meeste mensen met het syndroom van Down zijn op volwassen leeftijd kleiner dan normaal. De romp is meestal normaal in lengte. Vooral de armen en benen zijn in verhouding kleiner. De mannelijke geslachtsorganen De groei en de ontwikkeling van de geslachtsorganen begint op te vallen in de puberteit of adolescentie. Jongens beginnen tussen de 12 en 16 jaar opeens hard te groeien: de groeispurt. Kinderen/ jongeren met het syndroom van Down maken deze groeispurt ook mee. Hun volwassen lengte blijft echter ver achter bij het gemiddelde. De penis en de ven echter meestal klein tijdens deze groeispurt. Het komt wel eens voor dat bij kinderen met het syndroom van Down de zaadballen niet indalen in de balzak, dit kan bij normale kinderen ook, maar bij kinderen met het syndroom van Down komt dit vaker voor. De beharing op de geslachtsorganen is meestal steil. Onder de oksels is de beharing meestal minimaal. Baard- en snorgroei is meestal spaarzaam aanwezig. De vrouwelijke geslachtsorganen Bij meisjes begint de groeispurt tussen de 10 en 13 jaar. Bij meisjes/ jongeren met het syndroom van down bestaat er ook een groeispurt. De menstruatie komt meestal tussen de 12 en 14 jaar, dat is op de normale tijd. Het kan erg moeilijk zijn om deze meisjes op de menstruatie voor te bereiden De borsten blijven in de puberteit vaak klein, terwijl ze later juist groot worden door de hoeveelheid vet die zich erin ontwikkelt. De hypothese als iemand met het syndroom van Down geboren wordt, zal die persoon zich langzamer ontwikkelen dan een normaal iemand heb ik aangenomen. De ontwikkeling van het zitten, lopen, praten, de zindelijkheid, omrollen en het staan verloopt langzamer bij kinderen met het syndroom van down dan bij normale kinderen. Vaardigheden moeten diep ingesleten worden door overlearning. Ook hebben kinderen met het syndroom van Down meer leiding en aanmoediging nodig dan normale kinderen. Ook het duidelijk structureren van leermateriaal en de leersituatie is van belang. Kinderen met het syndroom van Down hebben erg veel moeilijkheden op het gebied van spraak. Woorden die uit meerdere klanken bestaan worden vaak als éénlettergrepig uitgesproken. De belemmeringen op het gebied van de spraak kunnen een aantal gevolgen hebben, bijvoorbeeld op de ontwikkeling van het denken, ook kunnen de kinderen onderschat worden en het sociale leven van de kinderen meer beperkt wordt. Gewone kinderen hebben over het algemeen veel minder last van spraakproblemen en zij ontwikkelen dit ook anders. Het kan bij hen ook makkelijker verholpen worden. De tong, lippen, tanden, ogen, oren, handen, lengte, mannelijke geslachtsorganen en de vrouwelijke geslachtsorganen zijn allemaal net iets ander dan bij normale kinderen. Dit zijn vooral uiterlijke verschillen. Pagina 11 van 11

6,3. Proef door een scholier 2004 woorden 19 april keer beoordeeld. Wat is het Down Syndroom?

6,3. Proef door een scholier 2004 woorden 19 april keer beoordeeld. Wat is het Down Syndroom? Proef door een scholier 2004 woorden 19 april 2002 6,3 48 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is het Down Syndroom? Elke cel bestaat uit 2 delen: de kern en het cytoplasma. In de kern bevinden zich de chromosomen.

