Kinderwens. Gynaecologie (TZA)

Transcriptie

1 Kinderwens Gynaecologie (TZA)

2 Inleiding U bent via uw huisarts verwezen naar ons spreekuur in verband met het uitblijven van een zwangerschap. Uw huisarts heeft meestal al een lichamelijk onderzoek verricht en een aantal vragen gesteld om achter de oorzaak te komen. Ook is er vaak al een aantal onderzoeken in het laboratorium aangevraagd, zoals bloedonderzoek bij de vrouw en een sperma-onderzoek bij de man. Mede afhankelijk van de duur van het uitblijven van een zwangerschap en van de uitslagen van de onderzoeken, is uw huisarts nu van mening dat aanvullend onderzoek en/of behandeling door de specialist zinvol is. In deze folder krijgt u uitleg over de gang van zaken op ons spreekuur en over de meest gebruikelijke onderzoeken die verricht worden bij kinderwens. U zult meestal behandeld worden door onze fertiliteitsarts (fertiliteit betekent vruchtbaarheid) en door uw gynaecoloog. Een fertiliteitsarts is een arts die zich vrijwel uitsluitend bezighoudt met patiënten met kinderwens en daardoor over speciale kennis en ervaring op dit gebied beschikt. Op basis van al uw gegevens wordt er in het wekelijks overleg tussen de fertiliteitsarts en een team van gynaecologen bekeken wat voor u de beste behandeling is. Wij realiseren ons dat het emotioneel zeer gevoelig kan zijn om in behandeling te zijn voor kinderwens. Aarzel dan ook niet om aan deze gevoelens uiting te geven als u ons spreekuur bezoekt, zodat wij u daarin kunnen ondersteunen. Voorwaarden voor vruchtbaarheid Voor een normale vruchtbaarheid moet aan een aantal criteria worden voldaan. Deze criteria worden stap voor stap onderzocht. De eisprong. Allereerst moet er een normale eisprong zijn. Of dit bij u het geval is, kan worden onderzocht middels een cyclusregistratie, waarbij bloedonderzoek en inwendige echoscopie worden verricht. De zaadcellen. Ten tweede zijn, naast eicellen, uiteraard ook de zaadcellen van belang. Om de kwaliteit van het zaad te beoordelen wordt daarom een zaadonderzoek gedaan. Soms gebeurt dit bij herhaling omdat de kwaliteit van het zaad nogal kan variëren. Het samenkomen van zaadcellen en eicel. Tenslotte moeten de zaadcel en de eicel bij elkaar kunnen komen. De route die de zaadcellen af dienen te leggen, wordt onderzocht middels een onderzoek na de gemeenschap. Daarnaast kan een foto van de baarmoeder en de eileiders worden gemaakt of een kijkoperatie in de buik worden uitgevoerd. Al deze onderzoeken worden hieronder nader toegelicht. 2

3 Bloedonderzoek Aan de hand van een bloedonderzoek kan de arts vaststellen of een eicel rijpt in de eierstok. Daartoe wordt het hormoon oestradiol bepaald. Er zal meerdere keren bloed geprikt worden. Op het moment dat de menstruatie is begonnen, dient u zich hiervoor telefonisch te melden bij afdeling Gynaecologie (het informatienummer vindt u op de achterzijde van deze folder). De medewerker vertelt u dan wanneer u bloed moet laten prikken. U krijgt bij meldpunt Gynaecologie een briefje mee voor het bloedonderzoek in het laboratorium. Over de uitslag van het bloedonderzoek, dat 's morgens vroeg moet worden gedaan, kunt u tussen uur en uur bellen naar afdeling Gynaecologie (het informatienummer vindt u op de achterzijde van deze folder).vervolgens zal de medewerker u informeren over het verdere verloop van het onderzoek. Het kan zijn dat u nog een keer bloed moet laten prikken of een echoscopie moet laten uitvoeren. De uitslag van andere bloedbepalingen dan het Oestradiol krijgt u te horen bij controle op het spreekuur. Hiervoor hoeft u dus niet te bellen, tenzij uw gynaecoloog u dit uitdrukkelijk gevraagd heeft. Echoscopie Door middel van een inwendige echoscopie kunnen de baarmoeder en de eierstokken beoordeeld worden. Daarnaast kan onder meer vastgesteld worden of er sprake is van groei van een eicel en natuurlijk ook of er sprake is van een zwangerschap. Een echoscopie is een pijnloos onderzoek met behulp van ultrageluidsgolven. (zie folder echoscopie ). Voor de inwendige echo dient de blaas leeg te zijn. Het is dus handig als u vóór het onderzoek nog een keer het toilet bezoekt. De arts of echoscopist zal u, op basis van zijn bevindingen, vertellen wat de volgende stap in de behandeling zal zijn. Op die manier hoeft u niet alles tegelijk te onthouden. Spermaonderzoek (zaadonderzoek) Voor het inleveren van het sperma wordt voor u via meldpunt Gynaecologie een afspraak gemaakt bij het Fertiliteitslaboratorium op maandag tot en met vrijdag tussen uur en uur. Dit onderzoek wordt verricht om de samenstelling van het zaad vast te stellen. Hierbij wordt het aantal zaadcellen geteld en hun vorm en beweeglijkheid onderzocht. Het resultaat is het beste te beoordelen als er enkele dagen vóór het onderzoek nog een zaadlozing heeft plaatsgevonden. Voor het onderzoek dient de zaadlozing opgewekt te worden door middel van masturbatie. Het sperma moet u in het potje dat u hiervoor heeft meegekregen zo spoedig mogelijk afgeven bij het Fertiliteitslaboratorium (binnen één uur na productie). Op het etiket dient u, naast de naam en de geboortedatum, ook de datum en het tijdstip van de zaadlozing in te vullen. Indien u verhinderd bent dan moet u afdeling Gynaecologie bellen om een nieuwe afspraak te maken. 3

