werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN

Transcriptie

1 go G ed el ge ez ke en ur en d do or werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN

2 Puberteit 1 Duid met een boogje de periode aan en schrijf er de juiste term onder. Kies uit: peuter jong volwassene baby volwassene kleuter bejaarde kind 0 jaar 80 jaar 2 Los op. Vinden deze overgangen bij iedereen op hetzelfde moment plaats? Kleur de overgangsfase van kind naar jongvolwassene in het paars. Hoe heet deze periode? Waarom verander je in de puberteit? 3 Kleur de onderwerpen die met jongens te maken hebben oranje. De onderwerpen die met meisjes te maken hebben, kleur je paars. start puberteit op 11 à 13 jaar De adamsappel wordt zichtbaar. start puberteit op 14 jaar De benen en armen worden langer. Het lichaam is te vergelijken met een driehoek. Heupen en billen worden ronder. Het lichaam is te vergelijken met een omgekeerde driehoek. Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek 3

3 4 Van een jongen in de puberteit wordt vaak gezegd dat hij de baard in de keel heeft. Wat wil dit eigenlijk zeggen? Een jongen ontwikkelt tijdens de puberteit een beginnende baard en snor. De groei ervan is vaak onregelmatig en verspreid. Zo gebeurt het vaak dat er haar groeit op de keel. Tijdens de puberteit wordt de stem van een jongen lager omdat het strottenhoofd groeit. Sommige jongens krijgen pas op latere leeftijd baardgroei. In afwachting daarvan zei men vroeger: Zijn baard heeft zich verstopt in zijn keel. 5 Waar of niet waar? - Elke man heeft borsthaar. - Meisjes krijgen hun eerste menstruatie tijdens de puberteit. - Tijdens je puberteit begint het schaamhaar te groeien. Waar Niet waar 4 Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek

4 Mannelijke voortplantingsorganen 1 Noteer de mannelijke voortplantingsorganen op de juiste plaats op de tekening. Kies uit: bijbal blaas voorhuid prostaat eikel urineleider penis teelballen zaadleiders balzak Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek 5

5 2 Schrijf elk woord bij de juiste omschrijving. voorhuid prostaat bijballen urineleider penis blaas teelballen zaadleiders eikel balzak De urine, die in de nieren wordt aangemaakt, wordt hier opgeslagen tot op het moment dat je plast. Een kanaal dat de nieren met de blaas verbindt. De urine wordt langs deze weg getransporteerd. Hier worden de zaadcellen geproduceerd. Aanhangsels van de teelballen waarin de zaadcellen rijpen en worden verzameld. Langs dit kanaal worden de zaadcellen naar de penis getransporteerd. Deze klier zorgt ervoor dat er geen sperma in de blaas kan stromen. Dit is het mannelijke geslachtsorgaan dat een man gebruikt om zich voort te planten of om te plassen. Het ronde uiteinde van de penis. Dit huidzakje, met de twee teelballen erin, hangt buiten het lichaam. De huidplooi op de penis die de eikel bedekt. 3 Waar of niet waar? Kleur het juiste bolletje. - De penis van elke jongen is even groot. - De urinebuis start in de blaas. - In de penis zit geen bot. - De penis is een spier. - Een besnijdenis gebeurt enkel om godsdienstige redenen. - De ideale temperatuur voor de productie van zaadcellen is hoger dan 37 C. Waar Niet waar 6 Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek

6 Vrouwelijke voortplantingsorganen 1 Noteer de naam van het orgaan op de correcte plaats op de tekening. Kies uit: baarmoeder eierstokken blaas eileiders urinebuis vagina plasgaatje baarmoederhals clitoris Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek 7

7 2 Los het kruiswoordraadsel op en lees van boven naar beneden het woord! Hier groeit de baby tijdens de zwangerschap. 2 Deze kleine en grote lichaamsdelen zijn een onderdeel van de schaamspleet. 3 Een verzamelnaam voor geslachtsorganen die zichtbaar zijn aan de buitenkant van het lichaam. 4 Dit orgaan verbindt de schaamspleet met de baarmoederhals of de uitwendige voortplantingsorganen met de inwendige. 5 Zij bevatten kleine, bewegende haartjes die een eicel voortduwen naar de baarmoeder. 6 Hier zijn de eicellen opgeslagen. 7 Deze zitten gevangen in een beha. 8 Dit lichaamsdeel is genoemd naar de Romeinse godin van de liefde. 9 Dit lichaamsdeel zorgt voor extra genot tijdens het vrijen. 10 Langs deze weg verdwijnt de urine uit het lichaam. 11 Centraal gelegen punt op de borst. 12 Dit lichaamsdeel is een onderdeel van de baarmoeder. Middenin is er een opening om sperma in de baarmoeder te laten komen of menstruatiebloed naar buiten te brengen. Gevonden woord: 8 Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek

8 Vrouwelijke cyclus 1 De vrouwelijke cyclus: stap voor stap Knip de vier prenten van de vrouwelijke cyclus of menstruatiecyclus uit. Kleef ze hieronder in de juiste volgorde. Geef bij elke fase wat meer uitleg. 1 2 Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek 9

9 3 4 2 Waar of niet waar? Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar? Zet een kruisje in de juiste kolom. - Tijdens je menstruatie kun je niet zwemmen. - De menstruatie kan gepaard gaan met krampen. - Alle vrouwen voelen zich misselijk tijdens hun menstruatie. - Een vrouwelijke cyclus duurt gemiddeld veertig dagen. - Een eicel wacht in de baarmoeder op een zaadcel. - Een onbevruchte eicel nestelt zich in de baarmoederwand. - Iedere vrouw is even lang ongesteld. - Het begin van de menstruatie is tegelijk de start van een nieuwe cyclus. - Alle eicellen zitten bij de vrouw al van bij de geboorte in de eierstokken. - Tijdens de menstruatie verliest de vrouw gemiddeld één liter bloed. Waar Niet waar 10 Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek

10 3 De lengte van een menstruatiecyclus Bereken hoe lang de menstruatiecyclus van deze vrouwen duurt. De menstruatiecyclus van deze vrouw start op en eindigt op. De cyclus duurt dus dagen. De menstruatiecyclus van deze vrouw start op en eindigt op. De cyclus duurt dus dagen. Plantyn, Mechelen - Het Voortplantingsboekje - werkboek 11