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Mongolisme

Werkstuk Biologie Mongolisme Werkstuk Biologie Mongolisme Werkstuk door een scholier 2108 woorden 2 juni 2003 6,4 35 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding: We hebben gekozen voor het onderwerp mongolisme. Mongolisme is een geestelijk

Nadere informatie

IVV: Stilleestekstproef: structuur van een medische tekst

IVV: Stilleestekstproef: structuur van een medische tekst www. IVV: Stilleestekstproef: structuur van een medische tekst Inleiding In dit gedeelte wordt er getest of je in staat bent om op (zeer) korte termijn de essentiële elementen uit een wetenschappelijke

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

TRIXY Expertisecentrum

TRIXY Expertisecentrum Ik heb een extra X (47,XXX) Voor wie is deze folder? Voor jou, als jij een meisje bent die een extra X chromosoom heeft! In deze folder vindt je allerlei informatie over Trisomie X: zo heet het als je

Nadere informatie

Hieronder vind je een enquête. Bij iedere vraag is het resultaat en een uitwerking van die vraag toegevoegd. Veel succes!

Hieronder vind je een enquête. Bij iedere vraag is het resultaat en een uitwerking van die vraag toegevoegd. Veel succes! Werkstuk door een scholier 3634 woorden 23 mei 2006 5,6 30 keer beoordeeld Vak ANW Hieronder vind je een enquête. Bij iedere vraag is het resultaat en een uitwerking van die vraag toegevoegd. Veel succes!

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom. www.kinderneurologie.eu

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom. www.kinderneurologie.eu Het foetaal alcohol syndroom Wat is het foetaal alcohol syndroom? Het foetaal alcohol syndroom is een combinatie van aangeboren afwijkingen bij een baby die veroorzaakt zijn door alcohol gebruik van de

Nadere informatie

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 24 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62534 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting door een scholier 1708 woorden 10 mei 2012 4,9 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Voorplanting en bevruchting

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Erfelijkheid

Werkstuk Biologie Erfelijkheid Werkstuk Biologie Erfelijkheid Werkstuk door een scholier 1743 woorden 3 mei 2000 5,1 126 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding Informatie over het onderwerp: Het onderwerp is erfelijkheid. Er is weinig

Nadere informatie

Werkstuk Verzorging Downsyndroom

Werkstuk Verzorging Downsyndroom Werkstuk Verzorging Downsyndroom Werkstuk door een scholier 1928 woorden 28 september 2004 7,1 83 keer beoordeeld Vak Verzorging DOWNSYNDROOM Wat zijn de kenmerken? Iemand met het Downsyndroom heeft onder

Nadere informatie

Tweelingen in de groei

Tweelingen in de groei Tweelingen in de groei Henriëtte A. Delemarre-van de Waal Zoals bekend ontstaat een twee-eiige tweeling wanneer tegelijkertijd twee eicellen worden bevrucht door twee zaadcellen. Beide embryo s hebben

Nadere informatie

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd. Biologie SE4 Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van de beide ovaria. Deze eicel komt terecht in een eileider. Een van de zaadcellen die de tocht van de vagina naar

Nadere informatie

Jongetje of meisje? vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Jongetje of meisje? vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62461 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Wat zijn de symptomen van het syndroom van Pallister-Killian?

Wat zijn de symptomen van het syndroom van Pallister-Killian? Het syndroom van Pallister-Killian Wat is het syndroom Pallister-Killian? Pallister-Killian syndroom is een syndroom veroorzaakt door een chromosoomafwijking. Kinderen met het syndroom van Pallister-Killian

Nadere informatie

Puberteit - HV 2. Saskia Tuenter. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Puberteit - HV 2. Saskia Tuenter. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Puberteit - HV 2 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Saskia Tuenter 06 March 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/72986 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

Downsyndroom In dit informatieblad leest u meer over Downsyndroom. Pagina 1 van 3

Downsyndroom In dit informatieblad leest u meer over Downsyndroom. Pagina 1 van 3 Downsyndroom In dit informatieblad leest u meer over Downsyndroom. Pagina 1 van 3 Wat is Downsyndroom? Downsyndroom is een aangeboren aandoening. Het wordt veroorzaakt door een extra chromosoom. Chromosomen

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Weaver syndroom.

Kinderneurologie.eu. Weaver syndroom. Weaver syndroom Wat is het Weaver syndroom? Het Weaver syndroom is een aangeboren aandoening waarbij kinderen langer zijn dan gebruikelijk in combinatie met voorlopende botleeftijd en een aantal uiterlijke

Nadere informatie

Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben.

Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben. XXX-syndroom Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben. Hoe wordt het XXX-syndroom ook wel genoemd? Het XXX-syndroom

Nadere informatie

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke

Nadere informatie

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1

Nadere informatie

Cri-du-chat syndroom is zeldzaam. Het komt bij 1 op de ongeveer 50.000 baby s voor. Dat wil zeggen hooguit 4 baby s per jaar in Nederland.

Cri-du-chat syndroom is zeldzaam. Het komt bij 1 op de ongeveer 50.000 baby s voor. Dat wil zeggen hooguit 4 baby s per jaar in Nederland. Voorwoord Ik zal uitleggen waarom ik voor het cri-du-chat syndroom heb gekozen. Ten eerste ligt mijn interesse vooral bij kinderen, met of zonder handicap. Verder wil ik in de toekomst graag kinderen met

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4

Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor

Nadere informatie

Werkstuk. Sarah Koch Groep 7. Het downsyndroom

Werkstuk. Sarah Koch Groep 7. Het downsyndroom Werkstuk Sarah Koch Groep 7 Het downsyndroom 1 Inhoudsopgave Voorwoord: 3 Inleiding: 4 Hoofdstuk 1: Het Downsyndroom 5 Hoofdstuk 2: Het ontstaan van het Downsyndroom 6 Hoofdstuk 3: De geboorte en herkenning

Nadere informatie

Kinderen en horen. Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies

Kinderen en horen. Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies Kinderen en horen 7 Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies Deze brochure is de zevende in een reeks Widex-publicaties over het gehoor en aanverwante onderwerpen. Het belang van

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst 12 Verklarende woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 Gesteund door EuroGentest, NoE

Nadere informatie

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.

Nadere informatie

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA. Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden.

Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden. Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden. We reageren volwassen op wat er verteld wordt. Heb je het moeilijk met dit onderwerp? Dan

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Voortplanting

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Voortplanting Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Voortplanting Samenvatting door een scholier 445 woorden 14 maart 2015 7,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Doelstelling 1: Wat zijn geslachtskenmerken?

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Voorwoord. Het is wel van belang om altijd eerlijk te zijn wanneer u het er met haar over heeft.

Voorwoord. Het is wel van belang om altijd eerlijk te zijn wanneer u het er met haar over heeft. Voorwoord Deze gids bevat informatie over wat er tot nu toe bekend is over 47,XXX ook wel beter bekend als Trisomie X. Het is geschreven als hulpmiddel om deze genetische aandoening beter te kunnen begrijpen

Nadere informatie

werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN

werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN go G ed el ge ez ke en ur en d do or werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN 978-90-301-2711-6 9 789030 127116 Puberteit 1 Duid met een boogje de periode aan en

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

S e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e

S e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e 76 Voortplanting S e k s u e l e v o o r t p l a n t i n g De seksuele voortplanting of reproductie van de mens houdt in dat man en vrouw elk de helft van hun erfelijke aanleg, dus één van elk van de 22

Nadere informatie

Werkstuk Verzorging Down Syndroom

Werkstuk Verzorging Down Syndroom Werkstuk Verzorging Down Syndroom Werkstuk door een scholier 2002 woorden 17 mei 2004 6,4 215 keer beoordeeld Vak Verzorging Inhoudsopgave Inleiding Blz. 2 Hfst. 1: Hoe ontstaat het? Blz. 3 Hfst. 2: Niet

Nadere informatie

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting Biologie Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting door een scholier 1888 woorden 16 juni 2016 6,5 5 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 De zichtbare eigenschappen (het uiterlijk) van een

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting door CÃ line 1065 woorden 5 juli 2016 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie P4 Hoofdstuk 7 1 Uniek Eigenschappen

Nadere informatie

Verklarende Woordenlijst

Verklarende Woordenlijst 12 Verklarende Woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en