4 Onderzoek na de samenleving (gemeenschap) Na een zaadlozing in de vagina gaan de zaadcellen via het slijm van de baarmoedermond en de baarmoederholte naar de eileiders, waar de bevruchting plaatsvindt. De bedoeling van het onderzoek na de gemeenschap (postcoïtumtest oftewel PCT, ook wel Sims-hühner genoemd) is om na te gaan of de zaadcellen in staat zijn het slijm van de baarmoederhals binnen te dringen en om te beoordelen of ze hierin goed beweeglijk zijn. Hiertoe wordt meestal binnen 12 uur na de samenleving wat slijm van de baarmoederhals, met behulp van een klein spuitje weggezogen en microscopisch onderzocht. Het beste resultaat wordt kort voor de eisprong verkregen. Aan deze samenleving moet een onthoudingsperiode van ten minste één dag voorafgaan. Het onderzoek vindt poliklinisch plaats en is niet pijnlijk. Het is vergelijkbaar met het maken van een uitstrijkje. Hystero Salpingo Grafie (HSG) Bij een Hystero Salpingo Grafie wordt een röntgenfoto van de baarmoeder en eileiders gemaakt waardoor we kunnen vaststellen of de baarmoeder een normale vorm heeft én of de eileiders doorgankelijk zijn. Dit onderzoek wordt in de eerste helft van de menstruatiecyclus gedaan. Het onderzoek vindt plaats op de afdeling Medische beeldvorming en duurt ongeveer 10 minuten. U hoeft voor dit onderzoek niet nuchter te zijn. Nadat een spreider is ingebracht, die ook bij een uitstrijkje wordt gebruikt, worden er 1 of 2 kleine klemmetjes op de baarmoedermond geplaatst. Dit kunt u ervaren als kleine prikken. Vervolgens wordt een spuitje op de baarmoedermond geplaatst en wordt het contrastmiddel ingebracht. Dit kan een beetje spanning in uw buik veroorzaken. Vervolgens wordt de röntgenfoto van de baarmoeder gemaakt. Laparoscopie Door middel van een kijkoperatie kunnen de vrouwelijke geslachtsorganen, zoals de baarmoeder, eileiders en eierstokken, goed onderzocht worden. Deze kijkoperatie (laparoscopie) vindt plaats onder narcose. Er wordt dan een kleine snede van ongeveer 1 cm. aan de onderrand van de navel gemaakt en aan de rand van de schaamhaarbegrenzing op de buik. Nadat wat koolzuurgas in de buik is ingebracht, brengt de gynaecoloog een kleine holle buis in, waarin zich een lens en verlichting bevinden. Hiermee heeft de arts goed zicht op de geslachtsorganen. Dit onderzoek vindt plaats gedurende een opname van enkele uren op de afdeling Dagverpleging. Vaak wordt tijdens dit onderzoek ook de doorgankelijkheid van de eileiders getest door een blauwe oplossing door de baarmoedermond te spuiten. U kunt na het onderzoek last hebben van wat blauwe afscheiding en van groene urine. 4

5 Tot slot Omdat sommige onderzoeken slechts op een bepaald tijdstip in de menstruatiecyclus verricht kunnen worden, kan het voorkomen dat u door een andere gynaecoloog of arts geholpen wordt dan uw behandelend arts. Dit heeft voor u als voordeel dat alle onderzoeken sneller afgerond kunnen worden. Wij vragen hiervoor uw begrip. Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, raden wij u aan om deze zoveel mogelijk aan uw eigen gynaecoloog of de fertiliteitsarts te stellen. Deze is immers het beste geïnformeerd over uw behandeling. Vragen? Mochten er nog onduidelijkheden bestaan, dan kunt u elke werkdag tussen uur en uur contact opnemen met afdeling Gynaecologie of met uw huisarts. U kunt ook uitgebreidere informatie vinden in onze andere folders op Meer informatie over kinderwens vindt u ook op:

6 Gynaecologie Meldpunt Oost 11 Afsprakennummer: Op werkdagen: en uur Informatienummer: Op werkdagen: en uur Fertiliteitslaboratorium Meldpunt Oost 04 (Bloedafname) Telefoon Medische beeldvorming Meldpunt West 12 Afsprakennummer Informatienummer Dagverpleging Meldpunt Oost 31 Telefoon Op werkdagen van uur Behandelend specialist drs. Aardenburg dr. Bremer drs. Gondrie dr. Mertens drs Vellekoop drs Wassen Internet Geef uw mening! Deel uw ervaring over Orbis Medisch Centrum op een onafhankelijk kwaliteitsplatform voor de zorg. Op basis van uw ervaring kunnen wij onze zorgverlening verder verbeteren