Thema 3b Voortplanting. Wereldoriëntatie L6

Transcriptie

1 Wereldoriëntatie L6

2

3 Les 1 Instandhouding van de soort. p Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Vul de woorden celkern, celvloeistof en celwand correct aan. 2. Vul de tekst aan. In elke celkern bevindt zich een draadvormige structuur, het, die alle informatie bevat over het individu: uiterlijke kenmerken, karaktereigenschappen, levensverwachting, Deze draad is opgedeeld in een aantal stukken,. Hun aantal is afhankelijk van de soort. Mensen hebben er paar. 3. Hedendaagse wetenschappers kunnen het DNA van een persoon uit een haartje of een druppeltje bloed onderzoeken. Waarvoor wordt dit onderzoek gebruikt? 1) 2) 3) 4. Ongeslachtelijke voortplanting. Dat is ongeslachtelijke voortplanting DELEN voorbeeld: KLONEN voorbeeld:

4 Les 1 Instandhouding van de soort. p Planten en dieren die zich geslachtelijk voortplanten hebben een. Tijdens de voortplanting versmelten een vrouwelijke en mannelijke geslachtscel. Voorbeeld: 6. GGO s of zijn organismen waar een gen in de cellen wordt ingebracht dat normaal niet in die soort thuishoort. Hierdoor veranderen de van het organisme. Voorbeeld: 7. Geslachtelijk of ongeslachtelijke voortplanting. Kruis aan. Kenmerk Geslachtelijk Voortplanting Ongeslachtelijk Veel planten vormen bloemen. Sommige grassen vormen ondergrondse uitlopers. Grassen produceren veel stuifmeel. Zoetwaterpoliepen vormen knoppen die zich als nieuwe poliepen van de moederplant losscheuren. Nieuw leven ontstaat nadat een mannelijke geslachtscel een vrouwelijke geslachtscel heeft bevrucht. Eencellige dieren planten zich voort door deling. De takken van sommige struiken vormen wortels als ze tot de grond doorbuigen. Zo ontstaan nieuwe planten. De gewervelde dieren hebben geslachtsorganen. De genen van beide ouders worden in een unieke combinatie samengebracht in de bevruchte eicel. Door gentechnologie kan men zoogdieren klonen. Vissen, reptielen, amfibieën en vogels leggen eieren. Zoogdieren dragen hun jong(en) in de buik tot de geboorte. Insecten zorgen voor de bestuiving.

5 Les 2 Mijn lichaam verandert. p Tussen het negende en vijftiende levensjaar gebeurt er heel wat: Meisjes worden jonge vrouwen en jongens worden jonge mannen. Noteer enkele uiterlijke kenmerken van lichamelijke veranderingen. Meisjes worden jonge vrouwen. Jongens worden jonge mannen Bij een jongen zijn de geslachtsorganen voornamelijk uitwendig. Vul in elk hokje het correcte getal aan. 1 De eikel met de voorhuid 5 Het urinebuisje 3 De zaadleider De balzak met de teelballen 2 De zwellichaampjes 4 3. Vul het juiste woord in. In sommige culturen wordt de voorhuid van de penis verwijderd. Die kleine ingreep noemen we. Het lichaam reageert op gevoelens. Bij een jongen wordt er extra bloed naar de zwellichaampjes gepompt waardoor de penis hard en stijf wordt. Dit noemen we een.

6 Les 2 Mijn lichaam verandert. p Bij een meisje zijn de geslachtsorganen voornamelijk inwendig. Vul in elk hokje het juiste getal in De baarmoeder De eierstokken 2 De schede De eileiders 5. Maandstonden zijn een natuurlijk verschijnsel dat hoort bij het volwassen zijn van een vrouw. Bij de meeste vrouwen komt de menstruatie ongeveer om de 28 dagen terug. Vul het onderstaande schema aan. Kies uit. de menstruatie - de eicel in de baarmoeder - het losbreken van het slijmvlies in de baarmoeder - de eicel in de eierstok - de eicel in de eileider Vul aan met het correcte woord. Bij de menstruatie verlaten bloed en slijm het lichaam van de vrouw via de schede of vagina. Om dit op te vangen gebruikt een vrouw of.

7 Les 3 Waar kom ik vandaan? p Waar kom ik vandaan? Vul de ontbrekende woorden in de tekst aan. Na de geslachtsdaad zwemmen miljoenen mannelijke doorheen de schede en baarmoeder naar de eicel in de. Eén vrouwelijke eicel wordt en daalt af naar de. Onderweg deelt die zich reeds en nestelt zich in het van de baarmoeder. 2. De eerste twee maanden na de bevruchting is het nieuwe leven nog onherkenbaar als klein mensje. Het nieuwe leven noemen we een. Vanaf de derde maand zien we reeds welke vrucht er in de baarmoeder groeit. Tot aan de geboorte noemen we dit een. 3. Het ongeboren kind zit veilig in de baarmoeder in de moederschoot. Vul de passende nummers aan. De moederkoek of placenta 3 De navelstreng Een met vocht gevulde zak 2 1

8 Les 3 Waar kom ik vandaan? p Alles heeft z n functie. Vul het correct woord aan. Beschermt tegen onverwachte schokken en tegen ziekten. Haalt voedingsstoffen en zuurstof in het lichaam van de moeder op. Verbindt de baby met de moederkoek of placenta. 5. Baby s die te vroeg geboren worden verlaten de veilige moederschoot iets te vroeg. Het kindje moet dan nog even in een couveuse verblijven. Wat wordt daar allemaal in die kunstmatige baarmoeder geregeld?

9 Les 4 De voortplanting bij planten p Vul aan. Planten die bloemen vormen zijn meestal tweeslachtig, ze hebben dus een en geslachtsorgaan. Bloemen lokken bijen, hommels en vlinders voor bestuiving. Op welke manier lokken ze die? 2. Benoem de bloemdelen correct. 3. Vul de ontbrekende woorden in de tekst aan. Als een klein insect van de eet, raakt die steeds de aan. De plakken vervolgens aan zijn lijf vast terwijl die andere bloemen bezoekt. Als een stuifmeelkorrel op de terecht komt, kan in het een vrucht groeien. Tijdens het groeien van de vrucht zijn de meeldraden en bladeren niet meer nodig, dus sterven ze af.

10 Les 4 De voortplanting bij planten p De vruchten met daarin de zaden kunnen zich op verschillende wijzen verspreiden. Weet jij nog hoe? zoals de vrucht/zaad van de esdoorn of paardenbloem. zoals de vruchten van de rode bes. zoals de vrucht van een kastanje. 5. Herken jij onderstaande vruchten?