Nadere informatie

Afwegingen bij de keuze voor ICSI. Polikliniek Gynaecologie Route 48

Afwegingen bij de keuze voor ICSI. Polikliniek Gynaecologie Route 48 Afwegingen bij de keuze voor ICSI Polikliniek Gynaecologie Route 48 0 De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze folder

Nadere informatie

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 14 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62460 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Fragiele-Xsyndroom. Een erfelijke aandoening

Fragiele-Xsyndroom. Een erfelijke aandoening Fragiele-Xsyndroom Een erfelijke aandoening Het fragiele-x-syndroom is, een erfelijke aandoening, die gepaard gaat met een verstandelijke handicap, op autisme gelijkend gedrag en dikwijls bepaalde uiterlijke

Nadere informatie

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-GL en TL Erfelijkheid biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 30 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat

Nadere informatie

www.prenatalescreening.nl

www.prenatalescreening.nl Downsyndroom In dit informatieblad leest u meer over Downsyndroom. De informatie is bedoeld voor aanstaande ouders die meer willen weten over deze aandoening, omdat zij overwegen de combinatietest te laten

Nadere informatie

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding Geneesmiddelen en zwangerschap Enige tientallen jaren geleden dacht men nog dat ongeboren kinderen in de baarmoeder goed beschermd waren tegen schadelijke

Nadere informatie

Wat zijn chromosomen en genen?

Wat zijn chromosomen en genen? Voorwoord Deze gids bevat informatie over wat er tot nu toe bekend is over 47,XYY. Het is geschreven als hulpmiddel om deze genetische aandoening beter te kunnen begrijpen en om anderen beter uitleg hierover

Nadere informatie

Het leven duurt niet eeuwig

Het leven duurt niet eeuwig Het leven duurt niet eeuwig Alle levende wezens verouderen en vroeg of laat sterven ze. Sterven kan door een natuurlijke dood, opgegeten worden of een andere gebeurtenis. Doorheen de evolutie hebben alle

Nadere informatie

ICSI Intracytoplasmatische sperma-injectie

ICSI Intracytoplasmatische sperma-injectie ICSI Intracytoplasmatische sperma-injectie Inhoudsopgave Algemeen Voor wie is ICSI? Hoe verloopt een ICSI-behandeling? Welk onderzoek is nodig voor een ICSI-behandeling? De kans op zwangerschap na een

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. CAMTA1 syndroom.

Kinderneurologie.eu. CAMTA1 syndroom. CAMTA1 syndroom Wat is het CAMTA1-syndroom? Het CAMTA1 syndroom is een aangeboren aandoening waarbij kinderen problemen hebben met hun evenwicht al dan niet in combinatie met een ontwikkelingsachterstand.

Nadere informatie

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de

Nadere informatie

Hersenonderzoek en intelligentie

Hersenonderzoek en intelligentie 45 Hersenonderzoek en intelligentie U werkt als psycholoog-onderzoeker aan de universiteit. Binnenkort bezoekt u samen met een collega het symposium Hersenen en intelligentie. U hebt afgesproken dat ieder

Nadere informatie

TRIXY Expertisecentrum

TRIXY Expertisecentrum Ik heb een extra Y (47,XYY) Voor wie is deze folder? Voor jou, als jij een jongen bent die een extra Y chromosoom heeft! In deze folder vindt je allerlei informatie over het 47,XYY syndroom (zo heet het

Nadere informatie

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Een zichtbare eigenschap maakt deel uit van het fenotype van

Nadere informatie

Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen

Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen Een miskraam betekent vrijwel altijd een teleurstelling voor een vrouw en haar partner. Al snel zal de vraag naar de oorzaak gesteld worden; na een tweede miskraam

Nadere informatie

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn. Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie hf 5 par 1t/m 5

Samenvatting Biologie hf 5 par 1t/m 5 Samenvatting Biologie hf 5 par 1t/m 5 Samenvatting door Carlijn 1162 woorden 15 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 5.1 Je veranderd. Geslachtskenmerken zijn kenmerken

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)

intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) patiënteninformatie intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) ICSI is een afkorting van intracytoplasmatische sperma-injectie. ICSI is een vorm van reageerbuisbevruchting. Bij een ICSI-behandeling brengt

Nadere informatie

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november 2005 4,4 5 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Het leven, wat heeft er allemaal met het leven te maken. Het leven is erg ingewikkeld, een goede

Nadere informatie

kleuter 4 6 jaar Veters strikken. Zijn vaak al zindelijk. (Maar er kunnen ook andere dingen genoemd worden)

kleuter 4 6 jaar Veters strikken. Zijn vaak al zindelijk. (Maar er kunnen ook andere dingen genoemd worden) NAKIJKBLAD Opdracht 1 Iedere levensfase heeft bepaalde kenmerken. Zet bij elke levensfase van wanneer tot wanneer hij ongeveer duurt. Zet er ook bij wat er in die levensfase gebeurt (kies steeds 2 dingen.)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 138 Uitstel van ouderschap De positie van de vrouw in de westerse maatschappij is de laatste tientallen jaren fundamenteel veranderd. Vrouwen zijn hoger opgeleid dan vroeger en werken vaker buitenshuis.

Nadere informatie

Jongen of meisje? Variaties in de ontwikkeling van het geslacht

Jongen of meisje? Variaties in de ontwikkeling van het geslacht Jongen of meisje? Variaties in de ontwikkeling van het geslacht Inleiding Bij de geboorte van een kind kan het geslacht onduidelijk zijn, waardoor de arts niet direct kan vaststellen of de baby een jongen

Nadere informatie

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief Dialogen voor conceptcartoons Verband genotype/fenotype, dominant/recessief 1 Is dit ons kind? (Zie conceptcartoon Horst Wolter op deze site.) Leermoeilijkheid (misconcept): Uiterlijke eigenschappen weerspiegelen

Nadere informatie

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent

Nadere informatie

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad. Chromosoomafwijkingen Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad. Chromosomen In het lichaam zitten heel veel cellen. De cellen zijn de bouwstenen

Nadere informatie

Thema's per klas die aangeboden worden in de methode:

Thema's per klas die aangeboden worden in de methode: Thema's per klas die aangeboden worden in de methode: Groep 1-2 Hierbij zijn de kinderen bezig met specifieke lichaamskenmerken van zichzelf en van anderen. Ook gaan ze op zoek naar onderlinge overeenkomsten.

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Miller Dieker syndroom

Kinderneurologie.eu.   Miller Dieker syndroom Miller Dieker syndroom Wat is het Miller Dieker syndroom? Het Miller Dieker syndroom is een aandoening waarbij kinderen specifieke afwijkingen aan de hersenen hebben wat leidt tot een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p.12-14.

In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p.12-14. Praten met Gebaren In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p.12-14. Trude Schermer Nederlandse Gebarentaal en Nederlands

Nadere informatie

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.

Nadere informatie

Werkstuk ANW Leukemie

Werkstuk ANW Leukemie Werkstuk ANW Leukemie Werkstuk door een scholier 1992 woorden 25 september 2003 5,8 53 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding: Ik heb van Mnr. Veenema de opdracht gekregen een verslag te maken over een bepaalde

Nadere informatie

Thema 3b Voortplanting. Wereldoriëntatie L6

Thema 3b Voortplanting. Wereldoriëntatie L6 Wereldoriëntatie L6 Les 1 Instandhouding van de soort. p. 3 1. Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Vul de woorden celkern, celvloeistof en celwand correct aan. 2. Vul de tekst aan. In elke

Nadere informatie

Erfelijkheid en evolutie. Hoofdstuk 5

Erfelijkheid en evolutie. Hoofdstuk 5 Erfelijkheid en evolutie Hoofdstuk 5 Leerdoelen 5.3 Geslachtelijke voortplanting Je kunt de kenmerken van geslachtelijke voortplanting noemen Je kunt eschrijven hoe een twee-eiige tweeling en hoe een eeneiige

Nadere informatie

Het Moebius syndroom

Het Moebius syndroom Het Moebius syndroom Wat is het Moebius syndroom? Het Moebius syndroom is een aandoening waarbij kinderen een aangeboren verlamming hebben van de spieren die de bewegingen van het gezicht regelen, naast

Nadere informatie

Verslag Biologie Biologie dossier

Verslag Biologie Biologie dossier Verslag Biologie Biologie dossier Verslag door Z. 1608 woorden 16 juni 2015 6,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Om dit verslag volledig te kunnen begrijpen, heb je de afbeeldingen uit het

Nadere informatie

SPRAAK-, STEM- EN TAALSTOORNISSEN BIJ KINDEREN

SPRAAK-, STEM- EN TAALSTOORNISSEN BIJ KINDEREN SPRAAK-, STEM- EN TAALSTOORNISSEN BIJ KINDEREN 541 Inleiding U bent op de polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde wegens spraak- of stemproblemen van uw kind. Kinderen die slecht spreken kunnen zich vaak

Nadere informatie

Informatiefolder. Zwangerschap en kinderwens

Informatiefolder. Zwangerschap en kinderwens Informatiefolder en kinderwens Inhoudsopgave Algemeen 3 Kinderwens 3 Foliumzuur s- en ovulatietesten 5 Geneesmiddelen 6 Bostvoeding Medicatiebegeleiding Algemeen De vrouw maakt tijdens haar leven een aantal

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie Afsluitende les Leerlingenhandleiding DNA-onderzoek en gentherapie Inleiding In de afsluitende les DNA-onderzoek en gentherapie zul je aan de hand van een aantal vragen een persoonlijke en kritische blik

Nadere informatie

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns Genetische Selectie Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar Sabine Spiltijns 2010-2011 0 We kunnen aan de hand van een genetische selectie ongeveer voorspellen hoe de puppy s van onze hondjes er gaan uitzien.

Nadere informatie

Galerij van de Mens - Ons lichaam

Galerij van de Mens - Ons lichaam . Vul onderstaande tabel aan. Galerij van de Mens - Ons lichaam Werkblad - Niveau Welkom in het gedeelte Ons Lichaam van de Galerij van de Mens. Stap na stap zal je veranderingen ontdekken die je lichaam

Nadere informatie

Wat is het Syndroom van Klinefelter?

Wat is het Syndroom van Klinefelter? Voorwoord Deze gids bevat informatie over wat er tot nu toe bekend is over 47,XXY ook wel beter bekend als het Syndroom van Klinefelter. Het is geschreven als hulpmiddel om deze genetische aandoening beter

Nadere informatie

Primaire geslachtskenmerken

Primaire geslachtskenmerken Puberteit Primaire geslachtskenmerken -Secundaire geslachtskenmerken -Puberteit -Hormonen -Hypofyse -Groeispurt Wat is het?: Geslachtskenmerken die je vanaf je geboorte hebt. Voorbeelden: Vagina en Penis

Nadere informatie

De veranderingen ontstaan door regelstoffen/hormonen. Die worden gemaakt in de hormoonklier bijvoorbeeld de hypofyse.

De veranderingen ontstaan door regelstoffen/hormonen. Die worden gemaakt in de hormoonklier bijvoorbeeld de hypofyse. Samenvatting door Sam 990 woorden 27 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Een mensen leven kun je verdelen in levensfase: Baby Peuter Kleuter Schoolkind Puber Adolescent Volwassene Oudere

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari 2005 6 511 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 5 Opdracht 1 1. Het uiterlijk is een fenotype van een organisme. 2. Alle erfelijke informatie

Nadere informatie

Er zijn twee onderzoeken mogelijk: 1. Met de combinatietest wordt onderzocht of er een verhoogde kans bestaat dat uw ongeboren kind Downsyndroom

Er zijn twee onderzoeken mogelijk: 1. Met de combinatietest wordt onderzocht of er een verhoogde kans bestaat dat uw ongeboren kind Downsyndroom Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen INHOUD 1. Wat leest u in deze brochure? 2. Onderzoek naardownsyndroomen lichamelijke afwijkingen 2.1 Onderzoek naar Downsyndroom 2.2 Onderzoek

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Syndroom van Turner

Werkstuk Biologie Syndroom van Turner Werkstuk Biologie Syndroom van Turner Werkstuk door een scholier 2866 woorden 24 januari 2008 6,7 30 keer beoordeeld Vak Biologie Syndroom van Turner Inleiding Ons onderwerp is het syndroom van Turner.

Nadere informatie

6,5 ER ZIJN DRIE SOORTEN BLOEDCELLEN: WAT ZIJN NU DE TAKEN VAN DE DIVERSE BLOEDCELLEN? Spreekbeurt door een scholier 1815 woorden 11 maart 2005

6,5 ER ZIJN DRIE SOORTEN BLOEDCELLEN: WAT ZIJN NU DE TAKEN VAN DE DIVERSE BLOEDCELLEN? Spreekbeurt door een scholier 1815 woorden 11 maart 2005 Spreekbeurt door een scholier 1815 woorden 11 maart 2005 6,5 240 keer beoordeeld Vak Nederlands Kanker Om te begrijpen hoe leukemie iemand ziek maakt, moet je eerst iets over je eigen lichaam weten; hoe

Nadere informatie

Oplossingen Biologie van 2000

Oplossingen Biologie van 2000 www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Het cri-du-chat syndroom

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Het cri-du-chat syndroom Het cri-du-chat syndroom Wat is het cri-du-chat syndroom? Het cri-du-chat syndroom is een syndroom veroorzaakt door het ontbreken van een klein stukje van het 5 e chromosoom. Kinderen met het cri-du-chat

Nadere informatie

Uitgeverij Schoolsupport

Uitgeverij Schoolsupport 11 Hoofdstuk 1 Over DCD Wat is DCD? DCD is een coordinatieontwikkelingsstoornis. Als je DCD hebt, heb je een probleem met coördinatie. Het is dan moeilijk voor je om op de juiste wijze bewegingen uit te

Nadere informatie

Informatie voor patiënten en hun familie

Informatie voor patiënten en hun familie 16 Chromosoomafwijkingen Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en Marloes Brouns-van Engelen, Erfocentrum, Woerden, Nederland. Gesteund door EuroGentest, NoE ( Network of Excellence ) contract nr.512148,

Nadere informatie

Liefde? Naam: Datum: Seksuele opvoeding. Van wie kan je allemaal houden? Wat doe jij voor iemand die je graag ziet?

Liefde? Naam: Datum: Seksuele opvoeding. Van wie kan je allemaal houden? Wat doe jij voor iemand die je graag ziet? Liefde? Van wie kan je allemaal houden? Wat doe jij voor iemand die je graag ziet? Vind jij verliefd zijn hetzelfde als liefde? Is vriendschap ook liefde? Ben jij al verliefd geweest? Kan je verliefd zijn

Nadere informatie

Jong zijn, oud worden

Jong zijn, oud worden Jong zijn, oud worden Van baby tot bejaarde Mensen worden allemaal geboren als baby. En als alles goed gaat, worden we uiteindelijk allemaal oude opaatjes en omaatjes. Maar tussen jong zijn en oud worden,

Nadere informatie

Monohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34

Monohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 July 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/63372 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Algemene informatie over het IQ Binet

Algemene informatie over het IQ Binet Praktische-opdracht door een scholier 1597 woorden 23 juni 2004 5,4 32 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Algemene informatie over het IQ Binet De Fransman Alfred Binet ontwikkelde aan het begin van deze eeuw

Nadere informatie

In de samenvatting zal ik de overige deelvragen kort beschrijven waaruit geen conclusie getrokken kon worden.

In de samenvatting zal ik de overige deelvragen kort beschrijven waaruit geen conclusie getrokken kon worden. Scriptie door een scholier 9179 woorden 3 december 2002 7,8 227 keer beoordeeld Vak Biologie In de samenvatting zal ik de overige deelvragen kort beschrijven waaruit geen conclusie getrokken kon worden.

Nadere informatie